Historisch Archief 1877-1940
No. 1140
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
licht gebracht. Wilhelm Tappert, de beroemde
Berlynache muziekgeleerde, noemt er niet
minder dan 54 op. Behalve deze worden door
Le Ménestrel nog eenige andere aangehaald.
2oo by'v. e«n Erlkönig van Caerny, gecompo
neerd in 1811, dus vóór de verschijning van
Schuberts compositie, doch nooit gepubliceerd ;
het manuscript echter is nog te Weenen aan
wezig.
Ook Meyerbeer heeft Goethe's ballade
gecompoiieerd en zyn Erlkönig ingelascht in
«ene opera, »De jeugd van Goethe," die nooit
is opgevoerd.
Onder de Duitsche studentenliederen vindt
men eene parodie op den Erlkönig, die gezon
gen wordt op de wijze van het welbekende :
Ich bin der Doctor Eisenbart,
Kurir die Lsut' nach meiner Art,
waarin bijvoorbeeld de oude man niet «sein
jichzendes Kind", maar «sein sechszehntes
Kind" in de armen houdt.
In 1869 heeft een Elzasser librettist,
Guillaume Wallingter, een operatekst Le Roi des
Aulnes geschrever, die door Edmond Weber
gecomponeerd werd. Deze opera is eenige
malen te Straatsburg opgevoerd Men kan er
verzen inlezen, als de volgende:
Voyez passer dans Ie brouillard
Le beau vieillard,
Aux ysiix percants, dont les paules
Frisent les saules.
Zulk eene als ernstig werk bedoelde verhas
peling, eene onvrijwillige parodie, zou
waarschjjnlvjk Goethe meer geërgerd hebben dan
het Vector Eisenbart-grapje.
Wat Cecil Rhodes eet en drinkt.
Het Berliner TageblaU schrijft: De bezitting
by' Kaapstad, waar de veelbesproken Cecil
Rhodes woont, heet «Groote Schuur". Daar
houdt hij open hof, en ieder, die hem kent,
kan daar naar verkiezing uit en in gaan, en
er zoo lang blijven, als hij wil. De gastheer
woont zelf nooit het maal by, daar hy op bet
punt van maaltijden zeer ongeregeld is. De
gast, die het langst in het huis is geweest,
neemt de eereplaats in. Neemt de heer Rhodes
«chter aan het >diner" deel, dan wordt hij
uitsluitend bediend door zyn getrouwen Cape
boy Tony. Deze weet waarvan zijn meester
houdt, en hoe bij het wil hebben.
Lievelingsgereehten van den heer van .Groote Schuur"
zyn zekere Hollandsche (?) schotels, zooals
»Saffatjeg", een soort rolmops met farci, en
«Bobbetjes", stukjes geroosterd schapenvleesch
«n spek. Altijd moet er «konfijt" (marmelade)
voor Rhodes staan, die de Kaapsche koks met
groot talent klaarmaken. Voortreffelijk is
\ooral de maudarynenmarmelade; alleen in
?China zon men betere kunnen krijgen.
Rhodes' lievelingsdrank is champagne met stout,
dat bij »Bismarck" noemt, en dat door zyn
vrienden met den naam »bloed en y'zer" wordt
bestempeld. Tot zy'n landslieden, die niet in
dezen drank gelooven, zegt Rhodes dikwijls:
«Drink het maar eens, het is heerlijk, en maakt
een man van u !" Koffie en likeuren worden door
hem niet gebruikt, maar hy' eet veel gedroogde
.steenvruchten, zooals dadels en pruimen. De
laatste knabbelt hy tusschen de gerechten op,
zooals een Zuid-Europeaan zijn olijven. Na
bet eten drinkt hij nationale whiskey en soda,
-onder een gezellig gesprek, d. w. z., terwy'l
hij de anderen laat praten. Een wel wat
warme drank voor Zuid-Afrika.
«IIMIIillflIIIIIIÏIIIIIIIHIIflIllltlHIUIIIMtlllllllMIUIItllllltHIIIIIUnlIinai
Geachte Redactie!
Naar aanleiding van het artikel geteekend
D. Blomberg in uw No. 1138 van 1G April,
.zal zeker menigeen willen beamen wat daarin
?wordt betoogd om controle op het vervoer van
.gewone brieven, die blijkens verklaring van
den heer BI. niet zeldzaam onder het vervoer
te loor gaan. (Brieven van meer dan gewone
waarde of beteekenis, kan men in ieder geval
onder controle stellen door ze »aangeteekend"
te verzenden).
Waar nu in dezen eene stem opgaat in 't
belang van het brievenvervoer, behoort daar
naast niet minder de bescherming te worden
ingeroepen voor het goederenvervoer met de
-spoorwegen, inzonderheid het pakket of
bestelgoederenvervoer.
Wanneer u, geachte redactie, eens eene
rubriek wilde openstellen om wekelijks een
overzicht te geven van hetgeen beschadigd,
bestolen of in 't geheel niet m 't bezit komt
?van geadresseerden -wier goederen aan de spoor
wegen ter vervoer worden toevertrouwd, zou
men inderdaad verbaasd staan over zooveel
zorgeloosheid of onverschilligheid omtrent de
eigendommen van hen, die bedoelde openbare
vervoermiddelen meenen als veilig te mogen
beschouwen.
Wie heeft niet aanschouwd hoe bij aan
komst van treinen de inhoud van
bestelgoederen en bagagewagens met ruw geweld gelost
of ingeladen werd, zonder dat daarop eenige
controle werd uitgeoefend !
De lankmoedigheid van het publiek is dan
ook bij de vervoerders spreekwoordelijk ge
worden. Men vormt tegenwoordig allerlei Bon
den ; een die de bescherming van eigendommen
tijdens het vervoer beoogt, ontbreekt echter.
Men verbinde zich onderling om van feiten
dadelijk openlijk melding te maken, met juiste
omschrijving van vervoermiddel, tijdstip en
plaats van afzending of bestemming, toestand
waarin het gerapporteerde collo in 't bezit
kwam van geadresseerde en zoo noodig verdero
toelichting in 't belang der zaak.
Een orgaan dat het publieke belang wil
voorstaan en het bijzonder belang niet behoeft
te ontzien, neme deze gegevens ten volle op.
Mocht zoodanige publiciteit geen verbetering
tengevolge hebben, dan wende men zich, onder
overlegging van een volledig overzicht van al
die geconstateerde feiten, tot den Jlaad van
Toezicht op de Nederl. Spoorwegen, om advies.
Het betreft hier een belang waar het
Nederlandsche volk voor het grootste gedeelte direct,
bij is betrokken.
Wil geachte Redachtie, deze beschouwingen
opnemen in uw orgaan dat sociale belanden
in bescherming neemt en gewoon is, maat
schappelijke misstanden onomwonden aan te
toonen.
Ontvang by voorbaat mijn dank.
C. J. BOELE, v h C. J. BOCTM; cfc Zoos.
Kampen, 24 April 1809.
M
'' PU flp lippi1 fl
Oll Uu IICCI i, u,
welk stuk de geachte schrijver onkomt tegen
de toelating van den heer v. d. Goes als
privaatdocent aan de Amsterdamsche
Hoogeschool. De redeneering van den geachten
inzender komt mij niet altijd even logisch
voor; ofschoon ze misschien juridisch zuiver is.
»Tegen pleit 's heeren v. d. Goes overtuiging
als sociaal-dönocraat, als leerling en aanhanger
van Marx. Maar Mars was een geniaal man
en zy'n leer is in ieder geval hoogst belangrijk
als verschijnsel, als fundament van de verreweg
gewichtigste volksbeweging van onzen tijd."
Voorop stellende dat de leer van Marx als
belangryk wordt erkend, beschouw ik het als
een voor- en niet als een nadeel, dat een leerling
en aanhanger het werk van den meester zal
toelichten en onderwyzen. Waarom van het feit
melding gemaakt, dat de heer v. d. Goes geen en
kelen wetenschappelijker, titel heeft en zelfs geen
Universiteits ocderwys heeft genoten, als men
enkele regels later de vraag stelt of niet de
beste van elke kennis autodidaktisch is ver
kregen? Dat de heer v. d. Goes met kracht
en argumenten opkomt tegen de vele misstanden
die naar zijne meening in de
bourgeois-maatschappy he?rschen, getuigt voor zy'n onafhan
kelijk karakter, eerste voorwaarde voor elk
wetenschappelijk man, te meer waar de sociale
questie het voorwerp van onderzoek moet
uitmaken en gewonnen inzichten en verkregen
resultaten door velen wellicht minder luid
verkondigd worden, omdat zij bestaande be
langen schaden.
De geachte schrijver erkent, dat de leer van
Marx «uiterst gewichtig en vol moeielijkheden"
is, benevens 't feit, dat de heer v. d. Goes een
grondig Marx-kenner is, ofschoon enkele
regels later de heer v. d. Goes als naprater
van Marx wordt aangemerkt. Welke titulatuur
wenscht die geachte inzender nu als de juiste
te beschouwen ? Dat men als journalist, publicist
volksleider of party leider geen wetenschappelijke
geest kan wezen zal nader moeten worden
toegelicht.
Erkend wordt, dat de universiteiten grooten
deels vakscholen zy'n. Op zulk eene school is
dan zeker de studie van de uitent gewichtige
werken van Marx zoo niet noodig, dan toch
zeer wenschelyk.
»Nu" beweert de geachte inzender, «voor
geen vak is de studie van Marx noodig, behalve
voor dat van agitator en volksleider en dit vak
kan elders beter gedoceerd worden." Deze
bewering geeft geen diep inzicht in het criüsch
onderzoek van den heer Steinmetz, hetgeen
des te meer verwondert als men in het stuk
leest «Niet fanatische discipelen maar critische
zoekers moeten we als docenten hebben.''
«Beperking van het vrije, objectieve onderzoek
aan de Universiteit van den Staat of de Kerk
moet met alle kracht afgewezen worden, maar
het starre brutale dogmatische van den heer
v. d. Goes is even gevaarlijk."
Waar eindigt het vrije objectieve onderzoek
en waar begint het starre brutale dogmatische ?
Wie trekt de grens en wie zal voor het niet
overschrijden daarvan waken ?
Worden geene andere overwegingen dan die
in het boven aangehaalde stuk tegen het verzoek
van den heer v. d. Goes en de ,'ÏUU studenten
te berde gebracht, dan kan men zeker zijn,
dat het vry'e critische onderzoek ten onzent
bij het onderwys zal gehandhaafd blijven en
men de fatale vergissing van oen grondig
Marxkenner als privaat-docent te weigeren,
niet zal begaan.
Helder, 24,4 '99. X.
In bet Algemeen IlandtlMud van L':< April
j.l. Ie blad komt een i::gi'zoi.dt:ii stuk voor
getiteld »De heer v. d. Guts privaatdoeij' t "
en ondertetkend door mr. S. H. Steinmelz,
privaatdocent a/d Un'bchtschu llooytóchoul, iJi
Hel Adres A. Van Assen.
Op grond van de volgende overwegingen,
vraagt de Heer A. Van Assen het ontslag van
den Heer de Beaufort als Minister van
buitenlandsche zaken, en verdaging, of het voor goed
weigeren van het houden der vredesconferentiën
te 's Graienhage.
Eene Nederlandsche Regeering toch verliest
de geschiedenis van haar land, de traditiën
van haar volk zoowel als de Eer en de waar
digheid van den Staat met al zijn lyden,
wording en lotgevallen uit het oog, wanneer
zij zich laat verleiden door wien en van welke
zijde ook, om den Minister van B uitenlandsche
Zaken de vrije hand te laten in zekere feiten,
daden en handelingen, gely'k deze zich die,
sedert zijn optreden als zoodanig, veroorloofd
heeft op eene wy'ze en in eene mate niet zelden,
dat ze zoowel Land en Volk als Troon en
Dynastie dreigden te beronven van den
onmisbaren eerbied, dien een Land en Volk als
het onze noch missen kan noch missen wil,
zullen zy blijven wat ze zijn, en behouden
hetseen ze hebben.
\Ytlk Land, welk Volk, ja! welke Regeering
van eene verstandige, beschaafde Regeerende
Koningin als de onze laat zich de wet voor
schrijven van een Buitenlandsch Vorst, al is
hij ook een machtig Keizer, wanneer die Vorst
zijn vrede-voorstellen inwijdt met eene bezworen
constitutie ter zijde te werpen en gelijktijdig
zijn leger en vloot aan eene uitbreiding te
helpen, die er in tlagranten strijd mede zijn?
Niet n vrij land, niet n zelfstandig volk,
niet n verlicht Hegeerend Vorst, zoolang ze
zich zelf eeren en eerbiedigen.
Maar waai' dit alles helaas door den heer
Mr. W II. ue Beauiort als Minister van
Buitenlandsche Zaken, wien men in een liberaal
kabinet een zetel heeft ingeruimd, volstrekt
niet begrepen en overwogen schijnt te zijn;
waar hij slechts oog en oor geopend blijkt te
hebben gehad voor ostentatieve ijdelheid en
lati'ti vleierij aan veelzijdig adres, ja! waar hij
reeds van af zijn optreden hij herhaling ge
toond heeft van dien onmisbaren eerbied voor
ons Staatsbelang niet het minste ernstig besef
te heb'.en gehad, als men er helaas op wijzen
moet, hoe hy b.v. iu 1M07 tegenover Engeland,
in l.S',18 tegenover de Fransche Regeering en
thans 111 1S'.)9 andermaal tegenover den
Unssischen Keizer, den voormaligen tieren
Nederlandscheii Leeuw gemuilbaud en de voeten
l heffe laten likken van hen, die hem kort te
j voren hadden gesard en geschopt, welnu ! daar
heelt een derg lijk Staatsdienaar uien zelf ge
maakt tot een onmogelijk Staatsman en Minister,
j daar heelt hij opgehouden te zijn een bruikbaar
raadsman voor Vorst en Kroon.
Maar waar dat liet geval is, daar mogen.
noch kunnen de zeven ambtsbroeders, willen
zij oen cabinpts-crisis ontwijken, ook niet
langer dulden, dat in hun midden een
l'aradej figuur blijve gehandhaafd in eenen werkkring,
j die de hare i.iet is, want beproefden of
be] geerden zij dit uit welke beweegredenen of
zijdeiii'gsciie iiiviomU-n ook. alsdan zouden zij
zich medeplichtig voklaren aan gepleegde
fouten, \\aaivoor /dit'-, <le \vut op de
Mmisteriee;e verantwimrdrajidii-dd bier t>: iai:de g«tn
iiersiei x.m nen,ui. .<:in te bidden.
De beproevingen van onzen Minister van Buitenlandsche Zaken.
7
*? //
n K f>i en «n v
C,^
l « \.
MR. DE BEATJ-'OUT : »Je moet maar een vre(Iefc(conierentie;iuan zijn, om zoo vinnig te worden aangevallen."
11 H 111111111 H 11 u 1111
lllllillllllllUIIIIIMIIIIIIIIIIIIIllMIIIIIIIIIIIMIlHHUIIIIIIMIIlllllillllllM
Nog eens Het leien in",
., En hiermede zijn wij aan 't ein/la der
benordeeling. Wij wenschen er tot slotsom den nadruk
op te legden, Jat een repetUielioekje, hoe goe.tl ook
bedoeld, niet dal ix, tctil de leerlingen na V
cerla'en der U/gere school noodiy hebben,
llerhtd'niijsonderwijs is 't ae noodige. Om dal te verkrij
gen al in/ze kraeliten ingesjiunneii. De tijd, be
steed aan 'l cerraart/igen van rejiitilieboekjes, is
verloren lijd, ;colaay we niet hebben gekregen:
llerludingsonderw.ijs" !"
Aldus 'de slottirade van een onwelwillende
beoordeeling van Het leven in". EJU andere
uc noodige dus". \Vas dat ue, ue noodige
er maar, dau was ons boekje er wellicht beter
afgekomen. Zoolang 't er niet i?, is ieder repe
titieboekje uit den boo^e. De uren aan 't ver
vaardigen er van besteed, zijn een diefstal op
den tijd, dien we moesten gebruiken om mui,
ingespannen krachten" te progageeren voor
herhahugsonderwijs. <), gij dweper! Wij zijn
ook sterke voorstanders van goed ingericht
herhalingsondenvijs. We wanen i u de verste,
verte niet in Ous simpel werkje een pal'iatief
te geven. Maar we vreezen, mocht, uw c.iig
uoodige" tot stand zijn gekomen, teleurstelling
uw deel zal zijn.
Volgen we de critick op den voet. ,'1'ïen
bladzijden c'nden de xe/in/eers aan alle/'iei ?//?'/
//naiietile kitesti''*. /.ouden ze mtiei' t/>',/o,:i/ ;,;/;, l,;
denken, dat hiel uiede ieniiunl een i/inixt lieire^en
tcordt / Kii. bij slot run reki:nin>/< ten f kamt lift
er op i'if/t een enlitle i) o/ 'l' Ie in ttnij / De d/hond
/.*? hoolihtiak, 'Je corat blijf bijzunk". /'oo ge
tuigt de criticus.
in dit voor eenvoudigen bestemd werkje wordt
gesproken over den dienst van geen" ais bij
woord, lidwoord, telwoord en voornaamwoord;
er wordt voorgesteld een andere, heel
nieuwe en oorspronkelijke verdeeliug der voeg
woorden; er wordt zelfs beweerd, dat ue
definitie van den zin, xooals die tegen
woordig g'eldt, ten eenemale strijdt tegen 't ge
zond oordeel, 'l'ien bladzijden gaat Jat door,
vol geleerde beschouwingen over nu uw t:
o;;tdf kkiugtu op 't veld der grammatica Vot. sUeiitsi'.g
vau gewezen volkssehoolleerlingen, om zien te
verpoozeu op lange winteravonden en op die
verlokkende, lectuur vader en moeder te ont
halen. Stel n gerust, 't Boekje bevat sleehls
eenige spelregels^ uit voorbeeldrij afgeUui, IHE
01' ELKE SCHOOL ALS .MINIMUM \\ OlllJl.X ON lii.li U
l;7.EN J.X \VAA11\AX11KT UNb 31 KI W.Kl.M» l'>, K.; t
UE'I K.U IXIIE1 SE KlX.El.s 7.I.IN.
pas komen ? Wij weten bij ondervinding, boe
velen van dergelijke voorbeelden profHeeren.
Van 't rekenen wordt beweerd: /,? VVj;
BE'nn,rELEN, OF /IJ, DIE 'T liEKEXKX VERLEERT)
1IEB3!KN", T1EXK KENXI-i '/ACH 7\ TJ.EN TOJiJilüKSEX DOOR
DE CEGEVKX vnoHsciiKilTiïx". \Vat weer een
bewijs . We kunnen evengoed staande houden,
dat we 't niet, sterk betwijfelen". Meent de
sc'irijver nu werkelijk, dat het de bedoeling |
was, dat alleen zij, die alles zijn vergeten en't '
a, b, c, van 't rekenen weer moeten inpompen,
het hoofdstuk rekenen." zullen opslaan. Ilad
hij aangetoond, dat de verklaring der bewer- ]
kingen niet duidelijk was ; dat onze voor- (
beelden niet aan de practijk waren ontleend,?i
had hij betoogd, dat ons overzicht van 't metriek
stelsel niet juist, of niet van belang was, dan l
waren \ve hem dankbaar geweest voor zijn be- i
wijsgrondfn. T:<ans toont hij alleen, dat hij
de bedoeling der ui*gave ten eouema!e niet !
heeft begrepen. |
De iiutiitje !'-;'iike,i n?,l,;^i! rri\<-ke,-i;<", sj;/i- \
ren" e.i liwkb.i' />?,>" li,-bl,i-n fin-':!x //-,/,-/?./,-; ci,-,r
een reiv kieii' <i<it il''f kin-lt n-ii en dim voUjt iets
vall teg-ntcuiiïHij.' a/i/i'/sr/m/i/'i lij/,,; i,i,i*/</,,//'/?///<;- j
'e/f, ijle t *^u,'(i/ l/, <?<:// tri-r/, ///n,/.-,/<?:/*/ om,tor/e- \
lijk ,,1,'ken, ;',!..',?/ /.'et ir<,?l-t-!i LH,,!.!, rljeifer* ]
i/(Utri:ini /,.: fjin-k-?//''. \\"i: weten ook \vcl, dat i
uitzumigen in die g;:zhn.i n inou'ijk gó.af, maar j
er zijn ook duizenden iVincicren, die do vo.'ks- j
_ O'i'.iei1 m; liuuhgi' maal - i
schappelijke onhandigheden nog met. op hun l
t.waallde J*tai' trouwen, niaa.' miiscïiieu wel :
wachten tot hun drie-en-twiniigste en nog lati r;
en die als boerenkiiecht, als diens*meid, a's
\\erkman v:, [ v. i'Lli.'nen en //?(?/ kunnen overhou
den, als ze de waarde van'l. geld kennen, ^laak
ze muur wijs. da', 't ironie i-, ivls \ve beu op
wekken de d n b'ie!'j''s \oor jenev('r besttniid weg
te leggen, of de i,uideuk voor een n.cnie hoed J
i 11 (ieu zak 'e houden. OnJer/.oek maar eens |
aan de Kijk: ji: ? '? -pHurkaiik en bij par'ueuüeie i
inric',tingen, i,f 'l /.oo xcld/aam is, di,l de
«irkeude stand sp,a:t. V> e willen u grif
l.oegevi u, dat het l,ij Ac «i'IrcnwJe i,rb-, iders helaas!
gezinnen cv. umin. Maar i'.n,-ei l ir meer pa-t. j
ei u /.u;iüg en ?, i'rr.-laiuiii.' luiirfr di r inkomsten. |
V i rder /.ij n we gi en kwakzalvers, die niet ons
werkje ei n lü.ivvrscel middel arinprijzen. Als !
deze en gene ;<rbe!der, laniliiouwer of nering- ;
doende voor ; i.kele zaken ons boekje k:in g
bruikcn, di-.i. xiji; we tevreden. Hoe het in 't,
hrein vau e< \ ..'..'i-stfrudiu,1 man k;:.u opkom'd
op deze gronden w;likcn (.miren! verzekeren'',
,.sii:ir(n" ee !;-n k:in:;d';n'' be'aeheiijk te maken, !
can f,,'iee.'M ,
iJuciil, u-i-'niiij d,'beleren'
toehl ^\"at ziju dat vt,
ons weikje ^o.;:ic moi
v,..n s;)lic;lat:ën, \er/.oek
!iUU;'CuL'r;,cli:ii ucvat, ;,i
richting. We moeten het oog openeu voor de
langzame ontwikkeling vau de hedendaagsche
uit de vroegere toestanden, zeden, gebruiken,
enz. Wie zegt den criticus, dat we met Dr. te
Lintum van meening verschillen ? Waarom is
ons werkje er mee in strijd ? 't
Leeuwenaandrel hebben we gegeven aan de Staatsinstel
lingen, volgens den schrijver zelf van veel
praetisch nut. We geven geen metdiode, enkel
een kort resumé, maar toch nog riekende naar
ketterij niet voldoende om Bosboom te doen
verstaan, maar daar zal dan later het
herlingsonderwijs voor zorgen ?! Dan zullen do
werken van A'eêrlands grootste romancière ver
slonden worden in de achterbuurten van Amster
dam, in de hutten op de Dreiitsche hei.
't Leven in" moest naar 's heereu criticus
meeuiug liever heeten //de School in" en dau
eene van 50 jaar vroeger. Maar dat kan niet,
we kunnen helaas, vau zijn vingerwijzing geen
gebruik maken; want voor 50 jaar kenden we
nog niet de grondwet van '87, toen regeerde
Koningin Wilhelmina nog niet, toen was ds
huidige kieswet nog in 't zicht, de belastingen
waren anders en de Atjehkrijg moest nog komen.
De beoordeelaar is nurks hier, zijn ongenoegen
over het historisch overzicht speelt hem parten,
hij had zijn meening daarover elders moeten
verdedigen met meer talent! Hij weet trouwens
wel beter; niet tot vóór 50 jaar, tot vóór ach t
jaar was de histoire bateaille schering en inslag
op de volksschool. Eerst toen werd de oude
leerwijze scherp en met succes bestreden door
Critas in zijn uitmuntende brochure over de
//.Nieuwe K'chting".
De oiitdckkiiigstuc/iten :iji>, voor icie iet ee,i
iri_iui</ tevreden is, wel aardig. Ocer 't ffe'te/'l
lii'i-nilcn n'e;e hoofdstukken /ia/re kennis en dun is
't miHii- helir in 't geheel geene. Dat //aardig"
had de schrijver in dit veibaud wel kunnen
weglaten. Moeten we halve" hier met weinig
synoniem denken, dan laten we de
verdedigingvan de stelling gaarne aan den beoordelaar
over. Aardrijkskunde noemt de schrijver een
opsomming". Hij schijnt eeu eigen idé^ vau
ijp-oinrnirig- te heuben. Dat het wat uitgebreid
geworden is geworden stemmen we toe, maar
dat is niet erg. Een aantal namen zouder ver
band naast elkaar geplaatst, is 't in gceue deele.
De, laatste drie hoofdstukken komen er nog;
al behoorlijk af.
Als de beoordeelaar weer eens een critick
over een werkje wil geven, laat hij het dan
degelijk doen als een, die op de hoogte is, en
doel en inhoud tenminste wil begrijpen.
(Een week na 't verschijnen er van kwamen
w;.- toevailig m f t liet stuk in aanrakiiii.', van
daar, dat ons antwoord wat laat komt.) '?
J. MUEDER. 1
G. 11. VEEXDOIU'.''-"