Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1142
DAMEjS.
?l
, onttonin!
door F. J. VAU UILDRIKS.
(Slot).
*Neen, dat geloof ik ook niet, kind. Truuske
praat zeker uit zichzelf nooit met je over die
dingen, doet ze?"
i Nooit, nooit ! 't Kind is n eu al eenvou
digheid en natuurlijkheid ; ze laat alles merken,
wat er in haar omgaat, en ik geloof niet, dat
zij -ooit zich het hoofdje breekt met de vraag,
waar toch de kleine kindertjes vandaan komen
en dergelijke diepzinnige vraagstukken, net even
weinig als u en ik ons het leven laten vergallen
door de massa onopgeloste vragen, waarvoor wij
komen te staan, als we diep en ernstig
doordenkeu over leven en sterven en dat alles. Nu
heeft ze ook aardige, geschikte vriendinnetjes
en van achterbakschheid en geheimpjes onder
elkander merk ik al heel weinig, hoogstens dat
er eens een geplaagd wordt met een danseur
van 't laatste kinderbal, maar dat is een plagerij
van de aller onschuldigste soort, en ik maak
daar nooit eenige aanmerking op en doe er, als
het te pas komt, aan mee, kwaad steekt daar,
vind ik, heelemail niet in. En als we samen
wandelen, dan praat het kind honderd uit en
schudt haar hartje als voor mij leeg, en dan
zeg ik wel eens bij mijzelf: »loe, moedertje,
dit is nu de rechte tijd, doe nu je plicht en
hoed het je toevertrouwde zieltje voor de ge
varen van allerlei aard, waarvan je hebt ge
lezen, dat ze je kind bedreigen !" Maar 't wil
niet; er komt geen woord van over mijn lippen,
en als ik thuis ben, heb ik een gevoel, of ik
op weg ben geweest naar den dentist, om een
slechte tand te laten trekken en of ik uit schrik
en angst ben omgekeerd. Wat raadt u mij in
dezen 'i Weet u er iets op ?"
,Ja, kind, het is wezenlijk een moeilijk geval.
Ik heb wel eens met blijde instemming zulke
artikelen gelezen, en in een paar mooi ge
schreven werken over opvoeding en zedenkunde
genoten van bladzijden, waarin over het waar
zijn tegenover onze kinderen heel treffend werd
gesproken. Ik vond toen ook, dat een kind het
je kwalijk kon nemen, als je het in zoo menig
opzicht onwetend liet en dat er niets mooiers
was te bedenken, dan volledig vertrouwen
tusschen ouders en kroost ook op die punten.
Maar dat bleef alles theorie, als ik aan de
praktijk denk en er mij dan jou en Truuske bij
voorstel, dan ril ik wel een beetje en schrik net
als jij van de uitvoering terug. Hebben groote
menschen jou indertijd in dat opzicht wijs ge
maakt ; men kan jou toch niet gedeséquilibreerd
noemen, dunkt mij, zoo'n rustig, gezond, be
drijvig huisvrouwtje."
??Neen, ik ben in die richting heelemaal niet
opgevoed," maar ik mag mijzelve, vind ik, niet
tot voorbeeld nemen, want Moeder is immers
al zoo vroeg gestorven ; toen was ik tien en
verder ben ik tot mijn zeventiende op kost
school geweest, u weet, bij de dames Leuse,
waar wij met de vriendinnetjes wel eens praatjes
hadden, die wezelf voelden, dat niet goed waren,
maar ik heb er geen diepen indruk van ge
kregen, en we hadden ook altijd veel te veel
te doen en veel te veel afwisseling, om ons in
zulke dingen te verdiepen, zoodal ik mij op die
punten werkelijk geen een gewichtig oogenblik
kan herinneren ; als ik wijs ben geworden, dan
is het spelende gegaan en zonder eenig opzet
van mijn kant of van dien van een ander."
»Neen, dan zijn onze gevallen niet te verge
lijken. Ik had een heel lieve moeder, die in
alles wat ons kinderen vervulde, hartelijk deelde ;
ze had een vroolijken, opgewekten aard en ik
weet haast niet, dat ik ooit een geheimpje voor
haar heb gehad ; de verhouding leek, nu ik 't goed
bedenk, wezenlijk veel op die van jou en Truuske."
,En heeft zij u nooit gesproken ever hoe het
is, als meisjes groot worden en al die dingen
meer P"
«Nooit, en nu je daarop komt, o ja, dat weet
ik nog uitstekend, want ik had toen wel een
gevoel, dat het een heel gewichtig moment was.
Ik was vijftien en zou bij tante Clara gaan
logeeren, je weet wel de moeder van jullie neef
Toon, en toen bij 't koffer inpakken, dat ik met
moeder deed, of liever moeder deed het en ik
moest alleen goed opletten, hoe het ging, toen
legde ze een hoopje in een hoekje,
kleedingstnkken, die ik vroeger nooit in mijn linnenkastje
had gehad. En nu zal mij altijd bijblijven, hoe
verward en min of meer confusig ze mij het
eventueel gebruik daarvan verklaarde, en hoe ik
maar gauw zei, dat ik het best begreep en hoe
wij er verder overheen praatten en niet anders
dan als heel terloops later pp het onderwerp
even terugkwamen. Zoo zie je, dat mijn beste
moeder zich er, zoo men wil, ook maar met een
slingerslagje af maakte, en toch is er stellig
nooit een beter opvoedster geweest dan zij. Zij
praatte over allerlei met ons, wat ons geestelijk
leven betrof en was er ver van af Gods water
maar over Gods akker te laten loopeii, maar den
kieschen schroom voor 't aanroeren van teedere
quaesties van dien aard, dien jij nu voelt, dien
kon zij, naar 't schijnt, ook niet overwinnen. Ik
zou dus zeggen, beste, dat je uit het verledene
den moed kunt putten van te blijven zwijgen,
al moet je je dan ook klein voelen in de oogen
van enkele esprits forls. Die sterke tegenzin bij
zoovelen, wier opvoedingssysteem van nadenken
getuigt en door groote liefde voor het kind wordt
geregeld, zou die geen aanwijzing zijn, dat we
in dezen niet moeten forceeren ?"
,Maar als de kinderen dan eens minder goede
vrindjes en vriendinnetjes krijgen, als Truuske
eens op een visite of een wandeling indices
kreeg, die haar vreemd moeten aandoen en die
haar alle groote menschen, ook mijzelve en Jan,
moeten doen houden voor onoprechte geheim
zinnige wezens, wat dan ?"
»Ja, kind, zoo iets moet je risqueeren. 't Moet
je er toe brengen, er erg gauwkeurig op te
letten, met wie ze vertrouwelijk omgaan, maar
ze voor alle kwaad te behoeden in 'tleven.dat
kun je toch niet. En weet je wat hierbij altijd,
dunkt mij, een ding is van gewicht? Dat bij
voorbeeld zoo'n kind als Truuske, die thuis nooit
ei van hoort en daar met geen dubbelzinnige
grappen en schuine aardigheden in kennis komt,
steeds heel weinig beteekenis aan die praatjes
zal hechten, ze zal beschouwen als iets aparts,
waarmee fatsoenlijke menschen niet te maken
hebben, en dat beschouw ik als den
gelukkigsten toestand voor zoo'n jong wezentje, om wie
door de gelukkige omstandigheden, waarin ze is
geplaatst, een atmosfeer van reinheid kan blij ven
bestaan. Niet ieder behoeft krachtig op te treden
in den strijd tegen maatschappelijke kwalen en
dan nog, als er later booge aspiraties in haar
wakker werden, dan zou ze den kamp tegen de
zedeloosheid er niet minder goed om voeren,
zoo ze in dezen zeer lang kind ware gebleven."
O, nu denkt u aan de vereenigingen tot
bescherming van ongetrouwde moeders en zoo,
maar kan de onwetendheid niet op andere manier
verkeerd zijn. Als ze begint uit te gaan of ook
al eerder, als ze eens vroeg doodelijk werd van
deze of gene, en dat zooals ze dan zeggen, het
geslachtsleven zich bij haar deed gelden."
»0ch wat! Laat ze maar gerust doodelijk
zijn, hoor, maak je daar niet ongerust over, die
bevlieginkjes hebben niets met het geslachtsleven
te maken. Denk je zelve maar eens terug in de
jaren van je vijftiende tot je twintigste jaar
dijvoorbeeld, hield je niet op precies dezelfde
manier van de schooljuffrouw, met wie je
dweepte, en later van den knappen cavalier,
met wien je soupeerde op je eerste bal ?"
»O, Schoontje ja, daar kan ik van meepraten.
Die Praulein, och, och, wat aanbad ik haar.
Nog zie ik dat (knellen ruitje, grijs met een
rood haarstreepje, waarvan ik den zoom wel
wou kussen, en nog weet ik precies het versje,
dat ze in mijn poëzie-album schreef en ik kan
mij nog levendig de verrukking voorstellen,
waarmee ik staarde op de eenvoudige
onderteekening met het Deine Dich liebende Eiise K.
Als er een verschil was tusschen die teedere
verrukking en die waarmee ik later de eerste
brieven van Jan heb gelezen, dan was het een
quantitatief geen qualitatief verschil, dat staat
bij mij heel vast."
Er zouden er wel wezen, die als ze je zoo
hoorden praten, zeggen zouden, dat het toen
bij je gewekte gevoel al de voorbode was van
de echte liefde, toch al een begin van ontwa
ken der passie, die in je sluimerde, maar ik
geloof met je, dat die beschouwing op een
dwaling berust en dat precies dezelfde elementen
van je liefde voor je Fiiiulein ook aanwezig
waren in je liefde voor Jan, terwijl eerst veel,
veel later, denkelijk eerst na je huwelijk, er
misschien iets bij is gekomen, dat het andere
mooier, rijker, machtiger vooral, heeft gemaakt,
maar dat geen der edele elementen van je
Frauleinsvereering te niet heeft gedaan".
»Bij Truuske heb ik van zoo iets nog nooit
iets gemerkt, maar ze is ook nog zoo jong, dat
zal nog wel komen. Dan behoef ik mij daar
dus niet over te bezwaren en zou ik wezenlijk
de zorg over dat waar-zijn en het kind de
waarheid niet onthouden en haar voor gevaren
behoeden en al zoo meer maar aan kant moeten
zetten? Ben ik dan geen onwaardige, onver
schillige moeder?"
Neen, zeker niet, kindje. Breek er je hoofdje
niet mee; laat je gerust in dezen leiden door
wat jou n haar het liefst is. Is dat een stil
en teeder zwijgen over die punten, laat ze dan
rusten; doe je geen geweld aan. Je kunt wel
veel bederven met onbedachtzaam spreken, en
mocht het kind zelf het anders wenschen, dan
is ze vertrouwelijk genoeg met je, om je dat
te laten merken, en dan is \ natuurlijk je
moeilijke plicht, met tact tot haar te spreken.
Ik vermoed echter, dat je daartoe wel geen
aanleiding zult vinden en wat je twijfel betreft,
waarmee je hier kwam, lieveling, die mag je
gerust ter zijde stellen met een in duliüs absline.'"
O, Schoontje, Schoontje, wat hebt u mij
opgefleurd. Ik ben een ander mensch geworden
van dit praatje met u. Maar nu moet ik wezen
lijk weg, anders loep ik Truuske mis."
«Ja, kind, maak je maar klaar; je hebt nog
kalm den tijd, maar 't is goed, dat je er voor
zorgt, dat zij je altijd treft, waar ze jou denkt
en hoopt te vinden!"
Georges Pilotelle.
De Lady's R-alm heeft een ry'k geïllustreerd
artikel over een vertrouwd raadgever der
Londensche groote dames, den Franschen
costuumteekenaar Georges Pilotelle. Zyn portret,
het echte portret van een dameskleermaker,
fatterig en min of meer onuitstaanbaar, is er
bij, maar ook teekeningen naar een aantal
zjjner scheppingen.
Pilotelle was de zoon van een rechter, maar
wilde niet in de magistratuur; evenals vroeger
Cham en Gavarni, Doré, Grévin, begon hy'
zijn kunststudiën door tegelijk caricaturen en
modeplaten te teekenen; de beide eersten gin
gen al spoedig den komischen kant uit, Dor
die immers ook vooral komisch begonnen was,
men zie de Contes drólatiques, bleef bij
historie en legende; Grévin kon de beide
kunsten vereenigen en werkte zoowel voor het
Jcmrnal amusant, als voor de féerie-theaters;
Pilotelle, die eerst medewerker aan de Charivari
geweest was en later aan La vie parisienne en
La caricature, ging geheel op in de mode.
Met den oorlog was hy in Engeland komen
werk zoeken; hij exposeerde geëiste portretten
van Disraëli, Plimsoll en lady Dudley, en werd
naar aanleiding van dit laatste door het tooneel
aangezocht. Voor een Amerikaansch directeur
teekende hrj de costumes voor de operette
Madame Vavart, daarna voor Olaude Duval,
en voor de Gaiety te Londen kleedde hy' toen
Whittington, Bobin Hood, Valentine en rson.
In een Kerstmispantomime, Sindbad the Sailor,
wilde de directeur van Drury Lane, Augustus
Harris, een optocht van al de koningen en
koninginnen van Engeland hebben, ook hiervoor
teekende Pilotelle al de costumen.
Dit was in 1882; sedert dien tyd bleef
Pilotelle de costuumteekenaar; maar zjjn
oorspronkelijke kunst, het etsen, gaf hij niet
op, en de aanzienlijke dames wier portretten
hy maakte, lady Warwick, de prinses Von
Pless, lady Dudley, de hertogin Van Portland,
verschaften hem de gelegenheid om zijn relaties
in haar wereld uit te breiden.
Pilotelle heeft zich laten interviewen en zyn
meeningen over zyn kunst ten beste gegeven.
«Nooit is er beter gekleed dan tegenwoordig,"
zegt hy'; »ik verbaas mij telkens wanneer ik
het Tweede Keizerrijk als het toppunt van
pracht hoor noemen, toen als eenige grondslag
van het toilet de crinoline gold. Zoo zyn er
meer dwaalbegrippen, by' voorbeeld dat vrouwen
de mode zouden maken, of het beste
modewerk leveren. Sinds onheugelijke tyden en
hoe langer hoe meer, wordt alle elegant
modeteekenen door mannen gedaan, evenzoo
de coupe, en zelfs wat het afwerken betreft,
voor het borduren, het kunstbloemen maken,
zy'n de bekwaamste handen niet die der
werksters.
Ook kan de heer Pilotelle niet toegeven
dat de weelde in kleeren zou verminderen;
hy' heeft voor n dame by' n gelegenheid
een stel costumes geteekend die samen 40,000
pond (480,000 gulden) moesten kosten. Soms
komen daar curieuze opdrachten by'; men
wilde by voorbeeld aan een dame een paar
kousen cadeau geven, die honderd pond moesten
kosten; een andermaal een tea-gown van 1700
pond. »Maar de imitatie heeft het zoover
gebracht," voegde hij er bij, »dat ik deze zelfde
tea-gown, op het oog nauwelijks te onder
scheiden, ook voor dertig pond had kunnen
leveren. In de kostbaarheid zit ook het genoegen
van den artist niet,; met de nagemaakte
juweelen en kanten van onze dagen, in vereeniging
met fraai gekleurde stoffen en fantazie is
ongeveer het hoogste te bereiken."
Pilotelle ontvangt dikwyls brieven vooral
anonieme over het al te slank teekenen van
zy'n prinsessen en modefiguren. »A1 deed ik
er moeite voor," zegt hy', »ik zal het corset
niet afgeschaft krijgen; het is zoo oud als de
wereld: in my'n museum heb ik corsetten van
Romeinsche dames, van de Renaissance en
van het Regentschap; corsetten van \jzer, of
met zooveel baleinen dat ze een houten etui
schenen; ze waren vooral niet 'minder slank
dan tegenwoordig. En ik vind een slanke
taille mooi. Il faut souffrir pour tre belle."
Hij is een beslist tegenstander van de
tailormade costumen; hy noemt ze, hoe ook gewij
zigd sinds het begin, nog altoos een
rnannencostuum, een travesti. Toch is zy'n idee dat
in de toekomst het verschil tusschen vrouwen
en mannenkleeding niet zoo streng zal blijven
als vroeger; iets als het divided skirt, ongeveer
in den vorm van het Turksche costuum, de
wijde broek en de bolero, schy'nt hem een der
grondvormen voor de toekomst.
Wat het zoeken zjjner nieuwe vormen betreft,
bestudeert Pilotelle de oude platen en schil
deryen, maar nog meer de natuur. In een
reeks schetsen geeft hy den overgang van een
orchidee tot een balletcostuum; van een
Grieksch standbeeld dat het costuum dat bij
in 1884 voor lady Feo Sturt teekende, en dat
zooveel sensatie maakte, dat het door vele
Parysche couturiers, zelfs door Félix werd
overgenomen.
Op de delicate vraag, of men voor Engelsche
dames anders moest werken dan voor Fransche,
antwoordde Pilotelle met veel omwegen. «Iedere
natie heeft haar kenschetsende trekken....
Dunoyer heeft gezegd dat: l'Angleterre veut
dire terre des anges . .'. om de schoonheid der
vrouwen ... haar teint en de kleur van haar
haar is onvergelijkelijk ... la tête de l'anglaise
est simplement divine ... Maar, ofschoon zy
het leert, het kleeden is nog haar zwakke
zijde,.. . zy verwaarloost kleinigheden ... elle
ne sait pas se juponner!" Zooals Engeland voor
de heerenkleedmg, is Parijs nog onovertroffen
voor de damestoiletten. »Een groote Londensche
dameskleermaker beweerde vijf jaar geleden,
dat hij te Weenen idees wou gaan halen, in
plaats van te Parijs ... Hij is er eens heen
gegaan, en heeft nu zijn appartementen in de
Rae de la Paix weer! Voor twee jaar zouden
de Amerikaansche dames Pary's in den ban
doen;... sinds het begin van den winter zijn
de bestellingen uit Amerika er precies ver
dubbeld. Het is omdat de kleeding er een
cultus is; geen moeite of kosten zy'n te groot om
het volmaakte te leveren. Een groot Engelsch
huis is te Chicago bekroond voor een japon,
die te Pary's gekocht, onveranderd, onuitge
pakt, daarheen gestuurd was. Daarentegen
laten alle goed gekleede Franschen hun kleeren
uit Londen komen of hebben Engelsche kleer
makers."
Gevraagd of hij ook leerlingen had, ant
woordde Pilotelle: »Ja, maar enkel jonge meis
jes, en heal weinig goede. Zij missen
gewoonlyk twee dingen, vooreerst verbeeldingskracht,
en ten tweede behoorlyke voorbereiding. De
meisjes die aan goede kunstacademies
studeeren, achten zich te hoog voor modeteekenen;
en toch, om dat goed te doen moeten ze ernstig
gestudeerd hebben. Toch zou, wie gestudeerd
heeft en intelligent en y'verig is, allicht 5 il
8 pond 's weeks kunnen maken, wat zij met
ander artistiek werk nog zoo gauw niet heeft."
Damesclubs. Ontwapening. Elpis
Melena.
In the Nineteenth Century heeft mrs.
Anstrunther een artikel over dames-clubs, dat
niet zoo aanmoedigend is als de toon waarop
daar anders over geschreven wordt. Zy gaat
de bestaande clubs na en voorspelt dat hét
aantal daarvan binnen tien jaar verdubbeld
zal zy'n; maar ook wijst zy op twee groote
bezwaren die iedere jonge club ontmoet, het
rooken en de babies. Maar erger is dit: >de
vrouwen voelen niet dat het behooren tot een
zelfde club eenige verplichting tot vereeniging
tusschen hen vormt, eenige
verantwoordelykheid voor elkaar of kameraadschap. Zy'spreken
ook in de club alleen tot haar kennissen, zy"
behouden geheel het onderscheid van stand,
van familie, van vermogen; zy passeeren elkaar
zoo koel als toevallige samenreizigsters ineen
coupéeerste klasse". Hierdoor bly'ft het
clubleven onaantrekkelijk; het wantrouwende dat
vrouwen tegenover halve kennissen hebben, is
in de club nog stootender dan elders; het
uitgesloten en genegeerd worden is er nog
bitterder voor de eenzamen.
***
In een »0pen brief" aan de presidente van
den Nederlandschen Vrouwenbond ter Inter
nationale ontwapening verwy't de heer Felix
Ortt aan de dames van dezen bond dat zy,
in haar manifesten en vergaderingen, ofschoon
den vrede willend, toch het beginsel van den
oorlog erkennen. Hij wijst haar op den Rus
Peter Olchowik en de Hollanders B. H. P.
Wendt en D. Ph. de Bruin, die eenvoudig
allen krijgsdienst weigeren en de straffen wegens
weerspannigheid gelaten ondergaan, omdat zij
het beginsel van den oorlog niet kunnen
erkennen; zy zeggen: »Ik kan geen wapenen
dragen. Ik kan alleen liefhebben, niet haten.
Doe met me wat gy wilt! Hier sta ik, ik kan
niet anders, God helpe my!"
***
Een oude dame, die nog interessanter was
door hare relaties dan door haar eigen talent,
is te Ermatingen overleden. Het was de barones
Marie Espérance von Schwartz, die jaren lang
onder het pseudoniem Elpis Melena geschreven
heeft en omstreeks 50 tot 70 eene bekende
figuur in de cosmopolitische maatschappy was.
Zij was de dochter van een rijk Duitsch bankier
te Londen; al jong ongelukkig getrouwd, ging
zij groote reizen in het Oosten maken en
vestigde zich een ty'd lang te Rome, waar
haar huis voor de litteraire en artistieke
wereld open stond. Met Garibaldi sloot zy
innige vriendschap; en diende hem, vaak met
levensgevaar, als boodschapster naar Napels,
Messina, enz In 1865 ging zy'op Kreta wonen;
hare villa bij Khalepa is door Hackliinder in
zijn roman «Gravin Tatazy" beschreven. Zy
ging zich toen wyden aan de dierenbescher
ming en had er een hospitaal en kolonie
voor zieke paarden en ezels ; met dr.
Grisanowsky, wiens studiën en uitgaven zy' betaalde,
ondernam zij de eerste groote campagne tegen
de vivisectie.
Zij was zeer humanitair, liberaal, artistiek,
vooruitstrevend gezind, maar had ook wonder
lijke eigenschappen; zy was uiterst ijdel en
coquet, ook in kapsel en manieren. Zy droeg
altoos het een |>f ander historisch juweel of
kleedingstuk, een roode shawl van keizerin
Augusta, een burnous dien zy van den Khedive
Ismaël gekregen had, of zoo iets. Zy schreef
massa's brieven, en eens per jaar kwam een
Duitsch professor, dien zy haren »tyran"
noemde, op Kreta logeeren om haar het in
dat jaar geschrevene te helpen uitgeven. Zy
wist massa's anecdoten over haar beroemde
kennissen; onder anderen vertelde zy van Franz
Liszt dat hy' alleen abbégeworden was, om
zich aan de jaloezie van prinses Wittgenstein
te onttrekken ; en van zy'n buitengewone mu
zikale memorie wist zij het volgende staaltje:
Een violist had ter eere van Liszt een fan
tazie gecomponeerd en speelde hem deze op
een soiree voor ; maar Liszt babbelde intusschen
levendig en tamelyk luid met de gastvrouw.
Nauwelijks was de kunstenaar klaar of hij
scheurde zy'ne compositie in stukken en wierp
ze Liszt voor de voeten, er by'voegend dat
wanneer hy' de opdracht van een muziekstuk
aannam, hij wel de moeite kon nemen er ook
naar te luisteren. In plaats van te antwoorden
stond Liszt op, ging naar de piano en speelde
de gansche fantazie na.
Barones von Schwarz kende ook Fanny
Lswald en haar man Adolph Stahr; in haar
brieven vindt men allerlei bijzonderheden over
al deze kennissen, maar vooral over Garibaldi.
Soms vond men haar indiscreet; kort vóór
haar dood was zy, uit berichten van een
gewezen hofdame van keizerin Augusta, aan
eene geschiedenis van het Pruisische hof in
de jaren van 60 tot 70 bezig, waarvan zeker
de uitgave na haar dood wel niet zal aan
gemoedigd worden.
E?e.
voor Hotels,
TJitsrt£t£>joöenz.
ZANDVOORT.
Hotel d'ORANGE.
Tramverbinding m\h hoofdstation.
WIJK AAN ZEE.
\EREEMGDE BADHOTELS.
Tramverbinding met Beverwijk.
In beide Hotels Restaurant gedurende den
geheelen dag. Table d'Hote en Pension.
Te Amsterdam,
Haarlem en 'sGravenhage
(Hollandsche Spoor).
bestaat in de restauraties der stations
gelegenheid tot dlneeren per couvert
van ?1.50 af.
Plat du jour ?0.60.
AMSTERDAM.
(Schinkelhaven. - Qntspanningsooid
waarheen de tram u van af den Dam
brengt voor 10 cents.
HILVERSUM.
ranje (Hotel.
BLOEMENDAAL.
Hotel Restaurant & %
& Duin en Daal.
L 0 C H E M.
Familie Hotel Stad Lochem.
Gelegen op het fraaiste punt even buiten Lochem.
Pension. Table d'hote te 5 ure.
H. N. PILGEll.
tjfotel $oyal en ^nglischei @of.
Electr. Licht. Lift. Eigen grof wild jachtterreinen.
AMSTERDAM.
POLEN.
Hotel-Oafé-Restaur-ant.
Kalverstraat 15?17.
AMSTEBDAM.
'SUISSE. ^^
Hotel- Café-Restaurant.
Kalverstraat 22?24.
AMSTERDAM.
American-Hotel.
Leidscheplein 16?18.
AMSTERDAM.
Kvasnapolshy.
Hotel-Cafe-Restaurant.
Warmoesstraat.
Soolbad
Teutoburger Woud.
Spoorstation Dissen?Rothenfelde. Duur van het seizoen van
midden Mei tot midden October. Sterke koolzuurhoudende zouten,
voortreffelijk tegen alle soorten rhumatiek en verlamming, scrofuleuse
neus- en oorziekten in hunne menigvuldige ziekteverschijnselen.
Inhalatorium. Alle gewenschte informaties geeft de Badeverwaltung",
Verschenen:
Wandelkaart van Gooiland. Prijs GO cent.
Wandelkaart van Baarn en Omstreken. Prijs. 6O cent.
Wandelkaart van Haarlem's Omstreken. Prijs 6O cent.
Uitgave van VAN HOLKEXA & WARENDOEF, Amsterdam.
AMSTERDAM.
PALAIS ROYAL.
Hotel-Café-Restaurant.
Paleissstraat £2.
AMSTERDAM.
AMSTERDAM.
TOLHUIS over het IJ.
Fraai Ontspanningsoord.
Ruime Billardzaal. Fraaie Kegelbanen.
Korte Nlenwendtik 25.
SCHOLLENBRUG.~~
Ontspanningsoord.
Weesperzijde. - Amsterdam.
Luchtknnroord Kleef, Kueip's geneeskundige Inrichting.
Het geheele jaar geopend. Prospectus gratis.
Dr. BERGMANN.. Arts en Eigenaar.
Vroeger Ie badarts bij Misgr. KNEIFP, in Wörishofen.
Hotel e.. Pension
JUNKER JORG Elsenach in Thür.
Prachtige vrije hooge ligging zonder weerga, aan den weg naar den burg.
uitstekende gelegenheid om 's Zomers te verblijven. Goede getuigschriften.
Geïll. prospectussen verzendt de eigenaar OSWIN SCHRÖTEB.
Meisjespensionaat PHILIPPSBURG, te
Braubach a/d Rijn, bij Coblenz. Veel
zijdige opvoeding, Fransche en Engelsche
leerares, evenals eene
huishoudschoolonderwyzeres. Zorgvuldige verpleging.
Uitstekende getuigschr. Pensionpr. 750 M.
M. BUSSE, Hoofd der school, H. BUSSE, \
muziekonderwijzeres v/h conservatorium, j
BIEBRICH a/d R\jn by Wiesbaden.
Pensionaat en Meisjes H. B.school
van ELI3E STEINORTH. Grondige en
veelzijdige opvoeding, zorgv. en liefd.
behandeling. Uitst. get. o. a. van den
burg.VoGT en den comm.-rathDYCKBRHOFp
te Biebrich.