De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 21 mei pagina 2

21 mei 1899 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1143 baar kan hooren fluisteren: pak weg, die twaalf! Het is niet onverklaarbaar dat zoo'n man in den aanvang van zqn openbaar leven hier nogal wat vijanden maakte. Hij heeft heel wat tegenstanders ontmoet, maar allen glansrijk Oferwonnen. Op welk een tegenkanting stuitte zijn in komstenbelasting niet. Hij was toen nog Wet houder, maar ik hoor het hem nog zeggen tegen een der aanzienlijkste en vermogendste raadsleden, die als zjjn bezwaar tegen die be lasting aanvoerde, dat de particuliere liefdadig heid er stellig door verminderen zou. De tyd is voorbij", zei de Wethouder toen, dat ieder maar geeft zooveel als hij kwijt wil zijn, Op een meer redelijken grondslag moet ieder naar zijn vermogen in de kosten bijdragen." En den ouden de Muralt, den Wethouder, die Utrecht jarenlang aartsvaderlijk met allerlei vriendeiijkheidjes geregeerd had, voegde hij bij eene andere gelegenheid ook in een openbare zitting eens toe: de tijd is voorbij dat de kiezers zich met krukjes en glimlachjes en handjes geven laten leiden." Van de inkomstenbelasting noemde men den heer Reiger de vader.... maar hij was er de moeder ook van en de vroedmeester en de baker óók. En niet zoo'n ouderwetsche baker als de Utrechtsche kraamheeren altjjd gewoon z\jn geweest, die met allerlei laffe vleier\jen het kind tot een engeltje verheft, en laat lijken op wie of wien de grootste fooi geeft neen, een flinke, degelijke baker, die het kind bij de voeten, of bij de ooren, of den neus zelfs omhoog hield en van alle kanten liet bekyken en eenvoudig zeide: het is een welgeschapen jongen! Dit is mijn zoon, in wien ik een welbehagen heb!" Heere, heere, wat stak er een storm op tegen di«n knaap. Het was of hij de geheele stad ten verderve zou voeren, hij zou besmetting brengen in alle kringen. Er waren boosaardige lieden, die beweerden dat de jongen zelf reeds van alles onder de leden had: spruw, mazelen, roodvonk, kinkhoest, tot .pokken toe! 't Was een misgeboorte, hoe goed hij er op het oog" ook uitzag. Maar de verzorger van den kleine keek de . onhei:spellers kalm aan, met oogen waarin de spot liet eens verborgen werd en zei op een toon, die geen tegenspraak meer duldde: 't zijn tandjes, meneeren, niets als tandjes! Daar zal de jongen best doorkomen." De meesten bogen het hoofd voor die vastberaden uitspraak. Hun ging blijkbaar een licht op! Het kind is er doorgekomen, 't groaide voordeelig op, ja, zóó voordeelig (ik geloof dat we nu al een percent of vier betalen) dat de burgemeester later openlijk verklaarde, dat het hem wel een beetje ontgroeide. Die voordeelige groei moest dus een weinig belemmerd worden. Men moest in het huisgezin nog niet te veel op den jongen steunen. Maar dat huisgezin de srad breidt zich steeds meer naar alle kanten uit, de behoeften worden grooter: politiebewaking, verlichting, rioleering, bestrating, reiniging, alles neemt toe, alles kost dagelijks meergeld. Dus geld moest er zijn! Daarom werd eerst den huizenbouwers een kies getrokken. Die arme huizenbouwers! Ze hadden eerst den grond voor hunne huizen zoo maar kosteloos aan de stad afgestaan, die dan zorgde dat hunne huizen bewoonbaar werden door eea straat, riolen en gasverüchtin? aan te brengen. En nu moesten ze dat waarachtig allemaal gelf betalen en duur ook. 't Was om te ... ja, ze wisten eigenlijk zelf niet waar het om te... was. Maar het huizenbouwen neemt nog steeds toe en om de zorgen, die het ge meentebestuur draagt voor het onderwijs en voor de schoone omstreken zijn zij alle spoedig bewoond en wordt onze stad meer en meer de plaats waar gezinnen van elders zich gaarne komen vestigen en dien tengevolge het'ft Utrecht order het bsstuur van Reiger eene uitbreiding gekregen waaraan men voor een tiental jaren nauwelijks had durven denken. En de huizenbouwers betalen rustig de meerdere lasten, die men hen heeft opgelegd, ja, ze hebben zich ook alweer neer gelegd bij de straatbelasting, die hen voor korten tijd nog in zoo'n gloeiende veront waardiging ontstak, dat zij mot vereende krachten in eea rcquest aan den Raad op den onhoudbaren toestand kwamen wijzen. De burgemeester teekent dan gewoonlijk met een enkel woord de waarde, die men aaa dergelijke requesten moet hechten. Niemand," zei hij toen, niemand keurt een belasting goed als die zijn buurman be taalt." En de waarheid van dat eenvoudige en zoo zonder eenigen ophef uitgesproken woord, wordt door allen zóó gevoeld, dat men over de gemaakte bezwaren hee: stapt. Wat Utrecht geworden is onder Reiger; hoe het nog steeds toeneemt en wast en fraaier wordt o;.der het verlicht bestuur waarvan hij de kiding haeft, nien kome hier, overtuiga en vorbaze zich. Wat onze stad ia haar geheel dan ook zou verloren ha!;ben als we dezen burgemeester hadden moet en missen valt moeilijk te zeggen. Maar hoe ongaarne het be ambten-personeel hem zou hebben zien ver trekken men kon het opmerken uit de ontstel tenis, die door het bericht van zijr.e benoeming in de couranten, werd opgemerkt. Van de hoofd-ambtenaren af tot aan de boden toe hoorde men mets dan lof over dien man uit n stuk" ; van wien men wist wat men aan hem had, die streng was, onverbiddellijk streng, maar strikt rechtvaardig; die kort was, soms zelfs bijtend in zijn spreken, maar wiens ja ja was en wiens neen neer,! Ja 't is waar l Reiger is kort; hij zal geen jawel zeggen daar ja voldoende is. In praatjes komt hij ook niet. Hij zegt precies wat noodig is te weten en rekent er op dat hij niet door automaten, maar door denkei.de wezens is omringd. Een goeie kop, niet waar op dit portret ? Maar niet zoogenaamd goedig! O neen, een zoogenaamd aardige man, die altijd en tegen iedereen even vriendelijk is, is Keiger niet. Hij is altijd vol ernst bij het behandelen van zaken en het is een aangeboren humor als hij in de debatten aanleiding vindt tot ironische opmerkingen, die de vroolijkheid onder de oude heeren gaande maakt. Hij zelf lacht niet dikwijls, maar als hij het doet dan doet hij het con amore. Zoo heb ik het hem onlangs nog eens zien doen toon hij hartelijk instemde met het gelach van Marius om zijn vriend Lazeur, die aanmerkingen maakte op punten van een ontwerp-verordening onder sub. 7" en onder sub 11" enz. Maar nog hartelijker lachte liïj met Laseur mede toen deze het een oogenblik later eenige malen lichtereen had over aliena 2 van een artikel. Maar dat zijn kleinigheden: de hoofdzaak is dat Reiger hier blijft. Teekenend vind ik wat een der raadsleden mij, over den burgemeester sprekende, zeide. Het oordeel over Reiger is altijd gunstig gewac.it, maar heeft zich in den loop van jaren. toch eenigszins gewijzigd. In het begin heette het: hij is glad, ja, glad is-ti! Later werd het: hij is den duivel te slim af. Maar nu, in de laatste jaren, nu professoren en andere gedi plomeerden, hem openlijk en om strijd prijzen om zijne bekwaamheden, nu wordt van die gladheid en van den duivel niet meer gerept en spreekt ieder slechts met hoogachting van dien buitengewoon knappen man". 't Is wel aardig zoo'n kentering in de publieke waardeering gade te slaan omtrent een man wien men twintig jaar geleden niet eenvoudiger langs de straat heeft kunnen zien gaan dan hij thans doet. Maar kwijt raken doen we hem, daar is geen twijfel aan. Het heeft nu al zoo vaak ge dreigd verleden jaar o. a. toen men hem tot vice-president van den Raad van Indi wilde benoemen ? dat, nu de aandacht eeiimaal op hem gevallen is, men ons Reiger binnen korter of langer tijd wel afhandig zal maken. Stuiversport. Voor en na beginnen de achtergebleven Engelsche Koloniën de voordeelen in te zien van een stuiversport over en weder met het moederland. Jamaica voert 24 Mei (koningin Victoria's geboortedag) stuiversport in, in het verkeer met Groot-Brittannie. Mauritius en Britsch Noord-Bomeo hebben toegezegd denzelfden maatregel te zullen invoeren. Van alle Britsche koloniën staan dan nog alleen de Kaapkolonie, Nieuw Zeeland en het vasteland van Australiëbuiten de beweging. Het door Groot-Brittannie gegeven voor beeld heeft aanstonds aanstekelijk eewerkt. Frankrijk is op den voet gevolgd. Duitsohland is verder gegaan en heef t zijne binnenlandsche posttarieven van toepassing ver klaard niet alleen op het verkeer met zijne protectoraten doch ook in hun onderling verkeer! * * * Kiosken voor postzegelverkoop. In het Duits'che, Rijkspostgebied werden bij wijze van proef in de voor het, publiek bestemde ruimte vau sommige proote post kantoren kiosken geplaatst, waarin ('oor particulieren postzegels enz.worden verkocht. De bedoeling van dezen maatregel is de toeloop aan de loketten te vermindereu, althans te verdeden, het publiek vlugger te helpen en personeel te besparen. Die proefneming is zoo goed gelukt, dat de opperpostdirecteuren machtiging hebben verkregen in de wachtkamers der grootere postkantoren, waar zij het noodig en nuttig achten dergelijke kiosken op te richten. Deze kiosken zijn alleen geopend op werk dagen en gedurende de drukste uren van den dag. Gepensioneerden en weduwen of dochters van postbeamhten worden met den verkoop belast, waarvoor zij een matige vergoeding ontvangen, welke echter 2 Mark per dag niet mag overschrijden. Zij worden voorzien van den noodigen voorraad postzegels en andere formulieren. Aan het oordeel der opperpostdirecteuren wordt overgela'en of zij zich rog venier mogen belaster, met den verkoop van schrijfbehoeften, geïllustreerde briefkaarten enz. Waar de ruimte het toelaat, kan aan den kiosk een schriiflessenaar verbonden worden, waar hè!, publiek o. a. gelegenheid zal hebben, tegen matige vergoeding voor de verpakking enz. der zendingen de hulp der kioskerihouders ot houdsters in te roepen. Nijmegen, Mei '99. C. J. B. Engeland en Transvaal. Natuurlijk zijn de bedrijvers van den aan slag op liet fort bij Johannesburg volstrekt onbeduidende, onverantwoordelijke perso nen, aan wier daden niet de minste beteekenis kan worden gehecht. Van kolonels, kapiteins en luitenants zijn ze al gedaald tot onderofficieren. Dat ze de Engelsche uniform gedragen hebben, kon zelfs de Britsche zaakgelastigde te Pretoria niet ontkennen. Maar wat zou dat ? Engelsche bladen verzekeren immers, dat de gevangen lieden niet meer dan landloopers waren ,. . Jandloopeis, die met een plannetje in cien zak liepen om twee duizend innn nan te werven en zich van een ^èt bewaakt en goed gewapend fort meester te maken. Och korn, zeggen weer andere Engelsche bladen, de vej klaringen van den Eugc.lf.chen zaakgelastigde gemakshalve ignorecrond, de heele zaak is door do Bocrenre:;eering zelf opgezet, en de. voorgewende samen zweerders zijn maar strooraannen. Wij hopen voor die stroomannen niet voor de zaak der gerechtigheid! dat de Transvaalsche regeering hen zal veroordeelen en hen daarna aan Engeland zal uitleveren. Dan zullen zij, zooals voor enkele jaren Jarneson en zijn makkers, ook in Engeland worden veroordeeld, en na een korten tijd van genoegelijke hechtenis, om «gezondheidsredenen" gratie krijgen en populaire helden worden. Waarlijk, bij zulke voorvallen begint men iets te voelen voor de melodramatische Fransche politici, die Engeland nooit anders dan »la perfide Albion" noemen! President Krüger heeft, op zijn bekende leuke manier, den Engelschen zaakge! lastigde, die zijn excuses voor de .... j onhandigheid zijner landgenooten kwam ! maken, alleen geantwoord, dat hij hoopte, door dit incident geen belemmering te zien ontstaan voor de besprekingen, tusschen hem en Bir Alfred Milner te houden. Wij hopen het met hem. Na het gebeurde is de openbare meening in Europa natuurlijk weer een weinig naar den kant van de Zuid-Afrikaansche Republiek omgeslagen, evenals voor eenige jaren na den iiival v an Jameson, en dus moet men in Engeland een toontje lager eprekeu. Dal luaakule zaken voor president Krüger wel wat ge makkelijker. Maar toch zal hij, zullen die besprekingen een bevredigend resultaat opleveren, voor den dag moeten komen met concessiën aan de wenschen der »Uitlanders." Want de grieven der Uitlanders zijn, ten deele althans, waarlijk niet. on gegrond. Het komt geen oogenblik bij ons op, de veel besproken petitie der 21.000, die door den Heer Chamberlain met zooveel emphase is aanvaard, voor een ernstig stuk te houden. De toeleg is hier maar al te duidelijk. Een zeker aantal viin de onderdanen van Koningin Victoria wil, zonder hun eigen nationaliteit op te geven, in Transvaal burgerrecht verkrijgen, om van dit laatste gebruik te maken tot in voering van een Engelsch protectoraat. Wat zulk een protectoraat beteekent, weet iedereen. Maar door toegeven aan den eisen. van deze Engelsche «Uitlanders" zou de Republiek feitelijk haar eigen annexatie door Engeland decreteeren. Dat wil zij natuurlijk niet, maar dat willen de andere Uitlanders, Franschen en Duitschers, om van de Hollanders niet eens te spreken, evenmin. Zij stellen zich op het stand punt: »onze goede vrienden van de overzijde van het kanaal overvragen schromelijk, en hebben alleen hun eigen belangen op het oog. Doch Oom Paul zal wel het noodige afdingen, en wat hij toestaat, komt ons alleti ten goede." Nu Cecil Ilhodes den Duitschen keizer van zijne sympathie voor de Zuid-Afrikaan sche Republiek schijnt te hebben bekeerd, is het niet onbelangrijk te letten op het oordeel van enkele gezaghebbende Duitsche bladen. De Frankfurter Zeitung schrijft o.a. : »Zooals wij reeds dikwijls deden uitkomen, is er in Transvaal veel, dat rot is. Tot 1884 was de Grondwet liberaal. Buiten landers konden, na een twee-jarig verblijf in de Republiek, burgerrecht verkrijgen, en zij werden op dezelfde wijze in de bela tingen aangeslagen als de Boerei). Thans rnoet een »Uitlander'', om het volle bur gerrecht te verkrijgen, reeds na twee jaren afstand doen van zijne vroegere nationali teit, zonder daardoor echter nog het nieuwe burgerrecht te verkrijgen , want eerst na vijf jaar kan hij kiezer worden, en pas na afloop vau veertien jaar wordt hij zelf verkiesbaar en verkrijgt daardoor het volle burgerrecht, doch ook dan slecht?, wanneer drie vierden der burgers in zijn district ver klaard hebben, daartegen geen bezwaar te hebben. Dit zijn zulke onzinnige be palingen, dat de toepassing daarvan ge lijk staat met de volledige uitsluiting aller buitenlanders van liet staatsburger-recht in de Zuid-Afrikaansche Republiek. Dat eene regeering, welke zich door eene zoo reactionaire gezindheid laat beheerschen, ook in andere opzichten handelt in strijd met recht en billijkheid, is gemakkelijk te begrijpen, en zoo ia het gekomen, dat in de Transvaal de »TJitlanders" bijna al de belastingen betalen, terwijl aan de burgers en hunne bondgenooten (?) in den vorm van monopolie?, vrijstellingen vau belas tingen en directe sehenkir.gen bijzondere voordeden zijn toegekend ; dat de pers iri blootgesteld aan «oodeiooAe beperkingen en (ie »1; i tl anders" aan willekeurige be handeling." Laat ons hier niet vergeten, dat de meeste der gewraakte inaatrt gelen gei) omen zijn uit iiooehveer. Xa de ontdekking der (' door een heirleger van gelukzoekers, voor een zeer groot deel Engelschen. De op zich zelf ongerijmde en onverdedigbare maatregelen betreffende de »Uitlandprs" zijn genomen in wanhopige verdediging van eigen zelfstandigheid en nationaliteit,, en zijn ais zoodanig verklaarbaar en ver dedigbaar. Aan de intrekking van die maatregelen staat tot nog toe allereerst Engelsche aanmatiging in den weg. Vol ledige intrekking is dan ook niet Ie ver wachten. Te hopen echter is het, dat hervormingen zullen worden ingevoerd, die zooal niet de Engelschen, dan tec.h do andere »Uitlr.nders" zullen bevredigen en hen zullen weerhouden, geiuci'no zaak te maken im-t de grootste vijanden v;;n d f) onaf hfli:ki']ijkheid der Zuid Afrikaansche Republiek. Socia-L DG aanst. Alp» Vergaöeriiig yan 't Nul, J)en zestienden Xovember van dit jaar zal het reeds 115 juten pclcdon zijn, sinds door d< n monnikeiidamschen doi psjri'zinden predikant Jan Nieuwenhuyxen en diens zoon Martinus, oen jong en veelbelovend genees heer, de «Maatschappij tot nut van 'l alge meen" werd opgelicht, terwijl aanstaanden Woersdag, den '<Men Mei, dit aan jong en oud, in de grooisie en in de kleinste ge meente van ons lur.d Lekende genootschap, voor de honderd en dertiende maal reeds hare algemeene vergadering zal houden. Honderei en vijftien jaren! Voorwaar een eerbiedwaardige ouderdom voor eene vereeniging. Wél moeten de grondslagen, waarop zij werd pe.'tk'ht, hecht zijn jreweest, om haar een zoo langen leeftijd te beecheren ; wél moet het doel, dat zij na streeft, hoog nuttig zijn, om haar eenez.oo lange rij van jaren algemeene belangstelling te doen verwerven ; wél moeten hare be stuurders zich steeds met hart en ziel aan de zichzelven opgelegde taak hebben gewijd, om niet alleen het voortbestaan der maatschappij te verzekeren, doch haar zich bovendien stt-tds sterker en nmehti'rer te doen ontwikkelen. Dnt echter de denkbeelden. Wilkoinden io\*p \ uu uicii jan^w. i-j^t, u^üf c verte genwoordigers der maatschappij en hare leden werden voorgestaan en in de hande lingen van het genootschap belichaamd, inmiddels ook meer dan n grondige ver andering hebben ondergaan, ligt voor de hand. De tijdgeest van het jaar 1784, het ge boortejaar van 't Nut, vertoont rnet dien van 1899 slechts bitter weinig overeenkomst; en wij behoeven nog geenszins tot het jaar 1784 terug te keeren, om te constateeren, dat de «sociale bries", welke thans door de maatschappij vaart, en ook ditmaal den inhoud van den beschrijvingsbrief' der algemeene vergadering braaf heeft opgefrischt, vóór nog niet zeer langen tijd is opgestoken. Opmerkenswaardig daarbij is thans ook weer, dat reeds hier en daar, in ver schillende departementen paravends tegen die bries worden opgericht en bidstonden gehouden, ten einde spoedige staking van dien verkoelenden wind, die vele rus tige, brave burgers, sedert vele j aren trouwe departements-steunpilaren in hunne zoete slaap stoort, van het hoofdbestuur af te smeeken. Bracht niet nog een dezer dagen het Handelsblad het bericht, dat de afdeeling Haarlem van 't Nut zich tegen tien van de vijftien financieele voorstellen heeft verklaard (in eene huishoudelijke afdeelingsvergadering)? «Het is nog nooit zoo sterk voor den dag gekomen, heette het in dat bericht, dat het departement geenszins in stemt met de richting van het beleid van het hoofdbestuur, hoewel de oppositie zeker reeds sedert vele jaren bestaat. Voort durend heeft_ men in Haarlem geklaagd over de neiging van het hoofdbestuur, tot het voor veel geld in het leven roepen van rapporten, die geen ander resultaat op leveren, dan dat zij de bestaande papier massa's nog helpen vergrooten." Het staat dus te verwachten, na deze mededeeling uit Haarlem, dat in de aan staande algemeene vergadering wel eenige oppositie zal worden gevoerd, tegen ver schillende der belangrijke voorstellen van het hoofdbestuur; en wij zouden ons al Acer vergissen, _indien de haarlemsche af gevaardigden niet bij mér collega's steun zouden _ vinden, dan aan het hoofdbestuur en aan ieder, diefden jongsteii beschrijvingsbrief met vreugde heeft begroet, aangenaam kan zijn. Welke dan wel die onrustbarende finan cieele voorstellen zijn, elie de haarlemsche gemoederen zoo zeer in beweging hebben gebracht? Met zekerheid te zeggen valt hier niets, aangezien niet nader werd aan geduid, tegen welke voorstellen in het bijzonder de afdeeling bezwaren meende te moeien opperen ; doch daar zij zich niet tegen do gewone jaarlijksche uitgaven ver klaarde, kan het niet moeilijk vallen een vermoeden te uiten, wanneer wij eens een blik in_ de 23 bladzijden grooten beschrij vingsbrief werpen, vooral daar, waar de kritieke punten kunnen gelegen zijn. Immers, dat het hoofdbestuur meende te moeien voorstellen, wederom, als tot dusver geschiedde, een ruim bedrag,ditmaal / 1000 te moeten uittrekken voor het steunen van departementen inzake onderwijs, volksvoor lezingen, bibliotheken en ondersteuningen vau algemeerieji aard, alsmede voor het doen drukken van het jaarboekje, kan moeilijk als oorzaak van de tegenkan ting van enkele departementen worden aangemerkt. En evenmin kan oppositie worden verwacht tegen het op de begrootitig brengen van een bedrag van /' buO ter be:-irij<ling van de kosten van uitgave van kkiue vwksjreseïiditeö, de bekende Ivutsb'K-kjos. O >k niet tegen de aanvrage van f .'ÜUD, voor het doe» houden van voor drachten over onderwerpen, welke in ver band staan niet het streven der Maatschappij. Aile deze voorstellen toch zijn uil de oude doos gekomen en tot dusverre telken iare vcnrl.Mi- irr,,| , 11 = An-- = ;.-> .>,>,.. l ,?!,,?,.,.! , ,,.,! r.og een klein aantal andere, te veel om hier op te noemen. Xeen, veeleer verwachten wij het begin der debatten bij den aanvang van de be handeling van punt, XII der agenda, een uitvloeisel van een door df vergadering vau 1SOS genomen besluit. Deze toch bep:uildc: l o »artn het hoofdbestuur op te dragen, do toepassing te bevorderen van het denkbeeld van hooger onderwijs huilen do universiteiten (Universiiy Ext.ension ) ; 2.j op de. bcgrooting 18!)S?'9!J uit te trekken et-u bedrag van f lUUO, als bijdrage in de koeien.' liet gevolg van dit besluit en van de daaruit voovigevloeide handelingen VM.U het hoofdbestuur is geweest, dat n)iii'crnit)j-c,>'/'/(.v/o/i-cuiaUSse.M zijn voorbereid of in 'c i'-Vt-n ueroepei', !e Amsterdam, Hengelo, i\! ?, -.r-Z-:i u i. dy k, Leiilen en Schiedam, waar voor enkele departementen subsidie uit de itlgemteiK! kas o;-!vingen. In andere (iepiirtcim uU-n is r.iï'n nog in de weer, evenc-ons dit middel tot bevordering van volksoiitv.ikkt-iing toe te passen, weshalve het hoofdbestuur l'muia voorstelt, wederom op de l,ecr«:oti:.g van lM.)!t liJÜO eer, bedrag van i' 100U uil te trekken, ten einde h'.-t ir«;j'(tbe:-luur in sti;at, te stellen, de totpasfi:,c>: v;-:n itKt/'erfii/u-cjcteiiiiion verder te be vorderen. Wij achten het niet onwaarschijnlijk, zei den wij, dat H.aarlcm'.s afüevajirdigde legen (ui, voorstel zijn siem zal verheik-n. Doch hiertegen niet alleen. Voor de tweede niaul prijkt lluuw ook op deu befcchrijvingsbrief een voorstel tot beschikbaarstelling van e;-n zeker bedrag in het belang van het woningvraagstuk. Men herinnert zich dat ten vorige j a re door do algemeene vergadirirg aan het, hoofdbestuur de opdracht werd gegeven in overleg te treden niet andere, veieenigingen, ten einde met deze in 't loven te roepen eene «Centrale Commissie tot het geven van adviezen van juridischen, econoriiipchen, technischer) en firianeieelen aard, beu ellende het woningvraagstuk." Aan die opdracht is gevolg gegeven, en eene comJiii.ssie, als hierboven bedoeld, werd ge vormd, al zij het ook, dat zij hare werk zaamheden nog moet aanvangen. Sindsdien is echter ook het plan tot oprichting van het «Centraal Bureau voor Sociale Advie zen" ontstaan, buiten 't Nut om, en het is derhalve goed gezien van het hoofdbestuur, dat, gelijk het in den beschrijvingsbrief zegt, ^overleg met het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen yan de zijde der benoemde commissie wel niet zal uitblijven.' Het stelt inmiddels thans weder voor »op de be^ruoting v r. n V-'i'O?li)00 te brengen pn Ier L-cfCUikikij;^' te- sloiitui vuu iici, iiooidbestuur, ten behoeve van de «Centrale com missie van advies in zake het woningvraag stuk" zoodanig bedrag, als zal blijken onge bruikt te zijn gebleven van het ten vorigen jare fot dat doel uitgetrokken bedrag van ? 500". Ziedaar ook weder een voorstel dat het opponeerende departement Haarlem waar schijnlijk onaangenaam gekitteld heeft. Doch met dat al tellen wij er nog geen tien van dezulke. Wij moeten echter erkennen, niet tien voorstellen uit den beschrijvingsbrief te hebben kunnen opvisschen, waarvan met grond kan worden verwacht, dat zij tot verzet van een of meer departementen kunnen aanleiding geven. De algemeene vergadering op 24 Mei zal ons dus nog eenige verrassingen kunnen bieden. Toch meenen wij ook in enkele andere punten nog stof tot verontrusting voor Haarlem te vinden. Niet onwaarschijnlijk achten wij het namelijk dat van de »nieuwe voorstellen van het bestuur", aldus genoemd ter onderscheiding van de overige, die alle op vroegere besciirijvingsbrieven reeds te vinden zijn geweest, een tweetal tegenkan ting zullen ondervinden. Een van deze bedoelt, aan het hoofdbe stuur op te dragen de benoeming van eene commissie, ten einde: a. een onderzoek iii te stellen naar de rechtskundige vormen waarin de hier te lande werkende produc tieve associaties en cretliet-instellingen ten dienate der landbouwers of der volksklasse zijn opgericht, en naar de rechtskundige moeilijkheden, welke door die corporaties ten aanzien van hare samenstelling worden ondervonden ; b, op grond van de uitkomsten van het in te stellen onderzoek, een rap port uit te brengen. «Ziet ge," zal het haarlemsche Nutsdepartement hebben gezegd, «daar krijgen we nu al weer zoo'n de bestaande papiermassa's vermeerderend rapport. Tegen dat rapport zelf hebben wij wel geen bezwaar, want die papiermassa's gaan ons eigenlijk niet aan. Maar we kunnen niet goedkeuren, dat daarvoor weder f 1500 op de begrooting wordt uitgetrokken". Het tweede van cle zooeven bedoelde nieuwe voorstellen van het bestuur luidt als volgt: »de Vereeniging" Centraal Bureau coor Sociale ct(lrie?,eit" in haar streven te steunen. a. door ter beschikking van het hoofd bestuur te stellen een crediet van f 2uOO en het hoofdbestuur te machtigen, dit be drag scheel of gedeeltelijk en onder de bepalingen, welke het zal noodig rekenen, als subsudie ineens in de kas der Vereeni ging te storten ; b. door toetreding yan de Maatschappij tot het lidmaatschap dier Vereeniging tcgeu een jaarlijksche contributie van f 100." Het behoeft zeker niet gezegd, dat wij van dit bestuursvoorstel met groote blijd schap hebben kennis genomen, en van harte hopen wij, dat het meerendeel der departementen die blijdschap deelen moge en dat het voorstel, zoo het kan met eene flin ke meerderheid, moge worden aangekomen. Nochtans, de oppositie stelde zich reeds een weinig te weer, en het is daarom niet onmogelijk te achten, dat onder de tien financieele voorstellen, waartegen zich het departement Haarlem verklaarde, ook dit, betreffende het 'Centraal Bureau voor So ciale Adviezen," behoort. Wij hebben 4n het bovenstaande eenige der voornaamste punten van de beschrij vingsbrief der aanstaande algeroeene ver gadering van 't Nut weergegeven, waar onder wij nog afzonderlijk noemen, de beide voorgestelde molirs- voor lcr.i'j>li''hl en ai'iiifnxoi'ij, als inleiding fofc het overzicht der aanstaanden Woensdag ie voeren debatten, dat wij in een volgend artikel hopen a:m te bieden. De te verwachten voorstellen en besluiten toch beloven voor onze sociale geschiedenis van groot belang te worden en orn die rpdon tnr.f»u>n \vii, dat ""!'r f.<p overzicht hier ter plaatse niet mag achter wege blijven, mede ook, wijl ons, dat aan leiding geeft, daaraan eenige mededeelingen uit de ontwikkelingsgeschiedenis van 't Nut en den huidigen werkkring vast te knoopen. Delft. Dr. J. C. E. T O O N L Fra ??"???"" f C' > i.'i J i H Opmerkelijk is !,ef, d:it van iemand, wiens werk dertig jaar lang iedere week door tien duizenden in en buiten Frankrijk met be langstelling gelezen werd, de letterkundig biorjraphie nvinr PPM paar regfls lang behoeft te zijn. Sarcey als fiiuillet.onnist van don 2V»']« voor Europa, en v.veey ais conférenr.i>-r voor Parijs, is alles wnt te o-ithouden is; zijn romans en novellen in vroeger tijd, zijn schooltragedies, zijn verspreide essays, schetsen en opstellen, nu en dan onder verschillende namen ver zameld (Le mot et Ju ciio.-a', etc.) zijn ///yu,.f n'c bon SOK hier, zijn nu juur Jejonrcfclinjiinjiic daar, dit alles is bijzaak, inanr de feuilleton!: i>t var, don Tem/IK hinld al dio jaren zijn piiMiek in handen, tlij had deze positie verkregen door eerlijkheid, vrijmoedigheid, maar vooral door zorgvolle liefde voor zijn onderwerp en eene onvergelijkelijke duidelijkheid en helder heid van stijl en gedachte. Wie Sareey's analyse van een tooneelstuk j gelezen had, en later het stuk in handen kroeg, cf zag vertoonen, kwam r.iet bedrogen uit; zijn vatten vau het essuntieële punt kon den schrijver zelf en aan de acteurs van nut zijn. De reeks van zijn vijftienhonderd feuilletons kan dan ook als een geschiedenis van het Fransch tooneel en de Fransche tooneelspelkunst in dio dertig jaren golden. Welk een juiste doseering van lof' en blaam hierbij te pas kwam, kan men zich voorstellen, wanne rnii-n den afstand nagaat, die b.v. Dumas' JJemimonde en Sardou's Fcdora scheidt, toch beide werken van verdienste, of Sarah Uernhardts creatie van Dona Sol, en Lassouche in de een of andere klucht van de boulevard-theaters. Voor elke uiting vond hij het juiste woord, zonder het te maken. En steeds werd zijn oordeel over het nieuwe gedocumenteerd door zijn kennis van het klassieke, door zijn studie vau 31ulièie, J>.'.uuuiarchais, ldi.iue, Corneille. Wat hom ?-t'-Tk ve-'.v<.H:;r'. werd. was xijn al^üur vau hot liiUurt-, zuru, neveJachtige. liet

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl