Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1143
Zieïten, flie Yertóen tanen worden,
(Lezing van dr. Blonk op de Amst Huish.School).
Een kenmerk van de medische wetenschap
in onze dagen is zeker de groote beteekenis,
die gehecht wordt aan het voorkomen van
ziekten meer nog dan aan haar eigenlijke
genezing.
Wat de infectieziekten betreft, hebben op
dit punt vooral de onderzoekingen van Pasteur
en z{jn leerlingen veel belangrijks aan het licht
gebracht en is men o. a. tot de erkenning
gekomen, dat infectieziekten zjjn toe te
schreven aan twee feiten:
1. 'het bestaan van een geschikt terrein
voor de ontwikkeling der ziektekiemen;
2. de aanwezigheid dier kiemen zelf;
en de strijd tegen de infectieziekten zou zich
diis kannen bepalen tot:
1. het versterken van het lichaam, zoodat
dit weerstand kan bieden aan de
ziektebrengende bacteriën en niet voor hen een
gemakkelyk te veroveren ontwikkelingsterrein vormt;
2. het wegnemen der kiemen zelf.
I. Een geschikten bodem voor de bacteriën
vormt elk zwak lichaam: sterke personen blyken
eerst dan vatbaar te z\jn voor infectie, wanneer
o vermoeidheid, onvoorzichtigheid of overspanning
hen abnormaal maken.
Goede voeding speelt daarom by het weren
van dergelijke ziekten een eerste rol; zoo o.a.
is 'het bekend, dat slecht gevoede, uit hun
kracht gegroeide jonge menschen zeer licht
een slachtoffer worden van longtering.
Een normale, gezonde toestand van al onze
lichaamsweefsels en -organen is dus een eerste
behoedmiddel; onder de deelen van het
menscheUik lichaam, die als verdedigers tegen de
ziekt ebrengende bacillen genoemd moeten worden
behooren: de lever, de alvleeschklier, de milt,
de schildklier en de witte bloedlichaampjes.
Oorzaken, die het lichaam verzwakken en
zoodoende de bacteriën helpen, zyn:
1. Erfelijkheid;
2. Leeftijd (jonge kinderen n. 1. en bejaarde
menschen hebben weinig weerstandsvermogen);
3. Maatschappelijke positie (armen hebben
in den regel minder weerstandsvermogen dan
meer bevoorrechten);
4. Beroep (vermoeienis, arbeiden in slecht
geventileerde luimten, behandelen van vergif'
tige stoffen).
Tot vermindering van het gevaar, door deze
verschillende invloeden veroorzaakt, komen in
aanmerking:
1. Doelmatige verzorging van jonge kinderen
(o a. z\jn de gevallen van oogziekte belangrijk
gedaald tengevolge van de meer hygiënische
verpleging);
2. Luchtverversching (men denke aan de
goede resultaten die het verblijf aan zee, of
op het platte land voor vele patiënten met
zich brengt);
3. Lichaamsoefening (waardoor de stofwisse
ling versneld en de spieren versterkt zullen
worden);
4. Zindelijkheid (bestaande o. a. uit een
geregelde huidverpleging);'
5. Goede voeding (d. w. z. een voeding, die
in voldoende hoeveelheid wordt opgenomen en
die tegelijkertijd gezond en versterkend moet
wezen);
6. Toepassen van hygiënische maatregelen,
bij het uitoefenen van verschillende gevaarlijke
of voor de gezondheid schadelijke beroepen,
(zittende arbeid, loodvergiftiging, enz.).
Het in acht nemen van deze regels kan meer
tot stand brengen in vele gevallen, dan het
gebruik van eigenlijke antiseptische middelen.
II. Wat de ziektekiemen zelf betreft, deze
bevinden zich: a in lucht, b in water, c in
den bodem, d ? in voedsel, e in verschillende
voorwerpen en weefsels.
a. Dat de zuiverheid der lucht, waarvan
we bij elke ademhaling een hoeveelheid tot
ons nemen, van groot belang is, spreekt vanzelf.
Onzuiver kan de lucht gemaakt worden door
minerale stoffen, zooals loodwit, phosphorus,
enz., of door levende kiemen. Zoo o.a. blijkt
het steeds zeer schadelijk, wanneer in een
werklokaal geveegd wordt gedurende den ar
beidstijd; het opgewaaide stof wordt dan
ingeademd en kan oorzaak worden van allerlei
ziekten; veel beter dan vegen zal het in dat
geval zijn den grond met een natte dweil op
te nemen. (Mijd de straatvegers l!)
Door de lucht worden overbracht de kiemen
van tuberculose, diphteritis, pokken, roodvonk,
kinkhoest, influenza, soms ook van typhus en
cholera. Onder deze ziekten is geen zoo ver
raderlijk als de tuberculose, omdat deze ziekte
niet valt onder de door de wet besmettelijk
geachte. Dikwijls dan ook stuiten de hygiënische
maatregelen, die men er tegen nemen kan,
op de onwetendheid der menschen af; terwijl
blijkt, dat in landen, waar de overheid streng
vasthoudt aan deze hygiënische voorschriften,
de ziektegevallen verminderen. (Zoo o. a. in
Amerika en Australië, waar het by straffe
verboden is, op openbare plaatsen als café's,
schouwburgen, enz. te spuwen.)
Tot de meest afdoende middelen tegen ge
noemde infectieziekten behooren désinfectie van
woning, huisraad en andere bezittingen waar
mee de patiënten in aanraking zyn geweest.
Tapijten b. v. zijn uit den aard der zaak broei
nesten voor kiemen; desinfectie van rijtuigen
en andere vervoermiddelen; desinfectie van
nieuwe woningen, omdat men niet zeker is
van den gezondheidstoestand der vroegere be
woners; desinfectie van hotels met hun zeer
wisselende bevolking. (Deze ontsmetting staat
in Menton en Nice onder controle der dok
toren).
Het spreekt van zelf dat van ontsmetting
allén geen goede resultaten te wachten zijn,
wanneer niet daarmee gepaard gaat de voort
gezette toepassing van hygiënische maatregelen,
als: luchtverversching, zindelijkheid, vry toe
treden van zon, enz.
b. Dat water voor den gezondheidstoestand
van groot belang is, blijkt wel uit het feit,
dat men algemeen het ziektecyfer van een
bevolking aanneemt als maatstaf voor de rein
heid van het drinkwater.
Drinkwater moet zyn kleurloos en reukloos;
het moet een verfrisschenden smaak hebben
en geen organische bestanddeelen bevatten.
Voldoet het water aan deze eischen niet,
dan neme men de noodige voorzorgsmaatregelen
hetzij door steriliseeren, koken of filtreeren.
De ziekten, die voornamelijk door het water
worden overgebracht zijn thyphus, cholera,
gele koorts en diphteritis.
c. De invloed, dien de bodem uitoefent op den
gezondheidstoestand, hangt samen met den
gezondheidsgraad en de temperatuur. Zoo zal
b.v. een zandige grond in het algemeen ge
zonder zijn dan een moerassige bodem.
Tot de ziekten, die aan de gesteldheid van
den bodem hoofdzakelijk zijn toe te schrijven,
rekent men: malaria, gele koorts, typhus en pest.
Ontsmetting van den bodem is onmogelijk;
als middelen tot verbetering wendt men met
succes aan: drooglegging en bebouwing, vooral
door het kweeken van planten, die veel water
opzuigen, zooals zonnebloemen, eucalyptus, enz.
d. ? Voedingsmiddelen kunnen oorzaak worden
van ziekte op drie verschillende wijzen:
1. door vervalsching;
2. door aanwezigheid van ziektekiemen of
andere schadelijke bestanddeelen (in melk de
tuberkelbacil, in vleesch de tuberkelbacil, de
trichine, de blaasworm.)
3. door onvoldoende voedingswaarde (bekend
is het, dat in tijden van hongersnood dikwijls
een typhus-epidemie uitbreekt).
Middelen, die veel goeds kunnen uitwerken
zijn:
1. het oprichten van laboratoria tot onder
zoeking van levensmiddelen;
2. het vernietigen der ziektekiemen door
gebruik te maken van het feit, dat hooge tem
peratuur voor de meeste bacillen doodend is;
3. een strenge keuring van slachtdieren en
hun vleesch.
e. Tot de weefsels, die kunnen meewerken
aan de verspreiding van ziektekiemen, rekent
men: kleederen, beddecgoed, brieven en boeken.
De bacillen o. a. van typhas en tuberculose
verliezen hun kiembaarheid niet door drogen;
zeer schadelijk kunnen dus de gevolgen zijn
van het dragen van besmettelijke
kleedingstukken, het lezen van boeken uit algemeene
leesbibliotheken, het koopen van meubels op
publieke verkoopingeu.
Bizonder blootgesteld aan besmetting zyn de
bleekers, zoodat het aan te raden zou zyn, het
waschgoed vóór het sorteeren met een anti
septische vloeistof te bevochtigen. Behalve
voor bleekers geldt dit gevaar ook voor
voddenrapers.
Een feit, waarmee b\j de overbrenging van
ziektekiemen ook wel degelijk rekening moet
gehouden worden, is het reinigen van kopjes
en glazen in cafés, die door allerlei ge
nfecteerde personen gebruikt kunnen worden.
Ten slotte spelen b\j de overbrenging van
ziektestoffen een groote rol de insecten en
sommige andere dieren. De wandluis b. v. is
dikwyls de verspreider van tuberculose, de
muskiet van malaria en gele koorts, de vlieg
van allerlei andere ziekten. Van belang is
het dus, deze dieren zoo min mogelijk in huis
te dulden en ze vooral niet in aanraking te
laten komen met ons lichaam en onze voedings
middelen.
Uit al de genoemde gevallen blijkt duidelijk,
hoe de hygiëne, vroeger een wetenschap va a
ondergeschikt belang, middelen verschaft tot
verlenging van het menschely'k leven. Hoe
nauwgezetter men zich aan de hygiënische
voorschriften houdt, des te meer daalt het
sterftecijfer der bevolking; en het is dan ook
niet zonder reden, dat men tegenwoordig den
graad der beschaving afmeet naar het aantal
sterftegetraliën door infectieziekten in een land
veroorzaakt.
M. W. K.
?MiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiHiiiiHiHiiiinm
Mode-uitvoer. Het ideale leven.
Mrs. Oliphant. De vrouw als tand
heelkundige. Het volkshuis te
Schiedam. Honig-kumyss.
In The Contemporary heeft Miss Ada Cone
een curieus artikel, waarin zy betoogt, dat
Frankrijk eigenlijk leeft van Engeland, en de
Engelsche vrouwen dus, door een eenvoudig
besluit te nemen, Frankrijk kunnen ruïneeren.
Engeland neemt een derde van FrankryVs
geheelen uitvoer, maar dit geldt vrouwen en
mannen samen. Maar de Engelsche vrouw
neemt ruim de helft van Frankrjjk's uitvoer
van fabrieks-goederen, en vier vijfde van al het
eigenlijk fijne, kostbare en artistieke, dat
Franki yk fabriceert. De specialiteiten der
Fransche nijverheid zijn weefsels, nagemaakt
bont, kleeren en ondergoed, modes en
kunstbloemer, handschoenen, knoopen, waaiers en
bijouterieën, articles de Paris en articles de
collection. Van de weefsels alleen bedraagt de
uitvoer 711 millioen francs 's jaars; van deze
neemt Engeland voor 281 millioen en Amerika
voor 123 millioen, dus vier zevende van den
geheelen uitvoer. Van de 270 millioen francs aan
zijden stoffen nemen Engeland en Amerika
meer dan twee derde; van de kostbare zpen
weefsels, goud en zilverbrokaat, ruim de helft;
van de zijden damasten zes van de acht mil
lioen, van de gazen en krippen, zijden tulles,
enz. meer dan vier vijfde. Lint wordt naar
Amerika en Engeland ieder jaar voor 30
millioen francs uitgevoerd, zijden kant voor
15 van de 19 millioen; de zyden kant met
goud en zilver doorweven wordt enkel voor
Amerika geproduceerd; terwijl de ruwe zijde
geheel naar Engeland gaat.
Hier komen bij 323 millioen francs aan
wollen weefsels; 126 millioen aan katoenen
borduursels gaan naar Engeland en Amerika,
terwijl de heele uitvoer 128 millioen bedraagt.
Frankrijk voert ook veel imitatie-bont uit;
80 millioen konijnenvellen, 15 millioe: hazen
en onnoemelijk veel katten worden gedragen
als Canadeesche marters, Russische en Zweedsche
marters, Russisch sabelbont, Noordzee-otters.
Hierbij komen voor 49 millioen handschoenen
en 35 millioen veeren. Worth verklaarde eens
in 1884 voor een commissie uit het Parlement:
»De dood van den hertog van Albany heeft
aan Parijs 15 millioen gekost. Het was drie
weken rouw, midden in het saizoen; mij
alleen heeft het 200,000 francs aan bestellingen
gescheeld".
Miss Cone concludeert dus: »0nze Engelsche
en Amerikaansche vrouwen zwaaien alzoo den
scepter over den Franschen handel. Frankrijk
levert niet aan de massa, die goedkoop en
leely'k vraagt, maar aan de dames, die wat
moois, artistieks en weelderigs willen. Wat
is nu eenvoudiger, dan dat de Engelsche dames
besluiten, hiervan af te zien en enkel te
dragen wat zij zelf kunnen maken of in haar
eigen land verzonnen kunnen krijgen ?"
Hoe gemakkelijk en eenvoudig Miss Cone
haar ook vindt, heel nabij schijnt volgens
mijnheer Pilotelle althans deze oplossing
nog niet te zijn.
* #
#
«Waarom wonen de Amerikaansche vrouwen
zoo gaarne in Engeland?" vraagt een schrijver
in Harper's Monthly, en antwoordt zelf: »Er
is bijna geen stad ter wereld, waar men zoo
vrij B> waar beschaafde blanke menschen
zulk een avontuurlijk nomadenleven leiden, als
Londen'" En dat terwijl hy', die ver
kiest er een thuis te hebben, nergens zulk
een comfortabel home kan vinden als ook juist
in Engeland.
Het eerste voorrecht, dat der vrijheid, grondt
zich, naar de beschouwing van den Amerikaan
vooral daarop, dat de pers niet, zooals in
Amerika, in ieders interieur dringt, dat ieders
huis zyn kasteel is, en men deze afzondering
nog met kracht blijft verdedigen.
Het tweede voorrecht is »de Engelsche dienst
bode." De schrijver acht dit Engelands
superieurste voortbrengsel. »De Engelschen hebben
haar het liefst lang, grofgebeend, vierkant; ik
houd meer van het rooskleurige mollige type
van middelbare lengte; maar hoe ook gebouwd,
zy' is altoos aangenaam om te zien in haar
gesteven japon, haar sneeuwwit boezelaar, haar
gepijpt mutsje, haar bretels en strikjes. Z\j
is altoos gewillig, altoos eerlijk, opgeruimd,
eerbiedig zonder slaafschheid. Zy beweegt
zich vlug op zachte pantoffels, in stilte, en
weet niet alleen tal van kleine diensten te
bewijzen, die 's levens lust verhoogen, maar
bewyst die (hetzy door traditie of door in
geving) uit haar zelf, zonder andere emotie
dan het genoegen, goed te doen, wat haar hand
te doen vindt.
Haar een bad te zien klaarmaken is een
kunstwerk genieten. Haar de zorg op te dragen
van kleeren en slaapkamer is alle bekommering
daaromtrent van u afschuiven, en alleen telkens
nieuw genoegen vinden in de gereedheid van
alles wanneer ge het noodig hebt. Op te
merken hoe haar zilver en kristal blinkt, hoe
keurig haar tafellinnen is, en hoe netheid al
haar paden volgt, is haar volkomen hulde
bewijzen. Zy kan zelfs er tegen, dat men haar
prijst; dit doet haren ijver niet verslappen."
Dit artikel in Harper's Monthly zal allicht
meer genade vinden in de oogen der Engelsche
keukenmeisjes, dan in die der Engelsche huis
vrouwen ; maar de heer Ralph zal weer zeggen
dat dan de schuld bij de mevrouwen ligt.
In Blackwoods Magazine komt een
autobiographie van Mrs. Oliphant voor, die inderdaad
bijzondere karaktertrekken toont. Haar man,
een artist, teekenaar van glasschilderwerk, werd
naar het zuiden gezonden, en overleed in 1859
te Rome. »Ik bleef achter met 1000 pond
schuld, 200 pond van de assurantie te vorderen,
onze meubelen in een pakhuis, en mijn eigen
gaven om te zien hiermee uittekomen en
mijn jongens optevoeden".
De meeste vrouwen zouden in dat geval
heel zuinig geweest zijn.
«Dat kon ik niet. Ik besloot dat het beste
niet te goed voor ons moest wezen; kleine
zuinigheden wilde ik niet kennen. Ik reisde
altoos eerste klasse; ik logeerde in de beste
en duurste hotels ; ik kleedde mij in de rijkste
stoffen; ik had aan tafel altoos champagne voor
mijn gasten."
De Academie te Edinburgh was haar niet
aanzienlijk genoeg voor haar jongens; zij moest
Eton of Harrow hebben, en het werd Eton.
»Maar kort nadat ik te Windsor was gaan
wonec, opdat Cyril naar Eton kon gaan, verloor
myn broeder zyn vermogen, en my'n huisgezin
werd met vier personen vermeerderd."
Het geld voor dit alles, en voor al haar
reizen, haar tocht naar Jeruzalem, werd haar
altoos voorgeschoten door haar uitgevers. Deze
waren haar bankiers en hadden geen anderen
waarborg dan de hoop op hare lichaams- en
geestkracht. Zulk een vertrouwen vindt men
zeker in by'na geen anderen tak van nijverheid.
**.
Bij de uitgevers Mouton en Co. te 's
Gravenhage is verschenen: De geschiktheid der
vrouw voor de uitoefening der geleerde beroe
pen, beschouwd door tandheelkundigen. Het
boekje bevat een artikel over De trouw en de
studie der tandheelkunde, van C. W., een over
Het standpunt van het Ned. Tandh.Genootschap
tegenover de vrouwelijke tandmeesters, door dr.
C. van der Hoeven, beide overgedrukt uit het
«Tijdschrift voor tandheelkunde", en een toe
voegsel aan dit laatste artikel, algemeene be
schouwingen over de vraag, «in hoeverre het
in het belang der maatschappij '8' dat de vrouw
zich gaat toeleggen op beroepen, die tegen
woordig nog als mannelyke beroepen worden
beschouwd."
Het eerste artikel stelt aan de vrouw, tot
toelating op het gebied der tandheelkundige
studie, zeer bezwarende eischen, maar sluit
haar niet geheel uit; het geeft zelfs toe dat
er aan werkelijk goede vrouwelijke tandartsen
behoefte bestaat, maar is tegen vrouwen-studie
in 't algemeen. In het slot van dit artikel
vindt men eenige merkwaardige meeningen.
De schryyer ontwikkelt deze redeneering:
»De vrouwen uit de intellektueel en moreel
hoogstaande families afkomstig,zelf uitmuntende
boven de middelmaat harer sekse en draagsters
van den erfelijken aanleg dezer families, hebben,
als zy' zich aan een der hoogere beroepen
wijden, minder kana te huwen, en onthouden
dus aan de maatschappij een zeker goed deel
der toekomstige generatie. Maar heeft de
maatschappij daarom het recht aan deze vrouwen
de studie te verbieden ? My dunkt thans niet.
Het getal is betrekkelijk zoo groot niet, en de
maatschappij heeft veel gewichtiger en dank
baarder taak, als zij het ras op zijn hoogte
wil houden en verbeteren.
Laat zy door verandering van het erfrecht
de kansen minder ongeluk maken in den stryd
om het bestaan, laat zy zorgen dat de minder
waardige elementen van het volk niet door
verkeerd toegepaste liefdadigheid in staat ge
steld worden hun soort te vermeerderen, laat
zij het huwelijk afhankelijk maken van een
gezondheidsbewy's, als zij het niet betjr vindt
deze sociale instelling op anderen grondslag
te baseeren immers de voorwaarde voor
een zoo groot mogelijke variatie in de
progenituur, die aan den strijd om het bestaan een
ruime keuze biedt, wordt door het levenslang
monogamisch huwelijk niet vervuld."
Het tweede artikel, dat van dr. C. van der
Hoeven, is beslist tegen de tandheelkundige
studie der vrouw, voor welke meening de ge
leerde schrijver iclfs acht argumenten uiteen
zet, om daarna tot de algemeene beschouwingen
over te gaan. Deze vormen (ofschoon de
schrijver zegt niet te willen beweren dat zijn
zienswijze de juiste is) een volledig pleidooi
tegen de vrouwenbeweging, met eenige der
bekende argumenten: de neurasthenie onzer
dagen, het gevaar voor het huwelijk, voor de
stabiliteit van het huwelijk, de richting van
den arbeid door de eigenschappen van het
geslacht bepaald, verschil van spierfunctie,
verschil van hersenfunctie, het niet trouwen
de eigenlijke kwaal, de «echte, natuurlijke"
vrouw, het gebruiken der talenten in huis
houding en omgeving. De conclusie is, dat
de tijd wel weer zal komen, waarop erkend
wordt van hoe groote beteekenis de hoog ont
wikkelde vrouw voor het huisgezin is, maar
eer de maatschappij dat inziet, zal zy zich nog
«voel- en tastbaar moeten stooten aan het
eindresultaat van de tegenwoordige richting
in de vrouwenbeweging."
In het tweede jaarverslag van het Volkshuis
te Schiedam kan men opmerken welk een groot
aandeel door de Schiedamsche vrouwen aan
dezen maatsohappelyken arbeid genomen is.
Naast de lOntspanningszaal", de «Leeszaal", de
Tentoonstellingen", de «Lantaarn", de
»Reisj club", de cursussen in Staathuishoudkunde,
Iloutsnyden, Teekenen, Gezondheidsleer,
Debatingclub, werden vooral door dames georgani
seerd en bestuurd: de «Muziekuitvoeringen",
de «Huishoudschool" (met 138 leerlingen), de
»Kooklessen" (door Mej. E. Maas), de
«Knipcursussen" (een door Mej. J. H. Kleiberg en
een door Mej. M. Odé), de «Verstelcursussen"
(een door Mej. M. v. d. Ven en Mej. Max,
een door Mej. J. E. Kudders-Ruiter, waarbij
Mej. v. Veeren voorleest, -een door Mej. J.M.
Aaltsz, waarbij Mej. v. d. Pant voorleest, en
een door Mej. E. M. Vring, met assistentie van
Mej. Nieuwhof), en de «Strijklessen" (door
Mej. Wed. Verboon).
Het budget van het Volkshuis bedraagt ruim
1200 gulden. Het Bestuur drijft de
bescheidenI held zoover, dat het zich in dit verslag niet
noemt.
*
* *
Een gezonde drank, dien zwakke magen
goed verdragen, moet honig-kumyss zijn. Er
is geen paardenmelk voor noodig, zooals voor
de echte Russische kumyss. Men vult een
gewone karaf met melk, waarbij men 40 a 50
gram honig en een theelepeltje biergist voegt.
Boven de melk moet een weinig lucht blijven.
De karaf wordt stevig gesloten met een kurk,
waar men nog een touw over bindt, en niet
te koel gezet. Door de kurk is een
draadnagel geklopt, zoodat hij er van onderen een
weinig uitsteekt. De inhoud der flesch gaat
terstond gisten, na 4 a 5 dagen is de kumyss
klaar ; zy heeft een aangenamen, zachten,
zoetzuren smaak, is bruisend en eenigszins alco
holisch. Men schenkt de vloeistof heel voor
zichtig in een wijd glas, door met den draad
nagel de kurk een weinig op zijde te houden,
want de bruisende drank wordt door het
koolzuur heftig er uitgedreven.
Eieren met curry. Men kookt eieren hard
en sny'dt ze in vierdeparten, snijdt dan twee
uien in schijven, bruint ze in boter, bestrooit
ze met een eetlepel curry-poeder, voegt er
een lepel meel en 1A liter bouillon by' en kookt
de saus zoo lang tot de uien zacht zijn; dan
voegt men er nog eenige lepels zoeten room
b\j, laat de eieren daarin door en door heet
worden en dient zézoo op.
Koolrapen a la chartreuse. Een paar groote
gekookte koolrapen sny'dt men aan schijven,
tusschen elke twee schijven legt men een
schijfje dungesneden ui met wat pimpernel,
kervel, peper, zout en muskaatnoot. De zoo
geprepareerde driestellen worden in. beslag
gewenteld en in friture gebakken. Ze worden
lichtbruin opgediend en met een weinig fijn
zout bestrooid.
E?e.
voor Hotels, T^onsions, TJltstarpjes
ZANDVOORT.
Hotel d'ORANGE.
Tramverbinding mjh hoofdstatïon.
WIJK AAN ZEE.
\EREENIGDE BADHOTELS.
Tramverbinding met Beverwijk.
In beide Hotels Restaurant gedurende den
geheelen dag. Table d'HSte en Pension.
Te Amsterdam,
Haarlem en 's Gravenhage
(Hollandsche Spoor).
bestaat in de restauraties der stations
gelegenheid tot dlneeren per couvert
van ?1.50 af.
Plat du jour ?0.60.
Bad Driburg
aan het Teutoburger Woud. Station
van de Altenbeken-Holzminden spoorweg.
Caspar-Heinrich-Haupt en
Herstelbron voor Nierziekten, Jicht,
Rheumatiek, Vrouwenziekten, Bloedarmoede. Stailbronnenbaden van het hoogste
koolzuurgehalte. Modderbaden (2.5 zwavel). Heerlyke ligging aan het woud. Onge
dwongen prettig landleven. Beste verzorging. Lawntennisbanen. Ry'wielwegen.
Euurmuziek. Seizoen van l Mei tot l October. Verzending van Bronwateren.
Prospectussen en inlichtingen verstrekt de
Freiherrlich von Siestorpff-Gramm'sche administration.
@otel <§oyal en (gaglischer (Hof.
Ie Rang.
Electr. Licht. Lift. Eigen grof wild jachtterreinen.
O. ALSCHLIMANN, Directeur.
AMSTERDAM. j AMSTERDAM.
Ho<L£«kJJÜL»t. American-Hotel.
Kalverstraat 15?17. i Leidscheplein 16?18.
1
AMSTERDAM.
## SUISSE. *»
Hotel- Café-Restaurant.
Kalverstraat 22 24.
AMSTERDAM.
(Schinkelhaven, - iQntspaniiingsoofd
waarheen de tram u van af den Dam
brengt voor 10 cents.
Belgiëin Vogelvlucht,
Gids voor Toeristen,
met 130 illustratiën,
DOOR
ALFRED CASTAIGNE.
Prijs ? 1.9O.
AMSTEBDAM.
Krasnapolshy.
Hotel-Cafe-Restaurant,
Warmoesstraat.
HILVERSUM.
franje (Hotel.
Meisjespensionaat PHILIPPSBURG, te
Braubach a/d Rijn, by Coblenz. Veel
zijdige opvoeding, Fransche en Engelsche
leerares, evenals eene huishoudschool
onderwijzeres. Zorgvuldige verpleging.
Uitstekende getuigschr. Pensionpr. 750 M.
M.BDSSE, Hoofd der school, H.BÜSSE,
muziekonderwyzeres v/h conservatorium.
fëerscheaeit :
Wandelkaart van Gooiland. Prijs 6O cent.
Wandelkaart van Baarn en Omstreken. Prijs 6O cent.
Wandelkaart van Haarlem's Omstreken. Prijs 6O cent.
Uitgave van VAN HOLKEUÏA & WAKENDORF, Amsterdam.
AMSTERDAM.
PALAIS ROYAL.
Hotel-Café-Restaurant.
Paleisstraat S5.
AMSTERDAM.
TOLHUIS over het IJ.
Fraai Ontspanningsoord.
BLOEMENDAAL.
Hotel Restaurant % ^
$& & Duin en Daal.
AMSTERDAM.
^^ r
P" A 1?TP 1MHF 13 & 6 E! & P" T3?
b Af li JJ rAö/lljilf.
Ruime Billardzaal. Fraaie Kegelbanen.
Korte NieuwendUk 25.
SCHOLLENBRUG.
Ontspanningsoord.
Weesperzijde. - Amsterdam.
L 0 C H E M.
Familie Hotel Stad Lochem.
Gelegen op het fraaiste pont even buiten Lochem.
Pension. Table d'bote te 5 ure.
H. N. PILGER.
Een uitstapje met de Noord-Holl. Tramweg-Maatschappij.
Een reisgids langs hare lynen,
door C. PROVILY.
Versierd met, vele platen. Prijs 4O cents.
? .
1 Klimaat-Kuuroord ^ JSuildllU'lUIll g Zomer-enWinterkurenl
WurtemberTschwarzwald |SCHöMBERG| uitstekend» TerZo,rging. Aan- 1
«^ g: , ? 1 genaam verblijf. Matige prijzen. ?
650 meter boven de zee. I Herstelplaats | Docter.Direeteur: 1
Prospectussen verzendt grati* ^ ^TOO*^ l D, OCB, m*, i» Fatatóa. |
? \MM* l"?"" "?'
Naar het Eiland Marken,
Dagelps(Mei-October) vertrekt van de
Ho (fctHinnlinnf 's «"««'gens»
06 I\eUin§DOOl STOOMJACHT
1O uur een
naar MARKEN
via BROEK IN WATERLAND en MONNIKENDAM; de terugreis over de Zuiderzee. Aankomst
Amsterdam circa 4.30 n.m. DE HAVEN STOOMBOOTDIENST. (l
(Interc. Teleph. 684.)