Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1143
Geachte Eedactie!
Haarlem, 12 Mei '99.
Eemgen tijd geleden deed het Haagsche Dagblad de vraag, hoe de vredes
conferentie-leden te ontvangen en buiten den vergadertijd bezig te houden; 't schreef
als volgt: »Het congres heeft plaats wanneer het schouwburgseizoen gesloten, het
badseizoen nog niet geopend is. Enkele autoriteiten zullen diners of garden-parties
geven, die in niets zullen verschillen van die in Parijs of Petersburg, doch wat moet
Nederland en vooral Den Haag doen om van zijn ingenomenheid blijk te geven?
Te meer, daar wij gekozen zijn in mededinging met Brussel en Kopenhagen.
Brussel met zijn talrijke theaters en Kopenhagen met zijn onovertroffen Tivoli. Iets
moet er gedaan worden, anders loopen wij de kans dat wanneer bij terugkomst aan
de vele diplomaten of belangstellenden bij het congres eens gevraagd wordt: »Hoe
Vondt gij Den Haag ?" het antwoordt zal luiden :
^Charmant! f ai nulkpart si bien dormi que, la-bas. Wie geeft een goed denkbeeld?
Wie neemt initiatief?" Veroorloof mij daarom het volgende in 't midden te brengen :
Om te maken dat de diplomaten bij hun thuiskomst niet zullen antwoorden zooals
het Haagsche Dagblad vreest, zijn dunkt mij de volgende middelen afdoende :
Met een oordeelkundige toepassing der daar aanwezige instrumenten zou zonder
twijfel een: »J'ai nutte part si bisn dormi que ld bas!" later onmogelijk zijn.
Men organiseere kikkerconcerten in de slaapkamers der heeren
conferentie-ledendit is echt JNederlandsch en zeker nooit on genig feest te Parijs of Petersburg vertoont
01 Wj '
Eindelijk zou ik als bijzonder Hollandsen amusement een orgelconcert willen
aanraden, maar dan te Amsterdam de Haarlemsche orgelconcerten zijn wereldbe
roemd?de Amsterdamsche worden nog te weinig gewaardeerd.
Ik vlei mij dat de opvolging dezer bescheiden wenken iets zal kunnen bijdragen
tot het comfort en genoegen der a.s. voorname gasten.
Dankend voor de toegestane plaatsruime, Hoogachtend
Uw dnr.,
W. O- J. NlEUWENKAMP.
IIIH|IIIIM1lmMIMIIIIIIII1imi|HfMIIIHmilllllHH1
v,..,
Ha, ttajeflateFen, ie$ma\ fd,0n fo frülj auf ic Heifc jctjn?"
3«. bei uns faugt nSdiftcns as gtoge SrieienS'Heinemadien an,
Oabei geb.t's mie 31» imruhig 511!"
Jota Bnll in den Haas.
(Caran d'Ache in den Figaro.)
Men engageere een marionettengezelschap met bekwame vertooners, die om de
bedden der conferentieleden toepasselijke doodendansen van gestorven krijgers vertoonen,
Ook automatisch werkende sciopticons in de slaapkamers zouden uitstekende
diensten kunnen bewijzen, door lichtbeelden op de gordijnen te werpen, de gruwelen
des oorlogs voorstellende.
Verder zou het dunkt mij aanbeveling verdienen de congresleden, ieder op hun
beurt, n nacht in de Gevangenpoort te doen doorbrengen.
De Russische Beer als stoker en de Britsche Leeuw.
In Azië.
(Echo's du rire,)
«Hè1, mijnheer, die bagage moet u in de vestiaire laten."
ook voor de overige J'Jurorieesche StaittK/ondsen
met uitzondering van de Kassen die wat vaster
voorkomen hebben; dit zal den lezer der
vorige kroniek niet bevreemden. De verhooging
der inkomsten van de Russische Sporen deed
deze eveneens wat stijver noteering verwerven.
Een andere exceptie maken de Spanjaarden,
althans wat de Exterieurs betreft. Deze klommen
van 56 % tot 60 !
Volgens de regeeringsvoorschriften hebben
alleen de vreemdelingen, die houders zijn van
spaansche buitenlandsche schuldbrieven aan
spraak op betaling der coupons in goud. Dit
bevalt den vaderlandslievenden spaa schen
grandes niet. Om de bepaling te ontduiken
verkochten zij elk kwartaal bun stukken tegen
contant geld aan een vreemdeling, in Spanje
gevestigd, onder conditie van terugkoop tegen
denzeli'den koers; de buitenlander ontving voor
zijn tusscbenkomst een kleine provisie. Met
het oog hierop beeft de regeering nu bepaald
dat voor vreemdelingen, in Spanje gevestigd,
dezelfde voorschriften gelden als voor de
Spanjaarden.
In verband met deze handelingen en met
de groote verkoopen van Extérieurs door spaan
sche houders aan het buitenland, heeft de
Spaansche minister van iin. den 11 dezer een
decreet uitgevaardigd. Dit gelast de sluiting
van de inschrijvingsregisters der publieke
schuld bij de delegaties te Londen, Parijs en
Berlijn, opdat nauwkeurig nota zal kunnen
genomen worden van de titels der buitenl.
schuld die in eigendom aan vreemdelingen
toebebooren. Binnen een door den minister te
bepalen tijd moet een nauwgezet speciaal rap
port worden uitgebracht, bevattende de serie,
het nummer en bet bedrag dier stukken. Hier
uit blijkt de goede zorg voor de houders
vreemdelingen.
Afe.ricanen en Brazilianen, uitgezonderd de
Eunding Loan, konden weer heel wat avan
ceeren op verschillende gunstige berichten en
geruchten.
Onder de //nomcieele instellingen verbeter
den de aand Aiinterdumsdte Bank, in verband
met het zeer gunstige jaarverslag, waaruit ik
de volgende week wat hoop mede te deelen.
Belangrijke verhoogden de Aand.
Rotterdamt-cJte lank. De Aawl. Nederlandsche Jïanb
en die der Ned. Jlank en Credietvereeniging
voor Z. Afrika. die 5 pCt. dividend be
taalt veranderden respectievelijk van 205
tot 111!) en van 101 tot 04 in verband met het
kniyipen van het dividend-bewijs.
De verdere vooruitgang van sommige, voor
het meerendeel jongere, tabakswaarden doet
nu toch langzamerheid de vraag stellen: be
gint men niet te overdrijven ?
De Kon. l'nketcaart verhoogde van 180%
tot 1^1) percent onder den indruk der haagsche
besluiten. 0'.^ Jlotterd. Lloijd en de aand.
Stoo»ir/iart-J\f<iftt*ch<i{>pij Nederland mochten
belangrijk klimmen, de eerste van 130 tot
145, de laatste van 179 tot 195.
Geduldige houders van Etzasser Petroleum
zagen hun gehouden bezit deze week van
113 tot 120 percent verhoogen ; ook Ned. Rtim.
en de Rtiss. Pet. in liq. genoten een verster
king der noteering.
Onder de mijnen ontmoet ik op betere
koersen N. Celebes, Pagoeat, Soemalata en
Suriname. Al heeft het heel wat moeite gekost,
de Mijnwet is toch in de Eerste Kamer aan
genomen. Waar blijft niettemin: Mining is a
chance.
De alarmeorende berichten uit Johannesburg
hebben de koersen der Z. A. S. M. obli?. niet ge
drukt. De aand. klommen zelfs van 193 tot 194 il
190. Engeland moge direct of indirect opruien,
tot oorlog zal het, geleerd door de ervaring
hoe moeilyk de viyheidslievende bevolking
te overwinnen is, niet zóó gauw besluiten als
zij meenen, die rédigent des bulletins de victoire
dans leur cabinet.
'* *.
Brieven en stukken voor deze rubriek te
adrebseeren aan
D. STIGTEB.
Amst, 18 19 Mei '99. Alexanderkade 4.
m.iitmttitiiiiiitiiiifmtiMHiiiiiiiiiiiiiiiHimiitiimiMiMiimiHi
Kloos tep Borel,
Ook de heer Kloos heeft den heer Borel
beantwoord. In het Mei-numraer van de
Nieuwe Gids verweert hy zich als volgt:
Dat de heer Borel nu boos is geworden, begrijp
ik best. Het is alles behalve prettig, als men een
jongniensch is, zooals de heer Borel, zichzelf voelend
met niet v.-einig zelfoverschatting, en roet een borst
vooruit van je welste, als daar dan plotseling hem
iemand in den weeg treedt en hem komt aantoouen,
met de feiten iu de hand, dat hij. Borel, zich zonder
ling heeft vergist. Dat was inderdaad voor den
heer13orel om nog meer uit zijn vel te springen en nog
steviger te gaan accentueeren, wat hij indertijd, een
beetje achteraf in Indiëmisdreef. Hij motst nu, vond
hij, de puntjes op de i zetten, en wat vroeger alleen
maar een venijnige opwelling bij hem was, door ge
voelige vriendschap voor anderen veroorzaakt,
konsekwent gaan verergeren tot een vastbesloten, hoewel
inferieur, Asmodée-gedoe. Maar hij vergeet, dat hij
zichzelf daarmee eeu naïeven slag geeft in zijn tot
berstens nijdige gezicht.
Ik zal den heer Borel dan ook volstrekt niet na
volgen in zijn poging om auecdoten onder 't publiek
te hrerigen uit een vruolijke jonarelui's-periode van
nu meer dan zes jaar gelêen. Ik wou hem alleen
maar even herinneren, dat men ia literaire kwesties
zich heeft te houden bij de literatuur en niet, als
een reporter van srhandaalblaadjes, af moet dalen op
een lager plan. Ja, voor zijn literaire toekomst heelt
de heer Burel wel zeer te bedenken, dat zijn
ge\oelerigheid, ui moge die nog eeus worden tot waarachtig
gevoel, hem toch geen sikkepit verder zul brengen
iu het vruchtbaar beoei'euen der Literaire Kunst, als
hij uiet eerst, met ernstige wilskracht, tracht te
worden, in stillen eenvoud, een hoog-nobel sprekend
en handelend man. \\ant zóó toont de heer Borel,
het zij gezegd met zijn welnemen, zich. nu, in dezen
publieken achterklap, niet al te zeer.
Dit in 't algemeen, maar nu tot de feilen. Ik
verzoek vriendelijk het publiek goed op te willen
letten. Mijn spreken zal uiet lang duren, maar, wat
ik zeg, zal logisch en duidelijk zijn. Logisch en
vooral duidelijk nu is de heer Borel zeker niet. Om
dus secuur te gaan, zonder dat er twijfel blijft, zal
ik Borel's zinnen soms woordelijk citeereu, daarna
precies weergeven wat er eigenlijk staat, om dan tot
de conclusie te komen, die ik hier reeds vooruit durf
neerschrijven, n. 1. dat de heer Borel geens/ias een
criticus van objectieve waarde, maar sleehls eeu lyrisch
gevoelsmeusch is.
Borel zcgl. Ik had in mijn bundel den
kronieksclirijver Kloos verweten, dut hij persoonlijke
animositeiten liet inwerken o]> zijn kronieken en kritieken,
en dat deze daarom onbetrouwbaar werden. Als
voorbeeld noemde ik o. a. zijn tiiades en spotver/en
tegen Gorter, dien hij eerst onzen grootstcn dichter
eu kort daarop eeu ellendig knoeier met Hollands
taal noemde."
?\u ik: l)e heer Borel durft hier met een onge
venaarde stoutheid zoimiaar tt verklaren, de lezer
ziet het zelf dat mijn kritieken onbetrouwbaar
zijn, omdai ik den heer Goi'ter, in eeu lyrisch
spotvers, iets heb toegevoegd, wat uu niet juist was een
compliment. Ik behoef hierop natuurlijk alleen te
autuoordeu, dat ik de uitingen mijner rede. mijne
kritieken, niet in lyrische verzen schrijf, eu dal mijn
Ivrische vei'/en, zooals van zelf spreekt heelemaal
niet willen doorgaan eu gelden voor objectieve, ver
standelijke kritiek. Daar hij te kennen geeft, hit
staat er dat ik persoonlijke animositeiten in laat
werken op miju kritieken, terwijl hij, als bewijs voor
die bewering, vcnolgeus een lyrisch vers citeert, kan
dit natuurlijk alleen bevsij/.en. dat het er niet erg
helder uitziet binnen in het hoofd van den heer Bord.
2. Hij beweert valsehelijk dat ik F. van Keden
aangetast heb in zijn gu/.iu, eu als -bewijs daarvoor
durft hij notiibene! aan te holen, dat ik Van Eeden
ergcus genoemd heb: vader van twee engelen van
kinderen". Welnu ik antwoord hierop: de heer Van
Eeden was dit tuen, cu hij is het nog, eu ik wcusch
van ganscher harte, dat hij het altijd blijvcu
magJn welken v*eu.-eh wel ieder zal toestemmen, die het
goed met V;u\ l'Vaen meent.
Keen, hoor, ik moet hier zeiden, dat de heer Borel
veel kiebdicr eu fijngevoeliger was gewee>1, als hij,
die kiiivlcreu, van ^MC ik veel houd, en \nn wie ik
nooit ecu wourd kwaads gedacht of gezegd heb,
heelemaal hier buiten spel had gelaten, in plaats van /c,
zooals nu toch motst gebeuren, tot het onderwerp te
maken van een soort van logisch dispuut.
3. Ik begrijp absoluut niet. waarom men, als men
bitter, en bijua-veruietiiiend en dus onbillijk wordt
behandeld in 't private leven, waarom men dan niet,
iu een lyrisch oogeublik, xiju iuwendige passie mag
uiten in ceu llitik-gezegd vers, in plaats van haar op
te kroppen tut het juiste oo^enblik, en dan met
feitelijke dingen in het praktische leven teruir te gaan
slaan. Om mij zóó te wreken, alleen met verzen eu
niet met daden \au haat, daar ben ik buitendien nu
eeumual artiest voor, eu Juvenulis eu honderd anderen
hebben precies hetzelfde, veel erger, gedaan.
.Maar de heer Borel vindt, dat ik gezwegen moest
hebben ti>e« ik fel verongelijkt werd, of mij cukel
met miju vuisten moest gewroken hebben, uit zoo
als een k'.vfijongen doet. Hij vergeet echter, dat er
maar n meliM-h is geweest, die na wreede behande
ling zieh niet verweerde, en dat die inensch Jezna
Christus werd genaamd. Misschien nog wel een paar
marieiaurs buitendien. 7\laar ik voel m;j wie
durft mij dat verwijten'? geen Jezus Christus en
ook geen ideale martelaar, maar niets dan eeu sterk
en ziiivervoelcud eu denkend mensch.
4. Verderop verwijt de heer Borel mij weder, dat
ik in mijn kritieken Gorter, Verwey. Aletriuo, etc.
zou hebben doorgehaald, ll'.eriu spreekt hij nu, zooals
ieder kan weten, een grove onwaarheid, wat alleen
daardoor veroorzaakt wordt, dat hij, iu plaats val)
bedaar,l te denken, opgewonden en lyrUcli beweert.
j. Ten rloite verwijt de heer Borel mij, dat ik
iu miju jeugdiger jaren 't zal een jaar of 8, 9,
geleden zijn wel eens aan een stndeMikoze fuif
'heb niêeüC'laan. /ulke betichtingen, die door Borel
ulleeu j> /,e'j;d worden, om <eu geheel oitjuUleu iudruk
te maken op het gfoote publiek, komen mij voor h oei
wat eive; eu kwaadu illei'der te wezen dan /ijn
vero'itnanidigiiig kvas-vicg te, uiten in ecu guedgcbouwd
lyrisch vei s. \Vaiit de laatste maakt er kuu»t van,
maur Borel maatschappelijk schandaal.
(i. Ten slotte verwijt hij mij nogmaals hij
begint henseh te zeuren dat mijn krnicken onbe
trouwbaar zijn, omdat ik wel eens spotverzcu heb
gemaakt. \Vaarop ik natuurlijk alleen beboet' te