De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 21 mei pagina 9

21 mei 1899 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. H43 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. antwoorden: Beste Heer Borel, gij denkt niet, maav oreert, want uw verstand is niet belder, en uw wil is boos. Leer dus eerst eens kalm en logisch wezen, voor dat gij u aan het schrijven van redeneerend proza zet. Maak dus veel liever eens een boek, Het Meisje, als pendant tot uw Jongetje, dan besteedt gij u tijd veel nuttiger en beter en ook veel vruchtbaarder voor iedereen." Hiermee kunnen wy nu deze polemiek, zonder schade voor de lezers, gesloten verklaren. Alleen nog eea paar opmerkingen, naar aan leiding van Kloos' slotwoord. Ten slotte, zoo schrijft hij, moet ik zegden, dat het Groene Weekblad (Weekblad De Amsterdammer van 23 April), door zulke fundainenteel-onjuisle, lyrische stukken er niet op vooruitgaat in de oogeu van zeer vele accurate lezers ouder ons gczoud-verstanuige publiek. AViLiEU KLOOS. *) Twee Anti-critieken door Heuri Borel. Natuurlek, als de heer Kloo? iets zeggen moet, mogen noch kunnen wy nem weerhouden, dien plicht te vervullen. Maar ons zij het geoor loofd hierop te laten volgen: wij zelf wenschen geenszins den vooruitgang, door hem voor ons begeerd. Wanneer ons verzekerd wordt, dat een gezondverstandig publiek, hetwelk vele accurate lezers telt,gaarne den aangevallen, de gelegenheid had benomen gezien om zich te verdedigen, valt het ons moeilijk aan het gezond verstandige dier accurate lezers niet een weinig te twyfelen. <jeen grooter gevaar in de letterkundige wereld. en ook geen onbilly'ker handeling tegenover den man, dij zich verongelijkt acht, dan het muilbanden. Daarom, wanneer een zeker aantal vrienden van den heer Kloos hem verblijdt met den uitroep : maar dien Borel had men mot zyn fundamenteel onjuiste lyrische stukken de deur moeten wyzen zou men toch van een leidsman als Kloos iets anders hebben mogen verwachten. Had hy dan niet zyn al te trouwe vrienden den moed behooren te /snoeren, door hen toe te voegen, neen, ik heb my met Borel ingelaten, in geschrifte my over hem uitgela ten, het is dus billijk, dat hy zegge wat hij op het hart heeft; in de republiek der lette ren, leve het vrye woord ! Nu echter de heer Kloos, in plaats van zijn .accuraten gezond-verstandigen lezers den wind van voren te geven, zelfzulk een praatje houdt, ie dat, o. i. allerminst voor het Weekblad, maar zeer zeker voor den dichter-kritikus, een bedenkelijk verschijnsel. ?????lilHllttmiliiHMliHlllHliliiiiiiiliiniHiiiimniiimiiiMii'iiiiiiiiiiiiiij Op de Vredesconferentie. Ditzelfde opschrift plaatste ik boven een artikel, opgenomen in het nummer van 12 Fe bruari j.l. waarin ik uiting gaf aan de ver wachtingen bij mij door het initiatief van den russischen Keizer opgewekt. Twee dier verwachtingen zijn reeds ver wezenlijkt. De heden geopende bijeenkomst der vertegenwoordigers van 27 staten draagt officieel den naam »Vredesconferentie" en in het echt nederlandsche Huis ten Bosch wordt zij gehouden. Die naam en die vergaderplaats geven haar een poëtisch kleed, dat meestal t>y diplomatieke conferenties ontbreekt en is niet poëzie het uitslaan der vleugels van den menschelijken geest waardoor bij zich boven stoffelykheid verheffen kan, een on misbaar element .voor het bereiken van het door haar beoogde doel ? Een ander nrijner verwachtingen bij het scbrjjven van bedoeld artikel is verre over troffen en wel de weerklank, die het by de pers mocht vinden. Met groote welwillend heid besproken door de voornaamste nederJandsche dagbladen, kwamen eveneens de echos tot mij van niet minder sympathieke beoordeelingen, in de Duitsche, Fransche, Portusreesche en Russische pers. De oorzaak hier van is duidelijk na te gaan. Wat ik schreef, zweefde in de lucht, en hoezeer dit het geval was, bleek wel uit de wonderlijke overeen stemming tubschen mijn artikel en een brief aan II. M. de Koningin door den vredes-apos tel Frédéric I'aesy, juist op denzelfden dag, waarop my'n artikel verscheen, gezonden. Het is een uitnemend voorteeken voor de venvezenlyking van het door mij voorgestane denk beeld, een blijk dat het een thans reeds be reikbaar ideaal, een rijp geworden vrucht deivredesbeweging van onzen lijd is. De criüek betrof meestal bizonderhöden van uitvoering, welke daarom geene beantwoording behoefde, daar ik slechts duidelijkheidshalve niy'ne denkbeelden in een voorstel had gefor muleerd, zonder dit in alle bizonderheden als het eenig mogelijke, ja zelfs als het meest wenschelijke te willen beschouwen, slechts op ?én. punt heerschte by sommigen een mis verstand. Men meende dat de llechtbunk door de kleinere mogendheden samenge steld als permanente, internationale Recht bank ter besliislng hunner onderlinge geschillen, te weinig werk zal hebben om hare leden voortdurend bezig te houden en dat deze hun taak tot coditiceeren van het volkenrecht zullen opvatten, als een theoretischen arbeid, die een geleerd product van studeerkamers zal opleveren. Niets lag verder buiten mijne bedoeling. Ik sprak slechts van »e<3n begin van codificatie" en bedoelde daarmede, dat door do met redenen omkleede beslissingen, men geleidelyk over een genoegzaam aantal reehtsgevallen zal be schikken om practisch bruikbare rechtsregelen er uit te kunnen afleiden. De leden der rechtbank zullen "niet voortdurend in den zetel van dit college behoeven te verblijven. Zoo de rechtbank b.v. eens in de drie maanden vergadert, tenzy spoedeischen.de gevallen een buitengewone bijeenkomst noodzakt'ijk maken, zullen de aangewezen rechters niet zoo lang, noch zoo dikwijls zitting behoeven te nemen, dat zy daardoor belet worden andere funcdën in het land waartoe zij behooren, te vervullen. Indien men slechts de politieke betrekkirgen met dit rechterambt onvereenigbaar verklaart, is er niet het minste bezwaar dat de rechters met het bekleeden van hun ambt of met hunne private werkzaamheid voortgaan, ja zelfs is dit gewenschter. De kern van mijn voor?!"! i?, het b.'sia weergegeven in het Berliner Tagcblatt: »Er De Vredesconferentie. De Haagsche ooievaar die den Vrede naar het Huis ten Bosch brengt. minimin miiiiimm moet een begin gemaakt worden met de vor ming van internationale scheidsgerechteu, maar wanneer men een practisch resultaat verkrijgen wil, moet men Hein beginnen. De kleine staten moeten als het ware de kern van den vredebond vormen. Bestaat eenmaal de instel ling van een scheidsgerecht, dan zal deze lang zamerhand uitgebreid worden en aan invloed winnen. De weg tot deze geleidelijke ontwik keling en tot verdere uitbreiding der Recht bank wordt geopend, doordien de gelegenheid gegeven wordt ook geschillen tuaschen de groote staten bij de reeds bestaande Recht bank aanhangig te maken.'1 Gaan wij nu na hetgeen ons bekend is ge worden, omtrent de inzichten der verschillende regeeringen, en vooral de strooming in de massas der beschaafde volken, dan is de verwezenlijking van dit denkbeeld allesbehalve onmogelijk te achten. Ja, ik ga verder, en ik geloof dat de omatandigheden, waaronder de conferentie ge opend wordt, juist van dien aard zijn, dat deze uitslag waarschijnlijk is. Men geeft zich reken schap dat het onmogelijk is het zwaard neder te leggen, indien men niet van te voren zeker is langs anderen weg bescherming-van zijn recht te zullen vinden. De ontwapening is vergeleken met het sriqrtr'.ori ynn ptn r-!*?^ -loMe*- |f»n W^TATI en daar werkelijk, zoowel bij de Russische Regeering als bij de overgroote meerderheid der op de Vredesconferentie vertegenwoordigde sta ten de ernstige begeerte bestaat te 's Hage iets tot stand te brengen, en de opgewekte verwach tingen niet geheel teleur te stellen, zal de confe rentie dit resultaat moeten zoeken daar, waar het alleen te vinden is, in eene uitbreiding van de rechtspraak op het gebied van het volken recht, zoo ver gaande alsde tijdsomstandigheden slechts veroorloven. Daarom herhaal ik nogmaals mijn wensen, dat Nederland in deze omstandigheden hot initiatief neme, dat voor ons land aangewezen is. liet is lang geleden sinds in Nederland de laatste groote diplomatieke bijeenkomst, gehouden werd, toen in 171:5 de vrede van Utrecht werd ge sloten. Van die diplomatieke bijeenkomst hebben wij eone slechte herinnering, van ha:ir drgtcekeiit het vorvr.l van de Republiek tier Vereenigde Provinciën. Op haar vv-.'rd het beruchte woord uitgesproken: ..Yuiis tniiteron^ ile luim, «OiW trailerons c/w.'.; rc'.-fx, nous trttilerons sims vous. Thans is met andere woorden door Nederland zelf gevraagd of zulk eon toestand weder zoude geboren worden. Alles hangt af van de houding door de Nederlandsche gedelegeerden aan to nemen. Jhr. van Karnebeek, de oud-minister van buitenlandsche zaken, die in dezen werk kring het voor Nederland zt.dzatne verschijnsel vertoonde van tene buiteiilandsche politiek te hebben, de Staatsraden Asser en den Beer l'oortugael, dio op het gebied van liet volken recht Eiiropeesche bekendheid genieten, en Mr. Rahusen, de vertegenwoordiger der »Keizerin van Europe'' zullen zich spiegelen aan het voorbeeld van Buijs en van der Dussen, en voor Nederland geen bescher ming voor zijn toekomst, welvaart en ont wikkeling zoeken in eene barrière van ves tingen met kanonnen en soldaten, rna?,r in het krachtiger, niet-stotfelijke wapen dat elke handhaver van het recht, wien het alleen om het recht te doen is, en r.öch om macht, noch om overheersching, steeds met zich voert en dat hem onverwinnelijk maakt. Het hooge ideaal, vruchtbaar werkzaam, te zijn tot ver zekering van het gezag des rechts boven dat van het geweld en zoo der nijverheid van elk individu nieuwe waarborgen t u goven, schenke hun de energie, noodig tot vervulling van hun :-/';! li1"..C Ui.tK, '"Oo.!.lt l^ler Je \ r-.ui ^C0i;i^ic;.ue uitwisschend wat de bijeenkomst teütrecht deed,. als het beginpunt erkend wordt der krachtige herleving van Nederland waarvan de teekenen reeds op zoovelerlei gebied duidelijk waar neembaar zijn. Par ij s, 18 Mei '09. Mr. II. Louis ISKAÜI.S. Ktllllüllllllimi II l IIIII1III9IIIII l rillllllllllllltlHHIIIIIIlllllllllllllltfllltllHI ALLERLEI. Naar Scheveningen. De Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen opende een nieuwe reisgelegenheid tusschen Amsterdam en den Haag Scheveningen en omgekeerd via Gouda. Door boekjes bevattende 10 reizen heen en 10 reizen terug, tegen zeer verlaagde vracht, wordt den reiziger een zeer goedkoope en bijzondere reisgelegenheid aangeboden. De boekjes zijn niet per soonlijk, iaën kan er dus op laten medereizen, wie men wil, men behoeft ze vóór vertrek niet te laten afstempelen, het queue maken aan de loketten bij drukke treinen of op drukke dagen wordt dus geheel vuorkomen en voor het afleggen der 10 reizen heeft men tijd tot 30 September, want tot zoolang zijn de boekjes geldig. Voor hen . voor wien deze boekjes nog te veel reizen bevatten, wordt de gelegenheid gegeven om des Zaterdags en Zondags speciale retourbiljetten te nemen, geldig heen des Zaterdags of Zondags, terug geldig des Zondags, ook al weer tegen vermin derde vracht. Dat do Staatsspoorweg het tusscfien Amsterdam en uen mag?Ssbeveninijen en omgekeerd reizend publiek met deze nieuwigheid geen geringen dienst bewijst. De bijzonderheden vindt men nader in een adver tentie van dit blad. 0 Waarde Redacteur! \ Hoe komt, het dat ik van uw' stukje »?);' ! marine ter kerk" niet als gewoonlijk deiimdrek | kreeg, dat. dit zaakje door u eens eventjes j is recht gezet? j \Vat uw oordeel over het Oiiric'ïtmiLti.re of onredelijke van een aanklacht. //// een kerke'i'i/.-e en utilitaire iiniorileil />."/;?<?//, daarin ga ik aan stonds met u mé. Muar waar de innerlijke, waarde van de bewuste: pericoop der leerrede door u besproken werd, is 'f, /,!>;> opvaüei d, , dat gij met weet, wat, te zeggen" bij het. feil, dat, de zeeoili.jieron reden meenden .." hoboen ! zich te beklagen over dergelijke uitlatingen uin ' een kerk'', l) L'J Ea nu zult gij mij wel veroorloven mijn opvatting orur du uoor u medegedeelde zin- : sneden uit de leerrede van Ds. de Koe naast de uw," te stellen. Ecu opvattin;,', die mij voor '!, overige niet belet hier uiucspreken, dat ik met zeer VJ;LEX imocz Acurixi.- kosatur voor j deu diepen ernst uu de sirenge levensopvatting j vau mijn Heiderschen collega. ' j Maar verraadt het niet, de afwezigheid van de gave om te oujerschi iden en do dingen zuiver tegenover elkair te stellen, wanneer itn, over karakter handelende,stand t egei;over stand plaats'? ' Alsof er werkelijk bepaalde standen waren, die i hier een praerogaticf kouden doen gelden. Tot, nog toe meende zeker ieder Nederlander, dat i iict bij karakter bij uitnemendheid om iets pe,"- j soonlijkb gmg. En nu hoop ik, dat, gij Kirt ;-.uil , antwoorden, dat, liet den spreker om de teeke-drs i vau een bedrijf als zoodanig te doen was. Ik ! zou u dan tegemoet voeren: Zoo? Ging het om j een schetsje van een ambacht of bedrijf, als dat onzer visscuers, 't geen uit der aard sterk getypeerde eu dus karakteristieke (Wak- i tervolle?) individuen voortbrengt? Maar van j sjouwerlui, als de vrinden maar altijd te sjouwen ! hebben, kau dan volkomen hetzelfde getuigd wordeu. Ik laat natuurlijk de kwestie rusten iu hoe ver het die karaktervolle visschers, die van j jongs af, dag aan dag, vroeg en laat op het j water moeten en kunnen zijn, te doen is om geld te verdienen, en in hoever onze marine- j mannen, ook in dezen voor onze zeemacht weinig opgewekten tijd noz trouwe plichtsbetracht.ing en toewijding aan <iea da;* leggen 1) Ik cursiveer. 2) Jk meen, dat ook iu <vn kerk noch 'e.'o mag worden. Ik laat dat rusten, daar bet nooit pas geeft waar het 'smensche.n zedelijke waarde betreft vergelijkingen te maken. Maar ik protesteer tegen collega de Koe's uitspelen van den altijd in de weer zijnden visschersman tegen den tijde lijk aaii dcu wal en gedeeltelijk buiten dienst zijudeu marineman als den karaktervolle tegenover den karakterlooze. En niet, minder protesteer ik tegen het in dit verband te pas brengen van den 7deu-dag-baptist, die n. b. er uitgaat, wijl hij gedwongen zou worden iets te doen, waarvoor hij naar zijn inzicht misschien eeuwig veroor deeld zou worden door ziju God. Of ik goed zie mogen anderen me"!e uit maken, maar voor mij staat de zaak aldus: Ten dage dat on e visschers bijv. bij de drooginaking vau de Zuiderzee een groote malaise beleven iu huu vak en dan mopperen, zouder zich aanstonds iu even kranige landbou wers of ijverige kantoorheeren om te scheppen ; en tevens gewijzigde omstandigheden voor Neerlands marine een tijdperk van bloei en opgewekt leven doen aanbreken, zoodat liet een Just is onze marinemannen te hooren eu te zien, te dien dage zal collega de Koe ter fvpeering van karakt.ervolleu en karakterloozeii ziju voorbedden in omgekeerden zin gaan stellen. Eu zullen wij dan beleven, dat de Kedacteur vau het "VYeekbiad de, /Inixtcrdaui.aer, wel wat, verblind door ?,iju idee lixe omtrent hetgeen geioovige hoorders in de kerk naar het hart Muel zijn, blijft voorbij .,;. .. (.'..f ..... ... ,;...., .j i .. i ... _ .!:,'.? z ij u te zwijgen, gezondigd mag worden, ik zeg nu uici, tegen de logica, maar tegen hetgeen rechtvaardigheid en billijkheid deu openbaren woordvoerder tot gebiedenden eisch stellen? ZinlL; 11 Mei Ib'J'J. A. E. KAMP. Neen wij zullen deu heer Kamp niet ant woorden, dat het, den spreker < m de teckening vau een bedrijf ais zoodanig te doeii was, do heer de Ivoc; wee* o. i. als volksman terecht cl' op, dat er bedrijven zijn die voor het, karakter miiuiiT of in't gehee! nii t, schadelijk, en anderen, die ten ztviv-.K' k-irak;erb.'lar"i.:i~ !>lijk»r:. Hij Jivcf dat, :n! n In hoort, dit bij d- beo'irdeeliug van het, bekende 11 -neoopje UK:t, te vergeten, als :i 't- voorbij iTiu, m^sc'iiun \vi:l eeiiigszins luiai-'ig p; s-crrciide. z»o altl^n-, nieencn wij te mo<:eii o;>!i;::i.:-'i! u>- di- ven.'.d.li1 ?_? v.vi den 7eu d:i.-'oa>it)s7, diu /.eker iu een icui: over karaktervollu-ifl en kar:i!<lcrions!i(;:d ;:rn p'aats verdiende, nihar da'-irom 1;^.; uk' ju;st, ua:ir, waitr hij hem "l"';-!'; K'M.-hlvaardigiiv'id <-u liillijkliei.d steiicn ook v.'ij den opeiiiiu'cn \v:i:,i\lvo ril. r, in en buiti u d: i,'.'l'!,, foi g i-.|,'!l !.-n i.;-,-',. ll'lJJ.'U Wij, die geschoiuien gcach'. we zo'i.ie.e de iv)-'s optreden niei. verdedigen, l H" hij ichtcr ict. alleen op miii'ii!r;,,;i:i;;,.;; 'f o ig had. ;il ),o!« hij die i'ci'i'i'iii bij een toet-jiraak lot marinemannen als voorlKeU heef', hij duidelijk gjnovg bewezen, door de s!ol vvo-urdcu \i-.n clic ,:o ucel besproken 'Ik 'rn-as ,/??/ ,;? ',,, ,!',/ ,,,i:;,-]:! (,;/,->nco'irr/iy i'/'i/ ifiri,: is 'l 'ie Itd'jj'ijordii/i: /'-til i,i er mee te ei'-1 : i'-.'l f ?:?'.? i,iixl 'i /......,/ i/ij /ij,/ iiiititur, /,'iirn/,ii'i'!ni',;c i/uiteiif/ ??-?'? liurrit /,-/r,?':/,?( een hoop /it'irc iHiii/'/'/!/i;/, die nie!x i/''C',"li'ii n-i,r di'ii arbeid, d'ii'/t r;,1 ff lin-it iieLlie.ii, e// umin i.cit ding uit stekend, t;erst<i(i,t: lriil,.te?ieut o/ixlrijkeu f" CJus dunkt,, Je heer Kamp moest, na die woorden g"liv,i'ii te bebbej^ njn collega, voor wieii hij m:,-!, .'.i.'fr velen luv)ge aclniiig koestert," om 's mans diepen ernst en ;-iiv.;üe levensopvat; ing", ook niet langer v ai, rmrirlilcuurdir//leiij en Oiilj'iilijklieid beschuldigen. Indien men den heer de Koe, iets ten biste wil leggen, dau is dat, eeu /eer treurig gcorek in rlc oogen van de mec.sten een te groote duidelijkheid. De Minister van Marine, die bij de Svnode heeft geklaagd! eu de verontwaardiging vau dat lichaam, heeft gewekt! moest, dunkt ons, zich veeleer verheugen dan beklagen. Zeer waar schijnlijk is er sedert, tal van j iren over karakter'i ?'>! .:! '. :: : ar;,k:; riu.u hei,: n;e'. e.j,, veel nage(iaciit onder zijn manschappen, dan iu de laatste v. ? !?.:"?. l1 :. i".".lg- vau (";ke;,.,/,./,,,/"/-e w-oorden vrin (.ij, ii^, ivjj. jj.:u ruiieu ini^t-chieu om deze preek aau te koopen en haar met de pas aangeschafte leerredenen vaa Ds. Balsem tot mariiie-lectuur voor den Zondag te bestemmen ! Zoo komt zoo dikwijls uit hetgeen aanvanke lijk als een ramp werd beschouwd, het goede voort. De Plaat ia de Hoprliiiis-zaaL Geachte Heer 'Braakensiek! Waardeering gevoel ik voor ieder die het opneemt voor het verspreiden van meerder licht in de zaak Hogerhuis, en die waardeering is onafhankelijk van het meerder of minder geloof dat hij of zij heeft in de onschuld der drie gevangenen. Hoofdzaak is voor mij dat men werkt. Daarom dan ook breng ik u gaarne een woord van dank voor uw jongste toekening, al stel ik mij n de houding van de arme moeder n de houding der koningin ietwat anders voor. Imm*rs nog nimmer is gebleken, dat de Wed. Hogerhuis hare knieën smeekend buigt om recht te vragen en evenmin is het, mij althans, gebleken dat koningin Wilhelmina eenig belang stelt in de smart van de oude weduwe. Doch dit terzijde gelaten, want uwe impressie van de zaak zal wel verschillen met de mijne, waar ik een enkel woord over wilde schrijven over de woorden door u de oude vrouw in den mond gelegd. (üj laat haar zeggen dat zij gelooft dat hare zonen onschuldig zijn. Dit nu is ten eenenmale onjuist. In mijn kwaliteit a)s bestuurder van het Landelijk Komitee tot invrijheidstelling der Gebroeders Hogerhuis heb ik de weduwe Hogerhuis leeren kennen, heb ik verscheidene malen met baar gesproken en met haar gekorrespondeerd en het heeft mij getroil'an dat zij nimmer is afgeweken van haar eens afge legde verklaring dat zij tvist dat haar kinderen onschuldig waren. Zij is nog verder gegaan en heeft met gepaste tierheid getuigd," dat wanneer zij niet zeker was van de onschuld harer zonen, zij niet zoo zou optreden als zij gedaan heeft. De onschuld van hare kinderen is voor haar geen geloof, maar een wetenschap. Op den avond dat de inbraak bij Gatze Ilaitsma plaats vond, was een van haar jongens thuis en het tijdstip van thuiskomst van de beide an.ieren wijst aan dat zij onmogelijk deel konden hebbon aan het gepleegde foit. Dat heeft zij voor de rechtbank willen getuigen, maar de minder juiste wijze waarop de Leeuwarder rechters zich van hun taak hebben gekweten, heeft haar dat belet. Meermalen hebben ik ook de brieven van. de gevangenen kunnen lezen en wanneer de schrijvprs verwij l der bij bun vonnis dan las ik ook Ri'iiige malen de zinsnede : »(ïij moeder en Klaske (de weduwe Wadman, zuster van de gevangenen, bij haar moeder met haar kind. inwonende; weten dat wij onschuldig zijn." Ik voer dit nog aan als bewijs mijner bovenstaande bewering. De weduwe Hogerhuis heeft altijd verklaard dat zij -trixt dat hn.sr kinderen onschuldig waren en nimmer is zij daarvan afgeweken, nimmer heeft /ij gezegd of geschreven : »ik f/clua/ het." Ik hoop van harte, geachte heer Braakensiek dat gij door uw toekening velen zult opwekken hunne passieve houding in een aktieve te doen veranderen, maar ik Lob het mij tot oen jiücht geacht U op een onjuistheid, m. i. van zeer veel belang, in het onderschrift der plaat te wijzen. Aan de Redaktie een woord van dank voor de welwillende plaatsing. J)e Secretaris van Tiet Landelijk Koinitee. A'd a m, 10 Mei '9'). HKIIMAXS. Aan de liedactie. Na mijn vorige opgave ontving ik nog van mevr. N. 'L., den Haag, een pak kleeren; mevr. S.?t C., idem; B., te Nijmegen, idem; P. d. V., te Oosterend, / 2.5Ü; H. F. St, te Riouw, / 5.00. Aan allen nogmaals mijn dank. R. BiiouwKii KREDIET. Appelscha, 1G Mei '99. IIUlllimiltMIIIMimUMflMIIIMIll iHimmnim»! CORRESPONDENTIE. rek moeten ccr.'r.:;: r.i'ürclen worden uitgesteld.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl