Historisch Archief 1877-1940
No. 1144
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
door anders gekleurde klei, tot het doorschij
nende email, dat zuiver de stof Het zien,
die zich daaronder bevond; maakte dit aarde
werk, dat goed was door den vorm, die ver
sterkt werd door de ornamentatie, een indruk
van groote frischheid, tegenover al die duffe
ontaarding.
Het was gezien van uit een geheel ander
standpunt als het Rozenburgsche, waarby be
schildering en kleur hoofdzaak zijn, terwijl
de vorm en het ontstaan hiervan pas in
de tweede plaats in aanmerking kwamen. Als
een voortgaan op den weg door den heer
Mendes da Costa ingeslagen, is het aardewerk
te beschouwen van den heer W. C. Brouwer,
dat thans in het gebouw der Maatschappij tot
bevordering der bouwkunst, Marnixstraat 402
is tentoongesteld.
In een lezing, gehouden in een der jongste
bijeenkomsten der Vereeniging Architectura
et Amicitia zette de heer Brouwer zyn denk
beelden omtrent de eischen die men aan goed
aardewerk moet stellen uit een, en als in aan
sluiting hiermede, waren de vazen, scholels en
kannen die zijn meeningen moesten
verduidelyken.
Dit aardewerk, dat noch gegoten, geperst,
of op andere mogelyke kimttinatige wyze tot
stand kwam, maar uitsluitend met de hand
zyn vormen kreeg, die dan ook geheel geëigend
zyn voor de stof waaruit zy vervaardigd wor
den, draagt in zich alle kenmerken van logi
sche overdenking, die noodig zijn tot
wederophelfing eener in verval geraakte industrie.
En al zyn al deze voorwerpen, zoowel wat
vorm als kleur aangaat, nu nog riet direct
zoo als men zich zou wenschen, toch is het
streven naar verbetering hier, dunkt my, zeer
sterk in uitgedrukt en wijzen enkele proeven
reeds op een resultaat dat verblydend mag
heeten. Zoo zyn er een'ge melkkannetjes en
Uoeinvaasjes l>y de collectie, die door hun
vorm zeer juist aan bet doel beantwoorden,
terwyl de versiering door een donkerder
aardsoort, ook op die plaatsen is aangebracht,
waar zy door constructieve eischen noodig
was, om het geheel beter tot zyn recht te
doen komen.
lUIIIIIIIIIIMUI
I. Vsrlnuwen.
//Je zu-lt je beklagen als 't te laat is," zei
mijn goede 1ante hoofdschuddend, //maar geloof
mij, jou jongens worden je de baaf, of erger
nog: ze verwilderen." Tot mijn grooten spijt
heeft de goede vrouw 't niet mogen beleven,
dat van haar voorspelling gelukkig niet veel
bewaarheid is geworden.
Beste Rosi!
Ge zult moeten toegeven, dat, helaas tot. den
buidigen dag, in //den aard der beestjes" die
mea jongens" noemt nog maar &i te veel de
lust tot baasspelen" zich vertoont; welnu...
mijn jongens heeft, trots deze pessimistische
voorspelling zelfs nooit de lust, bekropen, om
mij te overbeerschen. En ... of ze verwilderd
zijn? Tot heden, schoon mijn jongste uu zeven
tien jaar telt, heb ik niets van die mij voor
spelde verwildering bemerkt en uit je verzoek
om, nu je zelve moeder bent, vau mij te hooren
boe ik mijn troepje «.zoover gebracht heb" moet
ik opmaken, dat ook anderen ze nu juist niet
als zoodanig beschouwen.
Ea wat was uu wel da ooraaak dat die voor
baar tijd zeer ontwikkelde vrouw de toekomst
van mijn kinderen zoo donker inzag? Wel! ik
liet den kinderen veel te veel vrijheid en dat
moest zich wreken."
Ziedaar nu Rosi-lief de inleiding van de
door jou verlangde brieven. Je verzoek zou mij
haast pretentieus maken, maar laehen moest ik
om je vraag: »welk systeem ik bij de opvoediag
gevolgd het>, welk boek ik heb gebruikt."
Systeem is hier 't begrip: recept. Wel kind,
vraag j J dokter eens voor hoeveel kwalen hij
afdoende" recepten weet, hoeveel keer de
praktijk de theorie logenstraft? Ea waar 't
reeds bij 't materietle deel van den mensch
aldus gesteld is, hoeveel bezwaarlijker is 't, dan
om recepten" te geven, m. a. w. vaste regels
voor te schrijven bij iets zóó subtiels, iets zóó
verscbillends als eeu kindetziellje,
ofalskinderhersentjes ?
Het gebeurt wel eens bij tweelingen van 't
zelfde geslacht, dat ze zóó precies op elkaar
gelijken, dat zelfs de naaste bloedverwanten
ze verwisselen. Maar vraag eens diezelfde bloed
verwanten of die tweelingen in karakter en
aanleg óók zoo in alles gelijk zijn? Zonder
twijfel krijgt ge dan een negatief antwoord.
Zeker, dit of dat zal in hun karakter over
eenkomen, maar Piet is opvliegend, Jan daaren
tegen kalm, Piet houdt zielsveel van dieren,
terwijl Jan ze, nu ji, geen kwaad doet, maar
vrijwel op een onverschillig standpunt tegenover
ze staat, en zoo zou ik kunnen doorgaan.
Ik heb gelegenheid gehad, om veel en lang
te kijken, in allerlei soort kinderzielen, ik bon
in veel families geweest, ik bedoel niet op
receptie of jour maar voor langeren tijd, ouder*
en kinderen zag ik dus in hun moreel négligé"
welnu, ik heb nog nooit twee gelijkgeaarde
groote- of kleine menschen ontmoet, noch twee,
die met gelijke begaafdheden bedeeld waren.
Ziedaar nu waarom er m. i. bij de opvoeding,
als die uitgaat van de ouders i.) of van vader
of moeder alleen, van een vast systeem zoo
weinig sprake kan zijn. Ieder kind is van de
geboorte af een bijzonder individu dat bijzondere
eischen stelt aan de opvoedingszorgen der ouders.
Moet een betaald opvoedkundige vele kinderen
van verschillende gezinnen tegelijk opvoeden 2)
en móét bij dat, door omstandigheden gedwongen,
voor een groot deel volgens een vast systeem
doen ... welnu, dan zeg ik, wat de kinderen
betreft: tant pis pour eux!"
En toch a gedachte is er, noem 't mijnent
wege n systeem, die naar mijn bescheiden
meening de grondslag legt tot 't bereiken van
het heerlijk doel: van kleine kinderen recht
schapen, degelijke menschen te maken. Het is
een gedachte die per intentie schier elke han
deling moet beheerschen en die is: Laat mij
billijk, laat mij billijk en rechtvaardig zijn.
Van begin af en wie kan zeggen wanneer
het begin daar is van begin af moet gezorgd
worden, dat het kind voele, dat w ut mama doet,
gedaan wordt, omdat 't zóó billijk is; omdat't
zóó moet en niet anders. Maar... wat ik je
1) Wel wis en waarachtig de meest gewensclite
wijze, mits het oudrenpaar dan ook daarin n
geheel vormen.
2) Uit den aard der zaak zullen die toevallig
saamgebrachte kinderen, nog veel meer ver
schillen, dan die van een en dezelf (e familie.
Wat mij eveneens vr\j juist toescheen, was de
aard der voorwerpen door den heer Brouwer
vervaardigd ; het waren niet uit^ uitend zaken
van weelde, maar wel van meer direct prak
tisch nut, en het komt mij voor dat dit er zeer
veel toe bij kan brengen om den smaak van
het publiek in een eenigzins andere richting
te leiden.
Het zyn voor een groot deel voorwerpen
van dagelijksche behoeften die een verbetering
noodig hebben, en wanneer men hier tegenover
dingen kan stellen, van juist overleg, van een
voud en zuiverheid, dan is het mogely'k, op
die wijze te doen zien, hoe een voorwerp
tegelyk aan praktischen eischen kan beant
woorden en door welverzorgde vorm en ver
siering ons aangenaam aandoen.
Hierbij komt nog dat de pry's van het
meerendeel dezer vazen, potjes en kannen, ze binnen
het bereik van velen brengt, wat helaas niet
altyd het geval is, als o. a. bij de zoogenaamde
Poterie Flamande, die voorwerpen van huis
houdelijk gebruik willende geven, ze ir, waarde
boven weelde-artikelen stelde, waardoor men
er niet in zag dingen tot vervanging van slecht
geconstrueerde en geornamenteerde gebruiks
voorwerpen, maar een soort kunstzaken, aan
welke eischen ze toch ook niet in hun geheel
voldeden.
En wanneer men dan ook overtuigd is, dat
verscheidene zaken uit onze omgeving, doir
onbereneerdheid haar karakter verloren hebben,
ly'kt my de eenige weg, dit te verbaleren en
het publiek tot juister inzicht te brengen
door er tegenover te stellen voorwerpen van
ernstige overdenking, die aan evengroote bruik
baarheid, een schoonen vorm en verhouding
paren, terwijl de pry's geen beletsel moet wezen
dat men ze aan zal zien als alleen bereikbaar
voor meer bevoorrechten ; want dan zouden ze
slechts voor een zeer gering deel aan hun doel
beantwoorden.
Ik geloof, dat in deze richting, het werk
van den heer Brouwer een belofte bevat, waar
van we de verwezenlijking tejemoet zien.
R. W. P. JE.
i*
bidden mag, zeg dat je kind niet of zeer
zelden met woorden; niet of een hooj;st-enkele
maal: wanneer je merkt, dat 'r kiuderzieltje
zich 't waarom* vraagt en 't zicli geen ant
woord kaïi geven, dai zeg gerust: dat doe ik
omdat... euz", en zeg 't zóó, dat er géa
vraag daar binnen achterblijft; die moet ver
vangen zijn door de overtuiging, dat 't zóó
gosd was. Geef 1ocb gerust rekening en ver
antwoording* aan uw kind, als er iets in uw
doen, in uw straffen, in uw verbieden is, dat
't kinderbegrip niet vat. Dat beuadeelt uw
prestige* niet, want niet het «prestige* m de
ware zin opgevat is 'c, dat uw kinderen most
doen gehoorzamen, 't moet de vertrouwende
liefde ziju, die dat bewerkt. Doch zij nog her
haald ; niet je woord, je daad moet dat
vertrouwend-opzien bewerkstelligen.
Weet wel: 't is je doen en laten ten opzichte
van je kinderen, van je dienstboden, ten op
zichte zelfs van je huisdieren, dat het stempel
moet dragen van billijkheid, van zucht om
goed te doen aan men«ch en dier. Dau zal
ieder in je huis, die vatbaar is voor recht en
onrecht 3), overtuigd zijn, dat hem door jnu,
wetens, geen onrecht zal worden aangedaan en
ais groot «a klein in je omgeving je zoodanig
vestrouwen, daa hebt ge, ll)si, 't bests wapen
gesmeed tegen de verderfelijke invloeden binnen
en buiten je huis, die dat weet ik helaas
lang niet altijd door de moeder te weren zijn,
maar die, door dat wapan voor ja kinderen
onschadelijk zijn gemaakt.
Dat 't dikwijls voor een moeder heel wat
moeilijker i% om recht te spreken tusschen
twee kibbelende kinderen, dan 't voor wijlen
koning Salomo was, om de echte moeder haar
kind terug te geven .. . wie, die het ontkennen
zal? Het kind toch, met zijn levendige
faatasie die maar al 1e dikwijls als zucht tot
liegen wordt beschouwd het kind zal de
zaak in zijn voordeel voorstellen en doen dat
twee, drie, hoe dan daaruit wijs te worden ?
Hoe dikwijls, toen mija volkje nog klein was
en kibbelde, heb ik mij zelve afgevraagd : wie
heeft nu dat kibbelpartijtjs geprovoceerd? en
hoe zelden kwam ik tot een conclusie. Maar
dan strafte ik niet in 's Blaue hineiu", ik
bewerkte" de partijen dan net zoolang, dat of
't zaakje bijgelegd, of de kwestie vergeten was.
Was ik, of een oordeelkundig, vertrouwbaar
persoon bij eeu gekibbel tegenwoordig geweest,
daa kreeg wel degelijk, hij, die ongelijk had
zijn portie", maar niet in klappen.
Die kan 't niet'', zei eens lachend een
jonge Scheveningster van mij, toen ik mijn hond
een klap wilde geven, omdat hij door onge
hoorzaamheid haast onder de tram was geraakt.
//Die kan 't niet". Ja, ze had gelijk ; ik kan
't ook niet en... ik heb er geen spijt van,
want een groote satisfactie is 't voor mij, dat
mijn kinderen ziju geworden wat ze zijn, door
't woord en de daad maar niet door slof, stok
of ransel.
Juist dat geweldsbegrip: 't heeft mij altijd
zoo tegen de borst gestuit. Als kind van vijftien
jaar kreeg ik eens klap van mijn moeder den
eenige, dien ik ooit van haar heb ontvangen
ik was toen zóó verontwaardigd, dat ik mij,
half maar bewust, voornam nooit op
handtastelijke wijze iemand mijn ongenoegen te betuigen.
Neen, geen klappen ; maar ook geen hatelijke
of scheldwoorden. Eén, twee k;,er verwerkt 't
kind die scheldbestraiüug, den derde keer is 't
zieltje daarvoor reeds verstompt en naden vierden
keer ... wel, dan past het kind, zouder de
beteekenis bepaald te weten, ze op aiiJeren toe,
maar zelf blijft het onverschillig onder 't
standje" of de scheldpartij".
Scheldwoorden ziju immaterieele klappen en
hebben dus dezelfde uitwerking.
Nu deukt ge bij u zelve: niijn hemel! Schel
den ... dat doet toch geen wel-op^evoede vrouw.
Nu, als ge zooals ik, bij allerle^ welopge
voede" moeders een kijkje zoudt, genomen heb
ben, dan hadt gij opvliegende, tactlooze
vrouwen ontmoet, wie hart of gezoud-verstaud
en ook wel beiden ontbreken. Zulke vrouwen
doen sterk aan kwade buien" en die ontlasten
zich op ondergeschikten en kinderen. Dik
wijls ziju 't kinderen, die dreinen" en moe
dan boos maken maar ik vraag: a qui la faute r"
En dan hoor je: wat beu je toch eeu kat, of
een drein en zoo al meer. Die ,/leelijke" woor
den zijn daarom nog geen straattermeu",
be
3) Ik ken echter genoeg stompzinuigen, bij
wie dat gevoel minder ontwikkeld is daa bij
jonge kinderen, ja zelfs bij intellegente dieren.
Ben Bieüwe affiche,
Goede en tegelyk oorspronkelijke affiches
worden hier te lande niet veel gemaakt; want
als dit soort prenten goed is, lijkt het allicht
op buitenlandseh werk, terwyl oorspronkelijk
heid veelal gepaard gaat met totale ongeschikt
heid als affiche. De heer F. Hart Nibbrig
evenwel toonde de beide vereiscbte eigen
schappen in zyn werk te kunnen vereenigen,
toen hy indertijd de Simplex-prent met de
zes blauwe protialen teakende en hiermede
een als reclame-biljet voortreffelijke en als
muurversiering aangename plaat gaf. Ook nu
weer bewees de heer Nibbrig met een nieuwe
prent die hy voor dezelfde rijwielfabriok ont
wierp en op steen teekende, dat in Holland
een oorspronkelijke en boven 't middelmatige
zich verheffende affiche-kunst zeer wel mo
gelijk is.
Op deze plaat zijn de letters, zwart tegen
wit, flink duidelyk en eenvoudig van samen
stelling. Helder en onderling fraai harmonisch
staan de kleuren der toepasselijke teeker.ing
naast elkaar: fel-geel, donker-groen, diep
blauw en frisch-rood. Het onderstuk van het
biljet wil mij echter lang zoo goed niet aan
staan als het knap geteekende uovengedeelte;
de fleuren die daar op den voorgrond hoofd
zaak zyn geworden, hebben te veel weg van
caricaturen, en al moet men toegeven dat
sportlieden wel eens een enkele maal hiertoe aan
leiding kunnen geven, het is toch wel wat al
te onhofftflijk zóó weinig intelligentie te leggan
in de gelaatstrekken dezer jonge dames.
v. M.
Millet.
By de firma E. J. van \Vis<s»lingb. & Co. is
sedert eenigen tijd een bizonder mooi schilderij
van J. F. Millet g.-ëxposeerd. E^n levensgroote
boerenvrouw houdt op haar schoot een heel
klein kindje omarmd; het kindje slaapt en de
vrouw staart, men weet niet waarheen, maar
in haar gelaat is het mysterie van het leven,
is al de lifcfde van de moeder voor haar kind,
en zij is gezeten in een licht dat van grootscher
schoonheid is dan het stralen drfr zon, want dit
licht is de glorie van baar moederhart.
DAMEjS.
Deze schilder^ is noch gewoon realisme,
noch is er eenige bedoelde symboliek in ; zy
is de heiligheid en schoonheid zelve van het
moederschap. v. M.
Een intocht-schilderij.
In het eerste der beruchte gruwelkamertjes,
officieel historische galery genaamd, van het
Suasso-museum, is een schildery te zien van
den intocht der Koninginnen te Ams erdam.
De vervaardiger van dit historisch tafereel
heeft er naar gestreefd de tallooze doeken,
waartusscben zyn werk zal pry'ken, in idiote
onbenulligheid en andere dergelyke eigen
schappen te evenaren en is hierin uitmuntend
geslaagd. Wy raden dan ook den
kunstvrienden aan een enkel genoegelyk oogenblikje
voor dit nationale monstrum borrendissimum
(sit venia verbo) door te brengen. v. M.
De Vereeniging »Smt Liicas", Amsterdam,
heeft heden een tentoonstelling van kunst
werken in het Stedelyk Museum geopend.
iMuiiiimiimniiilimtiiiiHiHiiiiimmiiiinmiHiiinmnililliiMilMlimH
Inhoud van Tijdschriften.
Hygiënische Jiiaden, No. 5 : Dr. J. G. M.
Mastboom, De Belasting op Haardsteden: H.
B. J. van Ryn, Liebig's voedsel als surrogaat
der vrouwenmelk; Dr. Kooperberg, Ter voor
koming van Senilitas praecox ; Dr. G. W. S.
Lingbaek, Z >merhygiëne; Sanitaire Kroniek ;
Varia; Rubriek vragen en antwoorden.
Tijdschrift voor onderwi/j* en opvoeding:
Dr. J. H. Gunning Wzn. (Jena);
Paedagogische Sshoolreizen ; idem. Het leerplan der gym
nasia ; G. J. Büys (Amersfoort). Vakopleiding
van leeraren in de moderne talen.
Boekbeoordpelingen. Mededeelingen.
Wetenschappelijke bladen, vijfde aft. Mei
1809: Koning Joachim Miirat en zijn hof
Draag zorg voor onze jongens. De oorlog der
toekomst. Vloeibaar gemaakte gassen. Da
invloed van Katkoft'op de Russische diplomatie.
Hrit uitsterven van diersoorten. Wereldge
schiedenis. De algemeene hongersnood.
Eic/en H lard No. "21 : Elisatieth Blaeu, door
M. W. Maolaine Pont, V. De Regentenzaal
ware ! dat zou onfatsoenlijk" zijn! Maar 't
zijn harde woorden, woord. 11, de gezegd wor
den om te kwetsen, on pijn te djeii; mogelijk
rrok geuit met de bedoeling o;n te verbeteren...
Maar ik zou trac'iten zoo'n moeder te doen
inzien, dat hij toch niet je gewenschte is, die
»vr end", die ons steeds maar door en op zoo
tactelooze wijze onze feilen toont eii ik zou
pogen haar te doen voelen, dat moreel pijn
doeu 4) evengoed ongelukkig maakt als het
p'iysiek ranselen'1 en haar de heerlijke woorden
willen inprenten van Mirzah-Schaily, wanneer
hij zegt:
Su wenig wie eiti Stcin ein scharïVs Mes9er macht,
So weiiigaucii d'is Uiiglück den Meiisdicn besser macht.
Hart en mes, bei ten kunnen bot gemaakt
worden.
Ziedaar nu mijn eers'en brief. Heb je er ook
geen systeem" ju gevonden, j:: hebt 't
Leitmotief" ge'ioord, dat bij mijn-taak steeds inde
ooreu heeft geklonken en dat motief heet:
vertrouwen.
Tot een volgenden keer,
Je VKODWKE.
4) En een doen scheldwoorden.
HII1IIIIIIMIII1II
IIIIIIMMIIIIIIIIlmHIIItllllHHmlHItllllllllU
De Season. Tea-g'mn en robe de
clunnbre. Applicatie op bJi'inyseh.
Verpleging. De Mitzelmanwlie.
nlinsc'ieiden stathtiek. litcepten.
Da Lindensche season is weer in vollen
gang. Zooals men weet is de aanleiding tot
de season oorspronkelijk de tijd, dat het Par
lement vergaderde; de adellijke grootgrond
eigenaren kwamen dan van hun kasteelen naar
hun huis in Londen.
Dit ia lang voorbij ; het Parlement begint
zyne zittingen al, wanneer men nog vossen
jaagt, in Februari, en de tcason kan niet voor
l Mei beginnen. De season is de triumf der
society, dit wonderlijk Engelsen begrip. Tot
de sueiety behooren toch niet alle adellijken,
ofschoon er dit liijna toe riooiiig is; lang niet
allen die immers veel geld hebben, ofschoon
die er met tact en handig geplaatst geld allicht
inkomen; lang niet allen die »correct" zijn,
ofschoon dit bijna onmisbaar is ; niet eens allen
die aan het hof voorgesteld zijn, ofschoon dit
eigenlijk het criterium heet. De koningin toch
en de prinaen, «royalty", zijn de hoofden der
society; vooral de prins van Wales met zijn
deugden en ondeugden, en de prinses van
Wales, worden sedert jaren als de hoof den der
society beschouwd; de eerste »drawing-room"
der koningin geldt als het begin der season;
zij heeft dan ook 11 Mei plaats gehaL
In vroeger tijd was het onbestaanbaar, lid
der society te zijn, en met fabrieks-
ofhandwerksnyverheid geld te verdienen; nu zijn
groote bierbrouwers lid der society en een
hertog is eigenaar van het grootste aantal
kroegjes in Linden.
De vermakelijkheden der .season zij .officieel
begonnen niet twee voorstellingen der Royal
Italian opera, de opening der Royal
Academy en de Greater Britain Exhibition. Da
R'jyal Italian opera geeft ooi beurten voor
stellingen in verschillende talen; de eerste
was Lohenr/rin, gedirigeerd door Mottl, met
Frau Mottl als Elsa, en Jean en Edouard
de Reszkéals Lohengrin en Kiiaig; de tweede
Cacaleria Jiuxticana met Febea Strakosch als
Santuzza. De tentoonstelling van de koloniën
heeft als aantrekkelijkheid ook een
waterrutschbaan zooals in Canada gebruikt wordt
en een kamp van Zuid-Afrikanen. Bij het
openen is een klein incident geweest. De
hertog van Cambridge had beloofd haar
te openen, maar nu zijn juist tegen het
tentoonstellen van «wilden'' in den laatsten
tijd stemmen opgegaan, zelfs in het Parlement.
De minister Cnamberiain heei't daarom den
hertog verzocht, vau deelneming aan die
plechtigheid aftezien, en rnen is het eindelijk
in zooverre eens geworden, dat de hertog wel
de tentoonstelling mocht openen, maar niet
naar de »wilden" (200 inboorlingen van
ZuidAt'rika mot OO paarden, ossen, olifanten, zebra's
en springbokkenj, zou kijken. Dit is ook zoo
geschied; maar de »wilden", die dansen uit
voeren en, in vereenigingmet -iöEuropeesche
figuranten, tooneelen uit den oorlog met de
Matabelen in 189:5 en 189G vertoonen, hebben
toch heel veel bekijks.
In deze senaon worden ook concerten gegeven
door onze landgenootfn. mej. Tilly C >enen,
contralto en mevr. Fischer Soliell S ;heper,
pianiste, terwy'l Anton van Rooij in een
Wagner- cyclus zal meewerken.
Dat de tea gown, ondarka de pogingen die
ieder jaar aangewend worde.:, op het vaste land
zoo weinig ingang vindt, ligt aan het verschil in
gewoonten tusschen de Engelsche en Franscha
vrouwen. De Fransche houdt wel van haar
robe-de-charntire, maar dat is een veel losser,
ruimer, minder versierd en opgemaakt kleed,
dan de prachtige, monumentale, byna theatrale
tea- gown. waar de Engelsche mee door haren
salon sleept en visites ontvangt. Het verschil ligt
hierin: De Engelsche kleedt zich na haar bad
dadelijk aan, in tailor-made costuum, maakt
haar haar op, gaat boodschappen doen of wande
len, komt daarna thuis, luiicht, en denkt er dan
aan, in het elegante huistoilet visites te ontvan
gen. De Fransche trekt voor of na haar bad de
robe de chambre aan, loopt er mee door huis,
bezorgt haar huishouder, schrijft haar lirieven,
en gaat zich eerst daarna kappen en kleeden.
Voor de eene is dus het ruime kleed de ont
spanning (ofschoon zij daaronder niet minder
voor haar taille zorgt), voor de ander is bet
de voorbereiding. Ojk het vervolg van den dag
staat daarmede in verband. Na den teagown maakt
de Engelsche gewoonlijk op nieuw toilet, laat zich
overkappen en decolleteert zich voor tafel, zelfs
in gewone omstandigheden. De Fraru; dse, die
zich eenige uren later gekapt heelt, ziet er
behoudens buitengewone plechtigheden, geen
bezwaar in, om in hetzelfde costuum visites
te maken, tea o'clock bij te wonen, te dineeren
en den avond door te iirengen.
Eigenlijk is het verwonderlijk, dat hot model op
zich zelf. het losse kleed, of men het dan teagown
of zomerjapon noemt, niet telkens als mode
type voor het heele toilet terugkeert. Het
losse ruime kleed, afhangend en zooveel men
wil omhullend, is toch een der best kleedende
modellen, hetzij zonder ceintuur, als
Empirekleed, hetzij met ceintuur of sjerp, als
Japansche kimono.
* *
*
Wij waren in de gelegenheid, van den heer
Eernisse, decorateur en behanger, Brinklaan
te Baarn, een verzameling motieven voor ka
merdecoratie te zien die iets zeer aantrekke
lijks hebben. De heer Eernisse appliceert op
behangsel of gordijnen van pluche, laken,
satinette, randen van bloemen en bladen, van
linnen uitgeknipt, met zijde overtrokken en
daarna in natuurlijke kleuren getint en
geschaduwd ; men vindt bijna het zelfde
reeds in applicatie met borduursel, maar
uit den aard der zaak is dit kostbaarder en
vereischt in alle onderdeelen da hand der
bekwame borduurster. De bloemen zijn al of
niet gestyleerd ; wij zagen een mosgroen
lambrequin als bekroning eener portière, met
zonnebloemen naar de natuur, met hun bleek
groen op mosgroen pluche, maar ook den
rand van een muurvlak, bloemen en bladen
regelmatig langs een strakke lintstreep ge
groepeerd. Het eene, het losse, eigent zich
beter voor loshangende stoffen, gordijnen, dra
perieën, het andere meer voor gladde opper
vlakten. Margueriten, chrysanthemums, sneeuw
klokjes, fuchsia's, rozen, maar vooral papavers
en zonnebloemen op roodachtige zij Ie of ver
schillende tinten van mosbruin of mosgroen
fluweel voldeden zeer goed. De heer Eernisse
arrangeert zijn bloemornament geheel in even
redigheid van de beschikbare ruimte ; dat
alles uit de hand en per stuk gaat, maakt dat
men juist zooveel kan nemen als men wil, en
van eene draperie om de eene punt een tak
rozen slingeren en de andere dof laten.
Het werk behoeft niet zoo kostbaar te zyn
als het er uitziet, want terwijl de eerste aanleg,
het schetsen en groepeeren der bloemen en het
kiezen der kleur, de hand van den kunstenaar
noodig heeft, en ook het laatste werk, het
nuanceeren en retoucheeren, die vereischt, kan
het tusschengelegen werk, het overteekenen,
uitknippen, met zy.ie bekleeden door werk
sters onder toezicht, men zou byna zeggen
door Frö'ielaars, geschieden.
Het procédézit in den aard der gebruikte
stoffen, hechtmiddelen en kleuren, en vooral
in den smaak van den decorateur, omdat juist
in zijn aanbrengen der ornamenten, in verband
met den vorm der voorwerpen, en met de
in het Bartholomeï-Gasthuis te Utrecht, met
afbeelding. Turfwol. Een episode uit de
bestorming van Stralsund, door jhr. mr. Victor
de Stuers. De slag bij Stralsund, naar de
schildery van J. Hoynck van Papendrecht.
Weerzien, door Jan de Kijker. Tenom en
zijn Radj» (Westkust van Atjeh) met afbeel
dingen. De lange brug te Monnikendam,
door W. O. J. N., met afbeeldingen naar
teekeningen van den schryver. Verschei
denheid.
De Mentor, 4e jaarg. N.>. l: Em terugblik.
Ons standpunt, door Dirk Bierends. Een
bezwaar door dr. A. J. DomelaNieuwenhuis.
De schade- en zakenverzekering van juridisch
standpunt door mr. W. H. M. Werker.
Beoordeeling der Ainsterdamsche Maatschappy
van Levensverzekering door mr. D. H. S.
Veldman. Vrije critiek door Oli Pinxit.
Ingezonden. Critieken en verklaringen on
der redactie van D. Beerends. Belgische
correspondentie. Populaire
Gezondaeidslessen door A. Winkler Prins. Vrouwelyk
Toynbeewerk door A. Winkler Prins. Een
schetsje door Wm. de Bruy'n. Sociologische
Beschouwingen. Het E /angelie der Toekomst.
Armenzorg of Werkverschaffing door dr. I.
Arbeidsbeurzen door G. v. Hulzen.
HHINIIIIMIimUIMMIIIMIIItllflUlinilMllllllltMtlltMItlHIIIII
TWKEDE NAT. COBBE8P. WEDSTRIJD.
Overwinnaarsgroep.
Negen en veertigste zat van Wit.
Partij Partij Partij
No. No. No.
12 bc3: 28 abt: 32 T dl
14 K f 2 30 K e2 35 T dl
19 ....... 31 1> c-2 39 T b2:t
In partij H wordt duor den heer K. remise
aangeboden.
J. J. S.
De Redacteur onzer Schaakrubriek is deze
week verhinderd, ons zijne gewone bijdragen
te zenden.
beschikbare ruimte, zijn persoonlijk talent den
doorslag geeft. Dames die smaak hebben,
kunnen dan ook met hem overleggen, welk
deel van behangsels, vnurschermen,
kamerschutten, draperieën, kussens, canapé's,
tafelkleeden, voorhan««el«. lambrequins, zij met
bloemen overstrooid willen hebben.
* *
*
Van het bekende hoekje van dr. A. Mijnlieff
te Breukelen, De verpleging van kraamvrouw
en kind, is bij de firma J. van Rossen te
Amsterdam, een tweede, verbeterde en ver
meerderde druk verschenen. In het voorbericht
van dezen druk constateert de schrijver met
genoegen, hoe de verpleging der kraamvrouwen
selert het verschijnen van het boekja is voor
uitgegaan, nu de wetenschappelijk gevormde
en geoefende verpleegster vaak de plaats der
klassieke baker heeft ingenomen. Maar lang
nog niet allen zyn voor haar taak op deze
wijze voorbereid, zelfs wil de schrijver het
woord baker nog niet verloren laten gaan,
en aan de velen diqj zonder studie voor het
werk geplaatst zyn, kan dit boekje uitstekende
diensten bewyzen. Ook de moeders zelve zullen
het gaarne raadplegen, te meer omdat de schrij
ver aan de verpleging van het kind in de eerste
weken zeer veel aandacht gewijd heeft.
* *
#
Volgens Ameer Ali, in een artikel in de
Nmeteenth Century, was in vroeger tijd de
positie der vrouw in de Muzelmansche wereld
heel and rs dan thans. Bij de Mooren in
Spanje nam de vrouw aan het openbare leven
deel en oefende grooten invloed uit; en dit
wag geheel volgens de bedoeling van den
Profeet, wiens dochter Fatima zelve een hooge
positie bekleedde »Zij sprtk dikwijls in den
binnenhof van haar huis tot gemengde ver
gaderingen; somtijds zelfs in de moskee. E^nige
van haar preeken bestaai nog. Wat over is
van haar spreuken verraadt een hoogheid van
gevoel, een adel van geest, die nu nog eene
vrouw in ieder land tot eer zou strekken."
Ameer Ali besluit, dat wanneer de vrouw in
vroeger ty'd deze positie bekleedde, de Islam
in onze dagen haar die ook wel weer geven
mocht.
*
* *
Een eenigszins onbescheiden statistiek is de
volgende: de koningin van Italië, die zoolang
bijzonder knap geweest en er nog goed gecon
serveerd uitziet, wordt veel te dik; zy weegt
176 pond. Koningin Victoria we?gt (volgens
het blad Vanity Fair) maar 17f pond; de
koningin van Spanje (misschien is Isabella
bedoeld) 147 pond; de koningin van Belgi
143 pond. De koningin van Portugal weegt
123, de keizerin van Rusland 120 pond.
Keizerin Elisabeth woog ondanks haar flinke
taille, slechts 100 pond, hetgeen men aan haar
voortdurend gymnastiseeren en wandelen toe
schrijft.
De cy'fars komen ona voor over 't algemeen
bijzonder laag te zyn; 100 pond wegen alleen
broodmagere jonge meisjes; 12:j pond is veel
te weinig voor een heel groote goed gepropor
tioneerde vrouw als de koningin van Portugal.
* *
*
Als ondergrond v^or tafel-decoratie buiten,
als men vaak gasten heeft, en wat bosch of
tuin ter beschikking, is aan te bevelen een
stevig touw te vlechten van gedraaid stroo.
Hiervan legt men eerst het figuur dat men
op tafel hebben wil, een ovaal, een vierkant,
hoeken of slingeringen, dan steekt men er
gemakkelyk de klimopbladen, het frissche
groen, het mos of de varens in, of hecht ze
er met groen garen om vast, en kan dan 100
zuinig of zoo royaal als de tuin maar levert
er losse bloemen of bosjes kleine bloesems
tusschen hechten.
* *
*
Atpergesoep. Bsaoodigd l kilo asperges, 2
liter water, 15 gram Liebig, 00 gram boter,
l lepel meel, 3 eierdooiers, een bosje peterselie
en zout naar den smaak. Da asperges, schoon
gemaakt, worden voor zoover ze eetbaar zijn,
in stukjes gesneden, in het water met het
Liebig's-extract en wat zout gekookt, en als
ze zacht zijn er uit genomen; dan maakt men
met de boter en het meel de soep dik, roert
er de eierdooiers in, en legt er de asperges
weer m met de peterselie en wat dobbeltjes
gebakken brood.
E?e.