Historisch Archief 1877-1940
No. 1144
DE A M S TER D A M ME WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ik hoop dat er een groot getal exemplaren
van zullen gekocht worden voor St.
Nicolaas-etdeaux.
v. H.
Uil Kennemerland, Schetsen en Beelden
door NORA Met een inleidend
.we«rd van dr. Laurillard, Amster
dam. N. J. Boon, prijs ?! O.
Al heeft Busken Huet eenmaal de
dorpsnovelle vergeleken by een afgezaagd instrument,
.waaraan Hollidee voor 't laatst eenige
wellui>«Lende -toonen ontlokte, toch is gebleken dat
het .nog zeur bruikbaar is mits men er goed
op speelt, zooals o.a. Nora.
Hare schetsen en beelden hebben iets zeer
aantrekkelijks. Als Nora voor de
Kennemerlandsche boertjes en boerinnetjes hart heeft,
?dat zy meer van hen vertelle ; wy zullen gaarne
luisteren, want zij doet het heel aaidig.
v. H.
«iiiHMnmiiirniiiiiiiiuin)iiiiiiiiiiniinMniiiiiiiiMmiMiiiiiiiiiiii»Hii«M
$na&zonk&n.
«MIIINIIIIIMIIiniMIIIIIIIIIIIIIIIIHIItflHIimilIMIHIIIINMimtlMMMl
Aanstelt Yan Zee-officieren in
Geachte Eedactie!
Met uw kritisch oog op maatschappelijke
toestanden en uw medegevoel voor de min
der bedeelden, beeft u 'reed s menige wond
der maatschappij gepeild en middelen ter
f enezing aanbevolen. Zou u bij
gelegeneid nu ook niet eens kunnen wijzen pp
?de onrechtvaardige en willekeurige manier
waarop maar al te dikwijls openbare be
trekkingen onder 't. publiek worden
uitge?deeld? Vooral de in het ocg loopende
bevoordeeliug der officieren, inzonderheid der
zee- officieren. Het is opmerkelijk als men
nagaat, waarvoor die heeren alzoo door de
autoriteiten bij uitstek geschikt worden
geacht. Kenschetsend hiervoor is 't gezegde
van, e«a vader, dat zijn zoon zee-officier
was geworden, om later met te meer succes
naar een winstgevende burger-betrekking
te kunnen dingen. Hoe brutaal-cynisch,
maar hoe waar tevens, teekent dat den
imidigen stand van zaken, ten aanzien van
liet punt waarop hier de aandacht
geveatigd wordt.
Een recent geval hebben we nu pas weer
te Rotterdam gehad. Vacant was de be
trekking van adjunct-havenmeester. Nu zou
men denken, dat voor een zoo nautische
betrekking toeh.w_el vooral een koop-vaard
ijman, in aanmerking gekomen aal zijn. Wat
?aien we>e«hter? Op de voordracht drie officie
ren der marine, waarvan een gepensioneerd.
Wij 'weten -niet .hoe groot 't getal sollicitan
ten naar genoemde oetrefckmg geweest is,
maar dat vele gezagvoerders en officieren
?der koopvaardij daarnaar dongen is
algejaeen bekend. Onder ai die vertegenwoor
digers van onze handels-marine, dus geen
-e.pkele door den Rotterdamschen Gemeen
teraad waardig gekeard, om dien zoo bij
-uitstek .praktisehen poet te bekleedee. De
publieke opinie denkt hierover heel anders
?dan Rotterdam's vroede mannen; zij be
schouwt jukt de officieren der handelsvloot
al& 't meer praktisch, die der oorlogsmarine
«te 't meer theoretisch gevormde deel der
Neder] andsche zeelieden, en moge men al
de »vox populi" niet voor onfeilbaar
houin dit opzicht meenen wij toch, dat
ziet en oordeelt.
het recente van 't geval, wezen
w op de benoeming te Rotterdam, doch
in ^t verleden liggen nog wel meer andere
-derceMjke Bevallen. Voor een democra
tieën gezinde redactie van een dagblad of
Itjdschrii't, zou 'teen nuttig en dankbaar
werk zijn hieromtrent gegevens te
verzamele», om .deze wanneer zij tot een voldoend
aantal waren aangegroeid (en dit zou bij
't gebruikelijke stelsel niet zoo heel lang
duren) te puW-kxepen, en zoodoende een
.flinke bijdrage te kunnen leveren, tot ver
betering v-an de ook op dit punt zoo zieke
Maatschappij.
Wij stippen nog even aan, dat te Am
sterdam, n« ongeveer 10 jaren geleden, ook
een zee-officier tot havenmeester werd be
noemd. Toemaals viel de onbillijkheid nog
meer in 't oog, omdat de benoemde tevens
?een pensioen van ± f 3000 .geniet. Of der
gelijke benoemingen thans te Amsterdam
waar de gemeenteraad langzamerhand meer
vooruitstrevende ea democratische elemen
ten ia zich opnam, nog mogelijk zijn
meeneH wrj te mogen betwijfelen, Tgdens de
havenmeesters- benoeming aldaar, schreef
de redacteur van 't toenmalige dagblad
De Amsterdammer een protest tegen die
benoeming, voor zooverre wij weten, het
?eeaige, waarin i»en het voor de
koopvaardymannen opnam. Ook het ambt van
waterschoat te Amsterdam, een rijksbetrekking,
wordt door eea gepensioneerd zee- officier
bekleed, de vroegere directeur van 't toen
malige Rijks Entrepot aldaar was een oud
zee of ficier met een groot pensioen. De
directeur van 't z.g. werkhuis te Amsterdam
is een gepensioneerd oud-zeeofficier van ad
ministratie. Opvallend is 't dat al die heeren,
bij de reeds flinke traktementen aan ge
noemde betrekkingen verbonden, nog een
peuBioeu hebben, dat een. burgerman als
volledig inkomen niet versmaden zou. En
lust act least 't M. O. -Ook bij dien tak
van dienst hebben de H.H. officieren zich
ingedrongen of laten indringen, ook voor
de volksontwikkeling heeft men in hen
uitstekende krachten gezien. Zijn zij daar
waar de meer praetiache eischen op den
voorgrond treden dikwyls de uitverkorenen,
ook pp meer paedagogisch en wetenschap
pelijk terrein worden zij meermalen als de
rechte man op de rechte plaats beschouwd.
Maar zal men zeggen, de wet op het M. O.
geeft hun immers de bevoegdheid tot het
geven van M. O. Zeker, naar de letter der
wet is er tegen hun bevoegdheid om als
leeraar M. O- op te treden niets in te brengen,
de overgangsbepalingen der wet op 't M. O.,
art. 92, zijn daar om dit te bewezen. Wanneer
men echter in aanmerking neemt dat ge
noemde wet van 1863 dateert, dus nu 3öjaar
oud, en 't daarom een absurditeit is, nu
nog bij overgangsbepalingen te leven, dat
de onderwns-mannen haar deswege gewoon
weg belaciieHjk eu La de hoogste mate
De directeur van het electrisch trambedrij f.
Mr. VENING MEINESZ : »Nee het secuur, dokter! Als deze niet deugt is de ander misschien goed. Eerst de gezondheid en dan de electriciteit."
nimiiimtHiMii
imuiMiiHiMHiHMnHHnnMMHiMiUHiiiMiinMMiiMiMiMiHimiMiniiiiiiiMmiMiiintmiMMniliiMnuiiiiMMiniiim
onbillijk vinden, dan zou men mogen
verwachten, dat de autoriteiten bij benoe
mingen meer naar den geest der wet
zouden handelen.
De adelborsten en kadetteu, verlaten ove
't algemeen instituut of akademie op eei
leeftijd, waarop de student pas rgp bevocdei
wordt, om met vrucht de lessen der hoog
leeraren te volgen. D« leeraar bij het M. C
die zjjn bevoegdheid, door middel van, swat
akten, moet verwerven, verkrot deze een
na jaren van ingespannen studie. Zou da
de toekomstige officier, diezelfde kenn
kunnen verwerven gedurende zijn yierjar
?verblijf aan instituut of akademie? I
adelborst of fcadet die -eindexamen afle<
in al de technische wetenschappen (was
onder men N. B. ook al de zuivere wbkun)
rekent) waarin hij gedurende den curs
onderwijs ontving, staat na afgelegd exan»
op een lijn met den dokter in de philosopb,
den leeraar met akten M. O., den ingenier.
Voorwaar dit kan nooit de bedoeling r
weest zijn van den vader van het M.
den grooten Thorbeoke, slechts als
organgsbepaling en ais zoodanig alleen, m
te voorzien in de eerste behoefte bg et
M. O., mag men artikel 92 beschoawe.
Op grond dier letterlijke wetsinterpretie
van art. 92, zijn er in den loop des jaars iel
wat officieren bij het M. O. als leeraar in
gesteld. Bij 't zeevaartkundig onderijs
is men ook teeds zoover, dat aan 't brf'd
der drie groote zeevaartscholen inans
land, thans oud-zeeofficieren staan, tevijl
de kleinere scholen, directeuren met tea
M. O. hebben. Te Amsterdam is
d<toestand al heel ergerlijk. Ongeveer vieriren
geleden, riep het bestuur der
Amsteiamsche Zeevaartschool sollicitanten opvoor
de betrekking van directeur dier stool,
met de beperking, dat alleen zee-offieren
ia aanmerking zouden komen, en veeden
jaar achtte men 't daar in 't gehe< niet
noodig een oproeping te doen, doa be
noemde men een zee officier, zonderenige
openbare mededinging. Wel vleied en
bemoedigend voor zoovele verdientelijke
leeraren, die hunne beste krachtenaan 't
onderwijs wijdende, hun geheel levt op de
eilanden of minder gunstig gelegei plaat
sen moeten slijten, zonder hoop ojeenige
bevordering. Overbodig wellicht :r nog
bij te voegen, dat dellaatstbenoeme direc
teur der Amsterdamsche Zeevaartstiool ±
f 3000 pensioen heeft. We merkemog op
dat de verschillende zeevaartschola rijks
subsidie genieten, dat dus alle beoemin
gen aan die scholen de sanctie an den
Inspecteur van het M. O. moeteniebben.
Moge er onder den nieuwen Irpecteur
voor het M. O. een tijd aan brekenran ver
betering, en toestanden als de bova aange
haalde tot de onmogelijkheden aan
behooren.
Geachte Heer Redacteur, ik oop met
het bovenstaande te hebben aagetoond,
hoeveel er nog te verbeteren vat, eer bij
benoemingen de rechtvaardigheic betracht
wordt. Moge dit artikel er iel toe bij
dragen, om hierin verbetering tj brengen.
U dankende voor de plaatsruhte.
R. X.
PmaaHocentsdiaB van den neer?, , Soes.
Geachte Redactie.
Het is allerminst belangstelling n het pri
vaatdocentschap zelf, door den her Van der
Goes op aandrang van twee, drie bnderd stu
denten gevraagd, dat mij er toe ledt, u eenige
regelen over deze aangelegenheid tetezenden.
Noch idealist, noch student, nch Amster
dammer, laat het my persoonlijk :oud, of de
heer Van der Goes in de hoofdtad aan de
universiteit de Bocialigtische econonB
zalonderwyzen. Toch is er iets, dat mij ot spreken
dwingt; ik wenschte nl. te wyzen op een ver
schijnsel dat my' byzonder getroffa heeft, by'
de bestrijding van den heer Va. der Goes,
van wiens geschriften ik, gelyk zoo velen,
sedert verscheidene jaren, met belangstelling
getrouw kennis heb genomen.
De drie hoofdbestry'ders, die ik in de bladen
ontmoette, waren de heeren Steinmetz, Te Winkel
en Betz en nu wil het toeval, dat de heer
van der Goes juist met die drie heeren die
hem zoo gaarne voor onwetenschappelijk uit
maken, of zooals de heer Te Winkel het
doet voorkomen, omtrent wiens
wetenschappelykheid nog een onderzoek moet worden
ingesteld! als ik het zoo noemen mag een
appeltje te schillen heeft gehad.
Is het b.v. niet opmerkelijk, dat de heer
Steinmetz, de Utrechtsche privaat-docent in
Sociologie en Ethnologie,) het privaat-docent
schap van v. d. G. bestrijdt, die ia 1895 eeu
van socialistisch standpunt zeer degely'k en
scherpe kritiek schreef op Steinmetz, Bede
ter opening van den Cursus", waarin o.a. deze
woorden voorkomen: »Van vele sociologische
verschijnselen en feiten geeft de heer S. een
juiste voorstelling; alleen aan het sociologisch
feit dat de heer S. als privaat-docent aan de
Utrechtsche Universiteit is toegelaten, mankeert
een wetenschappelijke waardeering niet slechte,
maar is tusschen de regels van de brochure
eene te lezen welke ons volkomen onbevredigd
laat." Zonderling dat de heer Steinmetz nu
niet eens Van der Goes »rede" heeft kunnen
afwachten om revanche te nemen.
Wat den heer te Winkel betreft, in de
Nieuwe Gids, Dec. 1887, havende de heer v. d.
tioes den schryver van een Volksbelang, Op
merkingen over Letterkundige Critiek, dermate,
dat de professor evenmin als wij lezers dit nu
reeds vergeten kan zy"n.
En onder den titel Salomons kat gaf alweder
v. d. Goes in de Kroniek een kritiek op Betz
Gedachten over Allerlei, die voor het minst be
wees, dat de Heer Betz niet het recht had te
schryven; »Het gaf (een artikel: Studie over
socialistische Aesthetiek) mij den indruk dat de
schryver een argeloos onwetenschappelijk per
soon is, en wat ik later af en toe van hem las,
heeft dezen indruk bevestigd".
Natuurlijk zullen over de waarde van
dergelgke critische beschouwingen, de
gecritiseerden zelf allicht anders denken dan de lezers,
die daarbij hun goed humeur niet inschieten,
maar genieten van zoo menige h. i. juiste op
merking en vaak ook van een spel vol geest
en vernuft.
Doch gesteld zelfs dat deze critieken
van Van der Goes eens als getuigen van
zy'n onwetenschappelijkheid konden gelden,
moeten het dan de gecritiseerden zijn, Stein
metz, te Winkel en Betz, die het woord vra
gen om hem als privaat-docent te weren?
Dat is t.iet zoo als het behoort. Want als
deze personen optreden om op die manier het
universiteitsbelang voor te staan, ZQH zy toch
allereerst rechter in eigen zaak, en dat is een
functie, die wetenschappelyke menschen vooral
niet moesten willen uitoefenen.
Met dit schrijven in uw blad op te nemen,
zult gij verplichten, Uw dw.
B. L. v. T.
treden, heeft het voorloopig Bestuur gemeend
een vergadering te moeten uitschry'ven tot het
constitueeren dezer Vereeniging. Op deze ver
gadering, die op nader te bepalen datum zal
plaats vinden, zal den aanwezigen in den
breede het doel en streven dezer Vereeniging
uiteengezet worden. Personen die daaraan
wenschen deel te nemen, worden verzocht den
ondergeteekenden daarvan schriftelyk kennis
te geven en tevens te melden, welk instrument
door hen wordt bespeeld. Brieven worden
ingewacht tot en met dea Hen Juni e.k. by'
G. J. LIN6EMAN, Rechtboomsloot 21 en
M. W. SWALFF, Zwanenburgwal 13.
A'dam, 25 Mei 1899.
Dolle toren,
Geachte Redactie!
Dat men door zijn medemenschen voor 't
hoofd wordt gestooten is niets vreemds in deze
wereld, maar dat de tochtdeur van een nieuw
postkantoor een argeloos binnentredend man,
den boed van- en een dikke buil voor't hoofd
slaat, is meer dan een goedig burger verdra
gen kan.
De architect van 't nieuwe postkantoor te
Amsterdam, die overigens allen lof verdient,
heeft m. i. zich met de deuren heel gevaarlyk
vergist, 't Kan immers niet in zy'n bedoeling
liggen invaar lichamelijk letsel of doodslag
te bevorderen en toch zou een meisje of
kind, indien het zoo'n slag als die myn hoed
? het leven kostte tegen 't hoofd had gekregen
er niet veel van navertellen.
Ik vernam dat behalve een paar parapluies,
die totaal onthoofd werden, reeds een oude
dame voor ''t hoofd gestooten en een jongen
ernstig aan de hand werd gewond kleine
builen en opstappers aan verschillende bezoe
kers bleven buiten rekening.
Zou 't nu niet verstandig zy'n, vóór er door
die deuren dooden vallen, de noodige maat
regelen te nemen, dat ze ongevaarlijk en
handelbaar worden ?
| Dempt de put enz. enz.
j Dankend voor de plaatsruimte,
Hoogachtend,
Mr. B. VAN LOON,
advocaat te Leeuwarden.
Geachte Redacteur i
Op initiatief van eenige musici, zal binnen
korten ty'd een vereeniging gesticht worden
tot bevordering van de muzikale ontwikkeling
onder die beoefenaars der muziek, die nooit
in de gelegenheid waren gesteld met het
»sameaof orkest-spel" kennis te maken. Reeds velen
hebben hun adhesie met dit plan betuigd en
hebben zich reeds bereid verklaard als wer
kende leden toe te treden. De vereeniging
zal zich ten doel stellen op dusdanige manier
werkzaam te zijn en de gelegenheid, zoowel
voor dilettanten alsook voor hen, die de muziek
als »vak" beoefenen open te stellen. Z\j
zal zich er ook speciaal op toeleggen, moderne
en klassieke werken uit te voeren.
Bereids heeft de heer Joh. Zaagmans,
kapelmeester bij het 7e reg. infanterie, alhier
toezegging gedaan als dirigent van deze
eventueel te stichten Vereeniging te zullen
optreden. Daar er nog voor velen de gelegen
heid schoon is tot deze Vereeniging toe te
IIIMIIMHM1IIIIIIMI*
SNUIFJES.
Met genoegen heb ik het telegram gele
zen door de vredesconferentie aan den
Czaar gezonden:
»La conférence de la paix dëpose aux pieds
de Votre Majestéses respectueuses félicitations
a l'occasion de son anniversaire et exprime Ie
sincère désir de coöpérer i l'accomplissement
de la grande et noble oeuvre dont Votre
Majestéa pris la généreuse initiative pour
laquelle elle la prie d'agréer son humble et
profonde gratitude.
DE BEAUFORT''.
In 't bijzonder behaagt mij daarin dat
»dêpose aux pieds de Votre Majesté".
De conferentie heeft door De Staal ook H.
M. onze Koningin een dan k betuiging doen
toekomen, en die gelegd »aux pieds de S. M."
Ik hoop nu maar dat de beide Majes
teiten zich de moeite gegeven zullen heb
ben, het gedeponeerde oj) te rapen.
Nog verder strekken zich mijn wenschen
uit. Dat men een keizer aller Russen, die
met den knoet regeert, zoo maar niet iets
durft te overhamïigeit, begrijp ik volkomen;
wie zou waardig zijn hem als een gewoon
mensch te naderen en hem geluk te wenschen
zonder zich neder te buigen tot aan Z. M's.
voeten ? Bovendien de Czaar is meer een
Oostersch dan een Westerseh vorst, en voor
Oostersche vorsten zijn de voeten van nog
veel meer beteekenis dan voor zijn Wes-f
tersche collega's. Nietwaar, zij Oosterlingen
zetten hun voeten op den Bek hunner
vijanden, en som» ook wel eens op den
nek van hun onderdanen. Nog niet zoo
lang geleden hoorde ik iemand, die Sumatra
bereisd had, vertellen, dat een vorsi, van uat
Rijk door hem, op voorbeeld van zijn hof,
werd toegesproken met de woorden:
SeriPadoeka, dat wil zeggen: Verheven Schoen!
In dat Oostereche Rijk is de schoen en
bijgevolg ook de voet alles. Trouwens zelfs
de huiselijke pantoffel heeft in dit opzicht
bij ons reeds reputatie, en Datheen heeft
immers al gezongen, »op JEdom koen wierp
ik mijn schoen" een groote schoen moet
dus een voordeel zijn en heelemaal schoen
te worden, zal wel het toppunt zijn door
zulk een heerscherte bereiken. Deze filosofie,
hoe leerrijk ook, ou ons te ver kunnen
voeren. Ik wns er dan ook slechts in het
voorbijgaan op, alleen om de zinrijkheid
van de door de Beaufort gebezigde woorden
beter te doen uitkomen en om niet
verkeerd begrepen te worden, alg ik de
vraag doe, of wij Nederlanders deze manier
van spreken niet van de vreemdelingen
zouden kunnen overnemen en haar invoeren
bij ons mondeling of schriftelijk onderhoud
met de koningin. Waarom zouden wij blij
ven achter staan bij nog maar half be
schaafde natiën, in hoffelijkheid jegens
onze vorsten, wier voeten, ik ben er zeker
van, zich nooit hebben behoeven te schamen
voor die van den Czaar, of om het
volmaakste op dit gebied te noemen voor
die van bovenbedoelden Sultan'? Zouden
we het niet tot de geijkte formule bij het
aanbieden van adressen, requesten, ant
woorden op de troonrede etc. kunnen maken.
»Wij leggen aan Uwer Majesteits voeten
neder enz. enz." Ik heb werkelijk alle hoop
dat het eenmaal nog zoo ver komt. Wij
Nederlanders zijn nooit zoo hee] onleerzaam
geweest, als er iets uit het buitenland viel
over te nemen of na te ... doen.
En wat zou het aardig wezen, als dit
door de vredesconferentie bij ons werd
uitgewerkt. Wat mij betreft, ik ben lang
zoo pessimistisch niet als de meesten om
trent het slagen van dit hooge lichaam in
»la grande et noble oeuvre dont SaMajest
a pris la généreuse initiative", en waarvoor
ook ik Z. M. smeek mnn nederige en diep
gevoelde dankbaarheid te willen aanvaar
den. Toch, men kan niet weten; 't zou
kunnen tegenvallen, maar waren wij nu
voor goed door de Beaufort en De Si aal
gewezen op H. M. voe_ten, welk een troost
zou dit voor onze natie niet büde teleur
stelling zijn? Enfin, laten wij allen tot dit
doel medewerken. Ik beloof voor miju
deel de hoogste inspanning. En zouden er
dan in den Haag niet verscheidenen gereed
staan, om onder leiding van Du Tour ons
volk ook dezen zegen te verschaffen ?