Historisch Archief 1877-1940
No. 1146
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Van dezen vroepren 241 slechts nmaal
pen boek aan ; 144 van 2 tot 10 malen ;
97 vaa 10 tot 320 malen. Hrt meest ge
lezen werden de werken van Zola, Justus
va« Ma-urik, Conseienoe, va.i Lsnnep, Jules
Verne, Bosboom Toussaint, Multatuli,
Diakens, Darwiu, Shakespere en
Schopenhauer.
Het aantal wetenschappelijke voordrachten
over verschillende onderwerpen door be
kende sprekers heeft 24 bedragen; het totaal
aantal bezoekers van deze voordrachten
6448 d. i. gemiddeld 268 per avond. Verder
werden 22 gezellige bijeenkomsten (theater,
concerten, voordrachten) met welwillende
medewerking van eer>te krachten georga
niseerd, die gemiddeld door 422 personen
werden bezocht.
Ten slotte nog een enkel woord over de
reiselubs: in den zomer van 1898 werd
Hoor 3 clubs weder een reisje ondernomen.
n club trok naar Arnhem, alwaar de
reizigers drie dagen in de heerlijke omstreken
ronddoolden en voor dut genot elk slechts
?3,17 tot dekkiiig der kosten behoefde bij
ie dragen. Dit gezelschap bestond uit
18 personen.
Een tweede club, uit 7 gehuwde paren,
10 jonge vrouwen en 7 jonge mannen be
staande, vertoefde gedurende 5 dagen (de
reis inbegrepen) te Keulen en Bonn en in
het Zevengebeigte, waarvoor door elk der
reisgenooten ? 16 was bespaard. De derde
club eindelijk had het heerlijke Ahrdal
als reisdoel uitverkoren. Vier dagen werd
met volle teugen van de heerlijke
bergnatuur genoten en ook daarvoor was een
bespaard bedrag van ? 10 toereikend.
Behalve deze médaagi-ehe reisjes, welke
alle onder leiding van een ter plaatse bekend
persoon ondernomen zijn werden door vele
anderen ook verschillende ndaagsche
uitstapjes gemaakt in de nabijheid van
Amsterdam, welker kosten niet meer dan
? 1,50?? 1,90 hebben bedragen.
* *
#
Aan het jaarverslag van »Ons Huis"
mochten, naar wij meenden, wel eetiige
meerdere regelen worden gewijd, dan in
den regel aan soortgeliike geschriften te
beurt' kunnen vallen. Vooral de daarin
genoemde statistische cijfers toch, bieden
voor den belangstellende een hoogst leer
zaam overzicht, dat vooral voor de navol
gers dier amsterdamsche vereeniging in
andere gemeenten, vaak een niet onbelang
rijke leiddraad kan zijn.
Delft. Dr. J. C. E.
MnmiiiiiiiiMiHHiiiftiiifiiHniiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiimitMHtMH!
Declineeren,
Het Centrum meent te moeten protes
teeren tegen de wiize waarop de werk
zaamheid van den Referendaris de Stuers
thans wordt besproken.
Het weekblad De Amsterdammer", aldus beweert
Het Cen'rttm, dat ecu gelegenheid om den heer de
Stuers te declineerer, niet laat voorbijgaan, schreef
thans in een artikel over di'Z,; treurige quaedtie:
Natuurlijk stflJe de Ki'ferendaris, die in tennis van
oud-IIollandsche schilderkunst niet ia Bn c/itts' sdiaduia
kan staan (\vrj cui'siveeren lied. C.}, zieh tot
plicht, eerat met Van Houten en IntiT met
Borgesius op ziju manier orde Ie honden in
het Mauritshuis."
Behalve de reeds docir ons goiignnlecïle onjuiste
aantijging, dat de referendaris deel zou h.'bbc.u in de
standjes tusschen dr. B r e d i u s en minister Van
H o u t e D, doen iu dezu zinsnede p:,;nlijk aan de
door ons gecursiveerde \voordeu, waarmede jhr. d e
Stuers als kenner onzer schilderkunst i» den hoek
wordt gezet. liet is natuurlijk o[; xk-lizrli' reeds
eigenaardig, dat de reductie van liet \YeeMjl;id x.ieh
uier een vergelijkend oordeel aanmatigt over kunst
historici, waar men (och nimmer veniaiu, dat zij
imcn.
[imimiiiiiiiiiiiiiiiini
ifiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii,
Be ttetaust van Jim fles.
DOOK
B R ET HARTE.
Geruimen tijd uiels anders dan 't eentonig
gekletter van den regen op 't, dak der diligence,
't geknars der wielen door modderig grind, eu
nu eu dan het getrappel van paardenhoeven
op eene rotsach'ige verhevenheid van den weg.
Alle gesprek had opgehouden ; de luchthartige,
jeugdige uitgever op de voorste bank, dien men
onbescheiden praatziek had gevonden, was stil
geworden, sedert de zwaargebouwde man op de
middelste bank met gemaakte berusting zijne
cogen naar de zoldering had gekeerd, eu 't magere
vrouwtje naast hem, met den deftigen hoed,
zich preutsch. had afgewend. Onder 't
voorthotsen deed een onverwachte schok van tijd
tot tijd de regendroppels in stroomen van 't
afdak neervallen langs de glazen, alle uitzicht
benemend op 't doorweekte landschap, waarover
de komende nacht reeds zijn sluier begon
te spreiden. Wel had de snelle rit, door
Summit Springe, waar een aantal pas aangekomen
afgevaardigden uit 't graafschap in de veranda
van 't eenige tótel vereenigd stonden, een
oogenblik verademing en afleiding gebracht maar
dat lag reeds drie mijlen achter hen.
Voor den jeugdigen dagbladmaa bleef dus
geen ander tijdverdrijf over dan bij
tusschenpoozen steelsche blikken te werpen op 't gelaat
van den eenigen medereiziger, die met hem
scheen te sympathiseeren, maar die te ver af
zat om een gesprek met hem aan te knoopen.
Met een schalksche en toch eenigszins verlegen
uitdrukking had de jongeling hem van uit ziju
afgelegen hoekje zitten gadeslaan: een eigen
aardige mengeling van bewondering en peinzende
belangstelling tevens, zonder verdere toenade
ring dan een fliuw, weemoedig glimlachje. En
ook dit werd ten laatste onzichtbaar in de
toenemende duisternis; want de groote lan
tarens aan weerszijden der diligence wierpen wel
hunne stralen op de voorwerpen langs den weg,
maar binnen de koets viel geen licht. Het
scheen wel alsof ieder langzaam indommelde.
Eensklaps echter werden allen wakker, om tot de
ontdekking te komen, dat 't voertuig blijkbaar
stil stond! Niemand -wist precies te zeggen,
wanneer dit gebeurd was! De jonge uitgever
juist van kunstgeschiedenis eene studie maakte. Maar
de onjuistheid dezer appreciatie op zich genomen
schijnt ons ook onbetwistbaar.
Niemand zal ontkenne i dat dr. B r c d i u s, door
zijne speciale en laudio'i^e stuilicn over on/e zeven
tiende eeuvvsche sehild>-,i'seU'>ol, op dat beperkte terrein
de mau is; liet ble,:k echler no; nimmer, dnt, hij
zijne krachten ook :ia;i onze iuiildclccu\vsclu' schilder
kunst wijdie. Maar wat de bewering van T>e
Amsti-rd<imni''r geheel onhoudbaar niiiakt, is, dat juist d c
Stuers liet is geweest", die de urondsliiiien legde
voov eene wetenschappelijke beoefening der geschiedenis
onzer schilderkunst en dat hij dit deed op een zuu
uitnemende wijze, dat zijn werk ook llums no4 vaa
grooie vvaurje blijf r.
Wij zesden dit niet op ons eigen gezag, man'
bc1', iepen ons om niet in de fout van ]),;
Amslerd/unmer te vei'vajk'ü, die ineesprrekt zoniier kennis
van zaken, op het ^etuigcuis van dv. Hofstede
de G r o o l, die niemand van een te groote
inr-tijdistlicid voji' jhr. de Stuers z;d kunnen verdenken."
en dan volgt hft bekende citaat over De
Stuers' werkzaamheid, van den heer de
Groot.
Zonder kennis van zakrti. geleid door de
zucht om de Sluei's1 verrltt'/tsten te verkleinen,
hebben wij dus beweerd, dat, de IWereiuiaris
in kennis van oud-hollandsche schilder
kunst niet in Bredius' schaduw kan staan
en wij maakten deze opmerking in verband
met hut dadelijk volgende »en stelde, z,ich
tot plicht, on (1-er van Houten B jrgesiup,
on zijn mnüier orde te houden in het
Een kind zou nu toch kunnen begrijpen,
dat hier bedoeld werd de oud-hollaniUche
kunst in het dlauritakuix vettt'genwoordis'i,
de oud-holl. kunst van de IGi en 17e
eeuw. Dit en niets anders hebhen wij ge
constateerd en \vij mochten dit
constateeien, immers het Centrum zelfver/eken:
? niemand zul ontkennen, dat dr. Bredius
op dit beperkte terrein de man is", m. a. w.
dat de Siuers in de«e kennis, waarom het
bij den direcieur van dezeoud-holland.-che
kunstverzameling te doen is, niet haalt;
anders gezegd, niet in zijn schaduw
staan kan.
Welnu, op grond van dit door niemand
te ontkennen feit, acht het Ctntrum zich
geroepen ons te kapittelen. Wij hadden,
sprekende over hetgeen onder van Houten
en Bargesiui in het Mauritxhuis is voorge
vallen, om De Stuers in zijn waarde te laten,
moeten gewagen van de middeneeuwsehe
'kunst en zijn Notice historique et deseriptive
alsof' hij op grond van dat werk wel geacht
zou kunnen worden in de schaduw van
Bredius of' Hofstede de Groot te staan als
kenner van de oud-hollandsche kunst der
17e eeuw! .'
Wij nemen gaarne aan dat het Centrum
te goeder trouw, meer in onze woorden
gelezen heeft, dan wij daarmee hebbeu
bedoeld en konden bedoelen, maar het is
niet voor den eersten keer, dat dit blad
ons verdenkt van geleid te worden door
de zeer laakbare zucht om De Stuers'
verdiensten te verkleinen. Zoo verzekert
het ook thans, dat wij «niet gaarne een
gelegenheid laten voorbijgaan om de Stuera
te declineeren."
Wij durven eerlijk het tegendeel ver
klaren al stemmen wij gaarne toe, dat wij
over de verdiensten van den heer de Siuers,
als referendaris, den lande bewezen en deze
verdiensten komen alleen in aanmerking
minder geestdriftig gestemd zijn dan an
deren ; iets wat loeh zeker geoorloofd zal
zijn, zonder verdacht te moeten worden van
een streven om »de Stuers te declineeren."
Jaren lang hebber» wij. niet een persoon
lijken strijd, maar een zakelyken strijd ge
voerd tegen een zoo goed als absolute heer
schappij van _én persoon over deolficiëele
kunst en of de heer DeSiuers nu al aan
de kunst der middeneeuwen, en misschien
aan de wetenschap der middeneeuwen, en
de hemel weet waaraan meer gedaan heeft
dit kan ons niet weerhouden een uiterst
vicieuzen toestand te veroordeeleri, die onder
en door hem is tot stand gekomen en werd
bestendigd. Nooit hebben wij voorbijgezien,
dat hij door zijn krachtige persoonlijkheül
een stoot, aan de kunst- beweging 111 ons
smalle Holland heeft gegeven ; dat iiij leven
illlllllllllllimiHIIHUIIMIitllHHIIIItllml
liet zijn raampje neer. Ue lantaarn aan dieu
kant was verdwenen, maar te zien was er niets.
Op een afstaud hoorde men een flauw geplas.
//Wel?" deed zich eene ongeduldige stem vau
den b ik Inoren. Wat hè1) je gevonden 'i" 't Was
de bevelende stem van Yuoa Udl, deu voerman,
eu ieder luisterde met, spanning Laar 't, ant
woord.
Zwakjes klonk het uit de richtii g van waar
't, geplas kwam : Hier bijna vier vout, eu wordt
verder op dieper."
//S'ilstaaud water?"
//Neen stroomend, van de Fork."
Er volgde een algemeen dringen naar de ra
men en 't, portier, 't Geplas naderde. Toen
viel een lichtstraal op de boomen, 0,1 de ven
ster^, en op twee voet dit p geel water, dat
vreedzaam ouder hen doorstroomde !
Het magere vrouwtje slaakte een kreet.
//Gevaar is er niet," sprak de conducteur,
terwijl hij door 't water wadende nader kwam
met de koetslautaaru in ziju hau I. Maar
omkeereii moeten we en terusjrij len naar de
Springs. Vannacht kunnen we hier niet door
heen."
Waarom ons dit, niet eerder gezegd':" bromde
de dikke man verontwaardigd uit een der
raampjes.
,/Jim," zei de voerman met, die kalme be
dachtzaamheid, die nooit faa'* de aandacht der
toehoorders af te dwingen.
,/Ja, Bill."
//Heb je soms nog een exemplaar van die
geregelde bulletins, die de Diligence Maat
schappij om de tien minuten aan iederen passa
gier pleegt te laten uitreiken om hem te vertel
len waar we zijn, hoe ver 't is tot 't, naaste
station, en hoe 't niet liet weer gesteld is ?"
//Neen !" zei de conducteur, brommig, terwijl
hij op den bok klom, er is er geen enkele meer
over. Waarom ?"
Omdat daarbinnen de Keizer van China er
een verlangt! Hoep! Blijf zitten daarbinnen!
Vooruit!" De zweep klapte, een hevig ge
plas, achterwaarts, toen. voorwaarts schokte
de koets; de natte koppen en flanken van
't voorspan doemden een oogenblik op voor de
ruiten, een zwenking van den geheelen romp
van 't voertuig om ziju assen, een woeste,
langgerekte ruk ??en toen ? opnieuw het
welkome geluid van paardenhoeven op harden
grond.
//Hé! stop voerman !"
't Was de stille vriend van den uitgever, die
uit een der raampjes lag.
//Ligt Wilkes' hoeve niet hier vlak bij ?"
//Ja, zoowat een halve mijl dieper in, zou ik
denken," antwoordde de man kortaf.
j gebracht heeft in de doodsche brouwerij.
: Maar wij konden het oog er niet voor
j sluiten, hoe de krachtige persoonlijkheid,
bij sterk geprononceerde overtuigingen, met
despotische neigingen bedeeld, zoowel ten
opzichte van personen als zaken, in strijd
moest komen met den vrijen geest van ons
volk, waaruit ook de oud-Hollandsche
kunst is geboren.
Deze verwachting is meer dan bevestigd.
Niet de wetenschappelijke of kunsthisto
rische bekwaamheden van De Stuers zal
iemand te gering achten, om hem geschikt
te rekenen vor>r een referendarisschap
maar dn anilileriaarxliocdaniylieden, op een
zoo tetder gebied als dat der kuustzorg,
door hem aan d-n dag gelegd, maken hern
de richtige vervulling van zijn taak tezwaar.
Oi' zou het Centrum, na kennisgenomen
te hebben van de wijze, waarop de Stuers
j nu B.redius eenvoudig in liet publiek voor
i gek verklaart, daarvan nog niet zijn
over| tuigd ? Wij hopen van beier; maar indien
j wij ons hierin teleurgesteld ziigen, zal men
ons toch zeker de vraag kunnen vergeven :
kan rfeic r»-.fVrei.davis in Nederland wel
zoo ieis afschuwelijks doen, dat hij zich
bij zyn vrienden onmogelijk zou maken V
Hoa du zij, het Centrum, wij twijfelen
er niet aan, zal haren lezers althans de
gelegenheid geven, van oii/.e verdediging
kennis te nemen. Het kan haar wensch niet
zijn onze bed.ieliiig in een verkeerd dag
licht te stellen en, den Heer du Sluers
verdedigende, ons ie declimcren.
j Tentoonstelling ra Franscüc aanplakbiljetten
bij G e b r. S c h r d e r.
Het affiche begint tegenwoordig ook al min
of meer een moütartikel te woiden. Hut word
mode, affiches te ontwerpen, en ook de manier
waarop dit geschiedt is aan een zekere mode
Van de Fransche kunstenaars, was Jules
Chéret langen tijd de adi^üe- teekenaar bij
uitnemendheid, die door zijn schelle kleuren
en een zekere chic, de aandacht van het
publiek op zyn billetter! vestigde. Men ion
ze reeds van verre zien en lezen, terwyl zij
toch niet meer pretentie hadden, dan dingen
die wellicht een week de muren versierden
om dan overplakt te worden. En als zoodanig
beantwoo:dden zy' dan ook aan het doel, hoe
wel zij misschien te veel een picturaal karakter
droegen. Chéret was toen zeer in de mode
en werd dan ook gereedeJijk nagevolgd, zelfs
ten onzent; men denke slechts aan de affiches
voor de eerste revues, de Doofpot, de Groote
Trom e. a.
Na Caéret of gelijktydig hiermede kwamen
de atfiches van Eugène Grasset, die direct een
geheel ander karakter droegen. Waren de
eersten als schelle kreet, de laatsten waren als
een meer ernstig gesproken woord ; zy waren
decoratiever van behandeling, en paarden aan
een juistheid van lij en een zeer harmonisch
kleureffect. Waar van Chéret een zwierige
luchtigheid uitging, kenmerkte Grasset zich
voor een deftige voornaamheid. Men herinnere
zich slechts zyn Sarah li^rnluird als Jeanne
d'Arc.
Op Chéret en Grasset volgden vele anderen,
die als illustrateurs, hun affiches ook als groote
illustraties omvatten, die daardoor hoe verdien
stelijk op zich zelf, niet altijd even goed aan
het doel beantwoordden. Onder deze, die
allen als het ware een bepaalde richtirig ver
tegenwoordigden, zijn v H)ra! hekend Forain,
Ibels, Steinlcn, Willette, Balluriau, Guillaume,
Boutet de Monvel. E«i geheel op zich zelf
staande plaats neemt echter llenri de Toulouse
Lautrec »eer in, die door zeer groote eenvoud,
vlakke kleuren, strakke en juiste lijnen, aan
zijn aifnhes een zeer eigei, aardig karakter
geeft. Door groote kieurmassaas, en enkele
contouren, hier en daar e nigszins gedetail
leerd, drukt bij het kenmerkt nde in persoonen
en toe-tanden uit. Zijn Dtmn Jtij>uti<ds is
hiervan een dfr beste voorbeelden, alsook zijn
latere Ycctte Gnilbert.
Meer verwant aan Lautrec, dan aan Forain,
Wel, als je van avond toch niet doorrijdt,
zou ik willen uitstappen en. er heen gaan."
Dat is zon dom nog met, vreemdeling,"
sprak Bill g edkeurei.d; want ginds aan de
Springs is 't. lnV.el nu a! overvol."
.ii uiHi'stappen moest de reiziger de
middelsti bank en den jeugdigen uitgever voorbij.
Toen hij langs hem ging boog Lij zich voorover,
en met iets veilegens in zijn olik, sprak hij
aarzelend t:n zachtjes: Ik vrees dat, u geen
| plaats zal viudeu ui 't Springs Ho e). Als
als u soms lust mt:c:it, he'iben met, me mee
tügaan naar de de Hoeve, kan ik u
daar een plaatsje bezorgen."
De jeugdige courantier, een man van de
daad dacht niet, lang na. Toen, z'n valies
grijpend zei hij levendig: //Gaarne!" en volgde
zijn nieuwen vriend uit de koets. De zweep
klapte, het voertuig rctd weg.
Kent ge Wilkes?'1 vroeg hij.
//,1e j:i. 't Is mijn vader."
Ah!" zei de ander opgeruimd, ge gaat, dus
naar huis:"
/?la."
Op de vlakte was het nog licht, en de vreem
deling, na een blik in het rond te hebben ge
worpen een blik die zich echter, evenals zijn
optreden tot nog toe gedaan had, kenmerkte
door zekere aarzeling, sprak : Dezen kant," stak
den weg over, en volgde een nog duidelijk,
maar reeds lang niet. meer gebruikt karrespoor,
dat, langs de helling liep. Zoo gereserveerd echter
was nog steeds ziju geheele houding, dat de
redacteur, na op opgeruimden toon nogmaals
zijn dank te hebben betuigd voor het Impsehe
aanbod, eveneens het, zwijgen er toe deed. Xa
verloop van tien minuten hadden ze eenige be
bouwde akkers en boomgaarden bereikt; de
vreemdeling voelde zich zichtbaar verruimd, hoe
wel nog steeds met een verstrooid air, versnelde
hij den pas, maar bleef weidra staan. Toen de
ander hern had ingehaald, vond hij hem blijkbsar
vol bezorgdheid staan staren naar de neerge
haalde, schier vergane en verkoolde overblijfselen
van 't geen eenmaal een groote boerderij moest
zijn se w eest.
Wat, 't is afgebrand!" zei hij nadenkend.
Verbaasd zag de uitgever hem aan. Afgebrand
was het zeker maar niet onlangs, 't Gras
groeide welig tusschen de half-verkoolde balken
van den kelder, de wilde wingerd slingerde hare
ranken om de ingestorte sclioorsteenen, en op
gravingen van ouden datum waren er tusschen
de ruïnen gedaan." Wanneer waart ge hier 't
laatst?" vroeg hij plotseling.
Vijf jaar geleden" zei de vreemdeling ver
strooid.
i'ijf jaar, en ge wist hier niets vanaf?"
Steinlen, Willetts, zijn Felix Valotton, Jossot
en nog enkele anderen, die zich als
afficheteekenaars onderscheiden hehben. Het zou te
ver voeren hun werk en het kenmerkende
hierin uitvoerig te bespreken, wellicht is hier oe
later wel eans gelegenheid.
Buiten eenige invlced der voorzaande staat
Mucha die door zijn affiches voor Sarah
Bernhards Swnaritaine en andere opvoeringen zich
naam gsmaakt heeft.
Zijn billetten dragen niet meer het karakter
van f jjdelijk dienst te moeten doen. zy zijn
ook niet forsch en schel van kleur. Het zyn
integendeel zeer fijn gedetailleerde teekeningen,
teer van kleur, zacht van nuanceering, als
gemaakt voor kamerversieringen. Zij zijn coquet
als ruiken zij naar odeur. En de<e eigen
schappen vinden we terug in het werk zijner
leerlingen (waarvan eveneens affiches hij Gebr.
S^hröler aanwezig zijn) dat zeer gebrekkig
den meestor imiteert. En of dit een tijdgeest,
of mode, of navolging is, bij Firmin Bouisset,
den Bt'lg Privat Livcmont en anderen merken we
hetzclfJo op. Bij den een zachte kindei kopjes,
bij den ander vrouwenprofi-ïlen, zeer
geachevperd, in lichte grijze, roze, groene kleuren,
alles week en teer als voor schuimtaarten.
Daarbij komt dat de raeesten nog zeer weinig
te maken hebben met het artikel, dat zij
aanbevelen, het zijn meestentijds verleidelijk
schoone vronwei.fi ;uren, van een zelfde type,
rlie naar gelang dit noodig i?, een bloem, een
f|f)>ich HqiiBur of pen kop chocolade in de
hand houden ; een enkele was zelfs al gereed
7oi;der dat de bestemming er op vermeld was.
En ook de velen, die gemaakt worden zonder
doel. als pnnneaux deroratifs, z n te beschouwen
als e.pti louter uitvloeisel van een tijdelijke
modegril, en het komt mij voor dat het zuivere
begrip, wat een aanplakbillet zijn kan en zijn
moot, hierdoor wel wat verloren is gegaan.
Om echter noa even op de expositie bij
Gchr. Schiiiler terug te komen, we zien hier
enkele zeer goede affiches van Grasget, een
paar van Paul Berton die hieraan verwant
lijken. Van H. Cassiers een zeer steik sprekende
voor df> Eed Star Line. Behalve Mucha,
Privat Livemont, Firmin Biinisset, zyn hier
rog een serie magnifieke platen van Hanri
Rivière den teekenaar van de Marche a l'Etoile,
l'Enfant PfoAiqin>: e.i meer andere uit de Chat
Noir; waarvoor zij bestemd zijn is niet geheel
duidelijk, maar op zich zelf beschouwd zijn
zij zeer mooi.
Ook een aantal dflr platen van Hpywood
Slimmer in hun strakke contouren zijn hier
bijeen. liet is volstrekt, geen complete collectie
die eRnig overzicht geeft; maar alleen Ptikfile
dp.r nieuwst vPrschenpn, die sinds dat de affiches
vppl vprzameld worden en als exemplaren in
den handel verkrijgbaar zijn gesteld, een geheel
ander karakter gaan dragen, en er meer op
bprekend worden als kamerve siering te moeten
dienen dan als muur-attractie.
R. W. P. Jr.
Van den heer Paul Rink is er evenwel een
goede aquarel, terwyl Jan van Oort aardige
dierstudies vertoont. Ernstig werk is ook dat
van A. M. Gorter, van wien er een viertal
frissche fltukken zy'n.
v. M.
Yeraipg Sint Lncas,"
DR Heilige Luoas znl waarschijnlijk met het
peterschap over deze Vereenigipg wel nipt erg
irePTiomen zijn, want wat hare Ipden blijkpus
de huidige tentoonstelling vermogen
teproducp.erpnd, is ovp.r 't algemeen beschouwd byzondpr
dunnetjes en juist piet geschikt om den peetoom
vreugde te verschaffen. liet lust mij niet ovpr
de gansche uitstalling dezer goedige
landschapJRS en vervelende genrestuVjes veel te
zegden ; de mppste stukken doen in slaapwek
kende eigenschappen niet veel voor elkander
otidpr. Nu en dan echter, als het wat al te
erg de. spuigaten der leeüjkheid uitloopt, ver
wondert, men zich er weer eens over dat de
heer TI. M. Krabbéstefids soldaten on zijr.e
bekende wijze blijft teekenen, en dat de
portrettpn die uit zijn penseel vloeiend, immer
dezelfde curieuze kleurpn vertoonen. Ook de
«Petrus'' van den hppr M. Monnickendam is
een d"rgelijk veiwonrlerpnswaardig schilder
werk. De stukken van den heer Ausr. Legras
zijn als studies voor een panorama of kijkspel
niet ongeschikt.
Neen. Ik ben in Tahiti, Australië, Japan en
in China geweest."
Ei ee hebt nooit eenig bericht van huis
gehad ?''
Neen. Ziet u, ik had ruzie met den ouwe,
eu ben weggeloopen."
//P,u ge hebt je teriiïkeT niet aangekondigd ?"
//Neen." Hier aarzelde hij, en vervolgde: //Heb
er geen oosenblik aan gedacht hier te komen
tot ik u zag."
//Mij!"
.la u, en den vloed."
Durft, ge beweren," zei de jonge m^n scherp,
//dat ge mij, die je totaal vreemd ben, uit de
koets hebt, gelokt, om de gastvrijheid in te roe
pen van een vader met wien ge woorden hebt
gehad dien ge in geen jaren hebt, gezien en
van wien ge niet eens weet of hij jp ontvangen zal ?"
Ja, ziet u, daar zit, 't 'em juist. Kijk,
ik dacht zóó mijne kansen zouden beter
staan als ik hem opzocht, in gezelschap van een
leuken, linpschcn vent zooals u. Natuurlijk had
ik lilrrfifi" en hij wees teleurgesteld op de
puinhoopeu, heelemaal niet gerekend''.
De uitgever stond versteld ; toen trof hem
plotsdiiii; 't onmogelijk komische en dwaze van
den toestand ; hier was hij lijdelijk den
beminiiflijken idioot aan zijne zijde gevolgd, om bij
stroomenden regen en in den eenzamen nacht
een hoop doorweekt puin te aanschouwen, ter
wijl de diligence zich voortspoedde naar
Sumrnit Springs en een veilige haven en,
bovenal, de reden wrurrom de uitnoodiging ge
daan werd en toen, ziju valies neerzettend,
leunde hij op zijn stok, en barstte in lachen
uit, lachte tot, de tranen hem over de wangen
rolden. Dit scheen opbeurend te werken op zijn
makker.
Ziet, u wel," zei hij op vroolijken toon, ik
wist dat, u 't zóó zou opnemen, en deu ouwe
op die manier inpalmen, en alles in orde brengen".
In 's hemels naam! zeg geen woord meer",
zei de redacteur, terwijl hij zich de oosren af
veegde; maar tracht je te herinneren of er in
de buurt geen kennissen woonden waar we den
nacht zouden kunnen doorbrengen. Naar
Summit Spriugs te voet gaan kunnen we niet, en
ook niet op deze puinhoopen kampeeren."
De lui aan de Springs waren indertijd onze
naaste buren."
,/Maar dat was vijfjaar geleden," zei de dag
bladman ongeduldig;1' en hoewel je vader waar
schijnlijk vertrokken is na 't afbranden van zijn
huis, is 't land toc!i sedert dicht bevolkt. Dat
veld daar is onlangs beplant. Er moet in de
buurt een ander huis zijn. Laat OES 't spoor
een eind verder volgen."
Ze stapten zwijgend voort, de uitgever thans
Boetalag en Boettanfl.
De papieren boekomslag, ontstaan uit de
overgroote productie op litterair gebied in
de tweede helft dezer eeuw, was bij zijn ver
schijnen van zuiverder afbouw dan in het
laatste gedeelte van datzelfde tijdvak. Nu
houdt een omslag veelal geen enkel volstrekt
verband met »het boek", terwijl bij buitendien
in vele gevallen door het beteekenen der
vlakken met onsympathieke, schreeuwerige
composities geen andere dan reclamebedoelingen
heeft gekregen. En Frankrijk dat in toege
paste kunst nog altijd zit na te kauwen op
hare roemzuchtige Lodewijk-periode, en niet
w.l begrijpen, dat als men het nieuwe niet
wil, noch de principes ervan tracht te door
gronden, dat er een op eigen bodem voor
eenigen tijd bloeiende, op Egyptische motieven
berustende stijl bestaat, de »style Empire",
die alle levensvoorwaarden in zich bevat tot
harmonische uitingen op decoratief gebied,
heeft zichzelve en hare vroegere hoogstaande
kunstopvattingen beieedigd door zoowel boek
omslag als boekband te degradeeren tot
reclameartikelen.
Het ergste is nog, dat bekende teekenaars
zich wel hebben willen lab-n leenen aan dit
bedrijf mede te doen. Die kunstenaars, welke
zich juist zoo bijzonder mooi laet de
»renaisrance van de «Prent" bezighielden, schijnen
den gulden regel, dat vorm en inhoud n
dienen te zijn, niet te kennen.
Of heeft men zich daar door den grooten
plakkatenteekenaar Chéret, die de Parijsche
boulevards en straten heeft gevuld met
kleuruitbarstingen vol vernuft en blyheid, zoo laten
misleiden, dat men het spoor bijster raakte
en niet kon inzien dat voor een zou eenvoudig
en zoo voornaam schoon als een boek, een
verkleind reclamebiljet als omslag niet de
mooie vlag zou kunnen wezen die een deug
delijke lading dekte?
Kleurgeschitter op een klein vlak veroorzaakt
verblii.dheid en het schijnt wel verbündheid
te wezen, die door de uitgevers verondersteld
wordt de eenige drijfveer te zijn die het pu
bliek tot koopen dwingt.
Want waarlijk hoe mooi zoo'n prent van
Chéret, in haren grooten omvang van bewegende
poppen en figuren dikwijls aandoet, zoo mis
plaatst doet het zelfde op een vlak van eenige
vierkante centimeters teruggebracht. En hoe
ot' men over dit laatste moge denken; een der
gelijk verkleind type aanplakbiljet, gebezigd
als uoekomslag, zal óf een wuften inhoud ver
bergen, of u verbaasd doen staan dat goede
waar een dergelijken krans van nalatigheid
behoeft.
Dingen als de omalag voor den eersten
jaargang van »Aii Qiuirtier Latin," mogen door
den lichten inhoud eenigermate verdedigbaar
zijn; uit het eenheida-kader van het boek
vallen zij toch altijd, en ze kunnen geen andere
bedoeling hebben, dan het verdwaasde publiek,
o i een wijze, kwakzalvers volkomen waardig,
tot koopen uit te noodigen.
Niet alle Franschen denken zoo luchthar
tig over den boekomslag. Artisten als Grasset,
Verneuil, Malatesta* bijvoorbeeld in »Histoire
admirable de Jeaime d'Arc", geven van beter
doordringen in strengere versieririgsbegrippen
blijk door strakheid van contouren en sober
heid van kleur. Anderen, zooals Auriol in den
omslag van ol'Image", zijn blijkbaar onder
Kngelschen invloed en geven daardoor wel
beter dingen, maar zonder een eigen karakter.
In het algemeen genomen is er echter ia
Frankrijk weinig te bespeuren van goede be
grippen op boek-kunstgebied. en die stilstand
bij deze voor indrukken zoo vatbare natie is
te merkwaardiger, omdat naburige lai den reeds
zooveel beters gaven en allerwege een zoeken
naar zuiverder grondbeginselen is op te merken.
De Fransche boekband zelfs le^t in zyn
uitertmHiiHitiiHnMiiiiiimmiiiiiiiHiiliiiin iintimiinniimi HU»
voorop. Weldra bleef hij staan. Giuds staat een
liuis daar tusschen de boomen," sprak
bij met dea vinger wijzeiid. //Wien behoort liet?"
Zijn metgezel schudde ontkennend 't hoofd.
Hoewel voor 't uiterlijk volslagen onverschillig
voor de ramp die zijn vader had getroffen,
sclieen tocli de aanblik der verkoolde overblijf
selen zijn voornemens aan het wankelen te
hebben gebracht. In mijn tijd, stond het er
niet," zei hij nadenkend.
cMaar het is er nu in onzen tijd" zei
de ander levendig, //en ik stel voor, dat we er
heen gaan. Na alles wat js mij aangaande je
vader hebt meegedeeld, zou zelfs al ware
zijn woning niet afgebrand de kans voor ons
om logies en voedsel bij hern te vinden zeer
gering zijn geweest, zou ik meenen. lx onder
stel," vervolgde hij onder 't verdergaan, dat
pre hem verbitterd hebt achtergelaten, vijf
jaar geleden?"
Je-a-a."
//Zei h i j iets toen je heengingt?"
//Ik herinner me niet, dat, hij iets bijzonders zei."
//Wel, wat deal hij dan?"
Schoot op me uit 't venster !"
Oii!" zei de dagbladmau zachtjes. Zwijgend
vervolgden ze een, poos hun weg. Eindelijk
kwam er een witte omheining in 't zicht, die
een rechten hoek vormde met het karrespoor,
en ze werden een man gewaar, die kwam
aangekuierd langs wat wel het gebruikelijke voet.
pad leek. De uitgever, die thans de leiding op
zich had genomen, liep, zonder zijn metgezel te
raadplegen, op den vreemde toe, deelde hem in
't kort mede hoe hij de diligence met een reis
genoot had verlaten uit hoofde van het hooge
water en vroeg, zonder in nadere bijzonderheden
te treden, den weg naar een plaats waar ze
den nacht zouden kunnen dcorbrengen.
Even bondig verwees de man hem naar de
woning tusschen de boomen, die hem toebe
hoorde, zooals hij zei, om toen kalm zijn weg
te vervolgen. De jonge man liep terug naar
zijn makker, die zich intusschen schuil had
gehouden onder een druipende sycamore, en
vertelde hem van 't buitenkansje.
//Ik heb je vader in 't geheel niet genoemd,"
voegde hij er bij. Je kunt later zelfonderzoek
naar hem doen."
Dat zal wel niet noodig zijn," antwoordde
de ander. »U heeft dien man niet nauwkeurig
opgenomen, wel?
Niet bijzonder."
//Wel, dat is mijn vader, en ik denk dat dit
nieuwe huis het zijne is."
(Slot volgt J