De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 18 juni pagina 3

18 juni 1899 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1147 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjS. Olynje de Gups, (Slot). Na een inleiding, in welke züverklaart dat een ontkennen, vergeten of verwaarloozen van de rechten der vrouw de oorzaak is vanmaatschappelyke ellende en zedelyk bederf, schryft Olympe de Gouges verder: Dfl vrouw is vrjj geboren en van rechtswege aan den man gelijk. Het doel van iedere wet gevende gemeenschap is de bescherming van de onveranderlijke rechten der beide geslachten, n.l. de vrijheid, den vooruitgang, de veiligheid en den weerstand tegen onderdrukking. De uitoefening van de rechten, die de vrouw van nature toekomen, is echter tot nu toe zeer beperkt gebleven. Uit de gemeenschap van mannen en vrouwen bestaat de maatschappij op welke de staat berust; de wetgeving moet dus den wil uit drukken van die algemeenheid. Alle burgeressen moeten evenal alle burgers, persoonlijk of door eigengekozen vertegenwoordigers deelnemen aan haar vorming. Zy moet voor allen gelyk z\jn. Daarom moeten alle burgeressen en alle burgers, naar gelang hunner bekwaamheden, tot alle openbare betrekkingen en beroepen worden toegelaten en in aanmerking komen voor alle onderscheidingen. Slechts de ver scheidenheid hunner deugden en talenten mag de maatstaf zijn voor hun verkiezing. De vrouw heeft het recht het schavot te bestijgen, met hetzelfde recht moest z\j ook de tribune kunnen bestijgen. De rechten der vrouw moeten echter de welvaart der gemeenschap ten doel hebben, en niet slechts het voordeel van haar eigen ge slacht beoogen. Evenals de man draagt de vrouw tot het vermogen van den staat b\j: zij heeft dus hetzelfde recht als de man, rekenschap te vragen over bet gebruik van dat vermogen. Een wetgeving is ongeldig, als niet de meerderheid van alle individuen, uit welke de natie bestaat, meegewerkt heeft aan haar samenstelling... Ontwaakt, güvrouwen]... de fakkel der waarheid heeft de wolken der dwaasheid en tyrannie gebroken; wanneer zult ge ziende worden ? Vereenigt u; stelt tegen over de kracht van het ruw geweld, de kracht van het verstand en der gerechtigheid. En spoedig zult ge zien, dat de mannen niet meer als smachtende aanbidders aan uwe voeten liggen, maar, trotsch er op, met u de eeuwige rechten der menschheid te deelen, hand in hand met u gaan..." Deze hartstochtelpe verklaring bleef niet zonder gevolg. Talrijke brochures vóór en tegen de rechten der vrouwen verschenen. Uit het modetijdschrift: Journal des Femmes ontstond het eerste orgaan der vrouwenbeweging: J/'Observateur Féminin. De nationale vergadering werd bestormd met verzoekschriften, die politieke en sociale gelijkstelling der vrouw verlangden. In het ne heette het: Ge hebt juist de privileges afgeschaft, laat dan ook die van het mannelijk geslacht vervallen!" in een ander: Het volk verkrijgt zijn rechten; de negers worden be vrijd ; waarom bevrijdt men de vrouwen dan ook niet ?" Olympe de Gouges was het ook, die de eerste politieke vrouwenvereeniging oprichtte. Aan haar schitterende werkzaamheid werd echter vroeg een einde gemaakt. Zy veroordeelde iedere wreedheid, ze was verontwaardigd over de wijze, waarop het proces des konings werd gevoerd en sprak dat openlijk uit; zoo schreef zg na z\jn terdoodveroordeeling pamfletten tegen Robespierre, enz. Dat was in die dagen^ na tuurlijk voldoende om haar te beschuldigen van royalistische neigingen en op het schavot te brengen. Op den 3en November 1793 viel haar hoofd onder de bijl. Ze was toen 40 jaar oud. Frau Lily Braun, die in het uitstekend geredigeerd tijdschrift Archiv für Soziale Gesetzgébung und Statistik geschreven heeft over Die Anlange der Frauenbewegung," vat haar oordeel over Olympe de Gouges op de volgende wijze samen: Mocht zij ook in haar avontuurlijk leven de grenzen der zedelijkheid nog zoo dikwijls overschreden hebben, mocht haar excentrieke persoonlijkheid nog zoo weinig in overeen stemming zyn met de in zwang zijnde opvatting van ingetogen vrouwelijkheid, de vrouwen beweging kan, niettegenstaande dat, trotsch op haar voorgangster zijn. Het oordeel over de openbare werkzaamheid van eenen mensch wordt voornamelijk bepaald naar den invloed, welke hij door zijn optreden op den socialen vooruitgang heeft uitgeoefend. Van dit stand. punt uitgezien, komt Olympe de Gouges de eer tee, de vrouwenbeweging het eerst geor ganiseerd, tot een belangrijken factor in het maatschappelijk leven gemaakt te hebben. Daarbij typeert haar optreden in 't algemeen de houding der toenmalige vrouwen en harer vereenigingen." Na den dood van Olympe de Gouges was de vrouwenbeweging spoedig ten einde. Dat is niet de schuld van de vrouwen zelve ge weest, maar zij stonden in haar strijd geheel alleen. Afgezien van eeiige gunstige uitzon deringen, hadden zelfs de radikaalste staats lieden niet het minste begrip van haar streven. Zoo ontstond en wies aan een zekere antipathie tegen de in het openbaar optredende vrouwen, welke juist in het sterfjaar van Olympe de Gouges haar toppunt bereikte. Toen hief de nationale conventie alle vrouwenverenigingen op, en de vrouwen, tot op 't uiterste weerstand biedend, moesten eindelijk voor het geweld zwichten. Men verdreef de vrouwen ook van de tribunen der conventie, ontzegde haar de deelname aan openbare vergaderingen, enz. en daarmede se been de vrouwenbeweging der revolutie zonder resultaten te eindigen. Maar het ging de vrouwenbeweging als alle andere sociale bewegingen. De eerste pogingen en menige latere mislukt, omdat de tegen standers nog te talrijk, of liever de nieuwe ideeën nog te nieuw zijn, om door een vol doend aantal hersenen opgenomen te worden. Mocht de vrouwenbeweging toenmaals ook teniet gegaan zijn, de denkbeelden, waarop zy berustte, werkten verder, hielden groote denkers bezig en werden het gemeengoed van een steeds meer aangroeiende massa. De eersten, die het vrouwenvraagstuk wetenschappelijk behan delden, waren de Franschman Condorcet, de Engelsche Mary Wollstonucraft, en de Duitscher Hippel. Dit drietal behoort nog tot de vorige eeuw. De philosoof Condorcet eischte de vrijmaking der vrouw, in den naam der gerechtigheid, de leerares Wollstonecraft in den naam van het moederschap en de dichterlijk aangelegde bureaucraat Hippel in den naam van den vooruitgang der menschheid. Na dien tyd is de literatuur over het vrouwenvraagstuk enorm aangegroeid, en als de practische gevolgen der vrouwenbeweging in gelijke rede daarmee stonden, zouden er al heel gauw geen vrouwenkwesties meer bestaan. Ondertusschen staat de vrouw nog menige strijd te wachten en ieder wapen, dat haar aangeboden wordt, moet welkom geheeten worden. Een bijdrage tot de grondvesting van het recht der vrouw, tot het hooger onderwijs te worden toegelaten (gelukkig is dit voor ons land niet meer noodzakelijk) levert in het bovengenoemd orgaan Archiv für Soziale Gesetzgebung und Statistik, professor Herkner, met zy'n uitstekend opstel over: Studie der vrouw in de sociale economie." Dit artikel, ontstaan uit een voordracht, behandelt drie vragen. Op de eerste vraag, wat de vrouw tot nu toe op het gebied der sociale economie geleverd heeft, antwoordt Herkner met te wijzen op een lange lijst van beroemde namen, zooals Mrs. John Stuart Mills, Mrs. Webb, Mrs. Marshall en vele anderen. In Duitschland, zegt Herkner, is op dit gebied nog geen vrouw zoo groot geweest als Mrs. Webb, maar het ontbreekt niet aan goed werk. Wat wy aan den arbeid dezer vrouwen te danken hebben, kenschetst Herkner als volgt -. ,Wy zijn de vrouwen reeds een tal van werken verschuldigd, die wy niet uit den keten der sociaal-economische onderzoekingen kunnen haken, zonder gewichtige schakels te moeten prijsgeven, zonder den stand van ons weten ingrijpend te benadeelen. Ge)y'k het fabriekstoezicht vrouwelijke be ambten noodig heeft, om tot volkomenheid te geraken, wanneer de zegening der arbeids wetgeving zich ook zal uitstrekken over de huisindustrie, zoo is de medewerking van ontwikkelde vrouwen noodzakelyk by' het sociaal-wetenschappelijk onderzoek van het dagelyks grooter wordend gebied van vrouwely'ken fabrieksarbeid. Hier kunnen vrouwen kennis van zaken machtig worden, die aan manlijke vorschers ongetwijfeld verborgen zullen blyven. Maar niet slechts in deze bizondere gevallen, is de medewerking der vrouwen te begroeten. Mr. en Mrs. Webb verklaren, dat naar hun ervaring, vrouwen over 't algemeen gemakkelijker toenadering ondervinden en het vertrouwen winnen, waar beide den man, als mogelijk concurrent en politiek tegenstander, instinctief niet gegeven worden." Het tweede vraagstuk, dat het opstel wil oplossen, is: Wat heeft de vrouw van de sociale economie te verwachten? Wordt zy als broodstudie aangewend, dan zal zij voor de vrouw nieuwe betrekkingen scheppen: in het fabriekstoezicht, op het ge bied van armenzorg, in dienst der arbeidsstatistiek, in vrouwenvereenigingen, in de journalistiek (in Engeland zy'n ruim 800 vrou welijke journalisten, in Parijs verschijnt het bekende dagblad La Fronde, dat uitsluitend door vrouwen wordt geredigeerd) in het on derwijs, enz. Van veel grooter beteekenis dan de brood studie acht Herkner echter de sociale economie als element der vrouwelijke ontwikkeling, waarvan hy' zegt: De bedendaagsche vrouw is zich, door haar gebrek aan sociaal-economisch inzicht, in de meeste gevallen nog volkomen onbewust van den ontzettenden invloed, dien z\j door de wy'ze, waarop zy haar behoeften en die van haar huishouding bevredigt, op de geheele warenproduktie en -circulatie uitoefent. Zy is, als 't ware, de afneemster, en als deze zich allen vereenigen, worden zy tot een souvereine macht. Van haar hangt uitsluitend af, wat geproduceerd wordt en op welke wijze de waren van de voortbrengers tot de verbruikers komen. De anarchie en de gruwelijke huis houdelijke verkwisting, die de oorzaken zy'n van de verbrokkeling van den kleinhandel, de heillooze crisen, welke door de wisselende luimen der mode te voorschy'n worden ge roepen, de droevige positie van de seizoen werksters in de confectiemagazijnen, aan al die treurige toestanden kan de vrouw gemak kelijk reeds nu een einde maken, als zy er toe kan besluiten tot coöperatie over te gaan, zooveel mogelyk in het groot te koopen, dwaze weelde af te schaffen, de mode niet meer blindelings te volgen en vóór alles niet in 't laatste oogenblik haar bestellingen te doen. Door zulk een handelwijze zouden aan onze staathuishoudelijke organisatie vele verbete ringen worden aangebracht, welke zeer zeker iedere privaathuishouding ten goede zouden komen. Men moet de beteekenis van deze denk beelden niet geringschatten, evenmin als men verwachten mag, dat de vrouwen, na een paar sociaal-economische boeken gelezen te hebben, dadelyk ingrijpende maatregelen op dit gebied zullen nemen. Maar zelfs, als men daar geheel van afziet, is dan niet het zich bezighouden met de wereld in beweging brengende sociale vraagstukken geëigend, de innerlyke leegte aan te vullen, die de beter aangelegde vrouwen der hoogere kringen diep moeten gevoelen, voor zoover ze dit gevoel niet verstikken door babbelen, kunstliefhebberen, dansen, weldadigheidsfeesten, enz. ? En is het niet een be schamend leit, dat de eerste de beste proletariërsvrouw meer kennis en inzicht heeft van dien de wereld in roering brengenden klassen strijd, dan de meeste dames ? In antwoord op de derde vraag: Welken invloed zal de zich met de sociaal-economische wetenschap bezighoudende vrouw op de maat schappij uitoefenen ? zegt Herkner : Als de vrouwen kennis en inzicht zullen krygen van de plichten van het maatschappelijk leven, zal een machtige, tot nu toe latente energie voor den raaatschappelyken vooruitgang vrijkomen, terwijl hij met mathematische ze kerheid durft te beweren, dat iedere gezonde vrouw, die de sociale vraagstukken flink heeft durven aanzien, wordt tot een overtuigde verdedigster der sociale hervorming. Auguste Comte's geniaal voorgevoelen van het verbond tusschen de wetenschap, de arbei derswereld en de vrouwen, als priesteressen der menschheid, begint tot werkelijkheid te worden . . . Zooals Herkner denken velen. Men ziet, in dezen tyd ontbreekt het niet aan mannen, die het streven der vrouwenbeweging naar waarde weten te schatten. Niet meer, zooals ten tijde van de geniale Olympe de Gouges, staan de vrouwen in absolute onbegrepenheid tegenover de mannen. Maar de vrouwen zelf en in 't bijzonder de politieken, staan elkaar in den weg. Aan haar beweging ontbreekt nog te veel doelbewustheid en eenheid . . . haar ont breekt, om het ronduit te zeggen, meer dan iets anders . . . een Olympe de Gouges. SUZB S. Gesluierde Schetsen. Op Goudgrond, door A. PEAUX. Met een inleidend woord door J" DE VRIES, Haarlem. H. D. Tjeenk Willink en Zoon. Er is weemoed in dit boek en teederheid, maar een weemoed, die niets met naargeestig heid, en een teederheid, die niets met senti mentaliteit te maken heeft. Niettemin komt iets melancholieke u uit de bladzijden te gemoet, een stille, vage treurnis, die u doet vragen, of er in de zeer gelukkige inleiding van J" de Vries niet een heel klein beetje teveel is ge zegd, toen daar beweerd werd, dat deze schetsen de dingen zagen met schildersoogen »aan wie niets ontgaat." Neen, deze oogen ky'ken te ernstig, richten zich al te zeer op de droeve zijde des levens, dan dat hun niet een deel van 's levens lichte en blijde tinten zou ontgaan. Zoowel de beide langste der acht-en-twintig schetsen, »0p goud grond" waarmee de bundel opent, en «Een zaamheid", waarmee hy' wordt gesloten, als de meeste kleinere, vertellen van leed en mis kenning, van liefde en zorg, die niet gedeeld, van wenschen en verlangens, die niet begrepen worden. Zy°vertellen daarvan in mooi eenvoudig Hollandsch, dat smy'dig zich.voegt naar den wil van wie de pen hanteerde. Men voelt, dat de eenvoud geen onvermogen is, en nu en dan breekt dan ook de ingehouden kracht zich baan in een ry'ke dichterlijke schildering. En dan, wat deze schetsen mee iets zoo aantrekkelijks geeft, het is juist dat vluchtige en schetsmatige, dat ze misschien uit het oogpunt van kunst schaadt. Gesluierde schetsen ly'ken het; ze vertoonen OUB slechts omtrekken, aanduidingen vaak maar, van veel, dat onze eigen gedachten er zullen hebben by te voegen. Soms ligt de pointe in een eigenaardig gekozen situatie, soms in een aandoening of gewaar wording, waarvan de auteur by ons de bewust heid wekt, zonder dat de fictieve persoonlijkheid uit het schetsje zelf zich rekenschap geeft van haar gevoel, en een andere maal treft niets u zoo zeer dan 't gelukkig gebruik van kleine, schynbaar onbeteekenende bijzonderheden, die toch blykbaar het bedoelde effect krachtig versterken. Men zou van dit alles voorbeelden willen aanhalen, maar 't zou niet gaan zonder lange citaten, en wy mogen niet te veel van deze ruimte vragen. Het bovenstaande zy als in troductie by de lezers van het Weekblad vol doende, alleen nog even ter karakterizeering dit, dat de schetsen, gedurende de laatste j aar of tien in Eigen Haard verschenen, u in hun kleine welgeslaagde greepjes nu eens aan Hollidee's Etsen doen denken, en dan weer aan de beste oogenblikken van Werumeus Buning en Truida Kok en van Nievelt. Neder landsen werk dus, maar waaraan Fransche gratie niet ontbreekt en dat hoe vaderlandsch ook van tint, toch gerust de vergelijking kan doorstaan met enkele der beste kleine schetsen van Daudet en de Maupassant. L o c h e m. F. J. VAN UILDKIKS. llliiiiliilllllliiiiillllllllliiiiiiiMilmitiiii Wit. De boa. Wit is ook dit jaar weer een der hoofd kleuren van de mode; er zal weer heel wat wit zépbyr, coutil, piquégedragen worden; met een plastron van een geruite stof, groen en wit, een cravate van wit en een ceintuur van groen taf heeft men een frisch costuum, dat, op het ceintuur na, telkens gewasschen en verfrischt kan worden. Evenzoo met costumes van lichtgekleurd linnen, licht blauw, licht groen, licht grijs; men maakt deze aardig gekleed met een witte cravate, wit saty'nen revers, een witte satijnen ceintuur. Omtrent wit saty'n maakt een damesblad een aardige opmerking. Het staat gedistingeerd, maar is kostbaar. Voor een wit satynen cein tuur heeft men breed lint noodig, van goede qualiteit, sterk en van mooie witte kleur, dat is duur. Men kan het een of tweemaal met benzine schoonmaken, maar moet dan nieuw nemen. Een middel daartegen is, het met een wit guipure entredeux te bedekken; men kan het dan een saizoen lang wasschen en stry'ken zonder dat er aan guipure of satijn iets te merken is. Het best is, daarvoor geborduurde tulle te nemen, met guipure-figuren en relief daarop. Eene versiering voor ieder licht zomertoilet, en een aardig cadeau om te geven, vormen een stel van vier of vijf heel mooie knoopen met stiften; in het coatuum maakt men dus alleen de knoopsgaten. In die knoopen is een heele luxe; porselein, ivoor, cameeën, alle metalen, goud met echte of valsche steenen, alles is er goed voor; met oordeel aangebracht vervormt zulk een stel knoopen met wat gui pure en een mooi ceintuur het eenvoudigst japonnetje tot een elegant toilet. Verwonderlijk is het, dat de halskragen, die reeds buitengewoon hoog waren, nog hooger schijnen te klimmen; ze raken de ooren. Waarom is men voor den zomer niet tot den tagen hals teruggekomen; een paar jaar ge leden is er een poging toe gedaan, maar mis lukt. Dit was eigenly'k ook een thema voor de kleedingher vormer s. * * * De boa is voor den zomer minstens even goed in de mode als voor den winter. Hy is altoos een duur accessoire voor het toilet, omdat hy geen eigenly'k kleedingstuk is. Van tulle, mousseline, gaas, komt hy ? al licht op 25 gulden; van veeren op 30, waarby' dan komt dat er minstens eens per saizoen vijf gulden kosten op zyn voor het opkrullen en het by'vullen van de uitgevallen veeren. Als iets nieuws en minder duurs wordt nu aanbevolen een zeer gevulde boa van geplisseerd taf, omboord met dikke fluweelen chenille. De chenille, ondersteund door heel fijn soutien draad, houdt den rand van het taf open in groote golvingen als van bloembladen; het doel van de boa, het gezicht encadreeren, het profiel aardig afwerken, wordt er door bereikt, vooral wanneer men ze in het midden heel gevuld en heel breed maakt, en naar het ceintuur afloopend. Deze boa's kan men van zwart, wit, grijs, mauve, blauw nemen; de ingrediënten zy'n 4 meter taf, een stukje chenille van 25 meter en de kosten van het plisseeren; samen ongeveer 12 a 13 gulden. E?e. iiiiiiiHiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniii Het is hier te lande nog niet algemeen gebruikelyk dat kleinhandelaars, winkeliers en magazijnhouders aan hun clientèle voor de contante betaling hunner inkoopen geregeld een zeker rabat, een percentage toestaan en toch is juist een flinke korting voor contant een prikkel voor den kooper en een middel voor den verkooper om steeds bedrijfskapitaal te houden. »DE NEDERLANDSCHE SPAARBONSVEREENIGING" onder directie van de heeren Klingenspoor en Herfst, gevestigd in de Winkelgalery der Raadhuisstraat, heeft daarom sedert kort hier een spaarsysteem ingevoerd dat in 't buitenland, en vooral in Duitschland reeds gedurende eenigen tyd zeer in zwang is. Dit systeem werkt als volgt: De directie sluit met winkeliers en handelaars in allerlei artikelen een overeenkomst die hen in staat stelt aan hun clientèle voor de contante betaling hunner inkoopen spaarbons uit te reiken en wel voor iedere 20 cents van het betaalde bedrag n spaarbon. Deze bons nu worden in een boekje, dat daarvoor ingericht is, verzameld en in de vakjes geplakt. Heeft men nu een of meerdere boekjes gevuld, dan begeeft de houder zich naar het magazijn der Vereeniging in de Raadhuisstraat om diliir de bons in te ruilen voor een of meer artikelen, die daar in ruime keus aanwezig zy'n. Iemand die dus zijn inkoopen uitsluitend doet bij winkeliers die spaarbons uitgeven kan kosteloos en op gemakkelijke wy'ze in 't bezit komen van fraaie en nuttige voorwerpen, die hij anders niet zou hebben gekocht. Voor den winkelier is er een voordeel in, omdat iemand die een spaarbonboekje van hem ont ving steeds by voorkeur in zyn winkel zal blyven koopen, zoodat zy'n omzet grooter wordt. Meermalen komt het voor, dat winkeliers n, soms meermalen per week hun clientèle, bij wijze van reclame, kleine geschenken aan bieden, b.v. sigarenwinkeliers die des Zaterdags den koopers een doosje lucifers of een sigaren pijpje aanbieden. Hoewel zulke kleine geschenken in deze niet zoozeer de vriendschap, dan wel de nering onderhouden, zullen de klanten door 't ont vangen van spaarbons meer gebaat zijn en zullen zeker veel sigarenhandelaars er hun voordeel in zien, zich bij de vereeniging aan te sluiten. Ook voor kinderen biedt het magazijn in de Raadhuisstraat verschillende aardige voor werpen, zoodat een met spaarbons gevuld boekje een geschikt geschenk voor kinderen kan worden geacht. In het magazyn is dagelyks gelegenheid voor een ieder om zich te komen overtuigen welk een ruime keus van voor werpen daar aanwezig is en dat de prijzen zeer laag zy'n gesteld. Tal van winkeliers hebbon zich reeds by de vereeniging aangesloten en weldra zal men dus de spaarbons als rabat voor contante betaling bij velen ontvangen. voor H<f>tels, TJitsterpjes on ZANDVOORT. Hotel d'OBANGE. Tramverbinding m/h hoofdstation. WIJK AAN ZEE. \EREEMGDE BADHOTELS. Tramverbinding met Beverwijk. In beide Hotels Restaurant gedurende den geheelen dag. Tabled'Hote en Pension. Te Amsterdam, | Haarlem en 's Gravenhage (Hollandsche Spoor). bestaat in de restauraties der stations gelegenheid tot dlneeren per couvert van ?1.50 af. Plat du jour ?0.60. iHotel <§oyal en ^aglischer jlof. Ie Rang. Electr. Licht. Lift. Eigen grof wild jachtterreinen, * O. ALSCHLIMANN, Directeur. Een uitstapje met de Noord-Holl. Tramweg-Maatschappij. Een reisgids langs bare l ij n e n, door C. PROVILY. Versierd met vele platen. Prjjs 4O cents. Rothenfelde Teutoburger Woud. Spoorstation Dissen?Rothenfelde. Duur van het seizoen van midden Mei tot midden October. Sterke koolzuurhoudende zouten, voortreffelijk tegen alle soorten rhumatiek en verlamming, scrofuleuse neus- en oorziekten in hunne menigvuldige ziekteverschijnselen. Inhalatorium. Alle gewenschte informaties geeft de Badeverwaltung", Baddocters: Dr. KANZLER en Dr. GALISCH. AMSTERDAM. POLEN. Hotel-Café-Rostaurant. Kalverstraat 15?17. AMSTERDAM. American-Hotel. Leidscheplein 16?18. AMSTERDAM. ?SUISSE.»» Hotel- Cafi'-Restaurant. Kalverstraat 22?34. AMSTERDAM. AMSTERDAM. fèchinkelhavea, - tQntspaaaingsooid waarheen de tram u van af den Dam brengt voor 10 cents. BIEBRICH a/d Rijn by Wiesbaden. Pensionaat, en Meisjes H. B.school van ELISE STEINORTH. Grondige en veelzy'dige opvoeding, zorgv. en liefd. behandeling. Uitat. get. o. a. van den burg.VoGi en den comm.-rathDYCKEEHOFP te Biebrich. Krasnapolshy. Hotel-CafoRestaurant. Warmoesstraat. HILVESSUM. \ranje (Hotel. Meisjespensionaat PHILIPPSBURG, te 'Braubach a/d Rijn, bij Coblenz. Veel zijdige opvoeding, Fransche en Engelsche leerares, evenals eene huishoudschoolonderwijzeres. Zorgvuldige verpleging. Uitstekende getuigschr. Pensionpr. 750 M. M. BUSSE, Hoofd der school, H. BÜSSE, muziekonderwijzeres v/h conservatorium. Wandelkaart van Gooiland. Prijs 6O cent. Wandelkaart van Baarn en Omstreken. Prijs 6O cent. Wandelkaart-van Haarlem's Omstreken. Prijs 6O cent. Uitgave van VAJf HOLKEMA & WARENDOBF, Amsterdam. AMSTERDAM. PALAIS ROYAL. Hotel-Café-Eestaurant. Paleissstraat &. i Alom voorhanden: AMSTERDAM. TOLHÜIS over het IJ. Fraai Ontspanningsoord. BLOEMENDAAL. Hotel Restaurant & $& $& $& Duin en Daal. AMSTERDAM. Ruime Billardzaal. Fraaie Kegelbanen. Korte Nieuwendfjk 25. SCHOLLENBRUG. Ontspanningsoord. Weesperzijde. - Amsterdam. LOCHEM. Familie Hotel Stad Lochem. «elegen op het fraaiste punt even buit en Lochem. Pension. Table d'bote te 5 ure. H. N. PILGER. Het Geuldal In- en om Valkenburg* Wandelgids v. Valkenburg's Omstreken DOOK ZEI "WITTE. Derde, geheel omgewerkte druk. Met Platte Grond van Valkenburg, groote gekleurde Wandelkaart en gezichten naar zelt opgenomen fotografiën. Gebonden in linnen bandje prijs ? l .25. Zakformaat. Uitgave Boekhandel en Drukkerij, voorheen E. J. BRILL. Leiden. Belgiëin Vogelvlucht, Gids voor Toeristen, met 130 illuslratiën, DOOK ALFRED CASTAIGNE. Pi-ijs ? l.OO. Naar het Eiland Harken, Dagelijks (Mei Octo- no p?w*orLai|o naac* ,|o Ifnttmnhnnt 's ber) vertrekt van de e nUyierKalie llaaSl 06 neilingDOOl 31 morgens tO uur een STOOMJACHT naar MARKEN via BROEK IN WATERLAND en MONNIKENDAM; de terugreis over de Zuiderzee. Aankomst Amsterdam circa 4.30 n.m. DE HAVEN STOOMBOOTDIENST. (Interc. Teleph. 684.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl