Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No« 1147
Op 't Vreies-coDgres,
(Wahre Jaeob.)
Halt, Werda!
Ik ben de Vrede...
Terug! De heeren daar binnen hebben niets met je te maken.
De Haa£sclie Congiwait.
(Jugend.)
Zijn laatste retolel.
(Le Eire.)
Lieve Engel, als je niet ophoudt, daag ik je voor 't vredescongres.
't Enrowüscii eyenwicfit,
(Vida Litteraria, Madrid.)
Prangt en
(Fischietto, Turino.)
Nu zijn we toch vriendinnen in Afrika.
Ja zeker! maar niet verder dan Egypte.
lokt tot oprichting van de nieuwe ly'n uit.
Belangryk is reeds het verkeer. Gedurende de
maanden Januari tot April van dit jaar ver
trokken niet minder dan 26 stoomschepen van
de la Plata rivier met bestemming naar Neder
land. Hieronder behooren verscheidene stoomers
van de Hamburg Süd-Amerikanische
Dampfschifffahrts Gesellschaft. Voor de ontwikkeling
van den uitvoer van Nederland naar Argentini
wordt van de nieuwe lijn veel gehoopt, vooral
wat betreft manufacturen, rijst, tabak, kaas,
likeuren, hollandsch rasvee. Volgens H. M.'s
zaakgelastigde te Buenos-Ayres bestaat er in
Argentiniëvraag naar hollandsch rasvee ter
verbetering van inlansch ras; proeven hiermede
genomen nebben goede resultaten opgeleverd.
Het ontbreken van een directe
stoomvaartverbinding en de bestaande verbodsbepalingen
op den doorvoer van ons vee in Duitschland en
België, verhinderden het herleven van dezen
handel. De fabrieks- districten in Westfalen
en in de Rijnstreek zy'n door hun ligging aan
gewezen, via de nederlandsche havens te expor
teeren; daarvan mag mitsdien, veel lading
verwacht worden.
Volgens de begrooting zal, by een jaarljiksche
afschrijving van 5 pet. op den kostprijs der
vloot, voldoende -winst overblijven om
eenbehoorly'k dividend te kunnen uitkeeren. De
onderteekenaars der prospectus verwijzen voorts
naar de uitkomsten der stoomvaartlynen, die
thans van Noord-Europa mede op Argentini
varen, waarvan o.a, de Hamburg Süd-Ameri
kanische Dampfschiff-fahrts Gesellschaft en de
Deutsche Dampfschiff-fahrts Gesellsch. «Hansa"
van Bremen en Antwerpen varende, de volgende
dividenden uitkeerden:
1895. 1896. 1897. 1898.
H. S. A. D. G. 7 10 12 16
»HanBa" 6 8 14
Ook de «Houlder line", hoofdzakelijk op
Argentiniëvarende, betaalde in: 1896,11 % pet.,
1897 11,92 pet., 1899 13,77 pet. dividend. De
onderteekenaars waaronder deskundigen
eerste klasse verklaren de ligging van Am
sterdam als transitohaven voor de bedoelde
streken zeker even gunstig, zoo niet gunstiger
dan de ligging van Antwerpen. De namen van
de leden van den Raad van bestuur zy'n:
L. P. D. Op ten Noort, dir. der stoomvmpij
«Nederland" en lid v. d. Raad van bestuur van
de koninklyke paketvaart, J. L. Cluysenaer,
dir.-gen. der S.S., S. P. van Eeghen, A. K. P.
F. R. v. Hasselt, gedel. lid van den Raad van
Administratie van de Hollandsche IJz. spmpy,
R. A. Meers, mr. F. S. vanNierop, Jhr. Otto
Reuchlin, dir. der «Holland-Amerika Ly'n" en
Consul-gen, der Argentynsche Republiek, G.
A. baron Tindal, dir. der Koninklijke
WestIndische maildienst en J. V. Wierdsma
mededir. der «Holland-Amerika Ly'n".
In de beurs bleef het niet zoo stil als de
vorige week, dank zy eenige verlevendiging
in "Wallstreet; Lombardstreet en het conti
nent volgden haar. De gespannen verhouding
tusschen Engeland en Transvaal draagt 'tot
de weifelende en zwakke houding veel by.
De crisis in Frankrijk heeft weinig invloed.
De beurs is reeds gewoon aan het komen en
gaan van nieuwe ministers in der Galliërs land.
Voor den heer Dupuy heeft het getal 7
naar het schijnt beteekenis. In de laatste
zes jaren was hy Smaal premier gedurende
iets meer of minder dan 7 maanden. Als den
heer Poincaréde vorming van een nieuw
kabinet wordt opgedragen, zal de verdere af
wikkeling der «affaire" wel in de goede rich
ting bevorderd worden.
The carry-over gaf in Londen wat levendig
heid. Geld werd op amerikaansche sporen
tegen dezelfde of iets lager noteering dan die
van de vorige verrekening verstrekt. Voor
Louisvilles, New-York Centrals en Canadian
Pacifics werd een half procent minder gevorderd.
Geld is ruim voorhanden. De goudremises
van Amerika naar Engeland hebben het
verlangen van de Engelsche Bank naar meer
goud, reeds gedeeltelijk bevredigd. De reserve
staat tot de dadelijk opvraagbare schuld, volgens
de verkorte balans van gisteren, als 41 >£ tot
100. De vorige week was dit verhoudingsgetal
40% pet. Op de Oude Turfmarkt alhier ver
minderden alle balansposten in dier voege, dat
de surplus metaaldekking vermeerderde van
35,2 millioen tot 36,6 millioen. De goud
voorraad bleef zoo goed als onveranderd; iiet
rentegevend goud verminderde van 7.8 tot
6 8 millioen. Op de open markt evenwel klom
de laatste drie dagen de prolongatie-rente;
tegen 3 ]4 pet. bleef heden prolongatie zeer
gevraagd.
Dat weifelende houding in amerikaansche
sporen meer neigt naar vastere noteering blijkt
uit de vergelijking der koersen. De verande
ringen zijn gering en weinig in aantal; alle
evenwel in de opgaande ly'n. Op hooger prijs
komen voor: 5 pets. obl. hyp. Cl. Akron,
eert. v. pref. Denver Rio, 5 pets. dito Impr.
Goud, 4 pets. Des Moines Fortd. 1ste hyp.,
4 pets. 111. Caïro Bridge, 6 pets. S. Fund
Louisville, pref. aand. St. L. & San Fr.,
Oregan Sh. Inc. bonds B en pref. aand. Union
Pacific Hoofdlyn.
De controle over de Cleveland Akron &
Calumbus is overgegaan van de Lake Brie &
Western aan de Pennsylvania. Wellicht
zullen de G pets. hyp. oblig. den l Aug. 1900
worden afgelost.
De Denver Rio Grande had in April 1.1.
765 duizend dollars bruto-ontvangst, d. i. ruim
honderd duizend dollars meer dan in dezelfde
maand van het vorige jaar. Gedurende de tien
eerste maanden van het loopende dienstjaar
zouden de netto-ontvangsten ruim 400 duizend
dollars meer bedragen dan in hetzelfde ty'dvak
van het vorige. Voor Mei worden de volgende
cyfers gegeven.
1ste week van Mei D 172.700 of meer D 30.800
2de » » » » 171800 » » » 22.000
3de » » > » 173.500 » » « 24.700
4de » » » » 2G5.000 » » » 63.000
Voor de Florida Central & Peninsular
Spoorwegmpij zijn de volgende ontvangstcyfers
van beteekenis.
1897 1898 1899
Januari D 177.065 D 185.619 D 206.360
Februari 174.627 191.391 193.373
Maart 202.676 228.069 227.603
April 213.331 240.520 242610
1ste week van Mei 5'2G71 07.099 66.933
2de » » » 48.105 61.770 53372
D 868.475 D 974.268 D 990.251
Hierbij doe ik opmerken dat '98 zoo bij
zonder gunstig was door den Cuba-oorlog.
Tegenover de ontvangstcijfers van dit jaar,
zullen wellicht de inkomsten der volgende 3
maanden ongunstig afsteken.
The Chronicle van 3 Juni bericht dat in de
derde week van M-'i '78 spoorweg m.pijen in
de U. S. by'na 6 pet. maar hebben ontvangen
dan in dezelfde week van 98.
De Chicago en Northwestern spoorwegm.py
keert een 3 m. dividend van l>;i' pet. op de
pref. en een halfjaarlyksch dividend van 2K
pet op de gewone aandeelen, betaalbaar 6
Juli a. s., uit.
Van de europeesche staatefondsen verbe
terden de Spanjaarden die den koers van 61 %
pet. bereikten.
De spaansche regeering schijnt reeds te ge
voelen «nood leert bidden" of «nood leert
werken". In het budget ?an 1899/1900 zouden
subsidies voorkomen voor nieuwe
spoorweglynen waaronder mynspoorwegen, voorts voor
tramwegen, straatwegen, kanalen en havens.
De mynindnstrie die voor Spanje veel be
looft, zal wellicht nu bevorderd worden. Men
weet dat Spanje rijke yzermynen bevat. Het
ijzererts, ter vervaardiging van staal, vindt in
Engeland, Duitschland en Frankrijk grooten
aftrek. Ook in de Vereenigde Staten vindt het
tegenwoordig een débouché. Voorts zou de
regeering haar bijzondere aandacht gaan wij
den aan de exploitatie van de Staatswouden
die drie h 4 milliard waard zouden zija. Wie
zou dit bedrag ervoor willen geven? Inmiddels
wacht Spanje wat contanten van Duitsehland
voor den verkoop der Carolinen. Bereids
keurde de spaansche senaat het voorstel goed.
De 6 pet. leeningen buitenland Mexico
retireerden l pet. In de conversie, waarvan ik
de vorige week sprak, zou ook de
Tehuantepecleening begrepen worden.
De koers der Venezuelanen daalde van36'/ic
tot 34. Verlaging van de tolinkomsten ver
plicht de regeering tot staking van rentebetaling
en aflossing.
De koersverandering in de kol- en
cultuurondernemingen vraagt de vermelding van het
bericht dat door de Borneo-Sumatra-my'. te
Arnhem, ?57.40 per aandeel en ?3.12 per
oprichtersbewy's, betaalbaar op bewijs no. 5,
wordt uitgekeerd.
De aand. Vorstenlanden gingen van 64 tot
62 Ji achteruit. Koloniale Bank, Java
BoschExpl,-my, Kaliw. Plant. Cult.-my. en Maron
gingen wat vooruit.
In de den 29 dezer te houden alg. verg. der
Vorstenlanden zal waarschijnlijk voorgesteld
worden om 11A pet. op de pref. en 2% pet.
op de gewone aandeelen uit te keeren. Voor
'97 waren deze getallen respectievelijk 5 en 0.
Tabakken zwakker. Een gunstige uitzondering
valt te constateeren voor de Herrings, waarop
ik den vorigen keer de aandacht vestigde.
Vry'dag aanstaande heeft weer een tabaks
veiling plaats.
Onder de petroleumwaarden ontmoet ik op
beter prijs de pref. Dordt., Elzas-er, Java-Petr.,
Koninklyke; ook Sumatra-Palembang is iets
vaster. Lager staan Holl. Rumeensche, Ned.
Rumeensche, Russ. Petr. & Liq. Fuel, en
Schibayeff.
Het jaarverslag van de Holl. Rumeensche
is wel bemoedigend gesteld, maar de cijfers
geven geen aanleiding tot een vroolyke stem
ming. Het debetsaldo der winstrekening is
ruim 59 duizend gulden. Het verlies over '97
was ruim 31 duizend gulden, zoodat het
geheele verlies byna 91 duizend gulden bedraagt.
Voor de koninklijke geven de volgende cijfers
een overzicht' De productie van geraffineerde
olie was in 1898 1899
Maart 710.000 171.000
April 740.000 160.000
Mei 839.000 149.500
De opbrengstcijfers van de Sumatra-Palem
bang zy'n ook niet bemoedigend. Integendeel.
* *
*
Gaarne vestig ik de aandacht van allen, die
direct of indirect tot de financieele kringen
in betrekking staan, op den dezer dagen ver
schenen 4den jaargang van het Financieel
adresboek voor Nederland, verschenen by de
algemeen bekende firma J. H. de Bussy alhier.
De titel is voor den rijken inhoud te be
scheiden, maar bescheidenheid is ec>n deugd.
Over het ontvangen verslag van de «Utrecht"
de volgende week.
* *
*
Brieven en stukken voor deze rubriek te
adresseeren aan
D. STIGTER.
Amst., 15,10 Juni '99. Alexanderkade 4.
UIIIIIIIHIItllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIMIIIHImilllllllllllllUIIIIIHlHIIIllllllN
Boet en Tisclirift.
Tweemaandelijkse!! Tijdschrift.
Zou Jan Veth óók al een proces hebben
met een dreyfusard of een anti-semiet? Zoo'n
wonder zou het niet wezen. In Frankryk is
op het oogenblik een proces een dagelyksche
behoefte, alles tengevolge van l'Affaire. Men
zou zeggen, dat er iets van die juridische
epidemie naar Holland is overgewaaid, want
in zy'n Bijdrage over liembrandt heeft hy het
ook al over «revisie'' en »vonnis". J'accuse !
De quaestie loopt hierover of er een stuk van
de ».ATae/i£wacht" (de naam is eigenlijk om
te gieren van 't lachen, als men Rembrandt
begrijpt) is afgesneden. Uit het hoek-werk
o. m. van andere schilderyen wil nu Veth
aantoonen - - en er zijn een paar teekeningen
bijgevoegd in deze aflevering dat de lyst
van Banning Cock's Vendel overeenstemt in
de manier, waarop hij die voltooide, met de
wegloopende bedelaar op de kleine ets van
Simeon in den Tempel en den stoel uit het
geëtste portret van Jan Six. In Spaansche Droom
maakt Albert Verwey scherpe opmerkingen
over reis-emoties en schenkt hier en daar in
die vluchtige gang door het land van don
Quichotte maar ook van Pizarro en
Cortez den lezer i'erme trekken van forsch
realisme. W. L. Penning is een zeer bijzonder
talent, die ik vroeger wel eens voor een totaal
anachronistische figuur hield, omdat n het N.
Gids en het J. Gidsgeslacht zoo ver af staat
van het ingetogen, provinciale, huiselijke
leven, dat deze dichter met groote virtuositeit
weergeeft; hier in Uit Tom's Dagboek" vindt
men een stuk familie-historie uit den ty'd der
Fransche overheerscbing met frappante realis
tische partijen. Maar toch is er veel in
die gevoelswijze, een overblijfsel van burger
lijkheid, van zelf nog bevangen-zijn in het
ietwat patriarchale bestaan van de vroegere
hollandsche huiselijkheids-poëten, dat me
hindert en dat zich uit in het bezigen van
oudbakken wendingen en in 't «accent", een
mooi woord van Van Deyssel, dat daardoor
de zinnen krygen. Men hoore eens goed, wat
een naklank van Van Zeggelen of zulke dichters
er aanstroomt uit een regel als:
En 't proza, naar uw wensch in rymklank
omgesmeed.
of: Maar 't hart zich laafde aan huislijkheid
(of Squash).
en: Ja,Schoone Lett'ren! al-omvattend,ziel en zin
Doordringend, voedend '.
Een sociaal-democraat zou hier dadely'k naar
's mans honorarium informeeren. Dan :
zie 'k de Zusterkunsten kronen,
Diep buig ik, doch wee mij ! schoot ik er u bij in.
Dat: wee mijl is .zoo echt de nitroep van
een dilettanterig en daardoor overdreven kunst
vereerder. Bah ! wat een philister-emotie !'
Niet het onderwerp, niet de taal, maar dat
soort gevoelswyze vind ik o! om weg te loopen
zoo spieszbürgerlich. Hier zou je de auteur
een ongeluk willen -doen en dat plaatsen
N.-Gids-veteranen l
En dikwijls bleven wy aan 's lezers lippen hangen
Totdat de klepperman een later nur
Uit-galmde dan 'k wel noemen durf
Wat een solied mensch, wat een zoeterd !
Lezer, als m\j een volwassen kerel dat zei in
plaats het te schrijven, ik geloof, dat ik hem
royaal een pak slaag zou presenteeren. De
Vaas, een vertaling, geeft een goed denkbeeld
van. de griek&che poëzie van Henry de Regnier.
Van Gv-ido Geselle, vlaamsche verzen
»Groeningens Grootheid of déslag van de Guldene
Spooren" in middeneeuwsche sty l, bekorend door
hun naïviteit. Is. P. de Vooys leverde in sonnetten,
twee impressies van «Holland en Brabant".
Met Physico-Philosophie wijst Ch. M. van
Deventer er op, dat ook by bet abstracte
denken het gemoedsleven zyn bepaalde functie
heeft en Dr. J. D. Bierens de Haan geeft
o., m. in de Subjectiveerende en de
Objektiveerende zienswijze een overzicht van het
materialisme, zooals zich dat sinds de Renais
sance by de stijgende vlucht van de Natuur
wetenschap ontwikkelde, waarin die laatste
zienswijze zyn oorsprong vindt. Aug. Vermeylen
beschouwt nu uit het Leven en Werken van
Jonker Jan van der Noot zijn kruipen voor
de politiek-religieuse machten, die op een
gegeven oogenblik in zyn tyd om beurten de
baas speelden: Roomsehen of Protestanten.
* *
*
Nederland.
Cyriel Buysse ontleedt in een knappe schets
?'?De opzichter der visschery" de invloed van
de eenzaamheid op zoo iemand/ die eindigt
met in het uitoefenen van zyn functie om te
komen. Geertruida Garelsen geeft in »J3oMi"
de geschiedenis van een Berlynsche
winkeljuffrouw, die met een Duitsche jonker trouwt^
een kijkje in de agrarische kringen en laat
zien, wat dit soort conservatieven, de bezitters
van het immobiel kapitaal, drijft tot anti
semitisme en socialisten- fresserei. Ze wist zich
niet overal vry te houden van germanismen.
De maatschappelijke strijd er in is belang
wekkend, qua beschrijving van stad- of
salonleven heeft het stukje geen waarde. In
ruwhumoristische toon van varensgast vertelt
Werumeus Buning in »De Kapoeas op !" van
de avonturen onzer marine op de kust en in
de binnenlanden van Borneo, van Europeesche
families, die op een kleine plaats voor de
gezelligheid eeuwig ruzie hebben en Dajaksche,
die elkaar om dezelfde rede een kop kleiner
maken. Een brief van Nonnie, belooft wat.
Henry van Eek heeft blijkbaar veel aanleg
voor het weergeven van kinderleven: zijn aan
doenlijke schets van een jongentje: Dé. . . .
misdeeld met n handje, pleit er voor. Edw.
B. Koster verhaalt de toovergeschiedenis van
Ridder Michaels Gezantschap. Voor zoover
ik weet, heeft hij nog nooit iets in dat genre
geleverd, maar hy deed het knap en moet
maar meer van dat soort werk maken. Alleen
zy hier opgemerkt, dat de uitdrukking: de
zon schoot met haar rood, straalloos ochtend
licht langs de torens en de daken wel wat al
te impressonistiscfr staat in het kader, de stem
ming van deze beschrijving althans. De in
druk, dien hy geeft van middeneeuwsche hui
zingen is wel niet zoo sterk als van Ary
Prins, maar men houdt er toch wat van by,
zwak is anders.
De Sonnetten van Taceo Storno, niet kwaad
op een paar vlekjes na in de maat, alleen het
motief van de »lydenskelk" .... dat wordt
wel wat al te antiek. H". A. van Gogh zond
een vers in, Golgotha, dat pakt door zy'n beel
den en rymen; in de tweede strofe zag hy
evenwel niet goed. Er staat:
Aan't lichtend kruis de Meester: 't is volbracht!
Ea luikend 't brekend oog, een weemoedstraan
Drupt dauwend op de vrouwen,
Dat kan niet en dan : die daar staan
In worgend wee van ingeschroefde klacht.
Dat Hinkt heel sterk, maar 't is glad ver
keerd. De Oosterling en zeker de vrouw
maakt by uitingen van smart veel meer mis
baar dan de bewoners van het Westen. Ze
slaan zich op de borsten, verscheuren hun.
kleederen en bestrooien het hoofd met asch.
Ook de wending:
De Judaskus vloekt op uw bleek gelaat
komt me voor als van twijfelachtig, mischien
valsch effekt.
II. A. van Gogh laat zich nog te veel
meesleepen door de eerste de beste fantasie, die
hem mooi schijnt zonder er verder by te
denken, maar hy verdient toch aanmoediging.
Leed der Bloemen van N. B. iy'kt, oppervlakkig
beschouwd, niet zulke bijster groote kunst,
en technisch ook zoo gewoonljes, en toch zit
er een gevoel in van weemoed, zóó. dat het
me niet zou verwonderen, als deze auteur op
eens met meer goed werk voor den dag zou
komen als het volgende: Nachtlied van hem.
Zangerig: Ziele- Verreiniging van Jeanne
Reyneke van Stuwe, maar ze maakt hier een
zelfde fout als in een vers, nu verschenen in
Woord en Beeld, ze observeert niet scherp
genoeg. Ze zegt:
Mijn ziel is lichtend n schitterend zijn
Verluchtend mijn lichaam met flikkrende
stroomen.
Ze heeft aan de zon gedacht, die licht werpt
op rivieren, maar dat gaat niet door by verge
lijking van lichaam en ziel.
In het proza-stuk : Zonnekind van Jac. Z.
Risch is juist de geschiedenis verkort, eigenlijk
weggelaten, die het belangrijk maken kon.
't Hangt verder van banaliteit aan elkaar.
Daarna: Kroniek.
Woord en Beeld.
In zy'n volle glorie van orchestdirecteur,
absoluut monarchaal heerschend
metdendirigeerstaf, alsof hy er bliksems van bezieling
af slingert over de deinende hoofden van
violisten, wier strijkstokken opzweepen by
iedere nieuwe zwaai van zy'n scepter, rijst
J. Willem Mengelberg, afgebeeld op den omslag
van dit tijdschrift. Van hem zelf komt er
een compositie in voor op een Wendisches
Volkslied, van woorden te flauw om poëzie
genoemd te worden. Zijn korte, schitterende
carrière wordt beschreven door N. L.
Berckenhoff. Er staan interessante opmerkingen
in over de dirigeerkunst. Raadselachtig, zelfs
voor my, die leek ben op muzikaal gebied..
is, wat hij hier vertelt: »Het wanbegrip, dat
een musicus van zelf ook de bekwaamheid
heeft om b.v. een gemengd koor met orkest