Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een nieuw e lui
(Humoristische BI fitter, München)
President LOUHET : »Kom Mariarme, na zoo'n modderbad zal
een goede, ernstigp, vessch ? waterkuur je zeker opfrisschen."
De liwe Anaiasstal,
(Lust-ge Blatttr)
DE REPUBLIEK : «Beste vriend, 't is riet eens rnodig dat men
een Hercules is om die mesthoop op te redderen."
De cmelet van Antenil,
(Füchietlo, Tury'n.)
In plaats van een beleediging, is zy' voor Loubet een aureool geworden.
uit de Spaansclie troonrede,
(Postillon)
.... voor Spanje is het niet geraden, de Carolinen-, de Palaos- en de
Mariannen-eilanden te behouden, daarom is met den Duitschen keizer
een overeenkomst gesloten, waarbij deze eilanden aan Duitschland
werden overgedaan.
Voorwaarts ! kom Carlientje !
De Elzasser maakt het treurig. De koers
zakte, op de verwachting van slechts 5 pet.
dividend, tot 100 pet.
Dividendbewijs no. '2 der certificaten van
pref. aand. van £. 100 Schiebaifff
petroleuoicomp. is betaalbaar met ? 31 78.
Trammen vast. De Modjokerto
stoomtramKaatschappij, heeft op Dinsdag aanst. de in
schrijving opengesteld o. m. bij den heer Th.
Gilissen alhier op / 300 000 obligatiën.
* s
*
Het uitvoerig en openhartig jaarverslag van
de levensverzekeringaiaatBchapjjij «Utrecht''
wijst op de goede zaken die ook deze bekende
maatschappij in 'O-i maakte.
A'dani, '2S),:SüJuni 5)9. D. STJOTEK.
Prof. Cliantepie do la Sanssaye ?au
Amsterdam naar Leiden.
Geachte. Redactie.'
De heer H. J. C. Pierson maakt terecht
de opmerking dat prof. Chantepie de la
Saussaye ook examen zal moeten afnemen
in de geschiedenis der leer aangaande God.
Al is dit vak nu ook een examenvak, het
is en blijft fchter, vergeleken mei de
zedekunde, een bijvak.
Als zoodanig werd h'et al dadelijk be
schouwd door de theologische faculteit te
Leiden, bij de invoering van de nieuwe wet
op het hoogrr onderwijs: »A1 wordt dit
vak in de wet op het hooger onderwijs
onder de universitaire vakken opgenoemd,
behoeft het daarom wel ten afzonderlijk
examenvak uit te maken, daar de inhoud
zakelijk onder de geschiedenis der gods
diensten, de geschiedenis van de Israëliti
sche godsdienst en die der leerstellingen
van de christelijke godsdienst alle exa
menvakken voorkomt?" (Mr. P. F.
Hubrecht, De Onderwijs wetten in Neder
land en hare uitvoering, A. Tweede Deel,
p. 48).
Prof. Chantepie de la Saussa3Te verstaat
onder de geschiedenis der leer aangaande
God allerlei uiteenloopende dingen. 81aat
men het Jaarboek der Gemeente-Universi
teit van Amsterdam toch op, dan kan men
daarin lezen dat de hoogleeraar onder den
naam van geschiedenis der her aangaande
God. in 1892 behandelde: het Scepticisme,
in 1893 Overzicht der Griek?che phiiosophie,
in 1894 Verschillende wereldbeschouwingen,
in 1895 het Theïsme, en in 189G «Lana's
Inleiding tot de Wijsbegeerte".
Met het oog op dit feit vraagt men zich
af: wat zal deze hoogleeraar te Leiden met
zijne studenten behandelen onder den naarn
van zedekunde, het leervak dat voor hem
zijn hoofdvak is?
Daarom is en blijft zijn benoeming tot
hoogleeraar in de zedekunde aan de
Leidsche Universiteit wonderlijk en betreurens
waardig.
Er is nu eenmaal echter niet aan te ver
anderen ; en zoolang als er over een leervak
als zedekunde, zoo weinig ernstig gedacht
wordt, gelijk uit de benoeming van den
Leidschen Hooggeleerden zedekundige blijkt,
troostte men zich daarom met deze woorden :
»0veral is er geestelijke anarchie. Onder
ontwikkeling verstaat men veelal niet an
ders dan op de hoogte te wezen van de
ideeën die juist op het tapijt zijn, zich in
staat te betoonen mede te doen met hetgeen
op het oogenblik in de wereld omgaat.
Velen wandelen »kranig" rond, blij als zij
een livrei dragen die hen wat kleedt".
(Prof. dr. P. D. Chantepie de la Sausaye.
Eene halve eeuw 1848?1898. Tweede Deel,
p. 421).
Dankzeggend voor de verleende ruimte
noem ik mij hoogachtend
uw Dienstw. Dr.,
J. A. HELPER SESBRUGGER.
A ra s t., 23 Juni 1899.
iimiiittiimiiiiiiiHimiimiiiuiiiiimiiii
llllliliiiiHiiiiniNliiilMMMiimnmiiiiiHiniHii
MlimiIHHIIUlI
NIEUWE UITGAVEN.
Dagen en daden van Admiraal Dubbel Wit,
door JOH. H. BEEN. Met 5 historieplaten en
1G titelvignetten. Amsterdam, S. L. van Looy.
Madame RATTA/ZI. La Petite Jteine.
Impressions et Souvenirs de Hollende. Ouvra^e orn
de nombreuses illustrations. Edition de la
«Nouvelle Revue Internationale", Paris.
Bulletin, uitgegeven door den Nederland
schen Oudheidkundigen Bond. Ie Jaarg. No. 1.
Algemeen reglement voor de Centrale Com
missie voor het vakonderwijs in koken en
huishouden, aan de kook- en huishoudscholen
in Nederland. Met toelichting.
Kinderen, Scholen en Wetten. Drie be
schouwingen, door IDA HELJEHMANS, Amsterdam,
II. J. Poutsma.
M'est-Friesch Museum te Hoorn. Verslag
over het jaar 185)8, Hoorn, Geerts & Kops.
De eente opvoeding van het blinde kind in
het Imisgezin door H. J. LKNDKRINK, Directeur
van het instituut tot onderwijs van blinden,
Amsterdam, F. W. Egeling.
Handleiding voor liet Kotaris-Anibt, in het
bijzonder ten dienste van hen, die zich voor
bereiden tot het Notarieel examen door W.
C. de BOER, oud-notaris, Arl. 9, Medemblik,
K. II. Idema.
De Wereld in', door JAX LK.TIIART en II.
SCHKKPSTBA, geïllustreerd door W. K. DE BRUIN,
eerste stukje, '2e druk, Groningen, J. B.
WoltersOpen bn<f aan Moeders en aan allen die in
Kinderen belang stellen door M. E. H. SAXKHERG
GKISVVF.IT VAN DER NETTEN, Amersfoort, J. J.
Berends.
Inhoud van Tijdschriften.
Eigen Haard, No. '2G: Elisabeth Blaeu,
M. W. Maclaine Pont. X. Docter en patiënt,
door dr. C. E. Daniels, met afbeeldingen.
December, naar de schilderij van Anton Mauve,
in het Stedelijk Museum te Amsterdam, met
bijschrift. «Grootvader", door Truida Kok,
L Het Hospitaal-Kerkschip »de Hoop:;,
door v. G., met afbeeldingen. Verscheiden
heid. Feuilleton.
Haar peflMfl.
Naar liet J'rannch,
van SAVIOZ.
Neen, mijnheer Brmoit, ik verzeker het u,"
zeide de tengere jonge vrouw tot den huit>heer,
die, zooflra hij had gehoord, dat hij gevaar
liep, zulke uitstekende huurd-.rs als de
Dormenils te verliezen, bij haar was gekomen, om
haar klachten aan te hooren, wij kunnen hier
werkelijk niet blijven wonen, wanneer dat
mensen doorgaat met les geven. Ik zou er
eenvoudig ziek van worden."
Dat ontlrak er nog maar aan!" riep haar
man uit, wien reeds het denkbeeld, dat zijn
vrouw ziek zou kunnen worden, geheel buiten
zich zelf bracht. Gij weet toch, mijnheer
Brissoit hoe gevoelig en nerveus mijn vrouw is.
Gij kunt onmogelijk van baar vergen dat
ceuwimlurende getingel aan te hooren. Dat zou
misbruik maken van haar goedheid zijn."
Mevrouw Dormer.il had in den kring van
haar familieden en kennissen dm naam. bui
tengewoon goed en ttergevoelig te zijn,?een
reputatie, die langzamerhand een soort van
aureool van heiligheid om haar blond hoofd
had geweven.
Haar menden spraken giarne er over, hoe
aangedaan zij *eas geweest was over het lot
van een ontsnapt kanarievogelfje, dat zij op
een zonnigen zomermiddag in de laan van een
tuin bad zien rondhuppeltn, in gezelschap van
een troep twistzieke musÊchen. En dan, hoe
>ij, die zoo ongaarre haar vier muren verliet,
zirh de moeite (;etroo>tte, eiken dag haar hond
Salifor, ccn mooi, zwart smousbor.dje, wiens
poot door een fiets was oven eden, te gaan
bezoeken bij den veearts, die hem behardelde.
Haar mtdelijden strekte zich ook uit tot
menschelijk ?. wezens. Wanneer de kamenier
haar 's morgens de couranten bracht, was haar
eerste werk de rubriek Gemergde berichten"
duur te /ien en ijverig te zoeken naar alle
mogelijke ongelukken, naar beschrijvingen van
de ellende in de voorsteden en vooral naar
zelfmoorden Zelfmoorden boezemden baar een
bijzonder groote belangstellirg in.
Kn als zij dan in den lo^p van den dag
visiies maakte of ontving, was er voor de teere
jonge vrouw met de dweepende orgen en bet
tengere, aan een buigzaam riet herinnerende
füuur, g en welkom* r onderwerp van gesprek
dan al de akeligheden waarover zij had gelezen.
Haar aandoening scheen dan haar bekoorlijk
heid te verboogen en haar groote blauwe oogen
kregen een vochtigen glan-, als van tranen.
Onder degenen, die haar kenden, werd haar
naam dan ook nooit genoemd zonder het een
of andere vleiende toevoegsel. Zij zelre was
niet minder van haar groote goedheid overtuigd
en verdiepte z ch met voorliefde in de beschrij
ving van san andere vrouwen onbekende
smarten, waaraan zij tengevolge vari haar teer
besnaard gemoed het slachti ft'er was. Om haar
heen had zich een eigenaardige atmosfeer
gevorm i. Daar men wist, hoe zij zich alles
aantrok, hadden eerst haar ouders en later ook
haar ruan, hun best gedaan alles van haar
verwijderd te houden, wat de rust en het even
wicht, die haar fijngevoelig gemo."d zoo noodig
had, in gevaar zou ku; nen brengen.
Sedert eenige dagen was dit rustige bestaan
gestoord Een omstandigheid, die r.öch haar
man, i och haar verdere omgeving had kunnen
voorzien of verhoeden, verduisterde het leven
der jonge vrouw.
Bo.en hen, in een hoDgst bescheiden woning
die op de binnenplaats uitkwam, werd sedert
een paar weken les gegeven door een piano
onderwijzeres, en de toonladders, die ongeoe
fende kinderhandjes aan het veel geplaagde
instrument ontlokten, iriiteerden de teedere
! zenuwen van mevrouw Dormenil in de hoogste
mate.
De jonge onderwijzeres, een arm meisje, van
wier bestaan mevrouw Dormenil tot nu toe niet
het flauwste vermoeden bad gehad, hoewel zij
sedert verscheiden jaren in hetzelfde huis hadden
gewoond, was de dochter van een uitvinder, die
te midden van zijn onderzoekingen was ge
storven, en van een moeder, wier met veel
moeite verkocht schilderwerk den beiden vrouwen
tot voor een paar maanden een bescheiden
inkomen'je had verzekerd. Ongelukkigerwijze
werd de moeder ziek, en daar zy de verpleging,
die haar toestand eischte, niet kon bekostigen,
had de eerste kou>1e een einde gemaakt aan
het leven der arme vrouw, en de dochter geheel
onbemiddeld achtergelaten.
Na den dood harer moedfr had het jonge
meii-je bet moedige besluit genomen, het muzi
kale talent, dat zy bezat, te gebruiken, om in
haar onderhoud te vcorzien.
Zij deed moeite om pianolessen te krijgen
en slaagde met de hulp van eenige goede
vrienden er in de kleine schare van leerlingen
bijeen te, brengen, welker getjingel" de zenuwen
van mevrouw Dormenil zoo op de proef stelde.
En om die zenuwen weer tot rust te brengen
moest het jonge meisje worden weggestuurd.
Deze quapstie was de aanleiding tot de komst
van den huisheer by' den heer en mevrouw
Dormenil.
Maar werkelijk, mijnheer Dormenil, ik kan
er zoo weinig aan doen !" zeide de heer Brissoit,
wien de onmenschelijke daad, die men van
hem scheen te verwachten, met een innerlijk
onbehagen vervulde. Bet is geen kleinigheid
voor mij, dat meisje midden in den winter een
p»ar weken na den dood van haar moeder, op
straat ie zetten, ju'st nu zij een paar sous
begint te verdienen."
Dat zeg ik imme.' s niet: maar de gezondheid
van mijn vrouw gaat natuurlijk voor".
Maar om dezen tijd van het jaar zijn de
ramen immers meestal dicht, Wanneer mevrouw
Dormenil zoo goed zou willen zijn, tot hst
voorjaar geduld te hebben, zou het gemakke
lijker voor mij zy'n de jonge dame de huur op
te zeggen".
Mevrouw Dormenil maakte een beweging
die de huisheer voor een toestemming hield.
Hij ging dus voort, zich nu meer bepaald tot
haar wendend:
De atïdere huurders hebten allen gofd
gevonden, dat ik haar laat blijver. Zij is zoo
ongelukkig. En gij mevrouw, die immers zoo
goed zijt, zoudt toch wel niet. .. ."
De dwepende oogen der jonge vrouw wierpen
haar echtgenoot een hulpeloozen blik toe.
Mijnbeer Brissoit", riep deze uit. Ik Iaat
u natuurlijk vrij te handelen, zooals gij zelf
?wilt, maar ik zal niet dulden, dat men de
overgroote goedheid van mijn vrouw op deze
wijze misbruikt en haar medelijden tracht op
te wekken, om haar zulk een marteling op te
leggen. Wanneer die jonge dame niet morgen
aan den dag met dat pianospelen ophoudt,
zal ik ons huurcontract als verbroken be
schouwen, want toen ik uw woning huurde,
heb ik de conditie gesteld, dat het huis doc.r
rustige, iatsoenlijke menschen bewoond zou
worden. Van piano-lesgeven was geen sprake.
Gij hebt het recht, het te verbieden."
Dat is volkomen waar, maar wat moet
dat arme kind dan beginnen?"
Dat kan my' niet schelen. Het blijft, r ij wat
ik heb gezegd. Of die juffrouw houdt dadelijk
met dat getrommel op, óf wij verhuizen. De
huüheer aarzelde een oogenblik. Toen hij had
zonder twijfel bedacht, hoe moeilijk het zon
zijn, dadelijk weer zulke goede huurders als de
Dormenils terug te krijgen zeide bij:
Gij kunt ervan overtuigd zijn, mijnheer
Doimenil, dat ik het u gaarne in elk opzicht
naar den zin wil makon. Jfin d\ar wij nu een
maal niet tot een andere schikking schijnen te
kunnen kouien, zal ik de jonge dame zeggen,
dat zij met lesgeven moet ophouden en naar
een andere woning moet om«ien, want betalen
kan zij my dan natuurlijk niet meei".
Zoo, dat noem ik vers andig spreken. Het
is ook het beste, wat tij kunt doen".
Nadat hij zijn hiiunier nogmaals had verzekerd,
dat hij alles wilde doen oru het hem naar ge
noegen te maken, nam de heer Brissoit afscheid.
en liet de beer Dormenil hem met groote be
leefdheid uit. En terwijl d-i huisheer de trap
opliep om de piai.o-onderwijzeres de huur op
te zeggen keerde de liefhebbende echtgenoot
naar zijn vrouw'terug.
Mijn arm kit,d," zeide hij teeder, terwijl hij
een gemakkelijken stoel voor haar i>ij den liaani
schoof, wat is het toch gelukkig, dat ik juist
thuis was, om je te beschermen. Als ik er niet
geweest was, zou die man je zeker geheel en
al overrompel! hebben en je eenvoudig gedwon
gen hebben, dat spektakel nog langer aan te
hooren".
Zij dankte hem met een glimlach.
Ken rustig, fatsoenlijk huis!" ging hij nn
een'gen tij l voort, zijn eigen gedachtengang
vervolgend. Dat is toch waarach'ij/ niet eeu
huis waarin men met werken zy'n brood moet
verdienen l"
Neen, natuurlijk niet", fluisterde de
teerbesnaarde jonge vrouw en haar oogen namen een
rog dwepeuder, hemeltcher uitdrukkingen aan.
utmitmimti
De.n WilEdel delioren lieer
J. T. liroinmevjer, adres »de
A msterdammtr.''
Wel Edel Geboren Heir!
Er is een verzuim goed te maken. Ik hoop
dat ik met de aanwijzij g daarvan rog tijdig
genoeg kom om het verwijt te ontloopen van
met mosterd na den maaltijd te komen.
Ik wil namelijk nog even terugkomen op
de huidebetuiging aan Prof. Stokvis.
Te vergeefs heb ik in de couranten gesnuffeld
om te ontdekken of ook ergens iets vermeld
werd omtrent de aanbieding aan ZlIGel. van
het traditioneele gouden horloge met inscriptie,
dat ieder gemeenteambtenaar Stokvis is toch
ook gemeenteambtenaar! na 25 jarige ge
trouwe ambtsvervulling van het Gemeentebestuur
ontvangt. Helaas ! nergens een woord ervan.
En de nauwkeurigheid waarmede de pers van
het zeldzame feit verslag heeft gedaan ir, aan
merking nemende, moet ik tot de conclusies
komen, dat het kostbare bewijs van tevredenheid
niet is geschonken aan een man die zooveel
vertrouwen geniet, dat hy behoort tot hen die
gerekend worden niet te vallen onder die cate
gorie van g«meentedienaren, die in geval van
ziekte controle behoeven. (Zie het geschrijf over
het besluit van B. en W. over de
ziektecontrólekwestie.)'
Eenige maanden geleden heeft onze (assistent-)
gemeentearchitect een architect zijn we niet
rijk ook zoo'n bewijs van tevredenheid
gehad by zy'n zilveren feest als ambtenaar en,
is deze ook al een hoogverdienstelijk man, do
ambtenaar Stokvis heeft zeker niet minder recht
op waardeering.
Tot u wend ik my thans, mynheer
Brommeijer, omdat ik weet dat u niet alleen met
den Burgemeester op goeden voet verkeert,
maar dat ZE.A. zelfs eenige vrees voor u
koestert.
Wil u de belangen van prof S. bij Z.E.A.
bepleiten? Sjoerd (met alle respect!) is recht
vaardig en zal zorgen, dat Stokvis nog ont
vangt, wat Stokvis toekomt. En dan wenscb.
ik ZHGel. een Waltham met briljanten.
De Burgemeester heeft zichdestijds (hangende
de ziektecontiolekwestie) uitgelaten, dat voor
hem alle ambtenaren gely'k zijn. Waarom een
bode of een architect een horloge en een
hoogleeraar niet 'l Kom, 't is een verzuim !
En dat zal en moet hersteld worden.
H.
Teutoburgerwoud.
We vestigen de aandacht der lezerp, die voor
nemens zijn geduiende de zomervacantie in een
bosch- en bergstreek ontspanning te gaan zoe
ken op een advertentie voorkomende in het
nummer van heden. Uit de verhalen en
beschryvingen van verscheidene onzer vrienden,
die korter of langer tijd in het Teutoburgerwoud
vertoefden, kregen wy den indruk, dat het een
schoone en gezonde streek is. En onze be
kendheid met de meeste onderteekenaars der
advertentie moge tot een waarborg strekken,
dat hetgeen de «Gastwirt" van zy'n hotel zegt,
waarheid bevat, zoodat wij belanghebbenden
gerust durven aanraden met hem in corres
pondentie te treden.
Eene omwenteling in 't verschiet.
De zwaarlijvigheid genezen door de Parfu
merie ! Hoe vreemd deze volzin moge luiden
niettemin is het een voldongen feit. Deze
verrassing hebben wij te danken aan de .,Zeep
Admiral". Het principe dezer zeep bestaat
in eene zeer logische werking op de huid ;
geen enkel schadelijke uitwerking is overigen»
te vreezen. Deze zeep werkt enkel daar waar
ze wordt aangewend. Wat een voortreffelyk
nieuwtje voor onze dikbuikigen ! De Zeep
Admiral" heeft alreeds vele bewyzen harer
voortreffelijkheid geleverd, en niet lang meer
zal het duren, alvorens deze aangename wijze
van zich te genezen algemeen in het gebruik
zal zy'n.
Et. B.