De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 2 juli pagina 8

2 juli 1899 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een nieuw e lui (Humoristische BI fitter, München) President LOUHET : »Kom Mariarme, na zoo'n modderbad zal een goede, ernstigp, vessch ? waterkuur je zeker opfrisschen." De liwe Anaiasstal, (Lust-ge Blatttr) DE REPUBLIEK : «Beste vriend, 't is riet eens rnodig dat men een Hercules is om die mesthoop op te redderen." De cmelet van Antenil, (Füchietlo, Tury'n.) In plaats van een beleediging, is zy' voor Loubet een aureool geworden. uit de Spaansclie troonrede, (Postillon) .... voor Spanje is het niet geraden, de Carolinen-, de Palaos- en de Mariannen-eilanden te behouden, daarom is met den Duitschen keizer een overeenkomst gesloten, waarbij deze eilanden aan Duitschland werden overgedaan. Voorwaarts ! kom Carlientje ! De Elzasser maakt het treurig. De koers zakte, op de verwachting van slechts 5 pet. dividend, tot 100 pet. Dividendbewijs no. '2 der certificaten van pref. aand. van £. 100 Schiebaifff petroleuoicomp. is betaalbaar met ? 31 78. Trammen vast. De Modjokerto stoomtramKaatschappij, heeft op Dinsdag aanst. de in schrijving opengesteld o. m. bij den heer Th. Gilissen alhier op / 300 000 obligatiën. * s * Het uitvoerig en openhartig jaarverslag van de levensverzekeringaiaatBchapjjij «Utrecht'' wijst op de goede zaken die ook deze bekende maatschappij in 'O-i maakte. A'dani, '2S),:SüJuni 5)9. D. STJOTEK. Prof. Cliantepie do la Sanssaye ?au Amsterdam naar Leiden. Geachte. Redactie.' De heer H. J. C. Pierson maakt terecht de opmerking dat prof. Chantepie de la Saussaye ook examen zal moeten afnemen in de geschiedenis der leer aangaande God. Al is dit vak nu ook een examenvak, het is en blijft fchter, vergeleken mei de zedekunde, een bijvak. Als zoodanig werd h'et al dadelijk be schouwd door de theologische faculteit te Leiden, bij de invoering van de nieuwe wet op het hoogrr onderwijs: »A1 wordt dit vak in de wet op het hooger onderwijs onder de universitaire vakken opgenoemd, behoeft het daarom wel ten afzonderlijk examenvak uit te maken, daar de inhoud zakelijk onder de geschiedenis der gods diensten, de geschiedenis van de Israëliti sche godsdienst en die der leerstellingen van de christelijke godsdienst alle exa menvakken voorkomt?" (Mr. P. F. Hubrecht, De Onderwijs wetten in Neder land en hare uitvoering, A. Tweede Deel, p. 48). Prof. Chantepie de la Saussa3Te verstaat onder de geschiedenis der leer aangaande God allerlei uiteenloopende dingen. 81aat men het Jaarboek der Gemeente-Universi teit van Amsterdam toch op, dan kan men daarin lezen dat de hoogleeraar onder den naam van geschiedenis der her aangaande God. in 1892 behandelde: het Scepticisme, in 1893 Overzicht der Griek?che phiiosophie, in 1894 Verschillende wereldbeschouwingen, in 1895 het Theïsme, en in 189G «Lana's Inleiding tot de Wijsbegeerte". Met het oog op dit feit vraagt men zich af: wat zal deze hoogleeraar te Leiden met zijne studenten behandelen onder den naarn van zedekunde, het leervak dat voor hem zijn hoofdvak is? Daarom is en blijft zijn benoeming tot hoogleeraar in de zedekunde aan de Leidsche Universiteit wonderlijk en betreurens waardig. Er is nu eenmaal echter niet aan te ver anderen ; en zoolang als er over een leervak als zedekunde, zoo weinig ernstig gedacht wordt, gelijk uit de benoeming van den Leidschen Hooggeleerden zedekundige blijkt, troostte men zich daarom met deze woorden : »0veral is er geestelijke anarchie. Onder ontwikkeling verstaat men veelal niet an ders dan op de hoogte te wezen van de ideeën die juist op het tapijt zijn, zich in staat te betoonen mede te doen met hetgeen op het oogenblik in de wereld omgaat. Velen wandelen »kranig" rond, blij als zij een livrei dragen die hen wat kleedt". (Prof. dr. P. D. Chantepie de la Sausaye. Eene halve eeuw 1848?1898. Tweede Deel, p. 421). Dankzeggend voor de verleende ruimte noem ik mij hoogachtend uw Dienstw. Dr., J. A. HELPER SESBRUGGER. A ra s t., 23 Juni 1899. iimiiittiimiiiiiiiHimiimiiiuiiiiimiiii llllliliiiiHiiiiniNliiilMMMiimnmiiiiiHiniHii MlimiIHHIIUlI NIEUWE UITGAVEN. Dagen en daden van Admiraal Dubbel Wit, door JOH. H. BEEN. Met 5 historieplaten en 1G titelvignetten. Amsterdam, S. L. van Looy. Madame RATTA/ZI. La Petite Jteine. Impressions et Souvenirs de Hollende. Ouvra^e orn de nombreuses illustrations. Edition de la «Nouvelle Revue Internationale", Paris. Bulletin, uitgegeven door den Nederland schen Oudheidkundigen Bond. Ie Jaarg. No. 1. Algemeen reglement voor de Centrale Com missie voor het vakonderwijs in koken en huishouden, aan de kook- en huishoudscholen in Nederland. Met toelichting. Kinderen, Scholen en Wetten. Drie be schouwingen, door IDA HELJEHMANS, Amsterdam, II. J. Poutsma. M'est-Friesch Museum te Hoorn. Verslag over het jaar 185)8, Hoorn, Geerts & Kops. De eente opvoeding van het blinde kind in het Imisgezin door H. J. LKNDKRINK, Directeur van het instituut tot onderwijs van blinden, Amsterdam, F. W. Egeling. Handleiding voor liet Kotaris-Anibt, in het bijzonder ten dienste van hen, die zich voor bereiden tot het Notarieel examen door W. C. de BOER, oud-notaris, Arl. 9, Medemblik, K. II. Idema. De Wereld in', door JAX LK.TIIART en II. SCHKKPSTBA, geïllustreerd door W. K. DE BRUIN, eerste stukje, '2e druk, Groningen, J. B. WoltersOpen bn<f aan Moeders en aan allen die in Kinderen belang stellen door M. E. H. SAXKHERG GKISVVF.IT VAN DER NETTEN, Amersfoort, J. J. Berends. Inhoud van Tijdschriften. Eigen Haard, No. '2G: Elisabeth Blaeu, M. W. Maclaine Pont. X. Docter en patiënt, door dr. C. E. Daniels, met afbeeldingen. December, naar de schilderij van Anton Mauve, in het Stedelijk Museum te Amsterdam, met bijschrift. «Grootvader", door Truida Kok, L Het Hospitaal-Kerkschip »de Hoop:;, door v. G., met afbeeldingen. Verscheiden heid. Feuilleton. Haar peflMfl. Naar liet J'rannch, van SAVIOZ. Neen, mijnheer Brmoit, ik verzeker het u," zeide de tengere jonge vrouw tot den huit>heer, die, zooflra hij had gehoord, dat hij gevaar liep, zulke uitstekende huurd-.rs als de Dormenils te verliezen, bij haar was gekomen, om haar klachten aan te hooren, wij kunnen hier werkelijk niet blijven wonen, wanneer dat mensen doorgaat met les geven. Ik zou er eenvoudig ziek van worden." Dat ontlrak er nog maar aan!" riep haar man uit, wien reeds het denkbeeld, dat zijn vrouw ziek zou kunnen worden, geheel buiten zich zelf bracht. Gij weet toch, mijnheer Brissoit hoe gevoelig en nerveus mijn vrouw is. Gij kunt onmogelijk van baar vergen dat ceuwimlurende getingel aan te hooren. Dat zou misbruik maken van haar goedheid zijn." Mevrouw Dormer.il had in den kring van haar familieden en kennissen dm naam. bui tengewoon goed en ttergevoelig te zijn,?een reputatie, die langzamerhand een soort van aureool van heiligheid om haar blond hoofd had geweven. Haar menden spraken giarne er over, hoe aangedaan zij *eas geweest was over het lot van een ontsnapt kanarievogelfje, dat zij op een zonnigen zomermiddag in de laan van een tuin bad zien rondhuppeltn, in gezelschap van een troep twistzieke musÊchen. En dan, hoe >ij, die zoo ongaarre haar vier muren verliet, zirh de moeite (;etroo>tte, eiken dag haar hond Salifor, ccn mooi, zwart smousbor.dje, wiens poot door een fiets was oven eden, te gaan bezoeken bij den veearts, die hem behardelde. Haar mtdelijden strekte zich ook uit tot menschelijk ?. wezens. Wanneer de kamenier haar 's morgens de couranten bracht, was haar eerste werk de rubriek Gemergde berichten" duur te /ien en ijverig te zoeken naar alle mogelijke ongelukken, naar beschrijvingen van de ellende in de voorsteden en vooral naar zelfmoorden Zelfmoorden boezemden baar een bijzonder groote belangstellirg in. Kn als zij dan in den lo^p van den dag visiies maakte of ontving, was er voor de teere jonge vrouw met de dweepende orgen en bet tengere, aan een buigzaam riet herinnerende füuur, g en welkom* r onderwerp van gesprek dan al de akeligheden waarover zij had gelezen. Haar aandoening scheen dan haar bekoorlijk heid te verboogen en haar groote blauwe oogen kregen een vochtigen glan-, als van tranen. Onder degenen, die haar kenden, werd haar naam dan ook nooit genoemd zonder het een of andere vleiende toevoegsel. Zij zelre was niet minder van haar groote goedheid overtuigd en verdiepte z ch met voorliefde in de beschrij ving van san andere vrouwen onbekende smarten, waaraan zij tengevolge vari haar teer besnaard gemoed het slachti ft'er was. Om haar heen had zich een eigenaardige atmosfeer gevorm i. Daar men wist, hoe zij zich alles aantrok, hadden eerst haar ouders en later ook haar ruan, hun best gedaan alles van haar verwijderd te houden, wat de rust en het even wicht, die haar fijngevoelig gemo."d zoo noodig had, in gevaar zou ku; nen brengen. Sedert eenige dagen was dit rustige bestaan gestoord Een omstandigheid, die r.öch haar man, i och haar verdere omgeving had kunnen voorzien of verhoeden, verduisterde het leven der jonge vrouw. Bo.en hen, in een hoDgst bescheiden woning die op de binnenplaats uitkwam, werd sedert een paar weken les gegeven door een piano onderwijzeres, en de toonladders, die ongeoe fende kinderhandjes aan het veel geplaagde instrument ontlokten, iriiteerden de teedere ! zenuwen van mevrouw Dormenil in de hoogste mate. De jonge onderwijzeres, een arm meisje, van wier bestaan mevrouw Dormenil tot nu toe niet het flauwste vermoeden bad gehad, hoewel zij sedert verscheiden jaren in hetzelfde huis hadden gewoond, was de dochter van een uitvinder, die te midden van zijn onderzoekingen was ge storven, en van een moeder, wier met veel moeite verkocht schilderwerk den beiden vrouwen tot voor een paar maanden een bescheiden inkomen'je had verzekerd. Ongelukkigerwijze werd de moeder ziek, en daar zy de verpleging, die haar toestand eischte, niet kon bekostigen, had de eerste kou>1e een einde gemaakt aan het leven der arme vrouw, en de dochter geheel onbemiddeld achtergelaten. Na den dood harer moedfr had het jonge meii-je bet moedige besluit genomen, het muzi kale talent, dat zy bezat, te gebruiken, om in haar onderhoud te vcorzien. Zij deed moeite om pianolessen te krijgen en slaagde met de hulp van eenige goede vrienden er in de kleine schare van leerlingen bijeen te, brengen, welker getjingel" de zenuwen van mevrouw Dormenil zoo op de proef stelde. En om die zenuwen weer tot rust te brengen moest het jonge meisje worden weggestuurd. Deze quapstie was de aanleiding tot de komst van den huisheer by' den heer en mevrouw Dormenil. Maar werkelijk, mijnheer Dormenil, ik kan er zoo weinig aan doen !" zeide de heer Brissoit, wien de onmenschelijke daad, die men van hem scheen te verwachten, met een innerlijk onbehagen vervulde. Bet is geen kleinigheid voor mij, dat meisje midden in den winter een p»ar weken na den dood van haar moeder, op straat ie zetten, ju'st nu zij een paar sous begint te verdienen." Dat zeg ik imme.' s niet: maar de gezondheid van mijn vrouw gaat natuurlijk voor". Maar om dezen tijd van het jaar zijn de ramen immers meestal dicht, Wanneer mevrouw Dormenil zoo goed zou willen zijn, tot hst voorjaar geduld te hebben, zou het gemakke lijker voor mij zy'n de jonge dame de huur op te zeggen". Mevrouw Dormenil maakte een beweging die de huisheer voor een toestemming hield. Hij ging dus voort, zich nu meer bepaald tot haar wendend: De atïdere huurders hebten allen gofd gevonden, dat ik haar laat blijver. Zij is zoo ongelukkig. En gij mevrouw, die immers zoo goed zijt, zoudt toch wel niet. .. ." De dwepende oogen der jonge vrouw wierpen haar echtgenoot een hulpeloozen blik toe. Mijnbeer Brissoit", riep deze uit. Ik Iaat u natuurlijk vrij te handelen, zooals gij zelf ?wilt, maar ik zal niet dulden, dat men de overgroote goedheid van mijn vrouw op deze wijze misbruikt en haar medelijden tracht op te wekken, om haar zulk een marteling op te leggen. Wanneer die jonge dame niet morgen aan den dag met dat pianospelen ophoudt, zal ik ons huurcontract als verbroken be schouwen, want toen ik uw woning huurde, heb ik de conditie gesteld, dat het huis doc.r rustige, iatsoenlijke menschen bewoond zou worden. Van piano-lesgeven was geen sprake. Gij hebt het recht, het te verbieden." Dat is volkomen waar, maar wat moet dat arme kind dan beginnen?" Dat kan my' niet schelen. Het blijft, r ij wat ik heb gezegd. Of die juffrouw houdt dadelijk met dat getrommel op, óf wij verhuizen. De huüheer aarzelde een oogenblik. Toen hij had zonder twijfel bedacht, hoe moeilijk het zon zijn, dadelijk weer zulke goede huurders als de Dormenils terug te krijgen zeide bij: Gij kunt ervan overtuigd zijn, mijnheer Doimenil, dat ik het u gaarne in elk opzicht naar den zin wil makon. Jfin d\ar wij nu een maal niet tot een andere schikking schijnen te kunnen kouien, zal ik de jonge dame zeggen, dat zij met lesgeven moet ophouden en naar een andere woning moet om«ien, want betalen kan zij my dan natuurlijk niet meei". Zoo, dat noem ik vers andig spreken. Het is ook het beste, wat tij kunt doen". Nadat hij zijn hiiunier nogmaals had verzekerd, dat hij alles wilde doen oru het hem naar ge noegen te maken, nam de heer Brissoit afscheid. en liet de beer Dormenil hem met groote be leefdheid uit. En terwijl d-i huisheer de trap opliep om de piai.o-onderwijzeres de huur op te zeggen keerde de liefhebbende echtgenoot naar zijn vrouw'terug. Mijn arm kit,d," zeide hij teeder, terwijl hij een gemakkelijken stoel voor haar i>ij den liaani schoof, wat is het toch gelukkig, dat ik juist thuis was, om je te beschermen. Als ik er niet geweest was, zou die man je zeker geheel en al overrompel! hebben en je eenvoudig gedwon gen hebben, dat spektakel nog langer aan te hooren". Zij dankte hem met een glimlach. Ken rustig, fatsoenlijk huis!" ging hij nn een'gen tij l voort, zijn eigen gedachtengang vervolgend. Dat is toch waarach'ij/ niet eeu huis waarin men met werken zy'n brood moet verdienen l" Neen, natuurlijk niet", fluisterde de teerbesnaarde jonge vrouw en haar oogen namen een rog dwepeuder, hemeltcher uitdrukkingen aan. utmitmimti De.n WilEdel delioren lieer J. T. liroinmevjer, adres »de A msterdammtr.'' Wel Edel Geboren Heir! Er is een verzuim goed te maken. Ik hoop dat ik met de aanwijzij g daarvan rog tijdig genoeg kom om het verwijt te ontloopen van met mosterd na den maaltijd te komen. Ik wil namelijk nog even terugkomen op de huidebetuiging aan Prof. Stokvis. Te vergeefs heb ik in de couranten gesnuffeld om te ontdekken of ook ergens iets vermeld werd omtrent de aanbieding aan ZlIGel. van het traditioneele gouden horloge met inscriptie, dat ieder gemeenteambtenaar Stokvis is toch ook gemeenteambtenaar! na 25 jarige ge trouwe ambtsvervulling van het Gemeentebestuur ontvangt. Helaas ! nergens een woord ervan. En de nauwkeurigheid waarmede de pers van het zeldzame feit verslag heeft gedaan ir, aan merking nemende, moet ik tot de conclusies komen, dat het kostbare bewijs van tevredenheid niet is geschonken aan een man die zooveel vertrouwen geniet, dat hy behoort tot hen die gerekend worden niet te vallen onder die cate gorie van g«meentedienaren, die in geval van ziekte controle behoeven. (Zie het geschrijf over het besluit van B. en W. over de ziektecontrólekwestie.)' Eenige maanden geleden heeft onze (assistent-) gemeentearchitect een architect zijn we niet rijk ook zoo'n bewijs van tevredenheid gehad by zy'n zilveren feest als ambtenaar en, is deze ook al een hoogverdienstelijk man, do ambtenaar Stokvis heeft zeker niet minder recht op waardeering. Tot u wend ik my thans, mynheer Brommeijer, omdat ik weet dat u niet alleen met den Burgemeester op goeden voet verkeert, maar dat ZE.A. zelfs eenige vrees voor u koestert. Wil u de belangen van prof S. bij Z.E.A. bepleiten? Sjoerd (met alle respect!) is recht vaardig en zal zorgen, dat Stokvis nog ont vangt, wat Stokvis toekomt. En dan wenscb. ik ZHGel. een Waltham met briljanten. De Burgemeester heeft zichdestijds (hangende de ziektecontiolekwestie) uitgelaten, dat voor hem alle ambtenaren gely'k zijn. Waarom een bode of een architect een horloge en een hoogleeraar niet 'l Kom, 't is een verzuim ! En dat zal en moet hersteld worden. H. Teutoburgerwoud. We vestigen de aandacht der lezerp, die voor nemens zijn geduiende de zomervacantie in een bosch- en bergstreek ontspanning te gaan zoe ken op een advertentie voorkomende in het nummer van heden. Uit de verhalen en beschryvingen van verscheidene onzer vrienden, die korter of langer tijd in het Teutoburgerwoud vertoefden, kregen wy den indruk, dat het een schoone en gezonde streek is. En onze be kendheid met de meeste onderteekenaars der advertentie moge tot een waarborg strekken, dat hetgeen de «Gastwirt" van zy'n hotel zegt, waarheid bevat, zoodat wij belanghebbenden gerust durven aanraden met hem in corres pondentie te treden. Eene omwenteling in 't verschiet. De zwaarlijvigheid genezen door de Parfu merie ! Hoe vreemd deze volzin moge luiden niettemin is het een voldongen feit. Deze verrassing hebben wij te danken aan de .,Zeep Admiral". Het principe dezer zeep bestaat in eene zeer logische werking op de huid ; geen enkel schadelijke uitwerking is overigen» te vreezen. Deze zeep werkt enkel daar waar ze wordt aangewend. Wat een voortreffelyk nieuwtje voor onze dikbuikigen ! De Zeep Admiral" heeft alreeds vele bewyzen harer voortreffelijkheid geleverd, en niet lang meer zal het duren, alvorens deze aangename wijze van zich te genezen algemeen in het gebruik zal zy'n. Et. B.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl