De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 9 juli pagina 2

9 juli 1899 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1150 deel. Zoowel in ons vaderland als daar buiten zijn een groot aantal induatrieele en andere ondernemingen op te sommen, ' welke aan hunne arbeiders (in den ruimsten iin, d. w. z. dus aan allen, die tegen loon arbeid verrichten, hetzij met het hoofd of met de handen) een zeker aandeel in de door het bedrijf behaalde winsten toekennen 1). Waar het stelsel van winstdeeling nog bestreden wordt, geschiedt dit echter vaak niet in de eerste plaats, wijl men een betere verdeeling van het maatschappelijk inkomen niet billijk en niet gewenscht acht, doch niet zelden, wijl men den persoonlijken invloed van den arbeider op kwaliteit en kwantiteit van hetgeen hij produceert, in twijfel trekt. In vele gevallen is deze tw\jfel echter volstrekt ongegrond. Men denke slechts aan drukkerijen, sigareni'abrieken en dergelijke, kortom aan al die bedrijven, waarin de machinale kracht op daa achtergrond, de handenarbeid en de vaardigheid van den werkman op den voorgrond treden. In andere gevallen daarentegen valt de billijkheid van dien twijfel niet geheel te ontkennen. In vele chemische industrieën bijv. kan de persoon lijke invloed van den arbeider zich slechts in uiterst fe'inge mate doen gelden. Waar echter ook reden tot twijfel in deze mo_ge bestaan, zeker is het, dat hij in weinige gevallen zóó beslist kan worden ver worpen, dat wellicht nergens de vaardig heid, de kennis, wetenschap en toewijding van den arbeider zich zóó sterk doet gevoe len, als op dat ne gebied, dat, voor zoover mij bekend is althans, tot dusver door de participatie-specialiteiten nog niet in het oog is gevat, met name het gebied der journalistiek. Een goed journalist moet aan zijnen ar beid zijne geheele persoonlijkheid geven, moet, om zijn taak goed te verrichten, zich geregeld van de maatschappelijke gebeurtenissen op velerlei gebied op de hoogte houden, hij moet over een zeker talent kunnen beschikken, wijl hij anders absoluut ongeschikt voor zijn vak zal zijn. Een dag-, week-, of maandblad zal derhalve, wil het zijne existenae verzekeren, moeten zorg dragen, dat zijne medewerkers van goed allooi zijn, daar elk hunner ook %vjn stempel op het blad drukt en het blad zelf om dien stempel door velen boven andere bladen zal worden uitverkoren. Verschillende onzer groote dagbladen vin den immers een aanzienlijk deel hunner lezers niet in de eerste plaats wegens de politieke overtuiging hunner redactiën, doch door de goede verzorging van n of meer hunner rubrieken: niet alle lezers van het Algemeen Handelsblad bv. deelen de politieke gezindheid van zijnen hoofd redacteur, doch velen geven aan dit blad boven andere de voorkeur wegens degeniaalgesehreven fransche correspondenten van den heer Israëls te Parijs, vele anderen wellicht weder om andere redenen. Het dagblad de Telegraaf daarentegen die zich Hhans het meest verspreide groote dagblad" noemt, heeft zich dien naam niet kunnen verschaffen, doordien het aantal lezers der brieven van haren »parijschen cor respondent" zoo groot is, doch waar schijnlijk op grond van andere, goede eigenschappen van dat blad, terwijl de N. RoU. Ct. weder niet vóór alles hare lezers vindt onder de politieke aanhangers van hare redactie doch waarschijnlijk onder de bewonderaars van hare technische volkomenheid, de snelheid, waarmede zij ^nieuwtjes'' weet mede te deelen, de ge1) Men zie de daaromtrent uitgebrachte rapporten van het 3^ Internationaal Coöpe ratief Congres in 1897 te Delft gehouden. timmmiiiiitttmitmi iiMiniiimiiiiiniiiiiiniiiiHiliiMiiiiiiiiiii Verhaal van een Reporter. Uit hel Vransch. DOOR PAUL BOURGET. I. Toen ik den redacteur van den Boulevard het meest letterkundige der Parijsche dag bladen mijn plan bloot legde over Ben Onderzoek naar den tijd waarop men lief heeft," scheen hij verwonderd, dat zulk een "journa listiek" idee bij een vau zijne jongste medewer kers was opgekomen. Sinds veertien dagen was ik bij hem eu het was de eerste courant waar ik aan werkte. //Ga voort waarde Labarthe," zei hij op minder onverschilligen toon dan gewoonlijk. Toeu hij me eenige minuten aangehoord had knikte hij goedkeurend. Juist'', sprak hij, ,aan die heeren en danifs gaat ge dus ten eerste vragen op welken leeftijd men het meest bemind wordt... Dat is immers uw plan? En wieu. gaat ge het eerst, interviewen r..." Ik heb een lijst opgemaakt", antwoordde ik en haalde een stuk papier te voorschijn. Ik had er de namen der personen" op geschreven die ik wilde ondervragen over dit belangrijk onder werp eu begon voor te lezen. Eeu generaal stond er op, twee oudministers, vier actrices, vier aoteurs, twee financiers, drie advocaten, een dokter en een aantal bekende letterkundigen. Nu eens gaf mijn toehoorder teekeuen van in stemming, dan weer zei hij kort af: slecht, schrap door ..." tot dat ik den naam genaderd ?was, dien ik voor het laatst had bewaard ; het was die van den beroemden letterkundige Pierre Paucberay. Doorstrepen", zei hij schouderophalend; we zijn met hem gebrouilleerd. Alaar'', hield ik vol, indien er iemand is in wiens meening onze lezers en lezeressen zullen, belang stellen, dan is het juist de zijne ? Ik had zelfs gedacht met hem te beginnen ..." Sakkerloot!" viel de hoofdredacteur mij in de rede, Faucheray wil geen reporters ontvan gen. Ik heb hem er niet n, maar wel tien gezond' n eu allen heeft hij aan zijn deur laten afwijzen ... De Boulevard laat niet met zich spotten, en twee of drie keer hebben we er hem dan ook flink van langs gegeven. . . Dus ..." //En toch zou ik een interview met laucheray voor den Boulevard kunnen hebben," zei ik. /Jk ver/eker u eeu onfeilbaar middel te weten . .." Indien ge slaagt geef ik u twte louis fxtra," antwoordde hij, terwijl hij me strak aankeek. Die man, d'io den schijn aanneemt, of hij niets vau alle reclame wil weten, w t r k t. op m ij u humeur. Hij moet er evenals de anderen toch trouwheid harer financieele verslagen en dergelijke kwaliteiten. Bij alle deze bladen, bij elk dezer ondernemingen dus wordt op den goeden gang van zaken door verschillende der «arbeiders" sterk merkbaren invloed uit geoefend en zijn het eeensïins de leiders dier ondernemingen alleen, die den aan deelhouders goede dividenden verschaffen. Ten opzichte van «bedrijven" als deze valt dus geenszins de twijfel te opperen of de «arbeider" individueel den gang der zaken wel iets kan verbeteren of' vermin deren. Goede, bekwame, talentvolle mede werkers zijn voor dagbladen als de genoemde en andere beslist onmisbaar, hunne ge stadige, warme toewijding voor de hun opgelegde taak is volstrekt onontbeerlijk. Geen middel mag derhalve wordm ontzien om het gehalte van den staf dier mede werkers bij voortduring te verhoogen, hunnen ijver te ontwikkelen. Wél beschouwd is »het bedrijf der jour nalistiek," als ik het zoo eens noemen mag, dus een dier bedrijven, welke niet alleen het meest geschikt mogen worden geacht voor de invoering van het winstdeelingstelsel, doch waar bovendien de «arbeiders" het meest recht zouden kunnen doen grflden op de toepassing van zulk een loonsysteem. En onder «arbeiders" versta ik hier weder niet alleen de hteren journalisten, die dagelijks op de redactiebureaux werkzaam zijn, doch allen, die in meerdere of' min dere mate het hunne* ertoe bijdragen, het succes van het blad, waaraan zij mede werken, d. w. z. dus de verhooging van de financieele uitkomsten der onderneming, waaraan zii verbonden zijn, te helpen ver zekeren. Tot de «arbeiders" behooren hier dus zoowel de staf van redacteuren en ondergeschikte beambten, als de plaat selijke correspondenten, de uitgever, de drukker, de agenten en de abonnenten en adverteerders, van welke beide laatste groepen straks nader sprake zal zijn. Wij mogen dus hier constateeren, dat de participatie in de journalistiek l;an worden ingevoerd en eigenlijk reeds lang behoorde te zijn ingevoerd. Dit feit zij voorloopig te onthouden, om thans een tweeden factor in het oog te vatten, ten einde, steunende dan op die beide gegevens, in een volgend artikel een denk beeld te ontwikkelen, dat wellicht in staat ia aan vele tot dusver wél gevoelde, doch nog onuitgesproken wenschen en bezwaren tegemoet te komen. Het is een bekend feit immers, dat vele nieuw opgerichte bladen en blaadjes alias na hunne geboorte weder een meer of minder plotselingen dood moeten sterven, daar hun de noodige levenskracht ontbrak. Van wie moesten die periodieken hunne levenskracht echter ontvangen ? Van de redacteuren, en de medewerkers en de abomienten en adverteerders. Emmers, zij ook al, dat de redactie bij uitstek voor haar taak bere kend is, zoo zal toch slechts zelden iemand gevonden kunnen worden, die in staat is, geheel alleen, week aan week zijne lezers oprecht te boeien en te bevredigen. Goede medewerkers zijn voor haar en het blad dus dringend noodig. Maar goede mede werkers moeten het, behoort althans zoo en geschiedt ook veelal hunnen arbeid naar waarde gehonoreerd zien. Daarvoor zi|n echter maar al te vaak aan vankelijk niet de noodige middelen voor handen, zoodat uitgevers en redacteuren zich met minder bekwame en dus, op 't punt van honorarium minder veeleischeride medewerkers tevreden moeten stellen, het geen echter nu eenmaal niet anders niet zal nalaten, onmiddellijk invloed uit te ymlIIIIIIIIIIIIIIIIHIinmilllHHIHIIIHIIIHIIIIiHIIIIMIIIIHmlUIIIIHIIHHIi aan gelooven ... Maar," hij trok zijne breede schouders op, //ik ben zeker dat ge toch niet zult slagen . .. Laten we- dan uw onfeilbaar middel eens hooren ? ..." Sta me toe het u eerst later mee te deelen. Binnen acht en veertig uur zult ge weten of ik geslaagd ben of niet.'' Ga er dan nu heen maar behandel hem niet te zacht." In die veertien dagen leertijd had ik al groote vorderingen als journalist gemaakt, daar ik mijnheer Pascal, (ik hing geheel af vau dien impresario) zoo hoorde spreken over een schrij ver, dien ik het meest, bewonder van alle letter. kurdigen van dezen tijd. Ik was vast besloten mijn weg ia de Parijsche wereld 1e maken; het oude ik" had ik trachten af te schudden, evei.als de hagedissen hun huid, eu ik was er bijna in geslaagd ! Ik wist wel, het bewijs had ik iu eene lade rnet gedichten, begonnen drama's en romans, dat er vroeger zeer kort geleden echter eeu zekere. Jules Labarthe had bestaan, die uit de provincie naar Parijs was getrokken, om een beroemd man te worden. Hij had geloofd in de Kunst, in liet Ideaal, in den lliem, maar die persoon was nu dood en begraven. Zou hij eens weder de pen opnemen uit liefde voor de Kunst? Het was mogelijk, maar hu bestond er slechts een Labarthe die zich in de journalistiek had be geven. Hij was er vooral op uit met ziju tijd mee te gaan, om zoo spoedig mogelijk een dertig duizend franken jaarlijks te verdienen. Wat kon het dezen laatsten schelen of die Pascal er zich op beroemde den grooten schrijver er eens Hink van langs te hebben gegeven, te meer daar de nieuwe Labarthe een plan in het hoofd had, zijn hoofdredacteur waardig? Inderdaad had ik een onfeilbaar middel om ec.i interview te ver krijgen en wel het volgende. Toen ik nog dom en naïf was had ik verzen en novelleu aan Pieire Faucheray gezonden. Juist deze verzen en no vellen waren door vier uitgevers geweigerd eu dit had me doen besluiten iu de journalistiek te gaan. De groote schrijver, die toen op reis was, had me geantwoord. Ik had hem toen een brief ge schreven waar hij me weder op antwoordde eu waarin hij me vroeg htm eens te komen opzoeken. Ik was er heengegaan maar had hem niet ontmoet. Ik was er weder heengegaan maar had hem evenmin ontmoet. Ik had hem dus nooit gezien. Hij kende me slechts als de jonge Eiiacin" vau mijn twee epistels. Hierop rekende ik nu om een onderhoud te verzoeken, dat hij aan den journalist stellig geweigerd zou hebben. Mijn plan was zeer eenvoudig, ik wilde me bij hem aanmelden, hij zou me ont vangen, mijne tegenwoordige betrekking hield ik natuurlijk verborgen, ik zou hem het onder werp vertellen vau ren roman waarin sprake was van d;m /.leifiiji! waM'.ip mi::> J ie l' iner.,'' ik zou hem aau 'i't pni'i:,; z;:n u; krij-:'.'n, c:ïwauni'i.T jij i.'aii oi.s >,. IUYK wn,-:-.;-i":. edrukt za... llii.r iie;u ik mizuii CL..;J.C oefenen op het aantal der geabonneerden. E^n goed geredigeerd blad, met een kranigen staf vau medewerkers zal ontegen zeggelijk een veel erooter aantal lezers verkrijgen, dan een blad, welks kolommen door onbekende of slechts weinig bekende schrijvers worden gevuld. Weinig geabonneerden en lezers, m. a. w. eene kleine oplage van het blad i« evenwel voor handelslieden weder weinig of niet aanlokkelijk hunne advertentiön in zulk een blad te plaatsen. O,ik de advertentieexploitatie zal dus niet licht een bav'g saldo opleveren. Ea toch zijn vele abonrréi en vele adverteerders noodig om den medewerkers een hooger honorarium in uitzicht te, kunnen stellen en daarmede het peil yati het blad te verheffen. Het eenig-e middel O'H uit dien eeuwigdureuden cirkelgang te geraken ware dus meer overleg tusschen die ver schillende elementen, welke het bestaan der onderneming (het blad) moeten vtrzekeien. Wat iu den regel bij vele nieuw opgerichte dag , week- en maandbladen ontbreekt is derhalve samenwerking, coöpe ratie. Indien deze goed weide toegepast, zoo zou waarschijnlijk niet alleen rnenig blad een minder onzeker bestaan leiden, doch zouden bovendien vele vereenigingen, bonden enz. gemakkelijker een hunner liefste wenschen in vervulling kunnen brengen, met name het bezit van eeneigen orgaan. Hoe nu die gewenschte coöperatie zou kunnen worden verkregen, hoop ik, voort bouwende op de beide in het bovenstaande aangevoerde factoren in een volgend arti kel te kunnen uiteenzetten. Delft. Dr. J. C. E. Oto-Ammerian, n. Dat de toegangsprijs tot de voarstelling hoog is, mag geen verwondering wekken. De kosten gevorderd voor de' inrichting, zijn groot, en namen elke tien jaren uitgebreider afinetingen aan. Toch hield men rekening met ruime en met bescheiden beurzen, en naar gelang van den rang betaalt men. Wie er niet tegen op ziet den ganschen dag 't zij in de zon te bla keren, 't zij in den regen zich te laten doorweeken, ziet zijn lijdzaamheid beloond door den geringen prijs van zijn toegangsbilj>;t. Want juist de verbetering van dit euvel sleept in de laatste voorstellingsjaren groote uitgaven met zich. Vroeger grepen de vertooningen geheel in de open lucht plaats en was het genot wel eenigermate afhankelijk van het weer. Bij den toevloed van belangstellenden begreep men in 1870 een deel der zitplaatsen te mo;ten over kappen en in de jaren voorafgaand aan 1880 stak men een tamelijk groot kapitaal in de onderneming. Het batig slot van dit laatstejaar werd weer gebruikt om ook boven een ander deel der zitbanken een beschuttend dak aan te brengen, en in 1Ö!)0 zag zich een grooterdeel der toeschouwers loschermd tegen den in dat jaar zoo mild vloeienden regen. De rijke oogst van gasten in 1800 stelde tegen 19ÜO eeu heele verkapping in het vooruitzicht, zoodat in dit jubeljaar het vroeger openluchttheater MlilMlMiiiiiiliiiimliiiiHiHinimiuiititiiiitm verwijten. Maar het was immers de struggle for hfe", eu ik dacht aan de ontelbare voor beelden uit het gilde, waarvan ik de eer had lid te zijn. II. lieeds den volgenden dag na dit onderhoud met mijn geachten redacteur, stond ik voorliet huis vau Pierre 1'aucherny in de straat, csbordesValrnore, eeu der stilste gedeelten van Passy. Daar ik de pen opgenomen heb om een waareenvoudig verhaal te vertellen, zal ik uiït ver zwijgen dat ik, toen de bel overging, een zekere zelf, voldoening gevoelde bij de gedachte aan de poets die ik den eigenaar van dit vreedzame toevluchtsoord ging spelen. Hut was dus eene groote teleurstelling voor me toen de blijkbaar zeer slecht gehumeurde knecht zei : dat Al. l'aucheray niet te Parijs was. Ik vroeg: wan neer hij zou terugkomen, maar de knecht wist het niet en kou me evenmin het, adres opgeven. Arme beroemde man, die zoo gaarne eenzaam en onbekend van het buitenleven wilde genieten! Een half uur daarna wist ik dat hij op dat oogenblik in de nabijheid van Nemours, op een kasteel woonde. Zijn uitgever had me dit mede gedeeld. Twee uur later nam ik een kaartje aan het station de Lyon". Voor n nacht Irid ik mijn valieshcuoodigdhedeii medegenomen. \\anneer ik 's middags srer. onderhoud met den prooien meester kou hebben, was ik vast besloten hem dun volgenden morgen weder te bezoeken ; eu juist was het zeveu uur geleden dat de knecht me verklaard had : niet te weten waar de romanschrijver zich bevond, toeu ik hem l mijn kaartje in zij u kasteel liet overhandigen. Dit maal werd ik toegelaten, een minuut of tien wachtte ik in de vestibule en zag tot mijn groote verbazing twee allerliefste jonge meisjes die eene wandeling gingen maken. ,/Dat is dus het geheim van de ballingschap," zei ik bij me zelf; het interview begint goed . .." I)c beroemde Fauchcray zat in een klein salon, dat uitzag op een park, geel 'etint door den naderenden herfst,. Een houtvuur in den haard verlichtte vroolijk de met rose crétonne bekleedc muren waarop eenige gekleurde Eugelsche platen hingen, die jachttafrcelen voorstelden. De kritiek had Faucheray dikwijls verweten in zulk een wercldsche omgeving te leven. Maar de papieren eu boekeu, die over de tafel verspreid lagen, bewezen duidelijk dat de tijde lijke bewoner van dit sierlijk verblijf een ijverig beoefenaar der Letteren was; en die onafge broken arbeid werd nog bevestigd door een j gelaat dat me terstond eeuig berouw deed voelen, j «ver de list waaraan ik me schuldig maakte. i Indien ik een trotsch en verwaand man ge vonden had, /.ooaK i'i.kcle kron'i ken hem weke.?:ii-.s <uM.'hiï.;e:'(ieii, iiu;: :>.:,\i ik met u zal herschapen zijn ia een kermislont van reusachtige afmetingen. Of het tooneel dan óók, althans ten deele, overdekt zal wezen? Voor de spelers is het te wenschen dat dit 't geval zal zijn. Medelydenwekkemi druipnat stond 't koor, dat vóó: elke scène uit de lijdensgeschiedenis een soort van dichterlijke proloog daartoe als inleiding zingt, den gaiischfn riag zijn plicht te vervullen. Was het te wijten aan den invloed van het koude, gure, natte Augustus-weer, dat de stemmen onwelluidend, schel klonken ? Of is 't werkelijk waar, wat muzikale beoordeelaars beweerden, da' de Ober-Amniergauers van een geschoolden beschaafd zingen het abc nog moeten leeren. Men verha-ilde in een soort van apologie, open baar gemaakt na de verbalend druk bezochte vou stellingen van 't jaar '!)0, die buitengewone outvtng-iten deden vermoeden, dat een deel der ontvangsten beh.ilve voor het salariëeren der spelers, ook zou gebruikt worden voor de in richting eener zaïiJschool Het geweten der vroeger zoo eenvoudige dalbewoners begon zeker te knagen en werd door de dagblad artikelen u't dia da ;en ongetwyteld tituk wakker geschud. Voor het decoratief waren groote uitgaven gedaan. Daaraan was in a woord gedaan wat uien zelfs bij de strengste eischen kon verlangen. Eu het schoonste decoratief geven de bergen, die het d*l insluiten. Wanneer men op het tooneel door <ie diep inloopinde straten van Jeruzalem, langs de paleizen van Pilatus en van den Hoogepriester de blikken laat dwalen, dan rust aan het eind dier stads gezichten het oog op de zacht golvende berg ruggen met bun groen verschiet. Het zijn natuurlijke grenzen voor 't gezichts/eld, die geen dé^orate.ur, hoe bekwaam ook, zóó zou kunnen weergeven. En behalve aan het decoratief, mag aan de groepeering, welke dooi kunstenaarshand, en wel onder leiding van Müichener tooneelkundigen, geschiedde, de bewondering niet ont houden worden. De tableanx-vivants zijn heer lijke groepen. De tafreelen als: het Heilig Avondmaal, de Kruisiging, de Geeseling, de Kruis-afneming en nog eenige anderen, wor den uitgebeeld naar beroemde schilderstukken, die ieder kent en terstond herkent en waardeert. Dat hiervoor kostbare offers worden geëischt, en niet minder voor i'e fraaie en geschiedkundig ge trouwe kleedij der spelers,behoeft wel geen betoog. Dd eenvou ligste en minst kostbare uitrusting is wel die van den hoofdpersoon, van Jezus zelveti. Zijn mantel is zijn eenig sieraad wannter man zijn lang golvend haar uitzon dert. Een vleescbkleurig tricot is zijn lijfdekking. Hieronder een soort van harnas of corset met ringen om hem te kunnen vast maken aan bet kruis de eenige mogelijkheid om hem die vermoeiende houding gedurende bijkans een uur te doen verdragen. Bezwaarlijk zal men voor de nobele liguur van May^r, die in IblK) reeds voor de derde maal de ontzaglijk moeielijke rol van den Heiland vervulde, een plaatsvervanger, opgewassen tegen de zware taak, kunnen vinden. Lieden van onbesproken gedrag vindt rnen onder de Ober-Ammergauers genoeg: maar iemand die aan een edel karakter tevens eenrijzige gestalte, een innemend uiterlijk, en behalve dat alles nog tooneelspelers-talent paart, is ni t zoo licht aan te treffen. Met zijn waarde als acteur staat of' valt der Pass,io:i," Zijn stem moet den bijkans woordelijk gevolgden tekst van het Evangelie draden tot de ooren der hoorders als een welluidende, doordringende muziek, rle leidende melodie voor 't gansche drama. Zijn g'.-baren moeten in overeenstemming zijn met d;e woorden; mogen, ja moeten zelts in zekere mate con ventioneel zijn: Jezus' figuur is geweest en zal zijn in aUe tijden een idea'e verschijning, die zich de geloovende menschbeid niet wisse lend kan voorstellen, doch die nu eenmaal onveranderlijk in de verbeeldingskracht staat Miiiirtiuiitniiii min plaats te nemen, sprak hij : Vergeef me waarde collega dat ik u liet wachten." Ik", zijn waarde collega! Indien hij alles eens wist ! Ge ziet", hij toonde me een pas beschreven blad, dit er steeds werk. is dat op ons wacht ... Op mijn leeftijd gaat liet echter minder vlug dan op den uwen... Hebt ge nog veel gewerkt na die novelle en verzen, die ge zoo vriendelijk zijt geweest me te zenden? . . ." Al heeft mcu de idealen der jongelingsdroomen voor goed verloren, wanneer men vau letter kunde gehouden heeft, zooals ik dat deed op twintigjarige!! leeftijd, dan is men zes jaar later nog niet getroost die heerlijke liefde te hebben moeten opoil'jren voor de onbarmhartige nood zakelijkheid. Pierre i'aucberay was mijn armzalige verzen dus nog; niet vergeten! Hij had mijn novelle waarlijk gelezen ! De toespeling, die hij er op maakU', bewees me dit nog meer. Kou ik hem nu op dit oogenblik zeggen dat ik siuds dien tijd uit wanhoop van betrekking veranderd was? Ik dacht aan de bureaus van den llnulecitrd en hoorde de stem van den hoofdredacteur zeggen : //l'aucheray interviewen '', Gelooft niet dat ge dr.aim slagen zult..." Getrouw aan de rol l die ik me zi.if had opgilogd, hernam ik : J k heb me te Nemours teruggetrokken om aa;i eeu gro:>teii roman te werken dien ik ge titeld heb : Deu Tijd waarop men lief heeft", en hierover wilde ik zoo gaarne uw raad inwinnen . . ." To::ii ik den titel van mijn deukbecldigen roman noemde zag ik een glimlach eu een schaduw glijden over het gelaat van l'aucheray. Ik dacht aan de twee jonge vrouwen, die ik in '\ de vestibule ontmoet had. Zou de maker van zooveel (ijne zielkundige meesterwerken een nieuw boek iezcu. voor hij hetgmg neerschrijven. Ik had echter geen tijd hierover verder na te denken, waut hij bood me een cigarctte aan en, terwijl hij er zelf ook een opplak, stelde hij me enkele vragen waar we beurtelings op ant woordden. J k hoorde hem ovcriuid deuken, en het siioode plan dat ik gesmeed had was ik geheel vergeten, zoo genoot ik v;:n de gemeen schap met een man wiens geest ik vroeger zulk een vurige bewondering had toegedragen. Hij was de eerste onzer groote schrijvers met wicn ik vertrouwelijk zat te praten. Ik herkende den geest zooals die uit zijn boeken sprak en bewonderde de innemende eenvoudigheid waarmee hij zich overgaf aan het genot vau zijn groote, levendige verbeeldingskracht te laten werken. getee.kend. En daardoor is de rol er niet ge makkelijker om. Waar de rol Eatuurüjk wordt gespeeld, waar de toeschouwers de hun lang bekende woorden en de hun van kindsbeen af verhaalde geschiedenis in vleesch wording voor zich zien, daar kan het niet anders of het medehjden moet zich by de meer-gevoeligen uiten in een innig-gemeend geween, zoodat dan ook bij de slot scènes, bij het culminatie punt der lijdensweeën, mfnig oog door tranen ver hinderd was de aangrijpende handeling te volgen. En daa is men diep doordrongen van de 40 cents per regaL MiuufiiiniiiiimiiiiH immiititiHiiminrai TRADE MARK. MARTEITS COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle soliede Wijnhandelaars en bjj de representanten KOOPHAXS «& lïlll te Amsterdam. Hoofd-Depöt VA.N Dr. JAEGEh'S ORIG. Soriöaal-folarttteleii. K. F. DEUSCHLE-BENGEK, Amsterdam, Kalverstr. 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederl. TENTOONSTELLING TE PARIJS I\ 1900. Verblijf voor ne of meerdere weken in de Grands Hotels du Trocadero" welke voor die gelegenheid speciaal nabij de Tentoonstelling gebouwd zijn. Bewijzen voor verblijf van af 67.50 guldens per w< ek, betaalbaar in maandelijksche of driemaandelijk che termijnen. In de/cu prijs is begrepen: Vervoer viin relziijers t'n bufjuffe in Parijs bij aanA'ont.s-t en verlrck; Lu;yi;-s rn 3 maaltijden per daa; 14 tijeij/iniixbewijzen riior <!e 'J'entoonsleUnif/; Orientecriiitjsiuekt ueiltirenile, c-'ll </</;/ fier i'ij(ai>/; Buns voor i'erininderde prijzen in vertckülenaeyruüte tnaaazij'nen; VerzeLeriniispuliS tetjen uit<ietukl>en. Hm uiisiuutmi it'-'hc v :? wikoop dezer bewijzen is toegestaan tteworden aan de Cie IM EKMafe KE«. WAJVOXS-LITS Voor inteekening wende men zich tot. en het uitvoerige, geïllustE, prospectus vrage men aanby LISSONE en ZOuN, bingel 155, Amsterdam. 7OMER VERBLIJF Hastières-M ,bij Dinant (Ü.Jgië). Hotel d'dastière, K. BROUET. Pr. luging Moui Park. Rijtuigen, trarage v. fietsen.Warme en Maasb.Vischv. Bootjes. MtilfimiMtiiBiiimiiiHiituMiiiiMftimniiiiiiiuiimtiiMiiiiiiiiiuii die we familietrek" noemen':" ... Hij neemt de photograp'iieé'u van twintig personen die aan elkaar verwant zijn, dan photographeert hij ze iiog eens op een zelfde plaat terwijl hij ze op elkaar legt. Zoo ontdekt hij de trekk,;n die ze gemeen hebben en dat is het type. . . Xu ben ik. er zeker vau dat, indien mei) een dergelijke proef kon nemen, en de ve schillende portrttteu kon photographetrcii eu op elkaar leggen van de vrouwen, die eenzelfde m au gedurende zijn gansche leven heeft liefgehad, men zou ont dekken dat al die vrouwen op elkaar geleken. De zwakste en meest onstandvastige karakters worden slechts door een enkel gelaat getroll'i.-u, dat, ze bij vijf of zes, misschien bij twintig per sonen, terugvinden. Ze hebben steeds een en hetzelfde wezen hef... Het is maar de vraag wanneer zij de vrouw ontmoeten, die het meest huil ideaal nabijkornt. En dau is voor hun de tijd der liefde aangebroken. ... Den tijd dat meu bemind wordt?" zei hij uog tot me, »maar de grootste hartstocht die ooit voor een mau gevoeld werd is die, welke ecu van mijne leermeesters, een zestigjarij dichter had opgewekt. Wel liep hij recht en U-T als een jange man, hij maakte onverge-lijkelijk schooue verzen, maar, ua zijn vrouw eu kinderen ecu voor een te iiebb-m verloren, was hij arm, eenzaam en ongelukkig ... Ge herinnert u wat di; Moor iu Sliakisptare, zegt: »Z\j beminde mij om de gevaren die ik gcloopen had en ik beminde haar om ht;t me 'elijden dat, ze opwekte..." Zooveel is zeker dat een jong, rijk Russisch meisje haar gebeele leven aan hem gewijd heeft ; ze bleef ongetrouwd ; tijdens ziju laatste ziekte, en ondanks de tegenkantingen van haar familie, heeft ze hem dag eu nacht opgepast, na zijn dood heeft ze alle voorwerpen die den dichter toebehoord hebben, bij de erfgenameu opgekocht; eu zijn studeervertrek houdt ze in deuztlfdeu toestand, als toen hij het verliet. Al vijftien jaar lang ! . . . Ook zij had iu dien man, die driemaal zoo oud was als zij zelve, het wezen gevonden dat het, bec'.d belichaamde, hetwelk ze in haar hart droeg... Alaar om dergelijke verheven gevoelens te schilderen, voegde hij er nog aan toe, moet ge beter en nauwkeuriger waarnemen dau onze hedcudaagsche schrijvers gewoonlijk doen. Ea als eeu mau van zestig j iar niet belachelijk is wanneer hij lief heeft, dau moeten op hem vau toepassing zijn de volgende verzen, die de oude trotsche Corneille eens schreef: Cepeudant, j'ai quelques charmes Qui sout assez eiatants, Pour u' avoir pas trop d'alarmes .De ces ravages du temps . .. //...Voor liefhebben is geen bepaalde tijd,"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl