Historisch Archief 1877-1940
No. 1152
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
óes tijds worden gewijzigd. Men besnoeide en
vereenvoudigde, deed veel overtollige symboliek
verdwijnen, verbande den Duivel en neel zyn
hofstaat. Het naïeve rijm werd grootendeels
vervangen (bij het gesproken woord althans,)
door Bybelsch proza, voor zooverre de tekst der
Heilige Schrift werd gevolgd. Overigens kwam de
gewone statige spreektaal tot haar recht.
Nevens het drama der Lijdensgeschiedenis
bleef het tweede hoofdgedeelte behouden, de
28 levende beelden namelijk, die in den loop
van het spel zóó verdeeld zyn, dat ze tot inlei
ding van elke scène, tot begin eii tot slot van het
geheel dienen, terwijl ze tevens telkenmale als het
?ware vooruit wijzen uit het Oude Testament, op
de handeling die. daaraan vastknoopend uit het
Nieuwe Testament ten tooneele zal worden ge
voerd. Zoo bijv. de verkoop van Joseph door
zijn broeders als proto-type van den verkoop
van Christus door Judas, e. d.
Om de beteekenis van deze voorstelling te
verklaren, den samenhang der levende beelden
en groepen uit te leggen, daarover betrachtingen
te geven en lessen uit te deelen naar aanleiding
daarvan, daartoe dient het koor, dat
eenigermate herinnert aan het koor uit de oude Grieksche
tragedie en ook aar> het ambt van verklaarder
in de middeleeuwsche mysterie-spelen, die ge
woonlijk in de gestalte van de een of anderen
Heilige optrad.
De voorrede van het Spielbüchlein", dat ons
den tekst en den koorzang verschaft, geeft ons
de leidende gedachte aan van h«t Passiespel.
Het zegt: .dasAugenmerkwardaraufgerichtet
die Leidensgeachichte Jesu nicht getrennt lür
sich, sondern in ihrer Verbindung mit den
profetischen Vorbildern des alten Testamentes
darzustellen ... alles was vor ihm geschieht
sollte ihm vorbereiten dass die Heilige
GDEchichte immer und beral auf Jesum hindeutet."
Zoo moeten de helden der heilige geschiedenis,
de boetende Adam, de gehoorzame Abraham,
Joseph, Job, David, Daniël en zoovele anderen
die leden en streden in Zijn geest, reeds ten
deele (ofschoon onvolkomen) Zijn leven voorstel
len en dour 't geen zy werkten en duldden tot
profeten worden van hem, het Urbiid" dat
later zou komen in geheele volmaaktheid.
Dit is de gedachte die aan de geheele Heilige
Geschiedenis ten grondslag ligt, waarnaar de
geheele Pasaie-voor&telling is ingericht en wordt
afgespeeld.
Reeds vóór de opvoerirgen van Die Passion"
had in Ober-Ammergau een andere vertooning bij
herhaling plaatsgegrepen: de Kreuz-Schule, die
omgekeerd als by de Passion-Spiele, fe oud
Testamentische gedeelten in drama-vorm, de
Passion daarentegen in levende beelden te
zien gaf.
Maar met het langzamerhand uitsterven der
boeren-passie-spelen verdween ook de
KreuzSchule. In 1825 zag men haar voor 't laatst.
Sedert dien tijd werden ook de andere voor
stellingen van het kerkhof verbannen en werd
de dorps-weide in gebruik genomen. In 1830
greep daar de eerste voorstelling plaats.
In het schoolgebouw trekt zich de cultuur
van het tooneel samen, waar in de regen jaar
vóór de volgende opvoering, tot oefening van
het dorpspersoneel heilige, landelijke, en
ridderkomediën worden ingestudeerd en ui'gevoerd. Zoo
worden de talenten voor de tooneelspeelkm st
ontdekt en gekweekt. Uit de krachten daarbij tot
ontwikkeling gebracht, worden de spelers voor
voor de volgende opvoeringen gekozen, wan
neer dood of klimming van jaren de rijen der
deelnemers doet dunnen. Vreemden toch worden
niet opgenomen. Slechts de
Ober-Aromergauenaren mogen medewerken aan het heilige doel:
de vervulling van de gelofte der vaderen. Daar
zelfs de jongste kir deren meewerken, groeit 't
personeel geleidelijk in het spel. De wijze van
voorstelling gaat ovtr van geslacht op geslacht
ja, niet zelden gaat een rol van vader op zoon
over, van moeder op dochter. Zoo zijn de per
sonen die Petrus en Judas voorstellen reeds
een eeuw lang uit dezelfde familie gekozen
en Msyer die de rol van Jezus de laatste maal
zoo aangrijpend vervulde, deed dit reeds
driemalen achtereen in 1870, 1*80 en 1890.
Doch een eerste vereischte is: volledige ge
schiktheid. De commissie onder het bestuur
van den pastoor, beschikt over volledige macht
om aan te nemen of af te wijzen. Zij heett
haar mandaat van de gemeente. Het treft ge
lukkig dat bijv. Jezus niet alleen talent maar
ook een passer d uiterlijk bezit, en dat Judas
niet alleeen tooneelspelers-gaven maar ook een
rooden baard en rossig hoofdhaar van zijn vaderen
heeft geërfd.
Dat intushchen het spel niet alleen een duren
plicht, maar ook de eer en het voordeel van
de gemeente uitmaakt, dat deed de instelling
zoo lang in stand blijven. De 400 koppen die
die de vertooning eischt, laten zich licht vinden.
Die niet medespelen werken als blazers of strij
kers in het orchest mede, dat door den
dorpsschoolineester wordt gedirigeerd. Tot voor het
jaar l»9üwerd alles wat voor de opvoering
noodig was in Ober-Ammergau en rioor de
Ober-Ammergauers vetvaardigd. Ten behoeve
van de voorstellingen in 1890 riep men de
hulp in van de Münchener
tooneel-decoratieschilders eu voor de légie die van leden van
den Hoft-chouwburg in Beierens hoofdstad.
Doch zelfs Jezus en zijn Apostelen timmeren
mede aan het tooneel: geen arbeid is zelfs
den gewichtigsten medewerker te gering. De
hoofdpersoon Mayer is, zoo wij ons niet ver
gissen, timmerman van beroep.
Behalve kunstzin (of wilt gij liever:
liefhebbervj?), kweeken de Ober Ammergauer-spelen
burgerzin, liefde tot de gemeenschap. Deze doet
de kleine gemeente van omstreeks 15(0 zielen,
wonderen verrichten, waarnaar men elders te
vergeefs zou zoeken. De omstandigheden leeren
hun de handen uit de mouwen te steken Ken
postdirectie als daar te voeren is, van het vroege
voorjaar van een speeljaar tot in den laten herfst,
behoeft voor die van een ilinke stad niet onder
te doen, en bet aantal brieven en missives
loopt daar in zulk een tijd ver in de honderd
duizenden. De stapels ?ijn soms ondoorkombaar.
De spelen doen de Ober-Ammergauers meer
op wereldburgers gelijken dan men gewoonlijk
van de bewoners eener zoo kleine, afgelegen
gemeente zou verwachten. Zij geven hun een
e genaardigen, ruimen, frisschen blik op de
dingen der wereld.
Gelijk eertijds een Griek naar zijn OJymp'sche
spelen uitzag als naar ten lichtend baken op
zijn levenszf e, als naar een verpoozing te midden
van den sleur van het dagelijkse!) bestaan, zoo
richt de Oher-Ammergauer rijn tijdrekening in
naar zijn Pass-ionspiel en als door een feestelijke
wijding worden de vier of vijf maanden met
een aureool gesierd, den tyd gedurende welken
het spel aller gedachten, aller belangen
beheerscht.
Die feestelijke atmosfeer ademt ook de vreem
deling in, zoodra hij het dorp betreedt. Wy
zagen het: 't is niet alles heilig en stemmig
wat den bezoeker treft. Er zijn dissonanten
In het gewijde lied. Maar de grondtoon is
treffer 'd. Deze spreekt ons van de roerende op
offering, van het hoog-verheven idealisme bij Hem,
die de kracht in zich voelde het menschdom te
verbeteren: hij spreekt ook van volharding en
eerbied bij hen, die den grooten Mensch. willen
verheerlijken door hun spel, en daarmee een
allermerkwaardigste uiting van volksgeloof, een
eigenaardige bijdrage tot de geschiedenis van
hun volk te aanschouwen geven.
Wie in 1900 de keuze heeft tusschen Parijs
met zijn werjldtentoonstelling en Ober-Ammer
gau met zijn Passionspiel, kieze naar smaak.
Maar het merkwaardige dat Beieren in zyn
schoon hooggebergte biedt, kan zeker Parijs
niet schenken l
Utrecht.
N. J. SINGELS.
?WIHIttlHUIlmlIIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllnlIIIIIIIIMIIIIIIIIUIHMMI
NIEUWE UITGAVEN.
Briefwisseling tusschen de Gebroeders van
der Goes (1659?1673) uitgegeven door
C. J. GONNET, Ie deel, Amsterdam, Johannes
Muller.
K. DE HARTOGH, Les Hollandais a Lombok
(1894). Amsterdam, W. Versluys.
De organisatie van 1891 bij Posterijen en
telegraj.hie en hare gevolgen ten opzichte van
de telegrafisten en klerken. Amsterdam, Ned.
Post- en Telegraaf hond.
Beschouwing over de mijnwet van 21 April
1810, in verband met Staatsexploitatie van
Steenkolenmijnen in Limburg, door mr. A.
NILAST, Amsterdam. L. J. Veen.
De familie de lleyt, roman van SU/E LA
CHAPELJ.E?ROOBOL, 2 deelen, den Haag,
Loman & Funke.
Veoetitriselte linde,. Orgaan van de Nederl.
Vegetariërsbon d. Twee maandelyksch blad
Juli 1899, No. 12. 2e jaargang, St.
AnnaParochie, J. Kuiken Jzn.
J. B. MEERKERK, Een boek met verzen.
Vijftig lessen in het Nederlandsen voor Gym
nasia, H. S. enz. Groningen, P. Noordhoff.
LÉON BOLLACK. La Langue Bleue. Bolak
Langue internationale pratique. Paris, Bolak
Ditort.
LEO TOLSTOY. De Christelijke leer, uit het
Engelsch in de Hollandsche taal overgezet
door P. K. (met portret) den Haag, Drukkerij
»Vrede".
Conférence Arménienne d Amsterdam par
Monsieur Minas Tchézaz sous la présidence
de M. Ie Dr. A. Kuyper, membre des Etats
Generaux des Pays-Bas.
Sujet: La Conférence de la Paix et les
Massacres Armenieus. Amsterdam, Hösreker &
Wormser.
liet werk, der Liefde. Tydschrift gewijd aan
de wetenschappelijke bestryding der drinkge
woonten, onder redactie van Dr. J. J. P.
Valeton en J. J. Knap. Groningen, P. Noordhoff.
Inhoud van Tijdschriften.
Taal en Letteren. 15 Juli. Dr. R. C. Boer,
Hendrik Ibsen (slot). Dr. K. Poll, Brom.
B. H., Kleinigheden uit de spraakleer, V.:
Bijvoegelike bepalingen. Duitse Volkskunde.
(Eugen Mogk). - Verbetering. J.
Koopmans, Maerlant-Studiën. IV: A. Maerlants
Kruisridders. M., Opmerkingen. Dr. B ,
Uit de praktijk. V: Aanschouwelijkheid.
Folklore.
Eigen Haard No. 29 : Elisabeth Blaeu, door
M. W. Maclaine Pont, XIII. Scheveningen,
door G. Hoog, met afbeeldingen, I. Varnde
Liute, II. Het Kurhaus te Scheveningen,
naar eene photografie van Vinkebos en
Dewald. Nog eons Djagaraga, door d. B. V.,
met portret van de gep. kolonel van het Ind.
leger A. J. Diepenbroek. Hond en kat,
door Dr. J. E. Rombouts, met afbeeldingen,
naar photo's van den schrijver. Van een
»Hij" en een »Zy", door S. C., L Ver
scheidenheid. Feuilleton.
IMIII1HIIIIIIII
iiiiin tiitntni
«?v
YOOE DAMES.
Industriescholen.
Van verslagen en congressen bij gelegenheid
der Nat. Tentoonstelling van Vrouwenarbeid
gehouden, resten ons nog ter vermelding de
dris laatst verschenene, «Maatschappelijke toe
stand der vrouwen", »De taak van moeders en
opvoedsters" en »Industriescholen". Wat
belangry'k was, is sedert de dagen der congressen
voor een deel al herhaald, herdrukt, nogmaals
gediscussieerd. Onder de bespreking van den
«maatschappelyken toestand", is meer concreets
en ter zake dienends opgenomen dan wel
licht te verwachten was. «Loonen in
hetnaaiBtersvak", «Gevangeniswezen", Vrouwenkies
recht" en de Vrouwenraad" ; bij »De taak van
moeders en opvoedsters" heeft het aan bekende
phrasen en algemeenheden niet ontbroken,
maar daartusschen blinkt eene verhandeling
van Mej Dr. C. C. de Lange over «verzorging
van het kind in de eerste levensjaren" uit.
Het congres over de «Industriescholen" werd
geopend met eene rede van Mr. E. Fokker,
over »de zorg voor professioneel onderricht
voor meisjes in Nederland en andere Staten ;
omvang van de bemoeiing der overheid hier
en elders". Hoewel de toestand gunstiger
bly'kt te zy'n dan menigeen wel weet of be
denkt, had Mr. Fokker gelegenheid om in den
geest van het congres heel wat meer Staatshulp
voor de vrouw te vragen, en eveneens heel
wat meer hulp nit de maatschappy.
Herhalingsonderwijs uit practisch oogpunt, huishoud- en
industriescholen voor het volk, toegang op
gelijken voet tot alle onderwijs-inrichtingen die
voor jongens geopend worden, al deze eischen
schijnen zoo billijk, dat men zich verwondert
ze in deze dagen als iets maar half
bereikbaars gewenscht te zien. Het rapport omtrent
»de resultaten van het onderwijs op de indu
striescholen in Nederland" van Mej. A. H.
van Wylen bevat, ondanks den ernst en de
voorzichtigheid waarmee het opgesteld is, zoo
veel bemoedigends, dat het voortgaan in deze
richting wel moet aanbevolen worden.
Van omvangry'ke tabellen voorzien, vormt
dit rapport zeker een der belangrijkste deelen
van al de congressen samen; het is te
wenschen dat mej. van Wijlen eens in de gelegen
heid komt om eene nog breeder, nog meer uitge
werkte en beredeneerda ertjuête te geven, en
dat nu reeds van de door de oud-leerlingen
gegeven wenken, die merkwaardig op de ver
schillende scholen overeenstemmen, gebruik
gemaakt wordt.
Naar wij meenen is met deze drie boekjes
het stel congresverslagen, bij de firma W.
Versluys verschenen, afgehandeld. Men kan
ieder er verslagen afzonderlijk krijgen; mogen
eenige ervan ook weinig meer aantrekkelijkheid
hebben dan het grappig samenbrengen van
dingen waarover de sprekers het nooit eens
zullen worden, andere bevatten kostbaar ma
teriaal omtrent quaesties voor wier belangrijk
heid niemand in onze dagen blind kan zijn.
stillevens van ouderwetsch model, alles in
peuterig verfijnd haitticht vlijtig gewerkt.
Ofschoon haar man haar eenige leermeester
geweest is, is beider kunst geheel onafhan
kelijk gebleven; de hare die der kleine meesters
en vooral der kleine meesteressen, de zijne
die van het groot-historische, het opene en
verlichte.
Opgewarmd.
Mevr. Alma Tadema.
In The Lady's Itealm worden een
achttiental kolommen, rijk geïllustreerd, aan mevr.
Alma Tadema en haar huis gewijd. Men weet
dat het tegenwoordig verblijf m St. Johns Wood
reeds het tweede is, dat Alma Tadema voor
zich liet bouwen: het eerste viel door eene
ontploffing in puin. Het tegenwoordige heeft
weer galerijen van marmer en gekleurd
tegelwerk, massieve eiken deuren met brons en
koper beslagen, een gouden trap, een winter
tuin vol varens, palmen en standbeelden. Het
schoonste sieraad der wachtkamer, die naar
de beide ateliers (van den schilder en de
schilderes) geleidt, is een reeks van lange
smalle paneelen (7 bij 30 inch), ieder door
een der groote kunstenaars, vrienden van het
echtpaar, beschilderd; de paneelen zijn
vereenigd tot twee groote schermen aan beide
zijden van den schoorsteen, en vormen met
deze en eene reeks fauteuils een klein heilig
dom in de zaal. Een pendant, als album
der muzikale vrienden, vormt het blad van
den vleugel, dat van binnen geheel bedekt is
met handteekeningen van musici.
Mevrouw Alma Tadema's atelier heeft niets
van het lichte, vroolijk-klassieke van dat van
haar man; het is oud-llollandsch XVIde
eeuwsch, met veel gesneden eikenhout, veel
aardewerk, gekleurd glas, oude bibelots, bor
duursels, schilderytjes en weinig licht. Het
vormt de natuurlyke omgeving voor haar
modellen, meisjes in ouderwetsch costuum,
Kinderen, scholen en wetten. Drie be
schouwingen, door IDA HEYERMANS.
Amsterdam, H. J. Poutsma, 1899.
Er zijn van die dingen, die zóó waar zijn,
dat men ze niet meer zegt. Zulke dingen
vindt de lezer in dit boekje bijeen. De men,
die hier bedoeld wordt, is het schrijvend
publiek, dat min of meer op de hoogte is van
zy'n tijd, en de men, voor wie bedoelde dingen
waar zijn, is het lezend dito, waarvan hetzelfde
geldt. 't Is waar, buiten die twee is er nog
een aanzienlijke schare, maar het lijkt niet
waarschijnlyk, dat mej. Heyermans voor hen
heeft 'willen schrijver., want in dat geval had
zij haren uitgever wei weten te overreden,
deze 107 bladzijden niet voor een gulden,
maar, laat ons stellen, voor '25 cent of minder
beschikbaar te stellen.
Een deel van bedoelde overware waarheden
heeft de schrijfster verleden jaar op de Ten
toonstelling in Den Haag op 17 Augustus
voorgedragen; zy werden uitvoerig in het
Verslag van het Onderwijscorigres (blz. 194
tot 221) opgenomen en nemen r u in juist
denzelfden vorm 29 pagina's van bovenstaand
bundeltje in. Ook de beide andere artikelen
zijn blijkens dévoorrede vroeger uitgesproken
lezingen.
Nu zy'n de vluchtigheid van het gesproken
woord en 't feit, dat het door voordracht en
gebaar wordt gesteund, omstandigheden, die
maken dat zulke overware waarheden erdoor
kunnen, maar dat zij later den lezer een
ongeduldig: »Zeker, zeker, dat wisten we!"
ontlokken.
De mindere waardeering van de vrouw hij
het onderwijs en de onbelangrijke plaats, die
zij nog in het schooltoezicht inneemt, is 't
onderwerp der eerr-te; sarnenwarking tusschen
school en huisgezin dat der tweede, en een
beschouwing over 't aanhangig wetsontwerp op
den leerplicht, waarin op de bezwaren alle
licht valt, dat van het derje artikel. Voor de
lezers van dit Weekblad kan deze aankondi
ging volstaan; zij weten wat ze er zullen
ontmoeten. Zij zullen den vorm aangenaam
en welverzorgd vinden; een bescheiden, goed
passend kleed, maar bij dozen inhoud zouden
zij graag iets meer tlnurigs, iets opziditigs
desnoods hebben gewenscht; hen zal nu zoo
licht een gevoel van wrevel over eentonigheid
en gebrek aan verheffing bekruipen. Er zijn
paedagogen geweest, die dat anders hebben
begrepen. Aan mejuffrouw IInyermans zij met
aandrang de lezing aanbevolen van Iloodhuyzen's
»i'aedagogische Schetsen", een oud maur niet
verouderd boekje, waarin zij op geestige manier
ingekleed, vele harer denkbeelden over school
en onderwijzers zai terugvinden.
F. J. VAX Uir.uiiiKS.
La Petite Reine.
Een echo nog van de kroningsfeesten is
La Petite Iteine, een boekje met veel platen
en niet onaardig om te lezen, door Mad. Uattazzi.
De schrijfster, Maria Letizia B.maparte, be
hoorde in den tyd van het tweede Keizerrijk
tot de weelderige omgeving van het hof, en
was er verkwistend met haar geld, haar
schoonheid en haar temperament; toen schoon
heid en geld verdwenen waren, bleef haar
haar temperament over, vereenigd met groote
intelligentie en het taler.t om van de vele
destijds gemaakte relaties te proriteeren.
Waarom zij zich nu weer Rattazzi noemt,
naar haar Italiaanschen echtgenoot, terwijl zij
toch later met een Spanjaard, markies de
Kute, getrouwd geweest is, zouden wij niet
kunnen zeggen.
In Madrid gaf zij een flink tijdschrift uit,
de Matinee* Etjiiii/ituleK. en later te Parijs de
Kouv-eüe Jteti'f Internationale, die uitstekende
medewerkers heeft gehad en waarin zij zelve
nog deze maand een uitmuntend artikel over
Castelar schreef ; zij heeft massa's romans, over
zichten, politieke artikelen, literatuurstudie-i!
geschreven. Toch schijnt dit alies haar geen
' rustigon ouden dag bezorgd te hebben althans
nog steeds is zij luidruchtig in de weer, als
iemand die behoefte aan reclame heeft, zij
correspondeert, ontvangt, reist, zot onderne
mingen op touw en schrijft boekjes als La
Petite Reine, samergesteld uit eenige dozijnen
gekochte photographieèn, een paar opstellen
van vrienden, en eenige niet onaardig maar
heel haastig en oppervlakkig geschreven
artikelen van haar zelve, echt journaüstenwerk.
Er staan niet meer 01 juistheden in dan in
de werken van schrijvers die beweren ons
land bestudeerd te hebben, Amicis, Maxime
du Camp, Mannier, of de Duitschers of
Engelschen, maar precies evenveel. In eik
geval is de toon heel aangenaam; mevrouw
Kattazzi ontdekt in ons land, ons volk, onze
koningin en onze regeering weer een tal van
beminnelijke en voortreffelijke eigenschappen;
zoodat we het haar i. .'var vergeven dat zij
de trekschuit ons gewoon vervoermiddel noemt
(«waarin men ook den nacht doorbrengt en dat
dan tot op zekere hoogte aan de Chineesche
bloemenschuiten doet denken"'!) en vertelt dat
het station te Amsterdam vijftig treden boven
de stad gelegen is. Dit zijn kleinigheden;
over 't geheel is wat zij voorstelt, wel gekleurd
en opgesierd, maar niet bepaald onwaar ; bijna
alle eigennamen zijn juist gespeld; vele
kenscbet.siiig"n van personen, richtingen, denk
beelden hier te lande berusten blijkbaar op
heel goede informaties, en Mevr. Uittazzi
heeft, als een vrouw van internationale politiek,
precies geweten waarnaar zij te vragen had.
tnmimilllllimlIIIIIUIUUIlmlMIIIIIIIjMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIUIIIIUII
Gedrukte stoffen. Afneming der
tjecucliahcul.?Indeeling <lcr geuren
Ktn vaitdclaurtje. (reen sak.
Heetst.
Eene belangrijke en zeer goed gearrangeerde
tentoonstelling is dezer dagen te Weenen ge
houden in het Oustenrijksche Kunst- und
Gewerbe-Museum, eene tentoonstelling, wier
gelijke wellicht ook in ons land, waar zooveel
bewaard wordt, te krijgen zou zijn. Zij betrof
alleen gedrukte kleedingstuir'/n, maar was rijk
en interessant. Weefsels met gedrukte patronen
zijn bijna zoo oud ais de versieringukunst. De
eerste mensch, die esn randje op zijn heupdoek
teekende, zag al gauw in, dat het vlugger en
netter ging wanneer hij het patroon uit een
stukje hout sneed en er verf' op smeerde om
het achtereen af te drukken. De ha.idige,
vernuftige Egyptenaren, wier werk bij deze
tentoonstelling als het oudste geldt, waren er
j zeker lang niet de uitvinders van. Een
over; oud Egyptisch poppetje van bor-te lappen, is
1 blijkbaar door een zuinige huismoeder van
l restjes: bedrukt linnen gemaakt en meer dan
' 250(1 jaar oud. Niet hteïver er vandaan liegen
de nieuwste Frunsche patronen, de
modernEngelsche veiveteens; het procédéis eigenlijk
hetzelfde.
l'it het Oosten ia er allerlei praehtigs,
Japansche gedrukte stot'un met zijde op^enoogd,
Chineesche, uit Je hand bijgekluurd. Perzische,
Indische, veel gebatikte suror.gs, ofschoon daar
naar wij meeii?n het drukwerk maar
een klein deel van den arbeid uitmaakt.
In Europa heeft men al te vaik het artis
tieke ondergeschikt gemaakt aan den verkoop ;
in plaats van gedrukt katoen te geven dat er
, als gedrukt katoen uitzag, beproefde men er
l imitatie kint, borduursel, gebrocheerde figuren
mee te leveren; het goedkoope voor het
onreikbare. Men ziet op wol en linnen de
middeleeuwsche goud- en zilvorweefsels, do
zware fluweelbrokaten nagevolgd: eene Tyroler
fabriek levert tapijtstoll'en die op een a'stand
l genuanceerd zijden jluweel lijken. Zoo wordt
er ook gedrukt met vernis, waarop dan
laken] stuifsel blijft kleven. Het Hongaarsche
Kunstgewerbliciie Museum zond heel eigenaardige
patronen uit de tweede helft der l Se eeuw.
afkomstig van de sinds vervuilen fabriek te
Sassin ; maar ook uit de l.'le, lic en 15e eeuw
zijn er curieuse dingen. Men drukte zelfs
houteneden met kruisigingen en Madonna's
op de katoenen stollen at'.
In de vorige eeuw werd aan de gedrukte
stoJïen zooals aan alle luxe-industrie
de grootste zorg en de grootste smaak be- j
steed. Er werd niet koperplaten gedrukt; er j
is een kleurig medaillon uit den Kmpire-tijd j
dansende Horen dat een wonderwerkje i
is; er is een tabatière-plaatje naar Greuze op j
velours Grégoire, heel zeldzaam en volmaakt j
van afwerking, teer als een fijn miniatuurtje
en door de grondstof donzig week van tint.
Ook de gedrukte voeringsteken van vroeger
tijden leveren merkwaardige dingen; uit de
theater-garderobe te Feldsberg kwam een
roode slaaprok, waarvan de voering met on
deugende chirioiserieën bedrukt was. Eene
Weener familie zond zijden barèges uit het
begin dezer eeuw, waar men nog naar ver
langen zou. De fabrifken te Linz zonden
hare patronen sedert 1822; van Boheemsche
fabrieken kwamen ook belangrijke bijdragen,
ook van de Atzgersdorfer chits- en
katoenfabriek. Op Engelsche katoentjes vindt men
caricaturen van Napoleon en herinneringen
aan den brand van Moskou en de Beresina.
Een Zwitsersche zakdoek uit 1850 brengt een
betrekkelijk kras avontuur met een Zwitsersch
melkmeisje. Over 't geheel wordt de tentoon
stelling zeer merkwaardig genoemd.
* *
*
In Cornhilh Magazine voor Juli is een
artikel vol juiste opmerkingen over het «afne
men der gevoeligheid''. Toch niet in
ouderwetsche romans aileen, ivaar zeer zeker is
het ouderwet.schs leven, waren flauwtes,
zenuwtoevallen, overvloedige tranen, uitbarstingen
van vreugde, aan de orde van den dag. liet
is toch een feit dat al deze dingen steeds
zeldzamer voorkomen. Een vrouw of meisje
in onze dagen kan een aardig standje ver
dragen voordat zij een zenuwtoeval krijgt;
flauwtes zijn in de meeste gezinnen onbekend :
en menig meisje, als zij werkelijk trantn ge
stort heeft, zal kort daarop een soort excuus
maken dat zij zich »zoo gek heeft aangesteld."
Maar nu de reden. De schrijver, de heer
Stephan Gvvynn, schrijft de verandering in de
mode vooral aan het opkomen van schrijfsters
en het publiek optreden van vrouwen toe.
Indertijd zag de uian in zulke beminnelijke
zwakheden en flauwten een teelten van ver
wantschap tusschen zijn aangebedene en de
engelen daarboven ; de lieve schepsels bezwijm
den dus en gilden en snikten en zwommen
in haar tranen, en hij had ze er te liever om
en was diep ongelukkig. Maar toen is de
vrouw opgetreden, met een scherp critisch oog
voor d<3 aanstellerij van haar sexfgenooteu
en een onmeedoogend begrip van het belache
lijke ; zij heeft den man leeren zien, hem ook
wel eens geholpen met het gooien van eon
emmer water over een mooie japon, en al
heel spoedig heeft de hulpelooze ilauwvalster
of trar.enstortster zich geschikt in de veran
derde omstandigheden en van verouderde mid
delen afstand gedaan.
* *
*
In de odeurs heeft men, zooals iedereen
kan opmerken, verschillende gamma's en het
onderscheiden daarvan is voor de fabrikanten
een afzonderlijke wetenschap. Van sommige
gamma's kan men de geuren combineeren, van
andere niet; door kundige bijeenvoeging worden
soms grove geuren gedistingeerd, door onhan
dige bijeenvoeging zou men van de heerlijkste
essences een walgelijk mengsel kunnen maken.
liet gebeurt dat evenals met de kleuren
andere tijden andere combinaties verkiezen;
het gebeurt ook dat door een zonderlinge
afdwaling van de mode. kwalijk riekende
stollen een tijd lang gevraagd worden
crottin de cheval, cuir de Ilussie, assa foetida
maar in de bloemengeuren, die toch de basis
d»r parfiimerieknnst zijn, is de indeeling
tamelijk vast. De parfumeur Eugène llimmel
beeft de volgende indeeling gemaakt.
UGOsgeurigpn : type de roos; ondergeschikte
odeurs: geranium, eglantine, rhodium,
palissander.
Jasmijngeurigen: jasinijn, lelie-van-dalen,
ylar.g-ylang.
Oraiijebloesemgeurigen : oranjchloeseni of
neruli, auacia, wilde jasmijn, blad van den
oranjeboom.
Tuberosegeurigen : tuberoze, lelie, jomjuille,
narci-, hyncinth.
Vioolgeurigen : viooltje, cassis, iris, reseda.
Balsemgeurigen: rnnille, Peru- of
Tolubalsem. benzoë, storax, tonkaboon, heliotroop.
Specerijgeurigen: kaneel, muscaat, foelie.
Kruidnagelgeurigen : kriiiilnaacl. anjelier.
Kamf\:rgeurigen: kamfer, rosmarijn, patchouli.
Sandelgeurigen: siuiilel/iotit, vetyver, ceder
hout.
('itroengeurigen : citroen, chinaasappel,
bergarnot, cedraat.
Grasgeurigen: lavendel, thym, mariolein,
nardus, wilde thym.
Muntgeurigen -.pepermunt, kruizemunt,
basilicuni. salie.
Anijsgeurigen : anijs, ster-anijs, karweizaad,
dille, venkel, korianderzaad.
Amandelgeurigen: bittere amandel, laurier,
mirbane.
Muskusgeurigen: inufkus, civet,valsche amber.
Ambergeurigen : amber, eikenmos.
Vruchtgeurigen: peer, appel, ananas, kwee
peer.
In deze opnoeming zy'n, naar het ons voor
komt, eenige vrij sterke geuren niet geclassi
ficeerd, bv. muurbloem, sering, meidoren;
waarschijnlijk worden zij door den parfumeur
onder eenige der genoemde soorten gerekend.
Mirbane is de naam die aan de amandelgeuren,
uit koolteer bereid, gegeven wordt; de geuren
van dennen en andere harsachtige hoornen,
zullen wellicht tot do Tolubalsem en benzo
gerekend worden.
Aan de Académie des Sciences is een studie
over geuren aangeboden door een dr. Chapuis,
waarin hij er^op wy'st, hoe gewoonlijk het
geurvermogen der planten in omgekeerde reden
staat tot de kleur. De meeste welriekende
bloemen zijn wit; in afdalende reeks volgen
dan rood, geel, blauw, violet, groen, oranje
tot bruin. En omgekeerd dit was door
dr. Starck met proeven bewezen -- donkere
stoffen nemen veel meer geur op en behouden
hem langer; de reeks is hier, in afdalende
volgorde: zwart, blauw, groen, rood, geel.
Dr. Chapuis constateerde nu, dat lichtgekleurde
stolt'dn in het donker evenveel geur opnemen
als donkere, maar in het licht bijna terstond
al dien extra-geur verliezen. Dit is dus ean
aanwijzing om het linnen en de witte stoffen
sterker te parfumeeren dan mantels en donkere
kleeren.
* * *
^In No. 9 van het tijdschrift »In en om de
Keuken", orgaan van de huishoud- en
kookscholen, (red. Mw. Tydeman?Verschoor, uit
gevers Noorduyn en Zn te Groningen) is opge
nomen het Algemeen Reglement voor de Centrale
Commissie voor het vakonderwijs in koken en
huishouden aan de kook- en huishoudscholen in
Nederland, met eene belangrijke toelichting.
Voorts bevat het nummer een Bezoek aan een
Joodschen keuken en de gewone rubrieken:
mededeelingen, verscheidenheden, ingezonden,
correspondentie en recepten, waaronder ook
een voor een vegetarisch inenu.
Onder de ingezonden stukken is er een van
»een dienstbode" zich aansluitend aan eene
mededeeling over huisnaaisters die 's middags
een wandeluurtja bedingen; deze dienstbode
zou ook wel per dag een wandeluurije willen
hebben. Dit schijnt zeer juist en bill'ijk; maar
voor een groot deel is daar, naar men ons
opmerkt, al in voorzien. Alle meiden-alleen
hebben haar uurtje van boodschappen doen en
haar sociëteit bij den kruidenier ; waar twee
of' meer meiden zijn, is er, ook zonder officieel
beding, voor ieder van beiden wel een paar
half-uurtjes per dag te krijgen.
Een groot bezwaar tegen het afgesproken
«wandel-uur" is het costuum. Als de meid
gaat «wandelen'1, wil zij zich kleeden, en dit
kost een half uur vóór en een half uur na
het uitstapje; daarenboven is het voor velen
beter te dragen een heelen dag thuis te zijn,
dan, eenmaal uit, precies binnen n uur
thuis te komen.
Nu de japon om de heupen geheel gespannen
wordt, is eigenlijk een zak daarin onmogelijk
aan te brengen. De mode is nu, alles zoo
klein mogelijk te hebben, portemonnaie, zak
doek, horloge, en alles maar hior of daar aan
of in het ceintuur bevestigen; verkouden
menschen moeten maar zien, hoe zij er mee
uitkomen.
*
Jlfacarom-],u(ldi»r/. Een half pond macaroni
laat men een kwartier koken in eenigzins
gezouten water en dan op een zeef afkoelen.
Intusschen laat men een kwart pond boter
met een gehakte ui in een kastrol geel worden:
dan in een grooteren schotel koud worden, en
voegt er bij : een half pond magere ham, geraspt
drie eieren, twee kopjes melk, een kwart pond
parmezaankaas, geraspt. Dit alles mengt men
met de macaroni, wat zout en peper. Dan
botert men een vorm heel goed, vult hem met
het mengsel, laat het 2 uren au bain-marie
koken, en dient den pudding met
tomatenanchovis- of champignonsaus. '
E?e.