Historisch Archief 1877-1940
2
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1153
de schoone zomeravond verlichting te toonen,
kannen alleen zij begrijpen, die de eigenaardige
betooverin; der Noorscue zomernachten kennen.
Zeker had de natuur haar best gedaan om het
land der duizend meren, zoo voordeelig
mogelyk te vertoonen, want voor de gasten
ontrolde zich een heerlyk panorama toen zy
de Veranda van het Restaurant in Bruunspark
betraden, waar een geimproviseerd déjeuner hen
wachtte. Het oog verlustigde zich aan de
frissche grasvlakten aan de hooge berke- en
lindeboomen, in wier toppen een zachte wind
fluisterde aan den gezichtseinder schitterde
de zee in de gulden stralen der middagzon.
De horizont teeken te zich niet scherp af als
een grens, maar loste zich op in een vage lijn,
die op een overzijde wees en onze gedachten
zweefden weg, ver, ver over zeel naar de velen
die ons de broederhand hadden gereikt. Men
vergat, dat alweder een illusie vervlogen was;
het gevoel van teleurstelling werd verdrongen
door dankbaarheid en daarmede verbond zich
zich een krachtig bewustzijn van vermeerderde
verantwoordelijkheid, het bewustzijn dat wy
niet alleen stryden voor haard en hof, voor ons
eigen laad en ons goed recht, maar dat de
be80 haaf d e wereld ons heeft opgenomen in het
getal der natiën, die voor de
gemeenschappelyke rechten der menschheid strijden. Onze
verantwoordelijkheid is thans verdubbeld!
Het zou ons te ver voeren, wanneer wy ons
nu al de woorden herinneren wilden, die voor
ons onvergetelijk zullen zijn. Op de
dankbetnigingen van Finsche zyde volgden; woorden
vol vertrouwen in onze zaak, in onze toekomst
uit den mond der gasten. Bijzonder trof ons
de schitterende rede rede van senator rarieux,
waaruit de adem der groote beschaafde wereld
ons tegenwoei, terwyl de wetenschap van het
geen hij in den heeten strijd voor Waarheid
en Mentchenrecht in zy'n eigen land heelt ge
daan ons met diepen eerbied vervulde. Maar
ook de woorden van professor van der Vlugt
werkten opwekkend en leerrijk ofecuoon ik
slechts enkele namen in 't byzonder noem,
voel ik my gedrongen ook de anderen met eere
te gedenken.
Al te spoedig sloeg het afscheidsuur, veel
bloemen werden nog geschonken, veel wenschen
en groeten tot spoedig, g»lukkig wederzien
enz. enz." gewisseld, vóór de trein het dicht
met menschen bezette perron verliet. Toen hij
zich in beweging zette hief een mannenkoor
voor de laatste maal Ons land" aan en de
geheele menigte, eenige duizenden, zong die
gloedvolle Hymne mede, waarin wij in blijde
zoowel als droeve- dagen ons gevoel lucht geven;
een troost in 't ongeluk, een herinnering aan
trouwe plichtsveivulling in dagen van voor
spoed en vreugde!
Door de dagbladen was de reis der deputatie
reeds bekend gemaakt en overal waren groote
scharen verzameld, die de reizigers van hun
sympathie en dankbaarheid blijken wilden geven.
Overal waar de trein slechts even ophield,
gaven bloemen en gezang daarvan het bewy'a
en toen zij om twee uur 's nachts de haven
van Abo bereikte, van waar de reis naar Stock
holm per stoomboot zou worden voortgezet,
waren weer een menigte menschen
samengestroomd en weder klonken de bekende melodieën,
die ons Finnen, zoo oneindig lief en disrbaar
zijn. Op het oogenblik dat de Bore" zich
langzaam in beweging zette om Abo, de oudste
vrijplaats der Europee che beschaving in Fin
land, te verlaten, gloeide het morgenrood reeds
scho n en vurig achter de granietmuren van
het middeleeu*-sche slot en in den lichten
zomernacht klonk het liefelijk over de sluimerende
wateren:
O Land ! o Land! o Vaderland!
Klink luid, gij dierbaar woord !''
Ver in de zee strekt zich de Finsche archipel
uit, de scheeren ! Tegen tien uren 's mjrgens
liep de Bore" de haven der kleine stad
Marichamm, op het grootste der Alandsche
eilanden binnen en ook daar werd de deputatie
vol geestdrift begroet. Terwijl de leden der
deputatie in 't Ba ihuispark ontbeten, werd het
geheele schip met verten groen versierd, naar
het gebruik der kustbewoners in de St.
Jansdagen of a's een bruidstoet naar de kerk trekt.
Wat aan bloemen te krijgen was, had men
samengebracht en strooide die kinderen van
Flora voor de voeten der ga«ten. De zon
scheen heerlijk, de golven fonkelden vrij en
frank, een gevoel van moed en kracht kwam
in alle harten en stil in zich zelven fluisterde
men: de hoop is toch geen ijdele waan,"
terwijl men de juist door de post gebrachte
dagbladen ontvouwde, di« Z Majesteits laatste
rescript bevatten : de bepalingen in het Manifest
2)
MISDAAD OF WELDAAD?
DOOK
FRANCO IS COPPÉE.
«Maar den volgenden dag hoorde ik dat die
pedante vlegel van St. Cyr zich vroolijk had
gemaakt om mijn dwaze manier van de r te
laten roller, als ik commandeerde en mij bij de
anderen belachelijk had wiiien maken, waarop
Pascal woedend was geworden en hem eeu
klap had gegeven... U begrijpt dat ik sinds
dat oogenblik wel voor hem door het vuur had
willen paan. Toen kwam de oorlog; dieneersten
beroemden aanval van de Duitschers bij
Weissenburg hebben wij meegemaakt. Daar zag ik
Pascal in het heetst van het gevecht. Maar
geen oogenblik verloor hij zijn kalmte. Alleen
op zijn voorhoofd tusschen de wenkbrauwen
zag men twee rimpels in den vorm van een V'.
Maar hij was even onverschrokken als de oudste
soldaat en hanteerde zijn geweer alsof he.t
parade was... Ja, in zulke dagen leerde je
de menschen kennen. Te Chalous waar van liet
overschot van het leger een behoorlijk geheel
opgemaakt moest worden, kreeg iiij den rang
van officier en die kwam hem ook toe ... Ik
kan u niet zeggen hoeveel plezier het me
deed, dat ik hem als //luitenant" kon aan
spreken . .. Te Champigny trof een kogel mij
in de dij en ik zou zeker door de Pruisen
zijn meegenomen, als mijn brave Pascal, die
zelf op twee plaatsen gewond was, mij niet
in de armen had genomen om mij, terwijl
de kogels hem om het hoofd vlogen naar
de ambulance te dragen... U zult kunnen
nagaan dat ik hoe langer hoe meer van den
jongen ging houden... Toen hij me dan ook
na de capitulatie, toen ik weer met behulp van
een stok een beetje kon loepen, eens kwam
opzoeken, was het zien van zijn twee stre
pen en zijn ridderkruisje genoeg om mij alle
van 3/15 Februari zullen ten allen tijde on
veranderd blijven!"
Dr. MAIKKI FRIUERG.
BeVreteoifeiitie en ie Dn-Mopls.
(Ingezonden).
De .tweede vredesconferentie van deze
eeuw is aardiger dan de eerste in 1815 te
Weenen gehouden. Hat Weener congres
was daar om Europa in een goeden
evenwichtstoestand te brengen en te houden.
Juist dat «houden" in dien
evenwichtstoestand was het moeilijke; maar gelukte
dit, dan was de wereldvrede of' juister de
Europeesche vrede verzekerd. Evenals het
traktaat den 25 Maart ISISgeteekend door
de ministers van Engeland, Oostenrijk,
Pruisen en Rusland tegen Napoleon I,
hadden al die congresbesluiten »pour but
Ie maintien de la pain et pour moyen la
guerre.' Niet ten onrechte zegt Houssaye
hiervan: »La langage diplomatique a ses
surprises." Toch was die oorlog toen geen
parodie op de vredelievende bedoelingen
der mogendheden ; want al wilde Napoleon
het verdrag van Parijs, dus den bestaanden
toestand, erkennen, zoo ze^t Houssaye
terecht: »Qui croira, eti effet, que Napoléon
n'avait point l'espérance de dêuhirer un
jour a grands coups d'épée l'hutniliant
traite de Paris?" Deze oorlog was er dus
een om een lateren te voorkomen. Buiten
dien is het noodzakelijk gevolg van ieder
verdrag, dus ook van de verdragen voort
vloeiende uit een vredesconterentie, dat ze
gehandhaafd moeten worden en overtreding
moet worden voorkomen, en het aardige is
dat die vredesverdragen tegenover on wil
ligen slechts gehandhaafd kunnen worden
door den oorlog, dus het oude liedje
»pour but Ie maintien de la paix et pour
moyen la guerre."
De tegenwoordige conferentie is echter
ultra-komisch. Vooreerst al het idee dat
de ontwerper is de vorst van Siberiëmet
al de daarbij behoorende liefelijkheden en
dat diezelfde vorst in een deel van zijn
rijk, in Finland, een oproer tracht te
provoceeren, juist op het oogenblik dat geheel
Europa in hem ziet den vredesengel, en
dat ook duizenden Nederlanders het nporlig
hebben gevonden hunne handteekeningeii
te zetten onder huideadressen aan dien
edelen voorganger. Die
huldeadressenhandteekening-zettenj is trouwens een bij
zondere goedkoope liefhebberij van ons
Nederlanders.
Dan het rijlje deelnemers, allen blaked
van liefde voor den vrede, opgetrokken
naar den Haag. Vooreerst de vertegen
woordigers van Turkije, dat, veel te prat
op zijn overwinnenden oorlog met Grieken
land er volstrekt niet aan denkt iets te
meenen of te zullen gevoelen voor al die
vredesredeneeringen in den Haag. Zoo ge
heel en al zonder eenig oorlogsvooruitzicht
zou men zich uitsluitend moeten bepalen
tot het vermoorden van Armeniër?. Daar
gaat toch ook eens de aardigheid af en
buitendien zullen die goede Armeniërs
opraken.
Verder de vertegenwoordigers van het zoo
juist een militaire staat gewordene Amerika,
dat tegen een vrij volk gedurende de
vredesconferentie bezig is te vechten, omdat dat
voik niet zijn land af wil staan aan
Amerika, dat na den pas afgeloopen
roofoprlog tegen Spanje zich dat land als buit
ziet toegewezen.
Vergelen wij ook niet het vredelievende
Italië, dat aanvallen van vredesge/Jndheid
kreeg eind Adowa, en evenmin den,vrede
lievender), steeds i» Atjeh vt-chtenden gast
heer der conferentie, ons dierbaar vaderland !
Maar de aardigste figurant, is wel »la
peifide Album", dat zich grondende op het
edele recht van den sterkste, tracht de
Transvaal te overrompelen en nu tot zijn
fpijt moet zien, dat Kii'iger ais politicus
Chamberlain te slim ai is. Terwijl
('hainberlain eitt'he stelt in de hoop/.e afgewezen
te zien, waardoor de oorlog zou kunnen
beginnen, aeeft Kiüger toe, evenals
Duitschland in 1S7U met de Spaans-die troonkwe.stie,
zoodat Chamberlain nu evenals Frankrijk
toen nu oorlog zou moeten beginnen geheel
en al zonder motief. Nu, dat is Engeland
toeveitrouwd zooals wij o.a. weten uit den
diefstal der Deensche vloot in 1SU7, niet het
bijbehoprend bombardement van Kopen
hagen in vollen vredestijd.
Het sterkste is echter wel de zending
van de nu beroemd geworden kogel No. IV
naar Zuid Afrika om daar eventueel tegen
de Boeren gebruikt ie worden. In net
Brüish Mediaal Journal van 17 Dec. 1807
deelde de Engelsche Chirurg Davis een
en ander mede over de kogels gebruikt
bij den laatsten oorlog in Tschitral. Dj
Engelsche soldaten gebruiken het
Lee-Metfordgeweer waarvan de kogels van 7.7 m.m.
kaliber een nikkelen mantel met een
loodkern bezitten. Davrs zegt nu, dat met die
kogels de inboorlingen uiet in hun wilden
aanval te stuiten waren, waarom de soldaten
op het practische idee kwamen die nik
kelen mantel met scherpe steenen af te
vijlen. Ddze kogels, die zij »zachtneuzen"
noemden, hadden ter gewenschte tftjct, waut
die veroorzaakten zooals prut', von Bruns
zegt: »wahrhaft grausaiue Verwundungeu."
iu de munitiefabriek Dum-Dum heoben
de Eugelscheii sedert de beruchte Dam-Duui
kogels laten maken, die eea dunuereri
uikkeimantel hebben mei een korte loodpunt.
Da hierdoor veroorzaakte wouden ziju zóó
verschrikkelijk, dat, zooals Davis zegt, die
kogels in Europeesche oorlogen waarschijn
lijk verboden zullen worden. De oorzaak
van het schrikkelijke deze verwondingen
is, dat de kogel u week is n zoo'u enorme
aauvangssneliieid heeft. Daardoor vervormt
het lood zich kolossaal eu verspreidt zien.
Eerst wordt de loodpunt als het ware dour
het lichaam tegengehouden waardoor de nik
kelen mantel in 2 tot 3 m.in. bi'eede smttken
springt, die echter aan deu achterkant nog
vereenigd blijven. Bij raken van been springt
de geheele Kogel uiteen en verspreidt zien
:i het lood ii het nikkel in alierkleiiiote
deeltjes in de naaste omgeving. \Vij zien
dus, dat, zooals v.Bruns zegt,door die enorme
aanvangsnelheid «solide Bleigeschosse
selbst zu Explosivgeschossen wurden''. Nu
zegt BlunL-cnli in Das Volkenrecht dei'
cii'ilisirten Stalen A.M »derSa,tz dass wider den
Feind alles eriaubt sei was dem Krieg
lührendeii S taaie niiuhch erschemt, von
dem civilisirteu Vöikerrecht als barOariscli
missbilligt wird". EJII fout acht hij dat
het volkenrecht zich niet uitstrekt lot de
wilde volkstammeu (waartoe de Trans valera
toch ook in Eagelsciieoogyu wel niet zullen
behooren) die toch ook menschen zijn. en
dat nooil toegegeven mag worden dai jacht
pp wilde mentenen ieder even vrij staat als
jacht op wolven, bij welke jacht men wel
? Halbmantelgeschosse" gebruiken mag.
In de Brusselsche conventie van Juli en
Aug. 1871 betreffende de oorlog»wetten.
t-n rechten, is aangenomen, ook door
Eugeland, dat er vertegenwoordigd was door den
generaal-majoor Hir A(f. Horsi'ord, dat de
oorlogvoerenden niet hebben >un pouvoir
illuuiiéquant aux choix de>s mnyens de
nuire a l'eanemi" en dat o.a. streng verboden
werd 4'emploi d'armes, de projecüiles ou de
maiières propres a causer des maux
suparJlus, airsi que l'usage des projecüles prohibés
par Ja declaralion de St. l'éltrsoourg de
l SOS". Toen is den l IJ Dec. 180S op liet te
Petersburg gehouden congres aangenomen
»que les parties contiactantes s'engageut
a renoncer mulueiiemeiil en cas de guerre
entre elies a lemploi par leurs troupes de
terre ou de iuer de tout projectile d'un poids
intérieur a iuO grammes, qui serait ou
explosibleou cuargéde matierès f alnunaates
ou inflainmables". De Pruisische regeering
had bij nota van '-,} Juni 1SGS voorgesteld
dit Russische voorsiel verder uit te breiden
doch Engeland weigerde dit wegens de
iiurnerieKe zwakte van zijn leger.
Aangenomen is echter door Engeland
dat verboden is hot gebruik van ie ter
projectiel »qui serait t xplotible''. Door de
enorme aaiiVaiigssnellieid die men tegen
woordig aan een kogel geven kan, is zoowel
de Dum-Dum kogel als de eenijjzins anders
gevormde kogel model IV \\e! degelijk.
geworden nxpionble". Engeland zal
antwootden dal die kogi l niet gevuld is mei,
«des niaticres explosiblts" en overtreent dus
de door haar 2.01! aangenomen verdragen,
ais het ware duaielijk; te kennen gevende,
hoeveel men op daar zal kunnen rekenen
in het nakomen der i,u door deze confe
rentie te nemen besluiten. Engeland op
een vredei-conferenüe maakt uan ook zoo
wat den indruk van een dronken man op
een matigheid.-congres.
.Reeds net gebruik van die kogels tegen de
militaire ctiijuettte op zij te doen zetten en
hem om deu hals te vallen. Dien dag bel) ik
gehuild als ecu fciud . .. Luitcuant en gede
coreerd ! ( )p zijti vijf-c'H-f-A [:,: ::>ie j;i:ir! llrt
'u;,nu zeker dat liij mettertijd kolonel of gei.cnial
zou worr't'ii _. . U'at ik alleen jammer vond, \viis
dat \ve uu niet meer santen zouden ?ijn. llij
werd iiaar Bordeaux <ri-zonJeu, terwijl ik inliet
regiment b!e<-f waar ik nog drie jaar zou moeten
dienen, om dan op stal t,u worden jrezct.
//Maar luiteiiatit l'a;cal was uiet de man orn
ziju ouden wapenbroeder te vergel er. Om de
twee maai d-.jii krees ik een brief, gewoonlijk
ook een postwisseltje, voor mijn tabak, voor
allerlei kleine onvoorziui.e uitgaven, en ik ant
woordde hem dan zoo goed en kwaad als li.it
«ing, want ik was er van overtuigd dat het
hem geuot-gen zou dot'ii mijn
KeukenimuU:utclmft weer ouder clüoi^'in tj krijgen.
,/De tijd verliep. Ik kreeg mijn pei.sioen. Maar
van eeu paar honderd franc 's jaars, kon ik niet
leven eu ik /.oclit en vond bij een aannemer de
betrekking van opzichter van ceii houtwerf, vlak
bij het slation Ivry. Op een middag was ik
juist bezig deu boel wat. op te ruimen, toen ik
iemand mijn naam hoorde ro::inen. Ik keerde
mij om en wien zien ik? Mijn luitenant, maar
in politiek, met een ul:iiinie;ide kachel) ijp op
het hoofd.
//llij was nog liceleniaal dezelfde. Wij be
groetten elkaar hartelijk eu hij vroeg mij hoe
ik het maakte eu of het mij nogal goed ging.
//Hreet u wel, luitenant," zei ik toen de
eerste bfgroetirjg plaats na;i gehad, //dat het,
voor het eerst is dat ik u iu burjrerkleeren zier"
//oo," antwoordde hij. //Welnu, je zult,
me nooit meer anders zieu, mijn brave l'ierre."
? //Hoe nu? Wat, wilt se daarmee zeggen r"
//Dat ik uit deu dienst ben. Ik heb mijn
ontslag genomen."
»Wat deed dat me zeer! Zoo'n knap, kranig
officier! Dat die nu uit den dienst moest gaan,
terwijl hij zoo'n prachtige carrière voor zich
had! Daar moest, hij natuurlijk wel zijn goede
redenen voor gehad hebben. Maar toch deed
het me aan, ik kan niet anders zeggen !
^Terwijl hij met mij over de werf heen en
weer wandelde vertelde hij me de hceic ge
schiedenis. Er was natuurlijk een vrouw in Let
spel!... Ht ha-.i ik wel kunnen nuldii. Te
Touiouse, zijn liatsU; garniioeu, was mijn
lui'enaut tot gtk vvordeus toe verliefd geworden
| np de djc'iter va-.i eeii leeraar, die 1,1 lu-Uell\it:
huis woonde ais hij. Maar ongelukkig moet eeu
cllicier, Oui te kunnen trouwen over een be
paalde u/m als oniidssciiat kuiuieu beschikken
en de arme jongen zag evenmin als ziju toe
komstige schoi/uvader kans de oljjjiill i'rs. bij
elkaar e krijgen, want zij bezaten geen van beiden
een sou. 'i'ueu had hij, zonder er verder over
na te denken wat hij deed, zijn ontslag genomen.
Gelukkig vond llij uiet hing daarna een goede
! Ketrekking op een bankierskai.tour in l'drijs,
wat hij \vaarsciiijiilijk ook wel een beetje aan
zijn lintje te dunnen !:ud. Ka liet berouwd» hem
nieis, /cl hjj, \va;it liij was vüi;uaakk guiukkjg
:iu.t <:!ju l,el vidüvv'je, dat iiem binnen koit met
een kleiu dn n:m?.'?je. verrijken zou. Ik moe?t,
heel gauw, deu voUeuuen Zondag reeds, bij hem
komen kollij drinken ui liuu gezellig klem
nestje, op de vijfde verdieping vuu eeu huis op
den lluulevaid des JiaUignoiles.
/,lk tuigde me op «n ging er heen en ik moet
zeggen, zuodra A -Mme. l'a-cal had gezien moest,
ik miju luitenant zijn dwazen stap vergeven.
l [et was een mooi, blond vrouwtje, bijna een
knul nog, altijd even v rooi ij k c» vriendelijk ;
je hoefde h au r maar even m Laar blauwe oegi-n
te zien om te weten hoe goed ze was. En nij l
't was aardig ota te i.icu - - hij had voor
niets anders oogeu ui' ooreu aU \oor haar. liet
was eeu lieerlijkt dag. lL:t jonïe mevrouwtje
behandelde mij als eeu oud vriend eu ik kon
aan ailes merk< n, dat haar man haar nie's dan
goeds had verteld vin ziju vroegereii kameraad.
En e schonken zulk etn heerlijk wijntje, dat
ik telkens dronk op de geztndheid en tiet geluk
van het, jonge paar.
Au, het g; luk bleef de eerste jaren ook niet weg.
Het scheen dat Pascal al dadelijk zulk een
goed inzicht in de zaken had, dat zijn p:itroon
hem na twee jaren tot zijn compagnon maakte
eu mijn luiteuaiitje dus iederea dag naar du
beurs stapte eu geld verdieudc als water.
Eu thans ging het bij hem ook al van een
leien dakje! lu drie jaar drie kinderen! Twee
jongens en eeu meisje! Eu pracht tn van kin
deren, hüor. 't Was, een lust ze te zien. Den
grensstammen is een schandaal, Bluntschli
zegt zoo juist »JedeunnöthigeGrrausamkeit
ist Barbarei" en minder juist »Diecivilisirte
Kriegsiïhrung duldet berhaupt die Bar
barei nicht", zooals toch geduld is het
gebruik van Turco's in 1870.
Het nu door Engeland te bezigen wapen
is daarom ook zoo gevaarlijk omdat in
Tschitral gebleken is, dat de soldaten zelven
gewone kogels zoo gemakkelijk in
DumDum kogels veranderen kunnen en niets
dan ook de Boeren beletten kan tegenover ,
de Engelschen hetzelfde te doen.
Is er dan geen middel om van Engeland
te verkrijgen, dat het die modelkogels niet
zal gebruiken ? Neen ! Zoowel tegenover
de tegenwoordige als tegenover de toe
komstige volkenrecht overtredingen is maar
een middel: «pour moyen la guerre", en
geen Europeesche mogendheid zal het om
humaniteitswil voor de Boeren zoo ver
laten komen. Geheel Europa zal het er
weer eens over zijn dat de naam »peih'de
Albion" dubbel en dvvars verdiend is, maar
daarbij zal het blijven. En de nuchtere
menschen, die toch al niet veel vertrouwen
in de blijvende resultaten van de
vredesconferentie hadden, zullen meer dan ooit
kunnen zegeen dat zoo'n conferentie niet
inderdaad slagen kan zoolang er Engel
schen zijn.
Gaan wij nu nog even na aan de hand
van prof. von B runs welke gevolgen deze
«inhumane KriegBgeschosse" voor den ver
wonde hebben. Proeven door hem en Dr.
Wendel eenomen toonen aan dat,
»Nahschii-:se 50 Meter) kaum mehr als
Gewehrschusswunden zu erkennen sind. sondern
erteichen denen durch grobes Geschütz".
Terwijl met mantel koerels de openingen in
de huid zijn 78 mM. bij het binnendringen
en hoogstens 15 m.m. bij het verlaten
van het schietkanaal. vindt men bij deze
kogels wonden van 11 cM. Bij een schot
door de spieren van de achterzijde van
het bovenbeen was de inschietopening
11 mM., de uitschietopening 13 cM. Bij
een schot dwars door den voorarm hangt
het onderste deel van den arm nog slechts
aan eenige stukjes huid aan het lichaam
vast. Alle weeke deelen over een breedte
van 8 vingers zijn vermorzeld, in de huid
bevinden zich verscheidene scheurwonden
van ló cM. lengte. Bij een sch. t door den
voet is van schietopeningen niets te be
merken. De yoetwortelbeenderen zijn ver
nietigd, de huid is gedeeltelijk verdwenen,
eenige stukken pees hangen over bet ver
woeste deel heen. Büeen schot door het
dijbeen is het been zelf'geheel versplinterd,
de weeke deelen zijn over een afstand van
2iJ cM. geheel verscheurd f n vernietigd.
v. Bruns zegt dat voor alle geciviliseerde
Staten als gebod der niPiifchelijkheid aan
genomen is dat: »I)ie Kugel Poll den ge
troffenen Gegner kampf'unf'tihig maohen.
aber nicht immer verstümmlen und tödten"
en hij hoopt dat van het Duitsche
legerbestuur uit zal gaan een poging om de
bepaling der Petersburger conventie zoo
danig te veranderen, dat nader omschreven
wordt dat dergelijke kogels verboden zijn.
Zoo dit al mocht gelukken, zal het waar
schijnlijk voor de Transvalers wel te laat
komen, en al zal in den te verwachten strijd
de Tran.svaal geheel zonder hulp tegenover
Engeland zijp, dan hebben de toch waarlijk
niet oversympathieke Boeren voor zich den
zij het ook zeer zwakken steun der
algerneene sympathie van g'hoe! Europa, welks
wenfchen zeker vervuld zouden worden
door een s-chinerenele overwinning op den
trouweloozen Biit.
P. J. m: Biu'iXK Pr.oi >s VAX AMSTI:L.
»auii;fmmiciMmitimiit!!iiii(m,unmii)!imimit!muMUEiiiMi[üi'm t
'
/ ''t
>'-f o1,: /OT.: ? ; fiz2z - 1
weder een nederlaag geleden. In een zorg
vuldig voorbereide redevoering sprak de
minister-presidenttegeu hetontwerp, waarbij
de winkeliers worden verplicht hun winkel
juffrouwen stoelen te geven. Het ontwerp
was schier zonder tegenstand door het
Lagerhuis aangenomen, maar lord Salis
bury verzette zich er tegen uit afkeer van
het veelvuldig ingrijpen van den Staat in
particuliere aangelegenheden. Hij voerde
onder meer aan dat het door deze wet
noodwendig geworden staatstoezicht de win
keliers er toe zou brengen de juffrouwen
te vervangen door mannelijke bedienden.
Het Hoogerhuis zag daarin echter geen
nadeel en nam met 73 tegen 28 stemmen
het, ontwerp aan."
Bovenstaand bericht, dat dezer dagen in
verschillende bladen de ronde deed en een
ieder, die begaan is met het vermoeiende
leven, dat het meerendeel der jonge meisjes,
die de winkeliers bij den verkoop hunner
waren behulpzaam zijn, moeten leiden,
oprecht zal nebben verheugd, bracht mij
een schrijven in herinnering, dat ik vóór
enkele weken ontving en welks inhoud
meer verdient aan een ruimeren kring te
worden bekend gemaakt, dan in een
»Soeneckens Briefordner'1 ten prooi aan de
vergetelheid te worden opgeborgen.
Menigeen zal zich ongetwijfeld nog her
inneren de beweging, welke, vóór een paar
jaar ongeveer, in de grootste steden van
ons land is ontstaan en geruimen tijd werd
levendig gehouden, en welke beoogde het
lot der win keijuffrouwen te verzachten. Het
was o. m. de «Vereeniging ter behartiging
van de belangen der Vrouw," die zich
te dezen opzichte verdienstelijk maakte en,
waar zij kon, pogingen in het werk stelde,
de winkeliers en patroons te bewegen hunne
helpsters, tot dusver veroordeeld de
geheelen langen arbeidsdag achter den toon
bank te blijven staan, stoelen te verschaffen,
met verlof, daarvan zooveel mogelijk, d.w.z.
telkenmale wanneer zij geen koopers te
bedienen zouden hebben, gebruik te maken.
Onder het groote aantal winkeliers, tot
wie het bestuur van voornoemde
vereeniging zich met dat verzoek wendde, waren
er echter niet velen, die zich tot medewer
king in de beoogde richting geneigd toon
den. Eene gunstige uitzondering daaren
tegen maakte hiermede, de heer M.
Hartogs Jacszn., Weste Wagenstraat, te
Rot
«ïii^niEn^^^
t,7>
c/icc
40 cents per ? a,» a 1.
Damast-Zijde 75 cent
tot f J l.<>5 per Met»r aUraede ?.warte,
witte en geklturdf! Heiineberg-Zii.jtle
van 4."> et. tot I'I I.O."> per Mett-r tif>,n,
gestreept, gerui*", gewerkt, damast enz. (cv 40
versch. qua!, en 'JUOO v«jrse,h. kUuren, dessins
enz.), l?' ra n e o en vrij van invoer
rechten til huis. btalen ommegaand.
Duhlit'l iirifiporto imar Zsvii.sarJHr'd.
G. Henneberg's Zijde-Fabrieken
(kA k. Hoflever.), Zürich.
beeft in het Hoogerhuis
Verblrjf vooréne of meerdere weken in de
Grands Hotels du Trocadero"
welke voor die gelegenheid speciaal nabij de
Tentoonstelling gebouwd zijn.
Bewijzen voor verbhjt van af' 67.f>0 guldens
per wek, betaalbaar in maandelijkscbe ot
driemaandelijki-che termijnen. In dezou prijs is
begrepen :
Orif'n. Ui ma
. , .
llcc uitsluitend recht van verkoop dezer
bewijzen is toegestaan uewonlen aan de
Cie IXïEUJKTnle IIE^ WAfiOXS-LITS
Voor ii.teekiïfihia; wendo1 i.-ieri zich tot. en liet
uitvoort'ae, g'-ïllustr. prospectus vragp mon aan hij
LIS.SONK en Z(JO.V, Singel ltt,~ Amsterdam.
o.MEUVKliBLIJF Hastières M ,bu'Pinant
(H Igië). Hotel (t'Haxtière, E. BriOl.'ET.
l'r. lugitig. Mooi Park. Rijtuigen, arage
v. fietsen.Wanne en Maasb.Vis-jhv. Bootjes.
eersten Zondaar van iedere maand dronk ik er
kifile; dat hadden we da-.leüjk zoo afgesproken.
Want, ze waren veel te goed OIH duur al dien
\o'.ir.-;A)c! te ve;:i:i eren en iieen van i>--ul, r.
schaamde, zieit voor huil nc,lenden vriend, /.e
woonden niet meer onder de hancbalken; zo
lalden een prachtig kwartier op de eerste
veriiiepni'.r, lï-mievard ILiiissmann. Aten,'t was
laiii.c niet min. Eu een kneeht niet een witte
das he.dic.iide, als ik er at. Ik kleedde m>;
natuurlijk ook op mijn p atdibest, maar (lat
nam niet weg, (lat ik zeif vond dat ik bleef
wat ik was een arme drommel, moer niet.
En toc'i beiri'oetti'. l'asoal mij steeds met
deuzelfden haitelijken handdruk, ai- toen wij gelijken
waren eu lileef zijn v-oüwtje. altijd even vrien
delijk en ^'ul, terwijl de kini.leren mij tegemoet
stormden en nm do hals vielen, zoodra ze, inij
zagen. Xeen, je vindt er uiet, veel zooais zij,
onder de rijken.
//Aiies yin;; goed tot den winter van l^v|);
en ais ik bedacht dat Pascal tegenwoordig
ui'.iipage hield, kon ik niet i.air.tcitwiij mij zelf
te, zeugen, dat het een goede inval van hem
was geweest zijn ontslag te nemen. Maar deu
eersten Zondag in December merkte ik op dat
iiij afgetrokken en in zicluell' gekeerd was en
dat llij nu en dan op de punt van zijn iaiifen,
ros.sigcn knevel beet een gewoonte, waarliij
vroeger ook in verviel, als bij iets nad dat hun
hinderde.
//\Viit heeft hij toch r" dacht ik onder het
naar huis gaan. Zijn kinderen zien er uit- ais
wolken. En van ziju vrouw is hij nog even
doodeiijk als toen ze pas getrouwd waren...
Ais er maar niet iets hapert aan zijn zaken!...
Met dat weergasche geld ben je je leven nooit
zeker.
.,,Dien nacht sliep ik slecht... En den
gelieelen volgeuden daar was ik niet op mijn gemak
en had ik een gevoel alsof ons iets boven liet
hoofd hing.
Om tieu uur 's avonds stak ik mijn lantaarn
op om voordat ik naar bed ging, mijn
dagelijksche ronde over de werf te doen. Het was
vochtig, deinzig weer. Er was geen ster aan
den hemel, p eens werd er gebeld. Ik schrikte
er van. Wie kon er nog komen, op dat late
uur'r Ik ga open doen eu bij het flauwe
schijnsel van de lautaani lierken ik mijn luite
nant, gehuld in zijn zware, met bont gevoerde
peUjas. Ja, toen besreep ik wel dat het eeu
ir:i-.-:t^.; z.nk ifolJ. l lij was bleek en tm-eheii
zijn weukhrau«'eu /.a^' ik weer dien rimpe' in
den vorm van een V. dien ik er vroeger, in liet
heetst van liet geveeht, ook zoo dikwijls had
gezien.
vMassnn," zeidc hij op cejaa^den toon, ,/ik
| liei) ju noodig, in ij u waarde- . . kun je niet me.
| meegaan:'... Xu dadelijk'r" ...
»Zek'; r.. . ik kom ! zeide ik zonder mij
te bedenken."
i,7.-.y n L e ronduit, kunt ge de werf verla
ten en over twee uur w t o r terugkomen, zouder
door iemand gemist te worden, zonder dat
iemand er iets van merkt:''
«Xieis is gemakkelijker. Ik ben hier
's uaclith he.elemaal aileeii. . . Wie zou nier op
me letten;'... 't Is hier een stille buurt eu
als he.t eenmaal donker is ontmoet je geen
sterveling."
Xu, ga dan mee," hernam mijn luitenant
met een ImesciiR stem, die niets goeds voor
spelde. Doe de lantaarn uit, sluit de deur,
Mcek den sleutel bij je en ga dan mee."
//Ik deed natuurlijk zooals mij gezegd werd.
J k behoefde mij uiet, verder te Ideeden om uit
te gaan, want ik had mijn pet Op en mijn duf
fel aan... Wij gingen de straat op. llij liep
zoo hard dat ik moeite had hem bij te houden.
Wij volgden de kade tot aan de brug van
AusterliU. Er werd geen woord gesproken. Af eu
toe wierp ik ter sluiks een buk op hem.
Eu zijn gelaat dat haif in den bonten kraag
verscholen was, zag er zoo ontdaan, /.oo ver
ouderd uit, dat liet mij vrees aanjoeg. Telkens
stak liij met een zenuwachtige beweging de punt
van zijn knevel in den mond om er op te bijten.
Ik had lust de stilte te verbreken en iiem te
vragen waarheen we gingen en waarom Lij zoo'n
haast had; maar ik durfde niet.
,/1'oen we eindelijk de Wijnhallen voorbij
waren, vroeg hij met doffe stem :
//Ben je niet vermoeid ? . . . Kun je zoo
doorloopen tot aan de Esplanade des
Invalides r1.. . Dat is liet doel van mijn tocht."
Ik zal gaan, waarheen ge maar wilt,
luitenant." (Slot volyl.J