Historisch Archief 1877-1940
Nd. 1153
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
terdam, die aan het bestuur als antwoord,
op een verzoek om inlichtingen omtrent
de bij hem bestaande dienstregeling, het
volgend schrijven verzond,
«Gedurende de vele jaren, dat ik mijne
zaak drijf, heb ik de ondervinding opge
daan, dat, naarmate deaelvezich uitbreidde
en er dus meer van de winkeljuffrouwen
gevergd werd, hare gezondheid achteruit
ging. Menigmaal was meer dan de helft
o*der geneeskundige behandeling. Zeer
dikwijls kwam het voor, dat dejuffrouwen
welke nog niet in betrekking geweest waren,
flink en gezond haren nieuwen werkkring
aauvütpeB, zich na eenige maanden moe
en zwak voelden en de mij zoo bekende
vraag deden: »Mag ik morgen ochtend iets
later komen om naar den dokter te gaan ?"
Heeren medici zullen beter dan ik kunnen
verklaren, waaruit die ongunstige verande
ring voort kwam. Ik voor mezelve schrijf'die
hoofdzakelijk aan tweeërlei oorzaken toe:
1. aan de weinige gelegenheid tot zitten.
In eenigszins drukke zaken is dat niet te
verhelpen; meermalen animeer .ik de
juffroawen aelf er toe, doch die gelegenheden
zijn zóó kort, meestal slechts enkele minu
ten, dat dit niet in rekening gebracht mag
wenden; 2. aan de lange werktijden.
Dit laatste euvel te verhelpen was sinds
lang Bayn, streven. Vervroegde sluiting in
een ttaa al» deze en in eene zaak als de
miJBe waa niet wel mogelijk. Ik heb het
indertijd beproefd, doch zonder voldoend
resultaat. Enkele juffrouwen, wier gestel
het minste weerstandsvermogen bleek te
hebben, had ik reeds gedurende een paar
uui per dag vrij gegeven; doch hoewel dit
dan tijdel&k niet slecht werkte, was het
evenmin afdoende en strookte dit ook niet
met de zoo hoog noodige orde en regelmaat.
Ik heb nu sedert eenigen tijd den norma
len werkdag van 8 uur ingevoerd en ver
meen zoo de kwestie eenen goeden stap
nader ter oplossing gebracht te hebben."
Ter nadere toelichting van de wijze
waarop de heer Hartogs dezen 8 urendienst
llllllltlllllllllUllllHIIIJIIIlllmlIIIIIIIHUJIIMIIIIIlllllllMMHIII
geregeld heeft, mogen nog de volgende bij
zonderheden dienen, welke mij door ge
noemden heer in zijn hierboven bedoeld
schreven werden medegedeeld.
In de middaguren vereischt de zaak
van den heer Hartogs een groot aantal
meisjes; des morgens en des avonds, wan
neer het minder druk is, kan met minder
personeel worden volstaan. IQ verband
wet deze omstandigheid is het den heer
Hartogs gelukt eene arbeidsregeling te
vinden, waarbij zijne zaak niet lijdt en
de winkeljuffrouwen in hooge mate gebaat
zijn, terwijl de maatregel aldus xetr ge
ringe financieele offers eischt. Behalve
dat hij aan zijn personeel reeds sedert
geruimen tijd zitplaatsen heeft verschaft
waarvan het, zoo ver de dienst het toe
laat, gebruik kan maken, heeft hij zijne
helpsters namelijk in twee ploegen inge
deeld: de eene ploeg heeft vroegen dienst,
komt om. half negen bij het openen
van het magazijn en vertrekt om vijf uur;
de andere ploeg heeft laten dienst, komt
's middags om half twee en blijft totdat
het magazijn om tien uur 's avonds geslo
ten worden. Deze beide ploegen wisse
len elkaar af, zoodat de juffrouwen 14
dagen achtereenvolgens de morgenuren,
dan wper 14 dagen de avonduren vrij heb
ben. £n toch worden in weerwil daarvan
de koopers in de drukke middaguren be
diend door een volledig personeel, dat
bovendien niet oververmoeid doch nogfrisch,
veerkrachtig en opgewekt is voorwaar,
geen overbodige eigei> schappen bij de
hooge eisenen die vele koopers en voi ral
koopsters vaak aan het geduld der hen
bedienende helpsters stellen!
In het «seizoen" ondergaat deze dienst
regeling eene kleine wijziging, wyl anders
de drukke toeloop van klanten met te
beheerschen zou zijn: alsdan treedt namelijk
de ne helft van het personeel van den
heer Hartogs des moreens twee uur na de
opening der zaak in dienst, om tot het slui
tingsuur te blijven, terwijl de andere helft bij
de opening van den winkel aanwezig is
om twee uren vóór de sluiting weder te
vertrekken. Bovendien staat de heer Hartogs
aan zijn personeel twee vrije uren voor het
middagmaal en n half uur voor het
koifiedrinken toe, zoodat de dienst in den
drukken voorjaarstijd van Paschen tot
Pinksteren en in den niet minder drukken
najaarttijd van l November tot 6 De
cember slechts 9 a 9/4 uur bedraagt.
»0p deze laatste dienstregeling" schreef
de heer Hartogs, «wordt alleen gedurende
enkele dagen in het jaar speciaal 4 of
5 dagen vóór Pinksteren als wanneer
de drukte het grootst is, inbreuk gemaakt.
De juffrouwen nemen daarmede echter
gaarne genoegen, wetende, dat dit alleen
bij hooge noodzaak geschiedt."
Daar het mij voorkwam, dat het hierboven
omschreven, door den heer H. gestelde voor
beeld inderdaad zeer navolgingswaardig
mag worden genoemd, maakte ik gaarne |
van het door hem gegeven verlof' gebruik,
om het langs dezen weg in ruimeren kring
bekend te maken, te meer, daar de heer
H. aan het slot van zijn schrijven de vol
gende opmerking toevoegt: »de eerste der
beide dienstregelingen is slechts daar in te
voeren, waar de zaken eenigszins
prospereeren. De tweede echter (die voor den
drukken tijd) is, volgens mijne bescheiden
meening bijna overal in te voeren, indien
er slechts eenige goede wil bestaat".
Welnu, mogen de bovenstaande regelen
er toe bijdragen, dat ook andere winkeliers
al zij hun aantal ook gering besluiten
de proef te nemen met navolging van
des heeren Hartogs' lofwaardig voorbeeld,
en dat anderen, niet-winkeliers, zich er toe
geroepen voelen hunne verschillende leve
ranciers tot die navolging aan te sporen.
* *
4t
In het volgend artikel hoop ik een en
ander mede te deelen uit het mij dezer
dagen toegezonden, hoogst belangwekkende
«Verslag van het Woningonrlerzoek in de
gemeente Lsiden", door B. & W. dier ge
meente in het licht gegeven, welk verslag
dan tevens eene aanleiding kan z\jn ook
eenige grepen te doen uit de dissertatie
van dr. J. W. Jenny Weyermans, getiteld
«Woningtoezicht,"
Aan dat dan te houden woningenpraatje
moge echter heden nog voorafgaan het
volgende verzoek door mr. J. Kruseman
in no. 28 van het Sociaal Weekblad tot
allen, die het vervullen kunnen, gericht.
Mr. Kruseman verzoekt daar nl. in op
dracht der Centrale commissie van Advies
in zake het Won iiig vraagstuk ') »aan hen,
die omtrent stichting, beheer en kosten van
gemeenschappelijke waschhuizen bij ar
beiderswoningen gegevens omtrent
binnenof buitenland bezitten, of daarover
inlich
') Zooals in hetzelfde nummer van het
Soe. Wbl. door dezelfden schrijver werd mede
gedeeld, is de bovengenoemde commissie nog
niet in het openbaar opgetreden wijl hare op
richting met die van het Centraal Bureau van
Sociale adviezen toevallig samenvalt en het
haar ongewenscht toescheen naast en onaf
hankelijk van het Centraal Bureau hare werk
zaamheden aan te vangen door het vragen van
geldely'ken steun van belangstellenden, waar
door het Centraal Bureau met zooveel aandrang
financieele hulp werd gezocht, terwijl ook
een overeenkomst tot samenwerking tusschen
beide lichamen t-erst ernstig zou kunnen wor
den voorbereid, nadat het bestaan althans van
een van beide was verzekerd. Vandaar dat
besloten werd het Centraal Bureau den, weg
gphnel vry te laten tot aan het najaar van
1899. wanneer omtrent deze stichting een
besluit zal worden genomen zyn.
Inmiddels is bet totstandkomen van het
Centraal Bureau voor Sociale Adviezen inder
daad verzekerd, zoodat den Hen September a.g.
de eerste algemeene vergadering dezer
Tereeniging zal kunnen worden gehouden, ten
einde haar definitief te constitueeren, en een
definitief bestuur alsmede eenen directeur van
het Bureau te benoemen. Alsdan kom ik op
deze zaak nader terug.
tingen kunnen verstrekken, deze aan zgn
adres, Keizersgracht G43 te Amsterdam, te
doen toekomen."
Door dit verzoek hier mede te deelen.
kunnen de inlichtingen, welke den heer
Kruseman zullen worden toegezonden, al
licht meer in aantal worden.
Heidelberg, Dr. J. C. E.
UIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllimilllllllMIUIIIIIIIIItlllltUIIIIIIIIIIIII
NIEUWE UITGAVEN.
Van Dichters en Schrijvers. Studiën en
schetsen van Nederlandsche letterkunde, door
Dr. A. S. KOK. Ie en 2e stuk. Culemburg,
Blom & Olivierse.
Een mislukte Operatie, door FOKKO Bos.
No. 115 van «Warendorfs Novellen Bibliotheek1'.
Amsterdam, van Holkema & Warendorf.
Inhoud van Tijdschriften.
Tijdschrift voor Onderwiesen Opvoeding, He
jaargang SB afl.: J. H. Gunning Wen. (Jena),
De aanstaande wijzigingen in het leerplan en
het eind-examen der Gymnasia; H. Zandervan
(Warfum): Aaadrrjkskunde als vak van onder
wijs ; F. Weaseling (Amersfoort), Aansluiting
van lager en middelbaar onderwijs. Amster
dam, W. Versluys.
Eiqen Haard, No. 30: EHsabeth Blaeu, door
M. W. Maclaine Pont, XIV ; Scneveningen,
door G. Hoog, met afbeeldingen. (Slot);
Varnde Liote. (Slot) ; Ds Visehwedsirüd te
Wilnis. Indrukken van een jong Prysvisscher,
met afbeeldingen naar teekeningen van den
heer Jan Feith en photn's van den heer A.
Greiner; Van een »Hy" en een »Zij", door
S. C. (Slet); Het nieuwe Museum ^Flehité"
te Amersfoort, door W. O'. J. N.,
metafbeelbingen naar teekeningen van den schry'ver;
Feuilleton.
VOO B DAMES.
Wien, 28 Juni 1809.
134 Landstrasze. Hauptstrasze.
Line BeriAa.'
Jij verstaat de kucst, je vriendinnen in een
moeilijk parket te brengen! i
,Zie-je, ik hecht zoo enorm aan je oordeel.
*Ik weet, dat je h«t zoo goed met mij meent.
Wat moet ik doen? wat zou-jij me raden!"'
Ja wel! zoo staat het er woordelijk. Je
brief ligt voor me, en hoewel ik je epistel
bijna ven buiten ken, zoo dikwijls heb ik het
herlezen, tocb heb ik de aangebaaJde volzinnen,
als een schoolkind met het wijsvinger! j e
gevolgd en overgeschreven:
Daar zit ik nu! in groote aarzelingen gansch
zeer!....
Transigeeren met mijn beginselen?
Om de kwestie heendraaien ?
Evenveel vóór als tegen de zaak aanvoeren?
Ben-je daardoor een streep gevorderd ?
La je om-raad-vrageu niet eeu van die dood
gewone komedie-vertooninkjes, zoo als wij ze
talloos veel malen gratis voor elkander opvoeren ?
Je bent vast besloten, tójh je eigen zin te
volgen. Natuurlijk. Dat doet iedereen. Waarom
vragen de menscjen. elkaar om raad? Ten
einde de raadgeving niet op te volgen en hem
of haar die ons te goeder trouw ontraden een
dwaasheid te doen, te b oude t ren! Dit is mijn
muurvaste helaa*! geeu fonkelnieuwe
overtuiging, aangaande beminuelijkheden als:
ffik kom het allereerst bij jou om raad; ik heclit
zoo bizonder aan jou oordeel," enz enz.
Ik hoop dan ook, dat jij de laatste zult zijn,
die de welwillendheid zoo ver zal drijven, eenige
waarde toe te kennen aan mijn oordeel.
Menschen die ons onverscuillig zijn, stuurt
men makkelijk gmoeg met een kluitje m 't riet,
overtuigd dat hun vragen geen andere bedoeling
heeft, dan onze ijdelheid zoo en passant te
streelen, zoo als men den kop van het
onbe?vallig puckhondje aait, speculferend op eeu
vriendelijk knikje van zijn meesteres, voi:a tout.
Maar, ik wil jou, eea mijner schaarsche vrien
dinnen ik bewonder altijd die vrouwen, die
er zulke bosjes vriendinnen op nahouden!
niet misleiden. Je behoeft mij niet rag-üjn
uiteen te zetten, waarom je besloten bent, dien
ommekeer in je leven te brengen. Ik zal dood
leuk met de overige galerie voor het feit ge
steld worden. Waarom ook niet? Je hebt hst
recht te doen en. te laten wat, je zelf verkiest,
maar, lieve, doe het stillekes voor je heen
zonder trom geroffel. Schrik je vrienden niet
op door den alarmeerenden kreet: /-Opgelet!
ik ga een dwaasheid doen"!
Zou-jij nu waarlijk de eerste vrouw zijn, die
in hart-zaken zich wilde richten naar het kompas
van een vriendin ? ? ! Bestuur je eigen bark.
Zeil behendig om de klippen heen en wuif
je angstvallige vrienden geruststellend toe ....
óf lijd schipbreuk indien je gesternte geen onheil
vermag te keeren, en sta je vrienden toe, mee
warig hun hoofden te schudden over je droevig
lot
Je bent vier-en-dertig jaar; een mooie vrouw
dat weet je zelf beter, dan iemand anders
gedoubleerd door eeu onverbeterlijke idealiste dit
?weet je waarschijnlijk zelf niet, want een menseh
.heeft beter kijk op zijn uiterlijk dan innerlijk en
in 't bezit vau een met te versmaden fortuin. Voor
mij en duizend anderen, die volgens Schopïnhauer
toch niet iu jou vel kunnen kruipen, kennelijk
de eeuige, maar niet tebereiken positie om je
medeniensch te begrijpen een bevoo-recht wezen.
Mr. Gerard van Beckum, Referendaris ;uu
Koloniën, weduwnaar met vier kinderen, niet
onbemiddeld, vraagt of je wil worden zijn vrouw
en de moeder zijner kinderen.... aai!! dat
laatste! daar zit 't hem. De kinderen. Je
\vordt dus stief-moeder. Schrik niet.
Zoo zullen de kinderen van Referendaris van
Beckum je niet noemen. Wel neon! die zeggen
//Mama" óf zoo als ik hoop Moeder"
want dat klinkt beter, voller, plechtiger. Ware
Gerard vau Becloim weduwnaar, zonder kinderen
en hield je van den man, dan zou ik geen
oogenblik aarzelen en mij beslist houden, aan
de woorden der Pranschen, die als een oolijke
toelichting op de wijsheid van den apostel
Paulus kunnen worden aangemerkt Ie niieux.
est l'eunemi du bien". Ik zou je raden, het
betere te laten glippen en het goede te omhelzen,
In de kinder-kwestie ligt hier het zwaarte
punt.
?SYi'e/"-moeder ; «//«/-moederlijk. De kille
beteekenis dier woorden, behoort zelfs ia onzen
archi modernen tijd nog niet tot het gebied
van sprookje of legende. Da antipathie voor
de tweede moeder, uit zich naar gelang der
meerdere of miudere beschaving op fijner of
grover wijze.
Aan het mooie Bezuideu'iout, in den. Haag,
gaat het anders toe, dan iu de armzalige achter
buurten van Amsterdam. Du1; spreekt van zelf.
Carmen Sylva's uitspraak Ou ne devieut pas
mère on l'tst" vindt weinig instemming ?
een paradoxe waarover msn even glimlacht.
Overwin jij eens het kleinste, het meest insipide
vooroordeel, meld me je overwinning en ik buig
voor je in 't stof. Maar wil je den strijd
aanbinden tegen een machtig, eeuwer-3ud ver
oordeel, ach! mijn lief schepseltje, je zult tegen
dien hardsteenen muur je teere schouders te
pletter loopeii. Een cordon vijandelijke machten
is steeds oader de wapens ea keurt je handel
en wandel tegenover je '«fe/-kinderen af. Je
goede bedoelingen worJen miskend of verkeerd
uitgelegd, wat vrijwel op 't zelfde neerkomt.
Ben je streng, dan suist het langs de geheele
linie: Nu je kan wel zien, dat zij geen eigen
moeder is!" Sterk afkeurend gemompel. Die
zelfde strengheid toegepast op je eigen kinderen,
zou je den bijval der verstandige toeschouwers
verzekeren. Geef je veel toe, ben je soms zwak
en weifelend in je optreden, dan uieesmuilt bet
cordon : Wat kan het haar ook schelen, wat
van die kinderea terecht komt ?"
Dezelfde ee it-vrouwelijke schroomvalligheid
tegenover js eigen kinderen, doet, de toeschouwers
met wet-ke intonatie vau stem getuigen : Ach!
zij is zoo'u Hef, zacht moedertje!"
Ik begrijp wel, Bsrtha-lief, waarom je juist
mij zoo in den knel zet, over je aanvaarden
der moederlijke plichten, tegenover het moede
loos viertal, waarvan de oudste zeventien en
de jongste negen jaar is. Toevallig reikten
twee vriendinnen mijmer vroegste jeugd, hart en
hand aan weduwnaars met, kinderen. Dikwijls
had ik bij dh twee een kijkje achter de schermen;
bij haar was ik getuige vau veel leed, zag ik
veel tranen vloeien. Als gevolg van huiselijke
scènes ? Van onhandelbaaraeid der stief kinderen ?
Van onbuigzaamheid der «//«/-moeder ? Neen!
positief niet \ Alles gaat in der minne; in huis
heerscbt een opgewekte to»n, er glanst een licht
vau vriendelijke verdraagzaamheid. Ea waarom
of die stief-moeders dan soms zoo bedroefd
waren? Omdat het kwaadaardig men" zich
altijd uesteH ia onze intiemste zakea.
Het gebeurde soms, dat de kinderen gelogeerd
hadden bij familie of vrienden. Bij de
gastvrouwen vooral, was dan de nieuwsgierigheid
strak trespannen. ])ie moesten er din toch eens
het hare vau tiebben en met vrouwelijke
geslepenheid zouden zij er wel achter komen, /ij
wilden dau toch wel eeus weten of die vrien
delijke toon der tweede moeder, echt gemeend
was; of de hartelijke omgang tusschen de tweede
moeder en de kinderen niet enkel eeu vorm
was, aangenomen pour Ie hesoiu de la cauae.
En weet je Bertha, wat die hoog-geprezen ri/jen
moeders dan deden ? Zij xcluiafilen de langen
der kinderen, zooals mijn grootmoeder dat
noemde. Eu hoe gladder zij de tongen schaafden,
des ts scherper werden de uitlatingen, ries te
verachtelijker werden de coull lenties over de
tweede moeder. Natuurlijk werd alles meege
deeld onder het zegel der strengste geheim
houding, maar lieve deugd ! wat heb-ja nu aan
eeu couliieutie als je er den betrokken persoon
niet eens mee kunt martelen ? !
Ik mag het je niet ontveinzen Bertha, dat
die tranen en die klachten der tweede-moeders,
die met de argeloosheid van eiyea moeders haar
kinderen hadden veroorloofd uit logeeren te gaan,
mij dikwijls in de ziel hebben gegrepen.
Men" duldt niet, dat kindereu een tweede
moeder aanhangen, liefhebben en vereeren.
Vooral moedsrs die vau eigen kroost weinig
liefs ondervinden, gaan met blakeuden ijver aan
het, tong-schaven".
Die uitgelokte, afgeperste uitlatingen worden
der weerlooze tweede moeder onbarmhartig voor
de voeten geslingerd. Van zulke lieftallighedeu
ben ik getuide geweest!
Mocht ik je dit verbergen ?
Vraag mij Lever niet, hoe ik denk, over het
aanvaarden van het koude" moederschap, zoo
als het volk het noemt.
DO ongeloofeiijkste, de ougerijmiste dingen
heb )en mijn vriendinnen mij over die positie
meegedeeld.
//Hoe gaat 't met je stief kin leren? vroeg
een door-en-door beschaafde vrouw, z<Y/'moeder,
aan A ia Rendonck.
Mijn kinderen makeu liet bes"; !" antwoordde
zij zacht, met ernstig-lieve oogen de belang
stellende vraagster aankijkend : ik beschouw
ze niet a's mijn ,«//«/'kinderen en gebruik daarom
nooit dat woord."
Een moeder vau wie twee zoons mislukten,
zei met het onschuldigste gezicht der wereld,
tegen Mary Hoving, die zich zoo dapper
weert iu 't belang vau haar «//«/-kinderen : Ach
Mary, als die kinderen mislukken, behoef./'// je
't met aan te trekken; 't zijn toch niet je eigen
kinderen !"
Nó< een subliem trekje, dat mij te binnen
schiet.
Karel Reodonck, te Delft studeerend, kreeg
een oorziekte die zich ?ér ernstig deed aan
zien. Karel was in huis hij een familie vau
streng-christelijke beginselen; die drong bijden
medicus aan, mevrouw Rmdouck te laten over
komen.
«Waarom niet liever den heer Jfondo'.ck?"
vroea; de dokter.
Nfen, het ia vél beter, dat mevrouw komt;
haar kunt u gerust alles zeggen, zij is zijn
tweede moeder."
De medicus openbaart, kilwetenschappelijk aan
A'ia zija diagnose, verbergt haar niets aaugaaaue
het, wa ihopei:dt! van den toestand.
Strakke verbazing van den man der
wetanschap, toen Ada in traneu uitbarst en door
het beven vau haar stem niet kon spreken.
Tableau !
Zie-je, B'rtlm. een en ander heeft indruk
op mij cem-dakt; het heeft mij overtuigd, dat,
men" niets onbeproefd laat, de kinderen wan
trouwend en de tweede moeder onverschillig te
maken. Eu da i .... jij! met je jn-gevoeligheid !
A'oVje jezelf vervormen, ja, dan misschien! ....
Ik acht het mijn plic it iemand, die zulk een
kiesche, vél-eischende, ondankbare taak op zich
gaat nemen te herinneren, dat er voetangels
en klemmen liggen op het terrein der tweede
moeder.
Er zijn gunstige uitzonderingen. Dat weet
ik ; maar die zeldzame uitzonderingen bevestigen
voor mij de kracht vau den algemeeneu,
naargeestigen re»el.
Doe wat je niet laU'n kunt en geloof
steeds aau de hartelijke vriendschap van je
A. S.-K.
Hel opïoefliapuit)! fler vronw.
Open JSricf uan Moeders en aan allen,
die in kinderen belang stellen, door
M E. H. S.vxi)j!Eit<; geb. GEISWKIT VAN
]IHH NKTTEN. Amersfoort, J. J. Berends
IS!)!). 114 blz. Prijs ? 1.
Deze brochure, met haar goede en nuttige
wenken over opvoeling wyst op de groote
beteekenis der voorbereiding voor het opvoe
dingswerk. De schrijfster heeft haar werk
met vele aanhalingen van nieuwere en oudere
auteurs doorweven en geeft aan het slot eenige
inlichtingen over de bekende ergelsche J'arents
National Ediicationril Union en over dergelijke
instellingen ook in andere landen.
Een paar aanhalingen mogen hier volgen
ter verduidelijking van den geest, waarin de
brochure is geschreven.
»Van Maria, de moeder van Jezus, staat
geschreven: «Maria bewaarde deze woorden
alle te zamen, overleggende die in haar harte."
Zoo dosn wij ook, al is het in andere betee
kenis, als wij iets hooren, dat direct of indirect
ons kind betreft. Waarom zouden wij nu niet l
willens en wetens dien schat vermeerderen '
door te luisteren naar hen, die meer weten
en dieper hebben nagedacht dan v/ij ? Waarom
zyn zielkunde en paedagogie noodig voor
onderwijzers en niet voor ouders V...
»Het is ook niet genoeg, dat enkele moeders
zich voorbereiden; langzamerhand moeten allen
het doen; eerst de rijke, die tijd heeft, de
beschaafde, die naar meerdere kennis zoekt,
de werkende, die nadenkt, en dan, doordrin
gende alle lagen der maatschappij, moet ook
allengs de arme, zwoegende, tobbende huis
vrouw er toe opgewekt worden, zich voor te
bereiden voor een geestelijk, zoowel als een
lichamelijk moederschap, en het is de taak
der eersten om hot voor de laatsten gemak
kelijk te maken" . . .
sWie zal de hoogte en breedte en diepte
van de macht van het ouderschap bepalen ?
Zij alleen kan ons de zorgende liefde van
God doen begrypen, zij kan een gansch
menschealeven doordringen met zegening of
vervloeking."
F.
IIHUIIInlIlllllltlllllllllllllllllltlllHllll
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiititiiinu
l'jgn martelaarschap. Kin
provisiekamer. A'Ks'.itst'/ie meisjes. liecepten.
Onmiddellijk na den dood van de keizerin
van Oostenrijk zijn tal van bijzonderheden,
biographieën enz. verschenen, waarvan wij
ook het een en ander hebben overgenomen.
liet voornaamste daarvan is nu als boekwerk
bij Harper and Sons te Londen uitgegeven,
onder den titel »IIet martelaarschap eener
keizerin" en is het sensatiewerk der laatste
maand. De keizer komt er in deze bewerking
heel slecht af; nadat hij het zestienjarige
meisje uit liefde getrouwd had, liet hij het
bij eene platonische vereering, maakte haar
noch van zijn plannen, noch van zyn leven
deelgenoote en verkoos reeds een jaar later
allerlei voorbijgaande liefdesavonturen boven
de trouw aan zijne vrouw. Tot eene eigenlijke
breuk kwam het eerst vele jaren later, en de
beleedigde vorstin begon de reeks van zwerf
tochten en reizen, die de rest van haar leven
vulde. Nu en dan kwam zij, door het gevoel
van haar plicht en haar positie overweldigd,
terug, bij voorbeeld bij de kroning te
Budapest, bij den dood van den kroonprins Rudolf,
maar weldra hervatte zij weer haar dwaaltochten.
Toen zj tijdens een van haar korte ver
blijven in Hongarije te Budapest vertoefde,
overkwam haar het volgende. Zij reed met
eene dame (de schrijfster van het boek) door
een der voorsteden, toen de twee vrouwen
een luid gegil hoorden. Het kwam uit een
huis; de twee dames stegen af, stieten de deur
open en vonden in een onbeschrijfelijk vuile
kamer een reusachtigen kerel, die eene vrouw
bij haar prachtige haren over den grond sleepte
en haar schopte en sloeg. Aan de opwelling
van het oogenblik toegevend gaf de keizerin
den kerel met haar karwats een slag in het
gezicht en hij was zoo verbaasd en verbluft,
dat hy ophield, de vrouw los liet en de dames
aanstaarde. Maar nog meer verbluft waren
deze, toen ook de vrouw van den grond
opTesselschade.
De Algemeene Nederlandsche
VrouwenVereeniging »Tesselschade" deed haar 27ste
jaarverslag verschijnen. De richting waarin
de vereeniging zich vooral beweegt, is naar
uit dit verslag blijkt, steeds meer die van
opleiding en het vinden van nieuwe wegen;
de andere helft der oorspronkelijke taak, het
steunen van onvermogende beschaafde vrouwen,
ofschoon steeds nog noodig, vindt minder sym
pathie. Eenigzins is daaraan ook schuld de
onbekwaamheid en soms de geringe ijver der
beschaafde steun zoekenden zei ve; een troost is
het, dat, naar wij hopen, langzameruand het
geslacht uitsterft van degenen die meenen
recht op hulp te hebben omdat zij zoogenaamd
«dames" zijn, nooit iets uitgevoerd hebben en
niets kennen of kunnen.
Het ledental der Vereeniging, het aantal
corresponderitschappen en afdeelingen, nam
toe; aan opleiding werd besteed 4074 gulden
(waarmee 57 personen geheel of gedeeltelyk
voortgpholpen werden), aan giften en pensioe
nen 050 gulden, aan werkloonen 1900o, aan
salaris, woning, vuur en licht van dep
thoudsters 3800 De bemiddelingsbureaux plaat
sten 2!)3 candidaten; de bureaux van voorlich
ting gaven onverpoosd raad omtrent de meest
uiteenloopende werkkringen, vertaalwerk, admi
nistratief werk, examens, stenographie, tuin
bouw, agenturen, levensverzekering, boekhou
ding, type-writing, verpleging, opleiding voor
coupeuse, voor binderin, voor directrice van
allerlei inlichtingen. (Voor stenographie,
typewriting, handelscorrespondentie is meer vraag
dan aanbod). Vooral eenige afdeelingen, Am
sterdam, Apeldoorn, Arnhem, Delft, den Haag,
Eem- en Gooiland, Groningen, Leeuwarden,
Maastricht, Zalt-Bommel en Zutphen hadden
een gelukkig jaar. Toch vindt men in het
verslag van een der Idoeiendste afdeelingen,
Amsterdam, weer dezelfde klacht: »aanpakken
en de handen uit de mouw steken schijnt onder
de gegoede burger-families, wier dochters niette
min voor zich zelven moeten zorgen, nog steeds
in discrediet te staan." De jonge dames willen
allen geplaatst worden »voor gezelschap", maar
bedanken voor het verrichten van eenige huis
houdelijke werkzaamheden. In deze beschou
wing verandering t« brengen is zeker ook een
deel der taak van Tesselschade, en het is zeer
goed gezien dat deze klacht telkens ronduit
wordt uitgesproken.
sprong, de armen in de zijde zette, en met
de schelste stem en in het heftigst Hongaarsch
vroeg wat de indringsters met haar man ta
maken hadden. De keizerin, plotseling ge
troffen door het komische van het geval,
barstte in lachen uit, nam uit haar taseh een
paar goudstukken, en gaf ze den man, zeggend:
»sla haar, mijn vriend, sla haar zooveel als
zy noodig heeft. Zij verdient het om haar
trouw aan u."
Het drama van Maierling waarvan de
schryfster al de schuld geeft aan dn
kroonprinseg Stephanie, het paleis op Corfu, de
verschillende zwerftochten en de verschillende
ongelukken worden verhaald en telkens wordt
nadruk gelegd op »het martelaarschap." Een
verslaggever merkt op, dat het eigenlijke
martelaarschap niet vermeld wordt: de erfelyke
krankzinnigheid der Wittelsbachs, die oorzaak
was dat deze vorstin, evenals koning Lodewyk
van Beieren, haar leven in een droom door
bracht, ofschoon talentvol, begaafd, goedhartig,
intelligent, evenals deze van het vervullen
harer naastbijliggende plichten terugschrikte.
***
De best voorziene provisiekamer heeft noch
een schatry ke bankiersvrouw,noch een koningin;
maar de hofmeester van een groite oceaanboot.
Wat een schip als b.v. de lïttlgiria mee
neemt, is reusachtig; van den inhoud van zulk
een gevaarte vormen manschap en passagiers
maar een miniem gedeelte. Per uur worden
meer dan 10,000 kilogram steenkolen verbruikt,
maar ook dit buiten berekening gelaten is de
lading verbruiksvooraad enorm. Bij volbezette
kajuiten rekent men op:
15000 pond versch vleesch. 3000 pond ge
vogelte, '2000 pond visch, 2000 pond zuurkool,
6000 pond erwten en boonen, 11000 pond
boter, 3000 pond groenten, vleesch en vruch
ten in blikje» of ingemaakt, 3000 suiker.
4000 zout, 2000 koffie, 7000 ruw ijs 15000
stuks eieren, 10,000 baringen, 30.000 pond
scheepsbeschuit en 27000 meel.
Hierbij komt het zoogenaamde reservefonds
van 20000 pond, voor het geval dat de rei»
langer duurt, of men tegenvallers of averg
heeft; ook bevat iedere reddingsboot een
kleinen voorraad proviand. Dan is er 8000
liter bier, 25000 rl^aschen wijn, GOO fldsch
champagne en 3000 flssch mineraalwater.
Voor de eerste klasse worden, gelijk men
weet, aan de keuken hooge eischen gesteld,
omdat menschen die niets te doen hebben,
heel diffieile worden en daarenboven het eten
van een zelfden kok zeer goed moet zijn, zal
het niet vervelen. Da bakkers moeten 2000
stuks daags leveren, de eonfi-*eurs massa's ge
bak, en voor de eerste kajuiten alleeniederen
dag 18 bombes glacéss en 18 taarten. Maar
behalve deze luxe-gasten zijn ook de
tusschendekspassagiers en de equipages te spijzigen,
en hieraan wordt steeds meer zorg besteel.
Van puddings en compotes krijgen kinderen
de heele portie: zieken en zwakken krijgen
aparte kostjes.
* *
*
De opvoeding van de Russische meisjes van
burger familie is in vele opzichten anders dan
in het overig Europa. Het familieleven is er
intiemer en vrijer dan in andere landen ; de
meisjes zijn gewoonlijk op haar zestiende jaar
algemeen ontwikkeld en zeer bedreven in de
conversatie ; het is waar dat ze dan ook weinig
illusies of naieveteit over hebben. Tot het
huwelijk worden ze onder vrij strenge surveil
lance gehouden, misschien maakt deze dwang
dat zij zeer geneigd zy'n tot wegloopen en het
zoeken van romantische avonturen. Het komt
veel voor, dat de meisjes, om aan dezen dwang
te ontsnappen, iemand overhalen om voor den
vorm met haar te trouwen, zonder dat dit
partijen verder tot iets verbindt. Da meisjes
spreken zeer goed vreemde talen, hebben veel
gelezen, zijn practisch, huishoudelijk en
zelfverloochenend, maar zonder gevoel voor humor.
Op haar bleek gelaat ligt meer melancholie
dan in haar eenvoudig hart; zij zijn dol op
dansen, uitgaan en schaatsenrijden; cigarette.i
rooken doen de meisjes niet veel, de vrouwen
des te meer.
* *
*
Z-ilm, saua msse. Bij' zalm, in court-bouillon
gekookt (met peterselie er in), geeft men een
zeer gekruide blanke saus, waar men wat
cayenne en mosterd door geroerd heeft.
E?e.