Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR N E D E R L A N D.
1156
blikken niet uitsluitend op de «belangen
dea boekhandels" te richten, doch voor haar
ditmaal, ook buiten het gebied van dien
handel te verdeelen en in 't bijzonder te
richten op de belangen der
boekhandelsbedienden.
Het was fle heer J. A. Fortuyn, de be
kende amsterdamsche sociaal-democraat,
tevens boekbandelaar, die deze gelegen
heid, zoo vele vakgenooten vereenigd te
zien, aangreep, om ook hun sociaal geweten
eens wakker te schudden door in het reg
lement der vereenigïng een nieuw artikel
in te voegen, dat aldus zou luiden:
»De leden verbinden zich hunnebedienden
in lot ndienst 's avonds na G uur geen arbeid
meer te doen verrichten, 7uet uitzondering
van de tijdvakken tusschen 15 Augustus en
15 September en tusschen 15 November en 15
Januari, .als wanneer de werktijd te 8 uur
des avonds eindigt.
Overeenkomsten, in strijd hiermede aan
gegaan, zijn van rechtswege nietig."_
Dat de heer Fortuyn niet te optimistisch
dacht o>ver de aanneming van zijn voorstel
blijkt .wel daaruit, dat bjj voor het geval
yan verwerping een tweede had voorbereid,
dat aldus geiedigeerd was:
»Het bestuur wordt opgedragen een com
missie te benoemen, dia in overlee1 en met
medewerking van den Bond van
Boekver'koopersbedienden.een onderzoek rnsteltnaar
de loonen en den arbeidstijd van de bedien
den in den boekhandel in Nederland,-deze
commissie -brengt voor de volgende
algemeene vergadering schriftelijk verslag uit,
dat ter kennis der leden wordt gebracht;
de kosten worden door de vereeniging ge
dragen."
En de heer Fortuyn had blijkbaar goed
gezien. Door verschillende sprekers, waar
onder de voorzitter, bestreden, als zjjnde de
:BluitmgPuren- kwestie van te sterk
plaatselijken aard en niet voor algemeene op
lossing vatbaar, werd het eerste voorstel met
68 tegen 18 stemmen verworpen, niettegen
staande door den heer Robbers nog was
voorgesteld het sluitingsuur instedevanop
6, op 8 uur te bepalen, met welk amendement
de heer Fortuyn zich vereenigd had. Dat
eae verwerping voor den voorsteller
echter geen onverwachtte teleurstelling
was, werd door dezen ter vergadering nog
eens uitdrukkelijk geconstateerd, toen hij
zeide, «zich volstrekt geen illusies te
hebben gemaakt, dat zijn voorstel zou
worden aangenomen". Doch ook roet het
tweede voorstel was hij niet gelukkiger.
Waarschijnlijk wijl de vergadering de
door den heer Boele van Hensbroek uit
gesproken meen in g deelde »dat het verza
melen van feiten meer op den weg ligt
van de bedienden, en dat deze het dus zelf
maar moeten doen", werd ook dat tweede
voorstel-Fortu\jn verworpen.
Hiermede was het sociale program_ van
deze vergadering echter nog niet ten einde.
Onder de ingekomen voorstellen ter behan
deling behoorde er ook een van het bestuur,
hetwelk bedoelde »het voornemen van den
Bond van Nederlandsche
Boekverkoopersbedieuden tot oprichting van een
peneioenfonds zedelijk en financieel te steunen.
Machtiging werd gevraagd om bij het tot
stand komen van het fonds :
lo. het salaris van den administrateur
onder nadere voorwaarden door de vereeni
ging te doen bekostigen;
2o. zoodra het aantal verzekerden tot een
honderdtal gestegen is, een som van f 1000
ineens als bijdrage der vereeniging in het
fonds te storten".
Ook dit voorstel werd evenwel door
verschillende leden krachtig bestreden.
De heer de Jager o. a. achtte het «voor
barig!" De heer Fortuijn daarentegen
stelde zich natuurlijk ervoor in de bres
o. a. met het wel aan eenigen twijfel
onderhevige argument, dat eene krachtige
organisatie der bedienden in het belang
der patroons is en dat deze organisatie
door een f on.ds kan worden verstrekt.
iiiiiiiiiwiiiiiiHitiliiiiiiiiiiiiniiiui
MMunnMiimttiittiifMiHiiiiiiiiiiiiiiitiiiniiiiiiiiiiiuiniiiiiiiiiliililuuiin
De millioenen van Lord Venetia.
DOOK
MAARTEN MAARTEN S.
Hij was een groot bankier, maar ook een
groote schurk.
Tot zijn verontschuldiging diene, dat 't een
erfelijke eigenschap was. Zijn grootvader had
die buitengewone bekwaamheid aan den dag
gelegd van anderen op groote schaal hun geld
te ontstelen, die de wereld somtijds met een
adellijk kroontje beloont.
De wereld dan, zag hem aan met een goed
keurenden blik, hem en zijn heele familie, die
even rijk of rijker was dan hij, en die het geld
op even nuttipe wijze gebruikte, voor verzame
lingen van curio-iteiten, of om ieder mogelijk
denkbaren vorm van kostbaar vermaak te onder
steunen, of om aan de armen te geven.
.Iedereen hield van hem, en hij hield van
alles en iedereen. Hij was een Engelsch edel
man zooals zijn Tader voor hem geweest was,
en diens neen. Hij had zijn opvoeding ge
noten te Eton. Hij bad overal rondgereisd, en
alles gezien, wat de moeite waard was gezien,
en alles geleerd, wat, de moeite waard was ge
leerd te worden. Hij had de mooiste verza
meling wapenrustingen en oude waaiers in 't
heele land, en hij had de beste keukenmeid, en
hij zou de be*te serres gehad hebben, als zijn
broeder er nog niet betere had. Hij was zeer
gelukkig en genoot van zijn leven bij was
even veertig en ^ijn gezondheid liet niets te
wenschen over. 's Ochtends zat hij op zijn
kantoor en verdiende geld zonder er eenige
moeite voor te doen erfelijk; de avonden
bracht hij door in gezelschap en hij onthaalde
prinsen, pairs, priesters, schilders, dichters^ alsof
't niets was'.
Hij had een allerliefste vrouw getrouwd, zijn
nichtje. Hij aanbad haar. Meer dan eens, als
hij haar aanzag, zooals ze daar zat aan het
hoofd van zijn tafel met de wereldberoemde
diamanten van zijne moeder aan, hadden zijne
zachte blauwe oogen zich met tranen gevuld.
Zoo zat hij haar ook nu weer aan te zien, op
dezen bitter kouden Decemberavond, dien zij
met hun beiden alleen een ongewoon ver
schijnsel doorbrachten in 't boudoir van 't
prachtige huis in Berkeley Square. Zij waren
ia Londen gekomen voor de opening van een
op groote schaal ingericht tehuis voor verarmde
Doch te vergeefs ook dit
bestuursvoorstel onderging hetzelfde lot als de beide
hierboven genoemde: het werd verworpen
of eigeniyk, men besloot »de besli-siug nog
een jaar uit te stellen, hetgeen vrijwel het
zelfde zeggen wil".
Alvorens echter op deze wijze aan boven
staand drietal voorstellen het doodvonnis
was voltrokken, had nog een ander in dezen
kring buitengewoon drbat plaats gehad,
ditmaal niet op zuiver sociaal, doch op
politiek gebied. Bij de beraadslaging over
de handelingen >van het bestuur kwam de
heer Fortuyn op tegen de deelneming van
de vereeniging aan een huldeblijk ter
gelegenheid van de troonsbestijging der
Koningin. Het bestuur had daarmede naar
zijn oordeel, het zuiyercommercieele stand
punt, dat de vereenising behoort in te nemen,
verlaten. De heer Fortuyn betwistte aller
eerst, dat de troonsbestijging een gewichtige
gebeurtenis was, gelijk zij in het verslag
er vereeniging werd genoemd. Uit een han
delsoogpunt achtte hij het van veel meer
belang, als er een nieuw ministerie optreedt,
een feit waarvan de vereenigins nochtans
nimmer officieel notitie nam. De
interpellant keurde daarom de deelneming aan het
huldeblijk af.
Zonder het vraagstuk van het nut van
het koningschap te willen aanraken, dat
m. i. met het feit in kwestie ook weinig
of niets te maken heeft, wil het mij voor
komen, dat des heeren Fortuyns standpunt
volkomen juist was en het antwoord van
den voorzitter »dat de heer Fortuyn toch
zeker de politieke meening van de meer
derheid van het bestuur zou willen eer
biedigen" volstrekt misplaatst.
De heer F. toch gat met zijne af keuring
hoegenaamd gi en bewijs van
niet-eerbiediging van de politieke nifening zijner mede
leden: immers heeft hij hun nitt verweten
persoonlijk te hebben deelgenomen aan de
kroningsfeesten en vf el minder nog te heb
ben bevorderd de vtrkiezing van kandidaten
voor Gemeenteraad of Tweede Karoer, die
niet zijne sociaal-democratische beginselen
deelden, doch hij verweet het bestuur uitslui
tend en mijns inziens volkomen terecht
de Vereeniging, die toch niets anders beoogt
dan de «bevordering van de belangen des
boekhandels", zooals haar naam ondubbel
zinnig aanduidt, op politiek terrein te heb
ben gesleept, terwijl zij zich ten opzichte
daarvan absoluut onzijdig behoorde te hou
den. Indien er al sprake mocht zijn van
?eerbiediging der politieke overtuiging" van
een deel der leden, zoo was het zeker niet
aan de minderheid tegenover de meerder
heid, doch veeleer aan het meerendeel der
leden tegenover de minsten in aantal onder
hen, dien eerbied te betoonen. In eene ver
eeniging »ter bevordering der belangen des
boekhandels" heeft echter het eene lid als lid,
nimmer te vragen naar de politieke over
tuiging van het andere, d. w. z. vraagstuk
ken van politieken aard, welke ook,
behooren streng uit den boezem der ver
eeniging te worden geweerd. Het bestuur
beging derhalve wel degelijk een fout,
door de vereeniging officieel te doen deel
nemen aan een huldeblijk aan de Koningin ;
het bestuur heeft daarmede de politieke
overtuiging van den hter Forttüjn en mis
schien ook wel van andere leden gekwetst,
eene behandeling waarvoor de leden met
recht eischen kunnen, gevrijwaard te blijven.
Waar zou het heen, indien de minder
heid der leden van eene vereeniging, welke
ook, steeds moesten buigen voor de over
tuiging van de meerderheid ten opzichte
van een of ander vraagstuk ? Of deze over
tuiging eene politieke is of niet, doet niets
ter zake. Indien de stelling van den voor
zitter der »V. t. B. v. d. B. d. B.", in zijn
antwoord aan den heer Fortuyn juist ware,
zoo zoude deze zich even zeer moeten buigen
voor de overtuiging der meerderheid, indien
deze tot geheelonthouding, tot vegetarisme
of tot het gebruik van margarine instede
van natuurboter beeloot, als in het
onderiiiitiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniHimuii
vrouwen uit den dfftigen stand, en Lady
Venetia was een der voornaamste patronessen.
En zoo zaten zij dan nu alleen, in 't rijke
boudoir, waarvan het geringste bibelot een som
vertegenwoordigde, die een der verarmde
vrouwen" in staat, kon stellen, een geheel jaar
ruim te leven. Hij zag haar aan en dacht bij
zichzelven, dat, hoewel zij nu reeds vier jaar
getrouwd waren, zij nog even mooi was en hij
nog evenveel .van haar hield, als toen de ver
pletterende tijding van hun huwelijk bekend
was gemaakt aan een gausche horde van aan
bidders en aanbidsters
Gt durende 't middagmaal was ze heel stil
geweest ; den geheelen dag reeds had hij haar
afgetrokken gevonden. Hij zou gedacht hebben,
dat de morgen haar vermoeid had, als zij er al
niet, zoo moe had uitgezien, vóór de plechtig
heid begon. Ze staarde in 't vunr en ze was
zoo blond, zoo f iele, veel te doorschijnend in
't tif<m witte satijn van haar kleed. Die
lustelooze buien namen hoe langer hoe meer toe;
hij zou nog eens trachten haar te overreden,
om Sir Henry Parsons te consulteerer, den
laatsten tijd had ze er zoo dikwijls uitgezien
als een vrouw wier heel droeve gedachten ver
weg dwaalden.
Wat heb je toch? zeide hij, onrustig in zijn
fauteuil, vreezend dat zijn vragen nutteloos
zou zijn.
Niets," antwoordde zij onbewegelijk.
^Maar dat zeg je me altijd", vervolgde hij,
en ik gelcof je niet. Niemand zou je eeiooven.
Misschien weet je 't zelve niet -eens. Ik wilde,
dat je Sir Henry ..."
Zij haalde ongeduldig de schouders op. Hij
zweeg. Een looden stilte daalde neer, slechts
even gestoord nu en dan door 't knetteren van
het vuur.
Maar eindelijk trachtte hij hardop een andere
richting aan hunne gedachten te geven. Je
hebt van avond in 't geheel geen juweelen aan,"
zeide hij. Niets dan je trouwring."
,Neen", stemde zij toe, peinzend, en keek
naar haar hand. Niets dan mijn trouwring."
Ik geloof, dat je ze hoe langer hoe minder
draagt."
Ja."
Als de oude je vervelen," bij lachte, zal
ik zien, dat ik er nieuwe voor je krijg."
Zij antwoordde niet. Een oogenblik later
met een snelle handbeweging, wees ze op een
avondblad, dat tegen zijn voet was gevallen.
Dat is een vreeselijke brief," zeide zij.
Welke brief? Lieveling, je bent ziek; laat me...''
Ga weer zitten. Ik ben niet ziek. Die brief
in St. James," van een verarmde vrouw uit
den deftigeu stand, die vertelt, hoe zij alles wat
zij gespaard harl, bij een van die zwendelarijen
verloren heeft."
havige geval en zou hii dan ook gedwongen
zijn nimmer alcohol, vleesch ofnatuurboter
te gebruiken evenals hij thans tegen ziin
wil gedwongen werd, hulde te betuigen
aan de Koningin. De .eenige uitweg, welke
hem in zulke gevallen zou open staan,
zou dan 7.ijn voor zijn lidmaatschap te be
danken. Evenmin echter als meergenoemde
vereeniging iets met drankbestrijding of
vegetarisme te maken heeft, heeft zij zich
ook met ;de troonsbestijging te bemoeien,
hoe gewichtig dit feit ook voor zeer velen
der leden ook zijn moge.
Voor deze laatsten toch heeft er waarlijk
te veel gelegenheid bestaan, van hunne ver
knochtheid aan ons vorstenhuis blijfe te
geven, dnn dat de »V. t. B. S. B. S. B."
daarvoor behoefde te worden gebruikt, ten
koste van de politieke overtuiging van
andere leden.
De heer Fortuyn en zijne geestverwanten,
medeleden der vereeniging, zullen zeker
nimmer weigeren zich aan een besluit der
meerderheid te onderwerpen, wanneer dit
besluit inderdaad de «belangen des boek
handels" betreft. Waar het echter politieke
toestanden beüeft mag het bestuur eener
politiek neutrale vereeniging die
onderwerpirg niet van hen eischen en handelt het
in Mrijd met de belangen zijner verfenigirg,
indien het desniettegenstaande dien eisch
stelt.
Ten zeerste heeft het mij daarom verwon
derd, dat geen enkel der aanwezige leden
(althans volgens de verslagen der dag
bladen) zich voor den interpellant, den
heer Fortuyn in de bres stelde, dat
integenrUel de verslaïgevers gelegenheid vonden
door het simpele, als gewoonlijk in haakjes
geplaatste, woordje applaus" achter de
woorden van den voorzitter, de algemeene
stemming der vergadering weer te geven.
Van velen der leden bad men althans
eene andere houding in deze kwestie mogen
verwachten.
Delft.
Dr. J. C. E.
IIIIMlIIIIIIIIIHIIIIIIIIUIIIIIIIUlMHinillllllllMMIIinttHUIIIIMIIIIIMII
MüzietoorteeliDp.
J. H. KOK, op. 12. Ofchifleein-Wuls voor
piano. A. A. Noske, Middelburg-.
J. M. J. JACOBS, Valse Imprnmptu. J. H.
van Eek, 's Gravenhagp.
ULFEKT SCHULTS, op. 20. Nieuwe
Voordrachtstukjes, voor klavier. Alg. Muziekh.
Amsterdam.
Jou. WIJSMAN, Préludes voor piano. Alg.
Muziekharidel, Amsterdam.
Rl.'D. J. LOMAN, 26 Ofyelvoorspelen op
bekende koraal melodiën. W. i\
Lichtenauer, Rotterdam.
De begaafde componist J. H. Kok, van wien
k ook het vorige jaar enkele compositicn in
dit, blad besprak, heeft een kleurrijkeu bouquet
orchideeën saamgebonden en die aan onze jeug
dige, bevallige koningin opgedragen.
De inleiding dezer walsenseriëis door hem
genoemd Koningiune-zang, terwijl in de vijf
afdeeliugeu met coda, waaruit zijn werk bestaat,
het koninginne-leven muzikaal wordt
gephantaseerd.
De walsen van den Heer Kok zijn van de
fijnste, nobelste soort en zeer t xquis in de
bewerkii'g. Het is geen dansmuziek in optima
fofnia, maar het zijn gracieuselijk wiegelende
rhythmen van voon.aam melodisch gehalte vol
afwisseling in klankkleur eüvol variëteit in
de stemming. Nu eens met de melodie in den
discant, dan weder in den bas, trots de rijkdom
van bewerking nooit overladen, acht ik dezen
«mimimtiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiuiHiuiiiniiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiminiimtm
Welke zwendelarij ?"
«Dat weet ik niet, doet het er iets toe?"
Neen, die dingen gebeuren dagelijks, 't Is
treurig, maar zulke menseden moesten zich bij
de staatfpapieren houden. Waarover schrijft ze?"
«Verarmde vrouwen uit den deftigen stand."
Ja, ja, natuurlijk. Zij is dankbaar, dat spreekt
vanzelf, 't Is ook een prachtig werk."
Dankbaar!" Er klonk verachting maar ook
oneindige wanhoop in Lady Venetia's stem.
Zij zegt, dat 't niet meer dan billijk is, dat
de huizen gebouwd worden door hen, die de
bewoners er voor aanbrengen."
Wat ter wereld bedoelt ze?"
«Zij bedoelt mij."
«Jou? Angela, je spreekt in raadselen. Spreekt
de schrijfster van den brief ook in raadselen?"
O neen, zij is klaar genoeg. Haar helder
heid laat niets te wenschen over. Haar vader,
zegt ze, heeft bijna alles wat hij bezat, verloren,
niet in speculaties, maar door ongelukkige geld
beleggingen in Zuid-Amerikaansehe waarborg
maatschappijen, enz. Alles wat zij na twintig
jaar Gouvernante te zijn geweest, gespaard heeft,
is verloren gfgaan bij 't bankroet van een bank."
Je zeide daareven, dat 't een zwendelarij was."
Ja? 't Was een bank."
Welke bank?"
Dat zegt ze niet. Doet 't er iets toe?"
Natuurlijk niet."
Waarom vroeg je 't dan?"
Nieuwsgierigheid vau een deskundige. Maar
ik verzeker je, dat het me niet schelen kan."
Mij ook niet, niet veel. De Zuid-Ameri
kaansche leening was natuurlijk van ons. 't
Bankroet van de bank was van ons"
Van ons?"
De oudergang van de heele familie," ver
volgde zij, zonder acht op hem te slaan, is
onze schuld."
Zegt zij dat? Zij liegt,"
Zij rees op van haar stoel, en zag hem vlak
in 't gelaat. Ze liegt? Gave God, dat zij 't
deed!"
Eensklaps werd het hem heel klaar, dat een
groot leed hem dreigde, dat de smart a! vóór
hem stond de eerste, de opperste ramp van
zijn leven. Hij werd getroffen in 't eenige
wezen, dat hij met geheel zijn ziel liefhad. De
geestvermogens van zijne vrouw w areu gekrenkt.
Zij was zitk, en hoewel misschien Sir Hemy...
Stil," riep hij uit, en er klonk angst in
zijne stem. »Stiï, liefste, je bent te zacht, te
meewarig. En je verwart de dingen. De
beschuldiging vau die vrouw is sterk over
dreven. Wij zijn geen van beiden ook
maar eenigszms verantwoordelijk voor haar on
voorzichtige geldbelegging, ledereen die gtld
verloren lieeft, geeft, onveranderlijk de schuld
aan de bankiers. Jij, als de vrouw vau een
walsen-cyclas van uitnemend gehalten, een be
langrijke aanwinst pp het gebied der
salonmuziek. Ik meen te weten, dat de Heer Kok
deze walsan ook geïnstrumenteerd heeft en dat
zij in de stad zijner inwoning door het
Arnhemsche orchest uok reeds zijn uitgevoerd. Daar
ik weet hoe tff.-otarol en met hoeveel zin voor
goede klankcombinatiëu de Heer Kok verma»
te instrumenteeren, ben ik er van overtuigd
dat zijne walsen voor f-ymphonie-orcbest gezet
:nog ,meer .zullen -voldoen.
Ook de valse impromplu van J. M. J. Jacobs
mag men rangschikken tot de goede
klaviermuziek. Aanmerkelijk verschillende in stijl met
het zoo even besproken werk, heeft het toch
zijne goede eigenschappen, als daar zijn, virtu
ozen glans en geschikte klaviertechniek. Het zal
zeker zijn weg wel maker.
De nieuwe vjordrachtstukjes van Ulfert
Schults zijn van geheel anderen aard. Instruc
tieve doeleinden staan voorop; toch zijn er
onder het viertal nummers enkele, zooals No. 2
Scherzo en No. 4 [n 't Circus, die reeds een
tameliik ontwikkelden techniek vereischen.
Ook No. 3 Klokkenklank verlangt verschillende
manieren van aauslag. Het eerste vii,d ik het
minst belangrijke; anders kan men van het
bundeltje met gerustheid constateeren dat ze
allen blyk geven van fijnen muzikalen zin en
zooveel artistieke waarde als bij het bekende
doel slechts mogelijk is.
Het werkje van Joh. Wijsman is voor mij
het eerste wat ik van dezen jongen componist
leer kennen. Is betrok inderdaad een opus l?
In dat geval mag men den heer Wijsman geluk
wenschen, want er zijn vele goede eigenschap
pen in zijne Préludes waar te nemen. In de
eerste plaats een uitstekenden Klaviersatz",
hetgeen dan ook bij hem niet te verwonderen
valt, uitstekend klavierspeler als hij is. De
stukjes zij a van verschillenden aard. Zoo vindt
men in No. l een Allegro resoluto, in No. 2
een Lento, in No. 3 een allerliefst melodisch
getint Allegretto; in No. 4 een virtuozen stukje
in Presto-tempo, in No. 5 een Allegro maëstoso
in het karakter vau een marche fubèbre", in
No. O een schitterend /«^ie/'o-phantasiestuk en
in No. 7 een gracieus Allegretto.
Men ziet bet, er is variëteit; ieder vindt er
iets in van zijn gading, doch er wordt een
tamelijk ontw kkelde virtuoziteit verlangd om
de stukjes goed tot hun recht te doen komen.
Over de koraal-voorspelen van Loman kan ik
kort zijn. Men apprecieert er in de degelijke
bewerking, uit den aard der zaak veelal in
imitatie, en de gemakkelijke wijze waarop de
heer Loman voor orgel weet, te schrijven. Het
pedaalspel is niet zwaar, zoodat deze voorspelen
voor organisten, die ze zelf niet vermogen te
phautaseeren, een goede uitkomst zijn.
* *
*
M. H. VAX 'T KRUIS, Feeënxtacht. operette
in drie bedrijven, tekst vau Y.
Hoogslacr. J. B. Wolters, Groningen.
II. W. G. v. NIEUWENIIOVEN, Acht kinder
liederen voor ón zangstem met
klavierbegeleiding op. 3. W. P. Lichtenauer,
Rotterdam
L. ADR. v. TËTTERODE, Oud-Ncderlandsehe
Liederen uit Bellerophoa op. 2é. Nieuwe
Muziekhaudel, Amsterdam.
In de voorrede van de operette van Van 't
Kruis zegt deze dat schrijfster en componist
dit wer-k ondernamen met de bedoeling eene
gemakkelijke, vloeiende operette samen te stel
len, zoowel door kinderen, als door jonge dames
uit te voeren. Het mocht dus niet moeilijk zijn,
en iets origineels te schrijven lag eveneens niet
in de bedceling van den componist.
Door deze laatste zinsnede maakt de compo
nist het den criticus zeer moeilijk en wordt
dezen als het ware het wapen uit de hand gesla
gen, ledere opmerking te dien opzichte moet
dus achterwege blijven alszijndeinstrijdmet.de
onbegrijpelijke bedoeling vau den compinist om
niet origineel te willen schrijven. De heer Van
't Kruis zal toch niet gemeend hebben dat hij van
originaliteit moest, afzien, omdat het, riïet moei
lijk mocht zijn? Ook in een eenvoudig zangspel
(dit woord geeft m.i. beter het karakter weer
vau Fetëumacht" dan operette), kan men zeer
liifinilnlliuiii n nimimiiiiiiiiiniiuiiuiliiMiitimtll
bankier, de dochter van een bankier, moest te
verstandig zijn om naar zulkeu onzin te
luisteren."
Zij zonk in haar stoel terug, zonder te
antwoorien.
Wij zijn rijk." vervolgde, hij, zijn best, doende
zijn ergernis niet te laten klinken in zijn stem,
en je zult hard werk hebben voor je al onzen
lasteraars het zwijgen hebt opgelegd."
»Ja, hard werk," zeide ze en werd nog
bleeker.
Vooral als geen aanklacht te onzinnig voor
je is om op te letten."
Weer zag zij hem vlak in de oogen. Over
die aanklacht," zeide zij langzaam, de onzin
nigste van alle, heb ik onophoudelijk gedacht
sinds ik, eenige maanden geleden, ze inbracht .. .
tegen mijzelve."
Hadt je mij gezegd .. ."
Zou je mij dan geholpen hebben om te komen
tot mijn besluit . . .':"
Ja, waarlijk."
Dat zij waar is,"
Angela!"
Neen, niet Benige maanden geleden ! Jaren
geleden kwam de gedachte voor het eerst
bij me op, even maar: ze kwam terug van
tijd tot tijd, als een kille schaduw tegen
den zonneschijn van mijn leven. Ik zette ze
eerst van me af, met goed gevolg, als een
dwaasheid, juist zooals jij, ik dacht, dat 't
een overdreven idee was, ik, een jong meisje,
met al de tradities van mijn huis, van mijn
familie, met de autoriteit van mijn vader en
met uw voorbeeld, met de goedkeurende be
wondering van de heele wereld. .." zij hield
op, om adem te scheppen.
Wel, en is dat alles veranderd?"
Maar verleden voorjaar kwam 't weer terug
en 't bleef: 't hield me tegen, 't stond in 't
midden van mijn weg, en wilde niet op z'j
gaan. Ik herkende 't dadelijk, en ik wist, dat,
dit keer, 't ontkomen onmogelijk was. En
daarom heb ik 't aangezien; ik heb 't in alle
bijzonderheden bestudeerd, ik ken 't van
buiten l"
Dit is dus de oorzaaak van je lusteloosheid,
je melancholieke buien! Je hebt je arme hoofdje
vermoeid met vraagstukken, die je onmogelijk
kondt begrijpen."
Totdat ik ze begreep."
Dwaasheid, je matigt je te veel aan, Angela."
Zij zag op, en kwam tegenover hem staan,
een vorstin.
Ik matig mij aan," zeide zij, het recht,
vau te blijven lijden, 't recht van te blijven
luisteren naar een stem, waarvan ik de
folterinseu niet kun doen ophouden."
Hij kromp ineen ouder haar blik, maar er
was groote teederheid in zijn hart, en smeekend
wel oorspronkelijke gedachten niten, wanneer
Einem uur 'was einlallt."
Laat ik echter dadelijk zeggen dat het niet zoo
sliui gesteld is met des schrijvers originaliteit, als
hij het zelf wel zou doen vermoeden.
Natuurlijk zijn er in eene d r,'elijke partitie van ruim
200 bladzijden wel eens gedeelten, die sen ietwat
vluchtigen indruk maken ; ook die in andere op
zichten minder gelukkig geslaagd zijn. Zoo vind
ik op pag. 18 zoowel den tekst als de muziek
minder goed getroffen op de woorden : die lief
devol me in de oogen zag", waarbij op iedere
lettergreep een achtste noot valt; zoo echt ik
op pag. 80 de walsvorm misplaatst, op de woor
den: Ach ja, zijn bloemen, hoe kon ik 't ver
geten! Zeer aardig gevonden daarentegen, vind
ik het losse en luclitige motiefje op de woorden :
Lichtjes en luchtigjes" (koor van Fetëij), en
verschillende andere fragmenten, met het 'oog
op de beperkte plaatsruimte, te vetl om hier
op te noemer. Het is jammer dat, het werk niet
gestoken" is. De duidelijke en fraaie
muziekdruk, waaraan wij 'in den laatsten tijd gewend
zijn, doet ons weinig meer geve elen voor den
verouderden druk waarin dat werkverschenen is.
Ongetwijfeld zal dit, zangspel zijn weg wel
maken, vooral in gezelschappen of vereenigicgen,
waar uien over voldoende krachten kan be
schikken.
Reeds vroeger maakte ik kennis met een
bundeltje kinderliederen van den heer H. W.
G. v. Nieuwenhoven. Thans, nu zijn opus 3
voor mij ligt, gevoel ik mij versterkt, in mijne
meening, dat de heer v. Nieuwenhoven met
zeer veel tact den kindertoon weet te treffen.
Reclames.
40 cents per re.gel.
Henneberg-Zijde
alleen echt,indien direct van m\jn fabrieken
betrokken, zwart, wit en gekleurd van 45
et. tot f 14. 0. 5 per Meter effen, gestreept,
geruit, gewerkt, damast enz. (ca. 240 versch.
qual. en 2000 versch. kleuren dessins, enz.).
Franco en vry van Invoerrechten
In hui*. Stalen ommegaand Dubbel brief
porto naar Zwitserland.
G. Henneberg's Zijde-Fabrieken
_ (k. je k. Hoflever.), Zürich.
Hoofd-Depót
VAH
Dr. JAEGER'S ORIG.
normaal- WarMen.
K. F. DEUSCHLE-BENSKB,
Amsterdam, Kalveritr. 167.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Neder!.
TENTOOASTELLING TE PARIJS \\ (900.
Verblijf voor ne of meerdere weken in de
Grands Hotels du Trocadero"
welke voor die gelegenheid speciaal nab\j de
Tentoonstelling gebouwd zyn.
Bewyzen voor verblyt van af 67.50 guldens
per week, betaalbaar in maandelyksche of
driemaandelykbche ternujnen. Ia dezen pr\js is
begrepen:
Vervoer van reizigers en bagage in Parijs 6y' aan
komst en vertrek; Logies en S maaltijden per dag;
toegangsbewijzen voor de Tentoonstelling;
OrienteeringstocM gedurende een dag per rijtuig; Buna
voor vermindertJe^trijzen in verschillendegroote maga
zijnen; Verzekeringspolis tegen ongelukken.
Het uitsluitend recht van verkoop dezer
bewijzen is toegestaan geworden aan de
Cie INTEKNTale DES WAfiOJVS-LITS
Voor inteekening wende men zich tot, en het
uitvoerige, gtïllustr. prospectus vrage men aan bij
LISSONE en ZOON, Singel 155, Amsterdam.
OMERVERBLIJF Hastières/M.,by Dinant
(België). Hotel d'Hattière, E. BhOUET.
Pr. ligging. Mooi Park Bijtuigen Garage
v. fietsen.WanneenMaasb.Vuchv. Bootjes.
z
inlltlllll IIIIUIUIIIIMIII IIIIIIIIIIIIHIIIImlIIIIIMIIHHIHl»
zeide hij: Lieveling, laten wij hier samen over
spreken. Laat ik je helppn. Wat is het, dat
je hindert:1 Wat zou je willen r"
Zij wierp zich op de knieën naast, hem, en
barstte in tranen uit. O, lu lp mij," riep ze.
Laten we elkander helpen.'' Zij greep een
zijner handen en kuste ze. »We zullen el
kanders hulp zoo noodig hebben. Maurits, ik
kan niet voortleven op deze manier. Ik kan
't niet, ik kan 't niet. 't Voedsel, dat ik eet,
blijft in mijn keel zitten. De juweelen, die ik
draag worgen mij. 't Goud, waarop 't mij
schijnt, dat ik loop, brandt onder mijn voeten.
Stil, stil, ik zul kalm zijn. Ik ben volmaakt
wel, even helder als jij. Ik bid je, vlei er je
niet mee, dat dit eeue ziels- of een
zenuwziekte is, die een dokter genezen kan. Ik heb
er over gedacht, honderde malen, telkens en
telkens weer, Maurits, we zijn dieven,
plunderaars, roovers. O, kijk me niet zoo vreemd
aan! Ik ben geen socialist, of een communist,
of een radicaal. Ik heb me nooit met de poli
tiek bemoeid; ik weet er nietn van af, evenmin
als van 't sociale vraagstuk. Ik weet niet,
wat ze daar mee bedoelen. Ik begrijp wel, dat
er rijken en armen moeten zijn, en dat er
rechtmatige weelde en eerlijke tandel bestaat.
Maar de onze niet... de Kerk heeft, gelijk l"
O," barstte hij los, ik had wel kunnen denkei),
dat de een of andere dweper . .."
Zij viel hem in de rede.
Neen," zeide zij, wat hebben ie i j met,
kerken te doen ? .Maar kort geleden kwam ik
deze stelling tegen, dat de Cb-ristelijke kerk,
alle eeuwen door, geweigerd heeft den handel
in geld te erkennen als een wettig middel van
verdienste. Dat begrijp ik. De Roomsche
kerk, heb j-e me altijd gezegd, is zeer ttreng
in wat zij goed- en wat zij afkeurt. Heb je
mij dat niet altijd gezegd ?"
Ja, maar ..."
Ze heeft, door alle eeuwen heen, onze ban
ken afgekeurd als oneerlijk, als een wijze van
handeldrijven, den christen onwaardig. Wat
hebben wij daarmee te doen, zeg je. Je hebt
gelijk, 't is niet voor ons. 't Is maar een
argument, dat ik in 't voorbijgaan aanhaalde.
Ik heb 't niet noodig als argument. Mijn
argumenten zijn hie/:" Zij wees op haar borst,
en legde toen hare beide handen op zijn knie.
Haar blik was n smeekbede.
Laat mij ze hooreu," zeide hij wanhopig en
zag een anderen kant uit.
Ik weet, dat er tot op zekere hoogte geld
moet geleend en gewisseld worden, dat er
crediet moet zijn en deposito en wissels en al
| die soort diagen. Ben ik niet een Rialto,
even1 als jij ': Ik hen opgevoed te midden van dit
? alles, dat weet ik. Maar 't is niet onze manier."
i (Mot volgt.J