De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 27 augustus pagina 2

27 augustus 1899 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER W E E K B L A D V O O R NEDERLAND. No; 1157gebleken, maar men kan aannemen dat deze gelijkluidend is met die van de K»ajjko!onie. Het is verklaarbaar dat men ook van die zijde het uiterste beproeft, om een oorlog te voor komen. Het is niet te hopen dat de strfld over het dynamietmonopolie, die, bij de n at ion a teitskwestie vergeleken, van ondergeschikt belang is, het verbond zal doen uiteenspringen. De Transvaal ziet zich daardoor io baar vryheid van beweging belemmerd, maar, ain de andere \jde, is het voor haar van het hoogste belang alle de Hollandsen gezindd elementen in ZuidAfrika aan haar zijde te houd m. In dit opzicht is de positie van de Transvaal veel gunstiger dan vro-ger, toen zij alleen stond, terwijl zy thans op bond^enooten kan rekenen. Daaren tegen is door de spoorwegplannen van Cecil Rhodes, waardoor ook de Duitsch-Afrikaansche bezittingen zullen gebaat worden, de steun van Duitachland haar komen te ontrollen. De ver wachting dat het Kaapsche parlement een resolutie ten voordeele der Zuid-Afrikaansche Republiek z<m aannemen, heeft zich niet verwez-ailijkf. Volgens onze meening zou een dergelgk votum niet alleen overbodig, maar van nadeeligen invloed zyn geweest, omdat de bestaande verbittering daardoor slechts ware verhoogd, wair de zienswijze der Kaapsche Regeer.ng uit haar ofdcieele en officieuze ver klaringen voldoen te gebleken i". Tegen het Eagelsch 'voorstel tot benoeming eener gemengde commissie bestaan werkelijk overwegende bezwaren, zoowel wat de wijue van samenstelling, als haar bevoegdheden .betreft. H>ewel Engeland zich aanvankelijk tot de kieswet wenscht te bepalen, heeft z|j de mogelijkheid niet buitengesloten ook de andere geschillen aan het oordeel dszer of v&n een andere commissie te onderwerpen. De inmenging van vreemden zal echter van Engelsen) zjjde niet worde i geduld. Indien wij ons niet bedriegen, hebben wjj hier nut een commissie van onderzoek en advies te doen, die slechts haar meening heeft uit te spreken, maar wier uitspraak tot niets bindt. De be slissing berust ten slotte bij de Engelsche regeering en den Transvaalschen volksraad. W\j vreezen dus dat een dergelgke commissie den bestaanden toestand nog meer zal verwikkelen en den stryd nog scherper zal doen uitkomen. Men zou, om een vruchtbaar resultaat te verkrygen, het eens moeten zijn over den grondslag der onderhandelingen, zoodat de commissie slechts over de onderdeelen zou moeten gehoord worden, om tot eene practische regeling te geraken. Bij de Bjeren staat, zooals natuurlijk is, het behoud hunner onafhankelijkheid op den voor grond. Zy hebben de terreinen, waar zich eenige zwervende Ksffirstammen ophielden, in bezie genomen en ontgonnen, zoodat zij, vol gens het jus prioii oceupantis, zich als de wet tige eigenaren beschouwen. Zrj vertegenwoor digen in die streken de voortrekker*" der beschaving en behooren dus reeds op dien grond te worden gesteund. De rechtmatigheid van dien eisch wordt ook door de Engelsche regeering erkend, die h-rhaaldelyk verklaard heeft de republiek te willen beschermen. De uitkomst lal moeten leerei, in hoeverre de daden in overeenstemming zullen zyn met de woorden. Het feit valt niet te loochenen, dat Chamberlain op dit oogenblik de openbare meening aan zyn z\jde heeft, hetgeen -hem in zijn overmoed versterkt. Wanneer men de Ieren buiten be schouwing laat, die in voortdurend verzet leven, hebben ook de leiders der liberale oppositie zich met groote omzichtigheid uitgedrukt. De dagen zjjn verre toen een G acbtone bij het herstel van het onrecht door zrjn voorgangers jegens de Transvaal gepleegd, het een eer rekende, zooals hij zich uitdrukte, deze bloedscfanld van Enge'and te hebben afgewenteld. Aan de andere zrjde is het begrijpelijk dat de Engelsche ingezetenen invloed willen oefenen op den gan;; der zaken. -Bij de Transvaalsche regeering bestaat geen bezwaar aan dit billijk verlangen gevolg te geven, mits dit op een wijze geschiede dat het vreemd element niet overheerschend worde. De natuurlijke rijk dommen van de Transvaal zijn een ongeluk voor het land geweest, die een groot aantal vreemde avonturiers heeft aangelokt, waarvan het meerendeel zal verdwijnen, wanneer de goudvoorraad is uitgeput, maar die inmiddels veel verwarring kunnen stichten en de onaf hankelijk van den staat in gevaar kunnen bren gen. Wij houden ons echter overtuigl dat bij wederkeerige inschikkelijl-heid een modus vivendi zal gevonden worden, die beide par tijen bevredigt. Een oorlog, tusschen de blanke rassen zou een ware broedermoord, een gru ivel zgn, die, onder alle omstandigheden moet voor komen worden. De eenige rationeele oplossing schijnt ons een fed'ratie te zijn, waarbij aan iederen staat een groote mate van autonomie en zelfstan digheid kan worden toegestaan. In de bonilswet kannen aan beide talen gelijke rechten worden toegekend In dit opzicht zou Zwitserland als voirbeeld kunnen dienen, wair zelfs drie offtcieele talen bestaan. ledere staat kan dan de taal van de groote meerderheid ziiner bevolking als officieëie taal bezigen De Vereenigde Staten van Zuid Afrika kunnen dan onderling, zonder vreemle inmenging, hunne belangen regelen en zijn machtig genoeg om buitenlandsche aanvallen af te weeren. Welke Eu.ropeesche migfindheid zon hen trouwens willen be-lreigen ? Maar dan behoort ook van een Engelsch protecforiat of paramonnt power geen sprake meer te zijn en aan Zuid-Afrika in alle opzichten de vrije hand te worden gelaten. De hooge regeeringscommissaris behowt dan dior een bondspresident te worden vervangen. Engeland is gewoon aan zijn o rerze'sche bezittingen, die daarvoor vaMiaar zijn, zooals de Kaapkolonie, se// governmenl te verleenen, die tot zelfstandigheid leidt. J. E. BAXCK. De Hollandsclie Gemeente Ie St. Petersburg. i. In het nummer van Zondag 25 Juni j.l. van dit blad vestigde de heer E. E. Smelt uit St. Petersburg in een ingezonden stuk getiteld »da Nederl. Kolonie te St. Peters burg" er o. a. de aandacht op, hoe de Nederlandsche kerkelijke gemeente_ van zijn woonplaats meer en meer verduitsen! wordt. Het fchijnt me niet van belang ontbloot in aansluiting en tot rechte waardeering zijner opmerkingen een en ander over dit onderwerp rnede te deelen.Ik ben hiertoe in staat gesteld door de vriendelijke hulp van den heer F. T. Mallema', consul der Nederlanden te P. en tevens lid van de kerkeraad der Hollandsche gemeente, die mij. gedurende mijn verblijf in P. het archief dezer gemeente welwillend ontsloot en inzage verleende in de notulen en protocollen. Dd Russische regeering, hoezeer anders gewoon autoritair op te treden, heeft reeds van vóór Peter den Groote af 1), vreemde lingen in menigerlei opzicht volle vrijheid gelaten en voordeelen verschaft. In het bijzonder heeft ze hun vrije uitoefening van godsdienst toegestaan. Zij deed dit, omdat en zoolang zij haar voordeel daarin zag. Het beginsel vinden wij het eerst uitgedrukt in het bekende manifest vaa Peter d^n Groote uit het jaar 1702 waarin vreemdelingen naar Rusland geroepen worden onder belofte van gods dienstvrijheid en gedeeltelijk eigen juris dictie 2) en waar wij de voor dien tijd van geloofsvervolging merkwaardige woorden lezen: _»Dövrije uitoefening van godsdienst welke hier in onze hoofdstad voor alle ook met onze kerk niet eensgezinde christelijke becten ingevoerd is, wordt opnieuw bdkracb. tigd en wel in dier voege, dat wij naar de óns door den Allerhoogste verleende macht, er ons niet aan willen schuldig maken het geweten der menschen geweld aan te doen en wij het gaarne ieder christen over laten, om zelf voor het behoud van zijne ziel te zorgen. 3) E a zoo willen wij er nauw keurig acht op slaan, dat gelijk vroeger wel gebeurde, niemand in de openbare of private uitoefening van zijn godsdienst ge hinderd wordt, maar integendeel daartoe in staat gesteld en tegen elke stoornis beschermd wordt." E^n herhaling dezer woorden treft men aan in een soortgelijk inauif^t van keizerin Katharina II van het jaar 1763 betreffende den toestand der vreemdelingen ia Rusland en de hun verleende rechten, waarin alleen als voorwaarde gesteld wordt, dat de vreemde godsdiensipredikers in geen geval trachten zullen voor hun religie ouder de inlandsche bevolking proselieten te maken, »behalve voor zooveel betreft de belijders vanden Mahomedaanschen ritus.ten aanzien van wie, wij niet alleen toestaan, dat men op alle mogelijke manieren tot het christen dom tracht te bekeeren maar welke ieder zich vrijelijk tot lijf'eigenen maken mag." Deze vrijzinnige gezindheid heeft de emigratie naar Ruslaud van dien tijd on getwijfeld in hooge mate bevorderd. Onder de vreemdelingen, die een willig oor leenden aan de roepstemmen der Russische monarchen hebben vooral onder Peter den Groote zeer vele Hollanders be hoord. Dezen vestigden zich voornamelijk te Moskau en later na de stichting dier stad te St. Petersburg. Jn beide Bieden riepen zij een Hollandsche kerkelijke ge meente in het leven. De geschiedenis dezer gemeente te Moskau is voor het Hollandsche element op den duur niet bijzonder roemvol. Ia het jaar 1639 werd ia de Duitscheslobode, voorstad van Moskau een houten bedehuis gebouwd, waaraan den naam Hollandsche kerk ge geven, werd omdat de meeste lidmaten Hollanders waren. Ia 1080 werd deze kerk vervangen door een steenen. Het was de Hollandsche (Amsterdamsche) burgemeester Nicolaas Wilgen, die door een rijke gift de mogelijkheid daartoe geopend had. In 1694 was het aantal Hollanders zoo zeer toegenomen, dat men besluiten moest een tweeden dominee uit het moederland te doen overkomen. Doch in 1718 was dit onnoodig geworden en reeds ia het jaar 1740 was het Holland sche element door het Fransche en vooral dóór het Duitsche verdrongen en werd in het geheel geen Hollandsen meer gepreekt. 4) Hoewel niet onbevlekt heeft de Holland eche gemeente te St. Petersburg haar nati onaliteit langer kunnen bewaren. Nog heden ten dage kan men van haar zeggen, dat zij in hoofdzaak een Hollandsen karakter draagt. Nog zijn vele lidmaten, getuiae de heer Sintlt, volbloed Hollanders, nö^ is de godsdienstleeraar een Hollander, nog is het Hollandsch de wel is waar niet uit sluitend erkende, offiicieele taal. Maar ook hier dreigen gevaren. En een «caveant consules" is hier niet overbodig. Gaan wij dan vóór alles in het kort de ontwikkeling dezer gemeente na. In het jaar 1708 liet vice admiraal C,)rnelis CVuys 5) op de ruime hof bij zijne woning in het centrum van St. Petersburg een protestantsche houten kerk bouwen. Hij had hiertoe de toestemming verkregen van Czaar Peter die hem in zekeren zin als de stichter en de ziel der Russische vloot erkende en als zoodanig met gunstbewijzen overlaadde. In deze kerk werd om beurten voor lutherschen en gereformeerden van ver schillende nationaliteiten gepreekt, Predikant in deze he_terogeene gemeente was Wilhelm Tolle, die als een bijzonder geleerd en vroom man geschilderd wordt en van wien men vermeldt dat hij 14 talen machtig was. 0) In den regel preekte hij Duitsch, Hollandsch en Fmsch. Na zijn dood beriepen de Hollanders een afzonderlijken predikant in den persoon van Hermann Gerhard Grube, die in Sep tember 111 T als eerste speciaal Hollandsche predikant te St. Petersburg zijne betrekking aanvaardde. In 1721 werd hij opgevolgd door ds.Gcrard Kramer, die naar St. Petersburg beroepen werd op een traktement van ? 1000 bene vens vrij huis, vuur en licht. 7) Bovendien was er in dien tijd een Hollandsche school meester op een traktement van / 300 be nevens vrije woning. In het eerst hielden de Hollanders hun godsdienstoefening in de houten kapel van admiraal Cruys, die om den anderen Zondag door de Duitschers en de Hollanders ge bruikt werd. Maar dit kerkje hield het niet lang uit. Het werd bouwvallig en in het jaar 1732 of 1733 afgebroken. De Hollandsche gezant en de kerkeraad kochten daarop den G>n April 1733 van de erfgenamen van generaal-luitenant Lefort voor de^som van 1500 roebel het stuk grond in de Newsky Prospect bij de Politiehrug dat nog heden het eigendom is der Hol landsche gemeente. 8) Hier werd een huis voor predikant en schoolmeester gebouwd. Door dit alles waren de middelen (leigemeente te zeer verzwakt, dan dat dadelijk ook reeds een kerk gebouwd worden kon en gedurende, eenigen tijd waren aldus de godsdienstoefeningen in de Fransche kerk gehouden. In het jaar 1730 werden de huizen der gemeente door een zware brand vernield. Het gevolg was dat voor predikant en schoolmeester woningen gehuurd moesten worden. Een drukkende last Ie meer voor de toen slechte financiën. Aan opbouw van het verbrande kon zoo terstond niet gedacht worden, te meer om dat de Kroon bevolen had, dat slechts steenen huizen mochten worden aange bracht op de plaats waar de oude huizen van voor de brand gestaan hadden. De kerkeraad heeft zich toen tot de Generale Staten en tot enkele rijke gemeenten in het moederland gewend met de bede om hulp. In Amsterdam werd ten hunnen bate eeoe collecte gehouden, die /500J opbracht, hunnne Hoog Mogenden schonken ? 2000, een gemeente als Broek in Waterland zond een gift van ? 350. Aldus werd het mogelijk gemaakt dat reeds in het jaar 1741 een steenen kerk ingewijd worden kon, een »heerekerk" gelijk het, als ik wel gelezen heb, in de proto collen heet, die de predikantswoning welke daar als kerkehuis gesignaleerd werd, kwam te vervangen. Ongeveer 100 jaar is deze kerk in gebruik gebleven. De geldelijke omstandigheden, hoewel in dezen tijd nog niet rooskleurig ondervon den verbetering, doordat de gemeente een gedeelte der aan haar behooreude grond verhuren ging en o-a. ook daardoor, dat, naar ik meen, sinds het midden der acht tiende eeuw, ieder schip, dat de vlag der Vereenigde Nederlanden voerende, de haven van Petersburg binnenliep, verplicht was de Hollandsche gemeente 5 roebel uit te keereii. (Slot volgt). O. 1) Reeds in het jaar 1560 moet czaar Joann Grosnyi (1534?'81) den gereformeerden vrij heid van godsdienst toegestaan hebben. Hermann Dalton. «Gsschichte dar H^formirten Kjrche in Russland". Gotha 1865, p. 3. 2) Men vindt dit manifest in zijn geheel afge drukt in het »Urkundenbuch der evangelischreformirten Ktrehe in Rnssland" von D. Her mann Dalton. Gotha 1889. 3) Eerst tientallen van juren later sprak Frederik de Groote de gevleugelde woorden uit: »In meinem Lande kann jeder nach seiner Fae.m selig werden.1' 4) D. Hermann Dalton: «Gsschichte der R'formirten Kircbein Russland", p. 116 e. v. 5) Cruyj was de zoon van een Hollander, die zich te Staranger in Noorwegen gevestigd en daar een N jorweegsche vrouw gehuwd had. Reeds als knaap kwam hy naar Holland, dat bij voortdurend als zijn vaderland bleet be schouwen. Hg huwde later ook met een Hol landsche vrouw. Hier had bij zich aan de zeevaart gewijd en het reeds vrij ver gebracht, toen Pater de Groote hem in 1698 overreedde naar Rusland te komen. In de tegenwoordige kerkekamer hangt naast schilderijen van Koning WiJJem III, Koningin Emma en Wilhelmina, een levensgroot portret in olieverf, dat Cruys voorstelt 6) Dalton t. a p. bl. 24. 7) Kramer stierf in 1744 en zyn plaats werd ingenomen door ds. Frederik Karp, die echter ten genoeite van oneenigheden met de kerkeraad in 1749 zijn ambt weder nederlegde. Da kerkeraad weigerde hem zyn traktement uit te betalen «waardoor zware processen zijn gepasseerd en de gemeente in het uiterste verval is gekomen." Gsdurende 22 jaren bleef de gemeente zonder voorganger. In alle ambts verrichtingen werd door de Duitsche of Fran sche predikanten voorzien. In 1770 werd wederom een afzonderlijk predikant Jacobus Gargon beroepen. Hij bleef tot 1775 en werd successievelijk opgevolgd door: Johannes Henricius Reuter 1776 17!)8 ; Gerard Moritz Lunping '802?1808; aniel Johannes Janssen 1809?1815; D.rkdeClercq 181")?1817 ; Erco Arnoldus Jacobus Tamling 1818-1842; Wülem Loonard Welter 1812 ISM; ds. Kunst 18WJ?1872; ds. Welter 117,i--18Io ; ds. H. A. Gdot 1873?heden. 8) Van dezen aiinkoop vond ik in de proto collen geen melding gemaakt. Ik deel deze bijzonderheid derhalve mee op gezag van den meer geciteerden predikaat Hermann Dalton Enkele leden der kerk bewaren de over levering, dat het stuk grond indertijd door l'eter den Groote aan de gemeente geschonken zou zijn. Dit zou ook de reden zijn, waarom het juist even aan de buitenzijde van de Moïka gelegen is, daar volgen hen vreemde kerkgenootschappen toen ten tijde hun zetel buiten het eigenlijk stadsgebied hebben moesten. Dit laatste strijdt echter met het feit, dat de kapel van Cruys -ongetwijfeld aan de binnenzijiie van de Moïka. gelegen heeft, iets oost waarts van de plaats waar thans het Winter paleis aangetroffen wordt. ScciaL <inl HtmiMilMlIIIH Drutte lijden in aantocht, *nda vergadering rnn liet ti'i'iilntnl Jltt.i'eai< rot»' Sociale Adriev''/(''.?Jiiai'i'ci'f/ndf.rinf! ran den Nn/erl. ('niip. Bond. Tirrfde Na/tonaal < \i<>l^rciiicf ('onfircx. Jiiarrrrij'ideYuif] d "r l'erceH.it/iii!/ i'oor Staalhuisltond/.?itmle en Statistiek". De komkommertijd', dien de dagbladen hunnen lezers gedurende de laatste weken herhaalde malen uitdrukkelijk in herin nering brachten, ofschoon zij zich, wegens de verschillende groote wereldgebeurtenissen, dit jaar toch waarlijk niet te beklagen hebben, spoedt zich klaarblijkelijk met ra^che schreden ten einde. Nauw zal de maand September in het land zijn, of wij bevinden ons weder te midden van het tijdpark van vergaderingen, officieele rapporten enz., welker aankondi gingen ons thans reeds bereiken. In de eerste plaats kan thans met zekerheid worden medegedeeld, dat de eonstitueerende vergadering van het >(^iiIraal Bureau voor S iciale Adviezen" welks tot-stniid-komen, gelijk ik in no. 1153 l van dit Weekblad terloops mededeelde. j eindelijk gelukkig verzekerd is, ai zal j het voorloopig ook nog financieel een j weinig moeten tobben op 11 Sept.emi ber a.s. zal plaats hebben in hotel Krai] napol?ky te Am.-sterdam (des namiddags :' te half uvee ure . Hel is daarom wellicht ? niet overbodig of vruchteloos, hen, die tot dusverre onwillekeurig verzuimden, zich :! als l;d of doiiatn.ir aan te melden, ji'H'!itai).s gaarne mede invloed willen uitoeleiien op de vaststelling der statuten, de ver kiezing van het bestuur en de benoeming van den directeur, erop te wijzen, dat zij dit alsnog kunnen doen aan het adres van den ondeigeteekende in zijne kwaliteitvan secretaris van het voorloopig bestuur der vereen iging. Voor diegenen, die liet zich niet meer mochten herii.neren, zij hier rog tens her haald, dat dit, voorloopig bestuur, aan het welk de herziening der oorspronkelijke ontwerp statuten door de vergadering van 27 December 1898 was opgedragen, doel en middelen der vereeniaing in het eerste en het tweede artikel alsnog heeft gefor muleerd : De vereeniging draagt den naam van «Cen traal Bureau voor Sjciaie Adviezen" en heeft, met terzijriestelling van de bevordering van eenig partijbelang, ten doel: a. het verstrekken van gevraagde alviezen ten opzichte van de oprichting, organisatie, leiding en administratie van instellingen en regelingen, welke beoogen, de maatschappelijke politie der arbeiders op e nigerlei te verbeteren; b het verzamelen en verspreiden van ge gevens omtrsnt instellingen en regelingen, als onder a bedoeld ; c hst vormen van een bibliotheek, bevat tend werken en bescheiden over het maat schappelijk viaagstuk in zijn verschillende vertakkingen, voorzoover betreft de onder a bedoelde instellingen en regelingen. Art. 2, De vereeniging tracht haar doel te bereiken door: a. het vestigen van een Bureau met daaraan verbonden bibliotheek, tot hetwelk de in art. l onder a bedoelde aanvragen kunnen worden gericht; b. het uitgeven van geschriften, welke het bestuur daartoe geschikt acht; c. het bespreken van vraagstukken, daarop betrekking hebbend, in vergaderingen der vereenigtrg. De contributie bedraagt, volgens de ont werp-statuten van het voorloopig bestuur: voor gewone leden tenminste/ 5'sjaars of ten minste ? 100 inéns; voor werklieden- en daarmede gelijk te stelle» vereenigingen met rechtspersoon lijkheid, tellend 100 leden of minder, ? l, 100-250 leden ? 250, 250-500 leden ? 5, 500-1000 leden J 10, meer dan 1000 leden ? 20 's j aars; voor andere leden-rechtspersonen ten minste ? 20 's jaars of ? 500 inéns; voor donateurs ten minste ? 2.50's jaars. Van harte hoop ik, dat vóór den Hen September nog velen zich tot het lidmaat schap der vereeniging mogen aanmelden, opdat het Bureau eindelijk toch door en door sterk en gezond, zoo spoedig mogelijk hare schoone taak kan aanvangen. Dat eene organisatie als deze in de piaktijk inderdaad heerlijke vruchten kan dragen, moge uit hetgeen in vroegere nummers van dit blad omtrent het fransche >Musée Social" en de berlijnsche «Centralstelle für Arbeiterwohlfahrtseinrictuungen" werd medege deeld, gebleken zijn, temeer daar de taak, welke het «Centraal Bureau voor Sociale Adviezen" hoopt te vervullen, van nog ruimer en meer praktisch nut kan zijn, dan die, welke deze beide buitenlandsche organisatiën sedert eenige jaren reeds ten uitvoer trachten te leggen. Zoodra het Bureau eenigen tijd zal werkzaam zijn, hoop ik dit met kracht van feiten nader aan te toonen. Een tweede, of eigenlijk een tweede n een derde belangrijke vergadering, welke ons in September wachten, en waartoe de convocatiën eveneens reeds werden ver zonden, bereidt de Nederl. Coöperatieve B'>nd te 's Gravenhage voor. Op Zaterdag 23 S ieraber a. s. zal in de lesidentie ia. het »Gebquw voor Kunsten en Weten schappen,'' evenals teri vorigen jare, de «gewone algemeene vergadering" van dezen Bond plaats hebben, terwijl voor Zondag den '2iin het tweede «Nationaal Coöperatief Congres'1 is aangekondigd. De agenda der B mdsvergadering is in drie afdeeiingen in gedeeld : des Zaterdags zullen allereerst de 'Handelsbelangen,'' daarna de »Zui-velaangelegenhedjn" behandeld worden, terwijl de voormiddag van den volgenden dag nog aan de behandeling van «Administratieve aangelegenheden" zal worden gewijd. O.ider de voorstellen, handelsbelangen betreffende, strekken verschillende tot wijziging der statuten, waarop ik thans nog niet nader wil ingaan, daar na de verga dering de gelegenheid daartoe beter te achten is. Met ingenomenheid wijs ik echter reeds nu op een voorstel van de afd. ]'ecnc>iüa<d, hetwelk de algemeene vergadering wil doen bespreken, >hoe het komt, dat de waren, van de Handelskanier ontvangen, zooveel duurder zijn dan bij andere grossiers, ter wijl toch in het jaarboek staat, dat dieKamer zooveel mogelijk op groote veilingen of direct van de fabriek koopt." Met ingenomenheid wordt dit voorstel door mij begroet, zeg ik en ik twijfel er niet aan stellig ook door vele anderen. Een ieder toch, die met de Handelskamer van den Coöp, B jnd meermalen in zaken relatie is geweest, zal meermalen onder vonden hebben, dat de klacht van het district ]'ccu.c/i(laal maar al te zeer gegrond is. Wel verre van de deelhebbers van den B.md de kracht der coöperatie merkbaar te maken, door hen in staat te stellen, tegen veel lagere prijzen in te koopen dan gewone winkeliers, moeten meer dan eens tot de ervaring komen, dat koopen bij de Handelskanier hen veeleer achteruit dan vooruit helpt. Waaraan dit te wijten i?, valt zonder in gaand onderzoek niet nauwkeurig te constateeren, doch zeker is het,dat het door l'ccttcuilnfd genoemde feit bewijst, dat de tegenwoor dige organisatie der Handels kamer niet deugt en ten spoedigste verbetering vereis-cht. Hier is inderdaad jicriculmii ni mom en het staat daarom te verwachten, dat het er bij de behandeling van het voorstel-Vtenendaal warm zal toegaan, te meer, daar in de laatste algemeene vergadering hel voorspel der nu te verwachten opvoering is afge speeld. O J k ten vorigen jare reeds hebben het Bondsbestuur en de Commissie voor de Handelskamer eenige niet onverdiende harde nooten te kraken gekregen en het is daarom te hopen, dat ditmaal de laatste akte van het door de Handelskanier ten tooncül'e gevoerde treuispel zal worden afgespeeld. 10-n ander punt, welks behandeling met belaugsielling zal worden tegemoet gezien, zal door den heer Bitlernan, den bekenden zuivelcoöperator uit Voiden, worden inge leid, ten einde te komen tot de beantwoor ding der vraag: »Wat moet men bij coöpe ratieve zuivelfabrieken winst noemen en hoe kan die in cijfers worden aangegeven ?" Al wie zich herinnert ht tgeen reeds in het vorige jaar, op hei eerste Nationaal C ope ratief Congres, over dit vraagstuk is ge sproken en wie heeft kennis genomen van de uitvoerige opstel l en, wel ke korten tijd daarn a in het Sociaal IVeckblad van de hand van verschillende zuivelcuöperators over dit onderwerp zijn verschenen, zal het gewicht van de behandeling daarvan op de aan staande vergadering zeker niet willen ont kennen. Immers, handelt het zich hier niet eenvoudig om het geven van eene definitie van het woordje -winst, eene definitie, welke ook voor het zoo eigenaardige zuivel bedrijf toepasselijk is, doch het betreft hier bij uitstek praktische belangen. Het zou mij te ver van huis voeren, en het gewone bestek alsook het doel van deze rubriek te ver doen overschrijden, indien ik trachten wilde het vraagstuk, vvelktr behandeling den bezoekers van het a.s. congres te wachten staat, ook maar in beknopten vorm toe te lichten. Beter dunkt mij daarom, belangstellenden daarvoor te verwijzen naar de nos. 42, 47, 49, 50 en 52 van het Sociaal Weekblad, jaargang 1898, waarin zij van de band van bevoegde be oordeelaars, min of meer heldere betoogen kunnen vinden, welk hun een voldoend overzicht, over den huidigen stand der kwestie kunnen verschaften. Van oHsdoel zii het genoeg, te verklaren, dat de winst kwestie voor de zuivelindustrie daarom vaa zóó hoog praktisch belang is, wijl de zuivelf ahrikanten, misschien op een enkele uitzondering ra, tot dusver steeds beweerden dat in het zuivelbedr\jf geen winst gemaakt wordt, derhalve ook geene definitie van zuivelfabrieken winst kan wor den gegeven, en en dat is de quintessens van de zaak dat daarom van winstdeeling voor het personeel dier fabrieken, welke door verschillende coöperators wordt ver langd, geen sprake kan zijn. Natuurlijk wordt deze bewering met z.g. bewijzen ge staafd, bewijzen van litt gehalte, als in sommige der hierboven bedoelde SociaallVeekUad artikelen te vinden zijn, bewijzen, welke mij tot dusver nog niet hebben kunnen afbrengen van de meening, dat die stelling van economisch standpunt eene absurditeit is. Het is nochtans mogelijk, dat die meening op het a.s. Coöperatief Congres aan het wankelen wordt gebracht, maar voorshands betwijfel ik het nog ten zeerste, en blijf daarom, gelijk vele anderen, in spannende verwachting, wat des heeren. Bielemans betoog waaraan gewoonlijk gaarne het oor wordt verleend ons brengen zal. Onder de aangelegenheden van admini stratieve»* aard, welker behandeling de beschrijvingsbrief der vergadering ons aan kondigt, behoort er geen, welke nu reeds bijzondere aandacht verdient, met uitzon dering van punt 13, «verkiezing van Bondsraadsieden". Tot de aftredende, doch her kiesbare leden van dezen Bondsraad behoort nl. ook de bekwame en ijverige voorzitter, de heer G. J. D. C. G >edhart, wiens functie, door de wijze waarop hij haar vervult, voorwaar geen sinecure is. Voor den Bond is het derhalve te hopen, dat de heer Goedhart zich wedfr beschikbaar stellen wil, waaromtrent de beschrijvingsbrief' ons echter in het onzekere laat. Wanneer aldus gedurende anderhalven dag de huishoudelijke aangelegenheden van den Bond zullen zijn behartigd, zal de namiddag van den 24en September gewijd zijn aan het Nationaal Coöperatief Congres, waarvoor de hoofdschotel door den heer Mr. J. H. Boudewijiise werd bereid. Diens brochure: »Welke zijn de beginselen, die aan de toepassing der coöperatieve denk beelden ten grondslag behooren gelegd te worden?", welk geschrift reeds in no. 1152 van dit blad in deze rubriek werd be sproken, zal als prae-advies voor dit congres dienen, en kan inderdaad ook aanleiding geven tot aangename en vrucht bare discussiën. Natuurlijk zullen vergaderingen congres eindelijk met den traditioneelen gemeenscimppelijken maaltijd worden besloten. Met de vermelding van deze co peratiebijeenkomsten en van de eonstitueerende vergadering van het «Centraal Bureau voor Sjciaie Adviezen" is het vergadermenu voor de maand September echter nog niet gereed, afgezien natuurlijk nog van de atllooze plaatselijke vergaderingen, van meer of minder belang. O >k van de «Ver eeniging voor Staathuishoudkunde en Sta tistiek" namelijk, is in die maand de gewone jaarlijks-che vergadering te ver wachten, welke ook ditmaal weer hoogst belangrijk belooft te worden, doordien de drie prae-adviezen van de heeren A. Plate, H. W. .). C. van den Wall Bake en Prof. mr. M. W. F. Treub het uitgangspunt voor de debatten zullen vormen. Na al hetgeen reeds over en naar aanleiding van deze prae-adviezen, welke, gelijk men weet, elk verschillend de vraag beantwoorden : "Is het wenschelijk, dat de bestaande toestand ten aanzien van de exploitatie van onze spoorwegen vt-rvangen wonie, hetzij door staatsexploitatie, hetzij door exploitatie door ne maatschappij ?" mag ik den hoofdinhoud daarvan wel als bekend veronder stellen en derhalve volstaan met de conclusiën, waartoe elk der prae-adviseurs aan het slot van zijn betoog gekomen is, hier mede te deelen. De heer Plate meent dan: »1. dat de be staande toestand niet moet worden gehand haafd ; 2. dat staalsexploitatie voor Neder land niet wenschelijk is; o. dat de oplossing niott gezocht worden m exploitatie door ne Maatschappij/' De heer Van den Wall Bake concludeert: «Hoewel de bestaar.de toestand ten aanzien van de exploitatie der spoorwegen hier te lande ongetwijfeld vatbaar is voor verbe tering, kunnen thans i.öc'i staatsexploitatie, noch exploitatie door ne maatschappij geacht worden geschikte middelen te zijn om de spoorwegen het best aan huil doel ie doen beantwoorden." De heer Treub eindelijk besluit zijn be toog, dat in hoofdzaak, gelijk hijzelf in den aanvang daarvan opmeikf, een iésuméis van ^zijne voor konen lijd in de «Vragen dts Tijds" en daarna als brochure ver schenen opstellen over dit onderwerp, aldus: Het is mitsdien wenschelijk. dat de bestaande toestand ten aanzien van de exploitatie der spoorwegen hier te lande vervangen wordt door staatsexpoitaüe en

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl