De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 27 augustus pagina 5

27 augustus 1899 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1157 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAME£. Het Maflchenlieiin", te MUD, Nu de zedelijke opheffing der vrouw, de mid delen tot baar geestesontwikkeling sinds de Ten toonstelling van vrouwenarbeid en de verschij ning van Hilda van Suylenburg ook in ons lan l een question brülante'' is geworden en er geen dag omgaat, of groote en kleinere arti kelen zijn daaraan gewijd, nu dacht 't mij, een maal in Dresden zijnde, niet onbelangrijk eens een kijkje te gaan nemen in een inrichting, waaromtrent verleden jaar op een harer maandelijkscbe bijeenkomsten door de Rotterdamsche afdeeling »ter Bevordering van de belangen der Vrouw" met eenige woorden het, bestaan was geconstateerd. Ik bedoel het » Madchenheim": liet Tehuis uitsluitend voor ongehuwde fabrieks arbeidsters die, om welke oorzaak ook, geen thuis hebben. Vooraf echter een kort overzicht betreffende de moeder-vereeniging waaruit o. m. ook deze inrichting is ontstaan. Er bestaat in Saksens' hoofdstad een Vrouwenvereeniging" ondei protectoraat der koningin. Daarvan kan iedere vrouw, ter goeder naam en faam bekend, lid worden, 1) men moet echter, i behalve een niet hooge contributie, op een of l andere wijze »payer de sa personne." Van uit deze vrouwenvereenigiug zijn lang zamerhand talrijke onderafdeelingen ontstaan. Zoo is er een commissie: A voor voeding van zieke armen maar... alleen in de maanden Januari, Februari en Maart. B. Ter verpleging van kraamvrouwen: maar alleen gehuwden hebben volgens de begrippen dier vereeniging recht om geholpen te worden. C. Kinderbewaarplaats; ook daar weer 't zelfde treurige verschijnsel; men vreest blijkbaar voor de infectie die arme kinderen, die hun vadersnaam niet dragen, overbrengen op arme kindereu die dat, soms twijfelachtig, voorrecht ?wél deelachtig zijn: onechte kinderen zijn streng geweerd! D. Crèches, waar ook diezelfde humane(!) regel wordt toegepast. E. Vereeniging tot verhooging der zedelijk heid 2). Het doel dier vereeniging is: de bestrij ding der onzedelijkheid en de bevordering der zedelijke ontwikkeling der vrouw en financieel. de gestichten voor gevallen vrouwen te steunen. Uit de vereeniging sub E. zijn weer ontstaan! I. Toevluchtsoord voor arme kraamvrouwen alleen gehuwden die daar tot haar geheel herstel mogen blijven. II. Spoorwegzending. Deze commissie stelt zich ten doel meisjes uit de kleinere steden en van het platteland met hulp en raad bij te staan, zoo zij zich in Dresden als dienstmeisje willen verhuren. Elke eerste der maand zijn voor dat doel dames aan het station aanwezig, die zooveel zij dit vermogen, voorkomen dat de onnooielen in handen van exploiteurs of exploiteuses vallen; III. Madchenheim te Plauen. Het doel dier vereeniging is goedkoope huisvesting en voeding te geven aan de talrijke ongehuwde fabrieks arbeidsters, die door een of andere oorzaak geen thuis" hebben, bij haar de lust tot huishoude lijkheid en de behoefte aan zindelijkheid aan te kweeken. Reeds het feit, dat paarden- en gén electrische kracht den passagier van uit Dresden's hart: de Postplatz" naar Plauen moet brengen, kenmerkt eenigzins het karakter dier voorstad en nauw hebt ge dan ook de gezellige drukte, die op de Postplatz heerscht, den rug toegekeerd of ge speurt, dat ge het Dresden der weelde, het Dresden der upper-ten, het Dresden van villa's en paleizen, van musea en kunsttempels hebt verlaten. Hier geen uitstallingen, waarvan het zien alleen, zonder koopen, een Tantaluskwelling is en evenmin restauraties of hotels wier uiterlijk reeds de overwinning behaalt op uw twijfel of ge zult binnentreden. Maar hier wel: voor ons Hollandsch begrip tamelijk onfrissche eethuizen, waar de mededeeling, dat den hongerige voor 75 pf. en zelfs voor een halve Mark dus voor 30 Holl. centen een warm middag- of avondmaal geboden wordt, op allerlei papiertjes gedrukt of geschreven, te lezen is. Hier ook die manusje-van-alles"-winkel tjes, maar dezen missen het ordelijke, het zindelijkengageante der Hollandsche uitstallingen, om nu maar niet van den in-kijk" te reppen. Hier is op alles de stempel gelegd van den aarden strijd om 't bestaan, van den aftobbenden arbeid, het jong oudmakende sleven! En toch heeft dat deel van Dresdeu op mij niet den diep-treurigen indruk gemaakt, die mij indertijd bemachtigde, toen ik een Parijsche werkmans-voorstad bezocht. Hier niet die schrille hopelooze armoede, die kale ellende waarvan het zien-alleen een eeuwige pijn achterlaat. Er heerscht in dat Dresdener arbeidskwartier toch nog een zekere gem thlichkeit, men voelt dat de bewoners nog een thuis hebben en dat dit thuis nog op een geringe mate van welvaart kan bogen; dat voelt men niet in de eindelooze kale straten van een Parijache werkmansvoorstad. Na een twintig minuten rijdens kwamen we in het fabrieksplaatsje Plauen, mi een deel der residentie. Ruime groote fabrieken bemerkte ik, op flinke distanties van elkaar met veel lucht en veel licht om de gebouwen, die, ten minste van buitenaf te oordeelen, van zindelijkheid en orde getuigden. Meestal op eenigen afstand van de fabriek de Herrschaftlicbe Wohnung" in meer of mindere luxe, afstekend bij het nuchtere fabrieksgebouw. Van bepaalde arbeiderswoningen door n gezin bewoond, zag ik op mijn weg geen spoor, wel liepen vele lange dwarsstraten uit op de linkerzijde van den hoofdweg en.zag ik daar weer, zooals algemeen in Dresden en in alle grootere en kleinere steden van Duitschland, van die kazernewoningen met tien en meer ge zinnen onder n dak. De tram bracht mij slechts tot het bebouwde gedeelte van den weg die naar het Madchenheim voerde, het verdere deel van mijn tocht moest te voet worden afgelegd. De ingewonnen informatie omtrent de ligging van het gebouw luidde: het eerste groote gebouw rechts, maar op dat oogenbhk lag niets voor mij dan een tamelijk steil opgaande, goed onderhouden zandweg met aan beide zijden boomen. Al stijgende ontrolde zich een steeds in ruimte en schoonheid toenemend panorama, en nauw bemerkte ik, dat ik reeds een flmk eind weegs had afgelegd.Het verrukkelijke vergezicht, hier en daar onderbroken door donzig-groenende boomgaar den, de aangename Mei-koelte, het honderdtallig merelenkoor het deed mij n oogwenk vergeteu wat zorg, wat leed, wat ellende geleden werd op hetzelfde oogenblik dat ik n was met die natuur weelde en 't moest mij van 't hart: »Wat is de wereld toch mooi!" Niemand hoorde mij, ook al had ik luider lucht gegeven aan mijn diep-werkende impressie; behalve musscben, zwaluwen en merels geen spoor van iets dat leeft. Ik begon te twijfelen of ik wel goed verstaan had, toen ik, eenigszins van den weg af een woning ontdekte half-hofstede half-her berg. Hier werd mij verzekerd dat ik mijn doel niet missen kon, ging ik maar steeds verder. Nog een minuut of wat gestegen zonder iemand te ontmoeten, (toch was '4; op slag van twaalven en dus schafttijd nabij), en daar lag op breed plateau een vriendelijk gebouw door een tuin omringd en ik las boven den ingang: Miidchenheim." Een ijzeren hek waarin een deur toegang geeft tot den tuin sluit het erf van den heerweg af. Op mijn schellen opende een vriendelijke juffrouw het deurtje en geleidde mij naar binnen. Inmiddels deelde ik haar het doel van mija komst mede en verzocht baar mijn kaartje der directrice te willen overhan digen. Terwijl zij mij in bet dood-eenvoudige kamertje een stoel presenteerde hoorde ik baar iets van »Scbwester" zeggen doch vatte niet juist of dat de titel was, die de directrice bad aangenomen. Later werd mij duidelijk dat de vriendelijke portierster en de directrice zusters waren en dat 't zusterpaar Bachmann de geheele bestiering, het onderhoud, ja ook bet bereiden der spijzen voor al de inwonenden voor haar rekening bad. Alleen om eventueel 's nachts van dienst te kunnen zijn, woonde er een tuinman, daags elders bezig, in het sou terrain. (Slot volgt.} VKOUWKE. 1) Of dat ook slaat op vrouwen van Joodsche origine betwijfel ik. Het: Jood-zijn toch zij 't ook slechts bet afstammen van Joodsche ouders staat in Saksen, maar speciaal in de hoofd- en hofstad, vrijwel gelijk met niet-zijn in de oogen van hen die zich Ariërs noemen. Ik ontdekte dan ook in de naamlijsten geen enkelen naam, die mij deed twijfelen aan het Indo-Germaansche bloed, dat stroomde door der bezitsters aderen. 2) De vereeniging heet: Zur Hebung der Sittlichkeit. Ik zette dat woord ongaarne om, in ons begrip van //zedelijkheid" daar m. i. dat, bij velen van ons Hollanders, wat anders bedoelt dan wat hier met «?Sittlichkeit" m. i. gemeend is. De vrouw als advokaat. Het is nu twee jaar geleden, dat het Parijsche hof van appèl aan mej. Chauvin weigerde als advokaat op te treden. Tech ging zy practiseeren, als associée van haar broer, die advo kaat is, gaf adviezen aan vrouwelyke cliënten en besprak met hem de zaken waarin hij voor deze pleitte. In de zitting van de Fransche Kamer van 30 Juni is nu een ontwerp van den afgevaardigde Viviani aangenomen, om de vrouw, wanneer zy daartoe overigens gequalificeerd is, tot de pleitzaal toe te laten en ook in den Senaat zal dit wel aangenomen worden. Hiermede is nog niet alles verkregen, daar de regeering zoowel bij de motiveering als in den tekst van het ontwerp uitdrukkelijk de bij voeging verlangde, dat de vrouw nog niet als rechter benoembaar zou zijn; ook blijft de getrouwde juriste nog evenals de doctores en de koopvrouw de machtiging van haar echt genoot behoeven; maar toch is in Europa Frankryk de eerste der groote staten, dio in dit opzicht met den tijdgeest meegaat. In Amerika is het al lang zoover. Reeds in 1869 werd Arabella Mansfield tot het Hoog Gerechtshof in den staat Ohio toegelaten; in 1878 volgden utah en Maine dit voorbeeld, en achtereenvolgens Noord- Carolina, Connecticut, Indiana en achttien andere staten. OpluFebr. 1899 nam het Congres der Vereenigde Staten een wet aan, waarbij iedere vrouw, die drie jaar lang voor het Hoog Gerechtshof in haar eigen staat had gepleit en door karakter en bekwaamheid zich die eer had waardig betoond, tot het Hoog Gerechtshof der Unie werd toe gelaten. In Amerika behoort daarbij k reeds lang de benoembaarheid tot rechter, officier van justitie, professor en examinator. Ook een aantal juridische tijdschriften, de (jhicago legal News en andere, worden door vrouwen gere digeerd, en het beste studieboek, de Student's Guide to common laio, is van eene dame, miss Shay. Duitsche vrouwen, die hierop wijzen, spotten met eenige bitterheid over het aapport der Duitsche professoren Von Bar en Labaud, die aan de vrouw iedere juridische begaafd heid en bevoegdheid ontzeggen. Op de Vereenigde Staten volgde in 1889 het koninkrijk Hawaï, dat eene dame met Amerikaansch diploma tot de advocatuur toeliet. In Europa was het eerste land Roemeniëin 1891; eene juffrouw Bilcesco, te Parys ge promoveerd, mocht te Boekarest practiseeren. In 1891 nog Chili, in 1892 Canada, in 1893 Japan en Finland, in 1897 Noorwegen en het kanton Zürich, in 1898 Zweden en Mexico, in 1899 Frankrijk. Maar noch in Engeland, noch in Duitschland, noch in een der andere staten die zich wel eens op hun rechtsgevoel en vooruitstrevendheid laten voorstaan, is men zoover gekomen. GEZONDHEIDSLEER. Over het Eétarail van Menzont, Toevallig bladerend in het stuiverskookboek voor vegetariërs, uitgegeven bij gelegenheid van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwen arbeid, troffen my eenige daarin voorkomende zinsneden over het gebruik van zout bij het toebereiden onzer spyzen. Er werd op gewe zen dat het zulk een verkeerde gewoonte was om de groenten wat men noemt »af te gieten," daar het water, waarin zy gekookt zijn, zouten bevat die voedingswaarde bezitten. En, liet men er op volgen, als was dat de natuurlijkste zaak van de wereld, al de zoutdeelen die men op deze wijze vermorst, moet men het lichaam maar weer toevoeren door keukenzout te ge bruiken. De vraag of werkelijk by' het toe bereiden van groenten de aschbestanddeelen oplossen in het water, wil ik in het midden laten, maar de stilzwijgende veronderstelling dat er maar n soort van zout is, waarmede wvj by onze voeding rekening hebben te honden, verdient tegenspraak. Wie, gelyk de schrijver van het kookboekje, op eenigen toon van gezag, mede wil spreken over aangelegenheden onze voeding betreffend, behoorde beter te weten dan een huismoeder, aan wie men het vergeven mag indien zy, wanneer er over zout gesproken wordt, aan niets anders dan aan keukenzout denkt, zooals zy geen ander gas kent dan hetgeen 's avonds de kamer verlicht. De zouten, die in groote hoeveelheden in de aschbestanddeelen van groenten, van plant aardige voedingsstoffen in het algemeen, voor komen, zy'n niet, zooals het keukenzout, natron zouten, maar kalizouten. En, is het misschien minder belangrijk te weten dat de twee soorten van zout, die in het vegetarisch kookboek worden verward, verbindingen zy'n van ver schillende metalen, van gewicht wordt dit boek toch als het ons daarenboven bekend is dat hunne werking op het menschelijk orga nisme geheel verschillend is. In zy'n »Lehrbuch der Physiologischen und Pathologischen Chemie" wijst prof G. Bunge op het merkwaardige feit dat er slechts n stof uit het delfstott'enryk is, die de menschen ' gebruiken by' hun voedsel het keukenzout, j Zien wy welk een schrandere verklaring hij van dit eigenaardige verschijnsel geeft. Het is hem opgevallen dat dieren die zich uitsluitend met vleesch voeden geen neiging vertoonen om keukenzout te eten. Onze huis dieren, honden en katten, die voornamelijk vleesch te eten krygen, leggen weerzin aan den dag tegen sterk gezouten spijzen. Daaren tegen zy'n wilde beesten, en ook huisdieren, die slechts van plantaardig voedsel leven, ver zot op keukenzout. Jagers leggen soms stukken zout neer om hen te lokken. Dit verschil is vooral opvallend, omdat de hoeveelheid keukenzout die de planteneter met zijn voedsel opneemt, niet veel geringer is dan die, welke de vleescheter binnen kry'gt. De asch van dierlyk- en van plantaardig voedsel bevat ongeveer evenveel natronzouten. Maar zeer verschillend van samenstelling is deze asch met betrekking tot het gehalte aan IcaUzouten. Plantaardig voedsel bevat veel kali, dierlyk voedsel weinig. Deze omstandigheid doet ver moeden dat de rijkdom aan kali van het plantI aardig voedsel oorzaak van de behoefte naar keukenzout bij den planteneter is. Een nadere beschouwing leert ons dat dit inderdaad het geval is. Een hoofdbestanddeel van de minerale zouten die in het bloed voor komen, vormt het keukenzout. Gebruiken wy' nu voedsel dat ryk is aan kali, dan gaan er kalizouten in oplossing in het bloed. Maar alty'd, wanneer kali- en natronzouten samen in oplossing voorkomen, heeft een gedeeltelyke omzetting plaats. Een gedeelte van het keu kenzout dat in het bloed is, en daarin noodig is, wordt door de werking van het kalizout Kussen. Professor Lombroso heeft in Pall Mail Magazine voor Augustus een artikel over het kussen, naar aanleiding van hetgeen hy'noemt de »kus-epidemie" in Amerika. Het feit, dat luitenant Hobson, van de Merrimac, door tien duizend vrouwen gekust is, schijnt hem van pathologisch belang. Een opmerkely'ke by'zonderheid acht hy het, dat by het Angelsaksische ras de mannen elkaar niet kussen; dit stelt de 10,000 kussen voor luitenant Hobson nog weer in een ander licht. Lombroso acht den kus in zijn oorsprong geen symbool van liefde, maar van moeder liefde. De kus verschy'nt vry laat in de ge schiedenis der beschaving; de gele en zwarte rassen kennen hem niet; bij bet blanke ras had hy', tot in Homerus' tijd geen andere dan moederlijke beteekenis. In de liefdescènes bij Homerus wordt niet gekust; in de oude Sanskritische poëzie wordt de kus ook alleen door moeders en kinderen gewisseld. Lombroso ziet den oorsprong ervan in het voeden met den mond, zooals vogels en eenige wilde volken (de Vuurlanders) dat doen. Kleine kinderen ook bij ons, kussen niet als zy het niet geleerd hebben, niet vóór zij zes maanden oud zy'n. Wat nu het epidemische van deze kusmanie betreft, meent Lombroso dat in iedere menigte altoos de slechte elementen, de verdorvene, zenuwachtige, schandelijke, overheerschend zijn, omdat zij actief optreden en de deugd meer passief blijft. In eene menigte vrouwen is dat nog sterker, omdat zij vatbaarbaar zy'n voor suggestie ; dit alles is, met het in eene nieuwe scheikundige verbinding ver anderd. In plaats van het keukenzout bevat dus nu het bloed een ander zout, dat er niet in te huis behoort. De nieren, welker taak het is om vreemde bestanddeelen uit het bloed te verwy'deren, bevrijden het van het nieuw gevormde zout, en natuurlyk ook van de rest van het kalizout. Per slot van rekening zien we dus dat het kali-ryke voedsel, dat gebruikt is, oorzaak werd van een verlies van keuken zout. Dit verlies moet worden hersteld. Van daar de behoefte aan bet gebruik van zout. Tot zoover de theorie en nu de praktijk. Als men, terwy'l de overige voeding geheel dezelfde blijft, een hoeveelheid kalizouten inneemt, veel minder groot dan menschen die zich voornamelijk met aardappelen voeden dagelyksch moeten slikken, wordt aan het lichaam, dit is proef-ondervindelijk aangetoond, reeds zes gram keukenzout onttrokken. Geen wonder dus dat personen die zich uitsluitend met kali-rijk plantaardig eten voeden, ver langen het verlies aan keukenzout, dat zij daardoor ly'den, door het opzettely'k gebruik ervan, te dekken. Een ander bewys voor de juistheid dezer verklaring vindt men in het feit dat wilde volken die van de jacht leven, niet slechts geen zout gebruiken, maar bet ook niet kennen. Zelfs de Finsche taal heeft geen woord om het zout mee aan te duiden. De West-Finnen, die tegenwoordig landerijen bebouwen, ge bruiken wél zout, en hebben er het Duitsche woord voor. Zonder uitzondering geldt de wet dat ten allen tijde en in alle landen de volken, die slechts dierlijk voedsel eten, het zout 5f niet kennen, of als zy' het hebben leeren kennen, verafschuwen, terwy'l de voornamelyk met planten zich voedende volken, een onweerstaanbaren dorst naar zout hebben, en het als een onmisbaar levensmiddel be schouwen. Er zy'n woedende oorlogen gevoerd tusschen naburige stammen om het bezit der op de grens gelegen zoutbekkens. gerechtvaardigde der geestdrift en de mede werking van allerlei omstandigheden, noodig om te doen begry'pen, dat in een ras van hooge cultuur, onder vrouwen van zekeren stand, eene inbreuk op maatschappelijke etiquette of zelfs welvoegelykheid, zulk een uitbreiding kon krijgen. ???MMinilliiiiilliiiiiiiimnilliiiiiimilillliiiiiiiiniiHiiiimimiiiiiiiiiiji Het Internationaal Congres. De hertogin van York. . Een touristenreis. Heereninode. Poppenstatistiék.?Grog. In The Nineteenth Century komt een artikel van mrs. Frances Low over het Internationale Vrouwencongres te Londen voor, dat niet zoo enthousiast is als de tot dusver verschenen. Zy' noemt het meerendeel der discussiën oppervlakkig en vluchtig, vol onsamenhangende begrippen, geheel zonder leidend beginsel. Vooral omtrent het dienstmeisjes-vraagstuk, omtrent loon en arbeid, was alles even ver ward en onvoldoende. »De algemeene indruk van het Congres was misleidend en verderfelijk, omdat het niet representeerend en onpartijdig was; omtrent de beroepen gaf men enkel de ervaringen van goedgeslaagde vrouwen; van het werk by voor beeld der gewone journaliste of actrice, haar worstelingen, haar vernederende angst, haar overwerken en slechte betaling, werd niet gesproken; er was een streven om alle betaald werk voor de vrouw als begeerlyk en weldadig te doen beschouwen. Het ligt toch voor de hand dat men, om te weten of loon verdienen wenschelijk is voor een getrouwde vrouw, heel wat getuigenissen moest hebben van zulke vrouwen, en van haar mannen omtrent de opgedane ondervindingen. Om te weten waarin de moeielijkheden van het vraagstuk der jonge dienstboden liggen, moeten wij haar, haar moeders en haar vaders hooren, en liefst ook de hoofden van huishoudens in de midden klasse met beperkt inkomen, die er zulke meisjes op nahouden." * « * In The Girls Kealm wordt de jeugd van de toekomstige koningin van Engeland, de hertogin van York, geschetst. Er zijn een aantal portretten by en men verneemt dat blauw de geliefkoosde kleur van het jonge meisje was, ook mauve en heliotrope, en haar geliefkoosde steenen turkooizen. Zij was als meisje spaarzaam en liefdadig, trachtte geen andere dan Engelsche stoffen en lersche kanten te dragen, en onderzocht of by' haar leveranciers de werksters wel goed behandeld werden. Zij ging alles na wat er van het »sweating system" bekend werd, en gaf haar hart lucht in deze onschuldige verzen: If each man in his measure Would do a brotber's part, To cast a ray of sunlight Into a brother's heart, How changed would be our country How changed would be our poor! And then would Merrie England Deserve her name once more! Met hare moeder, de hertogin van Teek, ging zy' vaak liefdadige instellingen bezoeken, zond er bloemen en groenten uit den moestuin heen en had wel eens de aardigheid, in de door de hertogin gestichte huishoudschool voor dienstboden, voor de daarin opgenomen meisjes thee te gaan schenken. * * * Als nieuwste reisroute voor touristen wordt in de Contemporary Review de Transsiberische spoorweg geroemd, die binnen weinige jaren van Moskou naar Wladiwostock zal loopen, en wat het reeds voltooide gedeelte betreft, zoowel in comfort als in verrassende omgeving onvergelijkelijk moet zijn. De wagons zy'n breeder en hooger dan in Europa; de stations worden schilderachtig en artistiek gemaakt, ieder station anders; de buffetten zullen (zooals ze nu reeds aan deze zijde van den Oeral zijn) rijk voorzien worden van uitstekend toebereide Russische en Europeesche schotels. Nu reeds eet men voor een roebel in ieder Russisch station beter dan elders voor een halven guinje. Als fraaiste stad zal waarschy'nly'k Tomsk zich ontwikkelen, dat nu reeds telephoon, electrische verlichting, een bloeiende universiteit met 300 studenten en 30 professoren bezit, en ongeveer als centrum van de lijn kan gelden. Kurgan is de hoofdstad van de koren- en grasvallei tusschen Obi en j Yenisei; het zal een Aziatisch Chicago worden. iimiimijiiimmHiliiiiiiimiiiimimiiimiiliiiimiiiiiiiMiiiiiiniiiiiMimiiiiiii De uitspraak van het vegetarisch kookboek, dat de in groenten voorkomende zouten het keukenzout kunnen vervangen, is dus ten eenenmale onjuist. Integendeel prikkelt het gebruik dier zouten tot meerder gebruik van keukenzout. Wat echter wel aanbeveling verdient, is de waarschuwing van vegetarische zijde zoo vaak vernomen, om niet te veel keukenzout te gebruiken, in overweging te nemen. Evenmin als het verstandig zou wezen b.v. aardappels (een bijzonder kalirijk voedsel), zonder zout te nuttigen, is het goed om er groote massa's aan toe te voegen. Keukenzout wordt niet enkel gebruikt als noodzakelijke voedingsstof, maar ook als genotmiddel. En als zoodanig wordt er soms een zeer onmatig misbruik van gemaakt. Het kan niet goed voor onze nieren zijn, om gedwongen te worden al die overmaat van zout, die het onze mond belieft binnen te laten, wederom af te scheiden. Aandacht verdient ook om deze reden het euvel, dat zoovele menschen zich bijna uit sluitend met aardappels voeden. Dat dwingt tot een groot keukenzoutverbruik, zoodat dagelijkscb meer dan 100 gram natron- en kalizouten door de nieren gaan. Waarschijnlijk ly'den zij daaronder. Zy bezitten niet, gelyk de maag, een middel om te protesteeren, indien men hen mishandelt. Ofschoon hiermede gezegd is, wat over den invloed van het keukenzout op onze gezond heid te zeggen viel, hebben wij nog altijd geen antwoord op de vraag, waarom bet menschelijk organisme zóó is ingericht dat het van alle mineralen uit het Delfstoffenrijk, er maar n onder zekere omstandigheden voor zijn voeding behoeft. Wel, onze smaak voor zout is nog een overbly'fsel uit den ty'd dat we visschen waren, en dag en nacht rondplasten in het zoute water. Gely'k bekend is leert de theorie, die men Darwinisme pleegt te noemen, dat de mensen zich ontwikkeld heeft uit lagere diersoorten. De wezens, waaruit de gewervelde dieren zy'n De spoorweg sny'dt den bovenloop van de Obi, de Yenisei en de Lena juist waar zy gemakkelyk bevaarbaar beginnen te worden; aan de kruispunten ry'zen de steden als paddestoelen op. Maar het touristenbelang is natuurlyk ondergeschikt aan het handelsverkeer en het daarmede in verband staande personenvervoer. Wanneer alles gereed is, zal men van Londen naar Shanghai kunnen reizen in negen dagen, voor 40 pond eerste klasse, ongeveer de helft van wat men nu lapgs den kortsten zeeweg over Brindisi betaalt. * * Sedert de prince de Sagan van het tooneel verdween, is eigenlijk het koningschap over de Parysche heerenmode vacant; een aantal pretendenten, ieder met zy'n kleermaker, wor stelen om de heerschappy over den »chic". Het woord zelf moest al lang verouderd zy'n, maar is eenvoudig en verstaanbaar, het bly'ft dus nog bestaan. De snobs hebben het een tydlang vervangen door «smart", ook dit heeft afgedaan: men wil protesteeren tegen de snobbige anglomanie. De »cerclenx" hebben zich een tydlang »bazars de la charité1' ge noemd; nu is door de royalistische jongeren een woord gevonden dat gallisch, historisch, , nationaal en middeleeuwsch is; zy noemen zich »chante-clairs". Wat dragen nu de »chante-clairs" ? Onge steven overhemden met bonte strepen, breed pf smal, op de borst. Hoe slapper het overhemd is, te sty'ver verlangt men boord en manchetten; de laatste weer verblindend wit. De das moet, in scherp contrast met de kleur van het overhemd, met den zakdoek overeenkomen; het vest is verdwenen voor den fijnen elastischen zy'den gordel, met leeren gesp. De Tyrolerhoed, »marquis de Mores" genoemd, heeft afgedaan; »chanteclair" is nu de »planteur", een slappe lichte vilten hoed met breede ongezoomde randen en smal eenkleurig lint. Een andere witte hoed, ook met breede randen, die men omslaan kan, heet naar den Afrikareiziger »Marchand". Zeer »chanteclair" is het, den halven of zelfs den heelen dag in een morgencostuum van cru zy'de te loopen, veston en broek met kleine bloempjes gebrocheerd, en waar, buiten op de linker borstzak, des «chanteclairs" monogram in bruine zijde geborduurd is. Men gaat er zelfs mee uit dineeren of op soiree. Voor 's morgens thuis worden aan deze zonen der kruisvaarders chambercloaks geleverd van gestreept batist, wit en rose, met rose batist gevoerd. * * Van Clark's University in Amerika, de eenige inrichting uitsluitend voor hooger onderwy's in de Ver. Staten, is de directeur een zekere dr. Hall, lombrosist en statisticus. Hy heeft nu pas een groote «studie over de pop" doen uitkomen, die hij zelf zeer belangry'k acht. Hij vraagt bv. van een zeker aantal kinderen: hoe straffen ze hun poppen ? 41 sturen ze naar bed, 34 slaan ze, 32 geven ze met den stok, 25 beknorren ze, 20 sluiten ze in een donkere kast, 13 verbieden ze de kamer uit te gaan, 17 bindeA ze in den stoel vast, 11 schudden ze, enz. Van 845 anderen hielden er 191 meer van een wassen pop, 153 van l een porceleinen, 144 vaneen gebreide of andere ' slappe, 116 van een biscuiten, 6 van een houten | enz. Nog: 119 kinderen geven aan de pop den naam van een vriendinnetje, 87 een gepaste naam als blondje, langneus, 54 een fantasie naam, 35 een naam uit een poppenverhaal, 33 den naam van den gever, 26 noemen haar enkel »dolly", 21 veranderen dikwyls van naam. Met melk voeren 81 kinderen haar poppen, met brood 75, met koek 62, met water 45, met lekkers 33, met beschuit 27, met aard appels 19 (deze optelling vult 13 regels kleinen druk) ... Het rechtstreeksch nut van deze enquête springt niet dadelyk in het oog, maar de wegen der wetenschap, ook der statistische, zy'n vaak wonderbaar. * * Vanwaar het woord »grog" ? Naar The Gentle man's Magazine beweert van de stof gros-grain, die in Engeland «grogram" heette. Admiraal Vernon (1684?1757) droeg een rok van die stof, een mengsel van zy'de en mohair; de matrozen noemden hem »old grogram", en toen de admiraal een mengsel van rum en water in de scheepskost officieel had inge voerd, noemden zij dit eerst grogram, later grog. E?e. ontstaan, hebben niet op het land, maar in de zee geleefd. Met het gehalte aan keuken zout van al wat leeft is het zoo gesteld, dat organismen, die wonen in een natronrijke om geving (zooals de zee is), veel keukenzout bevatten, terwy'l anderen, die leven in een omgeving waar het hun aan keukenzout ont1breekt (zooals op het vasteland), het bewijs leveren dat een groot natrongehalte geen voor waarde is voor het bestaan van organisch leven. Planten en ongewervelde dieren, die op het strand en in de zee voorkomen, zijn rijk aan keukenzout, terwijl insekten en landplanten slechts zeer weinig daarvan bevatten. De gewervelde dieren echter maken op deze regel een uitzondering. De vasteland-bewoners onder hen bevatten veel keukenzout. Dit komt, omdat hunne voorouders in de zee hebben geleefd. Al zy'n misschien honderde eeuwen verloopen sinds den tijd dat onze stamvaders het zilte nat den rug toe hebben gekeerd, ons lichaam voelt zich nog steeds niet, gely'k dat der planten en ongewervelde dieren, volkomen thuis op het land. Wij zijn nog niet geheel en al geacclimatiseerd. Dege nen onder ons, die zich op gewone wijze voeden, verlangen een toevoeging van zout aan al het eten van organischen oorsprong dat zy gebruiken. Het is niet waarscbijnlyk dat men schen, die van plantaardig voedsel leven en geen keukenzout onder hun bereik hebben, sterven zouden. Maar de behoefte eraan doet zich zoo sterk gevoelen, dat sommige volken, die niet zooals wy, op allerlei wy'ze het zout weten te gewinnen, met graagte zeewater drinken. C. F. L.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl