De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 27 augustus pagina 8

27 augustus 1899 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER- W EEK BLAD VOOR NEDE RL A N D. Nol 1-157 iemand in negen ten ranten tan. Portretten uit de Figaro. (Figaro van 9 Augustus.) capluine Parfait (Figaro van 18 Augustus.) Commandant Nieme talöelc, (Figaro. Hermann Paul.) Les questions ne seront pas posées ! Portretten nit fle Figaro. Le général Mercier M?c Henry Een onnatóend ptozen plefte, (Ptck-me- L'p.) kaansche Spoorwegwaarden de volgende uit komsten: '' lOAug. 17 Aug. 24 Aug. 23 67% 56% niA 59% 10UH 18 99 78% 14% 40 971A 12% 39 74% 110% 96% 13 % 40 75% 10% 71% 26% 83 98 'A 14 41% 76% 112 53 'A Atchison commons . 21 21HS dito pref. ... 63% 64 Balt. & Ohio comm. 48 47 V» dito pref. ... 71 71 Centr. Pac. Dep. eert. 54% 56 X dito 5 pet. oblig. 105 % 105% C'. Akr. & Col. comm. 1TA 17%; dito equipm. . . 100>i5 99% Denver Rio comm . 21% 22% dito pref. ... 76 X 76% Erie comm J3I4 13% dito 1ste pref. . . 37% 37% dito 2,1e » . . 19^5 18% Gulf. comm. . . . 10% 11% dito 5 oblig. . . (37 % 71M S. L. (Vïro comm. . 2514 25% Louisville comm. . . Mex. Intern. . . , Miss. Kans. & T. comm. dito pref. . Oreg. Inc. B. ... Utah North. 5 pc. . South. Railw. pref. . Union Pac. comm. . 45 44% 47%. Wanneer ik hierbij in herinnering breng dat de Gulf aardeelen en de 5 pc Gulf oblig., die nu genoteerd staan op 10% en 71%, den 3den dezer geprijsd stonden op 8% en 63'/g, dan blijkt dat deze veel besproken stukken den grootsten vooruitgang hebben gemaakt. Nu de hoogere noteering meer blijvend schijnt te zijn tegen de nadering van de publiceering van het rapport der administratieve en tech nische deskundigen, mag een gunstige inhoud verwacht worden. Dat de pessimisten sterk overdreven en vrees voor hun onpartijdigheid in sterke mate opwekten, is in deze kroniek meermalen gezegd. Velen zullen door het behoud van hun stukken zich voor groot ver lies behoed hebben, en koopers tegen de vroegere lage noteering hebben goede zaken gedaan. De inlevering bij de gebr. Boissevain heb ik vroeger voorshands nog ontraden, omdat de vrye beschikking zoo lang mogelijk voor den houder der stukken moet voorbehouden blyven. Genoemde heeren deelen thans mede dat de bij hen ingeleverde stukken terug bekomen kunnen wo den tegen later te melden voor waarden, omdat zy niet willen medewerken tot het slagen der reorganisatieplannen van het Philadelphia-comité, waarmede de heer de G. alhier de voornaamste geïnteres seerde zich ook onverwachts vereenigd heeft. Volgens de berichten, die evenwel nog be vestiging behoeven, zouden de 5 pets. Ie hyp. oblig. worden geconverteerd tegen 75 pet. 4 pets. Bonds en 40 pet. pref. aandeelen. Op de aandeelen zou een by'storting van 10 dollars, waarvoor pref. shares zullen worden gegeven, verlangd worden. Tegen een vergoeding van 75 pet. in preferente en 25 pet. in gewone aandeelen, kunnen houders van aandeelen der K. C. Suburban Belt toetreden. Binnen enkele dagen zullen nu wel de rapporten der des kundigen en de reorganisatie-voorstellen oifi cieel worden meegedeeld. Inmiddels doe ik opmerken dat, volgens het eerste kwartaalbericht der receivers, loopende slechts van 28 April tot 31 Mei, een netto bedrag van 105 duizend dollars overbleef en dat de ontvangsten heel wat meer bedragen dan in het vorige dienstjaar. Een buitengewone verhooging onderging de noteering der gewone aand. Louisville & Nashville in verband met de bijna ongeloofelijke toeneming der ontvangsten. De vermeerdering der bruto's over het laatste dienstjaar zou be dragen 1,7(3 millioen dollars, behaald door een grootere uitgaaf van 8 honderd dollars voor exploitatiekosten. De netto's zouden 9 honderd duizend dollar meer dan het vorige jaar be dragen. Een dividend van l pCt. is op de aandeelen Chesapeake & Ohio aangekondigd. Dit is het eerste. De Southern Railway beeft een halfjaarlijksch dividend van een pet. op de pref. aand. ge annonceerd. Op de 2de pref. aand. St. Louis & San Francisco is een pet. dividend, betaalbaar in September, aangekondigd. Na de bespreking van de Amerik. sporen en van den algemeenen toestand van de geld markt blijft er niet veel te vermelden over. Staatsfondsen bleven zwak tengevolge van de nog betrekkelijk hooge geldkoersen en van de meerdere animo die voor industrieele fondsen bestaat. Spanjaarden brokkelden wat af. Van de 1971 millioen francs in 4 pets. buitenl. obligatiën zijn voor 1038 millioen in eigendom van buitenlandsche houders. Volgens de af stempeling, die heeft plaats gehad, zijn de spaansche schuldbrieven verdeeld als volgt: in Frankrijk (370 millioen, Engeland 141, België121, Duitschland 54, Nederland 35 en Portugal 18 millioen. Turken onveranderd, hoewel de conversie der 5 pets. Douane-leening van 1886 spoedig mag verwacht worden en de arlossingswaarde dezer stukken ongeveer 9(3 pet. is, terwyl de noteering byna 2 percent lager staat. Kol. Credietinstellingen en cuitunrondernemingen zeer weinig en in uiteenloopende rich ting gewyzigd. Van de Spoorwegleeningen avanceerden Haarlem?Zandvoort van (33 tot 65, Holl. IJz. Sp. van 113 tot 114, Ned. Z. A. van 230 tot 231. Van de Trammen gingen vooruit: E. Ned. Electr. Malang, Ned. Tramway, S.-Joana en Serajoco. Voor Babat Djomb. moet wederom een teruggang vermeld worden. Zouden nog te veel stukken in de eerste hand zijn ? Houders van lieggio-Loten kan, voor de zooveelste maal, bericht worden dat men, door vereenigd optreden, andermaal zal beproeven de onwillige debitrice tot voldoening aan hare verplichtingen te dwingen. Madrid heeft de getrokken prijzen nog niet gepubliceerd. Waarom niet? Amst.. 24 Aug. 1899. D. STISIEK. tiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiuiiitiiiiiuiiitiiiimiiHiiiiiiiniiiMniiHiiiiiiiiiiiiiiiiiii Snellaert en fle NeflerlanUe Congressen, Nu het 2ös Nederl. Congres te Gent gehouden zal worden, kan het zijn nut hebben, het vol gende over te nemen uit De Vlaamsdie Strijd: »De talrijke verzoekschriften, die in 1340 aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers werden gezonden om Laar te verzoeken de noodige maatregelen te willen treffen opdat de taal van de meerderheid van de Belgische natie niet langer als die van een overwonnen volk zou worden behandeld, had de Vlaamsche Beweging buiten den engen kring dei schrijvers en ge leerden, 'waarbinnen zij tot dusver besloten was gebleven, doen tredeu. Reeds kon men het oogenblik tegemoet zien, waarop zij zich meer en meer zou uitbreiden en ten slotte ook op de menigte haar invloed zou doen gevoelen. Iets was er echter, dat naar het oordeel van allen, die hun beste krachten aan die bij uitstek rechtvaardige zaak wijdden, haar vooruitgang nog steeds in den weg lag. Door de omwente ling in 1830 was het letterkundig verkeer tusschen Noord- en Zuid-Nederland bijna gansch afgebroken. Alleen tus&chen enkele, zeer schaarsche geleerden uit de beide Nederlanden werden nog betrekkingen onderhouden. Voor het overige scheen een onoverkomelijke scheidsmuurtusschen Noord en Zuid te ziju opgetrokken. Zeker was het dat die afzondering, waartoe de Nederlandsche letterkunde in Bcilgiëgedoemd scheen, op den duur een allernoodlottigsten invloed op hare ontwikkeling zou hebben. Waartoe zou het dienen dat, een handvol mannen niets onbe proefd lieten om ze te doen vooruitgaan, wanneer niet het jeugdige, nog zwakke boompje door den toevoer van het krachtige, frissche levens sap uit het Noorden intijds weri gevoed en gesterkt, wanneer niet de eenheid van taal tusschen Noord en Zuid op plechtige wijae werd bevestigd ? Zij, die de Vlaamsche Beweging met een kwaad oog aan?a.;en, lieten immers nooit eene gelegenheid voorbijgaan om de -meening te doen ingang vinden dat »Hollandsch" en // Vlaamsen" twee verschillende talen waren. Er bestond dan ook wel eeaige vrees dat door die afzondering bij velen en vooral bij de machtigen in den lande op den duur zich de overtuiging zou vestigen dat het Vlaamsch" toch eigenlijk niets anders dan eene straattaal, eenptttoit was. Zóó zou men er wellicht toe komen een schijn van waarheid te ontdekken in het hatelijke besluit van 10 November 1830, waarbij let Voorloopig Bewind had durven verklaren dat de Vlaamsche taal van provincie tot provincie en zelfs van district, zoozeer verschilde dat het Onmogelijk, was daarin een oüic.ëelen tekst der wetten en besluiten uit te gtven. Hoe groot nu echter die zucht tot toecadering van Noord en Zuid bij sommige Vlaamsche strijders was, toch scheen niemand aan te durven, den eersten stap daartoe te beproeven. Dat aan die onderneming zekere eigenaardige, niet licht te tellen bezwaren verbonden waren, valt zeker niet te ontkennen. lu het Noorden toch waren al de wonden, die rtoor de gewelddadige losscheuring der Zuidelijke gewesten geslagen waren, nog niet volkomen geheeld : vele vooroordeelen zoudfn daar moeten ovfrfvonnen, alvorens de lokstern tot een broederlijk samen komen een gunst g oor zou vinden. lu liet Zuiden was het ztker niet beter gesttld: bij sommige Vlamingen, die anders voor hunne taal veel overhadden, zou mibschien elk denkbeeld van toenadering tot //d-e Hollanders" zooniet wrevel, dan toch wantrouwen wekken. Toch was ti een man, die zich niet door al die overwegingen zou laten weerhouden, een man, die reeds herhaaldelijk het bewijs had geleverd dat,, waar het de belangen zijner dierbare moedertaal gold, hij voor geene hinder palen terugweek. Die man was Dr. F. A. Snellaert. In elk opzicht was hij uitnemend geschikt om den eersten stoot tot het eerste Nederlandsch letterkundig Congres te geven. Door zijn groot, aandeel ia de adresbeweging, die hij in 1840 zijn vriend en medestrijder Jan Frars Willems had helpen inrichten, mocht hij aanspraak maken op het vertrouwen en de genegenheid van eiken rechtgeaarden Vlaming. Verder bad zijn naam in Noord-Nederland een allerbesten klank. Men wist dat bij bij het uitbreken der omwenteling in 1830 als officier van gezondheid met zijn regiment, dat toen te Antwerpen lag, naar het Noorden was getrokken en dat hij aan den eenmsal gezworen eed was getrouw gebleven, zoodat hij eerst in 1835, toen de scheiding der Nederlanden onwederroepelijk was geworden, naar Belgiëwas teruggekeerd. Door zijn lang durig verblijf in Noord-Nederland was hij met de beste schrijvers en geleerden in aanraking gekomen en bad ook na zijn teruukeer in zijn geboorteland met hen drukke betrekkingen blijven onderhouden. Werkzaam en voortvarend als Saellaert was, kon het niet anders of wanneer eenmaal bij hem tiet plan tot het inrichten van een Nederlandsch CoEgres gerijpt was, zou hij dat ook wetea door te zetten. Eerst diende hij in eene vergadering van het Flitemscli Gezelschap te Gent, een voorstel in tot het beleggen in den loop van het volgende jaar men schreef toen 1S4S van een Nederlandsch Letterkuud'g Congres, waartoe alle letterkundigen en geleerden uit Noord en Zuid zouden worden uitgenood'gd. Kort en krachtig als altijd verdedigde hij zijn voorstel, dat dan ook werd aangenomen. Op 24 December ISIS werd de commissie, die door het Fliiemsch (lezelschvp met het inrichten van het Congres was gelast geworden, door het Kederilidlsch Tavleerbond gemachtigd de oproeping tot het deelnemen aan het Congres uit naam van het Tuelcerbond te laten verschijnen. Den 2G Augus'us bad in de groote zaal der Hoogeschool te Gent de plechtige opening van het Congres plaats. Dien dag ving dus de reeks aan dier broederlijke samenkomsten van mannen uit Noord en Zuid, bezield met liefde voor hunne moedertaal, van letterkundigen en geleerden, die, zooals Snellaert in zijne openings rede zeide, tot elkander waren gekomen om naar middelen om te zien, ten einde datgene te volbrengen wat eeuwenlang verwaarloosd werd, wat niet tot stand kon komen, toen men onder een zelfde Staatsbestuur ia een zclfcie huisgezin leefde : eenheid in de werking der Noord- en Zuid-Nederlanders tot behoud van den gemeenschappelijken vo kszin en de gemeenschappelijke volkstaal". Wanneer men over weinige dagen bij gelegenvan het XX Ve Nederlandsch Taal- en Letter kundig Congres, dat in dezelfde zaal zal worden gehouden, waar vóór eene halve eeuw de eerste byeenkomst van dien aard plaats had, met dankbaarheid al het goede, al het voortreffelijke zal herdenken, dat door die bijeenkomsten van vrienden der Nederlaadsche taal werd tot stand gebracht, dan, hopen wij, zal men ook een blik van dankbare vereering werpen op het beeld van Suellaert, van den kloeken, onbuigzamea Vlaming, dien men terecht den Vader der Nederlandsche Congressen heeft genoemd. J. "Woningen; Sanatoria voor minvermogendeZenuwjyders; Toepassing der hygiëne in Neder land in de laatste !50 jaren; Sanitaire Kroniek. Inhoud van Tijdschriften. Tijdschrift voor Onderwijs en Opvoeding: J. H. Gunning Wzn. (Jena), Paedagogische schoolreizen III; H. Zondervan (Warfum), Aardrijkskunde als vak van onderwijs II; G. J. Buys (Amersfoort), Het een en ander over Onderwijskunst. Hygienisclte Bladen: H. B. J. van MHMIUHIIMimillllllllliUMMM Aan alle Vrienden der Weezen, Heden vi«rt de Maatsohappy -tot opvoeding: van Weezen in het Huisgezin haar 25-jarig bestaan. Redenen tot feestvieren te over en bij de oud-verpleegden felydschap reeds in het vooruitzicht op een réunie op «Zandbergen", waar allen korter of langer vertoefden. Maar het Bsstuur deinsde terug voor de noodzakelijk daaraan verbonden kosten. Zoo lang de kas niet toelaaf, aan alle aanvragen tot plaafaing van weezen te voldoen, zoolang most feestvieren achterwege bijjven. In stilte zullen wij dus dezen dag herdenken en beschouwen als een rustpunt o > onzen weg, om daarna weder metfrisschen moed den arbeid te hervatten, in de vaste overtuiging, dat ons liefdewerk velen tot zegen is. 2") jarige ervaring leerde ons, dat zegenrijke invloed op het kind enkel te verwachten is van persoonleken invloed, -van den diepen in druk, welken een vroom, vriendelijk, ernstig mensen op het kind maakt. Wy verkiezen huiselijk leven boven gesticitsleven. De resul taten spreken : van de circa 400 kinderen, die door de Maatschappij warden opgsvoed, ieder overeenkomstig eigen geloof, aanleg, stand en ontwikkeling, zijn slechts enkele niet tot hunne bestemming gekomen, de overigen dankbare, nuttige, oppassende leden der groote maat schappij geworden. Gesterkt door dat resultaat willen wy moedig blyven arbeiden, indien het ons tenminste mogelijk is. Alles hangt af van den steun dien wij ontvangen. Wij staan aan het begin van een nieuw tydperk, waarin ongetwijfeld de goed georga niseerde verpleging in het huisgezin meer en meer op den voorgrond zal treden en bijgevolg onze Maatschappij meer en meer behoefte aan flnancieele hulp zal voelen. Verblijdt ons daarom, by gelegenheid van het 25-jarig bestaan der vereeniging met een feestgave ! Helpt ons het bestaande te behou den ! Steunt ons om tot hooger krachtsont wikkeling te komen ! Hel Uïstuur: J. Attema, V o o r z., 's Gravenhage, Koninginneweg 70 ; A. 'W. Beckeringh, Penningm., Amsterdom, Weteringsch. 132; Jhr. Mr. A. K. v. Boelens v. Eysinga, Leeuwar den ; Jhr. II. II. A. J. de Geer, Doorn ; Joan H. Sehmitz, Amsterdam. Plantage Middeliaan 15; A. Palache, Amsterdam, Keizersgr. 772 ; J. H. A. A. . Kalff, Amsterdam, Vondelstr. 440 ; D i r.-S e c. J. Woudstra, «Zandbergen'', Amers foort. De Maatschappy verpleegt op dit oogenblik : in 77 Protestantsche gezinnen (57 kinderloos) 147 Protestantsche -weezen, in 24 RoomschKath. gezinnen (22 kinderloos) 47 RoomschKath. weezen» in G Israëlietkche gezinnen (2 kinderloos) 12 Israël, weezen, totaal aantal der weezen 206. llnMtlllJIIIMIIIIIIIIHIIIUtlHMtMIlHHMIIMMMMMIMIItlUllnlIlmtfflIBlnm Julius Pmllelman firoimnejjer. Hij zag er goed uit, had zelfs iets meer kleur dan gewoonlijk. Het zomerreifje had hem blijkbaar opgefrischt, en toen hu mij de hand gaf, bij het we derzien na een paar maanden van scheiding, mocht ik Char les met hetzelfde recht geluk wenschen als hij mij; dat deden wij dan ook elkander, zoo hartelijk moge lijk. En heb je je goed geamuseerd, was miin eerste vraag. Buitenge woon, antwoordde Charles.... Maar er scheen toch iets aan ontbroken te heb ben ; want, zoo liet hij dadelijk daarop volgen.... buitengewoon, naar omstandig heden, zie je. Jawel, hernam ik, ik begrijp je, slecht weer gehad in Zwitserland, en jij met je behoefte aan maneschijn en zonnestra len, aan schittering en tinten, aan bloemen en zang vogeltjes, hebt daar wat erg in de drup gezeten zoo heelenaaal niets voor jou. Neen, zuchtte Charles, dat was het niet; ik houd van een stevige bries en van een stortbui; dan zet je je zuidwester op en laat je maar eens beplassen, en zoo in nevel of onder stortbuien de bergpaden beklimmende, met de gletschers om je heen en boven je hoofd, krijg je vanzelf het gevoel alsof je naar den Noordpool vaart, om daar Harer Majesteits dundoek te planten. Neer, wat het weer betreft, had ik geen klagen. Eigen lijk weerde het voor iemand als mij eer mee dan tegen, maar, mijnheer Bronpmeijer, wat een van de leelijkste omstandigheden is, waarmee je hebt rekening te houden, als je in dat bergland reist: geen Majesteit en geen Jttariue.' en Charles trok een gezicht alsof' hij mij vragen wou: kent u wel pen verschrikkelijker armoe op de wereld? Nu, die kende ik. natuurlijk niet, maar nog vóór ik behoorlijk mijn antwoord kon uit spreken, eii den toeleg kon volvoeren om hem ietwat jaloerser; te maken, door hem mede te deelen dat ik zelfs midden in de Ardennen in een Hotel de Amirautéhad gelogeerd, ging hij voort: en tot zulk een land zouden sommigen ons Nederland willen maken, maar 't zal hun niet gelukken... l Want, Brommeyer, een landr ook al bezit het een. Majesteit, ie op'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl