De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 3 september pagina 6

3 september 1899 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1158 Ze stooft in haar fragmenten van Leven" het idee van mineraal en molekuul zeker om het rijm door elkaar, dat een chemikus en een geo loog er van grizele.n, en verwart den lezer zo, dat hy in plaats van de vlucht der werelden om hun zonnen te volgen, zich meegesleept voelt in een filozofise nonsens-draajmolen, ze heeft het over de verstoring van het evenwicht in kosmise nevelmassa's, of ze er zelf in gasvormige toestand by is geweest, en ze redeneert als deskundige over het heelal, of je dat onder een mikroskoop kunt zetten. Daarna peinst ze over het getal", dat naar ouderwetse, antropo sentrise opvatting, volgens haar, evenals de taal in den bybel, aan den mens kado werd gemaakt, zo maar ineens geopenbaard". Ze vergeet glaJ, dat diren, honden en miren, al sryven ze niet in syferg, toch begrip van tyd en dus van hoeveelheid, getal, hebben, en dus het besef van getal geen menselik monopoli is, maar een produkt van gedachten-groej. De stof zingt volgens haar den lof van het getal l Prachtig. Net een zinnetje als: de sterren loven den Schepper van hemel en aarde. En dubbel vaag worden di brokstukken, omdat ze ons di maar als grepen voorlegt, uit een gedichf, dat goddank! nog niet in zyn geheel gepubliseerd of niet voltooid werd. De styging onzer bewustheid je moet een halve Hegel wezen om dat goed te behandelen begint zo: Toen brandde een roode vlam, gewelf en wand Van hemeldoom weerstraalde 't amarant. Toen! Wanneer? Greenwich- of Amster damse tyd? Veel draagt zo'n akkurate aan duiding tot de stijging ran myn bewustheid tenminste niet bij. Nu kan als beeld, de styging van vlammen, di er zelfbewustzyn op na houden (? ? ?) als een crescendo van geestelik vuur, dat zijn eigen schijnsel ziet weenen, lachen, er heel misschien nog door, maar terwyl de aanvang van leven" een genesis in duodecimo moet voorstellen met nevelige aanduidingen der nevel-hypoteze van Kant en Laplace, kragen we als vervolg niet een geregelde ontwikkeling»- geschidenis van het menselik verstand, maar alleen dichterlik vuurwerk. Met het ontstaan en den aard van het bewustzijn van de lagere diren, dat vooraf behoort te gaan, bemoejt ze zich niet. Ze herinnert hier aan dat ongelukkig soort individuen, di eigenlik niet denken, werkelijk ernstig denken kunnen en als di dan aan het filozoferen raken en weet je dan lieLt het eerst over hoge" dingen, in plaats over de begrypelykste za ken ... o wee l Bij de styging onzer bewust heid zou je de hele kuituur-geschidenis te pas kunnen brengen, van ai de antropoïde tot en met de slechtste dichter van anno '99 als glori-ryk produkt der beschaving. Zu sehn wie wir 's zuletzt so herrlich weit gebracht! (Faust.) By den aanblik van zo'n rezultaat onzer ont wikkeling zou je hyper-darwinjaans worden en tot de konkluzi komen, dat de mens niet alleen van den aap afstamt, maar bovendien wellicht verschillende aapsoorten van den Homo sapiens. Ook Verantwoordelijkheid en Schuld" begint weer leukweg met: En toen. Juffrouw, als u Spencers Right had gelezen of maar gewoontjes had waargenomen, dat honden begrip hebben van goed en kwaad, zou u eerst gesproken hebben over de rechts-idejen by' diren. Wat haar totaal bedrogen heeft in haar kracht tot het behandelen van een onderwerp, goed voor een artiestike Atlas-natuur, was: dat ze het neer zetten van enkele vergelijkingen verwarde met het volledig poeties zien van de wording der aarde, van haar flora en fauna, en van de wezens, di er een eigen kuituur op na houden: miren, bevers en de mensen vooral. Ten slotte heeft ze het met fraje motiven over de sympati. In dit gedeelte keert ze trug tot een beeld van witte bloemen, di zich openen in den nacht. Ze heeft daarvoor een zekere liefde, maar dat moet ze niet te veel herhalen, want dan word het geen kunstuiting meer maar louter procédé. In een van haar gedichten heeft ze werkelik op verdienstelike manier haar beetje natuurkennis te pas gebracht en zó mag ze het meer doen: Zooals het zwevend stof in hooge lucht Den Hemel toont met vollen blauwen schijn, Wijl 't brekend, spreidend in zyn wijde vlucht 't Licht tot ons wiegt, dat ons te hel zou zyn, Kwam 't ongebroken, zegen makend pijn. Zoo zou het liefdelicht in atmosfeer Van ongerepte zuiverheid verzengen, De zwakke ziel en zon doen zinken neer Haar teere kracht, kwam wereldleed niet mengen In d'ether zich om zacht het licht te brengen. Hier heeft ze zonder in geleerd pedantisme te vervallen, den slag beet. Nu wil ik de stijging van haar bewustheid in haar verzen bespreken van af '90 tot en met '97. Ze hindert kritisi en publiek in hoge mate door nergens een titel boven te plaatsen en zo overweldigend mooj srijft ze niet, dat men van al haar poemen de inzet onthouden kan. Blz. 5, 6, 7, 16, 18, 22 een enkele wending uitgezonderd, 42 waar ze een nagevoel gaf van vroegere emootsi, blz. 47 minus twe regels, en blz. 53 bevatten niets dan futiliteiten. Niet gehoorde klank komt voor blz. 8 want vogelideren stuwen niet als golven, wel zangen van mensen-koren b.v., ook bruisen de klauken van nachtegalen en merels niet. Slecht, gevoelerig rijmt ze telkens op w blz. 20. In '91 biz. 14 werd haar hart doorploegd van smart. Blz. 21 heeft ze een moje aandoening bedorven door slechte expressi: Eens heeft myn ziel gezien een zeer groot licht (Waarom niet mijn oog ? Zeker om een vals eö'ekt van zi-zi klanken). Het kwam heel ver uit ongekende landen, Waar machtig suizen bloed-, bloedroode branden Door liefde uit Ivjdens ondergang (?) gesticht. En naar dat licht strekten zich heen mijn handen Hua vlammenspeling gloeide mijn gezicht In stil verrukken naar die gloed gericht (het rym werkt hier beslist spannend) Hun stralen strengelden goudwonderbanden (Wat zag ze daar nu eigenlik bij ?) En wat daar dood was, is nu lichtend leven enz. De rest loopt flink. Blz. 36 stoort ze even door het stijve: diep-trouwig zinken neer" de stemming, blz. 44 word een strofe vaag door de onverstaanbare wending: blij der eeuwigheid" en blz. 49 had ze want wi" in plaats van maar wi" moeten zeggen om helder te blijven. Ook op blz 24 stremt ze de loop van een gedicht door de onduidelike aanvang: Daar trilt in tranen soms als 't toortsenlicht Van heil'ge werelden, de zuivre gloed Uit lijdens hooge huis .... De hemel stelt men zich toch als een verblijf van vreugde voor. Blz 28 overdrijft ze aan het slot: Haar zielskoor blijft daar eeuwen lang zingen. Ook blz. 41 waar uit haar oogen een schijnsel Magen gaat. Zo, zo acht ik haar strofen op blz. 26, 46, 48, waar haar stralen tempel niet zo klaar voor haar verbeelding opschitterde, als ze misschien dacht, en blz. 50, 51 en 54. Zangerig klinken de verzen blz. 17 en 39, daar als een oude melodi. In het liederengenre zal ze licht meer kunnen leveren. Van haar avondstemmingen moeten di op blz. 19 en 33 geprezen worden. Maar na in het eerste gesproken te hebben van lover, dat op de lucht ligt, had ze niet daarna het woord hangen moeten gebruiken. Dat bederft ds wy'ze van voorstelling. Goede verzen vind men blz. 25, 27, 30, 32, 35, 38. Blz. 31 herinnert aan Scharten, di van dezelfde stof in Levende stilte" (zi de Arbeid van Juli) heel wat meer maakte. Op het einde word ze na haar stille lyriek, di gaat als het kabbelen van een meer opeens heftig en doet ze denken aan Helene Swarth. Daar (blz. 55 en 56) vlamt heur haat hoogrood op zwarte grond, om te verzwinden voor zilvergloed van liefde tegen een diepte van hemel blauw. Ze geeft hier lucht aan dat gevoel van onmacht van het individu, dat in een ogenblik van woede over bestaande ellende de hele maatschappij wel in elkaar zou willen trappen, en toch zich gedwongen voelt voort te lopen in het alledaagse gareel en dan maar weer goed word met de samenleving, omdat schelden toch niet helpt. Misschien word ze door proletariër-poezi later nog een steun van de S. D. A. P. Blz. 34 en 37 toont ze ver wantschap met Van Eeden, waar hij droomt van spelonken en een meer tussen rotsen (zi Ellen blz. 15 en 23). Wat me verder dikwuls maar niet voortdurend de indruk gaf, dat ik kunst voor me had ener gees'elike zuster van dien dichter, is het licht-effekt, dat n haar werk n het zijne op mij maakt. Wel bij haar, maar haast noojt bij Van Eeden schijnt uit j de verzen do volle zon. Men ziet by hem bengaalsvuur in grotten, maneglans, elektries blauw, azuur van de na-nacht, avondrood, maar noch in de Kleine Johannes, noch in Johaanes Viator, de Broeders of Ellen (op enkele plaatsen na) schittert bovenal het daglicht. 1) Di zelfde aandoening had ik pok maar niet zo vaak bij Marie Jungius o. a. in dit vers, waarmee ik sluiten wil en dat me het eerst overtuigde in haar een heuse dichteres te hebben ontmoet. Da laatste regel hier is geen zonde tegen de maat, maar juist de vrijheid ener artieste, di zich in spontane drang niet kleingeestig stoort aan overdreven simmetri: Weer straalde heen myn zonnedag die 'k bleek en bleeker worden zag dof slaat myn zielszee op de kust van 't land waar 't licht is uitgebluscht. Maar waar zyn glorie heeft gerust op speelsche golven', moe gekust, daar licht nog lang zyn blijde lach, naglans van 't schynsel, dat er lag. Als afscheidsdroef in donkre lyn de branding breekt op 't zielloos strand, zyn ?weedom stikkend in het zand, giert flitsend langs den golf boog fijn groen feëenlicht, diep amarant, stil heugnisflonkren uit blij lief deland. J. K. RENSBUKG. 1) Zyn Lioba ken ik niet. De Reorganisatie van 1891 bij Posterijen en Telegraphie en hare gevolgen ten opzichte van Telegrap kisten en. klerken. Uitgegeven door den Nederlandsehen Post- eu Telegraaf bond." Amsterdam, Juni 1899. Bovenstaande brochure, welke ons werd toege zonden, heeft ten doel in ruimeren kring belang stelling te zoeken voor de wenschen en grieven vau de klerken en telegraphisten bij den post- en telegraafdienst. Hua grief is, dat de vóór 1S91 bestaande rechten om mede te dingen naar post en telegraafdirectiën door latere Koninklijke Besluiten zeer zija verkort. Hunne wenschen Trademark THEE - E. BRANDSMA. Trademarii KUfDI & COBBIfcBE, fl L E1DSCH BSTK.rtft " -AJM.STJffiH,I_>A.M. «JW Groot Beddenmagazijn. Groote collectie Wiegen, Kinderledekanten, Luiermanden, Babytafeltjes, Babybascnles, etc. etc. Vraagt geïllustreerde catalogus, Grootste Inrichting van nieuwe en 2 d e hands MEUBELEN. Amsterdamsch Verkooplokaal, Warmoesstraat 158 o/d St. Jansstraat. Schriftelijke garantie. Vrije bezichtiging. F. A. VOSKUIJL, Directeur. Mag ik u eens even onze corres pondentie-kaarten voor dames laten zien, vroeg een bediende aan een klant. Zij zyn een der eerste nonveautés van dit seizoen. Ik vind het heel aardig, was het antwoord, maar waarom heet dit uit sluitend voor dames te zyn ? Omdat op de binnenzijde de letters P S duidelyk gegraveerd zyn. ? Vrouw (tot haar man) : Manlief, wat heeft die kleermaker toch vreeselyk onsterk die knoopen aan je jas gezet, dit is nu de vy'fde maal, dat ik den bovensten knoop vastnaai. Specialiteit van Overhemden op maat, Dassen, Boorden, Manchetten, etc., bij VVE W. VAM HEB* HULST Hofleverancier. Reis artikelen. Parapluies. 167 Kalverstraat, AMSTERDAM. PHILIPPONA KETELAAR, K A I, V E K N T U A A T 166, AMSTERDAM, SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige Uitzetten en Luiermanden, Op aanvraag worden prijsopgaven en modellen tranco toegezonden. Ch. TOULET. Spuistraat No, 38, AMSTERDAM, Eerste Mederlandsche Verzekering-Maatschappij op het Leven, tegen gevestigd te 's-öravenhage, Kneuterdyk 11. Directeuren: Jhr. Mr. W. SIX en Mr. A. F. K. HARTOGH. Adjunct-Directeur: P. DEÜRINK. 11 IJ KANTOREN: te Atnsteriiant,9 Utrechfcschestraat hoek Rembrandtplein. , JRttttertlattt, Gelderschestraat, Plan C No. 4. Invaliditeit en Ongelukken, Volteekend Maatschappelijk Kapitaal waarop 20 pCt. is gestort. Verzekerd Kapitaal op het Leven, uit. 1898 .... Verzekerde rente Ontvangsten over 1898 Reserven en Zekerheidsfondsen ultimo 1898 Bezittingen ultimo 1898 Tegen ongevallen met doodelijken afloop, ultimo 1898 invaliditeit, gevolg van ongevallen, ? 1,500,000. 16,717,290.28 469,260.01 1,519,902.59 5,083,683.57 5,371,226.81 38,171,666.59 41,984,463.28 Sunligh DRIMT HOLLANDIA" TAFELWATEft Onderlinge Verzekering-Maatschappij JUVENTUS, gevestigd te AMSTERDAM. Opgericht 1887. Reserve op Ult°. December 1897 ? 25167,83^. Afd. I. Militie-Onkosten Verzekering ter bestryding van de Onkosten en geldelyke nadeelen aan den Persoonlyken dienstplicht verbonden. Afd. II. Hnwelflks-TJitzet Verzekeringen. Prospectussen en Tarieven en alle inlichtingen gratis verkrijgbaar by' de Directie, den Texstraat 41 en by H.H. Agenten. Biljartballen Ie quaüteit Ivoor, met garantie; alsmede Lakent, Queiten, Pommeranzen en verdere Biljart-Artikelen, En-gros by A. OVERES, 's-Hertogenboseh. Koopt oude Ballen tegen hoogen prjjg. Geen beter, solider en goedkooper adres dan bij L ELSENBURC, N. Z. Voorburgwal 177. TELEFOONADRES No. 2699. Geheele pijnlooze verwijde ring van Likdoorns. Voor belanghebbenden aanbevelingenter inzage. Spreekuur iederen werkdag van 9 tot 12 uur en van 2 tot 5 uur. WILLEM BIJLMER, PÉD1CUKE. Sinarei 15». Genre LIBRE AESTHÉTIQUE. = Behangselmagazijnen C. B. SCHNEIDER, Leidschestraat 79. = Men leze de recentie in dit blad van 7 Mei en in het Handelsblad van 7 Mei, ie blad. Verzekering-Maatschappij HÖLDA". Damrak 74, Amsterdam. Werkkrachtverzekering. Omvat ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN. In 1898 werd door de Maatschappij uitgekeerd o. a. voor infec tie, influenza, blindheid, zenuwoverspanning, longontsteking, verlies of breuk van ledematen etc. BifBifafailfillfBJfaiBirBJfBirBifiafBJfaiBJu^ HELM-GACAO wordt door bevoegde autoriteiten geroemd als de beste, zuiverste en gezondste. ! Heden verschijnt: fan af- tot HET LEVEN VAN DEN ZEEMAN AAN DEN WAL, meegeleefd en naverteld door M. J. BRUSSE, als Reporter van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. De pr{js van dit boekje van 144 pagina's is slechts 25 cents, terwyl honderdtallen voor ? 20.?en duizendtallen voor ? 150.?ter verspreiding geleverd worden door den Boekhandel en de Uitgevers NIJGH & v. DITMAR, Rotterdam. Heb je gehoord, dat Smit voor een zekeren tyd van woonplaats zal moeten veranderen ? Hm ! Wie heeft hem dat voor geschreven, de dokter of de rechter ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl