Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1162
(INGEZONDEN).
Aan de redactie van De Amsterdammer,
Weekblad voor Nederland.
Mijne Heeren!
Vertrouwende op uw rechtvaardigheidsgevoel,
dat zich, naar ik hoop, niet zal verzetten tegen
de toepassing van den regel, die over de geheele
beschaafde wereld geldt, n.l. dat aan een be
schuldigde het recht van verdediging toekomt,
ben ik zoo vrij u eenige plaatsruimte ia uwe
kolommen te verzoeken, naar aanleiding van een
tweetal artikelen in uw nummer van 17 Sep
tember 1.1.
Zij zijn getiteld: «Militaire gezondheidsleer"
en ,Na het vonnis van den krijgsraad."
De strekkirg van het eerste artikel is, om
naar aanleiding van de getuigenis van een mili
cien en van de artikelen in de Zutfensche
Courant, Het Volksdagblad en Het Vaderland
te constateeren een zoodanige misdadige nalatig
heid van het legerbestuur in zake te sterke
inspanning, die geeischt werd," »te weinig hulp
voor de zieken en geheel onvoldoende voeding
dat ik niet wil beproeven met mijn geringe
autoriteit het zonder twijfel diep beleedigde,
naar licht en opheldering dringende rechtvaar
digheidsgevoel van het Nederlandsche volk be
vrediging te verschaffen. Het schildert in zulke
treffende kleuren een zoo hartverscheurend beeld
van »stukgeloopen voeten," leege magen" en
«miliciens die iu 1899 met het schuim op den
mond aiuechtig, half dood van vermoeienis
ergens aan den wftg hebben gelegen," dat ik er
niet aan twijfel of uit den boezem van het diep
beleedigde Nederlaudsche volk zal zich zulk een
luidklinkenden, hartverscheurenden kreet om
wraak doen hooren over ons geheele koninkrijk,
dat de stem der gerechtigheid ten dezen niet
gesmoord kan worden en dus ongetwijfeld binnen
kort over deze gruwelen het licht der waarheid
in vollen glans zal schijnen. Wat dan zal blijken?
Ik voor mij wacht dat licht met volle gerust
heid af in de stellige overtuiging, dat het ook
hiermede z&l gaan, als met de naar waarheid
zoekende gerechtigheid in een der laatste
teekeniugen van de Figaro waar, met het helderder
worden van de verlichting telkens voor de oogen
der zoekende Justitia, de lijvige dossiers met
^bewijzen," bleken geen rbewijzen" te bevatten
Ik vermoed, dat u eenander resultait verwacht
en die verwachting baseert op onweerlegbare,
betrouwbare gegevens, die het volle daglicht
niet behoeven te schuwen want, wat anders
te deuken van een zoodanige beschuldiging tegen
het legerbestuur, dat met voorbedachten rade
dergelijke gruwelen ontwerpt; niet waar
uwe inlichtingen schijnen u het recht te geven
te spreken van een programma (dat is een van
te voren, bestudeerd ontworpen plan van hande
ling) waarop, om zooveel mogelijk de illusie
te voeden dat er heusch zoo iets als oorlog
wordt gevoerd," op dus zeer verklaarbare wijze,"
«?dit ne uit den oorlogstoestand, want met
eenigen goeden (sic) wil bedriegelijk kan worden
nagebootst, vooriomt: het marcbeeren met leege
maag en het langs den weg blijven liggen van
oververmoeiden bij gebrek aan een voldoend
aantal ambulance-wagens." Geen ongelukkig,
op zich zelf staand en door iedereen betreurd,
maar niet altijd te voorzien uitzonderingsver
schijnsel dus, maar een met voorbedachten rade,
met verfijnde wreedheid en inquisitoriale wellust
opgemaakt slotnummer van. het
manoeuvrepro?gram, als apotheose van het martelaarsschap
van den Nederlandsc^en milicien aan het vrije
Nederlandsche volk verloonende eenige zijner
zonen, stervende van honger, bewusteloos van
vermoeidheid, verwond en met schuim op den
mond, amechtig, half dood ergens aan den weg
liggende en met hun laatste krachten vervloe
kende de beulen-samenstellers van het manoeu
vreerprogram, de meedoogenlooze,onmensehelijke
chefs, het superdiabolische legerbestuur!
Het wil mij voorkomen, mijne heeren, dat
het spreken vac een programma" in uw artikel
als een «-aardigheid" is bedoeld, maar dan zult
u mij toch, hoop ik, moeten toegeven, dat die
aardigheid" voor iemand, die aan de woorden
hun ware beteekenis geeft en dit zal toch aan
den anderen kant ook wel uwe bedoeling zijn,
te' dicht nadert tot een huiveringwekkende
beschuldiging om niet zijn karakter van geestig
heid te verliezen, eu dat de vraag gewettigd is
of het, voorkomende in een persartikel, dat dus
bestemd is het Nederlandsche volk te onder
richten en te waarschuwen, kan doorstaan den
toets der waardigheid, der oprechtheid en of het
u in uwe kwaliteit van leiders der volksmeening
veroorloofd is, dergelijke beschuldigingen op die
wijze te formuleeren ?
Volkomen passend in uwen gedachtengang is
dan ook de conclusie waartoe u komt,
betoogende de wenschelijkheid om de militaire artsen
van wien tengevolge hunner positie in het
leger een krachtig optreden niet schijnt ver
wacht te mogen worden," en de chefs, met
hunne respectievelijk karakterloosheid en
wreedheid, te stellen onder burgerlijke
curateele. Of het Nederlandsche volk, het denkende
deel ervan, dien eisch zal steunen? Ik betwij
fel het.
In uw tweede artikel, waarin het vonnis van
den krijgsraad te Rennes u de gelegenheid
opent, een soortgelijk verwijt van laagheid en
karakterloosheid aan de officieren in het alge
meen te richten, straalt ontegenzeggelijk even
zeer als in het eerste hier en daar de goede
bedoeling door, te strijden voor het wegnemen
van opgemerkte misstanden; jammer alleen,
dat gij ook hier u overgeeft aan verdachtma
kingen en generalisaties, die dat straaltje licht
van uwe goede bedoeling doet verbleeken naast
den plotselingen lichtstraal uit een
dievenlantaarn geworpen op een bende samenzweerende,
geweten- en eerlooze automaten, die, geroepen
over het al of niet schuldig zijn van een
medemensch zich uit te spreken, zich //door hun
beroep" (een edel beroep dus!) gedwongen
zien tot blinde gehoorzaamheid," onvatbaar
als zij in den regel door hun voorafgaande
carrière gemaakt zijn voor zulk een voorbij
gaande onafhankelijkheid van diegenen, welke
teu slotte over hunne toekomst hebben te be
slissen" en die, te midden van dat edel bedrijf
door het lantaarntje van den detective-volks
voorlichter worden ontmaskerd.
De vele wanbegrippen, die omtrent het wezen
van de militaire discipline onder het publiek
in omloop zijn en nog steeds gebracht worden,
zijn, helaas te diep ingeworteld om ze met een
oppervlakkig betoog, met hoop op goeden uit
slag, te kunnen bestrijden. Het bestek van dit
verweerschrift gedoogt niet eene weerlegging a
fond van deze wanbegrippen, doch ik wensch
hier toch met nadruk te protesteeren tegen de
voorstelling alsof blinde gehoorzaamheid, afhan
kelijkheid quand mcme, karakterloosheid, onder
drukking van de stem van eer en geweten de
essentieële kenmerken zijn van die discipline
en tegen de insinuatie, alsof die zedeloosheden
den maatstaf leveren voor de beoordeeling, die
de meerderen over de toekomst van de minderen
doen beslissen.
Iets, dat blind is, is abnormaal, deugt dus
niet; blinde gehoorzaamheid evenmin als blinde
vooroordeelen, die iemand er toe brengen, zelfs
al is hij met de beste voornemens bezield, zich
zelf te pletter te loopcn tegen de eenvoudigste
beginselen van logica en onpartijdigheid.
Afhankelijkheid quand même is onbestaanbaar
en wordt zij gesimuleerd niets anders dan
gluiperigheid; karakterloosheid is een toestand
van moreel idiotisme en het verstikken van de
stem van eer en geweten het bedrijf van mis
dadigers.
Houdt mij ten goede, mijne heeren, dat ik
iu de hoogste militaire deugd iets anders zie,
dan een mengsel van abnormaliteiten,
gluiperigheden, ziekelijke afwijkingen en
misdadigerspraktijken.
Het papier is geduldig, de goedgeloovigheid
der groote massa grenzeloos, maar daarom vraag
ik mij af, waaraan ontleent gij bet recht der
gelijke beschuldigingen te slingeren naar het
hoofd van mannen, die, evengoed als elk ander
vrij burger" beliooren gevrijwaard te zijn tegen
ongemotiveerde verdachtmakingen en door niets
gesteunde waarscbijnlijkheidsberekeningen, neer
komende, in uw eerste artikel op een bcschul
diging van karakterloosheid en plichtsverzuim
der officieren van gezondheid en van wreedheid
der hoogere chefs, in het tweede geval op een
certificaat van onbevoegdheid voor alle officieren
waar het geldt naar eer en geweten recht te
spreken ?
Dat gij in uw weekblad den strijd tegen het
militairisme hebt aangebonden, brengt toch niet
mede. dat gij klakkeloos het recht hebt de
officieren aan de natie voor te houden als harte
loos, eerloos, karakterloos en gewetenloos? En
wat deed gij anders in die twee axtikelen?
Ik weet wel, dat, waar het eerste speciaal
Nederlandsche officieren beoogt, het tweede in
meer algemeene termen is gesteld, maar juist
die generalisatie van uw oordeel over de rech
ters van Rennes, die overbrenging van een door
enkelen begaan onrecht op een geheele klasse
van ambtenaren, schijnt mij toe een bedrijf,
waartegen ik met den meesten nadruk wensch
te protesteeren.
Geeft het feit, dat in Frankrijk een
schandpers wordt gevonden, die zich niet ontziet haar
taak als koningin der aarde zoodanig op te
vatten, dat elk normaal georganiseerd
menschelijk wezen zich bij het lezen dier verfijnde
walgelijkheden met ontzetting afvraagt of hij
werkelijk tot een zelfde genus" behoort als
die huilende, niets ontziende, alles bekladdende
en alle menschelijkheidsgevoel bevuilende
jodenvervolgers en door godsdiensthaat verblinde
clericalen, geeft dat feit aan iemand het
recht, dat oordeel te generaliseeren en de pers"
te signaleeren als een bende gewetenlooze
broodschrijvers zonder gevoel, zonder hart, zon
der karakter, zonder eer en zonder geweten en
allen zonder uitzondering drukkende de voet
sporen der Arthur Meyer's, der Drummond's.
der Rochefort's ? Gij houdt mij ten goede, dat
ik u die vraag voorleg; het is m. i. het beste
middel om tot een antwoord te komen op deze
vraag, die ik u wilde stellen:
Gij vermoedt een onmenschelijke behandeling
van miliciens geconstateerd te hebben (want gij
veroorlooft mij zeker wel, dat ik aan et door
u op die wijze als feit voorgestelde, voorloopig
slechts de waarde van een vermoeden toeken),
gij ergert u met de geheele beschaafde wereld
over het vonnis van Rennes, goed. Maar
waaraan ontleent gij het reclit om daaraan vast
te knoopen een beschuldiging van wreedheid
met voorbedachten rade van het legerbestuur,
van karakterloosheid der officieren van gezond
heid, eeii brevet van eerloosheid en gewe
tenloosheid uit te reiken aan de officieren in
het algemeen, die geroepen worden als rechters
het recht te vertolken ?
Dat recht hebt gij niet en waar gij meent u
zelf dat recht te mogen toekennen, daar ben ik
zoo vrij met de diepe verontwaardiging, die elk
mensch, ook al is hij dan maar" oüicier, bij
een dergelijke beschuldiging moet gevoelen, u
toe te roepen : Keen, het militair zijn brengt
niet met zich mede als conditie sine qua non
het afleggen van gevoel, van karakter, van eer
en van geweten.
Ik ben niet blind voor de gebreken van het
militaire, allerminst voor die van de militaire
rechtspraak, maar ik ontzeg een ieder het recht
tot het schrijven van persartikelen als de aan
gehaalde, bestemd tot voorlichting van het
Nederlandsche volk.
Als militair eisch ik niet de erkenning eener
speciaal militaire eer, maar wat ik met de
meeste kracht voor mij zelf en voor anderen
eisch, dat is de onbeperkte erkenning van een
ieder en in de eerste plaats, van vertegenwoor
digers der Nederlandsche pers, dat er in het
Neder.'andsche leger plaats veel, zeer veel plaats
is voor mannen van hart, van karakter, van
geweten en van eer.
Met verschuldigde gevoelens
J. M. BENTEIJN,
Ie Luitenant der huzaren.
Breda, 17 September 1399.
Doordien ik, na eene afwezigheid van enkele
dager, de drukproeven pas 24 dezer thuis vond,
was tiet de redactie onmogelijk, dit stuk in
haat nummer van 23 dezer op te nemen.
J. M. B.
***
Iemand die zich beschuldigd acht, mogen wij
de gelegenheid om zich te verdedigen, niet ont
houden, al meenen wij, dat het in dit geval,
zonde is van de plaats, er voor gevorderd.
De dwaasheid, alle officieren en dus ook
den Heer Benteijn voor mannen zonder
gevoel, karakter eer en geweten" te verklaren,
hebben wij nooit begaan. Ieder die onze arti
kelen over militaire aangelegenheden getrouw
gevolgd heeft, weet beter. Zoo schreven wij
dan ook in ons No van 17 Sept. j.l.: Welk
een krachtigen steun zouden daardoor de militaire
artsen en de humane officieren niet ontvangen, die
wars van elke menschenkweliing en dus ook van
soldatenplagerij, zoo menige verbetering van de
legertoestanden op hygiënisch gebied vooistaan?"
Hoe iemand nu nog kan meenen, dat wij alle
officieren over ua kam scheeren zij alzoo
den heer Benteijn ter verklaring overgelaten.
Zeker was wat wij over het manoeuvre-plan
schreven niet naar de letter op te vatten. Zelfs
de Heer Benteijn heeft dit begrepen; maar
wie zal ontkennen, dat het legerijestuur in vredes
tijd meermalen martchen en manoeuvres laat
houden, waarbij de ellende van den oorlogstoe
stand wordt nagebootst? Dit is de zaak. En nu*
weet de Heer Benteijn, geen enkel bewijs bij
te brengen, dat de Zutphensche Ct., Het Volks
dagblad en Het Vaderland hebben overdreven.
Terwijl hij ons zoo zwart als den duivel ziet,
vermoedt hij wel, dat bij de manoeuvres alles
in den haak zal zijn gewee&t!
Ten overvloede voegen wij, ter overdenking
voor den Heer Benteijn, hier iets bij uit een
brief ons ter lezing verstrekt.
//Eerstens zou 't allen ten goede komen zoo de
pers, die vooral hier en bij oefeningen een ruim
arbeidsveld zou vinden, zich deze zaak aantrok.
In de meeste couranten toch treft men heel
aardig de veronderstelling, den gang der manoeu
vre en enkele beschouwingen dienaangaande
aau, maar de toestand, de behandeling der troep
wordt achterwege gelaten.
B. v. Bij de manoeuvres der Divisie, te
gehouden, bleken o. a. verschillende
afdeelingen onder intendance ressorteerende niet
in orde. De voeding der troep is onvoldoende,
direct te constateeren aan het broodverbruik in
de cantine. Begrijpelijk met gegraven keukens en
b.v. boonen of aardappelen met kool. ~\\ aarom
op manoeuvres geen verduurzaamd eten wat
in elk geval smakelijker, voedzamer en minder
tijdroovend is.
De voeding der troep, b.v. 's morgens soep
om (i uur, brood eu koiiie medenemen,
manoeuvreerende tot A, van daar marcheerende naar
bivak bij B, waar 's avonds ten 5'~' de troep
aankwam.
Toen moesten de faoonen gekookt worden,
waardoor onze compagnie om 8}£ uur eerst
weer at.
Bij 't vertrek uit ;t bivak was de toestand
nog erger.
Toen was het om 2'/2 u. 's nachts reveille,
S1/* u. soep eten, marsch en manoeuvre naar
waar de troep 's avonds ten 8 uur,
enkele afdeelingen nog later, eten kregen. Hoe
wel de man in 't bezit is van een reserve
ration bestaande uit vleesch en beschuit wordt
de last, die tot het nuttigen uitdrukkelijk noodig
is, niet gegeven. Er is zeker niet aan gedacht.
Mij dunkt zoo'n 17 uur had dien last wel
gewettigd. Zoo zou nog veel vermeld kunnen
worden van de bepaald nonchalante wijze waarop
met voorschriften en reglementen, die wel be
staan en goed zijn, wordt rondgesprongen."
Waarlijk de behandeling van en de zorg voor
de soldaten is een punt van oneindig meer
gewicht dan de vraag of er in het Nederlandsche
leger plaats, veel, zeer veel plaats is voor
mannen van hart, van karakter, van geweten
en van eer."
Natuurlijk, gelijk onder alle overige standen
telt men in den officierstand ook mannen van
hart, karakter, geweten en eer. Alleen zijn, naar
onze meening, de militaire opvoeding en omge
ving, niet de meest geschikte, om die hoog
geroemde eigenschappen te ontwikkelen. Wij
hebben dat in 't breede besproken bij onze be
strijding van het duel. Maar lezen wij thans
den dollen uitval van den heer Benteijn tegen ons,
en zijn geheel ongemotiveerde verheffing van
zijn confraters, hebben wij dan geen recht te
vragen: leidt de officiersopvoeding er niet toe,
dat bij vele hunner de belangstelling in eigen
eer? hun ijver voor het welzijn van den soldaat
overtreft? Hoe kan b.v. iemand als de heer
Benteijn, na de zoo ernstige klachten, welke in
de bladen zijn aangeheven, zich tevreden stellen
met over de officieren te schrijven, als bestonden
de soldaten niet, eenvoudig vermoedende, dat
deze klagers wel behoorlijk hun deel zullen
hebben gehad?
«? *
Bizonder getroffen is de heer Benteijn door de
opmerking, dat van de officieren van gezondheid,
zooals wij met opzet gecursiveerd schreven:
ten gevolge hunnerposilie in het leger, geen krachtig
optreden schijnt verwacht te mogen worden, en
dus burgerlijk hygiënisch toezicht op het leger
noodig is niet om de zieken te genezen, maar
om de hygiënische zorg voor den soldaat te
versterken.
Ook die officieren zijn volgens hem door ons
daarmee karakterloos verklaard, even als in het
artikel Na het vonnis tan den krijgsraad, alle
officieren te gelijk, omdat daarin wordt verzekerd
met het oog op de Dreyfus-zaak dat geheel
hun voorafgaande carr.cre hen in den regel heeft
ontvatbaar gemaakt voor zulk een voorbijgaande
onafhankelijkheid van diegenen, welke ten slotte
over hunne toekomst zullen hebben te beschik
ken" een onafhankelijkheid dus, waar de
rechters, als te Rennes het geval was, te kiezen
hebbeu tusschen 5 generaals en een kapitein !
Meent de heer Benteijn nu inderdaad, dat we
van de officieren van gezondheid een krachtige
beweging hebben te wachten, om de marschen
en manoeuvres enz. in overeenstemming te
brengen met het weerstandsvermogen van den
soldaat: en dat de onafhankelijkheid van de
minderen in het leger g-oot genoeg is, om hen
zonder schade voor de rechtspraak over hun
meerderen recht te doen spreken, dan wensehen
wij hem geluk met zijn optimisme; maar het
zal hem, hopei wij, geen moeite kosten, hen
die 't tegenovergestelde waarschijnlijk achten, te
houden voor pleitbezorgers van de belangen
van den soldaat; pleitbezorgers die, het zij niet
alle eerbied en vrijmoedigheid gezegd, inzien
Trademaric
THEE - E. BRANDSMA.
Trademaric
KOUEIEIJ & CORBIlEE,
Groot Beddenmagazijn.
Groote collectie Wiegen,
Kinderledekanten, Luiermanden,
Babytafeltjes, Babybascnles, etc.
etc. Vraagt geïllustreerde catalogiis,
BI U ARTS.
Geen beter, solider en goedkooper
adres dan by
J. ELSENBURC,
N. Z. Voorburgwal 177.
TELEFOONADRES No. 2699.
Specialiteit van Overhemden op maat,
Dassen, Boorden, Manchetten, etc.,
hij VVE W. VAM DER HULST
Hofleverancier.
Reis artikelen. Parapluies.
167 Kalverstraat, AMSTERDAM.
PBILIPPONA KETELAAR,
KALVEBBTRAAT 166, AMSTERDAM.
SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige
Uitzetten en Luiermanden,
Op aanvraag worden prijsopgaven en modellen franco toegezonden.
Eerste Nederl. Verzekeriog-Maatscbappij op het Leven, tegen Invaliditeit en Ongelukken,
gevestigd te 's-Gravenhage, Kneuterdijk n. Directeuren: Jbr. Mr. W. SIX en Mr. A. F. K. HARTOGH. Adjunct-Directeur: P. DEURINK.
Bykantoren: te Amsterdam, Utrechtschestraat hoek Rembrandtplein; te Rotterdam, Gelderacbestraat, Plan C No. 4.
Volteekend Maatschappelijk Kapitaal /
waarop 20 pCt. is gestort.
Verzekerd Kapitaal op het Leven, uit. 1898. . .
Verzekerde rente 469,260.01
Ontvangsten over 1898 1,519,902.59
1,500,000.?Reserven en Zekerheidsfondsen ultimo 1898 . . .
Bezittingen ultimo 1898
16,717,290.28 Tegen ongevallen met doodelijken afloop, ultimo 1898
a invaliditeit, gevolg van ongevallen, ,
? 5,083,683.57
, 5,371,226.81
38,171,666.59
41,984,463.28
Geheele pjjnlooze
verwjjdering van Likdoorns.
Voor belanghebbenden aanbevelingen ter
Inzage.
Spreekuur iederen werkdag van 9 tot
12 uur en van 2 tot 5 uur.
WILLEM BIJLMER,
PEDICURE.
Singel 15 O.
Genre LIBRE AESTHETIQUE.
KRAEPEÜEN & HOLM'S
Eikel-Cacao.
Aanbevolen door H.H. Genees- en Scheikundigen.
Bekroond met Gouden en Zilveren Medailles.
Voedzaam, Versterkend en Aangenaam van Smaak.
Met melk gekookt zeer aan te bevelen voor
dagelijksch gebruik tnj kinderen, zwakke personen en
klierachtige gestellen.
Met water toebereid is zjj als geneeskrachtige
drank uitstekend bjj diarrhee, ook voor zuigelingen en
kleine kinderen.
«k De Echte Eikel-Cacao van KKAEPELIEN &
HOLM is alom verkrijgbaar in vierkante bussen van K Kiloer.
a ?1.70, X Kilogr. a ?0.90 en K Kilogr. a ?0.50, voorzien van Etiqult,
waarop nevensstaand fabrieksmerk en handteekening van de fabrikanten:
KRAEPEMEW A HOL.JII, Hofleveranciers, Zeist.
= Behangselmagazijiien C. B. SCHNEIDEE, Leidschestraat 79. =
Men leze de recentie in dit blad van 7 Mei en in het Handelsblad van 7 Mei, ie blad.
A. SINKEL.
WieuvvendijK
Groote Markt.
Telephoon B3S.
Uitgebreide sorteeringen in Lingeries
EIPQS/T/E P DE SALONS,
Uitzetten en luiermanden in alle prijzen.
EIGEN ATELIERS.
Verzekering-Maatschappij HOLDA".
Damrak 74, Amsterdam.
Werkkrachtverzekering.
ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN.
Uitkeering reeds voor ziekten van langer duur dan drie dagen.
Speciale tarieven ter verzekering tegen levenslange ongeschiktheid.
Zweedsche K.nnstweefslöid.
Ocdergeteekende stelt zich voor Onderwijs
te geven in het liunstweveii. Het
onderwijs kan gegeven worden ten huize
van de leerlingen of in het atelier L e i
dschekade 84, waar weeftouwen, die
in iedere huiskamer geplaatst kunnen
worden, eu gefabriceerde artikelen voor
huishoudelyk gebruik als muurdecoraties,
meubelstoflen, gordijnen, boezelaars enz.
zyn ter bezichtiging voorhanden. Dagelyks
te bespreken in het atelier Leidschekade
84, tusschen 2?3.
ARILD MADSEN,
gew. Leeraar a/d Ned. School voor
Nijverheid en Handel, te Enschede.
Sunligh
SJM1IS & SCHULD,
Tuiitarchitecten,
NAARDEN en HAARLEM,
belasten zich mei den aanleg en de
verandering van kleine en groote
Tuinen, Parken en Buitenplaatsen.
Hcerengraclit 363, Amsterdam.
KAPITALEN verkrijgbaar voor Ie en 2e Hypotheek. GELDEN
beschikbaar met n solieden borg van af f 100 tot elk bedrag
voor langen tijd. B^* Bouwcredieten tegen billijke voorwaarden,
Kantooruren van 1O?l en 7?9.