De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 1 oktober pagina 8

1 oktober 1899 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

13. 8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1162 Jota Bol treït ten strp, (Caran d'Ache in den (Figaro) Mrs. ALBION (hem de zentno van den oorlog overhandigend): «Zie daar, ga nu maar vechten !" Het algemeen poelen, (Slounshine.) PALL MALL CAZETTE _ DAILY CHRONIGLEUGljS i JOHN BCLL : »Mij dankt, dat we nu onzekerheid genoeg hebben gehad. 'tWordt tijd, dat er aan de zaak een eind komt." Degradatie. (ülk.) Europa, den achepter der Beschaving van Frankrijk verbrekend. Emile Ma en de generaals. (Puck.) zijn zoo goed als niet veranderd. Dit voor het algemeen ook voor de Noord-Amerikaansche, de M. en Zuid-Amerikaansche Staatgfondsen. De Chineezen gingen verschillenden kant uit. 21 Sept. 28 Sf|)t. China. Goud). '95 Russ. gec. 4 pet. 9(i 97% dito » 98 4J4 pet. tö80% dito » 98 5 pet. 91 91 dito » 95 (5 pet. 105 106 dito zilverleening 94 7 pet. 101^ 100^ De Ver.ezuelanen zijn wat van de schrik van den volksberoeringen bekomen. Ze hebben nu weer den koers van vóór 14 dagen 30>a pet. bereikt. Onder de Bank- en crediet-instellingen zijn gedaald: Amst. I/quid-kas van 131 tot 1^5, Grediet-Vereeniging van 115 tot 114, Ned. Bank- en Crediet-Vereeniging voor Zuid-Afrika van 86 tot 811A. De algemeene reden vindt verklaring in de bovenstaande mededeelingen aangaande den stand der geldmarkt en dien der politiek. De beduidende daling van laatstgenoemd fonds staat behoef ik het wel te zeggen in rechtstreeksch verband met het oorlogsgevaar in der Boeren land. Dit deed den koers der Nederl. Znid-Afrikaaiische Spwegoipij oblig. dalen van 218 tot 207, terwijl de 4}^ pCt. aand. zakten van 190 tot 170. Ik doe evenwel op merken dat ut) waarde der obligatiëu van Ned. Z.-A. Spwegmpy volstrekt niet afhangt v-an de garantie van den Transvaalschen Staat, omdat de mpij meer dan genoegzame verdientten heeft voor de couponbetalingen aflossing. Voor de Pretoria-Pietersburg daarentegen is de garantie van veel meer belang. Brj de mijnwaarden kan gewezen worden op de rijzing der aand. Lobson Asphalt van 7,'5 tot 80, der gewone aand. Borneo vau 15 tot 20 '/£ ; Soemalata, Suriname, Tjenako en de Transvalia konden echter de verhooging der laatste we ken niet handhaven. Petroleum-waarden in goeden doen. Voor de tabak mag ik du niet zeggen. Meermalen wees ik vroeger op de overtliijving die op de noteering der tabakswaarden was uitgeoefend. Toch blijft de tabak nog het beste artikel voor Indië. A m s t., 28 Sept. D. S'IKU'EU. UlIlINlHIIIIItlllllltlllMMIltlttlll kunt dan later nog meer dan genoeg in den trein zitten. Hm, hm! Te voet naar Italië, --ik moet erkennen, dat dat tenminste origineel zon zijn." »Het is eenvoudig hemelseh. Men voelt zich dan zoo heerlijk bevrijd van dat rondtrekken met de groote massa en van den dwang van het rondreisbiljet. Als ik u was zou ik zeer zeer zeker op die wijze probeeren. * * En wanneer begint de reis ?" Over een paar dagen, deuk ik." Maar dat is immer groote nonsens ! Iedereen weet dat de hejfst in Duitschlaiid minstens even mooi is als in Italië. Als gij daarentegen uit de onherbergzaamheid van den rioordelijken winter plotseling midden in dm stralenden can/aval van het Zuiden staat, dan verschaft gij u zelven een groot genot, en het kost hetzelfde geld." //Dan zou ik dus nog eeii paar maanden moeten wachten." Als ik u was zeker zou ik zeker wachten. Een nieiiseh moet toch ook weer aan zijn thuis komst denken. En stel u eei.s voor, wat u, als ge uu op reis gaat, bij uw terugkomst te W2chten staat! Sneeuwjaehterj, concertstormeii, de eeuwigdurende rok en witte das, en eiken arond een andere buurdame aan fafei! Volgt gij echter mijn raad op, dan wordt ge bij uw terugkomst door de ontwakende lente begroet t n hebt op die manier de luimen der jaargetijden dubbel overtroefd." »Dat zou heusch het veistandigete zijn, wat iemand doen kan." Een man, wiens pen machtiger is dan vele sabels LLERLEI 11$ ifc n was,,." van ALKXANÏXEK MOS/KOVSKI. De volkswijsheid beweert, dat meu zr'n vrien den in liet ongeluk leert kennen; maar ik geloof, dat de openbare meeiiitg het iu, dit opzicht niet bij het rechte eind heeft. Ik voor mij vind, dat men zijn vrienden eerder leert kennen in het geluk, al was het alleen maar omdat ze dan in veel grooter getale voorhanden zijn. Vooral waunetr het geluk mij toelacht in den vorm van een groote vacantie- of pleizier reis, merk ik duidelijk, hoe bevriend ik toch. eigen lijk ben. Zoo'u plan behoeft maar ruchtbaar te worden en in een oogenblik word ik van alle kanten door welwillendheid en hulpvaardig heid omringd. Ditmaal was Italië' het wachtwoord. Ik weet niet, of andere menschen ook zoo ontzettend j veel goede vrienden iiebben, die het land aan gene zijde der Alpen v.an A?'L kennen. In ieder geval kwamen zij voor mij uit alle hoeken en gaten te voorschijn, iedereen wist alles, vertelde veel en toonde zich zeer bezorgd voor mijn welzijn. Hoo meer de lijd nadert, waarop ik van plan ben mijn reis te aanvaarden, des te intensiever branden de stralen van teedere bezorsdheid mij op het lichaam. In tallooze gesprekken wordt een oneindige reeks van mogelijkheden voor mij onthuld, waarbij vergeleken iedere werkelijkheid armzalig moet schijnen. Uit een artistiek oog punt beschouwd kan de reis zelf slechts de stijve, koude, zakelijke slotfuga worden, waar aan mijn vrienden eindelooze variaties over het schooue thema als ik n was" laten voorafgaan. Meu veiguuiie mij uit deze lijvige compositie eciiige maten voor te spelen: * * * iGe wilt dus naar Italië. Nu dat is een verstandig plan. Eu welke route denkt ge te nemen ':' Wel, ik denk over Münclien, Kufsteiu, den Brenner." Dat moet gij niet doen. Als ik u was, zou ik over den 'Gottbard reizen eu met Milaan beginuen. Milaan is de beste overgang tusjchen de' Noordelijke gewoonten eu de verrassingen van het Zuiden. Wanneer gij met Milaan be gint, en dau over Genua langzamerhand naar beneden kronkelt, krijgt gij een verrukkelijk cresendo, als iu een volmaakt kmstwerk. Doet gij dat niet, dau gaat het picludium volkomen voor u verloren en reist ge om zoo te zeggen als een Wandaal, on-artistiek." Dat zou ik natuurlijk liever niet doen. Ik zal er nog eens over denken. I u ieder geval dank ik u voor uw goeden raad." Hebt gij al bepaald, door welke poort gij Italiëzult binnentrekken'-" //Nog niet geheel en al : maar waarschijnlijk zal ik den Gotthard nemen en met Milaau be ginnen." De oude fout vau alle nieuwelingen, die zich al bij den eersten aanloop den geheelen iudruk bederven. Milaan mag staatkundig tot Itali behoorec maar het karakter der stad is noorde lijk, Pruisisch, meu zou haast kunnen zeggen: de reine Uekermark: als ik u was zou ik met Verona beginnen. Dan komt ge als met een tooverslag 'in een andere wereld en geniet, het hoogste, wat een reis te genieten kau geven : een plotseliugen overgang, de onverwachte be koring van het exotische." Goed dat gij mij daarop altent maakt. Uw theorie heeft zonder twijfel iets aantrekkelijks, en het zou zeker de moeite waard zijn, haar iu practijk te brengen.' Wat gij mij daar over een tooveislag ver telt, lijkt erg op eeu vau buiten geleerd zin netje. Zoo'n tooverslag is goed voor een ballet of voor een romantische opera. Wanneer gij als cultnurmensch Italiëwilt bereizen, moet ai] die Obcron-phautasiëu uit uw hoofd zetter,. Als ik u was, zou ik het heel anders aanleggen: ik zou met den trein tot Toblacli gaan en dan door het Ampezzo-dal langzaam te voet naar beneden trekken, naar Venetië. Op die wijze ziet gij, stap voor stap, liet beloofde land zich voor uw voet* ontrollen en bereidt gij uw ziel voor tot het opnemen van het koim-ude. Gij e?el beeft je dat wijsgemaakt? Winter in Italië? Nu, voor mijn pnrt kunt, ge het probeercu, ik hoef niet te k'appertatden als t/ij het koud hebt! Gij ontkent dus het bestaan van een Zuidelijb klimaat?" Ik ontken het volstrekt niet, ik beweer alleen maar, dat iemand een berenuatuur moet hebben om er tegen te kunnen, een maximum van koude bij een minimum van kachels. Als ik u was zou ik kalmpjes tot Paschen wachten, April en Mei zijn de eenige maanden, die voor Italiëin aanmerking komen. Bovendien vinden in het voorjaar naar aanleiding van het jubel jaar de groote fees'elijkiieden in Rome plaats, die x.ou ik me, als ik u was, niet laten ontgaan." Dat, zou werkelijk de moeite waard zijn, om er mijn plan voor te veranderen. Ik maj; wer kelijk vau geluk spreken, dat ik mijn biljet nog niet heb besteld !" * * Hè, wat benijd ik u ! Ik wilde wel, dat ik kou meegaan. Maar daar dit nu eenmaal on mogelijk is, zal ik je tenminste oen goeden raad meegeven. Verbrokkel uw tijd niet! De waarde van zulk eeu reis ligt enkel en alhcu in de concentratie.'1 Dat ben ik geheel met u eens; ik ben dan ook vau p!an hoogetens zes of acht der belang rijkste steden aan te doen en de rest te laten loopen." //Als ik u was zou ik met den sneltrein regel recht naar Home gaan en den geheelen tijd daar blijven. Al het andere zou voor mij een voudig niet bestaan." Ja maar, men kan steden als Florence en Pisa toch niet zoo maar voorbij rijden ?" O, wel ja. Alleen menschen als de Kuselacks en de Buehholzeu moeten overal stilhouden en acte de jirésenee doen. Zoo'n reu-principe a la Scbultze en A-ulier is beneden uw waardigheid. Zooals ik reeds zeide, gij besteelt het kostbare verblijf in Rome, wanneer gij ook slechts over n enkelen dag anders disponeert. Weet gij, wat Gregorovius zeide, toen hem eens door een dame werd gevraagd, in hoeveel tijd zij Rome grondig zou kunnen leereu kennen? Dat, kau ik u niet zeggen," antwoordde de beroemde ge leerde, ik ben hier pas tien jaar." In dit, antwoord ligt mijn gebeele moraal opgesloten : Hoeveel tijd gij ook over hebt, voor Home is liet toch altijd nog veel te weinig." * Gij gaat dus naar Italiër1" Juister gezegd, naar Rome." Als ik u was zou ik in ij om Rome heele maal niet bekommeren. Volgens mijn vaste overtuiging ruïneeren de meeste menschen die Italiëbezoeken hun reis door het oponthoud in Rome, Dat is niets dau eindelooze inspanning, eeu dolle afmattende jacht door de galerijen, kerken eu ruines, iets dat tegenwoordig geen sterveling meer kan uithouden. Weet gij, wat Gregoi'ovius zeide, toen . . ." Ja, dat weet ik ; maar ik beu ten zeerste verbaasd, dat gij u op die uitspraak beroept." Wel, die uitspraak bevat de quintesseus van mijn meening. Wanneer men niet minstens tien jaar voor Rome over heeft, is het niet eens de moeite waard, ermee te beginnen. Als ik u was zou ik mij voor verscheiden weken iu Napels vestigen en van daar uitstapjes maken : Camaldoli, Sorrento, Capri, Vesuvius, l'ompeji! Dan geniet gij met volle teugen eu lac'it ouder Caiiipaiiié's zon de rampzalige stakkers uit die iu Rome's musea verzuren.' Hoe gij vau plan zijt, uw reis ia te deelen, komt er eigenlijk volstrekt, niet op aan, want Italiëbiedt overal genoeg schnous en leerzaams aan. De hoofdzaak is eu blijf:, eeu doelmatige geestelijke voorbereiding. Als ik u was, zou ik mij nog voor het begin mijner reis in gron dige studiën verdiepen'.' Dau krijgt gij van al wat gij iu Italiëziet een tiemaal dieperen in druk. ' at is zoo. Ik heb mij dan ook al de i nieuwste uitgave van Baedeker aangeschaft, en blader daar zoo nu en dan eens in. ' Dat is niet voldoende. Gij moet u de boeken vau Grimm, Springer, Uurckhardt, en Curtius aanschaffen, zoo mogelijk ook Vasari en na tuurlijk in de eerste plaats Winckelrnann, Liibke en Sciinaase. Auders ziet ge dingen eu weet niet, wat ge ziet, gij verbaast u, eu weet niet waarom ... Eu mij dunkt, dat gij toch niet zult willen reizen als een provinciaal, die met i den catalogus in de hand door het pauopticum i loopt. Ais ik u was, zou ik mij ernstig voor bereiden." Beult gij soms al die werken waarover gij i spreekt r'' i Voor liet grootste deel wel." Dau zal ik ze maar eens vau u leeuen ; mor gen zai ik iemand sturen om ze te halen.' ?-;? v': Wat leest gij daar 'r'1 Vasari." Dat is zeker zoo'u heel moderner" Integendeel, het is zoo'n heel oude, en ik j bestudeer ziju Geschiedenis van Rafaei, omdat ? ik van plan beu, binnenkort een reisje naar i lia'.ie te maken." i Mijn hemel, kerel, ben je heelemaal mal ! ' Op die manier stompt ge u zelf heelemaal af, nog voor dat ge in den trein zit! Als ik u was, zou ik uit principe geen regel van at dien rommel lezen. Waartoe heeft eeu mensch ziju eigen opinie? Gij moet Italiëmet onbevangen bogen zien, en nitt door de stcffi^e brilleglazen van oude kroniekschrijvers." Men dient Zicli toch op zekere hoogte te prtpareeren." »Niets dan overtollige ballast, beste vriend. Ik ben verscheiden malen in Itai geweest RU heb <r mij altijd uitstekei,d geamuseerd. En daaibij b<stond mijn voorbsreiding alleen maar uit de beroemde spreuk van Sittewald: Wie reizen w:l, neme niet veel mee! Dat kan men op geestelijke bagage evtngoed torp'ssen als op andere. Van de goede l.ötels moet men van te voren op de hoogte zijn, de rest is bijzaak." vr //Hoeveel tijd hebt gij voor de geheele expe ditie." //Ongeveer vier weken." Mooi zoo, Dan zal ik eens eeu programma voor u opmaken. Gij g s a t etrst naat I'eirara en h'.ijft daar aiht dagen." * Waarom juist, naar Ftrrara?" Omdat, Ferrara de parel van Hal is. Laat u toch niet verblinden door den glans vau groote namen. Iu het rumoer van rlie moderne J3abels ruïneert ge uw zenuwen in plaats van ze op te fnsschen. Aïs ik u was zou ik uit sluitend die heerlijke, stillere plaatsen opzoeken die oneindig veel meer intieme bekoorlijkheden beattei'. Daar hebt ge bijvooi beeld Siena, de part l van lt«l.ë, ? op mijn woord van per!" Maar op die manier zou ik Genus, Rome en Venetiëbijvoorbeeld heelemaal niet te zien krijoen." Daaraan verliest gij niets, geloof mij gerust. Gij gef fr, het marmer ep en krijgt iu plaats daarvan diamanten; en gij weet wel, niet waar, dat het formaat iiitt de hoofdzaak is, maar wel de innerlijke waarde. Wat weten de meeste nuigeis van Oni-.tor1 Niets, minder dan niets. Als ik u was zou ik daarvoor minstens een week reserveeren. Achterna zult gij mij gelijk geven: Oivieto is de pan l vau Ital.ë. Eu dan n g iets; zorg dat gij er zoo spoidii; mogelijk komt, want de eerste, helft vau den herfst is voor IlaLe verreweg liet beste jaargetijde!" Zie zoo, daar heb ik dus een ruime keuze van plannen en programma's, alle zouder uitzonderu g opgesteld door kenners en aut.cnteiteu, voer wie ik, als lef k, mij moet buigen. Moet ik nu aan den raad van den ue de vooikeur geven om dien van den andere t.e verwerpen r Dat zou even onbillijk als onpractisch zijn. £cn oogenblik heb ik er over gtdaeli', de verschil lende raadgevingen tot ca geheel te versmelten,. maar daarbij stuitte ik dadelijk op groote moei lijkheden. Want, hoe groot het combinatievermogen dir tegenwoordige rondreisbiljetten ook is, toch zie ik er geen kans toe, langs drie ver schillende lijnen tegelijk naar Italiëte reizen, eu nog moeilijker is de questie, hoe iemaud het moet aanleggen, uitsluitend in Rome te vertoeven, zonder die stad aaa te doeu, eii mij dunkt, dat het volkomen onmogelijk is, den Italiaanschcn carnavalslijd in den herfst met te maken, Bovendien ben ik er van overtuigd,. dat, de best. georiënteerde van al mij u vrienden mij op het oogeublik van vertrek door bet portierraampje zal toeroepen: Als ilc u was, zou ik liet heel anders inrich ten l" Ik zie waarlijk geen kans, mij naar aller genoegen uit al die moeilijkheden te redden, en, hoezeer het mij ook spijt, al mijn bezorgde en belangstellende vrienden te moeten teleurstellen, toch zal ik er toe moeten besluiten, hun te laten merken, dat ik, datif ik hel ntt eenmaal zdf bun, toch ook een woordje heb mee te praten.' Zeldzame vleeschspijzen. In een Engelsen tydschrift vinden we een bespreking van den smaak van eenige «zeld zame vleeschspijzen". Leeuwenvleesch wordt aanbevolen, tijgergebraad afgeraden, het is taai en vol peezen. Het is waar dat de inboor lingen in Voor-Indiëhet eten, maar zij doen dit minder voor genoegen dan uit eerzucht; zij meenen er de kracht van het gegeten beest mee binnen te krijgen (zooals de Dajaks.. wanneer zij de hersenen hunner gedoode vijanden verorberen). Berenbiefstuk wordt in de Germaansche legenden geprezen; voor»! de bouten moeten een flink stuk vleeach geweest zijn. Tegenwoordig gebruikt men nog beren lever in sommige worstsoorten, en berentong; in Zweden en Noorwegen wordt bijna alles van den beer toebereid en gegeten. Ben goede berenlever geeft 25 pond worst. De olifant heeft onder de lekkerbekken zijn bewonderaars en bestrijders. De inboorlingen in Indiëen Afrika vinden zijn vleesch onver gelijkelijk fijn. Van de Europeesche reizigers zeggen de eenen dat het naar leer en lijm smaakt en ruikt; de anderen verbazen zich dat zulk een grof dier zulk inalsch lekker en lijn vleesch kan leveren. De poot van den olifant wordt door allen geroemd. Ook de rhinoceros wordt met smaak gegeten, het vleesch heeft iets van rund- en van varkenavleesch. Apenvleesch smaakt, volgens Wallace, als haas ; maar de eene soort is de andere niet. De kangoroe is het best in de soep. Zeehonden zijn eetbaar; het vleesch is - pikzwart, dat schrikt af, maar als inen daarover heen is, waardeert men den aangenarnen smaak en het is licht verteerbaar, verwarmend en versterkend. In sommige streken van Engeland eet men eekhorens; maar het zijn maar heel kleine boutjes, dus niet de moeite waard om er het dier voor te dooden. Geen woorden zijn er trouwens voor de barbaarschheid der Ita lianen, die nachtegalen op tafel brengen, of van de inboorlingen van Florida die schotels vullen met roodborstjes en colibris. Helaas ook in onze landen komen vinken enleeuwerikken op de menu's voor. De Prins Hendrik Stichting te Egmond aan Zee. Evenals telken jare, komt ook nu weer de Prins Hendrik Stichting voor oude zeelieden zich aanbevelen in de belangstelling van het publiek. Zij doet dit in den vorm van een aardig, net boekje, juist geschikt om naast de portefeuille in de borstzak van onze soms wel wat al te vast dichtgeknoopte jassen te worden gedragen. Als de portefeuille kon weten, wat er in dat boekje stond, zou misschien een klein deel van zijn soms zoo rijken inhoud den weg vinden naar Egmond aan Zee, en medehelpen om den levensavond van Janmaat te verhelderen. Een drietal goed geslaagde afbeeldingen geven een denkbeeld van de inrichtingen van dit Home voor onze oude zeelieden. De ge zellige eet- en recreatiezaai, de frissche en nette ziekenkamer toonen, wat met betrekkelijk gerirge middelen op de eenvoudigste wijze is bereikt. Justus- van Maurik schreef voor het boei je

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl