Historisch Archief 1877-1940
6
DE AMSTERDAMMER' WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1163
THEE - E. BR ANDSMA.
Trademarls
Trademaris
Slaapkamer-Ameublementen
in Pitch pin-, Noten-, Eiken- en Mahoniehout.
GELAKTE MEUBELEN Eng: genre.
Franco levering door geheel Nederland.
A. SINKEL.
Telephoon
Groote Markt.
Uitgebreide sorteeringen in Lingeries
EXPOSITIE OP DE SM LOM S.
Uitzetten en luiermanden in alle prijzen
EIGEN ATELIERS.
Artikelen voor Ziekenverpleging.
Kantoor, abriek en Hootdmagazgc:
BOKIN 128, o/d Nederlandsche Bank. (Telephoon 1884.)
CLYSOIRS.
Geïllustreerde Catalogus op aanvrage.
KINADRUPPELS van Dr. DE VRIJ.
Het krachtigst werkend middel tegen
Malaria (binnenkoortsen) algemeene
zwakte, bloedarmoede en bleekzncht.
Vraagt overal de Q verzegelde flacons
a / 1.?, voorzien van nevensstaand
fabrieksmerk. Men lette daarop.
Bjj overmaking van een postwissel a
? 1.15 volgt franco toezending door de
Chemische Fabriek
van H. NANNING, Den Haag
Specialiteit van Overhemden op maat,
Dassen, Boorden, Manchetten, etc.,
lilj VVE W. TAM IIEli HULST
Hofleverancier.
Reis artikelen. Parapluiea.
167 Kal verstraat, AMSTERDAM.
PHILIPPONA KETELAAR,
fournisseur de la Cour.
A I, VKRNTUA AT 166, AMSTERDAM.
GRANDE SPECIALITE POÜR
Trousseaux & Layettes,
Sur demande envoi franco de Devis et de modèles.
Genre LIBRE AESTHETIQUE,
= Behangselmagazijnen C. B. SCHNEIDER, Leidschestraat 79. =
Men lege de recentie in dit blad van 7 Mei en in het Handelsblad van 7 Mei, ie blad.
BI U ARTS.
Geen beter, solider en goedkooper
adres dan bij
J. ELSENBURC,
N. Z. Voorburgwal 177.
TELEFOONADRES No. 2699.
Geheele pgnlooze verwijde
ring van Likdoorns.
Voor belanghebbenden aanbevelingenter
inzage.
Spreekuur iederen werkdag van 9 tot
12 uur en van 2 tot 5 uur.
WILLEM BIJLMER,
PEDICURE.
Singel 159.
Muml
Gebattikte Gordijnen, Portières,
Tafelkleeden. Stoelzittingen,
Kussens, Réticules en Teacosy's,
volgens teekeningen van Hollandsche .Artisten.
Speciaal ingericht tot levering van
Arts and Crafts -- den Haag.
Portretten-Bogaerts
in Olieverf Kleuren.
De grootste waarborg: Onze Portretten mogen niet behouden
worden, indien de gelykenis niet volkomen bevredigt. Uitvoering in moderne
Kunst-richting op verlangen. W\j leveren een onvergankelijk, volkomend gelykend,
in olieverf geschilderd Portret naar elke photografie.
MF" H.H. Kunstschilders, die hunne Portretten, naar de natuur afwerken
in hun eigen Kunst-richting, besparen t\jd door ons te belasten met de eerste
uitvoering naar photografie. Prijscourant gratis op aanvraag.
H. BOGAERTS & Co., Boxtel.
F.HABPEEüenH.P.DEmT|al[eL?)
Heerengracht 363, Amsterdam.
KAPITALEN verkrijgbaar voor Ie en 2e Hypotheek. GELDEN
beschikbaar met n solieden borg van af f 100 tot elk bedrag
voor langen tijd. MT Bouwcredieten tegen billijke voorwaarden
Kantooruren van 1O?l en 7?O.
Kraepelien & Holm's
QUINA-LAROCHE
Opwekkend, versterkend,
kotrtsiterdrijvend, de meest krachtige en
versterkende Kina-Wijn..
Aan.bevolen door tal van Geneesheer
ren, Bekroond met eere-diploma et»
Gouden medailles. MET STAAL,
zeer aan te bevelen by bloed
armoede, bleekzucht, enz.
Prijt per >/, jfacon. ? 1.90,
«/,/<*»«? i
KRAEPELIEN * HOLM,
HOFLEVERANCIERS, ZEIST;
Depots te Amsterdam by de H.H.
Apothekers J. H. VAN MEURS, Kalverstr.;
J. M. POLAK, Hoogstr. en Galerjj 34;
J. A. STOLTE & Zn., Keizersgr. b/d Reestr.;
NIENABEB & KISJES, Haarlemmerdijk;
A. VAN TUIJLL, Paleisstr.; J. M. HULSWIT,
Vondelkade; G. J. SCHUIJT Jr., Haar
lemmerstraat 140; Haarlem, MONS &
GBYSKBLS, en verder in de bekende depots.
DE VOORSCHOTBANK
Eerste Botterdamsche Maatschappij
van verzekering op het Leven,
tegen Ongelukken en Invaliditeit,
te ROTTERDAM,
Oude HavenUade IVo. l
(Plan C),
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
29 Juni 1897, No. 50.
Directie:
P. R. MEES en J. F. WESTENBERG,
verstrekt gelden op langen termijn
(geen handelscredieten), met een mini
mum van ? 1000.?, onder verplichting
borgen te stellen en een contract van
levensverzekering te sluiten;
geeft 4 pCt. Schuldbrieven
ullt tegen den Koers van 100% pCt.,
gecontrasigneerd door het Algemeen
Administratie- en Tras t kan
toor te Rotterdam.
De stukken zijn, voor zoo ver de
voorraad strekt, verkrijgbaar ten Kantore
der Bank, bij de Heeren ADRs. OFFERS
& ZOON, te Rotterdam en bij de Heeren
HARTSINCK & Co., te Amsterdam.
CATZ
SUPRA
FIJtfE
Geniia-Olie,
de FIJNSTE
BESTE
Sunligh
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMtlMIIIIIMIIIIlimillllimillMIIHIimilMMMIIIimilllllltMIIIIIII
Verzekering-Maatschappij 110LDA".
Damrak 74, Amsterdam.
Werkkracht verzeker i n g.
Omvat ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN.
Iemand verzekerde zich in December '97, kreeg in Juni '98
een oogziekte, waardoor hij ongeneeslijk blind werd.
Hiniiiuiiiiiiiniiiiiii
Een marehe ftmèbre.
F. DE SINCLAIR.
II.
Thomas kreeg in vollen ernst les van
mijnheer Dank, zoo heette z'n nieuwe vriend. Eerst
leerde hij gewoon roffelen, maar dat kon hij
spoedig en toen beloofde de man met 't ver
baasde gezicht hem ook contrabas te leeren;
maar dan moest hij''eerst muziek kennen.
En zoo zat Thomas uren aan een te werken
op notebalken met sleutels en rusten en 'n poosje
later kreeg hij een stemvork. te leen en dan
oefende hij zien in het z.g. //treffen."
Hij hechtte zich aan den man, meer" dan aan
'n vriend, hij vereerde hem als 'n afgod.
Wat die man zei was voor hem een
evangelie en z'n zwak leven had voor hem alleen
beteekenis als hij beneden in die kamer was
en luisteren kon naar alles, wat hem daar werd
geopenbaard.
Z'n ouders wisten er nu ook alles van.
Z'n moeder yond het goed, dat hij iets had,
dat hem bezighield ; ze vond het nogal bizonder
en daarom noemde zij hem 'n //meziek-sjenie",
'n vader smaalde er op als hij nuchter en vloekte
er over als hij dronken was, want het bracht
geen centen in huis en daarom noemde hij hem:
i'n lui varken".
De laatste dreef het eens zoo ver, dat hij
Thomas verbood weer naar dien kerel toe te
gaan als hij er geen geld kon verdienen en
anders zou hij zelf »dien muzikant eens op z'n
nummer zetten."
Doodelijk verschrikt vluchtte Thomas weg;
zijn vader bij mijnheer Dank, dat scheen hem
heiligschennis!
Terneergeslagen kwam hij des middags op
de les, hij had nog niet geleerd z'n aandoe
ningen te verbergen en de contrabassist merkte
dan ook al dadelijk dat er wat aan haperde.
»WeJ, is er zwarigheid?"
Thomas knikte met tranen in de oogeu.
De verbaasde man was bezig 'n pijpekop uit
te peuteren, maar hij hield daarmee op en keek
het kleine kereltje onderzoekend aan.
Wat is het dan, mannetje?"
Vader zegt, dat 'k niet meer mag komen,
als er niks te verdienen valt;" antwoordde Tho
mas, die met z'n tranen kampte.
Zoo, dat 's gekker, verdienen... dat gaat zoo
gemakkelijk niet".. . en met opgetrokken wenk
brauwen schudde hij langzaam z'n hoofd, over
tuigd als hij was van de groote moeite, die het
kost, het dagelijkse!) brood fatsoenlijk te ver
dienen. //Wat is je vader," vroeg hij na eenige
oogenblikken aan Thomas, die mei z'n vuile
vuistjes aan z'n oogen wreef.
Moeder zeit, 'n zatlap," antwoordde deze
onbevangen.
De verbaasde man maakte eene beweging van
schrik. Nee, nee, dat meen ik niet. Wat doet
bij voor de kost?"
Dat, wist Thomas niet.
»Afljn, ik weet er zoo gauw niks op, jonge
vriend, maar misschien ...
Thomas staarde hem hoopvol aan.
De contrabassiet wandelde met groote stappen
de kamer op en neer, bleef eensklaps vlak voor
Thomas staan, krabde zich aan de borstelige kin
en zei 'n beetje aarzelend:
»Is je moeder nog al... hm ... hou je veel
van je moeder?"
Thomas knikte bevestigend.
//Vraag dan of je moeder 's bij me komt."
Thomas' gezicht klaarde heelemaal op; hij
koesterde zich in het straaltje hoop, dat lichtte
uit de weinige woorden, die mijnheer Dank had
gesproken.
Hij verliet de kamer en snelde de trap op,
veel gauwer dan goed was voor zoo'n zwakke
borst.
Bij de conferentie, tusschen Thomas' moeder
en mijnheer Dank, mocht Thomas niet tegen
woordig zijn, dat paste niet, zei z'n moeder,
die wat vet aan haar haren streek, 'n schoone
schort voordeed en er toen direct op afstevende,
en Thomas, al liet hij zich zachtjes op 't por
taal glijden, kon ook niet hooren, wat er ge
sproken werd.
Eindelijk hoorde hij binnen mijnheer Dank
zeggen: Nou juffrouw, dat is dan afgespro
ken" ... toen vluchtte Thomas de trap op en
ging op 'n stoel voor 't raam zitten wachten
op z'n moeder.
Maar die was nog al lang van stof en Tho
mas tuurde met kloppend hart op het plaatsje
daar heel beneden, waar op touwtjes 'n heele
wasch te drogen hing, alles helder wit in de
vroolijke zon, behalve een hemd, dat er af was
gewaaid en waarvan de mouwen telkens
opfladderden en dan weer slap neervielen in de vuile
goot, die dampend rioolwater naar 'n
onderaardsch reservoir voerde.
Het duurde erg, erg lang en Thomas werd
kriegel en kreeg lust om naar dat plaatsje te
gaan en 't hemd op te hangen.... maar toen
piepte juist de deur van mijnheer Dank'skamer;
dat geluid kende Thomas uit alle andere, en
daarna kraakte de trap onder de voetstappen
van z'n moeder, die weldra Binnen kwam.?Ze
zag er erg vriendelijk uit.
KU"e je maar gauw uit, je mot verschoond,"
zei ze bruusk, maar toch lang niet boos.
Thomas begreep er niets van.
Nou dan jong, muk 't twee maal zeggen?
Je gaat van avond uit met mijnheer benue, naar
't sjantan."
Thomas wist niet wat 'n sjantan was, maar
als mijnheer Dank meeging dan was het van
zelf iets vetrukkelijks. Hij ontknoopte zonder
verder iets te zeggen z'n huisje en weldra sloeg
de zeepsopdamp van z'n mager lichaampje.
Buiten was het kil en vochtig, toen Thomas
met z'n geleider de deur uit traden.
Mijnheer Dank huiverde in z'n dun jasje en
Thomas stak z'n handen diep in de zakken van
"z'n zwart glimmende broek, want 'n overjas
had hij nooit gehad.
Een slap wit boordje lag wijd om z'n mageren
hals en een toegeknoopt vaalgrauw buisje trok
groote plooien om z'n smalle schoudertjes.
Het natgemaakte haar, lang en piekerig in
het blauw-witte nekje en 'n te groote
slapgeregende strooien hoed tot op z'n ooren gezakt.
Maar toch vond hij zichzelf netjes en met z'n
lang bovenlijfje, krom, van de haast om mijnheer
Dank bij te houden, glibberden z'n gelapte kapotte
laarzen zenuwachtig over de vette straatsteeuen.
Gelukkig was 't niet ver.
Th omas wist nu wel waar het zijn moest, hij
had zoo dikwijls er voor gestaan overdag, om
naar de affiches te kijken, die tegen den muur
waren geplakt met gedresseerde beesten, clowns,
chauteuses en gymnasten er op en allerlei rare
woorden met groote letters.
Ze gingen binnen onder 'n soort portiek en
Thomas zag achter het glazen loketje met
Bureau" 'n heer op 't kantoorlje zitten.
«Die ontvangt de centeu", zei mijnheer Dank,
maar wij mogen er voor niks in" en toen
duwde hij 'n groene tochtdeur open en stonden
ze in de zaal.
Een man met 'u gouden pet keek hem onder
zoekend aan en zag vragend naar Dank.
Artist" zei deze lachend en toen Thomas
bedremmeld niet f^oeA wist wat te doen, pakte
hij hem vriendelijk bij de hand en trok hem mee.
't Was 'H hooge koud-leege zaal. Eentonig
stonden de Weener stoelen op rijen met hier
en daar als bruine vlakken, de tafeltjes. Rechts
en links was 'n verhoogiug van den vloer met
klapstoelen, in den eenen hoek 't buffet en aan
den anderen kant twee gele deuren met Hee
ren" en Dames."
Boven, 'n uitspringend balbon, dat rustte op
pilaren met verlept rood iluweelband omslingerd.
Maar waar Thomas 't meest naar keek, toen
bij achter Dank tusschen de stoelen door naar
voren liep, dat was het tooneelscherm, met zijn
advertenties en reclames er op, en boven, bijna
tegen de ijzeren binten van 't dak hingen 'n
glimmend vernikkelde traprze en twee ringen
aan blauwe koorden.
Toen zag Thomas eindelijk 't orkest van
mijnheer Dank, gelijkvloerseh met de zaal, maar
van 't publiek afgescheiden door 'n dik ver
schoten rood koord, dat van afstand tot afstand
op zwarte paaltjes rustte.
Midden-in stond 'n piano en rechts en links
lessenaars; iu den eenen hoek 'n contrabas en
in den andere 'n turksche trom.
//Zie zoo," zei mijnheer Dank, jonge vriend,
ga hier nou maar zitten, op de voorste rij, dan
zie je 't best en als je 't mooi vindt, moet je
maar hard klappen en met je voeten stampen"
en mijnheer Dank begon z'n instrument te stem
men. Achter zich hoorde Thomas telkens de
tochtdeurcn gaan, dan kwamen er menschen
binnen maar bij zag zooveel nieuws en vreemds
dat z'n zwakke hersentjt s het niet allemaal
konden bevatten en daarom staarde hij maar
raet 'n hooge kleur en schitterende oogen met
'n drukkend gevoel van niet-op-z'n-gemak-zijn
naar de reclames op 't neer gelaten scherm,
daar vlak voor hem.
't Liep tegen achten; 'n viertalheeren bezoe
kers trokken hun jassen uit, zetten hun hoed.,
af en ontpopten zich in kelners met stoffig zwarte
jassen, hooge witte boorden en vettig geschei
den haar.
In 't buffet stond 'n dik mannetje met 'n
lorgnet en 'n grijs fantasiepak uitvorschend de
zaal in te kijken, om te zien of 't vol liep.
Toen ging er een mijnheer op 'n stoeltje met
afgezaagde pooten voor de piano zitten en sloeg
'n paar accoorden aan.
Dat was de directeur.
Hij droeg 'u lange gekleede jas, waarvan de
panden, als hij zat, op den grond sleepten.
Z'n bijnaam was, Mozart, omdat hij zóó met
dien componist dweepte, dat hij zelf moeite
deed om op hem te gelijken.
Boven z'n dik eenigszins opgezet gezicht was
het vlasblonde haar in 'n kuif omhoog gekamd
en telkens al was er maar 'n halve maat rust,
streek hij daar behagelijk met de hand door,
'n vlassig sikje en 'n dikke opgedraaide snor
ook al even lichtblond voltooide z'n typeering.
Rechts zat de eerste en tevens eenige violist,
'n zwakke magere jongen, met 'n begin van 'n
baardje ; in alles 'n flauwe weerkaatsing van den
directeur, maar niet zoo blond, met 'n opzichtig
gekleurde das en 'n boord, dat veel te hoog
was, om z'n viool gemakkelijk te kunnen houden.
Achter den violist zat de klarinettist, 'u
kleine vette jood, met half dicht geknepen
grijnzende oogjes, een glimmend hoofd, dat naar
achtergaande hoe langer hoe breeder werd, en
waarop geen spoor van iiaar meer was te
ontdekken.
Als hij blies waren z'n wenkbrauwen gefronst,
maar bij sentimenteele pasages gingen ze omhoog
en beschreven dunne halve cirkeltjes boven z'n
dan geheel gesloten oogen.
Daar achter stond mijnheer Dank, de contrabas.
Links van den directeur zaten de overige leden,
eerst de cornettist, 'n jonge man met 'n
blomzoet gezicht, die eeuwigdurend glimlachte en
over 't geheel deed denken aan 'n zoetsappige
creatie van l' homme qui rit, verder de trom
bonist met 'n struikroovers tronie, geheel behaard,
maar met iets goedmoedigs in z'n optreden zoodat
het er wel iets van had, of hij na romantische
strooptochten in de Pyreneën nu rustig van z'n
geroofde schatten leefde en voor z'n plezier
zoo'n beetje meeblies... Achter hem stond het
slagwerk, maar die plaats was vacant.
(Wordt vervolgd).