De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 15 oktober pagina 9

15 oktober 1899 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1164 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. maar in de gevangenis en leve dan de wet ?op den leerplicht! N o. 2. De moeder was van het zesde kind bevallen; de vader liep met een wagen. met appelen doch was erg bijziende; het negenjarige jongentje moest den gansenen ?dag mede om vaderen den wagen te leiden, ander» hadden de moeder, vader en zes kinderen niet te eten. 't Is hard genoeg, zei de vader, dat ik den jongen van school moet houden, maar mijn oogen meneer; beboet dien man straks maar en stop hem .anders, hij wanbetaling, maar in de doos, -en leve dan de wet op den leerplicht! No. 3. Haar man zat in de gevangenis, voor vier kinderen had zij ie zorgen en ging daarvoor uit werken; het oudste meisje was negen jaren, zij paste op de adderen, als moeder niet werkt, hebben ze allemaal niet te eten; beboet straks maar, bij niet betalen dan maar weer de doos in, en dan een hiep hiep hoerah voor de wet op den Jeerplichi! Och man, hoor ik mij toevoegen, jij hebt het wetsontwerp heeleuiaal niet begrepen, ?er worden vrijstellingen gegeven op voor stel b. v. van doctor of onderwijzer; heerlijk vooruitzicht, maar pas op als moeder eens brutaal is tegen een lasiigen onderwijzer {dïe zijn er ook) of zoo iets dergeliikg. Ik weet het, de Minister van Binnenlandsche Zaken is een braaf mensch, die <len minderen man werkelijk een goed hart toedraagt, maar Excellentie, met dien leer plicht xondcr kleeren of voedsel is het gevangenisvuüertj, gelijk men reeds ondervonden heeft met de drankwet; voor eenige dronkenlappen minder, heeft men honderden met ?de gevangenis laten kennis maken, die er misschien anders nooit in hadden gekomen. ?Ook hier weer is de remedie erger dan de kwaal. Of ik den weg op wil van staatsvoeding «n fcleedijig? Dit punt zou e<:n zeer uit voerige toelichting eischen ; maarlet-rdwang zonder kleeren of voeding is dwingelandij, ?een vrij Jand onwaardig. Of ik dus instemde met uw plaat M. d. Rv liet was koren op mijn molen. Amst., 8 Oct. 1899, MARTIN WOLFF. Tolverbond tusschen Nederland en Duitschland. Nog eens Mssdiop Bemülf, fachle Redactie! De heer de Bont beroept, zich, om de aan spraken van den nieuwen Ilijksmuseumheilige ie bewijzen, op »MelJ, Bockenberg, Beka en Heda." Wie aldus twee middeneeuwsche kro niekschrijvers, een zestiend' eeuwsch compilator ?en een allerverdienstelijkst, maar natuurlijk van zijne bronnen afhankelijk, geleerde uit de negentiende eeuw in uen adem noemt, kent .ze a!le viar enkel bij naam; of heeft geen. flauw begrip van gesclriedstudie. Waarde heeft alleen het beroep op Beka en Heda; en alleen voor aoo ver de kritiek van Moli e. a. hun voor stelling betrouwbaar heeft bevonden. EB dan blijkt al aanstonds, dat beiden zelfs de regeerjngsjaren van Beruulf verkeerd opgeven (Moll, Kerkgetch. II, i. 58 n. 3); en dus geea b«ichteu uit de eerste hand omtrent hem hadden. Eu wat verbalen zij dan nog van zijn kuustbeschermingi' Hij beeft de kapittelkerken van SmtPieter en Sint Jan te Utrecht doen bouwen. Dat het prachtige of kunstrijke bouwwerken waren, wordt niet gemeld; Beka, zelf Utrechtseh kapittelheer, zou het zeker niet hebben verzwegen, had hij er iets van geweten. De heer de Bont schrijft hem ook de prachtige" St. Lebuinuskerk te Deventer toe. En ja. hij heeft aldaar een kerk gestichten aan Sint Lievijn gewijd; ongelukkig is dat gebouw in 1235 afgebrand; eu zijn opvofger in 1334 eveneens; zoodat van Bernulfs werk ?of niets, of op zijn hoogst de krocht nog over is, die, voorzeker merkwaardig, volstrekt geen bewijs levert voor de pracht of kunstwaarde van de kerk, die er 't eerst boven gestaan heeft. Nu zal de heer de B. zeggen, dat Bockenberg egt magmficum fecit collegium"; te Ainersfooit fimminiijiiiimii S I D l F .IE S. De Hoogleeraren en Dreyfus. Het volgend adres werd door de dag bladen opgenomen, thans ter teekenir:g bij ?de professoren, lectoren en privaat-docenten rondgaand. Onücrgetcelceiiü'en, gewone en buitenfrewnnr hooicleei-ai-en, lectoren en privaat-docenten der Ntikrlandsehe universiteiten, zicli bewust van den plicht, die lm n wordt op cJegd door den dienst der wetenschap, welke bestaat in liet zoeken, door alle middelen, \an de waarheid, ca door den dienst der gercchtif'lieid, die de triomf is det waarheid in het maatschappelijk leven, gevoelend, dat diezelfde plicht hun verbiedt, onYL-rschiiJig getuige te zijn r.tu den strijd voor waarheid en recht in andere landen, bovenal in het schoone i Frankrijk, welks geschiedenis en welks taal zij ken nen, welks artistiek eu letterkundig genie 'zij be wonderen, welks edele opwellingen /.i] hooi; waardceren, dat, zij altijd groot zoiuK'ii u-eiischcri, e, aardig zijn schitterend verleden en ziju schoone mUsie in <le wereïd; knnuen niet nalaten, uitdrukking te geven aan liet gevoel van pijnlijke verbaziiis; en diepe smart, waarmee het vonnis van den krijgsraad ra n lïtiiiies hen vervuld heeft; aan bun Jjooirachtiiijf en lam eerbiedige sympathie voor de geestkracht van den onsehuliliïeii martelaar, die door dat vonnis is veroordeeld, en voor den moed .zijner wakkere vrouw; weiiselien vurig, dat de zaak dier edele sluehtoll'ers, welke tevens de zaak is der menscliheid, die reeds ten halve ge.wuuneu mag houten, die ondersteund wordt door de blijken van liet Fransche volk en omhelsd door de gauselic beschaafde wereld, sjwi-lig \ (lol den Journalist, opmal en en leekenen." ?>Wel ja, kereltje, laten wij alvast het contract maar volkomen zegeviere, en dat, na zioveel venicileriuien eu onverdiend lijden, de eer eu - zoo dit, helaas'. nog mogelijk is - - het geluk weldra worden terug gegeven aan een 7.00 zwaar beproefd ge/i» : verlangen, dat deze uitdrukking van hun gevoelens i er kennis worde gc'uwli) van den kapitein Alfred Dyeyt'ns eu van mevrouw- Lucie DrevUis, om lateidoor hen te worden overgedragen aan luin kinderen, als een herinnering aau de deelneming in den boezem der Xederlandsche universiteiten geweki duur den langen strijd, dien zij hebben mouten si rijden i ooido eer van hun naam en voor de eer van Frankrijk." Het adres zal geschreven worden als een oorkonde, op perkament, in Gothiesch schrift. Op perkament, opdat liet na eeuwen nog getuigenis zal Kunnen afleggen van de verontwaardiging en de sympathie der ! Nederlandsche Univer?itetts-leerareti; en j niet met Hebreeuweche of met Latijnsche letters, maar met Golltiesclie, waarschijnlijk om Dreyfus ais Eizasser te herinneren aan [ de verduitsching van zijn vroeger vaderland. J Het moet ons alleszins verheugen, dat | de professoren, zoowel de ordinaire ais de ' extra-ordinaire, <le lectoren en docenten een a(~ouderlijk adtes aan Drtyfus en zijn familie richten ; immers nu komt dat van de meest bevoegde, zij Ie. Dit kan niet ontkend worden. Alleen mannen in den dienst der wetenschap, zoeken iloor alle middelen de iciiarhcid. Het is, heuHch, haast eene ondenkbare uitzondering, als zij eens een middel overslaan; of abusievelijk of opzettelijk een middel zouden gebruiken, om de onwaarheid boven water te houden! En zij staan zonder twijfel in den dienst der «gerechtigheid." <üe 'de triomf is der , «waarheid in het Maatschappelijk leven;'' tengevolge \yaarvan de gerechtigheid en de waarheid in ons maatschappelijk leven, zoo aardig tot hun recht komen! Van alle Nederlanders zijn het juist de profes soren en doktoren,anders gezegd onze schoolgeleerden.die vooraan natuurlijk detnediei en de natuur-philosofen ; d. i. 'de grootste helft, om van de juristen en theologen niet te spreken die Frankrijks laai en geschiede nis op hun duimpjt; kennen; die zoo dagelijks j zich voeden met de vruchten van het Fransehe artistieke en letterkundige genie; en : wat weet gemakkelijker de sedeler.pwf'lling-t'n i diernatie" te waardeeren, dan de\V< -U-;^ehap van _ professie in ons hartstochtelijk land? Uit bescheidenheid misschien 't kan ook zijn, onwillekeurig »in het gevoel van pijnlijke verbazing ea diepe smart '' ', lieten zij na van de Fransclie Wetenschap te gewagen, zoodat kapt. en mevr. Dreyfus, wanneer deze bedenken, dat hier uitsluitend bijzonder -wetenschappelijke heeren het woord voeren, wel tot liet besef moeten komen van de innigste en uiterste ontroering, waarin dit document werd gesteld. Dit alles is zooals het behoort. Ook op den wensch, dat de zaak.de zaak der menscli heid, half gewonnen, ^ondersteund door de blijken van bet Fransche volk, de door de gansche beschaafde wereld omhelsde zaak, moge zegevieren, valt dunkt on» geen aan merking te maken. Evenmin op de ver zuchting, dat aan een zoo zwaar beproefd gezin de eer moge teruggegeven worden, »,voo d il, helaas, »>oyclyk'ii>." Juist dat helaas in dit verband is meer dan trtilend. Maar in «n opzicht hebben zij o. i. niet den juisfen toon aangeslagen. »Fe»Inivjdi" zoo lees ik, »dat deze uitdrukking van hun gevoelens1' ter kennis worde ge bracht van den kapf. en van Lucie Dreyfus, "om later door hen Ie worden orerijr/lrat/en an)i hun kinderen, als een herinnering aan de deelneming in den boezem der Nederlandsche Universiteiten gewekt. Verlainjen dus*, dat in (ie familie Dreyfus bewaard zal worden, dit onverslijtelijk stuk perkament. Mij dunkt het woord 'verlangen" is hier niet _ op zijn plaats. Wat weerga een zoo precieus document, moeten de kapt. ec mevr. Drtyt'us wel in hun brandkast op bergen, om bet later hun kinderen te kunnen vertoonen Dat spreekt, van zelf. Of is het onzen hooggeleerden ter oore gekomen, dat Dreyfus en zijn vrouw zóó nonchalant zijn, dat zij zelfs »een uitdrukking van deel neming in den boezem onzer Universiteiten gewekt" zouden kunnen laten slingeren'? Bestond er reden of noodzakelijkheid om hun een wenk te geven? 't Is'natuurlijk mogelijk. Maar dan had ik in plaats van «verlangen", toch liever gelezen cisc/ten: eischen, »dat deze «uitdrukking" worde door hen overgedragen aan hun kinde ren' . Dat rerlanijen is zeker beneden de waardigheid van dit illuster gezelschap. Honderd professoren, het «ouden hartje van de bloem onzer natie! Bovendien, het woord itKchcit,, had (ie Drtylussen, die het nog al ^Iruk met het ontvangen, lezen en rangschikken van adressen zuilen hebber, dadelijk kunnen doen begrijpen, dat zij nu toch heusch eventjes huri zeer bijzondere belangstelling moesten geven niet aan de gothiesche letters, maar aan de weryiu1namelijk, Maar elk, die Latijn verstaat en den bijvoegelijk-oaamwoord-Iievenden stijl der zes tiende eeuw kent.ziet terstond (Bockenberga gezag nog daargelaten), dat deze woorden slechts beteekenen: hij stichtte het kapittel van St. Leb. te Amersfoort. Nog iets. Gij zegt, dat i» de middeneeuwen de kunst heeft gebloeid. Zeker, maar lo: die bloei is eerst lang na Bernulfs dood begonnen; 2o: het was niet, wat nu kerkelijke kunst beet. Ik wensch bij niemand achter te staan in waar deering van den puntboogstijl; maar lo zija wetten en regelen waren 't geheim der bouw broeders, in wie men niet zonder grond de voorouders der vrijmetstlaars heeft gezien; 2o zijn burgerlijke gewrochten staan ten minste even hoog als zijn kerkelijke ??vergelijk eens het sladhuis van Middelburg, van Veere, van Brussel, of het Brcodhuis aldaar, met de kerken uit denzelfden tijd, ook al zijn ze niet, wat in dit blad terecht is genoemd: ,/bedorvea door de onwaardige polychromie" l Het Nibelungen Lied is reusachtig, verheven ; maar door en door heidensch. Der Commedia is htt tweede groote heldendicht der menscbheid ; maar de helft der historische personen, die Dante in de hel ont moet, zijn pausen en kardinalen. De minnezang klonk liefelijk ; maar noch Marnix noch Ulrick von Hutten vloog de kerk stoutmoediger in 't aangezicht, dan Walther von der Vogelweide. Parzival is even dichterlijk als vroom; maar het gronddeukbeeld is een Koninkrijk Gods op aarde zonder paus. De Reinaert is een onsterfe lijke satire ; maar allereerst op de geestelijkheid. En waar verheft de zederijmer Maerlant zich. tot eenJuvenalis? Waar hij dat paepscap" geeselt. O f er den bloei der wetenschap in een tijd, toen de kerk leerde, dat de zon om de aarde draaide en de heksen op bezemstokken door de lucht vlogen ; eu toen de wijsgeeren evenmin. hun onfeilbaren Aristoteles ie 't oorspronklijke konden lezen als de Godgeleerden den Bij bel behoeven we wel niet te spreken. Ten slotte : den aanval van den beer de Bont op sommige bladen zal ik beantwoorden, zoodra hij dien in betamelijke woorden herhaalt; die bladen noemt, en lieioijsplun'si'ii geeft. Inmiddels met dankzegging voor de plaatsing l'te dw. Dr. W. ZUIDEMA. Aan de Redactie van De Amster dammer Wetkbl. v. Nederl, i >Le dernier cri" op het gebied der Boj scherming vindt men in uw blad van 8 October j en 't is de heer A. L. H. Obreen die ons ? daar het »Eureka" toeroept. [ 't Is dood eenvoudig en doet denken aan j Bosco onzer jeugd; wy htft'en thans (aldus de, i heer O) aan accijnsen .... 44 800 000 1 » Invoerrechten . . . i . bo.400.000 i m de toekomst wordt dat blaadje omgekeerd en , heffen w jj aan accijnsen l (> i;00 000 » Invoerrechten 30 <SOO 000 et c'est fait! en t publi ek en extase j uicht den kunstenaar toe. Alvorens daartoe over te gaan, veroorloof ik my, als nuchter koopman, die zich meer in de werkelijkheid, dan in contemplatieve of speculatieve bespiegelingen heeft bewogen, de volgende vrageêi : Op welke goederen denkt de heer O. dat tarief van »meer dan viermaal het tegenwoor dige" en waarvan hij eene opbrengst vanp.m. zeven en dertig millioen verwacht, toe te passen ? Wie zal die goederen, eene totale waarde van p.m. twee honderd millioen vertegenwoor digende en bezwaard met i'O pCt. circa, in voeren, betalen, consumeeren ? Waar blijft de binnenlamlsehe nijverheid ? ...... en d' echo antwoordt waar V P. W. Sur, beroemde handteekeningen van deze die naren der _waarheid en der gerechtigheid; zoo geheel iets andera dan de handteekenin gen van Jan en Alleman met Xathau en Izaj'ik daaronder begrepen. Verlangen wat beteekent nu verlangen? Indien er, gelijk ik vermoed, bij onze geleerden inderdaad eenige twijfel aangaande de zorg, welke de heer en mevrouw Dreyfus voor deze uiterst zinrijke oorkonde zouden dra gen, mag hebben bestaan, had dan dit perka ment hen niet tot het bezigen van een veel krachtiger woord moeten nopen ? Kaptein Dreyfus heeft een zoontje, en wat is begeer lijker voor zoo'n ofiicierskind, dan een per kamenten steek ? 't Kereltje zou er de wereld te rijk mee wezen, ook al kon hij in zijn onschuld niet vermoeden, welk een glorieglans van namen hem uit dat schaapsvel op zijn bolletje scheen ! Met een mijner vele vrienden onder de onderteckenaars sprak ik hierover, en duidelijk liet ik blijken, hoe ik een kleine j wijziging van het adres in het belang achtte der vijl' faculteiten. Maar hij wilde daar niets van hooren. Zie, zei o!e hooggeleerde, een gewone,want met buitengewone, lectoren en docenten laat ik mij, wanneer ik een kwestie _ van eenige beteeketiis bespreek, liefst niet in zie, dat is nu het onder scheid tusschen ons en het profanum vulgus. Zoo ernstig kan een zaak niet zijn, of een burgerman, of een groep burgerlui, laat <le gelegenheid niet ontsnappen, om zich zelf iiog even belachelijk te maken, en i krijgt dat soort van menschen de pen in j de hand om gevoelens uit te drukken, ge dachten te formuleeren, of ook maar om hun eigen positie te omschrijven, je kunt er zoo goed als zeker van zijn : er komt iets foutiefs, ui' iets kwasterigs voor den dag. Ka waarom is dat bij ons niet het geval ? Omdat wij met alle middelen de waarheid zoeken. De waarheid zie je de waarheid en dan bovendien nog de ge rechtigheid. De waarheid maakt ons zoo eenvoudige» correct, en ten gevolge van ('e gerechtigheid geven wij ons zeil nooit bet beste deel ; waarop ik ijaluurlijk antwoordde eu dat maakt je oiireehtvaaidi»; voor je zelf daar je je eigen beteekunis onderschat, want ik blijf er bij : als ccn piofesMir iets wil, kan hij'Jesi.ocds nog van rr.rlnnijcit spieken, maar voor een geheel coipa van de allergeleerdslen, waar jullie alle ie t amen iets btbt ie verlangen, is cmckin in-t teiiige juiste woord. Ik ben nu al nieuwsgierig, naar hei schrii ven dat de heeren weldra tot de Gebroe ders Hogerhuis zuilen richten, en tot Kruger en de zijnen in de ransvaal. r\ oor de leden van de Maatschappij der isederlandsche Letterkunde, is er al weer een buitenkansje. Tegen overmaking van een postwissel van ?'2.!f> ?.al hun franco gezonden worden >-Leven van binteLutgart", tweede en derde boek, naar een Kopenbaagsch handschrift, uitgegeven door Frans van Veerdegben. De prijs in den handel is /4.-jO Wil een lid 'van Letterkunde dus J 2.05 uitwinnen, hij deele het Bestuur zijn wensch mede Sinte Lutgart te mogen ontvangen. Hij haasie zich. opdat hij niet met rAjn bestelling kome ais Sinte Lutgart is uitverkocht. En dat zou jammer zijn. Het Leven van Sinte Lutgart bestaat uit JJOnijq verzen, en levert ten hoogst belangrijke bijdrage voor de studie van het Belgisch-Liniburgs-ch dialect in de Middeleeuwen, en is bovendien vooral merkwaardig uit bet oogpunt van den Midueleeuwschen veishouw. Dit alles echter zou mij nog niet verlokt hebben voor ? ±45 in de bus te Wazen, hadde het Bestuur iler Maatschappij mij niet tevens mef gedeeld, dat Sinte Lutgart de bescherm heilige is van de ^'eüeilaudsche taai- en Letterwfctenschap: »IIet Bestuur der Maatschaprij meent de overtuiging te mogen koistereu. dat de uit gave van het »Leven van St. Lutgart" een goed werk zal worden genoemd, waardoor de studie der onder hare bescherming staande Kederlandsche taal- en leuerwelei schap zeer wordt bevorderd, en spreekt e hoop uit. dat er onder de leden der Maatschappij velen zullen gevonden worden, bereid om dit r.uttige werk door hunne inteekening te steunen." Het ds uit dankbaarheid aan Sinte Lutgart zou ik gfctn wterttatul kuiu.en bieden aan de vtvleidiiig, om mijn bibliothtek n^t '2n.i.«'jn verzen ter cerc dezer patronesse te veimceideien ; maar nu komt daar het n uil t ije nog bij. Xtlfs voor ten lid van Letterkunde /uu du prijs van f-L 50 i. iet te hoog zijn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl