Historisch Archief 1877-1940
No. 1164
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
maar in de gevangenis en leve dan de wet
?op den leerplicht!
N o. 2. De moeder was van het zesde
kind bevallen; de vader liep met een wagen.
met appelen doch was erg bijziende; het
negenjarige jongentje moest den gansenen
?dag mede om vaderen den wagen te leiden,
ander» hadden de moeder, vader en zes
kinderen niet te eten. 't Is hard genoeg,
zei de vader, dat ik den jongen van school
moet houden, maar mijn oogen meneer;
beboet dien man straks maar en stop hem
.anders, hij wanbetaling, maar in de doos,
-en leve dan de wet op den leerplicht!
No. 3. Haar man zat in de gevangenis,
voor vier kinderen had zij ie zorgen en
ging daarvoor uit werken; het oudste meisje
was negen jaren, zij paste op de adderen,
als moeder niet werkt, hebben ze allemaal
niet te eten; beboet straks maar, bij niet
betalen dan maar weer de doos in, en dan
een hiep hiep hoerah voor de wet op den
Jeerplichi!
Och man, hoor ik mij toevoegen, jij hebt
het wetsontwerp heeleuiaal niet begrepen,
?er worden vrijstellingen gegeven op voor
stel b. v. van doctor of onderwijzer; heerlijk
vooruitzicht, maar pas op als moeder eens
brutaal is tegen een lasiigen onderwijzer
{dïe zijn er ook) of zoo iets dergeliikg.
Ik weet het, de Minister van
Binnenlandsche Zaken is een braaf mensch, die
<len minderen man werkelijk een goed hart
toedraagt, maar Excellentie, met dien leer
plicht xondcr kleeren of voedsel is het
gevangenisvuüertj, gelijk men reeds ondervonden
heeft met de drankwet; voor eenige
dronkenlappen minder, heeft men honderden met
?de gevangenis laten kennis maken, die er
misschien anders nooit in hadden gekomen.
?Ook hier weer is de remedie erger dan de
kwaal.
Of ik den weg op wil van staatsvoeding
«n fcleedijig? Dit punt zou e<:n zeer uit
voerige toelichting eischen ; maarlet-rdwang
zonder kleeren of voeding is dwingelandij,
?een vrij Jand onwaardig.
Of ik dus instemde met uw plaat M. d. Rv
liet was koren op mijn molen.
Amst., 8 Oct. 1899, MARTIN WOLFF.
Tolverbond tusschen Nederland en Duitschland.
Nog eens Mssdiop Bemülf,
fachle Redactie!
De heer de Bont beroept, zich, om de aan
spraken van den nieuwen Ilijksmuseumheilige
ie bewijzen, op »MelJ, Bockenberg, Beka en
Heda." Wie aldus twee middeneeuwsche kro
niekschrijvers, een zestiend' eeuwsch compilator
?en een allerverdienstelijkst, maar natuurlijk
van zijne bronnen afhankelijk, geleerde uit de
negentiende eeuw in uen adem noemt, kent
.ze a!le viar enkel bij naam; of heeft geen. flauw
begrip van gesclriedstudie. Waarde heeft alleen
het beroep op Beka en Heda; en alleen voor
aoo ver de kritiek van Moli e. a. hun voor
stelling betrouwbaar heeft bevonden. EB dan
blijkt al aanstonds, dat beiden zelfs de
regeerjngsjaren van Beruulf verkeerd opgeven (Moll,
Kerkgetch. II, i. 58 n. 3); en dus geea
b«ichteu uit de eerste hand omtrent hem hadden.
Eu wat verbalen zij dan nog van zijn
kuustbeschermingi' Hij beeft de kapittelkerken van SmtPieter
en Sint Jan te Utrecht doen bouwen. Dat het
prachtige of kunstrijke bouwwerken waren, wordt
niet gemeld; Beka, zelf Utrechtseh kapittelheer,
zou het zeker niet hebben verzwegen, had hij
er iets van geweten. De heer de Bont schrijft
hem ook de prachtige" St. Lebuinuskerk te
Deventer toe. En ja. hij heeft aldaar een kerk
gestichten aan Sint Lievijn gewijd; ongelukkig
is dat gebouw in 1235 afgebrand; eu zijn
opvofger in 1334 eveneens; zoodat van Bernulfs werk
?of niets, of op zijn hoogst de krocht nog over
is, die, voorzeker merkwaardig, volstrekt geen
bewijs levert voor de pracht of kunstwaarde
van de kerk, die er 't eerst boven gestaan heeft.
Nu zal de heer de B. zeggen, dat Bockenberg
egt magmficum fecit collegium"; te Ainersfooit
fimminiijiiiimii
S I D l F .IE S.
De Hoogleeraren en Dreyfus.
Het volgend adres werd door de dag
bladen opgenomen, thans ter teekenir:g bij
?de professoren, lectoren en privaat-docenten
rondgaand.
Onücrgetcelceiiü'en, gewone en buitenfrewnnr
hooicleei-ai-en, lectoren en privaat-docenten der
Ntikrlandsehe universiteiten,
zicli bewust van den plicht, die lm n wordt op
cJegd door den dienst der wetenschap, welke bestaat
in liet zoeken, door alle middelen, \an de waarheid,
ca door den dienst der gercchtif'lieid, die de triomf
is det waarheid in het maatschappelijk leven,
gevoelend, dat diezelfde plicht hun verbiedt,
onYL-rschiiJig getuige te zijn r.tu den strijd voor waarheid
en recht in andere landen, bovenal in het schoone i
Frankrijk, welks geschiedenis en welks taal zij ken
nen, welks artistiek eu letterkundig genie 'zij be
wonderen, welks edele opwellingen /.i] hooi;
waardceren, dat, zij altijd groot zoiuK'ii u-eiischcri, e, aardig
zijn schitterend verleden en ziju schoone mUsie in
<le wereïd;
knnuen niet nalaten, uitdrukking te geven aan
liet gevoel van pijnlijke verbaziiis; en diepe smart,
waarmee het vonnis van den krijgsraad ra n lïtiiiies
hen vervuld heeft;
aan bun Jjooirachtiiijf en lam eerbiedige sympathie
voor de geestkracht van den onsehuliliïeii martelaar,
die door dat vonnis is veroordeeld, en voor den moed
.zijner wakkere vrouw;
weiiselien vurig, dat de zaak dier edele sluehtoll'ers,
welke tevens de zaak is der menscliheid, die reeds
ten halve ge.wuuneu mag houten, die ondersteund
wordt door de blijken van liet Fransche volk en
omhelsd door de gauselic beschaafde wereld, sjwi-lig
\
(lol den Journalist,
opmal en en leekenen."
?>Wel ja, kereltje, laten wij alvast het contract maar
volkomen zegeviere, en dat, na zioveel venicileriuien
eu onverdiend lijden, de eer eu - zoo dit, helaas'.
nog mogelijk is - - het geluk weldra worden terug
gegeven aan een 7.00 zwaar beproefd ge/i» :
verlangen, dat deze uitdrukking van hun gevoelens
i er kennis worde gc'uwli) van den kapitein Alfred
Dyeyt'ns eu van mevrouw- Lucie DrevUis, om
lateidoor hen te worden overgedragen aan luin kinderen,
als een herinnering aau de deelneming in den boezem
der Xederlandsche universiteiten geweki duur den
langen strijd, dien zij hebben mouten si rijden i
ooido eer van hun naam en voor de eer van Frankrijk."
Het adres zal geschreven worden als
een oorkonde, op perkament, in Gothiesch
schrift.
Op perkament, opdat liet na eeuwen nog
getuigenis zal Kunnen afleggen van de
verontwaardiging en de sympathie der !
Nederlandsche Univer?itetts-leerareti; en j
niet met Hebreeuweche of met Latijnsche
letters, maar met Golltiesclie, waarschijnlijk
om Dreyfus ais Eizasser te herinneren aan [
de verduitsching van zijn vroeger vaderland. J
Het moet ons alleszins verheugen, dat |
de professoren, zoowel de ordinaire ais de '
extra-ordinaire, <le lectoren en docenten een
a(~ouderlijk adtes aan Drtyfus en zijn
familie richten ; immers nu komt dat van
de meest bevoegde, zij Ie. Dit kan niet
ontkend worden. Alleen mannen in den
dienst der wetenschap, zoeken iloor alle
middelen de iciiarhcid. Het is, heuHch, haast
eene ondenkbare uitzondering, als zij eens
een middel overslaan; of abusievelijk of
opzettelijk een middel zouden gebruiken,
om de onwaarheid boven water te houden!
En zij staan zonder twijfel in den dienst
der «gerechtigheid." <üe 'de triomf is der ,
«waarheid in het Maatschappelijk leven;''
tengevolge \yaarvan de gerechtigheid en
de waarheid in ons maatschappelijk leven,
zoo aardig tot hun recht komen! Van
alle Nederlanders zijn het juist de profes
soren en doktoren,anders gezegd onze
schoolgeleerden.die vooraan natuurlijk detnediei
en de natuur-philosofen ; d. i. 'de grootste
helft, om van de juristen en theologen niet te
spreken die Frankrijks laai en geschiede
nis op hun duimpjt; kennen; die zoo dagelijks j
zich voeden met de vruchten van het
Fransehe artistieke en letterkundige genie; en :
wat weet gemakkelijker de sedeler.pwf'lling-t'n i
diernatie" te waardeeren, dan de\V< -U-;^ehap
van _ professie in ons hartstochtelijk land?
Uit bescheidenheid misschien 't kan
ook zijn, onwillekeurig »in het gevoel
van pijnlijke verbazing ea diepe smart '' ',
lieten zij na van de Fransclie Wetenschap
te gewagen, zoodat kapt. en mevr. Dreyfus,
wanneer deze bedenken, dat hier uitsluitend
bijzonder -wetenschappelijke heeren het woord
voeren, wel tot liet besef moeten komen van
de innigste en uiterste ontroering, waarin dit
document werd gesteld.
Dit alles is zooals het behoort. Ook op
den wensch, dat de zaak.de zaak der menscli
heid, half gewonnen, ^ondersteund door de
blijken van bet Fransche volk, de door de
gansche beschaafde wereld omhelsde zaak,
moge zegevieren, valt dunkt on» geen aan
merking te maken. Evenmin op de ver
zuchting, dat aan een zoo zwaar beproefd
gezin de eer moge teruggegeven worden,
»,voo d il, helaas, »>oyclyk'ii>." Juist dat helaas
in dit verband is meer dan trtilend.
Maar in «n opzicht hebben zij o. i.
niet den juisfen toon aangeslagen.
»Fe»Inivjdi" zoo lees ik, »dat deze uitdrukking
van hun gevoelens1' ter kennis worde ge
bracht van den kapf. en van Lucie Dreyfus,
"om later door hen Ie worden orerijr/lrat/en
an)i hun kinderen, als een herinnering aan
de deelneming in den boezem der
Nederlandsche Universiteiten gewekt. Verlainjen
dus*, dat in (ie familie Dreyfus bewaard zal
worden, dit onverslijtelijk stuk perkament.
Mij dunkt het woord 'verlangen" is hier
niet _ op zijn plaats. Wat weerga een zoo
precieus document, moeten de kapt. ec
mevr. Drtyt'us wel in hun brandkast op
bergen, om bet later hun kinderen te kunnen
vertoonen Dat spreekt, van zelf. Of is het
onzen hooggeleerden ter oore gekomen, dat
Dreyfus en zijn vrouw zóó nonchalant zijn,
dat zij zelfs »een uitdrukking van deel
neming in den boezem onzer Universiteiten
gewekt" zouden kunnen laten slingeren'?
Bestond er reden of noodzakelijkheid om
hun een wenk te geven? 't Is'natuurlijk
mogelijk. Maar dan had ik in plaats van
«verlangen", toch liever gelezen cisc/ten:
eischen, »dat deze «uitdrukking" worde
door hen overgedragen aan hun kinde
ren' . Dat rerlanijen is zeker beneden de
waardigheid van dit illuster gezelschap.
Honderd professoren, het «ouden hartje
van de bloem onzer natie! Bovendien, het
woord itKchcit,, had (ie Drtylussen, die het
nog al ^Iruk met het ontvangen, lezen en
rangschikken van adressen zuilen hebber,
dadelijk kunnen doen begrijpen, dat zij nu
toch heusch eventjes huri zeer bijzondere
belangstelling moesten geven niet aan
de gothiesche letters, maar aan de
weryiu1namelijk, Maar elk, die Latijn verstaat en den
bijvoegelijk-oaamwoord-Iievenden stijl der zes
tiende eeuw kent.ziet terstond (Bockenberga gezag
nog daargelaten), dat deze woorden slechts
beteekenen: hij stichtte het kapittel van St. Leb.
te Amersfoort.
Nog iets. Gij zegt, dat i» de middeneeuwen
de kunst heeft gebloeid. Zeker, maar lo: die
bloei is eerst lang na Bernulfs dood begonnen;
2o: het was niet, wat nu kerkelijke kunst beet.
Ik wensch bij niemand achter te staan in waar
deering van den puntboogstijl; maar lo zija
wetten en regelen waren 't geheim der bouw
broeders, in wie men niet zonder grond de
voorouders der vrijmetstlaars heeft gezien; 2o
zijn burgerlijke gewrochten staan ten minste
even hoog als zijn kerkelijke ??vergelijk eens
het sladhuis van Middelburg, van Veere, van
Brussel, of het Brcodhuis aldaar, met de kerken
uit denzelfden tijd, ook al zijn ze niet, wat in
dit blad terecht is genoemd: ,/bedorvea door
de onwaardige polychromie" l Het Nibelungen
Lied is reusachtig, verheven ; maar door en door
heidensch. Der Commedia is htt tweede groote
heldendicht der menscbheid ; maar de helft der
historische personen, die Dante in de hel ont
moet, zijn pausen en kardinalen. De minnezang
klonk liefelijk ; maar noch Marnix noch Ulrick
von Hutten vloog de kerk stoutmoediger in 't
aangezicht, dan Walther von der Vogelweide.
Parzival is even dichterlijk als vroom; maar
het gronddeukbeeld is een Koninkrijk Gods op
aarde zonder paus. De Reinaert is een onsterfe
lijke satire ; maar allereerst op de geestelijkheid.
En waar verheft de zederijmer Maerlant zich.
tot eenJuvenalis? Waar hij dat paepscap" geeselt.
O f er den bloei der wetenschap in een tijd,
toen de kerk leerde, dat de zon om de aarde
draaide en de heksen op bezemstokken door de
lucht vlogen ; eu toen de wijsgeeren evenmin.
hun onfeilbaren Aristoteles ie 't oorspronklijke
konden lezen als de Godgeleerden den Bij bel
behoeven we wel niet te spreken.
Ten slotte : den aanval van den beer de Bont
op sommige bladen zal ik beantwoorden, zoodra
hij dien in betamelijke woorden herhaalt; die
bladen noemt, en lieioijsplun'si'ii geeft. Inmiddels
met dankzegging voor de plaatsing
l'te dw.
Dr. W. ZUIDEMA.
Aan de Redactie van De Amster
dammer Wetkbl. v. Nederl,
i >Le dernier cri" op het gebied der
Boj scherming vindt men in uw blad van 8 October
j en 't is de heer A. L. H. Obreen die ons
? daar het »Eureka" toeroept.
[ 't Is dood eenvoudig en doet denken aan
j Bosco onzer jeugd; wy htft'en thans (aldus de,
i heer O) aan accijnsen .... 44 800 000
1 » Invoerrechten . . .
i . bo.400.000
i m de toekomst wordt dat blaadje omgekeerd en
, heffen w jj aan accijnsen l (> i;00 000
» Invoerrechten 30 <SOO 000
et c'est fait!
en t publi ek en extase j uicht den kunstenaar toe.
Alvorens daartoe over te gaan, veroorloof
ik my, als nuchter koopman, die zich meer
in de werkelijkheid, dan in contemplatieve of
speculatieve bespiegelingen heeft bewogen, de
volgende vrageêi :
Op welke goederen denkt de heer O. dat
tarief van »meer dan viermaal het tegenwoor
dige" en waarvan hij eene opbrengst vanp.m.
zeven en dertig millioen verwacht, toe te
passen ?
Wie zal die goederen, eene totale waarde
van p.m. twee honderd millioen vertegenwoor
digende en bezwaard met i'O pCt. circa, in
voeren, betalen, consumeeren ?
Waar blijft de binnenlamlsehe nijverheid ?
...... en d' echo antwoordt waar V
P. W. Sur,
beroemde handteekeningen van deze die
naren der _waarheid en der gerechtigheid;
zoo geheel iets andera dan de handteekenin
gen van Jan en Alleman met Xathau en
Izaj'ik daaronder begrepen. Verlangen
wat beteekent nu verlangen? Indien
er, gelijk ik vermoed, bij onze geleerden
inderdaad eenige twijfel aangaande de zorg,
welke de heer en mevrouw Dreyfus voor
deze uiterst zinrijke oorkonde zouden dra
gen, mag hebben bestaan, had dan dit perka
ment hen niet tot het bezigen van een veel
krachtiger woord moeten nopen ? Kaptein
Dreyfus heeft een zoontje, en wat is begeer
lijker voor zoo'n ofiicierskind, dan een per
kamenten steek ? 't Kereltje zou er de wereld
te rijk mee wezen, ook al kon hij in zijn
onschuld niet vermoeden, welk een
glorieglans van namen hem uit dat schaapsvel
op zijn bolletje scheen !
Met een mijner vele vrienden onder de
onderteckenaars sprak ik hierover, en
duidelijk liet ik blijken, hoe ik een kleine j
wijziging van het adres in het belang achtte
der vijl' faculteiten. Maar hij wilde daar
niets van hooren. Zie, zei o!e hooggeleerde,
een gewone,want met buitengewone, lectoren
en docenten laat ik mij, wanneer ik een
kwestie _ van eenige beteeketiis bespreek,
liefst niet in zie, dat is nu het onder
scheid tusschen ons en het profanum vulgus.
Zoo ernstig kan een zaak niet zijn, of een
burgerman, of een groep burgerlui, laat
<le gelegenheid niet ontsnappen, om zich
zelf iiog even belachelijk te maken, en i
krijgt dat soort van menschen de pen in j
de hand om gevoelens uit te drukken, ge
dachten te formuleeren, of ook maar
om hun eigen positie te omschrijven,
je kunt er zoo goed als zeker van zijn :
er komt iets foutiefs, ui' iets kwasterigs
voor den dag. Ka waarom is dat bij ons
niet het geval ? Omdat wij met alle middelen
de waarheid zoeken. De waarheid zie je
de waarheid en dan bovendien nog de ge
rechtigheid. De waarheid maakt ons zoo
eenvoudige» correct, en ten gevolge van
('e gerechtigheid geven wij ons zeil nooit
bet beste deel ; waarop ik ijaluurlijk
antwoordde eu dat maakt je
oiireehtvaaidi»; voor je zelf daar je je eigen
beteekunis onderschat, want ik blijf er bij :
als ccn piofesMir iets wil, kan hij'Jesi.ocds
nog van rr.rlnnijcit spieken, maar voor een
geheel coipa van de allergeleerdslen, waar
jullie alle ie t amen iets btbt ie verlangen,
is cmckin in-t teiiige juiste woord.
Ik ben nu al nieuwsgierig, naar hei
schrii ven dat de heeren weldra tot de Gebroe
ders Hogerhuis zuilen richten, en tot Kruger
en de zijnen in de ransvaal.
r\ oor de leden van de Maatschappij der
isederlandsche Letterkunde, is er al weer
een buitenkansje. Tegen overmaking van
een postwissel van ?'2.!f> ?.al hun franco
gezonden worden >-Leven van binteLutgart",
tweede en derde boek, naar een
Kopenbaagsch handschrift, uitgegeven door Frans
van Veerdegben. De prijs in den handel
is /4.-jO Wil een lid 'van Letterkunde
dus J 2.05 uitwinnen, hij deele het Bestuur
zijn wensch mede Sinte Lutgart te mogen
ontvangen. Hij haasie zich. opdat hij niet
met rAjn bestelling kome ais Sinte Lutgart
is uitverkocht.
En dat zou jammer zijn. Het Leven van
Sinte Lutgart bestaat uit JJOnijq verzen, en
levert ten hoogst belangrijke bijdrage voor
de studie van het Belgisch-Liniburgs-ch
dialect in de Middeleeuwen, en is bovendien
vooral merkwaardig uit bet oogpunt van
den Midueleeuwschen veishouw. Dit alles
echter zou mij nog niet verlokt hebben
voor ? ±45 in de bus te Wazen, hadde het
Bestuur iler Maatschappij mij niet tevens
mef gedeeld, dat Sinte Lutgart de bescherm
heilige is van de ^'eüeilaudsche taai- en
Letterwfctenschap:
»IIet Bestuur der Maatschaprij meent de
overtuiging te mogen koistereu. dat de uit
gave van het »Leven van St. Lutgart" een
goed werk zal worden genoemd, waardoor de
studie der onder hare bescherming staande
Kederlandsche taal- en leuerwelei schap zeer
wordt bevorderd, en spreekt e hoop uit. dat
er onder de leden der Maatschappij velen
zullen gevonden worden, bereid om dit r.uttige
werk door hunne inteekening te steunen."
Het ds uit dankbaarheid aan Sinte Lutgart
zou ik gfctn wterttatul kuiu.en bieden aan
de vtvleidiiig, om mijn bibliothtek n^t
'2n.i.«'jn verzen ter cerc dezer patronesse te
veimceideien ; maar nu komt daar het
n uil t ije nog bij. Xtlfs voor ten lid van
Letterkunde /uu du prijs van f-L 50 i. iet te
hoog zijn.