De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 22 oktober pagina 3

22 oktober 1899 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1165 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. de ijzeren kooi eener ambulante menagerie, in welke Oom Paul bezig is, den leeuw, den luipaard en den eenhoorn van Groot Brittanniëdoor een hoepel te laten springen. President Kruger is niet bepaald geflat teerd, maar de «koningen der woestijn" zijn het nog veel minder: armzaliger ver.scheurende dieren dan dit afgeranselde trio zijn haast niet denkbaar. Op een bank tegenover de kooi zitten de toeschouwers. In 't midden een Rus, die beschermend {en mogelijk iets meer dan dat) de armen heeft geslagen om een Chineesche en om een Hindostansche schoone. Links keizer Wilhelm, rechts een Fransche piou-piou, die al vast het Suez-kanaal in een mummie-doodkistje, bij wijze van vioolkist, onder den arm heeft. Geheel op den voor grond een mopperende Engelschman in uniform. »Ik weet niet of het van een overladen maag komt", zegt deze held «maar sedert eenige dagen heb ik erg benauwde droomen". Aan indigestie lijdt John Buil al lang. Zijn spijsvertering is kolossaal, maar tegen zijn gulzigheid is zij niet opgewassen, In het laatst van de vorige eeuw heeft hij een eenigszins gedwongen ontvettingsof vermageringskuur gedaan, van welke ?aan 'George Washington en Benjamin Franklin de eer toekomt. Maar hij heeft zich elders schadeloos gesteld, bijvoorbeeld door onze bezittingen in Zuid Afrika goeden prijs te verklaren. Ook hier heeft zooals bij vele ziekten, de natuur gedaan wat zij kon: de vorming der beide zelf standige Hollandsche republieken moest den patiënt verlichting brengen. Maar met miskenning van zulk eene heilzame wer king verzet hij zich tegen die natuurge neeswijze, en houdt zich liever aan Cecil Ehodes' voorschrift: Afrika Engelsch »from Cape lo Cairo." Dat John Buil door dit recept toe te passen zijn maag met eene groote hoeveelheid zeer onverteerbare spijzen overlaadt, ziet iedereen in, behalve John Buil zelf, die zich klaarblijkelijk in het land van den struisvogel eene struisvogel-digestie toeschrijft. Hoe zal het afloopen? Volgens Caran d'Ache slecht: de benauwde droomen zullen een benauwde werkelijkheid worden. De hemel geve, dat hier niet de wensch alleen de vader der gedachte geweest zij! In onzen sceptischen tijd gelooft nie mand meer aan gevoeis politiek. De strijd voor een denkbeeld, voor eene overtuiging zelfs, moge krachtig worden gevoerd met de waperen des geestes, met het woord, de pen, de teekenstift, Mauser, Mannlicher, Kr.up.p en consorten verdienen er geen cent aan. Wij zijn sceptisch en practiseh. Met groote heeren is het slecht kersen eten. Verzint eer ge begint en steekt uw neus niet in andermans zaken, als er voor u niets, of niets dan een pak slaag bij te halen is. Het hemd is nader dan de rok. Hebben is hebben, en krij gen is de kunst. Ziedaar, in spreekwoordelijken vorm het non plus ultra de internationale politieke wijsheid, die noch hartverhefl'end, noch stichtelijk is, maar waarmee men rekening moet houden. Stelt u eens voor, met welk een scham peren glimlach de Europeesche praktische politici op hun voorhoofd zouden wijzen, als het Nederlanders of Vlamingen inviel ten behoeve van de broeders in Transvaal en Oranje-Vrijstaat nog iets meer te doen dan adressen teekenen, demonstraties organiseeren en hoogstens ! gelden bijeen brengen voor een ambulance dienst. Zouden doriquichotterie en aanmatiging niet de zachtste termen zijn die men te hooren kreeg ? Eenigszins anders wordt de quaestie, wanneer er, in plaats van kleine, groote mogendheden bij betrokken zijn. Engeland pleegt weliswaar een souvereine minachting voor te wenden voor de meening van alle denkbare forei'/ners, maar het schijnt zich op het oogenblik toch niet geheel gerust te gevoelen. Geen wonder, want betrouw bare vrienden heeft Engeland nergens, en IIIIIIIIMIIitmiiM 111111111111111» Een marehe funèbre. DOOK F. DE S1NCLALK. IV. (Slot). 't Was benauwd in de zaal, dat was het trou wens meestal zoo na de pauze maar'r, hinderde Tuomas nooit. Nu wel, hei drukte op hem, die be dorven lucht van tabaksrook, drank en menschenadem. Achter hem zaten 'u paar jongelui sigaretten te rooken en telkens bliezen ze groote wolkeu tusschen Tnomas' hoofd en z'n lessenaar, dan moest hij hoesttn, hij werd er diaaierig vac. 'n Paar rnaal had hij smeekend omgekeken, maar ze letten er niet op en riepen allerlei geestigheden naar 'n //Engel.-che song en datce" juffrouw, die op 't tooneel met, iiaar beenen goed maakte, wat aan haar sttm ontbrak. 't \\ as 'n vervelend echt Eugelscli mopje aldoor maar het zelfde met af en toe 'n modulatie van 'n paar noten er plomp tusschen in. 't Mensch was er al 'n drie weken dus Thomas kende z'n partij wel, zonder op de muziek te letten, maar bij sloeg niet zoo krachtig als anders, hij was duizelig, alles leek hem iu 'n nevel te zijn eu alles klonk hél, hél uit de werte. Toch zag Lij aldoor aau 't einde van 't orkest het ver baasde gezicht van mijnheer Dank, of beter hij ?wist dat hij daar staan moest, want telkens flikkerden de glazen van z'n bril iu Thomas' oogen. Boem .. . boem... Thomas sloeg door als 'n levende metronoom . .. de juffrouw op't tooneel lichtte tot slot haar rechter been met 'n zwaai hoog op en zette het hard hoorbaar neer. Boem! toen barstten do toejuichingen los en zakte het scherm. het heeft het daarnaar gemaakt. De voor treffelijke eigenschappen van den average Englishman zal niemand loochenen. Maar de mathematische waarheid, dat het geheel gelijk is aan de som zijner deelen, schijnt hier gelogenstraft te worden, tenzij men wil aannemen, dat bij de combinatie der Engelsche individu's tot de Engelsche natie de onaangename eigenschappen van blufferige onbeschaamdheid en gewetenlooze aanmatiging naar de buitenzijde komen, terwijl de vele deugden en goede qualiteiten zich slechts aan den binnenkant, in het home, ontwikkelen en vertoonen. Liat ons nog eens even kijken naar het bankje, waarop bij Caran d' Ache de toeschouwers zitten. Daar hebt ge aller eerst den Franschman, die met John Buil een oude en lange rekening te vereffenen heeft en die dubbel gevoelig is geworden door de onaangename dingen, welke de schijnheilige buurman aan de overzijde van het Kanaal in den laatsten tijd van hem gezegd heeft. Daar hebt ge den Rus, die ai sinds lang John Buil tracht te verdringen uit de gunst der beide schoonen, met welke hij nu zoo gezellig zit toe te kijken, wachtende op de dingen die komen zullen, maar steeds gereed om zijn slag te slaan. En daarnaast den onberekenbaren keizer, den man van het Krugertelegram, die thans door zijne regeering luide laat verkondigen, dat de vriendschap van Engeland Duitschland meer ter harte gaat dan het bestaan der Boerenrepublieken, maar die een te open oog heeft voor de stroomingen van den volksgeest in eigen land, om deze zeer impopulaire politiek op den duur vol te houden. Van deze drie machtigen wachten wij allerminst eene gewapende tusschenkomst ten behoeve van Transvaal en OranjeVrijstaat. Maar zij hebben genoeg andere middelen om het John Buil lastig te maken, terwijl hij met die geminachte Boeren, tegen welke hij met zijn vloten niets kan uitrichten, de handen vol heeft. Om te beginnen kunnen zij pressie uitoefenen op Portugal, dat zeker door een protest hunner zijds zou kunnen worden tegengehouden van het verleenen van vrijen doortocht aan de Engelsche troepen uit DelagoaBaai naar het Boerenland. En dan kunnen zij, als de kansen van den oorlog voor John Buil gunstig worden, de lastige en onaangename quaestie der compensatiën op het tapijt brengen, terwijl zij, als de kansen zich tegen de Engelschen keeren, zich ongetwijfeld niet tot het vragen van compensaiion zullen bepalen. John Buil droomt waarschijnlijk alleen 's nachts. Overdag, bij zijn business, hetzij die uit vechten of handeldrijven bestaat, is hij ontegenzeggelijk klaar wakker. Maar juist in dien wakkeren toestand zal hij zich zelf wel eens afvragen, of hij de vin gers niet in meer dan n wespennest tegelijk heeft gestoken. De Engelsclie oppositie. Bij de kansrekening over de vraag1 of'er al of' niet oorlog zal komen tusschen Enge land en Transvaal werd ook steeds mede geteld dat er in Engeland zelf in en buiten het parlement eene oppositiepartij is die den oorlog niet wil. Daarom dan ook werden beroepen op het volk van Groot Brittauje gedaan, in de ijdele hoop de Engelsche op positie partij te steunen, sterker te maken, en zoo de vredeskansen te doen toenemen. Zij die deze adressen stelden of teekenden, miskenden totaal de beteekenis die de Engelsche oppositiepartij in de Engelsche his torie inneemt. Bij de steeds gevolgde roofpolitiek der Engelsche regeering was het de brave oppositie die daar tegen opirad ; mislukte de roof dan werd de oppositie regeeringsparlij, gelukte die daarentegen, dan was er geen oppositie meer te vinden en heel het Engehche volk was n om te huldigen de groote mannen die wederom het Britsche wereldrijk vergroot hadden. Daarom ook is er geen land ter wereld waar de regeering zich, bij de besluiten aangaande haar buitenlandsche politiek, 't Klonk Thomas in de ooren a's'n doaderbit', de heele zaal, 't orkest, 't tooneel, alles draaide in de rondte en in Thomss' oor?n bleef htt gonzen en stampen, toen 't applaus al lang had opgehouden; eeu oogenblik was hij buiten wes ten. Eensklaps schrok hij op, de trombonist tikte hem op den arm. Slaap je?" Nee, nee,!'' hij spande alle krachten in en lei'ilo z'u blad muziek op de lessenaar, 't, was de Marche fui,ê)re van Chopin. Dat zou bij nog /needoen en dan wilde hij naar huis, omdat hij zoo ziek was; 't laatste nummer kondtn ze wel zonder hem. Heel vaag zag n ij Mozart met z'n kop knikken om te beginnen en toen klonk de zachte roffel, even correct als altijd. lu 't middendeel had dij 'a maat of twaalf rust, hij leunde met z"'i hoofd tegen dim hhlken rand, waarachter de voetlichten brandden. O ! dat zware gevoel op z'u hoofd en die boklemdheid als hij adem haalde. Toch viel hij op lij l weer in, maar niet zoo krachtig, hij kon niet, langer, de stokken wogen als lood en in 't vel zat geen veerkracht meer, maar hij wilde het niet, opgeven, hij verzameldeal z'n gedachten om in de maat, te blijven, z'n hartslag werd a! sneller en sneller... toen plot seling uitte hij 'n gf smoorden kreet, en viel neer op z'n bankje, het magere kleine hai.dje krampaeht'g aan z'u hals geslagen. . . . De marche funéire was uit. Het publiek had er nitt naar geluisterd. De orkest-directeur keek 'n beetje hoos naar Thomas en dacht dat, hij slaperig was. Maar bet belletje acht< i' de coulUsen gnig onmiddel lijk voor 't slotnummer, 'n Hollaudsche komiek, wiens grootste verdienste bestond in 'n mauk been en 'a afschuwelijk Amsterdamsen accent. Hij maakte voortdurend t,o;spelingen op kaaihoofdigeu en weer, dan op den klarinettist tot groote voldoening van 't publiek, dat bij voor keur zich amureert ten koste van z'u rnedemenscheii. Met 'n oorspronkelijk gevonden: zoo weinig stoort aan de daartegen gevoerde oppositie. Zij kent hare Pappenheimer en kent de waarde dier aanvallen en weet dat niets het parlement en het volk zoo gedwee maakt als het succes. Duidelijk is dan ook dat de regeering ondanks alle mogelijke oppositie tot een Transvaal oorlog besloten is en men alleen nog het oogenblik afwacht dat men zich gereed voelt. In de Engelsche historie heeft men de voorbeelden voor het grijpen als bewijs voor de waarheid van de boven geuitte meening, doch het sterkst bewijs daarvoor is wel de in 1815 tegen Frankrijk gevoerde oorlog. Onmiddellijk nadat bekend was dat Napoleon in Frankrijk geland was, deed Talltyrand door La Besnardière de beruchte declaratie van 13 Maart opstellen waarbij Napoleon in den ban werd gedaan »que comme ennemi et perturbateur du repos du monde, il s'est livréa, la vindicte publique." De intocht van Napoleon te Grenoble was oorzaak de afgevaardigden van Oostenrijk, Rusland, Pruisen en Enge land den 17den Maart een conferentie hielden om te besluiten wat te doen »si Bonaparte parvenait a se retablir a Paris". Men besloot toen een militaire commissie te benoemen om een plan de campagne te beramen. In deze commissie, bestaande uit Schwarzenberg, Wolkonsky, Knesebeck en Alexander, nam ook Wellington zitting zonder daartoe door het parlement, ge machtigd te zijn. Evenzeer teekende Wel lington zonder machtiging den 25-iten Mxart een verbomlwerdrag met Oostenrijk, Rus land en Pruisen, waarin de vier mogend heden besloten ieder een leger van 150000 man te leveren tant que Bonaparte ne serait pas mis abeolurnent hors de possibilitéd'exciter des troubles, de renouveler des tentatives pour s'emparer du pouvoir suprème en France et de menacer lasuret de l'Europe. Den 30 * ten April beloofde Engeland nog 125 millio^n gulden te verdeelen onder de drie andere mogendheden ter tegemoet koming in de oorlogskosten. Terwijl dus de aanstaande oorlog reeds vas-t besloten was, wist het parlement hier nog niets van en was er in Engeland een sterke partij tegen den oorlog. In de MorniiKj CltrcDiicle van 17 en 25 Maart, l, o, 21, 22, 21 en 2!) Mei 1S15 vindt meri artikels tegen den oorlog, zooals «De aandacht van het parlement zal zeker gevestigd zijn op de misdadige pogingen om den oorlog te hernieuwen en dat, terwijl het voor ons van absoluut geen belang is of er op de Fransche troon een Bonaparte of een Bourbon zit. Evenals nu waren erook toen Jingobladen on de hand der re-geering. De Sint van 17 Maart verdedigde den oorlog niet de opmerking, dat riien niet rustig kan blijven als er brand is in het huis van zijn buur man. De Tinifix van 21 Maart schreef, dat de plundering van Europa het doel was van hen, die Bonaparte op den troon brachten; evenzoo spraken de Kceninq Star (19 Mei), Moniing Post (11 Mei), bsen:er (28 Mei) e. a. In het Parlement was het de partij der Napoleontische Whigs zooais Dudley ze noemde die van gten oorlog wil<le>n weten. Reeds 18 Maart had hun leider Whitbread geprotesteerd tegen eventuele inmenging in de Fransche zaken. Den o':n April noemde Whitbread de verklaring drr mogendheden van 13 Maart een schat (lelijk stuk dat naar hij hoopte niet door een Engelschman zou geteekpnd ziin. Toen eenige dagen daarna de Prins Regent aan het parlement mobilisatieplannen mededeelde, waren het in het Hoogerhuis de markies L^ndsdown, de markies Welleslt-y (broeder van Wellington) pn lord Stanhope die het recht van het Fransche volk verdedigden om hun eigen souvenen te kiezen. In het L tgerlmis geeselde Francis Burdett de rede van Castlereagh, die gesproken had dal liet Fransche volk slachtoffer was van een invasip, -i man die een invasie deed waurvan ijl) millioen het slachtoffer waren. Whitbread viel nogmaals de verklaring van 115 Maart aan als iets onteerends voor het Engelsche ka rakter. Bij het adres van vertrouwen als antwoord op de mobilisatie, stelde Whit bread een amendement voor waarin de Prins Iv'gent uitg inoodigd werd alle pogingen te doen om de vrede te bewaren. Dit amen dement werd verworpen met 22.'i stemmen tegen 37. Het parlementdebattpprdedusover vrede, terwijl in het geheim 25 Maart de oor log reeds verklaard was. Den l1'11 Mei richtlet! de bewoners van Londeüeen adres aan het parlement waarin om vrede gevraagd werd en opvoering der belastingen om een onrechtNou ben ik klaar bonswaar! De kompeleuienteu aan Saai . verliet de uatiomle humorist de planken en 't publttk, dat cmdat 't toch naar huis ging masr ni'iHg applaudiseerde, begon met stoelen en tafeltjes te schuiven, jassen aan te trekken, doeken om te dom. bierglazen om te gooien, dit! vergeten onder 'n stoel stoulen, met kelnc-rs af te rekenen en teu slotte naar den uit gang te dringen. Daar gingen deuren wijd open eu stroomde de koude avondlucht, naar Irnnen. Het gas 111 d'! zaal werd iu*g::dr;i.aid op 'n paar pitten r.a, die rus1; d c kaarslantaarns in de hoe ken 'n ongezellig licht gaven. De kelners zochten de lee.'e icbuen en koppen en bracht''!! bladen vol naar 'f buil' t. De jullVouw dtarachter telde geld ea de, Dhvcteur stuud met z'n sigaar iii z'n mond '11 korte naietrach'.ing te houden met den Hollandschen komiek, die uit, 'u ge heimzinnig deurtJK naast, het tooneel w a* geko men. De orkes'leden warea opgestaan eri Mozart had juist, z'n pi'uio gesloten, toen z'n oo'5 op Thomas viel. Hé, roep dien jongen achter je eens wakker," riep hij tot den trombonist. De/.e deed juist, z'u instrument in 'n vuil groenen zak, doch wendde zie1: om. Hallo! jongen, Thoma», je kan naar huis! Maar Thomas zat met gesloten oogen, 'n opgezet blauwig gezicht bewegingloos tegen 't tooneel geleund De trombonist schudde hem aan den arm, die slap langs het m:iïrcre lijfj;; neerviel, met den trommtlstok nog in de liaud. Bliksems!... Jeses wat scheelt die jongpn. Dank', kom 's gauw, die kleine is niet «oed S" Dank had z'n jas al aan en z'n hoed op, 'u uitdrukking van sjhrik kwam op z'n ma^er gezicht... hij trad nader... //wat is't i"' Maar hij zag het, al ... //Tnomas ! jongen ! God alle machtig ... hij is dood... haal 'u dokter l" 1).; violist seUe z'u hoed op eu snelde de zaal uit. Toen kwamen ze allen er om heen staan, de vaardigen oorlog te voeren, krankzinnige politiek werd genoemd. Ook in het parle ment was de strijd nog niet uit. Den 28-iten April werd de regeeringspolitiek weer aangevallen door Whitbread Tierney en Ponsonby. Vooral de laatste wees op het onjuiste van de redevoeringen van Castlereagh en Liverpool dat de oorlog niet tegen Frankrijk maar tegen Bonaparte gericht was. Bonaparte en Frankrijk zijn n, zeide hij. Op dezelfde wijze sprak lord Guy in het Hoogerhuis, waarin hij een vredesrnotie voorstelde op den 23sten Mei, die echter verworpen werd met 113 tegen 43 stemmen. Castlereagh en Liverpool zon den daarop naar Weenen de verklaring, dat de oorlog gevoerd zou worden wel om Bonaparte te verjagen, maar niet om de Bourbons te herstellen, hiermede de oppo sitie schijnbaar ter wille zijnde, die het Fransche volk vrij wilde laten in de keus van een souverein, doch niet ten onrechte noemt Houssaye dit valsch, want interdire ;\ la France de conserver Napoleon c'était implicitemeut lui imposer Louis XVIII." Om in het Lagerhuis de meerderheid te krijgen ontzag Castlereagh zich zelf niet vervalschte telegrammen van Napoleon aan Murat en van Bassano aan Caulaincourt over te leggen, omdat daaruit de dubbelhartigheid en onvertrouwbaarheid van Napoleon zou blijken. Toen nu het resultaat van deze op zoo schandelijke wijze buiten het parlement om begonnen oorlog gunstig was en de eigenniHchiige handelingen van Wellington te Weenen gevolgd waren door een Waterloo, was Wellington de held van den dag. Jaargelden, eere itels, enz. enz. werd hem met algemeene stemmen toegekend en nie mand der voormalige oppositie verhief zich tegen de eerbewijzen aan den man die Engeland in een oorlog stortte die het (luizende menschenlevens eu millioenen gouds gekost had. De rechtsverkrachting, (ie machtsoverschrijding van Wellington en rege-ering tegenover parlement waren totaal vergeten. Einde goed al goed. Men kan zich dan ook voorstellen hoe grappig Chamberlain c.s al die Hollandsche adressen gevonden hebben, die gezonden werden om de door hem eenmaal in bewe ging gebrachte oorlogsmachine tot stilstand te brengfii. Wordt de Transyaalsche oorlog een succes dan is Chamberlain in EngelEche oogen een even groot nationaal man in het eind dezer eeuw als Wellington in den begin de man die van Afrika een Engelsche provincie maakte. Is daarentegen de oorlog een fiasco, de nekshig van de Engelsche suprematie in Zuid-Afrika, dan zal de oppo sitie krachtig optreden, veel krachtiger dan nu, doch dan niet om een oorlog te voor komen, doch om een regeering ten val te biengen die slecht genoeg was geen succes te hebben die zooals Talleyrand zou zeggen iets deed erger dan een misdaad en waarop dus diens gevleugeld woord van toepassing zou zijn »C'est plus qu' un crime, c'eat une faute. P. J. DE BKUÏNE PLOOS VAX AMSTEL. Krimpen ad Lek. tiiimiiiiHiiiii iiilllliimniiMuiiiii TOONLLLeïMVZILK Kroniel Arm Weemclje, Idylle in drie bedrijven, uit het Kransen van J. UA CAMAR.V en Jos. Sciiüit.M.vxN, vertaald door Fiore Della Xeve. Dat dit stuk min of meer den indruk maakt in de gezelschapskamer van ee.i gesticht voor zenuwlijders te spelen, mag slechts voor een zeer gering deel aan de acteurs geweten worden. De ongesteldheid van den ouden heer Rebello, malende over een in den bloei zijner jaren weggerukten eenigen zoon, houd ik zelfs voor ongeneeslijk. Hier is niets van de wijding die een dierbare herinnering aan verleden en toe komst kan bijzetten, niets van den weemoed waarmee een beroofde vader het jonge leven nastaart dat uit het gezicht verdween ; niets dan een eindeloos gezeur dat ons om een oudejufiVouwenwoord te gebruiken, tureluurtch maakt. Wat zijn schoondochter, het arme weeuw'jo aangaat, luisterende naar den ietwat geografisch orkestleden, de directeur, de juffrouw uit 't buft'it, de kelners en de Hollandsche komiek en geen een wist er raad. Maak z'ii ja^je 'n beetje los," zei de juffrouw, die 'u glas water in de hand hield. a't. Geeft ii'.ks meer," zei Dank, die het kleine lichaam op z'u schoot had genomen, niet 'n onderdrukten snik .. . //hij is al koud." Hoe komt ddt nou... hoe komt dat nou!" /ij probeerde het toch en wreef z'n voorhoofd met water, maar er ontsnapte geen zuchtje uit de witte saamgeperste lippen. Eindelijk kwam de violist terug met'n dokter, ze gingen op zij, om hem bij te laten. Hij bukte ziel', luisterde iven en schudde z'n hoofd...'t Is al afgeloopen ... 'n hartverlamming . ., arm kereltje !" Tot-u ging hij weer heen met'n zacht ,GoedeJi avond." De koude tocht, dienaar binnenstroomde, maakte allen huiverig. UTat moeten we doen,'1 vroeg Mozart aan Dank, die maar aldoor het lijkje vast hield en //Gjd!" God!" mompelend treurig i'n hoof J schudde. Ju werd 'n rijtuig besteld, waar Dank en de trombonist in stapten, omdat het anders voor een man te zwaar was, al die trappen op. Ze reden weg. Op straat bleven de ar,dere orkestleden nog even ovtr 't geval praten. //Khliu," besloot Mozart, 't is alweer gebeurd, en er is niks aan te doen. Ja," antwoordde l' homme qui rit, wijsgeerig, //zoo zie je weer... 't men^cheiijk leven.".... Ze knikten allen toestemmend en toen ging ieder z'n eigen weg. klinkenden naam van Nazaretb, haar geestverwarring komt mij voor grootendeels het gevolg te zijn van haar schoonvaders divagaties. Kan er van Nazareth iets goeds komen ? werd eertijds gevraagd. Ja, dat kan, mits z\j hoe eer hoe liever het stof der sikkeneurigheid van haar voeten schudt en vrij leert ademhalen in de wereld die grooter is dan het kerkhof van Santa Luzia, waar aller gedachten voortdurend verwijlen. Ook tante Maria ia niet volkomen frisch Wan neer nicht Nazareth haar mededeelt niet afkeerig te zijn van een tweede huwelijk, dan kakelt zij hoi derd uir, maar waagt geen poging om te vernemen wie denkelijk haar behuwdneef worden zal. Tot haar verontschuldiging dient dat een or, middellijke ontdekking van dien noodlottigen naam het stuk heel wat meer bekort zou hebben dan in de bedoeling van de auteurs gelegen kan hebben. Zelfs in het hoofdje van Assomption, het boerenmeisje, is het niet heelemail plu s. Zij wordt ons voorgesteld als een na'uurkind, rechtscuapen, argeloos en oprecht. Maar reeds den eersten keer dat wij haar ontmoeten, valt zij ons uit de hand en gaat de weddenschap aan, dat zij een jonkman voor rekening van een ander het hof zal maken en zelve, zoo zegt zij zeer wereldwijs er zonder kleerscheuren afkomen." Plotseling zien wij het onervaren kind zich ontpoppen tot een volleerde kokette, de kunst om de kunst beoefenend. En alweer zouden de schrijvers, zonder dezen p.'ycholo gischen goocheltoer met hun tweede bedrijf verlegen zijn geweest. De anonyme luitenant, wiens naam door het programma zorgvuldig verzwegen wordt, laboreert nu juist niet san fijngevoeligheid; bij hem heeft moeder natuur veeleer met het bad water tevens het kind weggespoeld. Wat dunkt u van een meneer, vrijwel den zelfkant van het leven genaderd, die zich niet ontziet een dame bij wie hij een bezoek aflegt, onder den neus te wrijven, dat zij in haar jonge jaren meer werk van hem gemaakt heeff, dan wel met de maagdelijke schuchterheid bestaanbaar kan worden geacht, en de maat der onwellevendheid volmeet, door met z chtbaar welge vallen te constateeren, dat niemand van haar gediend is geweest. Is dit het voorspel dat ons in de stemming der idylle zal voeren? Voor de eer van het Portugeesche leger hoop ik dat de Luitenant" geen vlegel is, maar hoogstens het slachtoffer van de .-chrij\ers die voor zijn rekening geestig wilden zijn, en eilaciel geen aai-je geest tot hun beschikking hadden. En wat is er van de tegenstelling waarop dit drama heet te berusten? Reeds vóór den grooten avond der v-remière beheUden de dag bladen een memorie van toelichting die niet weinig beloofde. Er werd daar ges-preken van de tegenstelling tus-chen de mystieue doodenvereering die alle geluk en hoop op de toe komst aan de herinnering ten (ft'er brengt, en het frissche jonge leven dat in de rijke natuur van het Zuiden zijn rechten doet ge.den', om kort te gaan, een herziene editie van Een liefde in het Zuiden,' maar ditmaal met een somberen achtei grond van rouw en dood. Niets te weten geeft het zekerste geloof, was de zinspreuk van Olrfenbarneve.ldt, din menigmaal ook in de letterkunde op eigen aardige wijze hare toepassing vindt. Niet te weten welk een teêre en kierche hand, welk een dichterlijk-'n blik op menschen en dingen de beheersching van zulk een ond-rwerp on derstelt, dezej onwetendheid geeft het zekerste geloof in eigen alvermogen. Maar de waan is kort en het berouw lang en de overmoed die naar het hoogste greep, brengt tot haar recht vaardige straf niets voort dan papieren mon sters of erger nog. De oude heer Rebello bij wien de herinne ring aan zijn zoon allengs de allures heeft aangenomen van een idee n'xe, is de vleeschgeworden trivialiteit. De hemel beware mij, dat ik den gek zou fcheren met dit vaderlijk verdriet. Maar de vraag die ons behoort bezig te houden, is of het de auteurs gelukt is aan deze smart een persoonlijk accent te verleenen. Zoolang zij daar niet in geslaagd zijn, trefc het geval oni niet dieper, dan de eerste de beste familie-advertentie in het Ilundel.-hlail. Dat de oude man in het kerkelijke rech'zinnig mystiek en in het staatkundige reactionnair is, kan niet gezegd worden het belangwekkende van zijn persoonlijkheid te verhoogen. Slechts geeft het den schrijvers gelegenheid hem nu e- dan te laten kibbelen met den luitenant", die meer de Dageraadsrichting is toegedaan, en bij diens ontstentenis hem oprispingen ten beste te laf en geven van zijn stichtelijke lectuur. Hebben de auteurs misschien het ontoereikende van den godsdienst willen aantoonen als ver troosting van het leed der aarde V Toch niet, iiiiiiiiiiiiiiiimiH T lomas' vader was al in geen week boven water geweest, maar z'ii moeder kreeg het geweldig op haar zenuwen, toen ze boven kwamen. Dank en de trombonist legden hem op z'a ledikantje en probeerden te troosten. Maar ze luisterde niet eens en barstte woedend uit: Daar heb je 't al, dat komt nou van al die mezit-k .. had ik l.cm maar nooit aan je mee gegeven"... en toen weer met 'u hartstochtelijk snikken ... arm dier .. . kijk 'm nou daar leggen... Torn... Thotu... kan bij nou z'n oogen niet meer open doen.... Da'jk keek z'n vriend veelbeteekenend aan, de ander begreep hem en ze verlieten stil c!e kamer en gingen naar beneden. 't Was 'ri begrafenis van de armen, 'n erg eenvoudig klein kistje. Bij 'r, graf stonden alle orkestleden. De directeur had eerst, getwijfeld, omdat hij niet precies wist hoe of Mozart in gelijksoortige omstandigheden handelde, maar bij was 1och gekomen, gehetl in 't zwart met 'n hoogen hoed op en hij zag erg bleek. Dd eerste violist stond naast hem met 'u paarsche das, bij had geen andere, en hij schreide hardop. De gewezen rooverhoofdman ketk alleen maar heel ernstig en l' homme qui rit, die nu een maal met 'n grijns was geboren, sc'ieen die uitdrukking 0,1 z'ii gelaat hier toch ook or ge past te vinden en daarom wrocg hij z'n gezicht zoo zonderling, alsof bij in iets "heel zuurs beet en dat niet wilde laten blijken. De klarinettist keek erg strak eu zag vooral op tegen 't oogenblik, dat hij z'n hoed moest afzetten, want er stonden daar meer menscheii en die zouden mogelijk lachen om z'u kaal hoofd. Eindelijk mijnheer Dank, die zenuwachtig en verbaasder dan ooit, om zich heen zag, 'n paar groote tranen zakten langzaam af op Vn inge vallen wangen. Toen lieten ze de kist langzaam zakken en was het afgeloopen. Dank keek nog even naar ber,eden in het diepe gat, waar heel op den bodem htt kleine kis'je stond, toen wendde hij zich af en sloot zich aan bij de anderen, die zachtjes pratend het kerkhof verlieten. Er was 'n plaats vacant in 't Variétéorkest.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl