Historisch Archief 1877-1940
No. 1165
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
de ijzeren kooi eener ambulante menagerie,
in welke Oom Paul bezig is, den leeuw,
den luipaard en den eenhoorn van Groot
Brittanniëdoor een hoepel te laten springen.
President Kruger is niet bepaald geflat
teerd, maar de «koningen der woestijn"
zijn het nog veel minder: armzaliger
ver.scheurende dieren dan dit afgeranselde
trio zijn haast niet denkbaar. Op een bank
tegenover de kooi zitten de toeschouwers.
In 't midden een Rus, die beschermend
{en mogelijk iets meer dan dat) de armen
heeft geslagen om een Chineesche en om
een Hindostansche schoone. Links keizer
Wilhelm, rechts een Fransche piou-piou,
die al vast het Suez-kanaal in een
mummie-doodkistje, bij wijze van vioolkist,
onder den arm heeft. Geheel op den voor
grond een mopperende Engelschman in
uniform. »Ik weet niet of het van een
overladen maag komt", zegt deze held
«maar sedert eenige dagen heb ik erg
benauwde droomen".
Aan indigestie lijdt John Buil al lang.
Zijn spijsvertering is kolossaal, maar
tegen zijn gulzigheid is zij niet opgewassen,
In het laatst van de vorige eeuw heeft
hij een eenigszins gedwongen
ontvettingsof vermageringskuur gedaan, van welke
?aan 'George Washington en Benjamin
Franklin de eer toekomt. Maar hij heeft
zich elders schadeloos gesteld, bijvoorbeeld
door onze bezittingen in Zuid Afrika
goeden prijs te verklaren. Ook hier heeft
zooals bij vele ziekten, de natuur gedaan
wat zij kon: de vorming der beide zelf
standige Hollandsche republieken moest
den patiënt verlichting brengen. Maar met
miskenning van zulk eene heilzame wer
king verzet hij zich tegen die natuurge
neeswijze, en houdt zich liever aan Cecil
Ehodes' voorschrift: Afrika Engelsch »from
Cape lo Cairo." Dat John Buil door dit
recept toe te passen zijn maag met eene
groote hoeveelheid zeer onverteerbare
spijzen overlaadt, ziet iedereen in, behalve
John Buil zelf, die zich klaarblijkelijk in
het land van den struisvogel eene
struisvogel-digestie toeschrijft.
Hoe zal het afloopen? Volgens Caran
d'Ache slecht: de benauwde droomen
zullen een benauwde werkelijkheid worden.
De hemel geve, dat hier niet de wensch
alleen de vader der gedachte geweest zij!
In onzen sceptischen tijd gelooft nie
mand meer aan gevoeis politiek. De strijd
voor een denkbeeld, voor eene overtuiging
zelfs, moge krachtig worden gevoerd met
de waperen des geestes, met het woord,
de pen, de teekenstift, Mauser,
Mannlicher, Kr.up.p en consorten verdienen er
geen cent aan. Wij zijn sceptisch en
practiseh. Met groote heeren is het slecht
kersen eten. Verzint eer ge begint en
steekt uw neus niet in andermans zaken,
als er voor u niets, of niets dan een pak
slaag bij te halen is. Het hemd is nader
dan de rok. Hebben is hebben, en krij
gen is de kunst.
Ziedaar, in spreekwoordelijken vorm het
non plus ultra de internationale politieke
wijsheid, die noch hartverhefl'end, noch
stichtelijk is, maar waarmee men rekening
moet houden.
Stelt u eens voor, met welk een scham
peren glimlach de Europeesche praktische
politici op hun voorhoofd zouden wijzen,
als het Nederlanders of Vlamingen inviel
ten behoeve van de broeders in Transvaal
en Oranje-Vrijstaat nog iets meer te doen
dan adressen teekenen, demonstraties
organiseeren en hoogstens ! gelden
bijeen brengen voor een ambulance dienst.
Zouden doriquichotterie en aanmatiging
niet de zachtste termen zijn die men te
hooren kreeg ?
Eenigszins anders wordt de quaestie,
wanneer er, in plaats van kleine, groote
mogendheden bij betrokken zijn. Engeland
pleegt weliswaar een souvereine minachting
voor te wenden voor de meening van alle
denkbare forei'/ners, maar het schijnt zich
op het oogenblik toch niet geheel gerust
te gevoelen. Geen wonder, want betrouw
bare vrienden heeft Engeland nergens, en
IIIIIIIIMIIitmiiM
111111111111111»
Een marehe funèbre.
DOOK
F. DE S1NCLALK.
IV. (Slot).
't Was benauwd in de zaal, dat was het trou
wens meestal zoo na de pauze maar'r, hinderde
Tuomas nooit. Nu wel, hei drukte op hem, die be
dorven lucht van tabaksrook, drank en
menschenadem. Achter hem zaten 'u paar jongelui sigaretten
te rooken en telkens bliezen ze groote wolkeu
tusschen Tnomas' hoofd en z'n lessenaar, dan
moest hij hoesttn, hij werd er diaaierig vac.
'n Paar rnaal had hij smeekend omgekeken,
maar ze letten er niet op en riepen allerlei
geestigheden naar 'n //Engel.-che song en datce"
juffrouw, die op 't tooneel met, iiaar beenen
goed maakte, wat aan haar sttm ontbrak.
't \\ as 'n vervelend echt Eugelscli mopje aldoor
maar het zelfde met af en toe 'n modulatie van
'n paar noten er plomp tusschen in. 't Mensch
was er al 'n drie weken dus Thomas kende z'n
partij wel, zonder op de muziek te letten, maar
bij sloeg niet zoo krachtig als anders, hij was
duizelig, alles leek hem iu 'n nevel te zijn eu
alles klonk hél, hél uit de werte. Toch zag
Lij aldoor aau 't einde van 't orkest het ver
baasde gezicht van mijnheer Dank, of beter hij
?wist dat hij daar staan moest, want telkens
flikkerden de glazen van z'n bril iu Thomas'
oogen.
Boem .. . boem... Thomas sloeg door als 'n
levende metronoom . .. de juffrouw op't tooneel
lichtte tot slot haar rechter been met 'n zwaai
hoog op en zette het hard hoorbaar neer.
Boem! toen barstten do toejuichingen los en
zakte het scherm.
het heeft het daarnaar gemaakt. De voor
treffelijke eigenschappen van den average
Englishman zal niemand loochenen. Maar
de mathematische waarheid, dat het geheel
gelijk is aan de som zijner deelen, schijnt
hier gelogenstraft te worden, tenzij men
wil aannemen, dat bij de combinatie der
Engelsche individu's tot de Engelsche
natie de onaangename eigenschappen van
blufferige onbeschaamdheid en gewetenlooze
aanmatiging naar de buitenzijde komen,
terwijl de vele deugden en goede
qualiteiten zich slechts aan den binnenkant,
in het home, ontwikkelen en vertoonen.
Liat ons nog eens even kijken naar
het bankje, waarop bij Caran d' Ache de
toeschouwers zitten. Daar hebt ge aller
eerst den Franschman, die met John Buil
een oude en lange rekening te vereffenen
heeft en die dubbel gevoelig is geworden
door de onaangename dingen, welke de
schijnheilige buurman aan de overzijde
van het Kanaal in den laatsten tijd van
hem gezegd heeft. Daar hebt ge den Rus,
die ai sinds lang John Buil tracht te
verdringen uit de gunst der beide schoonen,
met welke hij nu zoo gezellig zit toe te
kijken, wachtende op de dingen die komen
zullen, maar steeds gereed om zijn slag
te slaan. En daarnaast den
onberekenbaren keizer, den man van het
Krugertelegram, die thans door zijne regeering
luide laat verkondigen, dat de vriendschap
van Engeland Duitschland meer ter harte
gaat dan het bestaan der
Boerenrepublieken, maar die een te open oog heeft
voor de stroomingen van den volksgeest
in eigen land, om deze zeer impopulaire
politiek op den duur vol te houden.
Van deze drie machtigen wachten wij
allerminst eene gewapende tusschenkomst
ten behoeve van Transvaal en
OranjeVrijstaat. Maar zij hebben genoeg andere
middelen om het John Buil lastig te maken,
terwijl hij met die geminachte Boeren,
tegen welke hij met zijn vloten niets kan
uitrichten, de handen vol heeft. Om te
beginnen kunnen zij pressie uitoefenen op
Portugal, dat zeker door een protest hunner
zijds zou kunnen worden tegengehouden
van het verleenen van vrijen doortocht
aan de Engelsche troepen uit
DelagoaBaai naar het Boerenland. En dan kunnen
zij, als de kansen van den oorlog voor
John Buil gunstig worden, de lastige en
onaangename quaestie der compensatiën
op het tapijt brengen, terwijl zij, als de
kansen zich tegen de Engelschen keeren,
zich ongetwijfeld niet tot het vragen van
compensaiion zullen bepalen.
John Buil droomt waarschijnlijk alleen
's nachts. Overdag, bij zijn business, hetzij
die uit vechten of handeldrijven bestaat,
is hij ontegenzeggelijk klaar wakker. Maar
juist in dien wakkeren toestand zal hij
zich zelf wel eens afvragen, of hij de vin
gers niet in meer dan n wespennest
tegelijk heeft gestoken.
De Engelsclie oppositie.
Bij de kansrekening over de vraag1 of'er
al of' niet oorlog zal komen tusschen Enge
land en Transvaal werd ook steeds mede
geteld dat er in Engeland zelf in en buiten
het parlement eene oppositiepartij is die den
oorlog niet wil. Daarom dan ook werden
beroepen op het volk van Groot Brittauje
gedaan, in de ijdele hoop de Engelsche op
positie partij te steunen, sterker te maken,
en zoo de vredeskansen te doen toenemen.
Zij die deze adressen stelden of teekenden,
miskenden totaal de beteekenis die de
Engelsche oppositiepartij in de Engelsche his
torie inneemt. Bij de steeds gevolgde
roofpolitiek der Engelsche regeering was het
de brave oppositie die daar tegen opirad ;
mislukte de roof dan werd de oppositie
regeeringsparlij, gelukte die daarentegen,
dan was er geen oppositie meer te vinden
en heel het Engehche volk was n om te
huldigen de groote mannen die wederom
het Britsche wereldrijk vergroot hadden.
Daarom ook is er geen land ter wereld
waar de regeering zich, bij de besluiten
aangaande haar buitenlandsche politiek,
't Klonk Thomas in de ooren a's'n doaderbit',
de heele zaal, 't orkest, 't tooneel, alles draaide
in de rondte en in Thomss' oor?n bleef htt
gonzen en stampen, toen 't applaus al lang had
opgehouden; eeu oogenblik was hij buiten wes
ten. Eensklaps schrok hij op, de trombonist
tikte hem op den arm. Slaap je?" Nee,
nee,!'' hij spande alle krachten in en lei'ilo z'u
blad muziek op de lessenaar, 't, was de Marche
fui,ê)re van Chopin. Dat zou bij nog
/needoen en dan wilde hij naar huis, omdat hij zoo
ziek was; 't laatste nummer kondtn ze wel
zonder hem.
Heel vaag zag n ij Mozart met z'n kop
knikken om te beginnen en toen klonk de zachte
roffel, even correct als altijd.
lu 't middendeel had dij 'a maat of twaalf
rust, hij leunde met z"'i hoofd tegen dim
hhlken rand, waarachter de voetlichten brandden.
O ! dat zware gevoel op z'u hoofd en die
boklemdheid als hij adem haalde.
Toch viel hij op lij l weer in, maar niet zoo
krachtig, hij kon niet, langer, de stokken wogen
als lood en in 't vel zat geen veerkracht meer,
maar hij wilde het niet, opgeven, hij
verzameldeal z'n gedachten om in de maat, te blijven, z'n
hartslag werd a! sneller en sneller... toen plot
seling uitte hij 'n gf smoorden kreet, en viel neer
op z'n bankje, het magere kleine hai.dje
krampaeht'g aan z'u hals geslagen. . . .
De marche funéire was uit.
Het publiek had er nitt naar geluisterd.
De orkest-directeur keek 'n beetje hoos naar
Thomas en dacht dat, hij slaperig was. Maar
bet belletje acht< i' de coulUsen gnig onmiddel
lijk voor 't slotnummer, 'n Hollaudsche komiek,
wiens grootste verdienste bestond in 'n mauk
been en 'a afschuwelijk Amsterdamsen accent.
Hij maakte voortdurend t,o;spelingen op
kaaihoofdigeu en weer, dan op den klarinettist tot
groote voldoening van 't publiek, dat bij voor
keur zich amureert ten koste van z'u
rnedemenscheii.
Met 'n oorspronkelijk gevonden:
zoo weinig stoort aan de daartegen gevoerde
oppositie. Zij kent hare Pappenheimer en
kent de waarde dier aanvallen en weet dat
niets het parlement en het volk zoo gedwee
maakt als het succes. Duidelijk is dan ook
dat de regeering ondanks alle mogelijke
oppositie tot een Transvaal oorlog besloten
is en men alleen nog het oogenblik afwacht
dat men zich gereed voelt.
In de Engelsche historie heeft men de
voorbeelden voor het grijpen als bewijs
voor de waarheid van de boven geuitte
meening, doch het sterkst bewijs daarvoor
is wel de in 1815 tegen Frankrijk gevoerde
oorlog. Onmiddellijk nadat bekend was
dat Napoleon in Frankrijk geland was,
deed Talltyrand door La Besnardière de
beruchte declaratie van 13 Maart opstellen
waarbij Napoleon in den ban werd gedaan
»que comme ennemi et perturbateur du
repos du monde, il s'est livréa, la vindicte
publique." De intocht van Napoleon te
Grenoble was oorzaak de afgevaardigden
van Oostenrijk, Rusland, Pruisen en Enge
land den 17den Maart een conferentie
hielden om te besluiten wat te doen »si
Bonaparte parvenait a se retablir a Paris".
Men besloot toen een militaire commissie
te benoemen om een plan de campagne te
beramen. In deze commissie, bestaande
uit Schwarzenberg, Wolkonsky, Knesebeck
en Alexander, nam ook Wellington zitting
zonder daartoe door het parlement, ge
machtigd te zijn. Evenzeer teekende Wel
lington zonder machtiging den 25-iten Mxart
een verbomlwerdrag met Oostenrijk, Rus
land en Pruisen, waarin de vier mogend
heden besloten ieder een leger van 150000
man te leveren tant que Bonaparte ne
serait pas mis abeolurnent hors de
possibilitéd'exciter des troubles, de renouveler
des tentatives pour s'emparer du pouvoir
suprème en France et de menacer lasuret
de l'Europe.
Den 30 * ten April beloofde Engeland nog
125 millio^n gulden te verdeelen onder de
drie andere mogendheden ter tegemoet
koming in de oorlogskosten.
Terwijl dus de aanstaande oorlog reeds
vas-t besloten was, wist het parlement hier
nog niets van en was er in Engeland een
sterke partij tegen den oorlog. In de
MorniiKj CltrcDiicle van 17 en 25 Maart, l, o,
21, 22, 21 en 2!) Mei 1S15 vindt meri artikels
tegen den oorlog, zooals «De aandacht van
het parlement zal zeker gevestigd zijn op
de misdadige pogingen om den oorlog te
hernieuwen en dat, terwijl het voor ons van
absoluut geen belang is of er op de Fransche
troon een Bonaparte of een Bourbon zit.
Evenals nu waren erook toen Jingobladen
on de hand der re-geering. De Sint van
17 Maart verdedigde den oorlog niet de
opmerking, dat riien niet rustig kan blijven
als er brand is in het huis van zijn buur
man. De Tinifix van 21 Maart schreef, dat
de plundering van Europa het doel was
van hen, die Bonaparte op den troon
brachten; evenzoo spraken de Kceninq Star
(19 Mei), Moniing Post (11 Mei), bsen:er
(28 Mei) e. a.
In het Parlement was het de partij der
Napoleontische Whigs zooais Dudley ze
noemde die van gten oorlog wil<le>n weten.
Reeds 18 Maart had hun leider Whitbread
geprotesteerd tegen eventuele inmenging
in de Fransche zaken. Den o':n April noemde
Whitbread de verklaring drr mogendheden
van 13 Maart een schat (lelijk stuk dat
naar hij hoopte niet door een Engelschman
zou geteekpnd ziin. Toen eenige dagen
daarna de Prins Regent aan het parlement
mobilisatieplannen mededeelde, waren het in
het Hoogerhuis de markies L^ndsdown, de
markies Welleslt-y (broeder van Wellington)
pn lord Stanhope die het recht van het
Fransche volk verdedigden om hun eigen
souvenen te kiezen. In het L tgerlmis
geeselde Francis Burdett de rede van
Castlereagh, die gesproken had dal liet Fransche
volk slachtoffer was van een invasip, -i
man die een invasie deed waurvan ijl)
millioen het slachtoffer waren. Whitbread viel
nogmaals de verklaring van 115 Maart aan
als iets onteerends voor het Engelsche ka
rakter. Bij het adres van vertrouwen als
antwoord op de mobilisatie, stelde Whit
bread een amendement voor waarin de Prins
Iv'gent uitg inoodigd werd alle pogingen te
doen om de vrede te bewaren. Dit amen
dement werd verworpen met 22.'i stemmen
tegen 37. Het parlementdebattpprdedusover
vrede, terwijl in het geheim 25 Maart de oor
log reeds verklaard was. Den l1'11 Mei richtlet!
de bewoners van Londeüeen adres aan het
parlement waarin om vrede gevraagd werd en
opvoering der belastingen om een
onrechtNou ben ik klaar
bonswaar!
De kompeleuienteu aan Saai .
verliet de uatiomle humorist de planken en 't
publttk, dat cmdat 't toch naar huis ging masr
ni'iHg applaudiseerde, begon met stoelen en
tafeltjes te schuiven, jassen aan te trekken,
doeken om te dom. bierglazen om te gooien,
dit! vergeten onder 'n stoel stoulen, met
kelnc-rs af te rekenen en teu slotte naar den uit
gang te dringen. Daar gingen deuren wijd open
eu stroomde de koude avondlucht, naar Irnnen.
Het gas 111 d'! zaal werd iu*g::dr;i.aid op 'n paar
pitten r.a, die rus1; d c kaarslantaarns in de hoe
ken 'n ongezellig licht gaven. De kelners zochten
de lee.'e icbuen en koppen en bracht''!! bladen
vol naar 'f buil' t. De jullVouw dtarachter
telde geld ea de, Dhvcteur stuud met z'n sigaar
iii z'n mond '11 korte naietrach'.ing te houden
met den Hollandschen komiek, die uit, 'u ge
heimzinnig deurtJK naast, het tooneel w a* geko
men. De orkes'leden warea opgestaan eri Mozart
had juist, z'n pi'uio gesloten, toen z'n oo'5 op
Thomas viel.
Hé, roep dien jongen achter je eens wakker,"
riep hij tot den trombonist. De/.e deed juist, z'u
instrument in 'n vuil groenen zak, doch wendde
zie1: om.
Hallo! jongen, Thoma», je kan naar huis!
Maar Thomas zat met gesloten oogen, 'n
opgezet blauwig gezicht bewegingloos tegen 't
tooneel geleund
De trombonist schudde hem aan den arm, die
slap langs het m:iïrcre lijfj;; neerviel, met den
trommtlstok nog in de liaud.
Bliksems!... Jeses wat scheelt die jongpn.
Dank', kom 's gauw, die kleine is niet «oed S"
Dank had z'n jas al aan en z'n hoed op, 'u
uitdrukking van sjhrik kwam op z'n ma^er
gezicht... hij trad nader... //wat is't i"' Maar
hij zag het, al ... //Tnomas ! jongen ! God alle
machtig ... hij is dood... haal 'u dokter l" 1).;
violist seUe z'u hoed op eu snelde de zaal uit.
Toen kwamen ze allen er om heen staan, de
vaardigen oorlog te voeren, krankzinnige
politiek werd genoemd. Ook in het parle
ment was de strijd nog niet uit.
Den 28-iten April werd de
regeeringspolitiek weer aangevallen door Whitbread
Tierney en Ponsonby. Vooral de laatste
wees op het onjuiste van de redevoeringen
van Castlereagh en Liverpool dat de oorlog
niet tegen Frankrijk maar tegen Bonaparte
gericht was. Bonaparte en Frankrijk zijn
n, zeide hij. Op dezelfde wijze sprak lord
Guy in het Hoogerhuis, waarin hij een
vredesrnotie voorstelde op den 23sten Mei,
die echter verworpen werd met 113 tegen
43 stemmen. Castlereagh en Liverpool zon
den daarop naar Weenen de verklaring,
dat de oorlog gevoerd zou worden wel om
Bonaparte te verjagen, maar niet om de
Bourbons te herstellen, hiermede de oppo
sitie schijnbaar ter wille zijnde, die het
Fransche volk vrij wilde laten in de keus
van een souverein, doch niet ten onrechte
noemt Houssaye dit valsch, want interdire
;\ la France de conserver Napoleon c'était
implicitemeut lui imposer Louis XVIII."
Om in het Lagerhuis de meerderheid te
krijgen ontzag Castlereagh zich zelf niet
vervalschte telegrammen van Napoleon aan
Murat en van Bassano aan Caulaincourt
over te leggen, omdat daaruit de
dubbelhartigheid en onvertrouwbaarheid van
Napoleon zou blijken.
Toen nu het resultaat van deze op zoo
schandelijke wijze buiten het parlement om
begonnen oorlog gunstig was en de
eigenniHchiige handelingen van Wellington te
Weenen gevolgd waren door een Waterloo,
was Wellington de held van den dag.
Jaargelden, eere itels, enz. enz. werd hem
met algemeene stemmen toegekend en nie
mand der voormalige oppositie verhief zich
tegen de eerbewijzen aan den man die
Engeland in een oorlog stortte die het
(luizende menschenlevens eu millioenen
gouds gekost had. De rechtsverkrachting,
(ie machtsoverschrijding van Wellington en
rege-ering tegenover parlement waren totaal
vergeten. Einde goed al goed.
Men kan zich dan ook voorstellen hoe
grappig Chamberlain c.s al die Hollandsche
adressen gevonden hebben, die gezonden
werden om de door hem eenmaal in bewe
ging gebrachte oorlogsmachine tot stilstand
te brengfii. Wordt de Transyaalsche oorlog
een succes dan is Chamberlain in EngelEche
oogen een even groot nationaal man in het
eind dezer eeuw als Wellington in den
begin de man die van Afrika een Engelsche
provincie maakte. Is daarentegen de oorlog
een fiasco, de nekshig van de Engelsche
suprematie in Zuid-Afrika, dan zal de oppo
sitie krachtig optreden, veel krachtiger dan
nu, doch dan niet om een oorlog te voor
komen, doch om een regeering ten val te
biengen die slecht genoeg was geen succes
te hebben die zooals Talleyrand zou zeggen
iets deed erger dan een misdaad en waarop
dus diens gevleugeld woord van toepassing
zou zijn »C'est plus qu' un crime, c'eat
une faute.
P. J. DE BKUÏNE PLOOS VAX AMSTEL.
Krimpen ad Lek.
tiiimiiiiHiiiii
iiilllliimniiMuiiiii
TOONLLLeïMVZILK
Kroniel
Arm Weemclje, Idylle in drie bedrijven,
uit het Kransen van J. UA CAMAR.V en
Jos. Sciiüit.M.vxN, vertaald door Fiore
Della Xeve.
Dat dit stuk min of meer den indruk maakt
in de gezelschapskamer van ee.i gesticht voor
zenuwlijders te spelen, mag slechts voor een
zeer gering deel aan de acteurs geweten
worden.
De ongesteldheid van den ouden heer Rebello,
malende over een in den bloei zijner jaren
weggerukten eenigen zoon, houd ik zelfs voor
ongeneeslijk. Hier is niets van de wijding die
een dierbare herinnering aan verleden en toe
komst kan bijzetten, niets van den weemoed
waarmee een beroofde vader het jonge leven
nastaart dat uit het gezicht verdween ; niets
dan een eindeloos gezeur dat ons om een
oudejufiVouwenwoord te gebruiken, tureluurtch
maakt.
Wat zijn schoondochter, het arme weeuw'jo
aangaat, luisterende naar den ietwat geografisch
orkestleden, de directeur, de juffrouw uit 't
buft'it, de kelners en de Hollandsche komiek
en geen een wist er raad.
Maak z'ii ja^je 'n beetje los," zei de juffrouw,
die 'u glas water in de hand hield.
a't. Geeft ii'.ks meer," zei Dank, die het kleine
lichaam op z'u schoot had genomen, niet 'n
onderdrukten snik .. . //hij is al koud."
Hoe komt ddt nou... hoe komt dat nou!"
/ij probeerde het toch en wreef z'n voorhoofd
met water, maar er ontsnapte geen zuchtje uit
de witte saamgeperste lippen.
Eindelijk kwam de violist terug met'n dokter,
ze gingen op zij, om hem bij te laten. Hij bukte
ziel', luisterde iven en schudde z'n hoofd...'t
Is al afgeloopen ... 'n hartverlamming . ., arm
kereltje !"
Tot-u ging hij weer heen met'n zacht ,GoedeJi
avond." De koude tocht, dienaar binnenstroomde,
maakte allen huiverig.
UTat moeten we doen,'1 vroeg Mozart aan
Dank, die maar aldoor het lijkje vast hield en
//Gjd!" God!" mompelend treurig i'n hoof J
schudde.
Ju werd 'n rijtuig besteld, waar Dank en de
trombonist in stapten, omdat het anders voor
een man te zwaar was, al die trappen op.
Ze reden weg.
Op straat bleven de ar,dere orkestleden nog
even ovtr 't geval praten.
//Khliu," besloot Mozart, 't is alweer gebeurd,
en er is niks aan te doen.
Ja," antwoordde l' homme qui rit, wijsgeerig,
//zoo zie je weer... 't men^cheiijk leven."....
Ze knikten allen toestemmend en toen ging
ieder z'n eigen weg.
klinkenden naam van Nazaretb, haar
geestverwarring komt mij voor grootendeels het gevolg
te zijn van haar schoonvaders divagaties. Kan
er van Nazareth iets goeds komen ? werd
eertijds gevraagd. Ja, dat kan, mits z\j hoe
eer hoe liever het stof der sikkeneurigheid van
haar voeten schudt en vrij leert ademhalen in
de wereld die grooter is dan het kerkhof van
Santa Luzia, waar aller gedachten voortdurend
verwijlen.
Ook tante Maria ia niet volkomen frisch Wan
neer nicht Nazareth haar mededeelt niet
afkeerig te zijn van een tweede huwelijk, dan
kakelt zij hoi derd uir, maar waagt geen poging
om te vernemen wie denkelijk haar
behuwdneef worden zal. Tot haar verontschuldiging
dient dat een or, middellijke ontdekking van
dien noodlottigen naam het stuk heel wat meer
bekort zou hebben dan in de bedoeling van
de auteurs gelegen kan hebben.
Zelfs in het hoofdje van Assomption, het
boerenmeisje, is het niet heelemail plu s. Zij
wordt ons voorgesteld als een na'uurkind,
rechtscuapen, argeloos en oprecht. Maar reeds den
eersten keer dat wij haar ontmoeten, valt zij
ons uit de hand en gaat de weddenschap aan,
dat zij een jonkman voor rekening van een
ander het hof zal maken en zelve, zoo zegt
zij zeer wereldwijs er zonder kleerscheuren
afkomen." Plotseling zien wij het onervaren
kind zich ontpoppen tot een volleerde kokette,
de kunst om de kunst beoefenend. En alweer
zouden de schrijvers, zonder dezen p.'ycholo
gischen goocheltoer met hun tweede bedrijf
verlegen zijn geweest.
De anonyme luitenant, wiens naam door het
programma zorgvuldig verzwegen wordt,
laboreert nu juist niet san fijngevoeligheid; bij
hem heeft moeder natuur veeleer met het bad
water tevens het kind weggespoeld. Wat dunkt
u van een meneer, vrijwel den zelfkant van
het leven genaderd, die zich niet ontziet een
dame bij wie hij een bezoek aflegt, onder den
neus te wrijven, dat zij in haar jonge jaren
meer werk van hem gemaakt heeff, dan wel
met de maagdelijke schuchterheid bestaanbaar
kan worden geacht, en de maat der
onwellevendheid volmeet, door met z chtbaar welge
vallen te constateeren, dat niemand van haar
gediend is geweest. Is dit het voorspel dat
ons in de stemming der idylle zal voeren?
Voor de eer van het Portugeesche leger hoop
ik dat de Luitenant" geen vlegel is, maar
hoogstens het slachtoffer van de .-chrij\ers die
voor zijn rekening geestig wilden zijn, en
eilaciel geen aai-je geest tot hun beschikking
hadden.
En wat is er van de tegenstelling waarop
dit drama heet te berusten? Reeds vóór den
grooten avond der v-remière beheUden de dag
bladen een memorie van toelichting die niet
weinig beloofde. Er werd daar ges-preken van
de tegenstelling tus-chen de mystieue
doodenvereering die alle geluk en hoop op de toe
komst aan de herinnering ten (ft'er brengt, en
het frissche jonge leven dat in de rijke natuur
van het Zuiden zijn rechten doet ge.den', om
kort te gaan, een herziene editie van Een
liefde in het Zuiden,' maar ditmaal met een
somberen achtei grond van rouw en dood.
Niets te weten geeft het zekerste geloof,
was de zinspreuk van Olrfenbarneve.ldt, din
menigmaal ook in de letterkunde op eigen
aardige wijze hare toepassing vindt. Niet te
weten welk een teêre en kierche hand, welk
een dichterlijk-'n blik op menschen en dingen
de beheersching van zulk een ond-rwerp on
derstelt, dezej onwetendheid geeft het zekerste
geloof in eigen alvermogen. Maar de waan is
kort en het berouw lang en de overmoed die
naar het hoogste greep, brengt tot haar recht
vaardige straf niets voort dan papieren mon
sters of erger nog.
De oude heer Rebello bij wien de herinne
ring aan zijn zoon allengs de allures heeft
aangenomen van een idee n'xe, is de
vleeschgeworden trivialiteit. De hemel beware mij,
dat ik den gek zou fcheren met dit vaderlijk
verdriet. Maar de vraag die ons behoort bezig
te houden, is of het de auteurs gelukt is aan
deze smart een persoonlijk accent te verleenen.
Zoolang zij daar niet in geslaagd zijn, trefc
het geval oni niet dieper, dan de eerste de
beste familie-advertentie in het Ilundel.-hlail.
Dat de oude man in het kerkelijke rech'zinnig
mystiek en in het staatkundige reactionnair is,
kan niet gezegd worden het belangwekkende
van zijn persoonlijkheid te verhoogen. Slechts
geeft het den schrijvers gelegenheid hem nu
e- dan te laten kibbelen met den luitenant",
die meer de Dageraadsrichting is toegedaan,
en bij diens ontstentenis hem oprispingen ten
beste te laf en geven van zijn stichtelijke lectuur.
Hebben de auteurs misschien het ontoereikende
van den godsdienst willen aantoonen als ver
troosting van het leed der aarde V Toch niet,
iiiiiiiiiiiiiiiimiH
T lomas' vader was al in geen week boven
water geweest, maar z'ii moeder kreeg het
geweldig op haar zenuwen, toen ze boven kwamen.
Dank en de trombonist legden hem op z'a
ledikantje en probeerden te troosten. Maar ze
luisterde niet eens en barstte woedend uit:
Daar heb je 't al, dat komt nou van al die
mezit-k .. had ik l.cm maar nooit aan je mee
gegeven"... en toen weer met 'u hartstochtelijk
snikken ... arm dier .. . kijk 'm nou daar
leggen... Torn... Thotu... kan bij nou z'n
oogen niet meer open doen....
Da'jk keek z'n vriend veelbeteekenend aan, de
ander begreep hem en ze verlieten stil c!e kamer
en gingen naar beneden.
't Was 'ri begrafenis van de armen, 'n erg
eenvoudig klein kistje.
Bij 'r, graf stonden alle orkestleden.
De directeur had eerst, getwijfeld, omdat hij
niet precies wist hoe of Mozart in gelijksoortige
omstandigheden handelde, maar bij was 1och
gekomen, gehetl in 't zwart met 'n hoogen hoed
op en hij zag erg bleek.
Dd eerste violist stond naast hem met 'u
paarsche das, bij had geen andere, en hij schreide
hardop.
De gewezen rooverhoofdman ketk alleen maar
heel ernstig en l' homme qui rit, die nu een
maal met 'n grijns was geboren, sc'ieen die
uitdrukking 0,1 z'ii gelaat hier toch ook or ge
past te vinden en daarom wrocg hij z'n gezicht
zoo zonderling, alsof bij in iets "heel zuurs beet
en dat niet wilde laten blijken.
De klarinettist keek erg strak eu zag vooral
op tegen 't oogenblik, dat hij z'n hoed moest
afzetten, want er stonden daar meer menscheii
en die zouden mogelijk lachen om z'u kaal hoofd.
Eindelijk mijnheer Dank, die zenuwachtig en
verbaasder dan ooit, om zich heen zag, 'n paar
groote tranen zakten langzaam af op Vn inge
vallen wangen. Toen lieten ze de kist langzaam
zakken en was het afgeloopen.
Dank keek nog even naar ber,eden in het
diepe gat, waar heel op den bodem htt kleine
kis'je stond, toen wendde hij zich af en sloot
zich aan bij de anderen, die zachtjes pratend
het kerkhof verlieten.
Er was 'n plaats vacant in 't Variétéorkest.