Historisch Archief 1877-1940
DE.AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1165
want met geen enkel woord wordt de verhou
ding aangeduid tuaech n 's mans rampspoedig
leven en zy'n gtdsdienstig geloof. Wel bezien
isi de rol die de kerk hier vervult van zuiver
decoratieven aard Er wordt den vroom liedje
gezangen, er wordt een Vaderonzer gebeden,
mea hoort van verre de klok van den kerktoren,
maar geen dezer geloovigen zou anders voelen
of handelen, indien hu oi zij in plaats van
goed katholiek orthodox molumaiedaansch
ware geweest.
Er is in het geval van het trouwlustige
weduwtjt iets dat onwillekeurig tot meescnuilen
stemt. Dat loopt onrustig en ongedurig heen
en weer, dat zucht en klaagt, dat lacht en
schreit, dat hijgt naar adem en gooit het venster
op in.... Ook wij vinden dat de weduwstaat
nu lang genoeg geduurd hetft, en van heele;
h ir te gunnen wij haar een man Maar was
het wel noorlig, zoo zouden wij willen vrag-m,
dat zij daarbij haar vrouwelijke waardigheid
op n na te grabbel gooide, en zou ier.wat
m-ser ingetogenheid haar niet op duurzamer
wyze verzekerd hebben van onze sympa'hie?
Zoo vermenigvuldigen zich de vragen en het
antwoord dat de goede smaak en het gezond
\erstand o is beurtelings infl listeren, verhoogt
geenszins onze belangstelling en ons medege
voel in wat wy zien en hooren. En a s het ons
een enkele maal gelukt oas te verplaatsen in
d j gebeur, enissen die zich voor oas ontrollen,
d in danken wy' tegelijkertijd een goedgunstig
Int dat onzin levensweg verre van Sinta Luzia
beschikt heeft, waar de mannen zwaar op de
hand en ongemanierd, de vrouwen min of meer
onbeminnelyk en de jonge meisjes onwyze
malloten zyn.
Reeds gaf ik te verstaan dat in de voorstel
ling van Woensdagavond de beste en grootste
helft van het talent zich aan de zy'de der
vertooners bjvond. Den heer Van Scaoonhoven,
als de oud-notaris Kib llo, ontbrak het zexer
)>iet aan ernst en waardigheid; slechts heeft
iiij te bedenken dat met sterke klemtonen en
linge rusten tusschen de woorden niet steeds
de indruk gemaakt wordt dien hij zich daarvan
voors:elt. Mevrouw Holtrop vervulde de titelrol
en legde over alles een stille, weemoedige
beJo'ing. Gaine erken ik het goed recht dezer
opvatting, ofschom my' dunkt dat het geheel
aiu levendigheid zou winnen, wanneer zy de
verschillende elementen van haar rol scherper
c wtrasteerd t. MjiftVoiw Julia Uda heeft
o .miskenbare q lalileiten vo r wat men aan
het tooneel het soubrette- genre noemt; het
i.aive en kinderlijke ligt iets verder van haar
af en het is merkbaar dat zy zich eenige
moeite moet geven om dat te bereiken.
O.ider den ainmatigenden naim van moderne
regie is in d-j laatste jaren op ons toineel een
hebbelijkheid ingeslopen die zeer nadrukkelijk
uit deu booze is en ook bij deze voorstelling
haar verderfelijk aan zy'n heeft vertoond. Wan
neer allen met toonlooze stem spreken alsof
het tooneel de ziekenzaal van een gasthuis !
was, dan heet dat de stemming, waarvan j
h«t eigenaardige intusscuen de afwezigheid van
alle stemming is. Indien de gelijkheid van
diapason, het samenvloeien der geluiden, waar
naar blykbaar gestreefd wordt, niet anders te
b.reiken is dan door gevoel en expressie in
de kleedkamer te laten, dan is bet verlies
grooter dan de winst Laten dan in godsnaam
de vogeltjes zingen zooals zy gebekt zyn, licht
dat een enkele mial de wauklanken zich dan
oplossen in harmonie.
C. F. VAN DER HOKST.
Muziek iüds Hoofdstad,
Voorwaar de muziekgeschiedenis heeft een
uiterst belangry'ken weg afgelegd vanaf het
tydperk waarin Kameau leefde tot op den huldi
gen dag.
Vermoedelyk hebben de meeste bezoekers
van het Concertgebouw nooit iets gehoord van
Kameau, vóór dat Mengelberg eenige stukken
uit zyne opera Castor et Pollux" deed uit
voeren; en toch is Kameau een der meest
beteekenende figuren uit de eerste helft der
XVIIIe eeuw; niet zoozeer door zijne genialiteit
en de levenskracht zy'ner werken, dan wel
omdat men hem mag beschouwen als den com
ponist die in Frankry'k het type gecreëerd
heeft der Fransche opera", een type dat
lot voor 50 jaren is blyven voortleven in de
Fransche operamuziek. Alhoewel men gaarne
zal erkennen dat instrumentatie, bewerking en
alles wat met de techniek samenhangt een
grooten vooruitgang heefc aan te wy'zen
tedert Rameau, zoo zal het toch niet moeielijk
vallen in de latere Fransche opera's het schema
en het geraamte terug te vinden dat men in
de dramatische werken van Rameau ontmoet,
on waarin hij belangryk afwijkt van zyn voor
ganger Jean Baptist Lully.
Slechts twee jaar vroeger geboren (1683)
dan de Germanen Bach en Handel, dus in den
volsten zin des woords hun tijdgenoot, heeft
deze Bourgondiër niet vermocht met zijne
scheppingen veel langer het muziekleven te
beheerschen dan de duur van zijn eigen leven.
Zoo men bij Bach en Handel volmondig
kan verklaren dat de onsterfelijkheid van het
genie haar stempel gedrukt heeft op hunne
gigantische werken, zoo kan men slechts
constateeren dat het succes van Rameau's
compositiën van voorbijgaanden aard is geweest.
En toch zijn er vele punten van overeenkomst
tusschen hen, hoewel Rameau ook in de meeste
onderdeelen verreweg de mindere is der beide
duitsche meesters.
Evenals Bach en Handel was ook Rameau
een organist van groote vermaardheid; evenals
Bach in zekeren zin voor hét klavierspel een
nieuwe aëra heeft doen aanbreken, heeft Rameau
in vereeniging met Couperin, den grondslag ge
legd van het pianospel, dat in Frankrijk een tijd
lang in grooten bloei verkeerde. In n opzicht
zyn de verdiensten van Kameau echter van meer
gewicht dan die van Bach en Handel. Ik heb
hier het oog op hetgeen Rameau gedaan heeft
voor de theorie der muziek. Zijne talrijke ge
schriften, waaronder vooral zyne Traite
d'harmonie reduite a ses principes naturels" is van
blyvende beteekenis. Het is vooral dit werk
geweest dat in den tegenwoordigen tijd aan
den bekendan voortreffelyken musicoloog dr.
Hugo Riemann aanleiding heeft gegeven zijn
vernuftig en scherpzinnig muzieksysteem samen
te stellen.
Doch niet alleen met zijne tydgenooten Bach
en Handel kan men Kameau vergelyken. ook
met den goddelijken Mozart (een eeuw later
dus) heeft hy' punten van aanraking.
En het is vooral Otto Jahn, de uitmuntende
Mozart-biograaf, die voor het eerst wy'st op de
talrijke schoonheden en voortreffelijkheden in
de werken van Rameau.
Jahn zegt o.a. van zyne opera's die har
monische Behandlung ist reicher und
mannichfaltiger, die Begleitung ist nicht mehr die
Ausfüllung des bez'ffarten Bacses, sondern sie
bewegt sich vielfach frei und selbsrotandig;
auch ist das Orch^ster zu eigentbümliohen
Effecten benutzt, sow .hl durch Abwech'lung
und Zuaammenstellung der lantrumente nach
ihren verschiedenen Klangfarben, als durch
selbstsfaidign Motiv«, welche besonders auch zu
mancherlei Detailmalerei verwendet werden".
Enz
Dat al dez? overtreff^lijke eigenschappen bij
het leven van den componist niet algemeen
gewaardeerd werden en dat hy dikwerf heftig
aangevallen is, bewy'st o.a het volgende versje,
hetwelk slechts een greep is uit de vele epi
grammen, op hem gedicht:
Si Ie difficile est Ie beau
C'est un grand homme qie Rameau;
Mais si Ie beau par aventure
N'est que la sioipl» nature
Quel petit homme que Kameau !
De opera Castor et Pollux", is evenals
de meeste dramatische werken uil den
toenmaligen ty'd, aan de Griek«che mythologie
ontleend. De tekst-dichter van deze ira^édie
lyrique" zooals het werk door Kameau genoemd
wordt, is Gentil Bernard. In hem heefc Kameau
een anderen medewerker gevonden, dan bij de
meeste zy'ner overige dramati che compositiën,
welke door Quii ault gedicht en van veel beter
gehalte zyn. Het werk is met enkele andere
opera's itgegeven bij Breitköpf & Kartel. De
kundige directeur van bet Brusseh-cae
Conservatoire, F. A. Gevaert, die hier te lande
vooral bekend is als componist van mannen
koren, zooals o. a. «Siui's Lierzang"
en de lersche Uitwykel ngen1', doch die zich
als muziekgeleerde een veel grooteren roem
heeft verworven, G -vaert dan, bewerkte de
gebrekkige en onvo'ledige uitgave opnieuw
en zoo is het werk reeds eenige malen
in het Concertgebouw uitgevoerd. Mag men
terecht beweren dat de instrumentale muziek
uit vroegere eeuwen, juist in tegenstelling met
vocale compositiën, wel wat begint te verou
deren, daar de instrumenten ttians talrijk -r
zijn, m^er schakeerii g bieden in klankkleur
en de behandeling er viti virtuoser is, ze<;r
zeker oefent Rameau's muziek nog een groote
charme uit. Echter dan moet zij zoo delicaat
en subtiel uitgevoerd worden als door ons
orchest De Passepifd is eei stukje muziek
vol rhythmische afwisseling en geestige bewer
king en de Ciaccona kan men gewoonweg een
meesterstuk noemen, een mod>.:l ie de behan
deling van dien vorm
M^n mag den heer Munge!berg dankbaar
zyn, dat hy het heeft doen uitvoeren, want
het is enorm leerzaam bekend te worden ge
maakt met de kunstgewrochten van vroegere
tijden. Moge het niet hy deze proef blijven.
Er is nog zeer veel dat recht eeft aan de
beurt te komen.
Behalve deze heb ik in d 'n laatsten tijd
nog een paar andere noviteiten gehoord in het
Concertgebouw. Ttians wil ik met een paar
woorden nog even mede eelen dit mijn indruk
van de vierde sympnonie van Tschaikowsky
niet een onverdeeld gunstige is. Het eersta
gedeelte waarvan de vinding der thema's sterk
onder den invloed staat van Schumann, is in
zyn bewerking zóó barok en grillig, dat men
ternauwernood meent met een
tyoopbonieAllegro te doen te hebben, maar veeleer denkt
aan eene phantasie met sterk rnapsodi ch
karakter.
Het Andantino is een allerliefst fijn stukje
muziek op eena teed^re melodie gebouwd, eene
echte melodie van T^cha'kowsby, week en ...
op den grens van banaal. Verrukkelijk mooi
werden de solotrekjes van o. a. oboëen fagot
gespeeld. Zooals Tschaikowsky zich toont ia
het derde gedeelte, een voortdurend pizzicato
van de strijkers en stucento van de blazers,
met al zyn overmoed en uitbundigenrbythmus,
is hij mij liever dan straks. Het Finale is
een veel meer respectabel i-ymphonie-Allegro
dan het eerste gedeelte. Goed gedacht is de
terugkeur van het eerste hoofdthema aan het
slot der sytnpho .ie. Langzamerhand komen
wij dm in kennis met de voornaamste
fyrnphonische werken van den russischen meester.
Met belangstelling mag m»n de eerste uit
voering tegemoet zien van Tschaikowsky's
Manfred-tymphonie op het volgende
Caeciliaconcert.
Ik wil dit verslag niet eindigen, zonder nog
even gereleveerd te hebben, dat Francesco
d'Andrade, de beroemde Spaan sche operazanger,
in gezelschap van Joh. Wijsman in de concert
zaal is opgetreden en dat onze stadgenoot Mej.
Johanna Heijmann, en de pianiste Hedwig
Meyer uit Keulen, ieder een klavier avond
gegeven hebben; voorti dat mevrouw Etta
Madier de Montjau in de opera als gast in
Enna's Cleopatra velen heeft verrukt. Een ge
deelte van de laatste uitvoering woonde ik by en
werd weer opnieuw getroffen door de buiten
gewone artistieke distinctie, welke van die
vrouw uitgaat; hoe jammer dat zij niet m-er
de onze is. De heer Ur.us was vooral in het
begin der tweede acte prachtvol en uitstekend
bij stem. Mejuffr. van Gelder leed aai eene
zoo sterke indispositie dat ik mij er over ver
wonderde, hoe zij in die omstandigheden heeft
durven optreden. De heer v. d. Hoeck was
een beetje droog als hoogepriester; doch het
schaadde zijn partij niet al te zeer!
Het orchest was reeds beter dan in het
begin van het seizoen, doch nog steeds niet in
staat billijke aanspraken te bevredigen. Ook
van het koor, vooral met het oog op de voor
handen zijnde krachten, moest men meer kun
nen verwachten.
ANT.
mmtimimiii
MtlltlmmlMIIIMIMItlllHIII
iiiiiiitiiiiiiim
Veiling Frefleit Muller.
Er werd ons ter aankondiging toegezonden
de catalogus eener belangrijke veiling, die
onder directie der firma Frederik Muller & Co.,
in de Brakke Grond op de hand is. Het blijkt
een uitgebreide en veelzijdige verzameling te
zyn. Behalve de velerhande Objets d'Art
Antiqnités", zooals de catalogus het aanduidt,
is er ook een kleine rubriek voor de .,Tableaux
Anciens''. Het al is afkomstig uit de nalaten
schappen van de heeren Jhr.C. Ploos van Amste!,
Dr. C. J. E. E. Zilcken, C. J. Jacobson en
N. J. Noordwyns.
Het lijstje der schilderyen is, zooals reeds
te kennen werd gegeven, niet lang. Het be
langrijkste deel daaruit schijnt gevormd door
een zestal portretten van Anthonie Palamedesz.
Ze zyn alla afkomstig uit een adelly'k huis in
Zeeland. Vier reproducties, van niet te groot
formaat, zyn aan den catalogus toegevoegd.
Voor zoover daarnaar te oordeelen is, boeien
de mansbeeltenissen het meest.
Onder de overige nummers vindt men de
volgende namen, benevens aard der schilderyen,
aangegeven:
Adriaen Backer met een groot allegorisch
stuk op de muziek, Ludolf Bakhuysen,
Brekelenkam met twe^ schilderijtjes, die pendant
vormen, P. (Boeren) Brueghel (die nog te
bezien zal staan), Corn. Ketel. N. Mies (geen
vroege, ongelukkig), Jan Miense Molenaer
(waarmee misschien weer gesold kan worden,
want deze lykt ook ongeteekend), Josae de
Momper, Aert van der Neer, ten Oever, J. R
>mhout (s.), Suhotanus met een stadsgezicht,
Sorgh, Abraham Storck, A. Willaerts, F. van
der Wilt (Verwik?). Wy'ckersloot en anderen.
Ook eenige anoniemen uit de 10 3 en 17e eeuw.
Dan komen miniaturen, maar afgaande op
de enkele reproductie's uit die rubriek,
schynen daar de verrassingen niet zoo groot te
zullen zijn.
Volgt een categorie, bestaande uit prenten,
hoofdzakely'k Engeische.
Onder »ScuIpture" vindt men verscheiden
houtsnijwerk, en een paar B tlineesche groepjes
zullen daartnsschen wel aandacht trekken.
Dan worden genoemd enkele boeken en
handschriften, waarond r een eigenhandig ge
schreven brief van Ji>han de Witt, de groote
Raadpensionaris; vervolgens eenige violen en
komen we met 133 aan deafdeeling
Gebruiksen Versieringskunsten, die zich tot over het
getal 1100 uitstrekt.
Behalve de meubelen, pendules, gewaden,
koper-, goud- en zilverwerk, benevens velerlei
snuisterijen, waaronder heel wat van de
empirestyl, (het afbeeldsel van een koffertje van
omstreeks 1500, geeft wel eenigen dunk van
dat voorwerp), is er een ruime verzameling
Cnineesch en Japansch porselein, ook
OudDelftsch, verschillende andere voorwerpen
van ceramieke kunst, enkele vitreaux, en tot
besluit een aardige hoeveelbeid glaswerk,
waaronder veel Hollandsen werk.
Dit is een globaal overzicht van den cata
logus ; als de bezichting is opengesteld, zal
moeten bly'ken, in hoeverre deze uitgebreide
verzamelingen aan onze verwachtingen voldoen.
De verkooping is Dinsdag, Woensdag en
Donderdag e. k., tot en met Maandag a s.,
zijn de gebruikelijke iijkdagen.
W. S.
Een Amsterdamsclie verzameling.
Alweer is er heengegaan een van die stillen
in den lande, wier liefde voor onze stad en
hare geschiedenis de groote menigte eerst
duidelyk wordt na hun verscheiden. Kulmpjes
hun weg gaande, en onvermoeid in het ver
zamelen van alles wat op de stadshistorie be
trekking heeft, trachten zij te bewaren al dat
gene, hetwelk zoo gemakkelijk verloren raakt
en zij hun kennis, bun onvermoeidheid ge
paard aan een zekere mate van speurzin
later te vergeefs zou worden gezocht.
Valt het te betreuren, dat maar al te dikwyls
op auctiën binnen enkele dagen wordt ver
spreid, wat met zooveel taai geduld, met zooveel
zorg en zoo groote liefde in tal vanjaren werd
byeengebracht, toch blijven wy dien verzamelaars
grooten dank schuldig voor hun
wetenschappelyken arbeid, die vry wat eenvoudiger schijnt,
in werkelijkheid het geval is.
Werd reeds vroeger in dit blad een enkel
woord aan den heer Rieke gewyd, nu de cata
logus van de verzameling liieke vóór ons ligt
wij danke i hem aan den heer R. W. I'.
de Vries, hetgeen een aanbeveling overbodig
maakt mogen wy niet nalaten ook met een
paar woorden de aandacht te vestigen op het
geen door hem werd bijeengebracht en binnen
weinige dagen (27 30 Ostoner as.) ten huize
van den heer de Vries (Warmoesstraat 122)
zal te bezichtigen zijn.
In hoofdzaak kunnen wij hier volstaan met
het voorwoord van den catalogus te citeeren,
waarin o. a. van den heer J. M. A Rieke wordt
getuigd, dat zyn devies had kunnen wezen:
«grypt als 't rypt."
B-jkwaam en Handig teekenaar als Rieke was,
kende hij de gave om het oude Amsterdamsche
te teekenen met de nauwkeurigheid van een
photographie, waardoor dan ook de
Amsterdamsctie gemeente-archivaris evenzeer prys
stelde op zijne schetsen, als de meeste
Amsterdamsahe verzamelaars, en veel in teekening
kwam, wat in onze dagen binnen de oude
hoofdstad onder sloopers moker verdween.
»De Atlas door hem bijeengebracht is dus
van veel belang voor ieder die zich bezig
houdt met de topographie en de geschiedenis
onzer stad. Waar wij thans nog met den
dichter van voor twee eeuwen uitroepen:
«Tweemaal Venetiëwaar is 't einde van uw
wallen," is het dan niet eigenaardig na te
gaan hoe de stad vroeger was en de uitgestrekt
heid van heden heeft verkregen V Daartoe zijn
zoo typisch die oude prenten en die
teekeningen van Lamberts, Schouten en zoovele
meer die ons een zoo juist beeld geven van
vroegere toestanden. De accurate teekeningen
van Rieke, vader en zoon, van Gildehuizen,
het Hasphuis, Feestvieringen in 1874 en 1879
zijn vertrouwbare documenten voor tupographie
en historie.
De Catalogus, ingedeeld als die van de
Historische Tentoonstelling in 187G, bevat na
een belangrijke serie Boeken over Amsterdam,
de Plattegronden, waarby de zeer zeldzame
van Cornelis Anthoniszoon van 1511 en die
van Balthazar Florisz. van 1G55, dan volgen
de Stadsgezichten met tal van Teekeningen:
Regeering, Schutterij, Kerkwezen; Handel en
Zeevaart geven menig zeldzaam stuk; zér
van belang is de afdeeling Tooueel en Zeden
en Gewoonten, waar men tal van curiosa bijeen
zal vinden. Eindelijk de geschiedenis van
Amsterdam van de eerste ty'den tot den tegen
woordigen tijd. De laatste jaren b.v. zyn in
de grootste uitgebreidheid verzameld Wij
wy'zen slechts op Tentoonstelling van 1895,
de Kroningsfeesten en meer.
Het Gildewezen, zoo typisch voor de ge
schiedenis der nijverheid, was een der
bizondere aantrekkelijkheden voor den Heer Rieke,
deze collectie mag zeker nig in haar soort
worden genoemd. Ook de serie Historie-pen
ningen wijzen menig belangryk stuk aan, in
fraaie en zeldzame exemplaren.
Trouwens ieder verzamelaar zal op prijs
weten te stellen wat voor hem van het meeste
belang is om zyn collectie te vermeerderen
en aan te vullen.
En waar nu de Atlas Rieke met zooveel
liefde en zorg bijeengebracht, de verzameling,
waar hy al zijn beschikbaren tijd aan gaf on
die hij door eigen teekenstift had uitgebreid,
in veiling wordt gebracht, roepen wij met den
heer de Vries, allen die onze goede stad lief
hebben en die een herinnering aan haar ver
leden en bloei willen bewaren toe: «Grypt
als 't rypt."
^_ F. A. B.
Hollandsche Boekbanden
Het >Z'itschrift für Büchetfreunde" bevat
in zijn Octobprnummer het vervolg van een
artikel over »Der Künst'eri»che Buchumsltig"
door Walter von Zur Westen.
Daar de schryver in dit gedeelte behalve
Oostenrijk, Zweden, Italië. België, Denemarken,
Rusland en Engekn-d ook Nederland behandelt,
vestigen wy hier even de aandacht op; te
meer daar zijn oordeel op eenigszins betere
grondslagen gebaseerd is, dan doorgaans met
buitenlanders die in Duitsche tijdschriften
over Hollandsche kunst schryven, het geval is.
Het artikel dat met reproducties naar om
slagen door Colenbrander, Hoytema en L'on
Cachet is versierd, bespreekt de
boekversieringskunst van Dijss'lhof, Nieuwenhuis,
Cichet, Berlage, Colenhrander, Tborn-Prikker,
Toorop en nog enkele anderen. Van Cachet's
werk zegt de scbryver o. a, naar aanleiding
van een omslag voor de firma Morks & Geuze
te Dordrecht: »Diese Arbeit weist Lion Cachet
einen Enrenplatz unter den Ornamentalk
astlern der G-^genwart an".
Hoewel het volstrekt geen nieuwe
mededeelingen of eigen vindingen, als Mcyer-Graefe
destyds in de »Dekorativen Kunst" deed, bevat,
is het toch in vele opzichten lezenswaard.
De heer Walter von Zur Westen eindigt
zyn artikel, na vergely'king met Belgische
versieringskunst, die geheel door van de Velde
beheerscht wordt met: »Wir können aber noch
nicht von einem NiederJiiidischen
Ornamentalstil reden".
R. W. P. Jr.
Goudeket & Co., R>kin 50. Amsterdam,
exposeeren deze week eene schilderij
»NoordHollandsch binnenhuisje" van II. Valkenburg.
imiitmiiiniiiiiiiiiimtiiiiiiHHiMiiiiiiiiiiiiiiiiiHlitiiillimiHi»
Les Qnatre Efangiles.
'Fi:condUé, par EMILE ZOLA. (Eliteur.
Eug. Fasquelle, Paris '9'.)).
I.
Erratum.
Per ongeluk is het eerste gedeelte dezer
kritiek in het nummer 11.: 15 Oct. niet in
behoorlike volgorde afgedrukt. Wi er zoveel
beiang in stelt, dat hij het nog eens lezen wil,
make daarvoor van deze toelichting gebruik.
11-it eerste gedeelte bevat eei overzicht van
de cyclus der Kou/jon-Macquarti en loopt van
af het begin van de Ie kolom tot de -i-i regel
daar onderaan :
«lopend op zijnwortelsenvoortzwajendmet..."
Hiertoe behoort in de 2e kolom:
». . . woeste gebaren van het hout als symbool
«van de Natuurwetenschap enz." Dit over
wicht word van daaraf voortgezet tot en met
den woorden in de 3a kolom :
«... als de R mgon Macquart te voltojen."
In het twede gedeelte word vergeleken de
gedachten gang van Goetlie in de Ie en 2e
Fuuxt met di van Zola in de cyclus der famili
ttougon-Macquart en der famili Froment.
Hiertoe behoren de woorden: «Dan zou" achter
» . . als de Rougon-Micquart te voltojen."
Di twe woorden openen den zin op de 49
regel onderaan van de Ie kolom. Aldus:
«Dan zou ... er een analogi bestaan tussen
hem en Go the."
De vergelijking van Zola en Goethe word
voortgezet van af di zin en verder in de 2e
kolom bovenaan tot:
»in den vorm van het Ateisme der Kracht
en Stof-mannen ..."
Hierop moet volgen, zi 3e kolom :
». .. als Büchuer, een behoefte aan omver
werpen," enz. tot: ». .. van Nietzsche."
In het derde gedeelte word besproken de
overgang van Zula van het Raatxionaliïme
naar het Pozivittsme, naar de Haint- titmonistise
school. Dit vangt aan in de 3e kolom met
de alinea:
«Dat negatisme, dat cezarisme van de R^de..."
enz. Wat daarop volgt, in de 3j kolom staat
in logise orde.
II.
De Saint-Simon begreep de half-slachtigheid
van den arbeid dor protestanten en liberalen,
van Luther en Jean Jacques en zag, dat de
XlXe Eew in vele opzichten overeenkwam met
de Ie Eew voor Christus. Hij besefte, dat om
de feodale samenleving te vernitigen, meer
nodig was dan slechts een plutokratise staat
te stichten en een niwe hirarchi, di in velerlei
op de middeneewse zou lijken, gegrondvest
moest worden. De assocjaatsi van de Kunst,
de Industri en de Wetenschap moest volgens
hem voeren tot de vorming van een niwe
godsdienst niet internaatsionaal als Islam,
Christendom en Boeddhisme maar
pannaatsionaal, modern protestant en modern isra
iilies: het Messianisme. Hij kwam in verzet
tegen het bard-kale, half-kloosterachtige van
de lutherse en kalvinistise kerk, wat een van
de redenen is, dat de latynse volken: Walen,
Fiansen, Spanjaarden, Italjinen en Z.-Ameri
kanen nog steeds weigeren de beginselen er
van te aanvaarden. Dat idee van een niwe
godsdienst rijpte uit dat der Culte de la liaison
van 1793, de verering van het ahstrakte begrip:
Rede, maar zyn Culte de la Raison was niet
de verering der Logika zelf maar van een niwe
godheid, kenbaar dóór de Rede, het godsbegrip,
dat de experimentele metode ons zal moeten
geven, het godsbegrip van de pozitivistise
school, in het toekomstig stadium van het
Paizicisme, dat op de nu nog teologise en
meta-fizise periode van de Mensheid volgen
moet. Hij wenste dus een godsdienst zonder
geloof, een godsdienst gebazeerd op de
natuurwetenneUappelike zekerheid van het bestaan ener
goddelike macht. Als socjoloog beweerde hij
reeds, dat het Oosten niet dood was, maar
slechts sliep, dat de aarde daar was om haar
te bebouwen en met de expanzi politiek volgen
dus Engeland, Rusrand, Frankry'k, Duitsland
enz. zy'n socjalisties programma met pluto- en
autokratise middelen 1). Nu aan herleving van
het Raatsionalisme, van het Ateisme geen denken
meer is, nu ook de reaksionair-religjeuze lite
ratuur lin-de-siècle heeft afgedaan, begint een
nieuw geslacht te streven in de progressief-gods
dienstige richting, al in 1825 door hem aangewe
zen, en ook door de Kunst voor te bereiden met
niwere Mystiek, Symbolisme en Naturalisme
1) Ook de Boeren in Zuid-Afrika, als ze de
Engelsen daar overwinnen in den nu uitgebroken
oorlog.
de stichting van het Derde Ry'k uit Israël.
En di kunst komt niet meer, ze i» er al:
daartoe behoren : de prachtige mythe vaa
Albert Thibaudet: Ie Cygne Rouge, indertijd
heel kort in dit blad besproken, het stuk
Tot een Levensleer v. Deyssel, Gabriel
Borlemann en Keizer en Gahleër van Ibsen,
Les Trois Villes van Zola en meer. Het is
nog wel niet de gewenste, streng-messiaan»
gestileerde literatuur, maar de niwe rich
ting staat daar vlak voor. En een voor
naamste der aanleidingen tot de opkomst van
deze is: l'Affaire. Onder di impulzi zal ze
verder groejen en de Lity'nse, ook de Siavise
volken tot het moderne protestantisme en
judaïsme doen overgaan van de Saint-Simon.
Het is gedaan met de stylloze
godsdienstharlekinades der fin-de-s:ècle-poëten, hun
beginselloos, jammerlyk door elkaar bakken van
een Brahmaanse Islam, met Joods Katolisisme,
het is uit: met melodramatise oj.evaarstred
rond te dolen in een komedianten-pak
van bonze in een sinagoge, van pastoor in een
moskee, van heilsoldaat in een griekse tempel.
Maar ook niet in het Marxisme allén, in
gemeenschapsgevoel met de mensen slechts,
zonder het LU nog mystise der grote antike
en middeneewse dichters met een
boven-maatechappelike macht is di niwe, prae-messiaanse
kunst mogelijk; al word er in »De Nieuwe
Ty'd ' nog tienmaal meer op gehoopt en over
geteoretizeerd door mevrouw Ruland Holst en
Gorter. Wat hebben ze nu in al dien ty'd, dat
ze over «proletarise poezi" gesproken hebben,
geleverd ? Niets, zover ik weei. Marx was wel
heel groot door aan te tonen, hoe het religjeuze
leven verband houd met de ekonomise toe
standen der volken maar hy' was nog de man
niet om met ekonomi en natuur-wetenschap
als bazis daarover de gewelven te spannen ener
uiwe Kerk, waaronder alle volken der Aarde
op hun gemak kunnen rondwandelen.
Une religion nouvelle, une religion nouvelle !
Met di roep verlaat Pierre Froment Rome, met
dat ideaal betreed hy Parijs als het toekomstig
middelpunt van de Messiaanse Wereld. En
hoewel in Féconditévan het religjeuze
saintsimonisme geen sprake is, word het toch door
de idtjen van di school beheerst in andere
opzichten, want het boek reflakteert de tegen
woordige ekonomise toestanden als
ExpanziKunst. Beter naam kan ik er niet voor uitdenken;
zo ook: Femmes Nouvelles van Paul en Victor
Marguérite en een der hoofdwerken van de
Naturisten: l'Hivtr en Méditution van
deBouhélier. Het zoeken van dl nog steeds vrij
onbeduidende school naar menselike
»archetypes" is niets anders dan de literaire uiting
ener behoef ie aan de vorming van niwe rassen
over den aardbol door edeie figuren daar
van, niwe oerhelden, als Washington in
N.-Amerika, Krüger in Transvaal en vroeger
Romulus in Rome, Deukalion in Grikenland.
En Mathieu Froment, di als arme maar
energike kerel het te Parijs met meer dan
vier kinderen niet harden kan en dan daar
buiten een stuk dorre grond huurt van het
landgoed Chantebled om er later heer en
meester over te worden, dat is een evenbeeld
van den Mens der Expanzi-Periode, di het
atgejakkerd, uitgeputte Europa ontvlucht om
P j°nge aarde nog maagdelik van alle cultuur
voort te telen.
Nu heeft Zola een leuke fout begaan door
te veel de simboliek te verwaarlozen, di steeds
een zijner grote krachten is. De vrouw van
Mathieu heet Marianne. Zij is de Moeder;
in hiliir verheerlikt hy' de Vruchtbaarneid en
stelt dat ideaal tegenover de droom van
middeneewse MJhgdelikheid. Hy heeft als
de Griken, wier Venus niet bepaald een maagd
was, het besef dat de hoogste schoonheid niet
de knop is, maar de volle ontloken roos, niet
het jong maar het volwassen dier, niet het
naïve kind van achtien jaar maar de Vrouw
met de Zuigeling aan de borst. En ook daarin
is hij weer Saint-Simonist, want de school van
dien denker wilde de rehabilitaatsie van de
materi, van het zinnenleven en de bevruchting,
en koos partij voor de gesmade
»angesrebelles" 2). Hij vierde als hoogste vrouwelike
glori: de Moeder. Maar di heldin, genaamd
Marianne, had hy' kunnen omvormen tot de
Republiek zelf, als voortype van het Groter
2) In dien zin zijn de Apotheose van
Verburgh, waarop ik trug kom, daar ik di eerst
niet begreep en Kamertjeszonde van Habbema
werken van saint-simonisties karakter.
lillMiiiiiuiiiniHHMiiiiiMiitimMiiiimniimmiiiiMiiiiiMiiiiMtmmiiiiiiri
cftcciamcs.
40 cents per regel.
IIIMIIIIIIIIIIItllMtlllllllllHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIHtMIIIMHIIIIIMinilllMlllllllU
TRADE
MARK.
NlARTELL'S COBNAC,
Dit beroemie merk is verkrijg
baar bij alle bekende
Wijnhandelaars en bij de representanten
KOOPMANS & BRUINIER,
te Amsterdam.
TENTOOASTELLINGTE PARIJS IN IDÜO.
Verblijf voor ne of meerdere weken in de
Grands Hotels du Trocadero"
welke voor die gelegenheid speciaal naby de
Tentoonstelling gebouwd zijn.
Bewy'zen voor verblyf van af 67.50 guldens
per wrek, betaalbaar in maandelijksche of
driemaandelijk-che termijnen. In dezen prijs is
begrepen:
Vervoer van reizigers en bagage in Parijs bij
aankomst en vertrek: Logies en 3 maaltijden per dag;
U toegangsbewijzen voor de Tentoonstelling;
Orienteerinystocht gedurende een dag per rijtuig', tiuns
voor verminderde prijzen in verschillende groote maga
zijnen; Verzekeringspolis tegen ongelukken.
Het uitsluitend recht van verkoop dezer
bewijzen is toegestaan geworden aan de
Cie INTERSTale DES WACOXS-LITS
Voor inteekening wende men zich tot, en het
uitvoerige, geïllustr. prospectus vrage men aan by
LISSONE en ZOON, Singel 155, Amsterdam.