De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 29 oktober pagina 3

29 oktober 1899 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No, 1166 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. dan ligt het voor de hand en in het systeem van de verordering, dat de aftrek wordt: voor gezinnen met l kind ?550 + ?100 = ?650 2 a 3 kinderen //550 -j- ,150 = ,700 en ,4 , , 550 -f- , 200 , 750 als maximale aftrek. Genoemde aftreksommen zijn de aan gewezene; afwijkingen van belang zijn niet mogelijk. Hooger dan een aftrek van ? 550 + f 200 zal men niet kunnen gaan, omdat het niet in de bedoeling ligt, inkomens van f 800 en hooger vrij te stellen. Bij een inkomen van f 800 is het trouwens niet bezwaarlijk aan belasting te beta'en: /?800-f750 f50 a. 5 pCt. ?2.50. Wordt de minimale aftrek / 550 en de maximale aftrek ? 750, dan is het grootste verschil in aftrek mitsdien ? 200 aan be lastbaar inkomen of wel aan belasting ?200 a 5 pCt. = ?10. Voile, tout! De aanslag van een belastingplichtige met 4 of meer kinderen, zal dus op zijn hoogst ?10 minder zijn, dan die van een ongehuwde. Een groot verschil met het hierbovenstaande thans geldende tarief. Men ziet hieronder hoe groot thans bij het hebben van 4 kinderen, de kinder reductie, uitgedrukt in belastbaar inko men, is: inkomen aftrek thans aftrek toekomstig ?1200 ?204 ?200 »1500 »450 ' »200 »1800 »612 »200 »2000 »720 »200 »2200 >840 »200 »2400 »864 »200 »2600 »832 »200 »2900 »812 »200 »3200 »768 »200 inkomen aftrek thans aftrek toekomstig ?3500 ?700 ? 200 »3800 »608 »200 »4200 »504 »200 «4600 »368 »200 Om een dergelijken niets beteekenenden aftrek ad ?200 is het Amsterdam niet te doen. Men kan dan evengoed den kinderaftrek weglaten. Het is gemakkelijk te berekenen hoeveel de kinderaftrek naar dat nieuwe systeem zal moeten kosten. Blijkens de laatst opgemaakte statistiek over 1805/6 zijn er op 100 aanslagen: 50 zonder aftrek voor kinderen, 13 met aftrek voor l kind, 21 » » » 2 a 3 kinderen en 16 » » » 4 en meer kinderen. Thans zijn er 55,000 aanslagen. Opdat aantal zijn mitsdien ten naastebij : 27,500 aanslagen zonder aftrek, 7150 aansl. met aftr. voor l kind, 11.550 » » » » 2 a, 3 kind. en 8800 » » » » 4 en m. kind. Men krijgt dus in het nieuwe stelsel den volgenden kinderaftrek : 7150 aanslagen u ?100 0.71 millioen 11,550 » il »löO = 1.73 » 8800 » k. »200 =: 1.7ü» is hij 4'73 ppt. thans ? 600 ? 6.75 » 700 » 7.87-5 » 800 » 12.60 »1000 » 20.25 »1200 » 29.70 »1500 » 50.62»1800 » 6885 »2200 » 94.05 »2GOO »117. » 3000 »135. zal bij 5 pO. worden ? 2.50 » 7.50 » 12.50 » 22.50 » 3250 » 47.50 » 6250 » 8250 »102 50 » 122.50 Samen 4 20 » terwijl de aftrek onder de thans bestaande verordening ? 240,000 aan belasting be loopt en dus is berekend naar 5'/a millioen belastbaar inkomen. Wij zullen uit de onderstaande tarievrn zien, hoe de inkomstenbelasting te Am sterdam thans werkt en hoe zij, bij wijzi ging der verordening werken zal. De aanslag van een belastingplichtige zonder kinderen bij een inkomen van: De aanslag van een belastingplichtige bij het hebben van 4 kinderen fn bij een inkomen van: ? 600 is thans ? 4.05 zal worden nihil » 700 » » » 4.72' » » id. » 800 » » » 7 56 » » ? 2.50 »1000 » » » 12.15 » » » 12.50 »1200 » » » 17.82 » » » 22.50 »1500 » » » 30 373 » » » 37.50 »1800 » » » 41.31 » » » 52,50 »2200 » » » 5G.43 » » » 72.50 »2600 » » » 79.56 » » » 92 50 »3000 » » »lf-2.GO » » «112.50 De ongehuwden zullen alzoo bijna allen baat vinden bij de wijziging, ten koste der groote gezinnen. Aan de wijziging der verordening in den geest van art. 243 is voor Amsterdam dus niets dan nadeel verbonden : 1°. het heffingspercentage moet worden verhoogd ; 2'. de aftrek naar gelang van hf t aantal kinderen bereikt haar doel niet, want: a voor de kleinere inkomens van ? ] 000 ? 3000*is hij niet voldoende, b voor de grootere inkomens is hij onnoodig en bovendien van geene beteekenis; 3" de ongehuwden worden onnoodig ont last en de gehuwden daarentegen z:en hun aanslag verhoogd. In 't kort, op welke wijze moet art. 243 worden herzien ? Amsterdam vraagt slechts hare heffing, waarin alleen degressie, geen progressie aanwezig is, met de daaraan verbonden kinderreduclie, naar volle vrijheid te mogen regelen. Die gemeente zou hare heffing niet gaarne, vooral ook om het percentage niet te moeten verhoogen, in het knellend gewaad van het tegenwoordig a: t. 243 willen steken. Eri de Friesche en andere gemeenten kunnen een zij 't ook beperkte ? pro gressie niet missen. Ons dunkt die progressie is wel in zoo danig limiteerenden zin te omschrijven, dat aan den eenen kant den gemeenten de vrijheid wordt ontnomen, in hare heffingen overdreven hooge progressie-schalen te brengen, doch dat aan den anderen kant de aanslagen der kleinere lieden, althans geen te groot verschil in meer aanwijzen, vergeleken met het bedrag op hun oude aanslagbiljet vermeld. Tusschen de uiterste vrijheid onder het oude artikel 243 gegeven en de uiterste beperking door het nieuwe artikel voor geschreven, is een middenweg gelegen. Amst., Oct. '99. C. U. W. RAEDT. Sccia L aa i / ae Iccjan nebcn. nititi n 11111 itiniinimiiminir Winst in e coöueratieTe ziMMüstrie, In aangename tegenstelling met de vooren nainidiiagzittiro', droeg de avondverga dering van den Nederlandschen Co peraiiiiiMttiHiHiiniiiin MtnlIIIUItHllllltttlllHIIIllllllHlIIIIMIIIIIlntlllJIIMIItMIIIIIIItMlMlltll DAMBSf. In den door A. S. K. Broughty-Ferr y bij Dundee, Gartiands, October '99. Beste Tante, Sedert ruim drie weken ben ik in Broughf yFerry, bij Dandée; hoewel ik op school altijd den klemtoon hoorde leggen op Dim, ben ik er nu toe overgegaan, in navolging van het geen ik hier hoor zeggen, dée aan te dikken, en Dun" in zyn rechtmatige schrielheid te doen prijken. De familie Linstone is allerliefst en wel in staat, my vlot over mijn heimwee heen te zetten. Akelig-gewoon en gezond zich subiet in een vreemde omgeving te kunnen schikken, hétante? Ik ben helaas! ongeschikt voor roman-heldin, vooral een heldin van de uiterst moderne romantiek. Zoo'n rond-warende, leedtorschende, smartsnikken slakende jonkvrouw, met angst-blikken peilend en slappe vingeren uitrafelend den intensen kommer van haar hoogreine passie-zie], neen, dat type represen teer ik niet. Natuurlyk voel ik mij nog dikwijls als onze spreekwoordelijke kat in het haar onbekende pak-huis, maar dat nieuwe trekt mij aan. Ik houd het hier best uit, zonder met droef-strakken blik, somber zwijgend voor mij uit te staren. Mama heeft mij weggebracht; ik vord het dollefjes zoo met ons beidjes op reis. Moeder wilde zelf pools-hoogte neinen van het intérieur der Linstone's. Weet u, wat ik geloof? dat mama mij weer met haar onverstoorbare kalmte zou hebben meegenomen naar dear cld Holland, wanneer haar scherp-ziend moeder-oog iets had ontdekt, dat zy' niet geheel in den haak oordeelde. Mevrouw Lijstene is wat jonger dan mama; de twee dames waren dadelijk op zeer goeden voet met elkander. Moes spartelde lustig door het Engelech heen; Mevrouw Linstone er kende grif weg, dat het haar onmogelijk was, een gesprek in het Fransch te voeren. Tant mieux! dacht ik, geen Philaminte of Bélise in de buurt, oin mij te berispen over het beleedigen van mijn grand'mère." Naar aanleidiig van dat Fransch, hebben wij een pijnlijk oogenblik doorleefd. Mama had het er nu eenmaal op gezet als detective op te treden en peinsde: ik moet mevrouw Linstone uit haar verschansinkjs lokken; zij beweert geen f'ransch te spreken, maar ook hiervan wil ik mij persoonlijk overtuigen!" En daar begon die ondeugende moeder sierlijk en rad fransch te spreken. Mevrouw Linstone liep goedig in den val. Gebceid door moeder's opgewekt relaas en vol bewondering voor haar vloeiend fransch, antwoordde zij in dezelfde taa', maar tante l als u dat gehoord had!! 't klonk zóó enge'.sch, dat róch moeder, toch ik merkten, dat het lieve mensch in een andere taal was overgegaan. Zij voelde zeker de ver bazing die wij toch niet toonden, want op eens tot haar moeders taal teragkeerend, klonk het eenvoudig en bescheiien uit haar mond: You know, mrs van Helden, we never get the accent", en in myn binnenst beaamde ik haar overtui ging ten volle. Onder de fransche lees oefeningen met Mand en Daisy heb ik dikwijls moe.te mij goed te houden; soms wordt het mij te machtig en dan proesten wy het uit met ons drieën, want, mijne leerlingen vertoonen niet de geringste symptomen van tobben over haar oor-verscheu rende uitspraak. De vrolijkheid bereikt haar hoogte-punt, wanneer ik hen nadoe! Is 't niet grappig? Zij hooren hél goed 't verschil en hebben geen begrip hoegenaamd van uitspraak en met koddig plompen klemtoon verdofi'en zy de gladde gepolystheid der fransche woorden. Heeft mama u verteld dat wij in Londen in 't Lyceum theater zy'n geweest ? Ik ben zoo in myn nopjes, dat ik Henry Irving en Ellen Terry heb zien spelen. Wij woonden een op voering bij van Cymbeline. Schitterend decor, door Alma Tadema geschilderd. Betooverend als een wonder-sprookje. Wat wordt in dat theater heerlijk duidelyk gesproken. Het engelsch van die artisten klonk waarlijk hél mooi. De komedie was stampvol. Wij konden hél toe vallig nog twee plaatsen krijgen, maar, o hemel! niet anders dan in de dressed circle". Wij vonden onze donkere reis-toiletten bizondcr weinig dressed". Never mind ! een der keurig gekleede heeren bureaulisten, allen in rok, witte das en vtrlakte schoenen, stelde ons gerust door de minzame verzekering, dat wij hél goed in de circle ' konden plaats nemen, indien wij onze hoeden wilden afzetten. In een wip balanceerde mijn hoed op mijn vuist; ik was bang, dat mama nog tegen werpingen zou maken. Wij deponeerden onze hoofd bedekkingen in de dameskleedkamer en stevenden naar de ons aingewezen plaacsen. Om ons heen gewiegel van wapperende veertj-s uit hooge dameskapsels: getforker van edelsteenen; geglans van zijde en satijn. Foei! ik had nooit gr dacht, dat men zich in het prude Albion" zóó schaamteloos zou d colleteeren. 0/eral om ons heen naakte schouders, ruggen en boezems. De dames in the private bcxes" waren nog het brutaalst met hare ont hullingen ! Kan u zóó iets liegrypen ? In Engeland moet je het niet wagen het woord maag te gebruiken. Dat is ontzettend shocking", maar het gewraakte lichaamsdeel bijna ver toonen, door een impudique ontblooten, is fatsoenlijk, heelemaal niei shocking". De engelsche dames, met baar strakke poppengezichten en lipjes, saamgeperst als in uiterste angstvalligheid n onkiesch woorrje te doen ontglippen, verfoonen zich in 't publiek op een wy'ze, die icy'u holland?cbe wangen purpert. De familie Linstone woont gelukkig niet in het sombere, rookerige Dundee; maar in Broughty Ferry, een aardig, open, frisch stadje aan de T»y, met prachtige buitenplaatsen. BrougWy Ferry ligt een klein kwartier sporen» van Dundee; de trein gaat over de lange, lange Tay-bridge, iets wat moes nog al angstig vond, zich het afschuwelijk spoorweg-ongeluk, her innerend dat een jaar of achttien geleden ge beurd is, door instorting van die brug. De buitenplaats der Linstone's is imposant; het huis is hél groot en ligt zóó diep-in, dat men het van den straatweg niet ziet; een prachtige oprij-laan, met zware boomen aan weerszijden, voert er heen. Vóór bet huis een schitterend mooi gazon, omzoomd door een vélkleurigen rand van zeer smalle, bo: te bloemperken. Mijn jongste leerling Maud heeft veel aanleg voor teekenen en schilderen; zij speelt ook viool, maar biar spel kan niet met Daisy's muzikalen aanleg en ontwikkel! g vergeleken worden. Wa; ben ik dankbaar, dat ik mijn pianostudies goed heb bijgehouden; het kost mij nu weinig inspanning, Daisy behoorlijk te accompagneeren. Zy is een levendig en uiterst gevoelig schepseltje; zij beweert, met al het aplomb van een vijttien-jarig meisje, dat niemand haar zoo goed accompagneert als ik! Het is ongeloofelijk hoe gewillig iedereen hier is, i<vs te doen hooren in zang of op 't klavier. Wij Hollanders, zijn in dat opzicht óf veel beschei dener, óf' mér-eisenend. Uier zingt en speelt men er maar op los!.... Daisy zit met een onverstoorbaar gezicht stapeltjes sandwiches te verschalken, en toont niet de minste ergernis of lachlust over de jammer-concerten die 's middags gedurende den afcernoon-tea gegeven worden. Ik zal toch eens aan Dai y vertellen, dat wij het niet zouden wagen, in een salon iets voor te spelen of te zingen, wanneer spel en zang zóó beneden alle kritiek zijn. Mevrouw Linstone puzzles me", wanneer zij met haar vriendelijken lach en trouwhartige oogen, de exécutanten hartelijk dankt voor hun voordracht! Mrs. Linstone ben.je nu waarlijk zóó weinig eischend, óf.... ben je een onverbeterlijke comédienne"? denk ik bij ine zelf. Ik ben overtuigd, dat een Hollandsche gastvrouw haar zoo iets niet nadeed. Daarvoor zijn wij veel te leuk, veel te gewoon, wij denken dadelijk: hou-je me voor 't lajje"? De En gelachen maken misbruik van hun dear." Ik was in de eerste dagen werkelijk verbaasd door iedereen zoo dear" te worden gevonden; ik philosopeerde: óf ik ben in Holland miskend, óf ik word in Schotland overschat. Nu ben ik er achter maar vol strekt niet er vóór hun dear" is een af schuwelijk stop-woord, zonder eenige beteekenis voor spreker of aangesprokene. Om niet uit den toon te vallen, dear" ik nu maar mee. De huisgenooten zijn tegen elkaar vél be leefder en vormelijker, dan wij Hollandeis. Wanneer men bijvoorbeeld aan tafel verzoekt iets door te geven of wanneer men iets aan biedt, hult men vraag en aanbod in een bloem rijk kleed van snel uitgesproken hoffelijkheden. Aan die minzame uitweidingen en aan dat much ado about nothing" zal ik wel wennen, maar voor 'too;er,Mik geef ik no;.; de voorkeur aan ons rustig, kort-en-bondig asjeblieft" en dank je". ' Voor mijn door-en door Hollandsche geaard. heid is er iets onnatuurlijks, ieis komtdiej achtigs in dat op efmaken van niets en met j tft'usie bfdaiiken voor de gewoonste dirgen ! jt zelfs voor een buitengewoon valsch gezongen ? liedje of jammerlijk verminkte sonate. Kom, Tantetjel ik doe net als u, ik gooi er ook nog eens een citaat doorheen. Als ik die lamme.ende woorden-drukte om mij heen hoor gonzen, zeg ik in me-zelf: Icti höre das Klappern der Mühle doch sehe keiu Mehl". Wat een verschil, in Holland zoo'n beetje et gelsch prater, met kennissen, vrienden en familie of die taal gebruiken in het land zelf! Wat een heilzame en verfrisserdo douche, je eigen orbenolpenheid zoo eens flink te gevoe len. Geli of me, Tante, ik ben al hél blij, wanneer ik eenigszins dragelijk de helft zeg, van hetgeen ik eigenlijk wil zeggen. Thuis lachten ze nog wel eens rm mij; hier zal nie mand mij een grein humor toedichten. Mijn woorden staan kaarsrecht; mijne volzin tien zijn houterig, onsierlijk, dor en kaal als boonestaken sluiten zij mij in ; zij vloeien niet, zij deinen niet mee, paren zich niet aan de stemming van 't oogetiblik. Ik heb niet de minste macht over mijn engelsch vocabulaire; op 't gewenschte oogenblik schiet mij nooit het juiste wourd te binnen. Het is altijd een a 'peu pres" van wat ik denk, gevoel en wil z.ggen. De heele familie Linstjne zit op mijn toig! Gisteren heb ik hun dat plainly" miegedeeld: You are all sitting on my tongue"! Ze snapten gelukkig wat ik bedoelde, en hadden plezier over mijn gulle, wanhopende bekentenis. Wat moet men in de geheime nissen van een vreemde taal zijn doorgedrongen, om zijn gedachten nauwkeurig, genuanceerd en niet het stempel van eigen persoonlijkheid te kunnen weergeven ! Als u altijd in Holland was gebleven, tante, zou u de menschen ook niet verbazen door uw virtuositeit in 't spreken van verschillende) talen. Dat heeft u ook te danken aan uw verblijf in den vreemde. Bereid u moeder er op voor, dat ik over twee jaar naar Frankrijk hoop te gaan. Mijn fransche taai-ervaringen zullen wel even verrassendbeschamend zijn als mijn engeUche Ik vind het hier een prettige gewoonte, dat men zich iederen dag voor het dirur kleedf, alsof er gasten kwamen. Geeu engelsche vrouw zal er over denken, in huis de laarzen aan te houden, di« zij 's middags voor de wandeling gebruikte. Ieder een draagt hier elegante huisschoentjes. Deze goede gewoonte moest in Holland ook een vaste regel worden, waarvan een dame nooit afweek. Een ccqueftene zoo behagelijk en streelend voor de omgeving, moest aangemoe digd worden. Ik behoef niet te vragen, hoe u hierover denkt. Uw keurige voetjes hebben altijd de bewonderende blikken tot zich ge trokken van U\V BTTY. ?iliimiiMMilimniiMiiMiiMiiiiiiiijiijifiiiiimiiiiiijiimmifflififiimiffllf Mode. ~\Vlelrij<len. \V<mrom niet trouwen ? Koningin Victoria. Naaimachines. tiiervissehen. ? ? Duineiditb. llccept. Eene mode in de hoedenversiering is plot seling te Parijs opgekomen, maar ook ineens zoo algemeen geworden, dat zij wel weer als een luchtverschynsel verdwijnen zal. Het is, lange charpes van zwart liberty-sa'ijn of slap zwart taf met punten van lange koordt'rartja wel 15 centimeter lang, rondom den hoed te drapeeren, en de punten te laten afhangen. De hoeden daarvoor waren ook zwart, met gegolfde en opgewipte randen; men kon de lussen van de charpe tegen den bol opzetten of er omheen leggen, in allerlei variatiën; alles was zwart en toch heel opzichtig; voor l^irijs heeft deze mode haar tijd al gehad. Marï. de Goupy merkt op, dat wielrijden le vrouwen leelijk maakt, maar dat dit gevolg '.volstrekt niet noodzakelijk is. Wanneer zij er niet op letten, zetten zij een scherp, al te energiek en vastberaden gezicht, fronsen het voorhoofd, klemmen de lippen opeen, knypen de oogen half dicht. Al die inspanning is meestal volstrekt niet noodig; het is een ge woonte, maar wanneer het een gewoonte blijft, misvormen zich de gelaatstrekken daarnaar. Een beetje opletten, een beetje denken aan den »soui-ire de danseuse", die toch ook een , onschadelijke valschheid is, en inen zal aan j tieven Bond, op 23 September 11. een waarlijk gezellig karakter. Door den aard der be handelde onderwerpen waren dediscussiën nimmer scherp, hier en daar. zelfs uiterst gemoedelijk, zoodat ook deze speciaal aan ' de bespreking der zuivel belangen gewijde bijeenkomst, ook voor leeken op het gebied der zuivelindustrie eene belangwekkende mocht worden genoerad.Slechts twee schotels waren voor dit vergadersouper aangekon digd, t._w. 1. bespreking van boterlevering door middel van de Handelskamer, welke door den heer Posthuma werd ingeleid, en 2. behandeling van de vraag: »w'at moet men bij coöperatieve zuivelfabrieken winst noemen en hoe kan die in cijfers worden aangegeven?" Het eerste punt dier avondagenda lokte menigen zuivelman tot spreken uit, waarbij men zich vooral op het gebied der boterkeuring bewoog, hetgeen echter bijna uit sluitend van belang mocht worden genoemd voor hen, die inderdaad bij de zuivel industrie betrokken zijn. Op grond daarvan wil ik hier dan ook met de bloote vermel ding van deze besprekingen volstaan, het aan zuivelspecialiteiten en zuivelspecialiteits-organen overlatend, den warmen zuivelvrienden de nadere bijzonderheden daar van mede te deelen. Op meer algemeene belangstelling mocht, naar ik meen, bet tweede punt rekenen, en het ware ook te wenschen geweest, dat ook meerdere zuivelleeken de besprekingen daarvan hadden bijgewoond en aan de discussiën daarover hadden deelgenomen. Het winetvraagstuk in de zuivelindustrie toch is niet in de eerste plaats een zuivelkwestie, doch veeleer eene economische, misschien wel vóór alles eene ... belastirgkwestie. Zooals ik reeds in no. 1157 van dit blad mededeelde, werd reeds ten vorigen jare op het eerste Nationaal Coöprratitf Congres over dit vraagstuk gesproken, en kwam men daar tot de verrassende conclusie, dat een groot deel der zuivelcoöperators, zoo de misvorming ontkomen. Ook is het geraden, na den rit, met de vingers in koud water gedoopt een paar malen van den neus langs het voorhoofd aan beide kanten naar beneden te strijken. * * * Waarom, vraagt in een interessant arti kel in een Weener tijdschrift de Engelsche schrijfster Elia Hepworth-Dixon, waarom verlangen zoovele rneit-jes niet meer te trouwen? Dat dit toch het gevai is, schijnt ondanks het beweren van novellisten en blijspelschrijvers inderdaad een feit te zijn. De schrijfster noemt ais voornaamste reden een meer kritische be schouwing van den man door het jonge meisje, dan bijvoorbeeld vijftig jaar geleden, in liet begin van Victoria'» repeering mode was. Zie de romans uit dien tijd; de bruidegom werd aangebeden; dat de getrouwde man zoo mogelijk schoon en beminnelijk, maar in elk geval ver standelijk superieur was, werd als van zelf sprekend beschouwd. Dat is veranderd; de meisjes weten wat ze zelf waard zijn, maar ze mogen ook begrijpen in welke opzichten de man van het ideaal kan afwijken, zelfs in opzichten waar ze vroeger niet naar vragen mochten. Les rois en exil hebben hun kroon verloren en zij weten het wel; wanneer Shakegpeare's «getemde feeks" het haren zusteren zegt: »legt onder zijnen voet uw hand," glim lachen daar niet alleen de vrouwen maar ook de mannen om. Maar daar staat iets tegenover : wanneer het meisje het huwelijk en de gevolgen daarvan beter beoordeelt, ernstiger bekijkt, is ook te verwachten dat zij, eenmaal besluitend, er be ter toe berekend zal zijn; de huwelijken zullen dan gelukkiger worden, althans indien zij dat niet worden, moeten er weer andere redenen zijn. Nu eenige der vroegere redenen van een meisje om te trouwen, om vrij te zijn, alleen uit te mogen gaan, een rj^fep te mogen uit oefenen, kennissen te nN|Rh ontvangen, te mogen lezen wat zij wi), over haar eigen beurs te mogen beschikken, vervallen zyn, moet zy om te trouwen ernstiger en beter redenen hebben, zij zal dus niet den eersten den besten nemen. Een ander verschijnsel is, althans bij de Germaansche volken, dit: het meisje gaat de ceremonie van het huwelijk minder hoog stellen. Zij gaat zich afvragen, of de bur gerlijke consideratie, daardoor verkregen, waard is wat zij aan gebondenheid kost. Eene vorige maal haalden wij een geval aan van jongelui in Amerika die, zonder huwelijk, zich door een wederopzegbaar contract gebonden hadden en dit met de plechtigheden welke anders bij een huwelijk behooren, hadden omgeven. Miss Hepworth Dixon voorziet dat dit meer zal gebeuren. Zelfs meent zij een toestand te zien komen, waarin de werkende of wel gestelde vrouw den vader van hare kinderen zal onderhouden, «wanneer dat noodig is en zij belangstelling voor dien persoon gevoelt," en toch niet met hem zal willen trouwen. Eer het zoover is, zal miss Hepworth Dixon nog eenige artikelen kunnen schrijven. * * * Koningin Victoria amuseert zich, nu de tijd van paardryden, schilderen, wandelen over is, vooral met patience-spelen. De prinses van Wales is ondanks haar grootmoederschap, steeds eene uitstekende danseuse, ? evenals haar zuster, de keizerin-weduwe van Rusland, maar houdt zich ook bezig met spinnen en photografeeren. Van haar dochter» is de hertogin van Fife eene photografe, prinses Victoria houdt van visschen en prinses Karl van Denemarken van wielrijden. Prinses Louise van Engeland houdt van huishouden en visschen, prinses Christiaan van piano spelen, wielryden en visschen. De prins van Wales is geen visscher maar houdt van paarden, van klopjachten, van alle kaartspelen, van golf en balspel. De hertog van York is een vissofeer, en kan «ren lang banjespelen en komische liedjes zingen; de hertogin heeft een mooie altstem en zingt ook; de hertog van Connaught is specialiteit in het tennissen. * * * In Mexico bestaat eene inrichting, die voor zoover wij weten, elders even noodzakelijk, maar ver te zoeken is: eene kamer waar eenige naaimachines gereed staan, die men tegen eene geringe som gebruiken kan. De inrichtiiig is door liefdadigheid gevestigd en eenige jonge dames hebben er om de beurt het toezicht over; deze moeten zelf met de machine terecht kunnen en tevens oordeelen of zij in orde is en weer in orde wordt afge leverd: ook wit en zwart garen is aan het lokaal verkrijgbaar. * Menigeen moet het getroffen hebben, hoe, bijna nog erger dan de vogel in de kooi. de goudvisch in de glazen bowl een mishandeld wezen is Wat vogels Justen en voor hun levensonderhoud noodig hebben, weet men zoo ten naastenbij ; wat goudvisscben eten is iets legendarisch en schande genoeg in plaats van behoorlijk te informeeren naar de oorzaken van hun overlijden, vergenoegt menig oude juffrouw zich ermee, voor do gestorvene maar weer een paar nieuwe te koopen ; ze zijn niet duur. De vischkom wordt vooreerst schoongehouden, dat wil zeggen, dat aard en zand, voor het diertje roodig, en de waterplanten waar het nog eens wat afwisseling in vond, er zorgvuldig uit verwyderd worden. Dan voert men bfm met stukjes ouwel of broodkruim, soms met wat oude, harde miereieren; in zijn kristalheldere gevangenis, met licht van hoven en onderen, zwemt het arme dier rond, om lucht snappend, verblind en hongerig, tot zy'n krachten op zijn en men weer een nieuwen koopen moet. Er is lang gezocht naar uitmuntend goud visch-voer; een aanbevolen middel is gemalen en gedroogde Noordzeekrabben; zij hebben echter tegen dat er te veel stukjes harde kalk in zyn die den visch bij het verzwelgen hin deren, of als hij ze versmaadt, den bodem verontreinigen. Een ander middel is gemalen en gedroogd vischvleesch; nog een ander gemalen vleescb, (Fleischgrifis): beide hebben tegen dat de siervisschen, die kleine eters zijn, ze spoedig tegeneten, en dan van verveling en tegenzin toch sterven. In Bologna maakt men een beroemd vischvoeder uit een zeer gemengde collectie dieren, mosselen, schelpen, slakken, kikvorschen, wa tervlooien, enz. Dit laatste is nog verbeterd door dr. Bartmann, directeur van het aquarium te Wiesbaden; deze doet er minder schelpen in (omdat gebleken is, dat te veel kalk den glans der goudvisschubben benadeelt) en meer niiereneieren. Voorts kreeften, vischvleesch, garnalenafval, kaasstof; het geheel heeft de benoodigde voedingswaarde, smakely'kheid en verteerbaarheid voor de kieschkeurige goudvisschen. Ook de andere siervisschen, zilverkarpers, makropoden, paradijsvisschen en chanchito's, eiervisschen, komeetstaarten, teles coop- en hemelsoogvisschen, sluierstaarten en al de Japansche siarvisschen kunnen met het zelfde mengsel gevoed worden. * * * Te Berly n wordt weer een nieuwe damesclub opgericht, onder den titel «Berliner Frauenclub", zy zal gevestigd zijn in den omtrek van den Potsdamer Platz, en leeskamers, muziekkamer, eetzaal en vooral conversatiezalen bevatten. Waarom men, bij de bestaande, een nieuwe wenscht, wordt niet gemeld; wellicht alleen om de afstanden in de groote stad. * # # Dat men honden met prachtige costumen bekleedt, is een dwaasheid die aan arme lieden ergernis moet geven; iets anders is het, hen tegen ongevallen te beschermen. In de prairié'en bemerkte men dat honden maar twee dagen achtereen konden jagen en dan moesten uit rusten om hun pooten te doen genezen die op den harden grond stuk gegaan waren. Men geeft hun nu schoenen aan en na de paar eerste keeren zijn zij daar zeer dankbaar voor. In Japan ziet men de paarden op pantoffels van ryststroo gaan; in Rusland zendt men wanneer het eerste gras nog pas door de sneeuw heen breekt, de koeien by honderden met blauwe brillen naar de weide. Ook heeft men wel honden en katten met houten beener, en op de laatste tentoonstelling te Londen was een hond met een kunstgebit. ** * Selderie-lotrl. Eind October neemt men selderieknollen, schoon afgeveegd, in dunne schyven gesneden en twee dagen vóór het gebruik met fijn gestooten gezifte kandysuiker in een flesch of glas luchtdicht gesloten; op een koele plaats gezet en den voorlaatsten avond met cognac begoten, worden ze tot bowl gebruikt. Een knol op twee flesscheu. Met llljnwijn en Bourgogne. E?e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl