Historisch Archief 1877-1940
No. 1167
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
ontmoeting met zjjn grootouders: Mathieu en
Marianne: Qui donc est-tu, mon enfant, toi, qui
m'appelle grand-père, et qui me ressemble
comme un frère?
Je suis Dominique, Ie fils ainéde rotre flls
Nicolas, qui vit avec ma mère Lishetb, au vaste
pays lïbre, dans l'autre France.
Et quel age as-tu ?
J'aurai vingt-sept ans en aoüt prochain,
lorsque la-bas les eaux du Niger, kbongéant,
reviendront féconder nos champs immenses.
Et dia-nous, es-tn marie, as-tu des enfants ?
J'ai pris pour femme, une frangaise. nee au
Senegal, et déja dans notre maison de briques,
que j'ai batie, quatre enfants poussent sous Ie
soleil enflammédu Soudan.
Moje scènes zyn de entree der vier kinderen
van Mathieu in hun hemdjes, ook waar ze
hem gaan helpen by den landbouw, de
klassike eerste srede van jongeheer Gervais en
zyn slaap onder het witte sprei als zuigeling
gelyk de jonge aarde onder een dek van
sneew, de bevalling van Marianne op een
zonnige middag, haar ontmoeting in zwangere
toestand met Constance, nadat deze Blaise in
de lift liet misstappen en het flauw vallen van de
moordenaarster, als Mathieu de oorzaak van
Blaises dood en de aanslag op het leven van
Denis ontdekt.
Met levendigheid word het Pary's der
noceurs en cocottes besreven en ook in het
weergeven van lugubere taferelen bly'ft Zola
zich nog steeds gely k: de wanhoop van Morange
bij de dood van Rose en zyn latere waanzin,
de roof vogel vlucht der meneuses van pasge
boren kinderen naar het beruchte Rougemont
en het interjeur van een verpleeg-huis voor
zwangere vrouwen zooveelste klasse, dat van
madame Rouche. Geslaagd is ook de besry' ving
van de inrichting, waar minne's worden uit
besteed. Aan het slot, word de grote tafel,
om welke de famili de diamanten bruiloft viert.
vergeleken met de oude eik daarachter als een
sport geslachtsboom. Hier heeft hy in
simbolisme niet gefaald, maar wel gelijk ik reeds
opmerkte met de figuur van Sérafine en
Marianne. Vals acht ik ook de kreet van de
kinderen en kleinkinderen by' de entree van
bruid en bruidegom: Vive Ie Père, vive la
Mère. By zulk een buitengewone gelegenheid
srewen di zo hard als ze kunnen eenvoudig:
Hoerah! Hoerah! Een enkele banale zin in
zulk een omvangryk werk als: un silence de
mort régnait, moet men den sry'ver ten goede
houden, maar niet deze onmogelikheid in de
laatste alinea: Par-dessus les mers, Ie lait avait
coulédu vieux sol de France....(???)
Dan loopt de rest beter:
... juequ'aux immensités de l'Afrique vierge,
la jeune et géante France de demain. Après
Ie Chantebled conquis sur un coin dédaign
du patrimoine national un autre Chantebled
(zo heet de hoeve aldaar van Nicolas Froment)
se taillait un royaume, au loin, dans les vastes
tendues désertes, que la vie avait a féconder
encore. Et c'était l'exode, l'expansion humaine
par Ie monde, l'humanitéen marche, a l'infini.
En in vlijmende eenvoud staat daaronder:
Angleterre, aoüt 1898?mai 1899.
Dit spreekt in zyn kortheid zo sterk, dat
er niets bijgevoegd mag worden.
Ik heb een heerlik gevoel van verlichting,
nu Zola zeer waarschynlik een niwe cyclus,
di der famili Froment, gaat afwerken, want
het pessimisme, waardoor zyn tropise schep
pingskracht gedurende het samenstellen der
Rougon-Macquart-reeks gedeeltelik omsloeg in
vernielwoede, verdwynt als een zwarte wolk;
een frisse wind gaat door de gedrukte
denkatmosfeer van de Mensheid als na een on weer,
dat heeft uitgeboenkeld.
E a ook de Décadence raakte al van af
'97 in Frankry'k uit den ty'd. Het
bewy'st dat dit land al bezig was zich te
herstellen, toen de vBrdorvenheid van de
generale staf pas aan het licht kwam, want de
literatuur weerspigelt nauwkeurig de geestelike
en zo ook de materjele toestand.
In plaats van het onzekere der fin-de-si
cledichters vind men nu by een jonger geslacht
het onwrikbaar geloof in de macht van de
Natuurwetenschap, in plaats van hun
kerkhymnen en doelloze kerkvader-studi een
progressive godsdienstige beweging, ook in de
Kunst, vijandig aan alle middeneews
klerikalisme en voor hun teren op oude motiven,
hun tobben in een verdwynende Levenseenheid
de Kunst der expanzi naar niwe landen, welke de
volken tot een hogere Wereld-Uni voert. Na de
nevrose, de koortsachtigheid, de bloedarmoede,
het verpiteren en verkwijnen van dat soort
artiesten gaat een stroom van oerkracht door
het tamme, vermuffend, little Europe, de eerste
vereiste om een grandioze oerkunst voort te
brengen, di voor ewen, gedurende de gehele,
niwe komende Aera het karakter van de
arsjitektuur, de poëzi enz. in hoofdzaak bepalen zal.
We kennen nu de boulevards van Pary's, we
kennen het beweeg van Unter den Linden en
den Wiener Ring. Weg per sleeping-car en
stoomboot uit di benauwde grote steden.
Expanzi! Lucht! Voort naar de Yaag-tse-kiang,
waar het morgen gejaagd klopt en hamert bij
den bouw van Jong-China's fabriken, op reis
om onder den ruimen sombrero te galoperen
over de pampa's van Argentiniëof de by'l te
hanteren onder de lianenval der wouden van
Brazilië; er uit om tussen de wilen van de
Pacific-waggons voort te donderen over de
brede zonvonk-velden van den Ohio en den
Mississippi, en op viaducten de sky-skrapers,
de huizengevaarten van N.-Amerika te doen
trillen, voorwaarts om den draf te volgen der
kavalkaden van Kozakken, di de grenzen ver
breden om het steppen-ry'k van den Tsaar naar
China en Perziëen Afghanistan van horizon
tot horizon. Ruimte en vryheid!
En wi weet bevind zich reeds in de »lagers"
der Boeren een of andere kwajongen, die op
zijn veertiende jaar al kranig het geweer
hanteert tegen de »rooineks" en di later in
romanvorm het epos zal dichten der expanzi
van Holland in Afrika, den heldenstrijd voor
God, den Vrystaat en Transvaal.
En wat Frankry'k betreft: noch het tydelik
heersende en misschien al verdwynende
malthuzianisme, noch de party'digheid van een
kry'gsraad, maar niet van het hoogste gerechts
hof, noch het gebrekkige der ultra-sentralistise
regeringsvorm hebben mij ooit aan zijn toe
komst doen wanhopen: ik vrees evenmin voor
di van het hele Latijnse ras 1). 1) Tegelijk
met de Cubaanse opstand brak in alle Z.
Amerikaanse republiken tegelyk een literaire
revoluutsi uit. Moet dat Décadence heten?
De Franse Wetenschap ging vooruit of er
geen Dreyfus-zaak bestond, de mannen der
Franse Industri zullen denkelik spoedig de
trans-saharise spoorweg bouwen, di Frankry'k
misschien zal maken tot een ekononr.se eerste
rangsstaat evenals Rusland. De Telegraaf melde,
dat daartoe zich reeds een maatschappij heeft
gevormd. Wat betekent een tydelik verval,
en wat we tans hebben beleefd: het uit-ziken
van een groot volk gedurende tien jaren in
het verloop van zyn hele geschidenis? Bitter
weinig.
En tegelyk geeft di naatsi weer de een
stoot aan een niwe beweging in de Kunst
Dat bewijst Fécondité. En daarom moet het
mij van het hart en niet als een ondoor
dachte kreet :
Vive Zola ! Vive la France!
J. K. RENSBURO.
Boet en Tijdschrift.
Op Slotenburg, door THÉRKSE VAN
ARENDSBERG. Uitgave van G. J. Slot
houwer, Amersfoort.
Een naiëf boek te schrijven kan een groote
verdienste in zich hebben.
Tegenover het vele drieste en perverse heeft
het eenvoudige alty'd zy'n bekoring.
Maar »0p Slotenburg" is niet alleen naievelyk
geschreven, het boek is dor en gebrekkig ook ?
en dit laatste is onduldbaar.
Het kan aller-aangenaamst wezen zichzelf
en anderen te bedotten met de wereld voor te
stellen als een cirkeltje van goedheid en lief
heid, de menschen er in af te beelden als
engelen in persoon, en zoo'n visie pleit zeker
voor goed-willige eigenschappen van den
auteur, in een mensch geen geringe verdienste.
Maar dan dient men toch eenigszins de gave
te hebben om van een eenvoudig onderwerp
kunst te maken. Wie het nog niet wist, dien kan
gezegd worden, dat idylle of daaromtrent het
moeielijkste in de litteratuur is.
Op het slot Slotenburg leven in dit verhaal
twee goede, oude lui. Hun dochter, getrouwd
met den burgemeester van 't dorp, is gestorven
en nu zoekt die burgemeester voor zyn schoon
ouders afleiding door een juffrouw van ge
zelschap.
Ter zelfder ty'd, ergens anders, in Beverloo,
wordt een meisje, wees. Die wees komt
natuurlyk op het slot en de heer burgemeester
verlieft zich op die wees, tot aardsch geluk
en hemelsche zaligheid van de goede, oude
menschen, die op deze wijze een dochter
terug krijgen. Het dochtertje van den burge
meester verlieft zich dan later nog op den
broer van 't meisje. Och ja, anders zou die
arme broer ook zoo ongelukkig moeten rond
zwerven ! Het komt haast uit, zooals met de
familie Fromont in Féconditévan Zola.
Vermeld moet nog worden, dat het meisje
in den morgen van haar afreis op den
scheurkalender de woorden van Goethe vond: »Ich
will!" | Das Wort ist machtig, \ Spricht's
Einer ernst und still. | Die Sterne reisst's
vom Himmel | Das eine Wort »Ich will". |
Dat ne woord begrypt evenwel niemand
in dit verhaal, want het gaat van een leien
dakje, als gesmeerd, van zelf.
Mogely'k heeft de schrijfster »Ich will" op
haar zelf toegepast, mogelijk! De geduldige
lezer zal, als hy' ten einde wil komen, ook
nog wel eens tot zichzelf moeten zeggen:
»Ich will". En zoo opgevat, heeft dit boek
misschien nog zijn goede zijde.
* *
*
Wereldkampioen door SINDS. Uitgave
van E. L. E. van Dantzig, Amsterdam.
Wat onderscheidt litteratuur van lektuur,
wat kunst ven wel-aardig geschryf?
't Is moeiely'k dat in 't kort te zeggen, nog
moeilijker er vaste wetten voor aan te geven.
In het algemeene zou men het verschil kunnen
aanduiden met de verklaring, dat kunst het
produkt is van een lang ingehouden en aan
gehouden gevoel, met geheel eigen gewaar
wordingen van den auteur, het andere een
vlug-uitgestort produkt van habiKteit, gesteld
dat bij beiden de schrijfvaardigheid
gelykwaardig is.
Een humane inrichting.
Werd mijn gang naar het Madchenheim 1)
beloond n door het belangrijke, wat mij die
inrichting te zien gaf, n door het sclioone
vergezicht, waarvan ik op mijn weg naar Plauen
genoot, het pad dat voert naar de
Hangenbrückenstrasse," een der vele onsierlijke
burgermansbuurten van Dresden-Neustadt, biedt niets
van dat moois; zelfa had ik zóó veel moeite,
om den juisten weg gewaar te worden, die mij
naar het doel van mijn tocht: de
//Kindergarten," moest voeren, dat ik, ten einde raad,
maar een taxameter 2) nam.
De Neustadt" die eertijds Altstadt" heette,
daar dit deel van Dresden het eerst stadsrech
ten ontving, doch door een brand vernield, als
Neustadt" verrees, de Neustadt representeert
Dresden's nuchtere, practische zijde, terwijl de
» Altstadt" der residentie poetischen
kunstenaarsaard toont. Hier weinig of geen van die heer
lijke villa's, die in Altstadt heele straten vormen,
en ook slechts bij uitzondering die grootsche
plein- en bloemeuaanleg; hier sporadisch maar
een fontein of een standbeeld, waarmee men
aan de overzijde der Eibe zoo kwistig zich
getoond heeft. Hier is eigenlijk het centrum,
waarvan uit vél bekostigd wordt, van wat de
oude stad te genieten geeft; want hier wordt
vél gewerkt, vél geproduceerd en vél geld
verdiend: dit laatste echter helaas... door
enkelen, het meerendeel, zoo als dat overal nog
is, zwoegt en zweet, zweet en zwoegt... voor
anderen.
Dat in zulk een omgeving een Kindergarten"
een raison d' tre moest hebben, zag ik reeds
vóór ik den drempel dier inrichting overschreden
had ; van hoe groot nut die drievoudig werkende
instelling is, dat begreep ik eerst recht, toen
ik haar verliet.
Een meisje van een jaar of dertien, met nette
manieren, opende mij de deur van het hoogst
eenvoudige huis, grenzende aan een groote
stedelijke bad-inrichting.
Mijn kaartje werd door haar der Directrice
overreikt en spoedig daarop verscheen
Fraulein Nodoluy zelve, mij met een van veel goed
heid getuigend, vriendelijk lachje ontvangend.
Zij geleidde mij in een eenvoudig vertrek, dat
blijkbaar niet uitsluitend tot ontvangkamer
diende en bood zich niet alleen welwillend aan,
mijn vragen te beantwoorden, maar mij alles
van die humane inrichting mede te deelen.
Hiernaar noem ik die instelling, een onderdeel
der Stadtverein für innere Mission" terwijl ik
de takken der Vrouwcnvereeniging 3) eenvoudig
als weldadige instellingen kwalificeerde. Want
bij de eerste bestaat niet, zooals bij de laatste,
de zucht om te wreken" wat ongelukkigen,
daartoe door geboorte, afkomst en door hun
milieu gedreven, misdaan hebben, en nog wel
te wreken óók op de gevolgen" van die daad ;
hier geldt alleen de roeping om te helpen, te
steunen, ook te voorkomen, wat voorkomen kan
worden. Hier heerscht waarachtig de Geest van
Christus, den Humane; mijn lezers zullen zich
herinneren, dat ik op 't ik zou haast
zeggen: pbariseëische" wees van de regle
menten der Vrouwenvereenigin 4) waarbij arme,
zieke ongehuwde kraamvrouwen, waarbij onechte
kinderen, als komend uit den Booze, ten strengste
geweerd worden ...
Hoe gunstig steekt daarbij of het
on-menschelijk antwoord mij door Fraül. Nadolny ge- ,
gevfin, op mijn vraag of de Innere Mission" l
er óók zoo over dacht.
//Wir nehmen", was haar zeggen, //alles wat
unserer Hülfe bedürftig ist." En toen ik vroeg
of dit ook voor de godsdienstige gezinten gold,
vernam ik, dat hoewel de geest der inrichting
Protestant is, er ook daarin geen verschil ge
maakt wordt en zij zelfs" hoe teekent dat de
positie door den Jood in Saksen ingenomen- en
zij zelfs (!) al eens einen kleinen Jude" onder
haar hoede heeft gehad.
Of er veel z. g. n. onechte" kinderen hier
werden gebracht?" *O ja" en op mijn vraag:
wat haar overtuiging was, ten opzichte van
het moreele gehalte dier ongehuwde moeders,
of zij werkelijk, volgens haar meening, grooten
deels uit zucht tot liederlijkheid of uit pronk
zucht zich den mannen opdringen of geven,
kreeg ik uit den mond dier menschlievende,
kalme vrouw, die met het recht van veeljarige
ondervinding sprak: Glauben Sie es doch nicht."
»Ik ten minste," zoo ging zij voort, //ik ken ze
bij dozijnen, de ongelukkigen, die goed-geloovend,
omdat zij liefhebben, zich in liefde den man
hebben gegeven, niet kunnende denken, dat deze
in haar niets ziet, dan het tijdelijk middel om
zijn lust bot te vieren en die, nadat het doel
door leugens en valsche huwelijksvoorstellingen
is bereikt, haar als dupe van te groote liefde,
van te vroom vertrouwen, aan haar lot overlaat,
beladen, nu, met de door hem haar aangelegde
keten: het kind, van welks bestaan hij zich
niets aantrekt. De aard van de meisjes uit de
z. g. n. heffe des volks, met wie ik kennis ge
maakt heb," aldus ging zij voort, is menigmaal
heel wat beter dan van de coquette in balzaal
of fancy-fair."
//Maar" vroeg ik, //na die eerste teleurstelling,"
want Fraül. Nadolny had mij van gevallen ge
sproken, waarbij door de moeder tot zes keer
toe een kind, telkens van een ander dan den
vorigen //Schatz" (!!) onder haar toezicht werd
gebracht. Ook na die eerste teleurstelling, ja
zelfs na zesmaal zich vergeefs illusies gemaakt
te hebben, heb ik veelal nog sympathie voor
die ongelukkigen. Zij gelooven wie gelooft
niet graag wat hem aangenaam is. Zij geloo
ven en hopen door toe te geven, nu dit keer
dan hun ideaal: een eigen thuis, verwezenlijkt
te zullen zien. Na de derde keer of vierde, ja,
dan gaat 't geloof heen, maar dan blijft nog de
hoop... //misschien meent deze vrijer nu eens
inderdaad wat hij zegt en ... hernieuwd laten
zitten is het treurig slot". Vergelijkt u eens'',
zoo vervolgde mijn sympathieke voorlichtster,//ver
gelijk u eens de entourage vauaf de geboorte van
deze misdeelden, met de zorg, den angst waarnuc
de meisjes van onzen stand van jongs-af voor deze
verleiding behoed worden, hoe haar heele positie
die reeds van zelf zoo goed als geheel wegneemt!
Zijn de vrouwen van den vierden en vijfden stand
er niet van jongs-af aan bloot gesteld om te
worden geëxploiteerd door de gewetenloosheid,
het vuile egoïsme der mannen ? Zeker zijn er
slecht geaarde vrouwen ook onder deze, l
maar ... voor haar pleiten vél meer verzach- '
tende omstandigheden dan voor haar
soortgenooten uit hoogeren stand. Maar dezen komen
ook niet bij mij, want wat hier den kinderen
geboden wordt van jongs-af, dat wordt door
zulken niet verlangd. De ongehuwde moeders
die haar kinderen hier brengen, toonen daardoor
reeds, niet verdorven te zijn ; en dan die arme
schepsels nog meer te verzwaren haar reeds zoo
zware taak ! Neen, alle kleinen zijn hier wel
kom en reeds van 's morgens zes uur staat de
deur open, om ze te ontvangen. Om 7 uur
's avonds echter moeten ze gehaald worden,
want dan hebben onze lokalen weer een andere
bestemming. U zult straks zien, dat we feitelijk
over veel te weinig ruimte te beschikken heb
hen, maar voor licht en lucht wordt zooveel
mogelijk gezorgd." Intusschen was dit gesprek
reeds herhaalde malen onderbroken, door, dien
de jeugdige helpstertjes, die hier onder leiding
der Directrice tot kindermeisjes worden opge
leid, haar raad of goedkeuring moesten vragen.
Nu echter maakte zij haar excuus, omdat zij
persoonlijk iemand te woord moest staan. Na
een poosje kwam zij terug met een aardigen
blondkop aan de hand. //Dat is óók weer een
van de velen, dien een vader in de wereld heeft
geholpen, zonder zich verder om hem te be
kommeren" en mét streek haar hand met
echtvrouwelijk medelijden over het kinderhoofd, dat
nog niet besefte, wat hem reeds bij zijn wor
ding voor leugen en bedrog aangekleefd had.
De moeder wilde mij spreken om mij te waar
schuwen, dat een buurvrouw hem heden zou
halen, want dat zij haar naaiwerk naar den winkel
in de Altstadt moest brengen. Zuur verdiend
geld dat naailoon!" Dat ging, zoo vluchtig ge
zegd, gepaard met een blik; die van diep-zieu
en diep-voelen in de ellendig-maatschappelijke
toestanden getuigde.
(Slot volgt) VROUW KE.
1) Zie No. 1157 en 1158 van dit blad.
2) Kleine victoriatjes, voorzien van een toe
stel dat automatisch aanduidt hoeveel men te
betalen heeft. Deze karretjes onderscheiden zich
buitendien gunstig van de andere rijtuigjes,
doordien koetsier en trekdier van beter gehalte
is dan bij gewone droschke's.
3) Waaronder het Madchenheim, de crèches etc.
4) Beschermvrouw de Koningin van Saksen.
De vrouw en der Renaissance.
In de »librairie académique", Perrin et Co.
te Pary's, is een belangryk boek van R. de
Maulde la Clavière uitgekomen, dat zooals vele
Fransche boeken over geschiedenis en kunst
geschiedenis, met een overvloed van
teekenachtige feiten ook een aantal ruime overzichten
verbindt. Het is, zooals Dr. Kiithe Schirmacher
het noemt, eene werkelijke
eultuurgeschienis van de vrouw in het Renaissance-tijdperk,
eigenlijk een heel nieuw onderwerp.
Burckhard bijvoorbeeld, een der klassieken over het
Renaissance-tydvak, behandelt de psychologie
der vrouw enkel als onderdeel, de Maulde la
Clavière zelf is er in zy'ne beschavings- en
kunststudiën eerst langzamerhand toe gekomen
haar tot het voorwerp eener afzonderlijke be
schouwing te maken.
Reeds teekenend in het motto van het boek:
»vers Ie bonheur". De schrijver verklaart de
emancipatie der vrouw in het
Renaissancetydvak alleen uit haar streven naar geluk.
Als zij een betere opvoeding verlangt, een
grootere maatschappelijke vryheid, vry'er ver
keer, wanneer zy' kunst, wetenschap en wereld
met sneller blik doorvliegt, dan is dit alles
enkel streven naar geluk, en wel naar het
geluk dat liefde heet. (Interessant zou het
zyn, hier een aanknoopingspunt te zoeken
tusschen de Maulde en een Engelsch schrijver
van wien we vroeger een werk bespraken, en
die de romantische liefde eene uitvinding der
laatste tweehonderd jaar noemde).
De getrouwde vrouw van het einde der
Middeleeuwen, zegt de Maulde, kende geen
liefde. Voor de Middeleeuwen zijn liefde en
huwelyk twee begrippen die elkaar volkomen
uitsluiten. Waarom trouwt de man van die
tyden ? Omdat hij na de stormachtig doorleefde
jeugd een thuis wil hebben, omdat hij zijn
plicht jegens de gemeenschap en het ras wil
vervullen, den staat burgers, de wereld be
volking schenken wil. Hy neemt een vrouw
uit algemeene, geheel onpersoonlyke redenen.
Daarom is hem de persoon der vrouw ook
tamely'k onverschillig, zoolang zy in een goede
gezondheid en niet geheel afstootend uiterlijk
eenigen waarborg voor het ras geeft, en in
een gely'kmatig zacht humeur eenigen waar
borg voor de rust van haar echtgenoot. Aan
deze rust is den toekomstigen echtgenoot veel
gelegen, want nog vóórdat hy den nek onder
het juk buigt, hoort men hem telkens klagen
over het verlies van zyn vryheid als
jonggezel, over de oflers, die hij in den echt moet
brengen, enz.
Op den trouwdag ontvangt hy het bruidje,
nog bijna een kind, 12 a 14 jaar oud, dat
zonder weerstand uit de hand van haar vader
in die van haar echtgenoot overgaat. In veel
gevallen heeft het een theoretisch onderricht
gekregen omtrent de plichten der vrouw in
den huwelijksstaat; zwy'gend, geduldig, door
religieuse, juridische, sociale banden omsnoerd,
gaat het den weg, door ouders, priester, wet
en echtgenoot voorgeschreven. Persoonlijke
liefde is daarbij geheel uitgesloten; de mate
rialistische gemeenschap van tafel en bed,
op zijn grofst aangeduid, wordt door niets
geïdealiseerd.
Wat de vrouw onder dit ruwe régime gele
den heeft, kunnen wy ons nauwely'ks denken.
Haar smart, haar verontwaardiging, haar bit
terheid, woede en tranen bleven binnen de
muren. Het is waar dat de vrouw niet had
geleerd te gevoelen, eene persoon te zyn, als
in onze dagen; het is ook waar dat met het
kind ook de persoonlijke liefde in den vorm
van moederliefde kwam en hare bevrediging
vond; maar ook in die kinderen werd zy ge
negeerd, verdrukt, soms gemarteld. Onder haar
oogen voltrok de man aan de kinderen de
barbaarsche tuchtigingen van dien ty'd ; na het
zevende jaar ontnam men haar de knaapjes,
na het twaalfde de meisjes. In den stryd hier
tegen, den strijd om de kinderen en de opvoe
ding, ziet men haar dan ook het eerst trach
ten zich vrij te maken, handelend op te treden.
Juist het denkbeeld der Renaissance komt in
dit geval de vrouw te hulp. In de leeraren
der Renaissance vindt zij hare bondgenooten ;
met hen in vereeniging, weet zij de opvoeding
der jongens minder ruw, die der meisjes min
der eenvoudig te maken; van de denkers der
Renaissance worden moeders en dochters de
leerlingen, zy gaan lezen en weten, onder
zoeken en discuteeren, zij gaan wetenschap en
kunst beoefenen. Maar nu komt ook het
oogenblik dat huwelyksgewoonte en vrouwen
ontwikkeling elkaar ontgroeien ; dat de vrouw
wel van huwelyk weet, evenals vroeger, maar
ook aan liefde en liefdesrechten denkt,
afzonderly'k daarvan, evenals vroeger de man ; nu
komen de drama's en de veel tragischer en
heftiger conflicten dan vroeger. De vrouw
heeft zich zelve ontdekt; voor zich zelve waagt
en stry'dt zy nu, en trotseert wet en gewoonte.
De Maulde la Clavière geeft bij dit alles
namen en feiten. ledere nuance in die onge
lijkheid heeft hare voorbeelden. Sterker dan
in andere tijden was dit geval vertegen
woordigd, dat de vronw, gehuwd, in volkomen
onafhankely'ken gedachtenkring leefde, dat zij
den stelregel uitsprak: Ie mariage ne lie pas
l'ame, zich omgaf met geleerden, dichters en
kunstenaars, en met deze een
spiritisch-maagdely'ke vriendschap onderhield, die zij niet als
een diefstal jegens haren man beschouwde. De
vorm waarin dit verschijnsel reeds in den tijd
der minnezangen en der cours d'amour voor
kwam, is moeily'k hiermede te vergelijken;
de dames der Renaissance hadden als bescherm
heilige voor dien cultus een wijsgeer der oud
heid gekozen, die daar wellicht niet aan gedacht
had, den grooten Plato.
Het neo-platonisme diende ingeleid door
de Romeinsche philosophen Ficinius en Bembo,
als leer voor deze zielsbehoefte; in hare
overdry'ving kwam zy tot de diepste minachting
voor alle aardsche liefde, zelfs tusschen pla
tonische gelieven; uit minachting voor het
huwelijk kwam zij tot een druk wereldsch
verkeer, dat weder den verheven geest der
beweging in gevaar stelde. Van Marguerite de
Valois, de echte Renaissance-vorstin, daalde
men in anderhalve eeuw tot de Philamintes
en Bélises van Molière, terwijl de strooming,
in edelen en minder edelen vorm, telkens op
het groote gevaar stuitte dat de mannen,
heel of half oprecht, met de spiritualiteit een
loopje namen; ils n'entraient dans Ie
platonisme qu'avec Ie désir d'en sortir.
In de Kerk, die vroeger zoo de bondgenoote
van den man geweest was, vond langzamer
hand de vrouw een steun; dit wordt groo
tendeels verklaard uit den meer liberalen,
humanitairen, mondainen geest der Romeinsche
prelaten van die periode; hun vriendelyk
deïsme zou al spoedig een tegenhanger vinden
in de sombere orthodoxie der Spaansche in
quisiteurs. In de wisseling van overwinning
en nederlaag leed ook de zaak (der vrouw
vaak schade; toch wortelt in den kunstzin, den
zin voor schoonheid en liefde, voor vrijheid en
gerechtigheid van de vrouwen der Renaissance,
weer het streven van de vrouw der nieuwere
tijden. Vóór de Renaissance kende zij het
huwelijk en niet de liefde; daarna zocht zy
de liefde, af'zonderlyk van het huwelijk; in
haar kruistocht »vers Ie bonheur" is zy thans
op weg om tegenover de liefde het huwelijk
licht te tellen en een volkomen vervorming of
afschaffing van die oude instelling te vragen ;
wellicht zal het een volgend geslacht reeds
gelukken, met zekerheid en duurzaamheid te
vereenigen, wat vroeger onmogelijk en thans
nog zeldzaam en slechts bij toeval op den
duur samentreft: huwelyk en liefde.
iM«iiiiiniiiiii»tiiimiiiiiMiiiiiiiii>iiiiiiiiiii.niniiiimiiiiiimimHiiiiiii«
Bont. Vereeniging ter behartiging der
belangen van jonge meisjes. Ttecept.
Indien bet gebruik van bont nog meer kan
toenemen dan het reeds toenam, zal het dit
jaar het geval zijn. De japon of mantel van
geheel bont, n soort of diverse soorten, zal
mode zijn, de mantel weer met gegolfde strooken,
breede revers, hoogen kraag, van lengte drie
kwart (dat v/il zeggen tot over de knie) of
ook tot den grond, met volant en forme, met
belegsels en randen. Dit is het middel om
hem heel duur te maken; te Parijs en te
Londen zijn wintermantels van 5000 en 6000
francs geen zeldzaamheid meer. Als garneering
voor den hals, kraag en revers, wordt veel
het mooie zachte donzige lichtgrijs chinchilla
gebruikt, waarvoor men dan heele vellen neemt,
de donkerder nuance van den rug en de
zilverachtiger huid van den buik in elkaar
uitloopend en zooveel mogelijk evenals de
marmerplaten van een vestibule in teekening
correspondeerend. Daar voor iedere revers
intusschen een afzonderlijk beest noodig is,
wordt het heel kostbaar deze bij elkaar te
zoeken. Ook blauwvos en zilvervos wordt
daarvoor gebruikt, met »genaturaliseerden"
kop; het loutre komt ook weer in de mode,
terwijl het breitschwanz vooral voor smalle
garnituren verknipt of, omdat het zoo dun
is, voor corsages van japonnen gebruikt wordt.
Hermelijn wordt, als heel opzichtig, zelden
gebruikt, of alleen in combinatie met andere
bontsoorten; zoo is voor Jane Hading een
mantel gemaakt van loutre, gevoerd met
hermelijn, en openend op een vest van hermelyn,
met amethisten, in randen van strass, als
knoopen.
Van bont en stoffen kan men verschillende
combinatiën maken. Gedistingeerd is het. figu
ren van fluweel, met stalen kralen omzoomd,
op bont te appliceeren; niet gedistingeerd
daarentegen figuren van bont op fluweel te
leggen, en wel vooral omdat men de daartoe
benoodigde stukjes, eigenlijk afval, bij bont
werkers per pond tegen heel lagen prijs
koopen kan.
* *
*
Na al wat in deze rubriek reeds over het
onderwerp gezegd is, behoeft nauwelijks met
een woord van aanbeveling gewezen te worden
op de circulaire der «Vereeniging ter beharti
ging der belangen van jonge meisjes", wier
nationaal comitéte Utrecht gevestigd is, maar
die in de voornaamste steden haar afdeelineen
heeft.
Zooals de naam aanduidt, is het eene Ver
eeniging, die zich in den ruimsten zin de be
langen van elk taeisje aantrekt, dat raad en
leiding noodig heeft, zonder verschil van
nationaliteit, kerkgenootschap, beroep of stand.
| De Amsterdamsche afdeeling heeft nog alleen
' in stilte gewerkt: Zy' heeft eenige gezellige
i avondbijeenkomsten geopend, voor fransche,
j duitsche en engelsche meisjes, voor
kinderj juffrouwen, modistes en ateliermeisjes : inlich
tingen omtrent betrekkingen verstrekt, zoowel
in het buitenland, als in ons land; en de
meisjes, die van buiten kwamen, met goede
betrouwbare adressen in Amsterdam in kennis
gesteld. Thans tracht de afdeeling een centraal
bureau voor inlichtingen op te richten en
tevens een vriendelijk Christelijk home te
openen, een ruim huis in het centrum der
stad gelegen, eenvoudig doch vroolijk ingericht,
tevens woning der directrice, dat plaats zal
bieden voor minstens een tiental logeergasten.
De taak der directrice zal zijn, behalve de
leiding van het home, elk jong meisje, dat
zich aanmeldt, met raad en hulp bij te staan.
Eenigszins bezwarend is het, dat men zich
niet aan algemeen humanitair streven wil
houden, maar de opneming aan propaganda
dienstbaar wil maken. Wy lezen toch: »hoewel
de logeergasten vrij latende, zal de directrice
ook aan deze haren Christelijken invloed doen
gevoelen en het samenleven als het ware be
zielen" ; het kan toch zyn dat andersdenkenden,
niet-christenen of christenen van een andere
richting dan die der directrice, zich door zulke
bezieling belemmerd of gegeneerd gevoelden.
Het is wel hard, de arme meisjes met dezen
steun ook eene overtuiging te willen opdringen.
Het lidmaatschap der vereeniging het»Home",
wordt verkregen door een gift in eens van
minstens / 100, eene jaarlijksche bydrage van
minstens / 5, of deelneming in eene
geldleening van rentelooze aandeelen van minstens
/ 100, tot oprichting van het »Home", even
tueel aan te gaan.
Het uitvoerend comitébestaat uit de dames:
A. Schuller tot Peursum?de Koek, Keizers
gracht 413, A. M. M. Everwijn Lange?Doeft',
Frederiksplein 41, D. Matthes, Heerengracht 01,
C. W. Crommelin?Wilkons, Weteringschans '
30/, M. Gronemeijer?TerMaat,Vossiusstraatl5,
W. M. Groote?Burgersdyk, Nic. Witsenstr. 10,
J. J. R. Everwijn Lange, Heerengracht l'Jl,
J. M. J. Reese, Heerengracht '15,'i, M. C. II.
Richard?Funck, Ruyschstr. 1:2, M. Schwartz
de Savornin Lohman, Sarphatikade 9,
P.Verkouteren?Brun, Prinsengracht 512, C. C.
Wttewaall van Stoetwegen?Van Swinderen, Van
Eeghenstraat 14.
* *
*
Gefarceerde Icoolrapen. Groote maar niet
oude koolrapen worden geschild, een schijf
als deksel wordt er afgesneden en de rest uit
gehold. Men laat ze dan met hun deksel een
kwartier in zout water koken, dan afkoelen
en vult ze met een farce van kaltsvleesch. ham,
spek, anchovis, zout, peper, nootmuskaat,
citroenschil, alles goed gehakt en met boter.
twee eieren en geweekt brood gemengd. Men
vult de koolrapen met deze farce, bindt er de
deksels op en zet ze naast elkaar in een
kastrol, waarvan de bodem met ham en spek
bedekt is, giet er bouillon over, sluit de kastrol
en laat het gerecht langzaam zacht stoven.
Dan doet men de draadjes eraf, ontvet de saus,
bindt die met wat meel, eierdooiers of zure
room, giet ze er over en dient de spijs zeer
warm op. Men kan er nog ham bij geven.
E?e.