De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 12 november pagina 2

12 november 1899 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na. 1168 Zooals de Minister van Oorlog vroeger opmerkte, komt da handhaving der neutra liteit neer op, de ^verdediging van den vaderlandschen bodem" en daarvoor hebben we naodig »de mobiele strijdkrachten van den Staat die los van de verdediginggstellingen optreden",maar onmiddellijk daarop beweert de minister dat voor de verdediging van ons grondgebied, die mobiele strijdkrachten een hoogst belangrijke >ja, een onmisbaar fac tor" zijn. Met andere woorden in het tweede geval zijn onze stellingen hoofdzaak en 't veldleger slechts een bijkomende belang rijke factor, en toch is het tweede geval gelijk aan het eerste want bij beide is de taak der weermacht de verdediging van ons grondgebied. Blijkbaar heeft de regeering hier een weinig in 't nauw gezeten; eenerzijds heeft zij 't feit moeten erkennen, dat met ons vestingstelsel niet datgene is bereikt het geen men daarvan verwachtte, maar toch heeft lij de belangetjes, welke met deze wet parallel loopen, door opheffing van het tegenwoordig vestingstelsel'niet willen treffen, en anderzijds heeft ze ook gemeend eene poging te moeten aanwenden om onze weermacht op een meer deugdelijke grond slag te vestigen docr het veldleger te ver sterken en hem de mogelijkheid voor te spiegelen van wellicht Tos van linien en stellingen te zullen optreden. Deze regee ring was hier het raadsel van de geit en de kool voorgelegd. De oplossing getuigt niet van veel zelfbewuste kracht. De regeerine wil alzoo naar omstandig heden de beschikking hebben of over een sterk veldleger of over een uitgebreid vestingstelsel. Het is hier dus een hinken pp twee gedachten, voortspruitende uit het niet zuiver omschrijven van de taak der weer macht, want ware deze omschreven als : de verdediging van ons grondgebied, dan toch is het duidelijk dat slechts op ne wijze, en wel op de meest gunstige, deze taak moet en kan worden vervuld. Men^zpude dan in hoofdzaak moeten hebben, of' een uitgebreid vestingstelsel of een veldleger bestemd om los van linien en stellingen op te treden, al naar mate men zich de verdediging van ons grondgebied voorstelt, maar nimmer zoude men ;i het een n het andere eischen. waardoor beide stuk werk worden, want de oeconomische draag kracht van een volk heeft hare grenzen. Wat de bij het ontwerp van wet vastge stelde legersterkte betreft, zoo moet worden opgemerkt dat niet is bepaald hoe het leger zal ageeren. men kan uit dien hoofde ook niet vaststellen over welke krachten en mid delen men zal moeten kunnen beschikken en hoedanig hunne organisatie tuoet zijn. Dus ook bij deze nieuwe ingediende legerwet geen zuiver en juist stellen van die groote vraagstukken welke de basis moeten uitmaken van elke deugdelijke weermacht, maar slechts een voortbouwen op den modderigen grondslag van 't bestaande. Ik betwijfel dan ook zeer of in den chaos van denkbeelden op lit-l gebu'.d vau ous defensie-wezen, de nieuw ingediende legerwet de lichtende baak zal wezen, waarop in vol vertrouwen mag worden aangestuurd. (Wordt vervolgd). Plaatsing van ontstop Eene brochure onder bovensjemeldeu titel werd mij door de geachte Redactie van dit blad ter aankondiging toegezonden. En om het, daarin behandelde onderwerp n om de wijze vaa behandeling verdient zij de aandacht ia ruimen kring. De scïirijirer is mr. B. G;(vin, een jeugvlig rechtsgeleerde, die in 1S9S te Ur.rec'it den graad verkreeg van doctor in de staatswetenschap op een pro-rfscürift over ,/Arbeidsbeurzea". Vermits de algpmeene arbeidsbeurs ontoereikend is voor de plaatsing van ontslagen gevangenen, beeft, hij dat onderwerp toen niet behandeld Hij had echter zijne gedachten ook daarover laten gaan. De vruchten van zijn nadenken heeft hij thaus aan het publiek ter overweging aangeboden. Hij deed zulks in een zeer aautrekkelijken vorm. Ka eene beknopte inlei ii ig besprak hij de noodzakelijkheid dier plaatsjes, gaf hij eeiiige mededt-eliugeu over de in het Bui^eiilai.d en i u Nederland voorkomende, hem bokecde wijzen van piaiUiiig, om ten slott; z'.jue, d.'r.kb«elden over haro organisatie kortelij k te nutwilrkeleu. De schrijver is blijkbaar iet h'-t s*audpunt toegedaan der zoogenaamd nieuwe naar mdcrdaad reeds vóór de Christelijke jaartelling door Protagoras omhelsde zienswijze, dat het misdrijf een ziekteverschijnsel en dat de misdadiger een zieke is, die als onverantwoordelijk voor zijne handelingen door de overheid niet getuchtigd maar aan geneesmeesters ter genezing behoort te worden overgegeven. Hij zegt toch op bl. 4: //Wij erkennen volmondig, dat hij, die zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, ook de volle verantwoordelijkheid voor zijne daad heeft te dragen en zich geenszins over onrecht kan beklagen, indien de overheid zich van hare strafrechterlijke bevoegdheid tegenover hem bedient." Hij is ook van meening, 1) dat de misdadiger, zoodra hij uit den kerker is ont slagen, tegenover zijne medemonschen verschijnt met gequiteerde rekening. Hij spreekt, als zijne overtuiging uit, 2) dat het werk der zedelijke verbetering alleen dan met duurzaam succes zal worden gekroond, wanneer de verbeteraars den gevangenen datgene weten voor te houden wat zij ter rechte kennis van hun staat eu als middel tot ontkoming niet kunnen missen het Evangelie. Hij beroept zich op de uitspraak van Charles Lucas: «N'oubliez pas, que la principale soarce du crime est l'athéisiue" en op de woorden van Jules Simon: //Je plaindrais Ie membre d'une sociétéde patrouage, qui ne dirait pas comme Ctiarles Lucas, avant tout l'éiucation et dans l'éducatiou avant tout la crainte de Dieu." Hij zegt. verder: 3) ^Eene yereeniging tot plaatsing en verzorging van ontslagenen, welke op beslist cbristelijkeu grondslag staat, is dus, naar onze meening, onvoorwaardelijk boven alle andere te verkiezen," Hij toont derhalve door een en ander tevens een Christelijk standpunt te hebben ingenomen. Naar zijne meening wordt er hier te lande niet voldoende gedaan voor de ontslagen ge vangenen. Hij betreurt zulks, daar het een feit is dat zij na hun ontslag uit de gevangenis moeielijk een bestaanmiddel vladen kunnen, wegens de houding van het publiek ten hunnen opzichte. D,e omstandigheid werkt een hervallen in misdrijf in de hand, en is derhalve nadeelig voor de maafschappij. Hij tracht aan t" toonen, dat, men hen niet bevoordeelt door hen, die als gevallenen gestempeld zijn, te wa penen voor den medelijken strijd di;n zij te voeren hebban. Terecht is dau ook in het XXlIIate Rapport du Comi'éde secours pour les déenus libérés a Keuchatel van 1809, gezegd: II ne peut tre quts'ion d'uu privilege a leur accorder. Il s'agit de ne pas les rojeter." Hoe wil hij echter, dat het door hem bedoelde reddingswerk geschieden zal? Het Xederlaudsche Genootschap tot zedelijke verbetering der ge vangenen doet. het door particuliere of individueele werkverschaffing, door het steunen van emigratie naar een ver verwijderd gewest. Het doet zulks echter naar 's *c irijvers meening niet genoec, tiiet op uitgebreide tchaal. Op plm. 17000 ontslagenen (I5GS1 mannen, 1220 viouwen en 400 kinderen) is volgens de door hare verschillende af'eelingen in 1S07 op dit, gtbied verkregen resulta'ea aan slechts -130 ondersteuning verleend iu dm vorm vau kleeren, gec'sdtc'iap en gold, hetzij in den vorm van eene negotie, hetzij in den vorm vau arbeid. 4) Het is eene vraat; of eeue dergelijke groepeering vau verhoudii.gicijiers iu deze wei ge oorloofd is en niet als ai te vaag, te weinig rrfr»t'ï1r-:s"0**''! 'ün^t wor^<j!'. 'if "iM\e.::::i ? Tri '??(!.'r geval zal er nver moeten godann worden en zai, hetgeen <r>d«n wo-'it, ","i-r ?ystewil.i.'-'C.'i bahooreii te geschieden. Tot dat cniile Nverucht de schrijver in de eerste plaats eene reorgani satie vaa bedo.-;) ! .grenooisenap. Hij meent dat dit gewichtig belang heter kau worden behar tigd door eeu al.;env3eu genootschap met ver schillende plaatselijke ver. enigiD^eu dau door ds vorming in onderscheidene doelen van het land vau vereeuigiugeu, die ibh tot eene fede ratie aansluiten. Hij verlanït in het, bijzonder de oprichting in iedere provincie van een aty!, dat. geheel ouder particulier beueer mede vaa overheids wege wordt gesu'jsidi'jcrii, terwijl hrt, zijne overige inkomsien vindt in de uijdrag n van leden en de opbrengt van den arbeid dtr ver pleegden. Togen die oprichting kari echter mijns inziens het bezwaar begaan, d;,t men eeu meer of mi'i groot aautal ontslagenen bij elkander brengt, eu zulks nadat, meu door do inrichting der cel straf het ouderling tvderf der gevn.iigeaeu heeft getracht te wereu. 'L -a tcrtcht het U. nog on langs de zeer veru;e:,s*eiijke secretaris vau bedoc'd gcLoriltchisp, J.'r. K. Launliar.l, die cel straf met de grmsreubchqipdijke gevangenisstraf vergelijkt mlc, 5) a-iii de afzondering g'-iien vau r,]..rUv;i::-';:,id:....''.n-- i.ict, het ec zedelijke verbeten:!;: (ie voorkeur g; toch is j.'e.-chiki, om dr-;i v<.,-«H/rd denkin te brei;^'on gevaugene met den anderen en zij verhoedt ook den overgang der zedelijke smetstof, althans zij begunstigt die niet. Met het oog op den arbeid kau daarbij worden gevoegd: zij doet dezen verlangen als eene weldaad; met het oog op de orde eu tucht: zij geeft miader aanleiding tot overtrediagen daarvan ; mat het oog op de geheele maatschappij: zij voorkomt het maken van complotten tegen de rust en veiligheid en kan ook door de reeds genoemde voordeelen gUBstiger werkeu tot het tegengaan van hervallen tot of herhalen van misdrijf dau de sa menleving in eeue bedorven gemeenschap. De door den schrijver gemaakte vergelijking met het Elmira-instituut te N«w-York gaat niet op. Hij zelf toch zegt, dat deze eigenaardige Amerikaansche penitentiaire inrichting half gevangeuis, half verbcterhuis eu werkinrichti .g is. Tegen haar geldt ook het bezwaar van het in gemeenschap brengen der misdadigers en wel op eene wijze, die de gemeenschap zeer begeer lijk maakt. De gevaugenen toch houden daarin voordrachten; zij geven muziekuitvoeringen; zij krijgen huu wekeiijksche door gevangenen ge redigeerde courant; zij voeren debatten over onderwerpen van godsdienst, ethica, staathuis houdkunde, enz.; zij krijgen eeu niet verwerpe lijk menu voor hun maaltijden, n.l. koffie of thee, ruadergehakt, aardappelen, brood en sui ker aan het ontbijt, 's middags soep en gebra den vleescli met jus en nu en dan ook dessert vaa ingeiegle eu gedroogde vruchten. De direc teur Broek vcay acht een dergelijk dieet nood zakelijk, omdat goed voedsel ook een middel is tot verbetering van den misdadiger ! Voorts is er eeae badiHrichticg1, allerlei comfort en eene uitgelezen lectuur uit de bibliotheek met romannetjes inclui» ! Men zou zeggen dat het niet veel beeft van eene inrichting, waariu straf wordt, ondergaan. Het is dan ook zo _>als Dr. Lauriilard terecht opmerkt geene inrichting steunende op het beginsel, dat wie tegeu wet en recht iu verzet komf, op gevoelige wijzs daarvan het gevo'g moet ervaren, maar een instituut dat, gmezeii wil. Of men inderdaad op die wijze genezing zal aanbrengen, is zoo twijf«Iacht-g, dat men waarlijk niet met Mr. G-Win aan die inrichting vingerwijzingen mag on eenen, welke bij de oprichting van a.'-yls hier te lande zeer te pas kunnen komcr. Een ander oing zou zijn het bevorderen van pirticuliere of individueele werkverschaüg door genootschappen of vereenigiugen, hetzij met, een bep-iald godsdienstig, hetzij met, een neutraal karakter en zulks met staatssubsidie. Dat zou meu deuke aan de staatssubsidies voor bijzondere bcholeu ook met het, oog op ons staatsrecht zeer verdedigbaar zijn en tot bereiking van hit goede doel, werkverschaffi'ig aan OLtslageu gevangenen, goe ie diensten kunnen bevvijzt-u. Men wake echter voor de satneiibrengiiig van elementen, die niet hij el kander kunnen gebracht worden zonder nadeel voor liet algemeen belang. Men heeft hier wel te doen mst o»1 .slagen gevaug^ueu, dat is met uiensehen die ten opzichte van den staat, eene geqait.ecrde rekening bezitten, maar huu weerslaudsveniioacu is veelal kort, na huu ontslag nog te vergelijken met dat vau bewezen zwak ken naar den g1 fit, nit eei. zedelijk oogpunt natuurlijk. Vrat de methode vau E!;tura betreft, zij nog factor vau het berouw hij de opvoeding uitsluit. C' tl.' v. rk'J'ïi, i.7; :'ii <:-'ï;av!;. ~o u <naf voir het kwE'-irl da*, vrric'it is, alleen heden e;i lo.'-koms!", bf-loonii'? voor zelfvcrhfterrnEr, dat )S Let fujidain."jjt,.'.1('Je begintel v;iu liet El.'MirafyslTem. Op de uvuiige eu weinig opbouwende hi.ri/irici'iiig aau !.,t, vroegi re l,:vcn va.i diu evaugeue mag niet worden gezinspeeld. Dr. Lauri'lard merkt ook hier ten cht. o;,: ,/IXtt is wl een sleik s'uk, iemand verb;-ïer.:ii, zi;mle.r ooit te sprifcen van of te ziiAspilen op hetdoarhcm misdrevuie." Hierin komt. ee'iU r het diepsnai.'d vmcKil in be schouwing uit, i.m reut, lietaeei! het, weztn van de st.nif ui!;ii;;:J.t, u ,t i', il ze^g'-i; ointrei.i. (K: vra.ig: wat de straf is naar haren gioud. G.'lijk men spre ke» ii i au van het vvezea vau deu gou-,Uei:s* nic:i deuke dan ju-t, betenie wcik van .Mr. Opzoomer mug mor. ook bprtkeu vau het wenen vau de s'jaf. Trouwens :'::ii'> een aanha-iger der eri'iiincel (?«ciuiogisc.;!1. rlciilifg a's de A'iisierdains-'che hoogleera''.!' Vau Ilnmel f])reekt, op bis. 2-2 v tui zijne Inleiding fot de studie lau vinden daarin een aanknoopingspunt met dien. geachten schrijver, dat tot grondslag kan die nen van, ook onzes inziens hoogst noodzakelijke verbeteringen met het oog op de plaatsing van ontslagen gevangenen. Zijn verdienstelijk werk worde aan ieder, wien dat gewichtig belang ter barte gaat, ter lezingen overweging aanbevolen! MR. J. DOMELA NlEUWEKHUIS. Groningen, 4 Nov. '99. 1) BI. 5 2) B!. 48. 3) BI. 57. 4) BI. 35. 5) Z'e zijn opstel over het, Elmira-Instituut in bet Paleis van Justitie, 1899 no. 42. G) Meu vergelijke over het Elmira-Ia&tituut de brochure onder den titel: Opvoeding van gevangenen. Uit het Eugelsch vertaald door Mr. A. De Graaf 1899, o. a. op blz. 42 en 43. Het is behalve door Dr. Lauriilard ook door schrij ver dezes aan kritiek onderworpen. Men zie wat laatstgmnelde kritiek betreft het Tijdschrift voor Strafrecht. Deel XII, aflevering 4, bh. 410?420. iwmiiiiiiiittfttfimifitiiufirniiiiifufffffmtmifiiimiimfiiiitiili Mime! in 4e Hoofdstad, Wanneer verschillende gaven der natuur zóó vereenigd zijn in óén persoon als bij Marcella Pregi, dan gewia heeft men het recht van een bijzondere verschijning te sproken. Inderdaad Pregi bezit -een stem vol klank en glans; eeiie stem, die overal en in alle nuances even gemakkelijk aanspreekt. Voeg daarbij nog een uitspraak, die haar in staat stelt, niet alleen elk woord duidelijk weer te geven, doch tevens elke uitdrukking te bezielen met de rijke phantasie, welke uit haar warm gemoedsleven ontspruit. En niet alleen de beelden, die zich door aandoening kenmerken, komen bij Pregi tot eene hooge uitdrukking, ook de tafereeltjes waarin scbalkschheid deii boventoon voert, worden door haar op onna volgbare wijze gezongen. Ik herinner slechts aan het sjehann, ich muss fort", van Ant. Hückauf en het Menuet van Saint-Saëns. Dat mej. Pregi het versmaadt gebruik te maken van liederen die door iedereen gezongen geworden, bewees haar programma te over. Vermoedelijk zullen slechts weinigen mijner lezers bekend zijn met Parole van Brahms, die Meerfee en Ilerzeleid van Sehumann; en toch wat is vooral dit laatste een juweel, maar vooral hoejuweelig werd het ook gezongen. De groote kracht van I'regi ligt echter in het franscho lied, in het zeer ouda en zeer nieuwe, het zeer oude in bewerkingen van Julien Tiersot en Pé.ilhou en het zear nieuwe van leden der jonge fraiische school (Sociët nationale). Als er onder twaalf fransche lie deren geen enkel van Maascnst voorkomt, dan bewjjst dit, dat men ook buiten dezen veel ? gezongen lyri'.-er, nog we! een prog-amaia kan S:U)lPr^fp!lori_ ~\Tat d'ïii^dpï'pTl vnr, {',':fsi, TV^rifV en Ueynaido Jlahn, mp.ar vooral met het teere en poëtische Nar,': v van den te vree-/gestorven Cnaussoiij heeft mpj. IVegi velen een weldaad bewezen. W.it iïu echter te zeggen van de oude fransche liederen y Daarvoor sjhieten da woorden van bewondering bijna te kort. Die eenvoudige wijzen op zulke mooie woorden, wat werden zij schoon woergc-geven en hoe nobel en juist wus steeds de uitdrukking! In dit laatste ligt dan ook het geheim, dat ons de voordrachten van Mareells Pregi zoi aantrekkelijk maakt. Het is hare onovertrflfjn wij*e van zeggen, de jiüsiéisha^ir dia zij hteeus weet aun ie roe; co r-n h"; o ; r?;e';?vo!'e uitsprank vooral van het i'ransch, die hot een buitengewoon go::ot nnken, 'u l uittoren nasr hel^e^n zij ons te 'zeggen hooft en de wijze waarop zij dit doet. Of er dan in liet geheel geena aiiririierkirgeii te inr.ken zyn? Zeker; men zou kunne:1 zeg gen dat lii;t eerste stukJ2. >-Ogui peiia" van Pergoleae niet geheel zuiver was, dat ei.keia vocalen nar. 't b.jgin vu;i een voiz.i:1. i.iut moed waren Range/et en dat de wijze van fijemlut!i!:g i'i '.vcnsc'hen ovsfiwt en tlikv/yls hoorbaar \va-j; doch dit ilos vait weg bij zooveel s-choo"s. lV;.v,i is een ware urtute; zij kou<e d i.'f w ij h terug ! DJ hjc; J A r ny'-en uit D.-vonfsr was h?.ar den \vurid eer, nauwgezet ae de aanvoerder en de cellist, Hugo Becker m^ voorkwamen de belangrijkste factoren er van uit te maken, was toch het geheel buitengewoon mooi in klank en verhouding. Een quartet van Mozart gaf mij destijds een hoogen dunk van het stijlgevoel der vier heeren. Naar ik hoor, moet da voordracht van Mozart's Es-dur quartet hier, eveneens zeer schoon geweest zjjn, terwijl het quartet van Schubert op. 161 de kroon spande. Met het cis-ruoll quartet van Beethoven werd de avond hier besloten. Hoewel in deze rubriek meestal uit sluitend' (gerefereerd wordt, over hetgeen in de Hoofdstad op muzikaal gebied voor valt, wil ik toch even releveeren, dat ik in den loop dezer week te Utrecht eene Toonkunst-uitvoering mocht bijwonen van »la Damnation de Faust", die aan zeer hooge eischen voldeed. De eeuwig jeutdige Richard Hol gaf een kleur en licht aan het werk, die het in frissche pracht deed stralen. Het koor, en vooral het vrouwerkoor, was bijzonder mooi van klank en de 'solisten mej. Anna Sieuwe uit Brussel en de heeren Phlippeau, Oreüo en v. d. Hoeck van hier, gaven een fraai relief aan het werk. Zjjn de heeren goede bekenden, in mej. Sieuwe mag ik oene nog zeer jeugdige, Nederlandsche zangeres begroeten uit de franscbe school, met een mooie stem, maar vooral met een buitengewoon warme, innige voor dracht en een verrukkelijke uitspraak van het fransch. Ongetwijfeld zal de stem nog groeier, en dan komt het mij voor, dat wij nog groote daden van mej. Sieuwe verwachten mogen. ANT. AVERKAMP. mMmiMmititMiiimmiiiimiimiiiiMmiiiiiiiiniiMiiiiimiiiii DOOJl B R E T HARTE. II. Den volgenden morgen evenwel was er nieuw leed, door de nieuwsgierisrlicii zijner zusters, te meer daar ze stellig meenden dat hij iedor oogenblik gevankelijk kon worden weggevoerd ; dit althans hadden ze begrrp'-u uit het verhaal dat de moeder haar had gedaan. Hst spijt mij te moeten zeggen dat hij hier door met een zeker romantisch aureool werd omgeven waarvan hij zelf als held het, middenpunt w;ii. Toch wist hij hare nieuwsgierige vragen te ontwijken eu wel door 'ch op een algemeener standpunt te plaatsen. Ze waren meisjes en haddeu dus niets hoegenaamd met, de zaak te makeu! Hij zou haar zeker nooit, zij,i geheimen verraden! Wat dachten ze wel? E'i bovendien, wat wisten zullie van goud af? Ze, kondi'ii 't niet eens van koper onderscheiden ! De houding zijner moeder echter bracht hem in verlegenheid. Ze had haar heftige verontwaar diging van vroeger laten varen en nam nu eene zoadt/üug gereserveerde houding jegens hem in acht, die hem vrees aanjoeg. Dit was hieraan toe te schrijven, dat ze niet langer geloofde aan diefstal; ja, ze had er eigenlijk geen oogenblik ernstig aan geloofd, maar zijn eigenaardige terughouding eu geheimzinnigheid prikkelden hare nieuwsgierigheid en boezemden haar zelfs eenig ouUag voor aam in. De kunst vau een geheim te bewaren was een mannelijke deugd, zoo redeneerde ze en deed haar denken waarom ? zou moeilijk ziju te verklaren aaa d op llüi Imishouclen kruideuier W OOli W t iu zijn Zoodra hij ii<. d<>n v;nkel kwam oi,to;ing 't, zelfs Kan zijn kunie-iïjk vr»ain"ni::i:s7crm;v;pn n i :t dat dominee zijn ongelukkige tvschiedenis had roridgeb.<uiiiiiri. T'.vee of diir der k!;i;iteu hego ii:;-n elkaar i .?'.-; 111 '; oor te fluii-ttrïi?, r:i keken h.em i>.a' . .M; er r.og, onder 't naar hui;; gaan, bespeurde ;::j, li(>" een paar lauterfai.le s hem blijkbaar volgden. Dtds uit Viak-^cniiti i, deels uit jingensaelitige zucht, tot kattckwaad, week hij opzettelijk ecu paar maai vau den rechten weg af, om met, boosaardige voMorring op te merken dat zijne vervolgers ht-Uclf.ie dtden. Toeu hij de paKorie voorüiji'iiig /as hij zijn welecrwaHrde uit. de achterdeur ?lui])i'n. en zonder de beide a nieren te zien, zich bij den inquiiitorialcn stoet aansluiten. Maar de ge beurtenissen vanueuvorigendag hadden Jolmny's geest gescherpt. Hij kna;,! op'een pcliitfcrcuritin inval, een ondeugende si reek; op era dor, kaal gedeelte vau deu weg, waar hij langs ging, ge lukte Let hem, onopgemerkt, zijn glinsterend plakje goud te laten vallen, juist daar waar de dominee voorbij moest. En een eind verder, aan een bocht van den weg, wist hij zich in 't struikgewas te verbergen. De eerwaarde Staples had zijue schreden verhaast, zoodra hij den knaap door de kromming van den weg uit 't oog had verloren, maar bleef toen eensklaps staan." Onstuimig klopte Johnny's hart. Hij zag den dominee voorzichtig om zich heen kijken, zich bukken, het goud oprapen, het haastig in zijn vestjesiak steken, en toen zijn weg vervolgen. 13ij de bocht gekomen keek hij op uieuw om zichtig rtmd eu overtuigd dat iiitfaiaad hem be;-?,!? d, f.'';k v-;.ar iiij 'r. l j;i( r ourtcrzoc'M, >oj 1111:*, d:: Op. '.ll'.'l.. k, :-eh p'" 'IV' ih'T V0:/i |.-1 /.Hil' en de ki.enu n uit elk;;;ir, tol i:ij z;ch viTzekeri h.-i.i (hit er liiot.-. lü'i;r to vi:;.:o;L Wi'.K, eu dat de bolom ook ge: u kouteekenui droog vau ou'houdend te ziii:. Op datx.L-if'fe oogcnlilik kTiuuni de heide andt-rc spcurh')!:dou iu zie it, en Ds. Staples nia'ïkte reciilso ukoort t-ii vt-rvolg Ie zijn weg. ^07 vóór iiij t >-nrk::eo ,>;;, v.'a;;r Jo!;i:;.y j zich vediü'.gc:;. 'iiil,i ij!:r(;;,kt,(i. haiiJeu do /oi.le aiüiere nnin!.":! hem n^oiisald (i; i-<',\\ b'.'groctiu^ | had plaats. HS.I, gisprek liep 10-11 ovor Jobuiiy j en dieus mi^diijf, over de vi'rvi'l.ji;-.g die ze hadden ingesteld ten einde na ie t'.aiiii v,aar hij hij hen opnieuw on'suapt was. D ?. Stó],iiswas het in alles volkomen met heli u-ns, maar tot l Johr:r-y's p'roote vti'^azir,^ ,sy,/-,-,'/? /'"'/ In tyi.lu'id t'icl ^l'Gl' CV////; i'if<f:i:- r,OH'?sl! Toen zrj voor.jj \,->ÏKI , veiliet de knaap zijn sehui'piaa's, l u. t. drii-lal volgende tot hij zijn c;g?n erf i;i 't, zicht kreeg. Hier sloi-gea de beh.ïe mïiioi' < eri zijpad i:;, maar de dominee richtte zijn fchredcu naar den winkel, tevens Postkantoor, aan deu grooteu weg. Groot was zijp. verlangen met zijne moeder te spreken over hetgeen hij gezien had, eu haar te zeggen hoe het hem verbaasde, dat dominee niet gesproken had met de beide anderen over 't vinden van zijn stukje goud. Twee dingen echter weerhielden, hem; teu cers,te de hou ding zijner moeder, die blijkbaar u lijn trok niet den dom-iicr: teu andire de overtuiging dat, zij 't afkeuren zou dat hij het goud opzette lijk op Ds. S'aih-s \VTJ> had geworpen ;;()??:? wel hij 't waarom niet begreep, cu ook niet vroeg naar de reden, waarvan hij evenmin de verklaring zou kunneu geven. jo ra i t ijdeii- hoon Ie \\<: en. E'ii moeders t.oegcdl.jkhi-i.; is !:et verderf der ziel eu jo tteunt op ti.';L ^.."hrckfn .-te). Ais de i c;gefi in v;r<flieid dat oud gevonden rad, Z',.,u hij tjt jo gekomo;; zijl-, ei: tc/'-'g'.! !nb')ei:: /,X.e, moeder, ik J;e'.) ;;;;;ij ?"??-.i;,'--;i op do ;:rc.)lc v. c;:er. i u de ziipiiilou ?. eriieu;.; u eu v. .es vrooüjk van harte !" f;, hij zou 't j : in den schoot hooien rc'.vorpon. ,hi,' vervj'u'üe !);?. Sispies, zic'i vijandig tegen dou knaap koerend, toeu hij hem me* doiieiiuiier iij,' ;o»u do we;? /iju d.eu ecu Gjriitcjjknii'.p zou Eon oogenblik voelde Jolinuy hoe 't bloed hem woi'ft r.Hiir 'r. hoofd s'cey, nuc ecu vloed vau woorden dreigden zica ecu uiMveg te baucj. V-u verontwaardiging snoerde hem echter de keel. Ds. Stnplcs iiicejr'le m die opivindb'g van den knaap liet ontwakend geweten Ie oiitdekkeu, eu terwijl Lij mrs. Medliker een teekeu van verstanduouding gaf, boog hij zicb voorover naar den jansje n om zijn verder antwoord te verne men. //Maar," herhaalde hij, hem vriendelijk aanmoedigend, ga voort, Johüuy ! Zeg vrij uit wat je cp 't hart ligt!" //Maar," stiet Johnny eindelijk uit op krijsclioudeii, schrillen toon, die alicu deert outtteüen maar, wat deed jou van middag dan dat stuk goud oprapen vau deu weg, en liet wegslopp.u, c') er niets van zegden aan de mannen die je volgden:'" //iJat heb je gedaan; ik heb j p, gezien! Euji hebt er niets van gez-'gd, aaa niemand, en uu De Tnin. Dit maandschrift biedt in z\jn nieuwe afleve ring weer een »voor elk wat wils". De afdeeling litteratuur bestaat hoofdzakelijk uit het vervolg en slot van »het Woud" door Stein Streuvels. De vlaamsche zegswijze en woordkeus verhoogen misschien voor ons, die met andere middelen in de aanwending van het taalgebruik vertrouwd zijn, de ruige kracht en de kleur in uitdrukking van dit onopge smukt verhaal. Het is niet zoozeer werk van stemming, dan wel van actie. Er komen scènes in voor uit het vlaamsche buitenleven, die even __ iiiiiimmiiiiMiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 40 cents per regel. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiHiiiiiiHiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii» Foulard-Zijde 65 et. tot f ;>.:?«"» p. Meter. Japansche, Chineesche enz. in de nieuwste dessins en kleuren, alsmede zwarte, witte en gekleurde Hennehcrg» j Z!j«tc van 45 (.'t. tot f 1-4.O5 p. Meter ! effen, gestreept, geruit, gewerkt, damast enz. j (ea. '240 v^rncti. qnal. en '2000 verseh. kleuren, j dessins enz.) Franco en vry van l fnvoerrecbteii in buis. Stalsn ommej gaancl. Dubbel bnefporto naar /.wi'ssriand. G. Hennebsrg's Zijde-Fabrieken (k. & k. Hoflever.), 2üricii. K. F. DEUSCHLE-BtNSKE, /^*6=ra«?:>\ Amsterdam, Kaleerst f. 157. '^^tr^^^&j Eenig specialiteit in deze oheel jST^dsrl. r^ ' l*/*^^,- *-, s *af?i* s aniKclen vau het btr;j\<j>uut>>t- Iluerninnn te .- TE3T003STELL];\G TE PARIJS IM900. Verblijf voor ne of meerdere weken in de Grands Hotels du Trocadero" welke voor die c,e!-genhej'd speciaal nabij de Tentoonstelling gebouwd zijri. Bewijzen voor verblijf van af 67.50 guldens per w ek, betaiilliMr in rca^.ndeli.jk.xhe c,f driercanrtelp cho termijnen. Iu <le;:en prys is /,''>m,s-ïen tvn'ro/,-: Lo;;ii'$ en 5' m<7c;/;i/,/o/; //t'/1 Tf<7; i-'i tui'i/aiigitu-'wijii'ii i-out- <ic Ti-iitaufisifüniii; Orien zijnen; Yerzplwimin/iohs t<'r/i>n ongelukken. Ii '?:. uïtsluUeim iec;u vau verüoop dizer Vi,,'en is,'toegestaan (/fjwonlen aan ii« \cor iiiteekenïiiJ wonds men zich rot. en het j ui!vo:ri2.3, g-ï!l:is!r. proijectus vragc men aan bij LlaSOIs'E oii ZuUJS, biugel 155, Aunterüum. ook 7 r g jo er mnedor niets van ! E;i 't, zit nog j: vi-s!j.'s;al; ! Ivi 't is vau mij, en ik heb 't, lutcn vallen ! Gi-t.f op !'' "cr'.)<izi g, verleg.!!;!:, id, woede sireaen om r'ni voovra'ig op 'c vu vuurroo.ie gelaat vau 'Os. rar.ii's. 't \\K, -;JH. beurt, om naa-aih m 1e niiik'-.eii. Hij deed et;ii <v:-wac'de>.i r.a i .-al op den kuH:tp maar mrs. Ale lliker trad iu^selic.'n! bcido. Dit gaf de zv;k een gehtf! nieuw aa.'.zien. ! Groot is d f macht vaa het goud. Dominee's j verwarring had hair als bij iosjeving da overj tuiging geschouk-jn dnt Jo.hiü.y'ó bt.-oliu:rii-'-ijg i \varirlitid bevatte, eu het was Johnny's //,..'./ ! h :j w vol i; 'f ///vc (lat /iju eerwaard-, vorijorgen | hi-ld. 'Dit (onvoud'ge feit, dat hij 't, Roid in zijn b-zit had, droeg er meer toe bij hare ver moedens viisU-n. verin te geven, dan hot tot du;ver vage voorgevoel met een huichelaar te doer. te hebben. »L'iat den knaap met rust, broeder Staples," zei mrs. ?.ic-.ilik'.'i' scherp. ,/Me dunkt, wat vau lieni is, i.i vau hem, waar hij 't ook van daun hetft gehaald." Ds. Str.ples zag zijn dwaling in, en tartte met een ver'pgrn g!i ulac'')jo in zijn ves*j :szak. //Ik meen me ie herinneren dat ik werkelijk iet.* htb opgeraapt," fjirak hij, //missci.i-'u is 't goud, niistc'ücu ook niet, maar ik heb 'c zeker verloren of wrffiTgooiJ, ca 't heef* toch ook | heiHch niets te makeu met het zedelijk doel dat we hier voor oogen. hebben. We hebben niets dan zijn eigen woord als' bewijs dat het vau hem was ! Hoe kunnen we dan «?<;/<.?// of 't waar is ?" //Mijn herkcnningsteekens staan er op," zei Johuny cajaagd; //ik had er expres een kris-kras op gekrabbeld. Kijk het maar na!" Ds. Sraples werd Week en stond op. Xatuurlijk," zei hij met gemaakte waardigheid tot mrs. Medliker, ais p een stukje aardsch slijk zoo lioog stelt, zal ik mijn best doen het'erug te vinden. Mogelijk zit het iu mijn andere jas." (Wordt vervolgd].

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl