De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 12 november pagina 4

12 november 1899 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1168 boven geplaatst ziet; even eens gaat het effect der parkietjes verloren, als men ze van terzyde of van onderen beschouwt; zulke motieven hebben bepaald een onder- en bovenzijde daar zy niet slechts een lynencombinatie, als byv. het dekschild der. schildpadjea, maar een be paalde voorstelling zy'n, Vandaar dan ook dat als geheel, die kleedjes het meest geslaagd mogen heeten, diemet bloem of bladversieringen bedrukt zy'n, hieronder zijn met sterbloemetjes, en dennen appeltjes met pylkruid en akelei, die tot zeer fraaie com binaties aanleiding gaven, hoewel de dieren motieven op zich gelf beschouwd zeker niet de minste zy'n. Enkele der zijden lapjes zy'n tot kussens gemaakt, maar het komt mij voor dat ze als kleedjes of gordijntjes beter tot hun recht komen: de kleuren zijn over het algemeen mooi en in goede harmonie met de doffe tint waarin de houtblokjes afgedrukt zy'n. Eenige, raeds vroeger hier besproken houtsneden, een paar kleurstudies en een krasteekening van een pauw, die we ons van een vroegere Vierjaarlyksche nog herinneren verhoogen nog de bezienswaardigheid dezer ex positie. Naar men ons mededeelt zal de heer Arild MadBen, van wiens weef kunst we hier onlangs melding maakten, enkele dagen in het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem werkzaam zy'n, om aan belangstellenden te toonen, op wat wy'ze hij hem te lande, de vrouwen en meisjes, deze huisindustrie beoefenen, die be halve een aangename bezigheid, van zeer groot nut kan zy'n. Maandag en Donderdag a. s. van 11?12 en 2?4 uur stelt genoemde heer zich alzoo beschikbaar voor ieder die belangstelt in deze tak van knnstny'verheid, terwy'l hy' gaarne be reid is de meest mogelyke inlichtingen te verschaffen aan hen, die er nader kennis mede wenschen te maken. R. W. P. Jr. De Mans-tentoonstelling welke in het einde dezer maand door de maatschappij »Arti et Amicitiae" zal worden gehouden, beloofd zeer belangry'k te worden. Behalve by'ra alle schilderyen thans in «Pulchri Studio" geëx poseerd, zyn nog vele toezeggingen van Marisbezitters ontvangen. De tentoonstelling van teekeningen enz. van leden der maatschappij »Arti et Amicitiae" welke zich voortdurend in een druk bezoek mag verheuger, zal, met het oog op de eerlang te bonden Maris- tentoonstelling, op Zondag 12 November des middags te 4 ure< worden gesloten. Twee floyellisten. ATJGTJSTA DE WIT, Verborgen Bronnen. Amsterdam, P. N. van Kampen & Zoon. J. EIGENHUIS, Uit Waterkerk. 's Gravenhage, Loman & Funke. 't Zal een jaar of vijf geleden zijn dat ik, op een avond eenige tijdschriften doorbladert nd, ook de reproducties van eenige schilderyen en teekeningen bekeek, een artikel over Mevr. Bilders van Bosse illustreerend in het maand schrift Elzevier Van een prentje dwaalden my'n blikken naar den tekst daarnaast, en ik begon te lezen, sloeg die bladzij om en las door van zin tot zin, meegenomen door... ja, door wat ? Door iets eigenaardigs in etyl en zegging, dat mij naar het begin van het artikel deed terugblaren, nieuwsgierig geworden naar den naam des schrijver. De naam bleek mij geheel onbekend: George W. Sylvius. Korten ty'd later wist ik dat een jonge dame dien naam als schuilnaam vo'rde en las ik n in Elzevier n in Eigen Haard een novellistische schets, die den eerste indruk in mij bevestigden, dat George W. Sylvius een schryfster was met veelbelovend lalent. En Nellis en De Graveur (thars herdrukt als De Meester Glaswerker) verblijdden door hizondere kwa liteiten. Daarop volgde in de Gids de novelle uit het Schotsche kustland, De Vader, de eerste onder den eigen r,aam Augusfa de Wit, dan in Wüord en Beeld Vijandschap, en later, opnieuw in de Gidst, Vrijage. I leze vy'f vormen met een zesde, De hoogste Wet, den iihoud van den bundel Verborgen Bronnen. Er is een bepaalde r«de, waarom ik deze bizonderheden meedeel. Wie in Verborgen Bronnen de novellen leest, kan zich verheugen dat onze literatuur een schrijfster te meer telt, wier werk aan spraak mag maken op waardeer ing, blyk geeft van een eigen sty'l, een kloek zien en diep doorvoelen der werkelijkheid, een groote gemakkelykheid in het beheerschen van velerlei zeer uiteenloopende stof, en meestal zonder gezochtheid vaardig hanteeren van haar persoonlyke, toch zuiver Nederïandsche taal. Maar voor den belanghebbende krijgt baar werk nog grooter waarde, als hij de moeite neemt het te vergeleken, zooals het mi is met den staat waarin het de eerste maal gepubli ceerd werd. Want dan zal hem bljjken, hoe het deze schrijfster ernst is met haar werk, hoe ze niet tevreden is met het gedrukt te zien, maar bij voortduring tracht het te ver beteren, door omwerking van de delails, door wijziging van den zinnen, door verlevendiging van den sty'l. Het voorschrift van Boileau: Vingt fois sur Ie métier remettez votre ouvrage moge in zijn horaüaansche algemeenheid te weinig rekening houden met der artiesten ver schillende geaardheid ik ken er die nooit iets wijzigen of wyzigen kunnen aan hun werk en er niet minder om zijn! toch geloof ik dat voor de groote meerderheid deze regel gelden mag. In elk geval mejuffrouw De Wit volgt hem en haar werk bevindt er zich goed bij. Het zou te veel plaats vragen dit door uit voerige vergelijking hier aan te toonen. Daarom volsta het volgende: De novelle Nellts geeft het verhaal van een jongen strooper, die, bij een overval der kom miezen verwond, vlucht in het huis van een ouden predikant en door dezen verpleegd wordt. Uit dankbaarheid komt hij een paar dagen later met een paar gestroopte hazen aandragen. Verontwaardiging van den predikant, die hem met een ernstige berisping en vermaning weg zendt !... Tot zoover komt de redactie der novelle, gelijk ze vroeger in Elsevier verscheen, overeen met de tegenwoordige. Maar nu. In Elsevier is de jonge strooper dermate teleurgesteld, verdrietig en moedeloos over de afwijzing van den predikant, dat hij, zy'n aard van vroeg verloopen vagebond verloochenend, de hazen in het water werpt. Dit vergryp tegen de realiteit maakt de auteur thars goed. Nellis is evenzeer verslagen en voelt als een doffe py'n de zekerheid: de eenige, die ooit goed voor hem geweest is, wou zijn dankbaarheid en zy'n geschenk niet hebben." Maar nu trekt hy' baloorig naar een kroeg, verpatst de hazen aan den herbergier, bedrinkt zich tot zyn landerigheid overgaat. En toen de waard vond dat het nu wél was geweest, zei bij: Je hebt je te-goed schoon op, Nellis. En hij zeulde hem naar de deur, en goeide hem op straat. Daar lag hij." 't Is best mogelijk dat enkele lezers dat vroegere slot veel mooier" vinden. Maar ik vind het een gelukwensch aan de schrijfster waard, dat ze ter eere en ter eerbiediging der realiteit dat vakche mooi zoo kloek overboord wierp. Betreft dit den inhoud zelf, de compozitie ook in de schrijfwy'ze is groote verbetering. Wie de beide lezingen van De Vader en Vry'age vergelijkt,moet getroffen worden door de groot er leven digheid van den sty'l. En het is zeker gén schade dat zulk een groote hoeveelheid tegenwoordige deelwoorden een gevolg van de vóór eenige jaren heerschende litteraire mode ? ten offer gebracht werden by het streven naar meer dramatische voorstelling en meer kracht. Toch is er aan dat werken en blyven werken een bedenkelijke kant. Er is in den eersten opzet van den kunstenaar vaak iets spontaans, iets frisch', dat gevaar loopt by het herhaaldelijk bijwerken en wijzigen. Vooral bij het bywei ken, byvoegen. Een psar voorbeelden ter verduidelijking mijner bedoeling. In De Vader, eerste redactie, staat van den ouden David Machiel geschreven: De oude man nam een pen, en met een streep, recht en f cherp als een houw, sloeg hij den naam door." (De raam van zy'n zoon in den ouden familie-bijbel). In Verborgen Bronnen luidt dit: De oude man nam een pen. En met een streep, recht en scherp als een zwaardhouw sloeg hij de woorden door." Dit is geen verbetering. Ten eerste is die punt achter pen misplaatst, maakt den zin theatraal. De oude man nam een pen." Punt. Let op: Wat (!oet hy' met die pen ?" We staren, wachtend. En na een oogenblik komt eerst het verwachte effect, waarop die punt voorbereidde. Verder is de houw een zwaardhouw ge worden. Waarom? \\aarom niet aan de ver beelding van den ICZT overgelaten dit aan te vullen naar goedvinden? Mag het geen houw met een bijl, of met een kapmes zijn? en waarom niet ? Ten derde : sloeg hij de woorden, door." Dit is de correctheid veel te ver gedreven. Indien bijbel staat: Rcnald, zoon van David Machiel en Lily Hobinson." 't Is dus juister te zeggen dat de vader niet alleen den naam Ronald doorsloeg, maar óók wat er op volgde. Zeker. Maar voor den lezer was de onjuistheid krach tiger, in haar kortheid meer zeggend. En daar komt het op aan. Op het bijvoegen rust vaak geen zegen. Het zinnetje : Voor hy zes jaar oud was, stierf zij," (Ronald's moeder) heeft een aan merkelijke uitbreiding gekregen. Voor hij zes jaar oud was, stierf zij plot seling, zoo als een bloem in een kouden nacht uiteen valt." Ai!... Dat de koffieton, die de booze boer in De Gids, (Vrijage), tusschen de handen heeft, nu een koffie&aw geworden is, zal wel aan den drukfouten-duivel te wy'ten zyn. Over de bizondtre kwaliteiten van dezen bundel sprak ik reeds. Ik vind die ook in de taal. Half of heel verouderde woorden staan plotseling heel frisch voor ons, in hun eigerly'ke beteekenis. Zoo doorluchtig als door schijnend, overmogen als overwinnen, zelfs een provincialisme als boesterig (boisterous ?) voor het speelsrhe van den lentewind. Minder ge lukkig vind ik de woorden blos en nameloos als adjectieven bij gelaat. D« bundel getuigt ook van een merkwaardig aanpassingsvermogen. De auteur weet zich geheel in te leven in de omgeving waarin ze tijdelijk vertoeft. Elke novelle heeft daardoor een eigen atmosfeer. Door de kloekheid, tevens raakheid van zegging, door de lenigheid van taal die zich allergelukkigst vlijt raar den aard van het onderwerp (wat beweegt ze zich als voorzichtig streelend om die broze pracht van Venetiaancch glas!), door de telkens weer verrasserde, zuivere uitbeelding van artistiek geziene, diep doorvoelde realiteit, is dit werk ongetwijfeld een aanwinst voor onze literatuur. Voor wie belangstellen in het talent var; den heer Eigenhuis, wier s Eenvoudige zielen ik een vorig jaar hier met zooveel genoegen aankon digde en ik hoop dat het er vele zijn ! is bet iets eigenaardigs, door den schrijver zelven in staat gesteld te worden zy'n ont wikkelingsgang te volgen. In zijn bundel Uit Waterkerk geeft hij novellen uit '%, '97 en '98. Bij het doorhzen der eerste moeten wij voortdurend indachtig zijn aan het bekerde: que l'auteur est jeune et qup c'et-t son premier pas!" Wat een strijd heeft hij te voeren gehad om zijn individualiteit te redden uit een massa reminiscentiën, zijn talent vrij te maken van corventioneele fraaiïgbedeii. Zie eens m Boutje de bladzijden 52, 53 en 54 met die liere dichterlijke natuurbeschrijving van het jasr nul! Zoo'n zin als byv : Doch na enkele dagen golfde de eerdenjioel weer zacht en kalm, met kleine, glinsterende rim peltjes de rictstoppels kufserd, om die ergcmiy te vragen voor de knellende boeien van den winter"!... Maar met n ruk maakt hij ze'f zich dan vrij van dat weezoete, en vee! goed door ra die b'adzijden een zin te geven met eigen obser vatie, als: De elzen- en wilgensingels welfden hun takken met trossen van goudgele meeldraden en zilvergroer.e stamperkatjes over de donkere slooten " Die heele novelle is n voortdurende strijd tusschen den aanleg tot ernstige werkelijkheidweergeving en het nog mooi vinden van de conventioneele dorps-novelle-schrijverij. Van dit laatste getuigt het intrige-tje met die babbelachtige schoolster, bet stfrfbed-bcrouw en het verzoenend slot. Ook het boek-achtige der personen, die wel cht leven willen, maar soms moeilijk met de voeten op den beganen grord blijven. Ook tal van uitdrukkingen het in diepon rouw gedompelde dorp" of menig overkropt gemoed barst in snikken uit" of zinnen als: Achter de lijkstatie volgden de mannelijke familieleden en vrienden; sommigen rechtvoer zich uit starend, anderen tersluiks een traan wegpinkend, allen met somberen blik en de droefheid in het hart." Van het eerste dat goed zien van het vrouwtje met de zware tobbe, stappend, het corpulente figuurtje achterovergebcgen, snel vooruit, alsof de tobbe haar vlug voorttrok en ge moeite heeft deze bij te houden," het vergelyken van het gedempte geloei van een rund in den stal met een klagend mirleton-gelutd." In de tweede novelle doet hy wat de taal aangaat al een flinken stap vooruit. Maar zijn personen hebben nog iets Cremer-, soms iets van Beersachtigs. En juist omdat enkele gedeelten vry zyn van dat sentimenteel roman tische, rammelt het geheel, ontbreekt de eenheid. Het beste van deze bundel is zonder twijfel Sloof je, het eentonige en in zijn eentonigheid aangrijpende verhaal van dat door het leven misdeelde, van jeugd tot ouderdom in verdruk king en ellende voortwerkende schepseltje, dapper tegen eiken tegenspoed in, berustend als een slaaf-geborene, toch aldoor snakkend naar iets beters! Het doet denken aan Multatuli's vertelsel van de staag na elke poging terugvallende mier. De bundels van Augustade Wit en Eigenhuis te vergelyken zou onbillijk zy'n. Eigenhuis heeft beter gegeven dan dit. Hy' is in deze novellen nog in wording, Augusta de Wit in de hare een krachtig, geheel gevormd talent. W. G. VAN NOUHUYS. Boefc en Tischrift. De Gids van November. Een degelijk, deugdelijk nummer is deze Gids-sfleveririg, een afl. waar men wat van meedraagt, 't Is zelfs een afl. vol kunst en wetenschappelijke pedagogiek. Zoo is er een opstel van Mevr, Van Kol »Wat zullen onze kinderen lezen" ; van Dr. R. C. Boer over Björsterne Björrson; van R. P. J. Tutein Nolthenius over de Groene en Zwarte steden van Amerika; van den gep. kapt. luit. ter zee C. Vreede over het lot van onze zee varenden. Dit opstel van den heer Vreede is zeker niet het minste van aanbelang. In korte, krachtige woorden, zonder veel opschik, schetst bij de moeielykheden voor den beginner, die zyn hart wel naar de zee voelt deizen, maar er zoo gemakkelijk niet heenkomt. Hij wijst op het vele ongerechtigde, hoe weinig nog voor de sociale aangelegenheden der zeevarenden wordt gezorgd, verklaart ons hoe hetmogely'k is, dat op een schip onder Hollandsche vlag geen enkele of hoogstens n man (en dan slechts om de journalen by' te houden) Neder lander is, hoe het met de schipbreuklijdende equipage gaat, die men volgens de letter der wet, hun gage onthoudt, hoe allerlei misbruiken mogelijk zy'n by de particuliere vaart, en orkunde volstrekt niet buitengesloten is. Door dit geheele betoogt ruischt, hoewel tenauwernood uitgesproken, een algerneene waarschuwing, naast de meer bijzondere vragen die in details onderzocht worden: de alge rneene waarschuwing dat wy niet zonder schade onze zeevaart kunnen verwaarloozen, en dat het tijd wordt ook onze aandacht tot de sociale zijde uit te strekken. Het opstel van Mevr. Van Kol over onze kinderschrijvers en schrijfsters is zeer uitvoerig, te uitvoerig, mag men zeggen, want hiermede vervalt ze wel eens in herhalingen, wat aan Trademarlt THEETralemark EOLDÊTOJ & COEBIEBE, .»n L K I D HC H KHTK,..»n "V AJMHTKK.UAM. *" Groot Beddenmagazijn. Groote collectie Wiegen, Kinderledekanten, Luiermanden, Baby taf eitjes, Babybascules, etc. etc. Vraagt geïllustreerde catalogus, Geheele pijnlooze verwijde ring van Likdoorns. Voor belaiighebbrftden aahbevtlmgen ter inzage. Spreekuur iederen werkdag van 9 tot 12 uur en van 2 tot 5 uur. WILLEM BULMER. PEDICURE. S l u g el 159. Cadèaux pour Corbeilies de Mariage. Garnitures de toilette, ivoire en crin. Boites a main. Eventaüi dentelle blatiche et plumes d'au'ruche. Sachets a gants et a mouchoirs. Riticules. Boites a bijoux & dentelle. Sacs garnis etc. VVE W. VAN DER HULST, IG9 M al verstraal 1G9 PH1LIPP4MA KETELAAK, MAI.VKK8TBAAT 16 «, A M H T F l 1> A M. SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige Uitzetten en Op aanvmat prijsopgaven en tr&nro toegetonden. Portretten-Bogaerts in Gliererfliteureit. De grootste waarborg: Onze Portretten mogen niet behouden worden, indien de gelijkenis niet volkomen bevredigt. Uitvoering in moderne, Kunst-richtmg op verlangen. Wy laveren een nnvergaraelijk, volkomend gelijtiend, in olieverf geschilderd Portret naar elke photog'afio. jjV H.H Kunstschilders die hunne Porti etten, naar de natuur afwerken in hun eigen Kunst-richting, besparen tijd door ons te belassen met de eerste ; uitvoering naar photografie. Prijscourant gratis op aanvraag. 11. ROCJAERTS & Co., Boxtel. Geen beter, solider en goedkooper adres dan bij J. ELSENBURC, N. Z. Voorburgwal 177. TELEFOONADRES No. 2699. YerzckiTing-Maatschappij JIOIDA". Damrak 74, Amsterdam. Werkkrachtverzekering. Onontbeerlijk voor wie van zijn beroep afhankelijk is. Uitkeering bij ziekten, ongelukken, organische ge breken. Niets uitgesloten. Exposition d'un choix immense et variéd'objets riches et simples pour la Fête de % ? Eerste Nederl. Verzekering-Maatschappij op het Leven, tegen Invaliditeit en Ongelukken, gevestigd te 's-Gravenhage, Kneuterdijk n. Directeuren: Jhr. Mr. W. SIX en Mr. A. F. K. HARTOGH. Adjunct-Directeur: P. DEUR1NK. Bykantoren: te Amsterdam, Ucrechtschestraat hoek Rembrandtplein; te Rotterdam, Gelderschestraat, Plan C No. 4. Volteekend Maatschappelijk Kapitaal .... waarop 20 pCt. is gestort. Verzekerd Kapitaal op het Leven, uit. 1898. Verzekerde rente Ontvangsten over 1898 ? 1,500,00.0. , 1(3,717.290.28 469,260.01 1,519,902.59 ! Reserven en Zekerheidsfonclsen ultimo 1898 i Bezittingen ultimo 1898 Tegen ongevallen met doodelijken afloop, ultimo 1898 invaliditeit, gevolg van ongevallen, f 5,083,683.57 5,371,226.81 38,171,666.59 , 41,984,403.28 i zal U Mes. Algemeen Nederlandsch Verbond. DRINGEND verzoek ik ieder, zoo spoedig mogeljjk mededeeling in 't oorspronkelijke of in afschrift, van al zulke pakkende bijdragen nit brieven en bladen, als ge schikt zgn om in zeer wqden kring eerlijke ingenomenheid met de burgers van de beide Republieken te bevestigen en wanbegrip omtrent hen tegen te gaan. H. J. KIEWIET DE JONGE, Secretaris. DORDRECHT. KINADRUPPELSvanDr. DEVRÜ, Het krachtigst werkend middel tegen Malaria (binnenkoortsen) algemeene zwakte, bloedarmoede en bleekzucht. Vraagt overal de Q verzegelde flacons a f 1.?, voorzien van nevensstaand fabriek smerk. Men lette daarop. Bjj overmaking van een postwissel a / 1.15 volgt franco toezending door de Chemische Fabriek van H. NANNING, Den Haag Heden verscheen: DOOR G. W. FRIS. (No. 118 van Warendorf s Novellen-Bibliotheek.) JPryg 1LO cent. Uitgave van VAX HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl