Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1168
boven geplaatst ziet; even eens gaat het effect
der parkietjes verloren, als men ze van
terzyde of van onderen beschouwt; zulke motieven
hebben bepaald een onder- en bovenzijde daar
zy niet slechts een lynencombinatie, als byv.
het dekschild der. schildpadjea, maar een be
paalde voorstelling zy'n,
Vandaar dan ook dat als geheel, die kleedjes
het meest geslaagd mogen heeten, diemet bloem
of bladversieringen bedrukt zy'n, hieronder zijn
met sterbloemetjes, en dennen appeltjes met
pylkruid en akelei, die tot zeer fraaie com
binaties aanleiding gaven, hoewel de dieren
motieven op zich gelf beschouwd zeker niet
de minste zy'n. Enkele der zijden lapjes zy'n
tot kussens gemaakt, maar het komt mij voor
dat ze als kleedjes of gordijntjes beter tot
hun recht komen: de kleuren zijn over het
algemeen mooi en in goede harmonie met de
doffe tint waarin de houtblokjes afgedrukt
zy'n.
Eenige, raeds vroeger hier besproken
houtsneden, een paar kleurstudies en een
krasteekening van een pauw, die we ons van een
vroegere Vierjaarlyksche nog herinneren
verhoogen nog de bezienswaardigheid dezer ex
positie.
Naar men ons mededeelt zal de heer Arild
MadBen, van wiens weef kunst we hier onlangs
melding maakten, enkele dagen in het Museum
van Kunstnijverheid te Haarlem werkzaam
zy'n, om aan belangstellenden te toonen, op
wat wy'ze hij hem te lande, de vrouwen en
meisjes, deze huisindustrie beoefenen, die be
halve een aangename bezigheid, van zeer groot
nut kan zy'n.
Maandag en Donderdag a. s. van 11?12
en 2?4 uur stelt genoemde heer zich alzoo
beschikbaar voor ieder die belangstelt in deze
tak van knnstny'verheid, terwy'l hy' gaarne be
reid is de meest mogelyke inlichtingen te
verschaffen aan hen, die er nader kennis mede
wenschen te maken.
R. W. P. Jr.
De Mans-tentoonstelling welke in het einde
dezer maand door de maatschappij »Arti et
Amicitiae" zal worden gehouden, beloofd zeer
belangry'k te worden. Behalve by'ra alle
schilderyen thans in «Pulchri Studio" geëx
poseerd, zyn nog vele toezeggingen van
Marisbezitters ontvangen.
De tentoonstelling van teekeningen enz. van
leden der maatschappij »Arti et Amicitiae"
welke zich voortdurend in een druk bezoek
mag verheuger, zal, met het oog op de eerlang
te bonden Maris- tentoonstelling, op Zondag
12 November des middags te 4 ure< worden
gesloten.
Twee floyellisten.
ATJGTJSTA DE WIT, Verborgen Bronnen.
Amsterdam, P. N. van Kampen & Zoon.
J. EIGENHUIS, Uit Waterkerk. 's
Gravenhage, Loman & Funke.
't Zal een jaar of vijf geleden zijn dat ik,
op een avond eenige tijdschriften doorbladert nd,
ook de reproducties van eenige schilderyen en
teekeningen bekeek, een artikel over Mevr.
Bilders van Bosse illustreerend in het maand
schrift Elzevier Van een prentje dwaalden
my'n blikken naar den tekst daarnaast, en ik
begon te lezen, sloeg die bladzij om en las
door van zin tot zin, meegenomen door... ja,
door wat ? Door iets eigenaardigs in etyl en
zegging, dat mij naar het begin van het artikel
deed terugblaren, nieuwsgierig geworden naar
den naam des schrijver. De naam bleek mij
geheel onbekend: George W. Sylvius.
Korten ty'd later wist ik dat een jonge dame
dien naam als schuilnaam vo'rde en las ik n
in Elzevier n in Eigen Haard een
novellistische schets, die den eerste indruk in mij
bevestigden, dat George W. Sylvius een schryfster
was met veelbelovend lalent. En Nellis en
De Graveur (thars herdrukt als De Meester
Glaswerker) verblijdden door hizondere kwa
liteiten.
Daarop volgde in de Gids de novelle uit
het Schotsche kustland, De Vader, de eerste
onder den eigen r,aam Augusfa de Wit, dan
in Wüord en Beeld Vijandschap, en later,
opnieuw in de Gidst, Vrijage. I leze vy'f vormen
met een zesde, De hoogste Wet, den iihoud
van den bundel Verborgen Bronnen.
Er is een bepaalde r«de, waarom ik deze
bizonderheden meedeel.
Wie in Verborgen Bronnen de novellen
leest, kan zich verheugen dat onze literatuur
een schrijfster te meer telt, wier werk aan
spraak mag maken op waardeer ing, blyk geeft
van een eigen sty'l, een kloek zien en diep
doorvoelen der werkelijkheid, een groote
gemakkelykheid in het beheerschen van velerlei
zeer uiteenloopende stof, en meestal zonder
gezochtheid vaardig hanteeren van haar
persoonlyke, toch zuiver Nederïandsche taal.
Maar voor den belanghebbende krijgt baar
werk nog grooter waarde, als hij de moeite
neemt het te vergeleken, zooals het mi is met
den staat waarin het de eerste maal gepubli
ceerd werd. Want dan zal hem bljjken, hoe
het deze schrijfster ernst is met haar werk,
hoe ze niet tevreden is met het gedrukt te
zien, maar bij voortduring tracht het te ver
beteren, door omwerking van de delails, door
wijziging van den zinnen, door verlevendiging
van den sty'l.
Het voorschrift van Boileau:
Vingt fois sur Ie métier remettez votre ouvrage
moge in zijn horaüaansche algemeenheid te
weinig rekening houden met der artiesten ver
schillende geaardheid ik ken er die nooit
iets wijzigen of wyzigen kunnen aan hun werk
en er niet minder om zijn! toch geloof ik
dat voor de groote meerderheid deze regel
gelden mag. In elk geval mejuffrouw De Wit
volgt hem en haar werk bevindt er zich goed bij.
Het zou te veel plaats vragen dit door uit
voerige vergelijking hier aan te toonen. Daarom
volsta het volgende:
De novelle Nellts geeft het verhaal van een
jongen strooper, die, bij een overval der kom
miezen verwond, vlucht in het huis van een
ouden predikant en door dezen verpleegd wordt.
Uit dankbaarheid komt hij een paar dagen
later met een paar gestroopte hazen aandragen.
Verontwaardiging van den predikant, die hem
met een ernstige berisping en vermaning weg
zendt !... Tot zoover komt de redactie der novelle,
gelijk ze vroeger in Elsevier verscheen, overeen
met de tegenwoordige. Maar nu. In Elsevier
is de jonge strooper dermate teleurgesteld,
verdrietig en moedeloos over de afwijzing van
den predikant, dat hij, zy'n aard van vroeg
verloopen vagebond verloochenend, de hazen
in het water werpt. Dit vergryp tegen de
realiteit maakt de auteur thars goed. Nellis
is evenzeer verslagen en voelt als een doffe
py'n de zekerheid: de eenige, die ooit goed
voor hem geweest is, wou zijn dankbaarheid
en zy'n geschenk niet hebben."
Maar nu trekt hy' baloorig naar een kroeg,
verpatst de hazen aan den herbergier, bedrinkt
zich tot zyn landerigheid overgaat.
En toen de waard vond dat het nu wél
was geweest, zei bij:
Je hebt je te-goed schoon op, Nellis.
En hij zeulde hem naar de deur, en goeide
hem op straat.
Daar lag hij."
't Is best mogelijk dat enkele lezers dat
vroegere slot veel mooier" vinden. Maar ik
vind het een gelukwensch aan de schrijfster
waard, dat ze ter eere en ter eerbiediging der
realiteit dat vakche mooi zoo kloek overboord
wierp.
Betreft dit den inhoud zelf, de compozitie
ook in de schrijfwy'ze is groote verbetering. Wie
de beide lezingen van De Vader en Vry'age
vergelijkt,moet getroffen worden door de groot er leven
digheid van den sty'l. En het is zeker gén schade
dat zulk een groote hoeveelheid tegenwoordige
deelwoorden een gevolg van de vóór eenige
jaren heerschende litteraire mode ? ten offer
gebracht werden by het streven naar meer
dramatische voorstelling en meer kracht.
Toch is er aan dat werken en blyven werken
een bedenkelijke kant. Er is in den eersten
opzet van den kunstenaar vaak iets spontaans,
iets frisch', dat gevaar loopt by het herhaaldelijk
bijwerken en wijzigen. Vooral bij het bywei ken,
byvoegen.
Een psar voorbeelden ter verduidelijking
mijner bedoeling.
In De Vader, eerste redactie, staat van den
ouden David Machiel geschreven:
De oude man nam een pen, en met een
streep, recht en f cherp als een houw, sloeg hij
den naam door." (De raam van zy'n zoon in
den ouden familie-bijbel).
In Verborgen Bronnen luidt dit:
De oude man nam een pen. En met een
streep, recht en scherp als een zwaardhouw
sloeg hij de woorden door."
Dit is geen verbetering. Ten eerste is die
punt achter pen misplaatst, maakt den zin
theatraal. De oude man nam een pen." Punt.
Let op: Wat (!oet hy' met die pen ?" We
staren, wachtend. En na een oogenblik komt
eerst het verwachte effect, waarop die punt
voorbereidde.
Verder is de houw een zwaardhouw ge
worden. Waarom? \\aarom niet aan de ver
beelding van den ICZT overgelaten dit aan te
vullen naar goedvinden? Mag het geen houw
met een bijl, of met een kapmes zijn? en
waarom niet ?
Ten derde : sloeg hij de woorden, door." Dit
is de correctheid veel te ver gedreven. Indien
bijbel staat: Rcnald, zoon van David Machiel
en Lily Hobinson." 't Is dus juister te zeggen
dat de vader niet alleen den naam Ronald
doorsloeg, maar óók wat er op volgde. Zeker.
Maar voor den lezer was de onjuistheid krach
tiger, in haar kortheid meer zeggend. En daar
komt het op aan.
Op het bijvoegen rust vaak geen zegen.
Het zinnetje : Voor hy zes jaar oud was,
stierf zij," (Ronald's moeder) heeft een aan
merkelijke uitbreiding gekregen.
Voor hij zes jaar oud was, stierf zij plot
seling, zoo als een bloem in een kouden nacht
uiteen valt." Ai!...
Dat de koffieton, die de booze boer in
De Gids, (Vrijage), tusschen de handen heeft,
nu een koffie&aw geworden is, zal wel aan den
drukfouten-duivel te wy'ten zyn.
Over de bizondtre kwaliteiten van dezen
bundel sprak ik reeds. Ik vind die ook in de
taal. Half of heel verouderde woorden staan
plotseling heel frisch voor ons, in hun
eigerly'ke beteekenis. Zoo doorluchtig als door
schijnend, overmogen als overwinnen, zelfs een
provincialisme als boesterig (boisterous ?) voor
het speelsrhe van den lentewind. Minder ge
lukkig vind ik de woorden blos en nameloos
als adjectieven bij gelaat.
D« bundel getuigt ook van een merkwaardig
aanpassingsvermogen. De auteur weet zich
geheel in te leven in de omgeving waarin ze
tijdelijk vertoeft. Elke novelle heeft daardoor
een eigen atmosfeer.
Door de kloekheid, tevens raakheid van
zegging, door de lenigheid van taal die zich
allergelukkigst vlijt raar den aard van het
onderwerp (wat beweegt ze zich als voorzichtig
streelend om die broze pracht van
Venetiaancch glas!), door de telkens weer verrasserde,
zuivere uitbeelding van artistiek geziene, diep
doorvoelde realiteit, is dit werk ongetwijfeld
een aanwinst voor onze literatuur.
Voor wie belangstellen in het talent var; den
heer Eigenhuis, wier s Eenvoudige zielen ik een
vorig jaar hier met zooveel genoegen aankon
digde en ik hoop dat het er vele zijn !
is bet iets eigenaardigs, door den schrijver
zelven in staat gesteld te worden zy'n ont
wikkelingsgang te volgen.
In zijn bundel Uit Waterkerk geeft hij novellen
uit '%, '97 en '98. Bij het doorhzen der
eerste moeten wij voortdurend indachtig zijn
aan het bekerde: que l'auteur est jeune et
qup c'et-t son premier pas!"
Wat een strijd heeft hij te voeren gehad om
zijn individualiteit te redden uit een massa
reminiscentiën, zijn talent vrij te maken van
corventioneele fraaiïgbedeii.
Zie eens m Boutje de bladzijden 52, 53 en
54 met die liere dichterlijke natuurbeschrijving
van het jasr nul! Zoo'n zin als byv : Doch
na enkele dagen golfde de eerdenjioel weer
zacht en kalm, met kleine, glinsterende rim
peltjes de rictstoppels kufserd, om die ergcmiy
te vragen voor de knellende boeien van den
winter"!...
Maar met n ruk maakt hij ze'f zich dan
vrij van dat weezoete, en vee! goed door ra die
b'adzijden een zin te geven met eigen obser
vatie, als:
De elzen- en wilgensingels welfden hun
takken met trossen van goudgele meeldraden
en zilvergroer.e stamperkatjes over de donkere
slooten "
Die heele novelle is n voortdurende strijd
tusschen den aanleg tot ernstige
werkelijkheidweergeving en het nog mooi vinden van de
conventioneele dorps-novelle-schrijverij.
Van dit laatste getuigt het intrige-tje met die
babbelachtige schoolster, bet stfrfbed-bcrouw en
het verzoenend slot. Ook het boek-achtige der
personen, die wel cht leven willen, maar soms
moeilijk met de voeten op den beganen grord
blijven. Ook tal van uitdrukkingen het in
diepon rouw gedompelde dorp" of menig
overkropt gemoed barst in snikken uit" of zinnen
als: Achter de lijkstatie volgden de mannelijke
familieleden en vrienden; sommigen rechtvoer
zich uit starend, anderen tersluiks een traan
wegpinkend, allen met somberen blik en de
droefheid in het hart."
Van het eerste dat goed zien van het vrouwtje
met de zware tobbe, stappend, het corpulente
figuurtje achterovergebcgen, snel vooruit, alsof
de tobbe haar vlug voorttrok en ge moeite heeft
deze bij te houden," het vergelyken van het
gedempte geloei van een rund in den stal met
een klagend mirleton-gelutd."
In de tweede novelle doet hy wat de taal
aangaat al een flinken stap vooruit. Maar zijn
personen hebben nog iets Cremer-, soms iets
van Beersachtigs. En juist omdat enkele
gedeelten vry zyn van dat sentimenteel roman
tische, rammelt het geheel, ontbreekt de
eenheid.
Het beste van deze bundel is zonder twijfel
Sloof je, het eentonige en in zijn eentonigheid
aangrijpende verhaal van dat door het leven
misdeelde, van jeugd tot ouderdom in verdruk
king en ellende voortwerkende schepseltje,
dapper tegen eiken tegenspoed in, berustend
als een slaaf-geborene, toch aldoor snakkend
naar iets beters! Het doet denken aan
Multatuli's vertelsel van de staag na elke poging
terugvallende mier.
De bundels van Augustade Wit en Eigenhuis
te vergelyken zou onbillijk zy'n. Eigenhuis heeft
beter gegeven dan dit. Hy' is in deze novellen
nog in wording, Augusta de Wit in de hare
een krachtig, geheel gevormd talent.
W. G. VAN NOUHUYS.
Boefc en Tischrift.
De Gids van November.
Een degelijk, deugdelijk nummer is deze
Gids-sfleveririg, een afl. waar men wat van
meedraagt, 't Is zelfs een afl. vol kunst en
wetenschappelijke pedagogiek.
Zoo is er een opstel van Mevr, Van Kol
»Wat zullen onze kinderen lezen" ; van Dr. R.
C. Boer over Björsterne Björrson; van R. P.
J. Tutein Nolthenius over de Groene en Zwarte
steden van Amerika; van den gep. kapt. luit.
ter zee C. Vreede over het lot van onze zee
varenden.
Dit opstel van den heer Vreede is zeker
niet het minste van aanbelang. In korte,
krachtige woorden, zonder veel opschik, schetst
bij de moeielykheden voor den beginner, die
zyn hart wel naar de zee voelt deizen, maar
er zoo gemakkelijk niet heenkomt. Hij wijst
op het vele ongerechtigde, hoe weinig nog voor
de sociale aangelegenheden der zeevarenden
wordt gezorgd, verklaart ons hoe hetmogely'k
is, dat op een schip onder Hollandsche vlag
geen enkele of hoogstens n man (en dan
slechts om de journalen by' te houden) Neder
lander is, hoe het met de schipbreuklijdende
equipage gaat, die men volgens de letter der
wet, hun gage onthoudt, hoe allerlei misbruiken
mogelijk zy'n by de particuliere vaart, en
orkunde volstrekt niet buitengesloten is.
Door dit geheele betoogt ruischt, hoewel
tenauwernood uitgesproken, een algerneene
waarschuwing, naast de meer bijzondere vragen
die in details onderzocht worden: de alge
rneene waarschuwing dat wy niet zonder schade
onze zeevaart kunnen verwaarloozen, en dat
het tijd wordt ook onze aandacht tot de sociale
zijde uit te strekken.
Het opstel van Mevr. Van Kol over onze
kinderschrijvers en schrijfsters is zeer uitvoerig,
te uitvoerig, mag men zeggen, want hiermede
vervalt ze wel eens in herhalingen, wat aan
Trademarlt
THEETralemark
EOLDÊTOJ & COEBIEBE,
.»n L K I D HC H KHTK,..»n
"V AJMHTKK.UAM. *"
Groot Beddenmagazijn.
Groote collectie Wiegen,
Kinderledekanten, Luiermanden,
Baby taf eitjes, Babybascules, etc.
etc. Vraagt geïllustreerde catalogus,
Geheele pijnlooze verwijde
ring van Likdoorns.
Voor belaiighebbrftden aahbevtlmgen ter
inzage.
Spreekuur iederen werkdag van 9 tot
12 uur en van 2 tot 5 uur.
WILLEM BULMER.
PEDICURE.
S l u g el 159.
Cadèaux pour Corbeilies de Mariage.
Garnitures de toilette, ivoire en crin. Boites a main. Eventaüi dentelle
blatiche et plumes d'au'ruche. Sachets a gants et a mouchoirs. Riticules.
Boites a bijoux & dentelle. Sacs garnis etc.
VVE W. VAN DER HULST,
IG9 M al verstraal 1G9
PH1LIPP4MA KETELAAK,
MAI.VKK8TBAAT 16 «, A M H T F l 1> A M.
SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige
Uitzetten en
Op aanvmat
prijsopgaven en
tr&nro toegetonden.
Portretten-Bogaerts
in Gliererfliteureit.
De grootste waarborg: Onze Portretten mogen niet behouden
worden, indien de gelijkenis niet volkomen bevredigt. Uitvoering in moderne,
Kunst-richtmg op verlangen. Wy laveren een nnvergaraelijk, volkomend gelijtiend,
in olieverf geschilderd Portret naar elke photog'afio.
jjV H.H Kunstschilders die hunne Porti etten, naar de natuur afwerken
in hun eigen Kunst-richting, besparen tijd door ons te belassen met de eerste ;
uitvoering naar photografie. Prijscourant gratis op aanvraag.
11. ROCJAERTS & Co., Boxtel.
Geen beter, solider en goedkooper
adres dan bij
J. ELSENBURC,
N. Z. Voorburgwal 177.
TELEFOONADRES No. 2699.
YerzckiTing-Maatschappij JIOIDA".
Damrak 74, Amsterdam.
Werkkrachtverzekering.
Onontbeerlijk voor wie van zijn beroep afhankelijk
is. Uitkeering bij ziekten, ongelukken, organische ge
breken. Niets uitgesloten.
Exposition
d'un choix immense et variéd'objets
riches et simples pour la Fête de
% ?
Eerste Nederl. Verzekering-Maatschappij op het Leven, tegen Invaliditeit en Ongelukken,
gevestigd te 's-Gravenhage, Kneuterdijk n. Directeuren: Jhr. Mr. W. SIX en Mr. A. F. K. HARTOGH. Adjunct-Directeur: P. DEUR1NK.
Bykantoren: te Amsterdam, Ucrechtschestraat hoek Rembrandtplein; te Rotterdam, Gelderschestraat, Plan C No. 4.
Volteekend Maatschappelijk Kapitaal ....
waarop 20 pCt. is gestort.
Verzekerd Kapitaal op het Leven, uit. 1898.
Verzekerde rente
Ontvangsten over 1898
? 1,500,00.0.
, 1(3,717.290.28
469,260.01
1,519,902.59
! Reserven en Zekerheidsfonclsen ultimo 1898
i Bezittingen ultimo 1898
Tegen ongevallen met doodelijken afloop, ultimo 1898
invaliditeit, gevolg van ongevallen,
f 5,083,683.57
5,371,226.81
38,171,666.59
, 41,984,403.28 i
zal U Mes.
Algemeen Nederlandsch Verbond.
DRINGEND verzoek ik ieder, zoo spoedig mogeljjk
mededeeling in 't oorspronkelijke of in afschrift, van al
zulke pakkende bijdragen nit brieven en bladen, als ge
schikt zgn om in zeer wqden kring eerlijke ingenomenheid
met de burgers van de beide Republieken te bevestigen
en wanbegrip omtrent hen tegen te gaan.
H. J. KIEWIET DE JONGE,
Secretaris.
DORDRECHT.
KINADRUPPELSvanDr. DEVRÜ,
Het krachtigst werkend middel tegen
Malaria (binnenkoortsen) algemeene
zwakte, bloedarmoede en bleekzucht.
Vraagt overal de Q verzegelde flacons
a f 1.?, voorzien van nevensstaand fabriek
smerk. Men lette daarop.
Bjj overmaking van een postwissel a
/ 1.15 volgt franco toezending door de
Chemische Fabriek
van H. NANNING, Den Haag
Heden verscheen:
DOOR
G. W. FRIS.
(No. 118 van Warendorf s Novellen-Bibliotheek.)
JPryg 1LO cent.
Uitgave van VAX HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam.