De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 19 november pagina 6

19 november 1899 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1169 Ja, waarde heer Schafer, gjj hebt gelyk. Er is iets goeds in het werk van uw vriend Dehmel, Duizend jaren zyn er noodig geweest om de eenvoudigste waarheden aan den dag te brengen en Dehmel heeft veel eenvoudigs en waars gezegd en gezegd zooals niemand vóór hem. Maar er is ook somtijds iets pynlyk gewilds in uwen dichter en dat is het wat m\j hindert. Wanneer hy eenmaal zyn angstig spartelen in zjjne gevoelswateren zal hebben laten varen en hjj zich rustig daarop zal laten dry'ven, dan zal hy rijzen op hooge waterkrullen. Dan zal dat pynlyke uit zyn oog verdwijnen, dat lichtschuw steeds naar de verborgenheden zyner ziel wil loeren en wij een dichter meer hebben die ons afwezigheid van schoon e muziek rijkelijk kan vergoeden. Wat is het anders dan melodie het volgende gedicht ? BEFREIT. Du wirst nicht weincn. Leise, leise wirst du lacheln; und wie zur Reiae geb ich dir Bliek und Kuaz zurück. Unsere lieben vier Wande! Du baat sie bereitet, ich habe sie dir zur Welt geweitet O Glück! Dann wirst du heisz meine Hande fassen, und wirst inir deine Seele lassen, laszt nnsern Kinder mich zuvück. Du schenktest mir dein ganzes Leben ich will es Ihnen wiedergeben O Glück. Es wird sehr bald sein wir wisseu's Beide, wir haben einander befreit vom Leide, so geb' icu dich der Welt zurück Dann wirst du mir nur noch i m raum erscheincn und mich segnen und rait mir weinen O Glück. Richard Strauss heeft van deze woorden een lied gecomponeerd, dat in breede deining van gevoel met onmerkbare overgangen tot intime sentimenten zeker tot zyn beste liederen be hoort. Eenigen ty'd geleden mocht ik het door zjjne vrouw mevr. Strauss?de Ahna op een con cert hooren voordragen met een talent dat haar op de gely'ke hoogte hief van dichter en componist. De melodieën roeren de diepstliggende draden der menschenziel aan, iets wat men van de meeste tot nu toe door Strauss gscomporieerde liederen niet kan zeggen, daar zy zeer vlak en zonder stemming zyn. * * * Van Dichters en Schrijvers. Zoo heet het nieuwe werk van dr. A. S. Kok, dat is uitgegeven te Culemborg by Blom en Olivierse. Daarin handelt deze letterkun dige over alles en nog wat. De registers geven een respectabel aantal namen. Men vindt er in Machiavelli zoowel als Albert Verwey en Ariosto zoowel als mr. S. van Houten. Hy heeft het over Hooft en Bilderdjjk en geeft ons eene uitvoerige geschiedenis van het sonnet. Daarbij ig Arthur Rimbault en de heilige Theresia niet vergeten. Tot nu tos wist men niet hoe Hooft aan zyn Larissa kwam. Leendertz en van Vloten hebben daarover gezwegen. De heer Eok heeft het gevonden. Larissa is eene navolging, ja by'na woordelijke vertaling van den franschen dichter Theophile de Viau, door dezen in het latyn geschreven en onder denzelfden titel uitgegeven. Een gelukkige vondst zeker en de vinder heeft gelijk er over tevreden te zyn. Met veel bizonderheden en lange citaten uit italiaansche schryvers wordt de reis van Hooft in Italiëverteld en een kaartje maakt ons de reisroute duidelyk. Dat alles is zeer vermakelijk en prettig om te lezen. De heer Kok is in die tijden overal goed thuis, hy kent latyn, spaansch en itaiiaansch. Hy ver bale ons nog meer uit die tyden van al die schitterende Venetianen en Florentynen. Daar zyn nog zooveel belangrijke schryvers, waarvan wij niet veel weten en die ons toch interes seeren. Hy verbale ons van Aretino, van Titian, den schilder, van Marini en Gongora. Van Cats en Bilderdyk weten we al zooveel. De heer Kok houdt veel van curiositeiten. Zoo geeft hy een opstel over Echogedichten en een over het devies en de kernspreuk in onze letteren. We zien daaruit dat onze liefhebberden veel veranderd zyn. En al heeft Victor Hugo in een zwak oogenblik er zich eens mee geamuseerd, in 't algemeen doen de groote lui er niet meer aan. Doch laten we niet lachen over de zwakheden onzer voor ouders, wy ook zyn voorouders, zooals Clarotie eens heeft gezegd, eenvoudige voorouders. Onze naneven zullen ons ook niet meer begrypen. EBENS. Opstellen oyer spelling en door dr. R. A, KOLLEWIJN. Onverschilligheid en onkunde, zelfs by hun van wie men beter mocht verwachten het zyn onze grote vyanden'1, zo eindigt het laatste opstel uit bovengenoemd boekje en wie maar de naam aanziet van de schryver, weet al dadelik waarvoor dit boekje strijdt en wat de vijanden in de schrijver en de zy'nen be strijden. We hoorden er in de laatste tijd niet veel meer van in 't openbaar en het deed my daarom genoegen dat er in dit Weekblad zich plotseling 'en nieuw medestrijder voor de goede zaak opdeed, die zich schuil hield als Sagittarius. Met hartstocht kwam hij op voor z'n mening en ik volgde hem met genoegen, bij my zelf aanvullende wat hy wegliet, om niet te lang en dus vervelend te worden, zeker. En toen hy nu in z'n laatste stuk de Nederlanders opwekte om ten minste eens kennis te nemen van wat hun kinders ten goede kon komen, als ze hun eigen belang er noch niet eens bij in rekening wilden brengen, toen vond ik dat ik hem bijspringen moest en iets moest zeggen over het aardige, goed geschrevene boekje, waarin de stichter van de Kollewijnse beweging z'n denkbeelden, vroeger in Vragen van den Dag, Taal en Letteren, Tweemaandelqksch Tijdschrift, neergelegd, bijeenverzameld en uitgegeven heeft. Ziedaar dan, wat de Neder landse vader nodig heeft, de moeder vooral ook wy spreken immers niet zonder reden van de moedertaal! Hier kunnen zij vinden de wetenschappelike bewyzen van het lastige, het onwetenschappelike van onze spelling! Hier kunnen zy lezen, hoe het Nederlandse kind, hun kind, nodeloos geplaagd wordt met dingen, waartegen de grootste geleerden zondigen. Sla b.v. eens op blz. 136 en 137 en lees daar hoe de eersten onder ons zich of niet storen aan de regeltjes tot hun verdriet gemaakt of, als zy bekend zyn als gelovigen aan De Vr. en T. W., er zich telkens en telkens weer tegen bezondigen. Hoe Da Costa, Vosmaer, Van Hall, Cosyn-Te Winkel (spraakkunst), Byvanck, Van Deventer, Knappert, Jorissen, Boer, Coenen, Verdam, dr. A. Beets, prof. Ten Brink enz enz. fouten schryven tegen de geslachten l Hier ook in het laatste hoofdstuk, dat uit het Tweemaandeli/jkseh Tijdschrift overgedrukt is, de strikt wetenschappelike uiteenzetting van het ontstaan van de dwaasheden waaraan wij noch maar aldoor gehoorzamen. Hier vindt men het klaar en eenvoudig weerleggen van alles wat er zo al dienst heeft gedaan als wapen tegen de voorgestelde vereenvoudigin gen. Maar dan staat er buiten de eigenlike spellingstrijd noch zoveel interessants in, dat mensen die wat aan taal doen kan brengen tot inkeer van meest dogmatiese begrippen. Zo wordt er je b.v. gevraagd: wat valt er van de klemtoon te zeggen bij ons? Sla je nu na wat Verdam er van zegt in zyn Geschiedenis der Nederlandsche taal, dan vind je daarin wel een belangryk hoofdstuk over de klemtoon, maar er wordt niet genoeg rekening gehouden met het wezenlik om zich heen waar te nemen ver schil van klemtoon by dezelfde betekenis; wel wordt wijziging van betekenis vermeld als de oorzaak van schoorsteenmantel naast schoor steenmantel, dan zou dit laatste meer 'en samen stelling zijn voor wie 't gebruikte als het eerste, volgens Verdam,' maar in de andere daar ge noemde voorbeelden ontgaat mij het verschil. Als ik b.v. zeg onderwijs dan denk ik volgens Verdam aan onder en wijs, terwyl voor iemand die zegt onderwijs het woord meer n geheel is ; vergelyk maar góéte melk maar zoetemelk; stiidshuis maar stadhuis, zóéthout maar zoethótti. Nu bij deze drie laatste voorbeelden voel ik dat duidelik maar by onderwijs en onderwijs! ? Nee. hoor, 't is mij te geleerd. Ik geloof dat hier te veel alles in beredeneerd wordt: men vindt iets en nu zit men te denken: jonge, hoe zou dat toch komen? Daar moet ik een regel voor zien te vinden!" En men haalt wat analogievoorbeelden voor den dag en klaar is 't, maar bevredigt nu die grammaire raisonnée je ? Welnee ! Er zyn immers zoveel andere woorden, die je om je heen door de een met deze door die met 'en andere klemtoon hoort uitspreken, en verschil van betekenis is er in dat geval al te vaak niet aan te wijzen, ten minste niet 'en verschil dat tot het bewustzyn van de spreker doorgedrongen is. Zou iemand die alt(i'ir zegt aan het kerklatijnse altare denken en de "Ztaar-zegger niet ? Maar dan noch, want Verdam zal zeggen, dat het hem onbewust bijgebleven is, juffrouw en juffrouw (ook altyd juffrouw), nochtans en noehtfins, voortaan en voorti'tiin, reusachtig en reusachtig enz. (zie Kollewyn t. a. p. blz. 130) wie zal nu presies zeggen, welke faktoren hebben bewerkt dat daar 'en verschil bestaat bij dezelfde personen. Men kan wel zeggen: Wel dat komt daarvan!" Maar als men even over het wezen van de taal, als 'en physies en psychies proses in onze hersenen, 'en proses waarvan wij de oorzaken en werking noch ternauwernood begonnen zyn waar te nemen; als men over dat geheimzinnige even nadenkt, dan zal men er zich wel voor wachten om te dekreteren: dat is de oorzaak en anders niets." Immers hierin ligt opgesloten dat degeen die 't anders zegt verkeerd doet, fout spreekt en de persoon die spreekt matigt zich daar door gezag aan dat hem niet toekomt. Biezonder belangwekkend is dat uiteengezet in het hoofdstuk over Taalfouten en nog wat. Ook voor mensen die wel eens voor de aar digheid aan taal doen, zulken zyn er velen by ons, zullen in datzelfde hoofdstuk verdedigin gen van Dingsdag, chinaasappel; iets over de lees tekens en hun belang; over de ontzettende massa vreemde woorden, die wij hebben, zonder dat men 't weet (blz. 159), en dergelijke meer, belangwekkend zijn. Maar de hoofdzaak is en blijft toch het hoofdsireven van de schryver de vereenvoudiging en nu gaat zijn werk niet verder dan tot 1897, anders zou er stellig noch een faktor wel in n of ander stuk aangehaald zyn als 'en reden te meer voor ons om ons schrijven te vereenvoudigen en dat is: het debiet van onze werken in Zuid-Afrieka, de Zuid-Afriekaanse Republiek vooral 1). Is het niet weemoedig om aan te zien, dat wy, nu niemand daar om studie meer denken kan, aankomen met hun toelating tot onze universiteiten; en, nu er niet meer gelezen kan worden, nu moeten wy noch aansporen, om onze lektuur voor hun gemakkeliker laesbaar te maken ; nu heeft men het belang er van bij ons noch altijd niet ingezien. En toch, er is ook iets bemoedigends in, dat onze mieaister er nu mee voor 't licht komt; dat tekent hoop voor de toekomst; welnu diezelfde hoop mag ons nooit begeven, maar dan ook, als die hoop vervuld wordt, dan moesten wij behalve onze geldelike steun hun ook kunnen en willen zeggen: zie, wij willen de schatten van onze kennis, de paarlen van onze kunst en poëzie gemakkelik toegankelik maken voor u, Zuid-Afriekaanders. Ook bij persoonlike afkeer daarvan is het tegenover u onze plicht, nu te vereenvoudigen". Onwillekeurig ben ik uit de krietiektoon gevallen, laat mij er weer toe terugkeren door het woord te richten tot de heer F. Lapidoth van Klscviers Maand schrift. In de eerste plaats dank ik hem voor zyn waardering zonder de minste spot. Maar dan dit: hij is 'en voorstander van eenheid", maar later blijkt het van 'en een heid in hoofdzaken", omdat de medewerkers zich allen zeer vrij gedragen ten opzichte der spelling van De Vries en Te Winkel en de officiëele (?) grammatica." Dat is zeker geen gedwee volgen van de wetten". Er ligt 'en tegeustry'digheid in deze aanhalingen, die hierop neer komt : ieder schrijft zoals hij wil, mits maar niet Kollewijniaans. Nu, dit is waar, maar waarom dan ook maar niet Kollewijniaans ? 1) In dat jaar verscheen er 'en brief van dr. Engelenburg van de Volksstem" in de Gids, getiteld: De spellingkwestie met het oog op Zuid-Afrika''. 'En oproep om te vereenvou digen. Ik raad een ieder aan om die als hij kan noch eens na te lezen. Wy zyn een dubbeltalig volk" zegt Lapidoth en tot noch toe kan ik dat niet inzien: we zyn een veeltalig volk, we hebben zoveel talen als er mensen in ons landje wonen, dat was beter. Maar we begrijpen elkaar toch best, als hy spreekt van dubbeltalig". Dat is weer het oude schryftaal-wanbegrip waarover Sagittarius spreekt, dat bestreden is door Van den Bosch in zyn Pleidooi voor de Moedertaal en de onder wijzers", waartegen voortdurend stry'd gevoerd wordt in Taal en Letteren en ook weer in deze verzameling van opstellen. Het streven van de jongere taai-mensen om van ons volk 'en een talig volk (in de zin door Lapidoth aan taal gehecht) te maken is duidelik 'en streven dat de steun van ieder verdiende. Immers daartoe moet goed spreken geleerd worden en dat moet de heer Lapidoth goedkeuren; hij toch zegt: de Nederlander is slordiger en krachteloozer gaan spreken sedert hy een schrijftaal had". Leer dus de jonge Nederlander 'en waar inzicht in het wezen van taal krijgen en laat hem als stelregel aannemen: Wat beschaafd genoeg is om in 'en gezelschap beschaafden gesproken en gehoord te worden, dat is ook beschaafd genoeg voor het papier!" En het rezultaat zal zyn dat hij de toestand van z'n beschaving laat zien in z'n schrift. Wy krijgen zielsuitingen van het kind, op school, de jonge man, de volwassene, allen verschillende naar leeftyd en beschavingstoestand. En dat moet het streven zyn. Vinden artiesten, of mensen die in zich iets artiestachtigs hebben, die taal niet mooi genoeg, welnu niets belet ze om 'en juister tekenend woord te zoeken. Niemand wil artiesten aan banden leggen en hun 't gewone opdringen. Maar 't is ook voor de gewone mensen dat wy' opkomen. Noch altyd geldt het woord: Laat de kinderkens tot my komen!" 't Komt vooral hierop neer: Waarvan moet men by het onderwijs uitgaan ?" 't Is zowel 'en taai als 'en spellingkwestie, vooral echter het eerste. Dat de spelling D. V. en T. W. zich meer tot de half- en kwart-geleerden richt zal niemand ontkennen en wie het noch niet inzien mocht, verzoek ik bovengenoemd boekje te kopen en zich te abonneren op Taal en Letteren, waar ik o.a. zelf herhaaldelik uitvoeriger, dan mij hier mogelik is, de bewuste kwestie besproken heb. In ieder geval is het al veel dat alleen redenen van opportuniteit" Elzeviers Maand schrift en b.v. ook de Tijdspiegel weerhouden (meer) in de vereenvoudigde spelling op te nemen, en daarbij neem ik graag akte van de verklaring van Lapidoth: Het streven van hen, die onze schrijftaal willen hervormen, verdient ernstige belangstelling". Haarlem, J. B. SCHEPERS. Jonker Jan Tan tier Noot, Leven en werken van Jonker Jan van der Noot, door ACG. VEKMEYLEN. Ant werpen. De Nederlandsche Boekhandel 1S99. Een Nederlandsch dichter uit de zestiende eeuw, als geen ander voor of na hem bewierookt en met dwaze lofspraken overladen, een die wel niet zijn roem .overleeft, maar toch bijna onmid dellijk na zijn dood vergeten wordt. Een poëet, Trademark THEE - E. BRAIVDSMA. Traderaark Slaapkamer-Ameublementen in Pitch pin-, Noten-, Eiken- en Mahoniehout. WIT GELAKTE MEUBELEN Eng: genre. Franco levering door geheel Nederland. ARTS AND CRAFTS, den (Haag, (Kneuterdijk. van pastels van D. NAMINGA, met medewerking van andere artisten. HaafflLYei.JYGl|OAfflsteriani. Artikelen voor Ziekenverpleging. Kantoor, Fabriek en Hoofdmagazgn: BOKIN 188, o/d Nederlandsche Bank. (Telephoon 1884.) Dames Maandverbanden. (Serviettes hygilniqnes). Geïllustreerde Catalogus op aanvraag. 167 KALVERSTRAAT 167. WE», w. VAN DER HULST, Hofleverancier. rIT4,:*:i:it*:i?>*: COLLECTIE Luxe en Fantaisie Artikelen. Engelsche en Weener Lederwaren. Struisveeren en Fantaisie Waaiers. 167 KALVERSTRAAT, AMSTERDAM. PHILIPPONA KETELAAR, H ournisseur de la Cour. 3i AI, VK11S TKA A T 166, A M S T E B J> A M. GEANDE SPECIALITE POUR Trousseaux & Layettes. Sur demande envoi franco de Devis et de modèles. CATZ SUPRA FIJNE Gemia-Olie, de FIJNSTE BESTE W. K U IJ K. GALERIJ 14, 7 is ruim voorzien van Chocolade, Borstplaat en Marsepain, Tevens Chocolade MAIKfcl JS enz. enz. Verzekering-Maatschappij HOLDA". Damrak 74, Amsterdam. Werkkracht verzeker ing. Omvat ziekten, ongelukken, organische gebreken. De Maat schappij telt onder hare verzekerden o. a. geneesheeren, kassiers, indu&trieelen, kooplui, ambtenaren, tandartsen, veeartsen, notarissen, advocaten, leeraren etc. etc. Portretten-Bogaerts in Olieverf kleur en. De grootste waarborg: Onze Portretten mogen niet behouden worden, indien de gelijkenis niet volkomen bevredigt. Uitvoering in moderne Kunst-richting op verlangen. Wy leveren een onvergankelijk, volkomend gelijkend, in olieverf geschilderd Portret naar elke photografie. Wf H.H. Kunstschilders, die hunne Portretten, naar de natunr afwerken in hun eigen Kunst-richting, besparen tyd door ons te belasten met de eerste uitvoering naar photografie. Prijscourant gratis op aanvraag. II. BOGAERTS A Co., Boxtel. Geen beter, adres dan by solider en goedkooper J. ELSENBURC, N. Z. Voorburgwal 177. TELEFOONADRES No. 2699. Geheele pijnlooze verwijde ring van Likdoorns. Voor belanghebbenden aanbevelingenter inzage. Spreekuur iederen werkdag van 9 tot 12 uur en van 2 tot 5 uur. WILLEIYI BIJLMER, PED1CUER Singel 159. Twee tantes. Kleine E l s a: Dag tante, compli ment van tante en tante sou van daag nog by tante aankomen, maar als tante geen visite bij tante kan komen maken, of tante dan maar bij tante komen wil! Dag tante!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl