Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1169
Ja, waarde heer Schafer, gjj hebt gelyk. Er
is iets goeds in het werk van uw vriend
Dehmel, Duizend jaren zyn er noodig geweest
om de eenvoudigste waarheden aan den dag
te brengen en Dehmel heeft veel eenvoudigs
en waars gezegd en gezegd zooals niemand
vóór hem. Maar er is ook somtijds iets pynlyk
gewilds in uwen dichter en dat is het wat
m\j hindert.
Wanneer hy eenmaal zyn angstig spartelen
in zjjne gevoelswateren zal hebben laten varen
en hjj zich rustig daarop zal laten dry'ven,
dan zal hy rijzen op hooge waterkrullen. Dan
zal dat pynlyke uit zyn oog verdwijnen, dat
lichtschuw steeds naar de verborgenheden
zyner ziel wil loeren en wij een dichter meer
hebben die ons afwezigheid van schoon e muziek
rijkelijk kan vergoeden. Wat is het anders
dan melodie het volgende gedicht ?
BEFREIT.
Du wirst nicht weincn. Leise, leise
wirst du lacheln; und wie zur Reiae
geb ich dir Bliek und Kuaz zurück.
Unsere lieben vier Wande! Du baat sie bereitet,
ich habe sie dir zur Welt geweitet
O Glück!
Dann wirst du heisz meine Hande fassen,
und wirst inir deine Seele lassen,
laszt nnsern Kinder mich zuvück.
Du schenktest mir dein ganzes Leben
ich will es Ihnen wiedergeben
O Glück.
Es wird sehr bald sein wir wisseu's Beide,
wir haben einander befreit vom Leide,
so geb' icu dich der Welt zurück
Dann wirst du mir nur noch i m raum erscheincn
und mich segnen und rait mir weinen
O Glück.
Richard Strauss heeft van deze woorden een
lied gecomponeerd, dat in breede deining van
gevoel met onmerkbare overgangen tot intime
sentimenten zeker tot zyn beste liederen be
hoort. Eenigen ty'd geleden mocht ik het door
zjjne vrouw mevr. Strauss?de Ahna op een con
cert hooren voordragen met een talent dat haar
op de gely'ke hoogte hief van dichter en
componist. De melodieën roeren de
diepstliggende draden der menschenziel aan, iets
wat men van de meeste tot nu toe door Strauss
gscomporieerde liederen niet kan zeggen, daar
zy zeer vlak en zonder stemming zyn.
* *
*
Van Dichters en Schrijvers.
Zoo heet het nieuwe werk van dr. A. S.
Kok, dat is uitgegeven te Culemborg by Blom
en Olivierse. Daarin handelt deze letterkun
dige over alles en nog wat. De registers geven
een respectabel aantal namen. Men vindt er
in Machiavelli zoowel als Albert Verwey en
Ariosto zoowel als mr. S. van Houten. Hy
heeft het over Hooft en Bilderdjjk en geeft
ons eene uitvoerige geschiedenis van het sonnet.
Daarbij ig Arthur Rimbault en de heilige
Theresia niet vergeten.
Tot nu tos wist men niet hoe Hooft aan
zyn Larissa kwam. Leendertz en van Vloten
hebben daarover gezwegen. De heer Eok
heeft het gevonden. Larissa is eene navolging,
ja by'na woordelijke vertaling van den franschen
dichter Theophile de Viau, door dezen in het
latyn geschreven en onder denzelfden titel
uitgegeven. Een gelukkige vondst zeker en
de vinder heeft gelijk er over tevreden te zyn.
Met veel bizonderheden en lange citaten
uit italiaansche schryvers wordt de reis van
Hooft in Italiëverteld en een kaartje maakt
ons de reisroute duidelyk. Dat alles is zeer
vermakelijk en prettig om te lezen. De heer
Kok is in die tijden overal goed thuis, hy
kent latyn, spaansch en itaiiaansch. Hy ver
bale ons nog meer uit die tyden van al die
schitterende Venetianen en Florentynen. Daar
zyn nog zooveel belangrijke schryvers, waarvan
wij niet veel weten en die ons toch interes
seeren. Hy verbale ons van Aretino, van
Titian, den schilder, van Marini en Gongora.
Van Cats en Bilderdyk weten we al zooveel.
De heer Kok houdt veel van curiositeiten.
Zoo geeft hy een opstel over Echogedichten
en een over het devies en de kernspreuk in
onze letteren. We zien daaruit dat onze
liefhebberden veel veranderd zyn. En al heeft
Victor Hugo in een zwak oogenblik er zich
eens mee geamuseerd, in 't algemeen doen de
groote lui er niet meer aan. Doch laten we
niet lachen over de zwakheden onzer voor
ouders, wy ook zyn voorouders, zooals Clarotie
eens heeft gezegd, eenvoudige voorouders.
Onze naneven zullen ons ook niet meer
begrypen. EBENS.
Opstellen oyer spelling en
door dr. R. A, KOLLEWIJN.
Onverschilligheid en onkunde, zelfs by hun
van wie men beter mocht verwachten het
zyn onze grote vyanden'1, zo eindigt het
laatste opstel uit bovengenoemd boekje en wie
maar de naam aanziet van de schryver, weet
al dadelik waarvoor dit boekje strijdt en wat
de vijanden in de schrijver en de zy'nen be
strijden.
We hoorden er in de laatste tijd niet veel
meer van in 't openbaar en het deed my
daarom genoegen dat er in dit Weekblad zich
plotseling 'en nieuw medestrijder voor de goede
zaak opdeed, die zich schuil hield als
Sagittarius. Met hartstocht kwam hij op voor z'n
mening en ik volgde hem met genoegen, bij
my zelf aanvullende wat hy wegliet, om niet
te lang en dus vervelend te worden, zeker.
En toen hy nu in z'n laatste stuk de
Nederlanders opwekte om ten minste eens
kennis te nemen van wat hun kinders ten
goede kon komen, als ze hun eigen belang er
noch niet eens bij in rekening wilden brengen,
toen vond ik dat ik hem bijspringen moest en iets
moest zeggen over het aardige, goed geschrevene
boekje, waarin de stichter van de Kollewijnse
beweging z'n denkbeelden, vroeger in Vragen
van den Dag, Taal en Letteren,
Tweemaandelqksch Tijdschrift, neergelegd, bijeenverzameld
en uitgegeven heeft. Ziedaar dan, wat de Neder
landse vader nodig heeft, de moeder vooral
ook wy spreken immers niet zonder reden
van de moedertaal! Hier kunnen zij vinden de
wetenschappelike bewyzen van het lastige, het
onwetenschappelike van onze spelling! Hier
kunnen zy lezen, hoe het Nederlandse kind,
hun kind, nodeloos geplaagd wordt met dingen,
waartegen de grootste geleerden zondigen.
Sla b.v. eens op blz. 136 en 137 en lees daar
hoe de eersten onder ons zich of niet storen
aan de regeltjes tot hun verdriet gemaakt of,
als zy bekend zyn als gelovigen aan De Vr. en
T. W., er zich telkens en telkens weer tegen
bezondigen. Hoe Da Costa, Vosmaer, Van Hall,
Cosyn-Te Winkel (spraakkunst), Byvanck, Van
Deventer, Knappert, Jorissen, Boer, Coenen,
Verdam, dr. A. Beets, prof. Ten Brink enz enz.
fouten schryven tegen de geslachten l
Hier ook in het laatste hoofdstuk, dat uit
het Tweemaandeli/jkseh Tijdschrift overgedrukt
is, de strikt wetenschappelike uiteenzetting van
het ontstaan van de dwaasheden waaraan wij
noch maar aldoor gehoorzamen. Hier vindt
men het klaar en eenvoudig weerleggen van
alles wat er zo al dienst heeft gedaan als
wapen tegen de voorgestelde vereenvoudigin
gen. Maar dan staat er buiten de eigenlike
spellingstrijd noch zoveel interessants in, dat
mensen die wat aan taal doen kan brengen
tot inkeer van meest dogmatiese begrippen. Zo
wordt er je b.v. gevraagd: wat valt er van de
klemtoon te zeggen bij ons? Sla je nu na wat
Verdam er van zegt in zyn Geschiedenis der
Nederlandsche taal, dan vind je daarin wel
een belangryk hoofdstuk over de klemtoon, maar
er wordt niet genoeg rekening gehouden met
het wezenlik om zich heen waar te nemen ver
schil van klemtoon by dezelfde betekenis; wel
wordt wijziging van betekenis vermeld als de
oorzaak van schoorsteenmantel naast schoor
steenmantel, dan zou dit laatste meer 'en samen
stelling zijn voor wie 't gebruikte als het eerste,
volgens Verdam,' maar in de andere daar ge
noemde voorbeelden ontgaat mij het verschil.
Als ik b.v. zeg onderwijs dan denk ik volgens
Verdam aan onder en wijs, terwyl voor iemand
die zegt onderwijs het woord meer n geheel
is ; vergelyk maar góéte melk maar zoetemelk;
stiidshuis maar stadhuis, zóéthout maar
zoethótti. Nu bij deze drie laatste voorbeelden
voel ik dat duidelik maar by onderwijs en
onderwijs! ?
Nee. hoor, 't is mij te geleerd. Ik geloof dat
hier te veel alles in beredeneerd wordt: men
vindt iets en nu zit men te denken: jonge,
hoe zou dat toch komen? Daar moet ik een
regel voor zien te vinden!" En men haalt wat
analogievoorbeelden voor den dag en klaar
is 't, maar bevredigt nu die grammaire raisonnée
je ? Welnee ! Er zyn immers zoveel andere
woorden, die je om je heen door de een met
deze door die met 'en andere klemtoon hoort
uitspreken, en verschil van betekenis is er in
dat geval al te vaak niet aan te wijzen, ten
minste niet 'en verschil dat tot het bewustzyn
van de spreker doorgedrongen is. Zou iemand
die alt(i'ir zegt aan het kerklatijnse altare
denken en de "Ztaar-zegger niet ?
Maar dan noch, want Verdam zal zeggen,
dat het hem onbewust bijgebleven is, juffrouw
en juffrouw (ook altyd juffrouw), nochtans en
noehtfins, voortaan en voorti'tiin, reusachtig en
reusachtig enz. (zie Kollewyn t. a. p. blz. 130)
wie zal nu presies zeggen, welke faktoren
hebben bewerkt dat daar 'en verschil bestaat
bij dezelfde personen. Men kan wel zeggen:
Wel dat komt daarvan!" Maar als men even
over het wezen van de taal, als 'en physies
en psychies proses in onze hersenen, 'en proses
waarvan wij de oorzaken en werking noch
ternauwernood begonnen zyn waar te nemen;
als men over dat geheimzinnige even nadenkt,
dan zal men er zich wel voor wachten om te
dekreteren: dat is de oorzaak en anders
niets." Immers hierin ligt opgesloten dat degeen
die 't anders zegt verkeerd doet, fout spreekt
en de persoon die spreekt matigt zich daar
door gezag aan dat hem niet toekomt.
Biezonder belangwekkend is dat uiteengezet
in het hoofdstuk over Taalfouten en nog wat.
Ook voor mensen die wel eens voor de aar
digheid aan taal doen, zulken zyn er velen by
ons, zullen in datzelfde hoofdstuk verdedigin
gen van Dingsdag, chinaasappel; iets over de lees
tekens en hun belang; over de ontzettende
massa vreemde woorden, die wij hebben, zonder
dat men 't weet (blz. 159), en dergelijke meer,
belangwekkend zijn. Maar de hoofdzaak is en
blijft toch het hoofdsireven van de schryver de
vereenvoudiging en nu gaat zijn werk niet
verder dan tot 1897, anders zou er stellig noch
een faktor wel in n of ander stuk aangehaald
zyn als 'en reden te meer voor ons om ons
schrijven te vereenvoudigen en dat is: het
debiet van onze werken in Zuid-Afrieka, de
Zuid-Afriekaanse Republiek vooral 1). Is het niet
weemoedig om aan te zien, dat wy, nu niemand
daar om studie meer denken kan, aankomen met
hun toelating tot onze universiteiten; en, nu
er niet meer gelezen kan worden, nu moeten
wy noch aansporen, om onze lektuur voor hun
gemakkeliker laesbaar te maken ; nu heeft men
het belang er van bij ons noch altijd niet
ingezien. En toch, er is ook iets bemoedigends
in, dat onze mieaister er nu mee voor 't licht
komt; dat tekent hoop voor de toekomst; welnu
diezelfde hoop mag ons nooit begeven, maar
dan ook, als die hoop vervuld wordt, dan
moesten wij behalve onze geldelike steun hun
ook kunnen en willen zeggen: zie, wij willen
de schatten van onze kennis, de paarlen van
onze kunst en poëzie gemakkelik toegankelik
maken voor u, Zuid-Afriekaanders. Ook bij
persoonlike afkeer daarvan is het tegenover u onze
plicht, nu te vereenvoudigen". Onwillekeurig
ben ik uit de krietiektoon gevallen, laat mij er
weer toe terugkeren door het woord te richten
tot de heer F. Lapidoth van Klscviers Maand
schrift. In de eerste plaats dank ik hem voor
zyn waardering zonder de minste spot.
Maar dan dit: hij is 'en voorstander van
eenheid", maar later blijkt het van 'en een
heid in hoofdzaken", omdat de medewerkers
zich allen zeer vrij gedragen ten opzichte der
spelling van De Vries en Te Winkel en de
officiëele (?) grammatica." Dat is zeker geen gedwee
volgen van de wetten". Er ligt 'en
tegeustry'digheid in deze aanhalingen, die hierop neer
komt : ieder schrijft zoals hij wil, mits maar
niet Kollewijniaans. Nu, dit is waar, maar
waarom dan ook maar niet Kollewijniaans ?
1) In dat jaar verscheen er 'en brief van
dr. Engelenburg van de Volksstem" in de Gids,
getiteld: De spellingkwestie met het oog op
Zuid-Afrika''. 'En oproep om te vereenvou
digen. Ik raad een ieder aan om die als hij
kan noch eens na te lezen.
Wy zyn een dubbeltalig volk" zegt Lapidoth
en tot noch toe kan ik dat niet inzien: we
zyn een veeltalig volk, we hebben zoveel talen
als er mensen in ons landje wonen, dat was
beter. Maar we begrijpen elkaar toch best, als
hy spreekt van dubbeltalig". Dat is weer het
oude schryftaal-wanbegrip waarover Sagittarius
spreekt, dat bestreden is door Van den Bosch in
zyn Pleidooi voor de Moedertaal en de onder
wijzers", waartegen voortdurend stry'd gevoerd
wordt in Taal en Letteren en ook weer in deze
verzameling van opstellen. Het streven van de
jongere taai-mensen om van ons volk 'en een
talig volk (in de zin door Lapidoth aan taal
gehecht) te maken is duidelik 'en streven dat
de steun van ieder verdiende. Immers daartoe
moet goed spreken geleerd worden en dat moet
de heer Lapidoth goedkeuren; hij toch zegt:
de Nederlander is slordiger en krachteloozer
gaan spreken sedert hy een schrijftaal had".
Leer dus de jonge Nederlander 'en waar inzicht
in het wezen van taal krijgen en laat hem als
stelregel aannemen: Wat beschaafd genoeg
is om in 'en gezelschap beschaafden gesproken
en gehoord te worden, dat is ook beschaafd
genoeg voor het papier!" En het rezultaat zal
zyn dat hij de toestand van z'n beschaving
laat zien in z'n schrift. Wy krijgen zielsuitingen
van het kind, op school, de jonge man, de
volwassene, allen verschillende naar leeftyd en
beschavingstoestand. En dat moet het streven zyn.
Vinden artiesten, of mensen die in zich iets
artiestachtigs hebben, die taal niet mooi genoeg,
welnu niets belet ze om 'en juister tekenend
woord te zoeken. Niemand wil artiesten aan
banden leggen en hun 't gewone opdringen.
Maar 't is ook voor de gewone mensen dat
wy' opkomen. Noch altyd geldt het woord:
Laat de kinderkens tot my komen!" 't Komt
vooral hierop neer: Waarvan moet men by
het onderwijs uitgaan ?" 't Is zowel 'en taai
als 'en spellingkwestie, vooral echter het eerste.
Dat de spelling D. V. en T. W. zich meer
tot de half- en kwart-geleerden richt zal niemand
ontkennen en wie het noch niet inzien mocht,
verzoek ik bovengenoemd boekje te kopen en
zich te abonneren op Taal en Letteren, waar
ik o.a. zelf herhaaldelik uitvoeriger, dan mij hier
mogelik is, de bewuste kwestie besproken heb.
In ieder geval is het al veel dat alleen
redenen van opportuniteit" Elzeviers Maand
schrift en b.v. ook de Tijdspiegel weerhouden
(meer) in de vereenvoudigde spelling op te
nemen, en daarbij neem ik graag akte van de
verklaring van Lapidoth: Het streven van
hen, die onze schrijftaal willen hervormen,
verdient ernstige belangstelling".
Haarlem, J. B. SCHEPERS.
Jonker Jan Tan tier Noot,
Leven en werken van Jonker Jan van der
Noot, door ACG. VEKMEYLEN. Ant
werpen. De Nederlandsche Boekhandel
1S99.
Een Nederlandsch dichter uit de zestiende
eeuw, als geen ander voor of na hem bewierookt
en met dwaze lofspraken overladen, een die wel
niet zijn roem .overleeft, maar toch bijna onmid
dellijk na zijn dood vergeten wordt. Een poëet,
Trademark
THEE - E. BRAIVDSMA.
Traderaark
Slaapkamer-Ameublementen
in Pitch pin-, Noten-, Eiken- en Mahoniehout.
WIT GELAKTE MEUBELEN Eng: genre.
Franco levering door geheel Nederland.
ARTS AND CRAFTS,
den (Haag, (Kneuterdijk.
van pastels van
D. NAMINGA,
met medewerking van andere artisten.
HaafflLYei.JYGl|OAfflsteriani.
Artikelen voor Ziekenverpleging.
Kantoor, Fabriek en Hoofdmagazgn:
BOKIN 188, o/d Nederlandsche Bank. (Telephoon 1884.)
Dames Maandverbanden.
(Serviettes hygilniqnes).
Geïllustreerde Catalogus op aanvraag.
167 KALVERSTRAAT 167.
WE», w. VAN DER HULST,
Hofleverancier.
rIT4,:*:i:it*:i?>*: COLLECTIE
Luxe en Fantaisie Artikelen. Engelsche en Weener Lederwaren.
Struisveeren en Fantaisie Waaiers.
167 KALVERSTRAAT, AMSTERDAM.
PHILIPPONA KETELAAR,
H ournisseur de la Cour.
3i AI, VK11S TKA A T 166, A M S T E B J> A M.
GEANDE SPECIALITE POUR
Trousseaux & Layettes.
Sur demande envoi franco de Devis et de modèles.
CATZ
SUPRA
FIJNE
Gemia-Olie,
de FIJNSTE
BESTE
W. K U IJ K.
GALERIJ 14, 7
is ruim voorzien van
Chocolade,
Borstplaat
en
Marsepain,
Tevens Chocolade MAIKfcl JS enz. enz.
Verzekering-Maatschappij HOLDA".
Damrak 74, Amsterdam.
Werkkracht verzeker ing.
Omvat ziekten, ongelukken, organische gebreken. De Maat
schappij telt onder hare verzekerden o. a. geneesheeren, kassiers,
indu&trieelen, kooplui, ambtenaren, tandartsen, veeartsen, notarissen,
advocaten, leeraren etc. etc.
Portretten-Bogaerts
in Olieverf kleur en.
De grootste waarborg: Onze Portretten mogen niet behouden
worden, indien de gelijkenis niet volkomen bevredigt. Uitvoering in moderne
Kunst-richting op verlangen. Wy leveren een onvergankelijk, volkomend gelijkend,
in olieverf geschilderd Portret naar elke photografie.
Wf H.H. Kunstschilders, die hunne Portretten, naar de natunr afwerken
in hun eigen Kunst-richting, besparen tyd door ons te belasten met de eerste
uitvoering naar photografie. Prijscourant gratis op aanvraag.
II. BOGAERTS A Co., Boxtel.
Geen beter,
adres dan by
solider en goedkooper
J. ELSENBURC,
N. Z. Voorburgwal 177.
TELEFOONADRES No. 2699.
Geheele pijnlooze verwijde
ring van Likdoorns.
Voor belanghebbenden aanbevelingenter
inzage.
Spreekuur iederen werkdag van 9 tot
12 uur en van 2 tot 5 uur.
WILLEIYI BIJLMER,
PED1CUER
Singel 159.
Twee tantes.
Kleine E l s a: Dag tante, compli
ment van tante en tante sou van daag
nog by tante aankomen, maar als tante
geen visite bij tante kan komen maken,
of tante dan maar bij tante komen wil!
Dag tante!