De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 26 november pagina 2

26 november 1899 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMERWEEKBI^AD VOOR NEDERLAND. No. 1170 Armeniërs: dansen naar het pijpen van den Turk. En dan het ergste: noch Transvaal, noch Oranje^Vrijstaat uitgenoodigd ter Tredesconferentie! Nu werd het dan toch te kras. Nu «prak Dr. Kuyper naar de ziel des volks toen hij beloofde den Minister later, als de vreemdelingen ver trokken waren, bjj eerste gelegenheid ver antwoording te vragen. De begrooting geeft die gelegenheid: ze heeft haar reeds gegeven bij de schriftelijke gedachtenwisseling. Daar is den Minister op ernstigen toon om rekenschap gevraagd. Zqn antwoord is verschenen. Wie hoop had, dat het de redding van de eer des moederlands nog kon benelzen; dat alleen ijzeren noodzakelijkheid den Minister gedwongen kon hebben te handelen als hij deed, hoe bitter zal h\j zijn teleurgesteld. De zaak is nog veel erger dan iemand had kunnen denken. »HET WAS AAN DE ?REGEERING BEKEND, »DAT DE BEIDE REPUBLIEKEN ER PRIJS OP »8TELDEN OP DE CONFERENTIE VERTEGEN»WOORDIGD TE WORDEN." Onnoozele Republieken l Hoe slecht ken den ze hun eigen belang. Gelukkig dat er in 't moederland een man was, die het beter begreep en als een zorgzaam voogd er voor ?waakte: >De besprekingen _omtrent de mogelijk heid eener uitnoodiging met enkele regee»ringen, in de eerste plaats de Russische, 'gehouden, bevestigden den Minister echter >m zijne meening, dat in het belang »der Republieken het zenden »eener uitnoodiging onraadzaam »was." In het belang der republieken. Reden: Engeland zou de eene niet hebben willen toelaten zonder erkenning zijner suzereiniteitsrechten, En de andere, de OranjeVrijstaat? Neem een oogenblik aan, dat het, werd de Zuid-Afrikaansche Republiek niet uitgenoodigd, in haar belang was ook de kleinere zuster thuis te laten. Maar waarom was dat ook in't belang der laatste zelve? Moest men 't niet aan haar zelve overlaten te bepalen of zij komen wilde als de Transvaal thuis bleef? Moest men aan een zoo nauw verwanten staat, welker spuvereiniteit door niemand werd in twijfel getrokken, de beleediging aandoen van nier uit, zonder haar oordeel te vragen, te helpen bepalen, dat zij niet zou worden uitgenoodigd, omdat dit tegen het belang van een verbonden nabuur was, welker onafhankelijkheid door eene groote mogend heid bedektelijk werd ontkend ? Zou iemand zich moeten verwonderen als de OranjeVrijstaat later eens toonde, niets meer te maken te willen hebben met een land, waar ministers regeeren, die aldus haar belangen behartigen, buiten haar om 'f En nu de Zuid-Afrikaangche Republiek. Hoe wringt zich de Memorie van Antwoord in allerlei bochten, ja tot een onontwarren knoop om te betoogen dat ook haar belang met uitsluiting was gediend. Het comble van deze redeneering, waaraan geen touw is vast te maken, is wel dat de Republiek eerst den minister had moeten verzoeken, met Engeland te gaan onderhandelen over de vraag of het haar als vrijen staat wilde toelaten tot de conferentie. Niet de minister, zoo schijnen we te moeten lezen, maar de Republiek is in gebreke gebleven. En ware Den Haag als_ conferentiezetel geweigerd zonder uitnoodiging der ZuidAfrikaansche broeders zoo lezen we verder dan hadden we zelf ook in_ 't geheel niet mee kunnen doen. Dit had niet gestrookt met «onze waardigheid." Och kom, zou die waardigheid ons zelf verboden hebben, na afloop eener conferentie haar besluiten te erkennen? En hoe is 't thans met die waardigheid gesteld V Na dit laatste Nederlandsche staatsstuk wordt het wel tijd dit eens te overwegen. Het woord is thans eerst aan de Tweede Kamer; niet aan de woordvoerders van eene partij, maar van alle zonder uitzon dering. Zij spreken eerst. Tot zoolang zullen de kiezers toezien. R. J.F.N. Van de Defensie, in. Het Vestingstelsel. (Slot.) Uit een algemeen oogpunt zijn aan stel lingen en Jiniën groote bezwaren verbonden; MIinmilllllimilllllllllllltllllllllllllimillllllllllllllimillllllllllM tiimmii H i iintii nmnnnnmim 11 m utmiiiiitiHif iimui» DejoistegoütttervaiiCatoeras. DOOK BEET HARTE. in. (Slot). Na verloop van tien minuten kwamen ze weer te vooorschijn, wat bemodderd, wat beklonterd, maar opgewonden van geluk. Er waren twee verraderlijk-rose plekken op Florry's koontjes, en in haar rood vuistje hield ze iets kramp achtig verborgen. Ziezoo," zei Johnny, zoodra ze weer op het stroo waren gezeten, »pas nu op dat je 't nooit verklapt." Maar hier begon Florry's lipje te trillen, en ze stiet een angstig gehuil uit. Je bent toch niet door een schorpioen of een ander insekt gebeten ?" vroeg Johnny bezorgd. Wees toch stil l" Nee-ee-ee! Maar " Maar wat dan?" zei Johnny. Moeder zei ik moest 't zeggen ! Moeder zei dat ik uit moest visschen waar jij 't goud van daan haalde! Moeder zei dat ik zorgen \ moest dat jij 't me wees," brulde Florry ia "een aanval van diep berouw. Johnny snakte naar adem. Jou roodhuid!" riep hij eindelijk. Maar ik doe 't niet Johnny l" ver zekerde Florry, zijn been krampachtig omvattend. Ik wil niet en ik zal niet! Ik ben geen roodhuid!" Toen, afgebroken door snikken, vertelde ze hem hoe hare moeder en ds. Staples haar had den opgedragen, zoodra ze weer samen zouden zijn, Johnny er toe te bewegen haar mee te nemen naar de plek waar hij dat echte" goud gevonden had, en hoe ze 't goed onthouden zy zijn in strijd met een der eerste strate gische beginselen n.l. om vereenigd te strijden. Concentratie van strijdkrachten op de meest gewichtige punten en op het gewilde oogenblik van den slag is buiten gesloten, en wel omdat men bij elke ver dedigingslinie uit den aard der zaak ver plicht is krachten en middelen min of meer gelijkmatig te verdeelen; daardoor verkrijgt de aanvaller de keuze van het aanvalspunt, en niet alleen het punt van aanval maar ook het tijdstip waarop deze zal plaats hebben wordt hem overgelaten. Met weinig moeite_kan hij den verdediger physisch en psychisch zoodanig uitputten, dat elke krachtige weerstand van te voren wordt gebroken. De strijdmacht daarentegen, zeer mobiel, strategisch geconcentreerd, opgesteld in het oosten des lan ds is eene aanhoudende be dreiging der min of meer blootgestelde be langen des vijands, die niet voorzien kan wanneer er een slag vallen zal, en die daarom gedwongen is, zjjne onder andere omstandigheden mogelijke operaties te be perken. De bedreiging en de macht om toe te slaan, op het voor den verdediger meest gunstige oogenblik is zyne groote kracht, welk voordeel willens en wetens wordt prijsgegeven door het bezetten van stellingen meerdere honderden kilometers lang. De kapitein Mahan zegt dan ook: »Elk vestingstelsel, dat zoo uitgebreid is, dat de mobiele strijdkracht op haar behoud steeds moet acht geven, en zoodoende hare bewegingen verlamt, is uit den aard der zaak veroordeeld. Het groote nadeel van versterkingen is dan ook dat ze alle beweegkracht missen." Wanneer men de verdediging van een land zoekt door verspreiding der weermacht over alle punten, zooals bij onze liniën het geval is, dan is dit eene verdegingsmethode waarin onwetendheid en domme vrees immer hun heil hebbeu gezocht. Het aannemen van eene strategisch ge concentreerde positie is de juiste beschi kking over mobiele kracht te land en ter zee, bestemd om een aanval af te weren, van welke men niet weet uit welke richting hij zal opdagen. De Spartaansche wet, welke elke bevesti ging verbood, getuigde van een juist militair inzicht. * ** Uit bovenstaande beschouwingen blijkt voldoende dat de drie groote deelen van ons krijgswezen: de vloot, het leger en het vestingstelsel, even zoovele op zich zelf staande grootheden zijn welke hoegenaamd geen verband met elkaar houden. Men onderneemt reorganisaties der marine en van het leger, elk op zichzelf, zonder het geheel »de defensie" te overzien, zonder vooraf de taak der weermacht, benevens de wijze waarop zij deze zal moeten vervullen en de verdeeling der strijdmacht over de onderdeden, vast te stellen. Daar de krachten en middelen welke de weermacht van ons volk moeten uit maken binnen de economische grenzen bepaald worden door de staatkundige ver houdingen waaronder wij leven, zoo zal de weermacht steeds in een desolateri toestand blijven, zoolang niet de persoon gevonden is, welke met kloek beleid en groot verstand vaste richting weet te geven aan onze staatkunde; zoo lang deze zal blijven een staatkunde van toegeven en schipperen, kan bij haar geen sprake zijn van het vaststellen van eene taak op te dragen aan onze weer macht d.i. in zake der defensie zullen wij steeds in het duister blijven rondtasten. Zoolang de internationale verhoudingen beheerscht worden door macht en niet door recht, voelt men ook ten onzent de nood zakelijkheid van strijdmiddelen, maar men weet niet wat er mede aan te vangen, hoe ze te benutten. Het is dan ook niet anders mogelijk of alle onze vloot-, marine- en legerorganisaties leveren stukwerk. Wij hopen daarom dat de Staten-Generaal het ontwerp-wet tot reorganisatie onzer land macht, de vlootplannen van den minister van Marine en de daarmede zamenhangende maatregelen zullen nemen voor wat zij zijn: voorstellen tot het aanbrengen van kleine wijzigingen in zake onze weermachtinrichting. Wij verwachten dat de volksver tegenwoordiging gelet op de Europeesche staatkunde, welke dreigt eene staatkunde van egoïsme en eigenbelang te worden met terzijdestelling van rechten van derden de regeering met klem zal verzoeken om duidelijk en scherp uiteen te zetten welke i iHHiMHHliuiuiiiiimitiniiiiiMnniimu moest en 't hun zeegen. Zij zou een nieuwe pop krijgen en een groote homp koek. //Maar ik doe 't niet ik wil niet!" riep ze hart stochtelijk. Nu was ze weer erg bleek ge worden. Johnny was gerustgesteld ; maar zat in diep gepeins verzonken. ? ^Zeg hun," bracht hij met schorre stem uit zeg hun een dikke leugen ! Ze welen toch niet beter. Nooit zullen ze 't raden." En hij deed haar een kort verslag van de wijze waarop hij dominee gefopt had. En toch de pop en de koek krijgen," sprak Florry met oogen die glinsterden door haar tranen heen. Dat spreekt," zei Johnny. Ze zullen je de pop weer afnemen, maar intusschen heb je de koek opgegeten." Ze keken elkaar aan met oogen die schitterden van voldoening over deze zalige ingeving. Daarna trok Johnny haar de kousen en schoenen weer uit, wreef haar koude voetjes met z'n vuilen zakdoek, en zei: loop nu als de drommel naar huis !" Hij hielp haar door de opening in de om heining, en wilde juist heengaan, toen haar zwak stemmetje hem terugriep. Johnny!" Hij keerde zich om; zij stond aan gene zijde van de heg met de armpjes naar hem uitgestrekt. Met blijde oogen liep hij naar haar toe, tilde haar op, en nam van hare brandende lippen een teedere, maar noodlottige kus. Want, geen uur later, vond mrs. Fraser Florry in bed zich onrustig heen en weer wentelend in een ijlende koorts. Ze had 't over Johnny" en over goud", en ze had een stukje van het edele metaal in haar kleine vuist. Er werd onmiddellijk om ds. Staples gezonden, en toen deze met de bezorgde ouders zich nieuwsgierig over het bed heen boog, kregen ze op hun begeerige vragen slechts ten antwoord, dat ze een hoogen berg had beklommen, ver, ver weg, en heel op den top lag er goud gestrooid, en een blinkende gedaante schonk het weg aan de menschen. En wie waren die menschen, Florry.lief," vroeg ds. Staples met overreding; waren er menschen onder die je kent ?" staatkundige gedragslijn zij denkt te volgen d. i. of zij wenscht te volgen de politiek van neutraliteit of wel partij denkt te kiezen bij conflicten tusschen andere staten als daartoe bepaalde en gegronde aanleiding bestaat. De door onze diplomatie te volgen gedragslijn als basis aannemende, zal men dan eindelijk eene wet tot reorganisatie onzer levende en doode strijdmiddelen kunnen ontwerpen, welke aan al de daaraan te stellen eischen voldoet. De regeering zal dan moeten aangeven onder welke omstan digheden en op welke wyze zij denkt de hulp der weermacht eventueel te moeten inroepen, benevens de taak welke zij haar zal opleggen. Men zal moeten aangeven, welk gedeelte dier taak moet worden opge dragen aan het leger, welk gedeelte aan de vloot, en in hoeverre het bestaande vestingstelsel de weermacht in het volbren gen harer taak behulpzaam kan zijn of wel dat een nieuw vestingstelsel moet worden ontworpen. Verder zullen de noodige maat regelen moeten worden genomen om de de partementen van oorlog en marine om te werken tot n departement van landsdefensie en om leger en vloot n generalen staf te geven. Zijn al deze strijdvragen principieel opgelost, benevens de questie of wij zullen hebben een leger in de trant van het Zwitsersche of het Duitsche, dan eerst kan men over gaan tot de bespreking van de détails d. i. over de wijze waarop men de weermacht zal organiseeren, over hare recruteering, mobiliseering, oefening, kazerneering, bewa pening, verdeeling in wapensoorten enz. Mochten beraadslagingen worden gehou den over de organisatie onzer landmacht of marine, zonder dat eerst de hier gestelde vragen scherp en duidelijk zijn opge lost, dan zal de ondervinding leeren, dat het pad dat wij reeds vele jaren volgen en dat ons dwingt, elk jaar vele millioenen uit te geven zonder ons een eeiiigszins bevredigende uitkomst te schenken in zake onze strijdmiddelen, ook dan weder zal zijn ingeslagen. * * * Openlijk hebben enkele dagbladen als een voordeel van een Duitsch-Nederlandsch Tolverbond aangegeven de omstandigheid dat dan eindelijk onze weermacht afdoende zal kunnen worden, geregeld. Een directe beschuldiging alzoo aan volk en regeering van in deze zaak achterlijk te zijn gebleven, eene beschuldiging van onwil en onkunde om deze materie afdoend te regelen. Slechts n antwoord is hierop mogelijk: de hand aan den ploeg te slaan, onver poosd en met on verdroten ijver, om in te halen wat zoovele jarea is verzuimd. R. V. Europa en de oorlog in Zuid-Afrika, Van de hand van den Franschen politicus Etienne Grosclaude, die bij zijne lands lieden voor een specialiteit in koloniale quaesties doorgaat, en boren de meesten van hen dit voorheeft, dat hij de streken waarover hij schrijft, met name ZuidAfrika, door eigen aanschouwing kent, is dezer dagen bij den Parijschen uitgever Flammarion eene vrij omvangrijke brochure uitgekomen, onder den veel omvattenden titel: »Une politique Européenne, La Pranoe, la, Russie, l'Allemagne et la Guerre au Transvaal." Volgens den schrijver is voor Frankrijk de koloniale politiek, die zich na 1870 in Tunis, in Toukin, in Soedan en op Madagascar zoo krachtig heeft doen gelden, een zegen geweest, niet het minst omdat zij het prestige van Frankrijk in de oogen van Europa heeft verhoogd. Het is niet te ontkennen, dat door die politiek de revanche-idee zeer naar den achtergrond :s gedrongen. Frank rijk heeft daarbij dan ook dikwijls Duitschland aan zijne zijde gezien, maar tegenover zich steeds Groot-Brittannië»dat de wateren beheerscht, maar het allerliefst in troebele wateren vaart." Daarom zou een ge zamenlijk optreden van Frankrijk, Rnsland en Duitschland tegen Engeland, zooals dit reeds bij den oorlog tusschen China en Japan plaats had, volkomen gemotiveerd "?'l 1T zijn, niet in den vorm von eene alliantie, welke eene zekere intimiteit onderstelt, maar in dien van een syndicaat, waar MiniiiiiMilimniiitiiiiiiiHilimiiiiimiHiiiiliiiiiiiiiiiiuiliiilllliuilllllw 't Waren engelen," zei Florry, angstig achter zich oin ziende. Het spijt mij te moeten getuigen dat onze dominee nu juist niet die blijdschap toonde, die men van hem zou verwacht hebben over deze hemelsche verschijningen, en de arme mrs. Fraser las ongetwijfeld datgene in 't gezichtje van haar kind dat alle andere gedachten uit haar hart verbande. Toch bleef ds. Staples aanhouden. /,En wie voerde je naar dien pracutigen berg? Was het Johnny?" Neen." Wie dan?" Florry opende de oogen en keek den spreker strak aan. Ik geloof dat 't vader was," zei ze, en toen sloten zich de oogleden weer. Maar hier trad dr. Duchesne haastig tusschenbeide; na een enkelen blik op zijn patientje dreef hij ds. Staples 't vertrek uit. Want er deden zich ernstige gecompliceerde symptomen voor, die hem een raadsel schenen. Florry bleek rustiger, kalmer te worden door zijn bij zijn, maar ze sprak niet meer, en zoo langzaam verminderende, ging ze ongemerkt dien nacht over van den slaap in den dood. Den volgenden dag was er te Burnt Spring een ware paniek, en mrs. Medliker vluchtte met haar beide doch ters naar Sacramento, Johnny, die oogenschijnlijk gezond en flink was, achterlatend om op het huis te passen tot zijn vader terugkwam. Maar de terugkomst van den heer Medliker werd alweer verschoven, en gedurende de epide mie, die nu door de gansche nederzetting woedde, verzonk Johnny's geheim ja ook de knaap zelf geheel in vergetelheid. Eerst toen mr. Medliker terugkeerde bleek het hoe het kind, geheel alleen, gevaarlijk ziek had gelegen in het verlaten huis. Met de hem eigen terughouding en wilskracht had hij ge zwegen en geleden, gezwegen zooals hij dat gedaan had omtrent zijn ander geheim en slechts de kleine uitgeputte gestalte, die met zwakke hand de deur open deed om zijn vader binnen te laten, getuigde van hetgeen hij ge leden had. Nauwelijks had ds. Staples dit vernomen of door de belangen kunnen worden ver eenigd zonder de betrokken partijen in het algemeen te binden. »Men heeft (als leden van een syndicaat) gemeenschappelijke belangen, maar deze sluiten geenerlei ver bintenis in zich wat de persoonlijke ver houdingen betreft; de aandeelhouders in het syndicaat behoeven elkaar niet eens te groeten, wanneer zij elkaar ontmoeten. En de leider van het syndicaat zou Rus land moeten zijn. Want voor Rusland heeft Engeland, en zelfs Engeland's enfant terrible, Joseph Chamberlain, een heilzaam ontzag. Dat blijkt ook uit de overigens onhebbelijke uitlating van dien Engelschen politicus, dat men een langen lepel moet hebben om met den duivel te eten, waarbij de rol van Zijne Helsche Majesteit aan den Czar werd toegedeeld. Tegenover Engeland is Frankrijk in zijn koloniale politiek altijd jammerlijk zwak geweest, van het oogenblik waarop de heer de Freycinet Egypte aan Engeland's willekeur overliet, tot op het noodlottig Faschoda-incident, waarbij Frankrijk in een soort van onverklaarbare paniek de in Midden-Afrika -verkregen voordeelen prijs gaf. Engeland heeft in dat laatste incident eene aanmoediging gezien van zijne brutale Afrikaansche politiek, die zich in de bekende formule from Cape lo Cairo laat samenvatten. De verovering van de Transvaal heeft voor Engeland drie elementen van overwegend belang: vooreerst de vorming van een Zuid-Afrikaansch rijk, even machtig als het BritschIndische, maar minder blootgesteld aan de begeerlijkheid der naburen ; in de tweede plaats de vermeestering van onbereken bare rijkdommen, waaruit de onkosten eener zoo reusachtige onderneming kunnen worden bestreden; eindelijk de inbezitneming van de Delagoabaai, die in het spel van Engeland een even kostbare troef zal zijn als Gibraltar. Dit alles zal onver mijdelijk in Engelands handen vallen, tenzij zich nog een stem doet hooren, die de vredelievende wereld aanspoort tot het steunen van een ZuidAfrikaansch even wicht, dat volgens eene wel wat zon derlinge beeldspraak van den Franschen auteur een tegenwicht zal moeten vor men van het met zooveel inspanning gezochte Europeesche evenwicht. * * * »Heeft Frankrijk belang bij den tegenwoordigen oorlog in Zuid-Afrika?" vraagt de heer Grosclaude. Ongetwijfeld. Laat men het Engelsen imperialisme in het zwarte werelddeel vrij spel, dan wordt de vreedzame en heilzame ontwikkeling van Frankrijk's invloed daar ernstig bedreigd. Maar niet alleen de Fransche belangen staan op het spel, ook de Duitsche in Oost-Afrika, de Belgische aan den Congo, de Russische in Abesstnië. En bij de mijnindustrie in de Transvaal is het Fransche kapitaal voor 1500 millioen francs betrokken, het Duitsche voor 800 millioen fr. Een troostrijk vooruitzicht is het, nu reeds door de Engelsche staatslieden te hooren verklaren, dat de door hunne regeering ter bestrijding van de oorlogskosten uit gegeven schatkistbilletten slechts te be schouwen zijn als een voorschot, dat na het einde van den oorlog door de Trans vaal zal moeten worden terugbetaald. Dat wil zeggen : voor een zeer groot deel door de TJitlanders, in wier belang de oorlog heet te zijn ondernomen. Wat het lot van de niet-Engelsche TJit landers zou zijn na eene annexatie van de Transvaal, heeft de heer Georges Aubert, die langen tijd in Zuid-Afrika heeft gewoond, duidelijk omschreven. Als de Engelschen meesters zijn van het land, zouden zij beginnen met alle inlanders (Kaffers enz.) het stemrecht te geven. Daar dezen in dienst zijn bij de mijnen, zouden zij gewillige werktuigen worden in de handen van de Engelsche mijndirecreuren; de tot een syndicaat vereenigde iÏHUIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMIIIIIIIMIIMIIIMIIIHItlMIMMHIlUHIHIIIIIIIIIItlllllM hij was, ouder gewoonte, ter plaatse aanwezig om den heer Medliker behoorlijk in te lichten omtrent Johnny's geheim, en den stervenden Johnuy zelf opnieuw te kwellen met zijn vra gen. En nu, Johnny," sprak bij zich over den knaap heenbuigend, zeg ons nu alles." Er is Eéu voor wien niets verborgen blijft. Vergeet niet dat ook de lieve Florry, die nu bij de engelen is, reeds bekend heeft. Was 't omdat Johnny zelfs in zijn laatste oogenblikken den man haatte; was 't omdat hij Florry liefhad en haar vertrouwde, of wellicht juist omdat hij zich toen dichter bij de groote Waarheid gevoelle dan zijn ondervrager.. . hoe 't zij, hij antwoordde op gedenipten toon: Je liegt!" Ontsteld en met vuurrood gelaat trok ds. Staples zich terug, maar de lippen waren pijnlijk opeengeklemd en getuigden hoe vast besloten hij was hem het geheim te zullen ont wringen. Maar, Johnny! zeg ons ten minste waar... wh... ouw... ouw !" Deze onwellui dende klanken die aan ds. Staples' eigen lippen ontsnapten, waren toe te schrijven aan den plotselingen druk door mr. Medliker's arm uit geoefend op dominee's luchtpijp. De voerman was opvliegend en had, dank zij zijn omgang met muilezels, een losse hand; oai dezelfde reden was zijn arm sterk en gespierd. Half gewurgd werd ds. Staples de kamer uit gesleept, en eerst buiten kwam hij bij, toen hij zich op heeschen toon hoorde toevoegen : Je bent een dienaar van Gods Woord, dat weet ik; maar als je 't hart hebt nog n woord tegen mijn Johnny te zeggen, zal ik dat Woord uit, je ranselen, begrepen ! Ik heb meer met muildieren te doen gehad!" Daarop keerde hij terug naar 't vertrek. Je behoeft geen antwoord te geven' Johnny hij is weg." Maar dat was Johnny ook, want nim mer heeft hij op die vraag eenig antwoord ge geven in deze wereld noch zal hij dat laat ons hopen in de volgende behoeven te doen! Hij lag heel stil hij was dood. "t Plaatsje sprak er schande van toen den vol genden dag de heer Medliker naar Sacramento zond om een anderen predikant die in plaats van ds. Staples de lijkdienst voor Johnny verrichtte; mijneigenaars zouden den geheelen handel monoppliseeren, en alle andere takken van nijverheid spoedig te gronde richten. Zoo is het in Kimberley gegaan, waarde bevolking, sedert de oprichting van De Beers Company, tot de helft vermin derd is. Het bezit van de Delagoa-baai zou Engeland niet slechts in staat stellen, zich de steeds toenemende kolen-productie ten nutte te maken, maar ook voor de jongste der Fransche koloniën, Madagas car, het allerbelangrijkste débouchéafslui ten. Op een voortgezetten tegenstand van Portugal valt, als de Engelschen in ZuidAfrika eenmaal overwinnaars zijn, in het geheel niet te rekenen. Aan het slot van zijne brochure bespreekt de Heer Grosclaude het bezoek van den Duitschen keizer aan Engeland, dat vol gens hem allerminst mag worden opgevat als eene adhaesie aan Engeland's ZuidAfrikaansche politiek. In tegendeel, hij hoopt, dat de keizer aan koningin Vic toria zal duidelijk maken, dat het de vaste wil van geheel Europa is, het in Afrika bestaande evenwicht te handhaven ; dat hij er haar op zal wijzen, hoe gevaar (Zie verwig pag. 4.) HiiiiiuiituimmiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiim 40 cents per regel. iiiiiiiiiiiiii ........ iiuiiiiminii ...... HUM ...... Henneberg-Zijde alleen echt,indien direct van mijn fabrieken betrokken, zwart, wit en gekleurd van 45 ct.tot f 11.O5 per Meter effen, gestreept, geruit, gewerkt, damast enz. (ca. 240 versch. qual. en 2000 versch. kleuren dessins, enz.). Franco en vr(j van i u voerrechten In huis. Stalen ommegaand Dubbel brief porto Jiwr Zwitserland. G. Henneberg's Zijde-Fabrieken (k. & k. Hofiever.), Zürich. Hoofd-Depöt VAN Dr. JAEGER'S ORIG. Normaal- Vohrttti. K. F. DBUSCHLE-BBNGBB, Amsterdam, Kalverstr. 157, Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederl. TENTOONSTELLING TE PARIJS H «900. Verblijf voor ne of meerdere weken in de GraMs Hotels du Trocadero" welke v»or die gelegenheid speciaal naby de Tentoonstelling gebouwd zijn. Bewgzjn voor verblijf van af 67.50 guldens per Wfek, betaalbaar in maandehjksche of driemaandelvjksche termijnen. In dezen prjjs is begrepen: * Vervoer lan reizigers en bagage in Parijs bij aan komst en vertrek; Logies en S maaltijden per dag; U tpegangibewijzen voor de Tentoonstelling; OrienteeringstocU gedurende een dag per rijtuig; Bun* voor verminderde prijzen in verschillendegroo'te maga zijnen; Verzekeringspolis tegen ongelukken. Het uitsluitend recht van verkoop dezer bewijzen i toegestaan geworden aan de Cle INTERSïTale DES WAttONS-LITS Voor inte«kening wende men zich tot, en het uitvoerige, jeïllustr. prospectus vrage men aan bij LISSONE en ZOON, Singel 155, Amsterdam. J. A. HOETING, HOFJUWELIElï, m KALYEESTRAAT194 SPECIALITEIT DIAMANTEN Gouden en Zilveren Werken. ? POimt'TÉ'S. 0 ?BMmlflIMIIIIHIIIIIinmlIUIlnMIIIIIIHIIMHtllltMIIIIMtlllltlHtllIJJIIMt daarna werd het heele geval vergeten. Invloed e'enwel bleef Jobnny's verborgen schat op geleimzinnige manier in den omtrek uitoefenen. Voortdurend werden nieuwe onderzoekingstochttn georganiseerd om de onbekende claim op te sporen, maar steeds te vergeefs. Men verhaald; zelfs hoe op zekeren nacht een gouddelver dt kindergestalten van Johnny en Florry hand lan hand had zien rondwaren op den top van den heuvel; maar ze waren te midden der s'erren verdwenen, juist toen hij meende hun geheim te zullen ontdekken. En langzamerhand stierf ook de herinnering weg. De nu rijke mr. Medliker, thans hoofd eener diligence-onderieming, verhuisde naar Sacramento. Medlifcer's Ranch werd ingericht tot stalling van visselpaarden; en later, nadat de nieuwe spoorweg ook dit ouderwetsche vervoer middel had veidrongen, verrees er een smederij op diezelfde plek, nu een van de buitenwijken der nieuwe stad Burnt Spring. En toen, op zekeren dag, zes jaar later, was er nieuws dat als een donderslag uit den hemel kwam vallen. In de volgende bewoordingen stond het in 't lokaal blad te lezen: Een zeldzaam buiten kansje is den heer John Silsbee, den weibekenden hoefsmid op de oude Medliker Ranch, te beurt gevallen; men zegt, namelijk, dat hij een rijke goudader op 't spoor is gekomen. Bij het schoon maken der waterleiding die voert naar de bron als Burnt Spring bekend, stuitte hij op een goud-houdende laag van groote waarde vlak aan den oorsprong der bron gelegen, een inzinking in den bodem op korten afstand van den weg. De waarde van het tot nu toe gevondene be draagt reeds van acht tot tienduizend dollars. Wat de ontdekking vooral eigenaardig maakt en tevens aantoont hoe wisselvallig de kansen van het goudzoeken zijn, is het feit, dat gedu rende acht volle jaren deze rijke schacht geen vijftig pas verwijderd lag van de plek waar mr. Medliker's hut stond, en later de stallen van de Pioneer-maatschappij, terwijl de inwoners er niets van vermoedden! Voorwaar ik zeg u, de werkelijkheid overtreft alle verdichting!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl