Historisch Archief 1877-1940
No. 1170
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Maison HIRSCH & Cie., Amsterdam.
Artictes nouveaux el praliques
ponr
C AIIEAl X DE S T. MIC
Vendus bon wiarch
en tissu fantaisie nouveaut
La Robe de 5 m. 50. Fl.
lainage Haute nouveaut
La Robe de 6 m. . . Fl.
"J Kf\
l ."V
Cheviott fantaisie. La Robe
de 5 m. Fl.
Velours de Chasse belle
qualité, toutes nuances. 1 f\ KA
La Robe de 10 m. . Fl. 1U.ÜV
de dames en gloria
extra Fl.
d'hommes en gloria
extra Fl.
O QA
&»*J\J
Matador, toutsoie Fl.
5.en gaze et dentelle Fl
.1.50
8aze brodée haute
nouveautéFl.
entullenoiretblancavec A r
application dentelle Fl. ^t. i
en gaze de soie. . . Fl
.4.75
fantaisie nouveauté. Fl.
liu cuir blanc . . . . Fl.
soie avec application Fl
.5.50
de flanelle pure laine A QA
r,nnn« (Mécmntfl Fl. Tt.t/V
Coupe elegante.
de Velours nouveaux Q **? K
modèlles Fl. v. i U
de soie, garnies de ruban ^ KA
Velours fantaisie . . Fl. l ?«"
imitation Sealskiri Fl.
2.50
en Astrakan.
Fl
,. 3.75
Astrakan Caracul. Fl
. 8.75
1J09S Cbèvre deJVIongolie. Fl. 14.OU
14.50
en fourrure; occasions Fl.
moirette, tissu
nouveaux
Fl.
4,90
Tnnnno en taffetas avec grand 07^
JHpES volant Fl. V.< O
de gaze peintures nou- 1 OK
velles Fl. L*GHJ
de bal
depuis .
et de théatre 1 K
Fl, -L ^.
en drap belle qualit
doublées de fourrure
se portant de deux
cötés Fl.
65.
fnntfi glacés brodés 4 Boutons la O "J K
lldülöboite de 3 paires . . Fl. O. l U
paires
batiste. Initiales
brodouzaine
a la main, la f) QA
Fl.
Exposition générale Di manche 19 Novembre.
HIK*1M «& Cie.
DAMEjS.
In bet f oierlaM.
Geachte Eedactie.
Vergun me een enkel woord te zeggen, naar
aanleiding der recensie van «Uit het wonder
land" in 't vorige nummer onder de rubriek
«Voor Dames" waarom juist daar ? te
vinden. Op gevaar af, dat mevr. Van Kol de
gunstige meening verliest, die zy- van my' heeft,
moet ik mij verzetten tegen het ongunstig
oordeel dat zy' uitspreekt over Krebbers' be
werking van de «Duizend en een nacht".
Mevr. Van Kol betwyfelt, of de heer Krebbers,
die het oorspronkelijk Arabisch niet raadplegen
kon, wel kennis genomen heeft van reeds be
staande overzettingen, om die te raadplegen
welke geacht worden het oorspronkelijke het
zuiverst weer te geven. »Ik heb goede redenen
om te gelooven dat hy daarover geen oogenblik
gedacht heeft", zegt zij. Toch is dit onjuist;
de heer Krebbers heeft wel degelijk vóór h\j
zich aan den arbeid zette, studie gemaakt van
de voornaamste bewerkingen, die tenminste in
de Duitsche en Nederlandsche talen bestaan.
Maar zelfs al raadpleegt men de «zum
erstenmale aus dem Urtext vollstandig und treu
bersetzte" uitgave van Dr. Gustav Weil,
ordentlicher Professor der morgenlandischen
Sprachen an der Universitat Heidelberg, dan
komt men daardoor nog niet gereed met een
bewerking der «Duizend en een nacht" voor
de jeugd. Want zulk eene moet aan zeer
bijzondere eischen voldoen; en daartoe behoort
m. i. niet in de eerste plaats «eerbied voor het
oorspronk elijke" of «het betrachten dier sober
heid die de hoofdlijnen van het werk tot haar
recht doen komen".
Maar het schijnt mütoe, dat de recensente
zelf zich de «Duizend en een nacht" niet te
best meer herinnert. Anders zou niet spreken
van »al de duizend en een verhalen", terwijl
immers het aardige van de geschiedenis juist
is dat de sultan door eenzelfde verhaal ver
scheidene nachten achtereen in spanning wordt
gehouden, zoodat hy' er niet toe komen kan
de verhaalster te dooden. Maar vooral zou zy
den heer Krebbers niet verwijten, »met onbe
wuste onhoffelijkheid Sheherazade op zijde te
schuiven". Wie zich de zeer romantische
inleiding tot de «Duizend en een nacht"
herinnert: hoe de sultan door ondervinding
geleerd, tot de overtuiging komt, dat alle
vrouwen haar echtgenooten «bedriegen", en
daarom besluit liever eiken nacht een andere
tot Sultane te verheffen en haar voorgangster
telkens te dooden; en hoe Sheherazade door
haar verhalen hieraan een einde weet te
maken wie zich dit herinnert of't nog eens
overleest, kan moeilijk eischen dat ook in
een bewerking voor de jeugd Sheherazade de
hoofdpersoon moet blijven.
Zoo is er heel wat in de oorspronkelijke
verhalen, dat voor de jeugd gewijzigd of weg
gelaten moet worden. Een ander beoordeelaar
van »TJit het Wonderland" (Dordtsche Courant)
schrijft: «Indertyd hebben wij als kinderen
genoten van die uitgave in zooveel deeltjes
by'.. . was het niet Ter Gunne, in Deventer ?
Later, veel later, heb ik gezien, dat daar ver
scheidene niet-oorbare dingen voor jeugdige
zielen in stonden, die wij in onze onschuld
niet opgemerkt hadden." Niet ieder kind
is zoo onschuldig, en ik meen dat het zaak
is den kinderen geen boeken in handen te
geven, waarin zij «niet-oorbare dingen" kunnen
vinden. Voor zoover my' bekend is, bestond
er tot nu toe geen Nederlandsche bewerking
van de «Duizend en een nacht", die niet in
deze fout vervalt *).
Het spy't my, dat Nellie hierop bij haar
beoordeeling geheel niet gelet heeft. Al is 't
natuurly'k niet de eenige eisch waaraan
kinderlectuur dient te voldoen, bij een stof als door
de «Duizend en een nacht" wordt gegeven
schijnt het my nog al een zaak van gewicht.
Ook wat Nellie over den verhaaltrant van
den heer Krebbers zegt, kan ik niet beamen.
Zeker, hy is een Nederlandsch verteller, met
zy'n deugden en gebreken, en hij heeft niet
getracht den verheven sty'l van 't oorspron
kelijke (op dr. Weil afgaande) te volgen; maar
*) De pas verschenen 4e druk eener «Bloem
lezing uit de Duizend en een nacht" (bij
L. J. Veen te Amsterdam) zonder ik uit, omdat
ik die nog niet gelezen heb. Waarschijnlijk
zal deze vierde druk, die door Louwerse be
werkt is, heel weinig op den derden gelijken :
die was in n woord schandelijk.
zou zy'n. boek foor de jeugd beter geworden
zy'n, zoo hij 't wel gedaan had? Ik betwijfel het.
Met belangstelling en waardeering volg ik
de pogingen die mevr. van Kol in den laatsten
ty'd in 't werk stelt ter verbetering der kinder
litteratuur. Maar zy is niet de eerste en ook
niet de eenige die in deze richting werkt.
Het moet haar al eens meer gebleken zy'n,
dat niet ieder haar opvattingen deelt. En zoo
zal zij het ook waarschynly'k niet vreemd
vinden, dat meerderen (zie o. a. Ned. Spectator)
het werk prijzen, dat door haar wordt afgekeurd.
Amsterdam, 20 Nov. 1899.
J. STAMPEBIUS.
FPTI düwüir RnpVnrp<!phpiiV
Iiüll ddllll", DUCJL^OiMOllL
Lientje's kinderjaren, door CHBISTINE TEN
HOVE. Een verhaal voor meisjes, ge
llustreerd door ANNA WYTHOFF. E. L.
E. van Dantzig.
Onder de namen der schrijvers en schrijfsters
van kinderlectuur komt, meenen wij, die van
mejuffrouw Christine ten Hove, nog niet voor,
en zoo dit inderdaad een eersteling is, mag
men van harte de schrijfster gelukwenschen
met haar werk. Veertien- en vijftienjarigen
zullen smullen van dit lekkere brokje, zoo
een vriendely'ke hand het ophun
Sint-Niklaastafel neerlegt. Ze zullen prettig geboeid worden
door de kleine avontuurtjes van Lientje en
de zusjes, in smaakvollen, eenvoudigen frisschen
trant verteld en op den vluggen verhaaltoon,
die de schrijfsters voor meisjes tegenwoordig
zoo goed weten aan te slaan.
Wonderlyke gebeurtenissen, diepgaande boos
heid en hartroerend leed komen niet in het
verhaal voor, maar toch heeft de schrijfster
kans gezien, er genoeg emotie in te brengen,
om alle idee van sufheid of gelijkvloersche
eentonigheid verre te houden en de Papa's,
de Tantes, de schooijuffrouwen en de huis
houdsters zijn menschen van vleesch en bloed,
geen monsters en geen hemelingen, al hadden
wij den draai om de ooren van »?a" en dien
van de juffrouw Moor wel willen missen.
F. J. v. U.
HHMHimmmiiiiii
iiiiniiiiiiiniMiiiiiii
Dipsomanie. Maison llirsch. Een
raadsel. Een dure vrouw. Een
reclamemiddel. Gelakte boter.
Een waterplant. Recept.
Telkens verneemt men weer bijzonderheden
ie aantoonen hoe in Engeland en Amerika
e »dipsomanie", drankzucht, onder de vrouwen
ioeneemt. Het nagaan der middelen waarvan
feanzienlijke dames zich bedienen om onbetrapt
jhaar portie brandewijn binnen te krijgen, zou
'vermakelijk zijn, als het niet zog treurig was.
Heel eenvoudig is het, esn fiacon vol sterken
drank, in plaats van eau-de-cologne mee te
nemen; heel eenvoudig ook, in den mof een
jfleachje cognac te verstoppen. Hierbij komt
"e flacon in den parapluiesteel, het busje in
.en waaier, het kastje in de piano, het
ingejbonden boek, deze heide laatste om waakzame
ihuisgenooten te verschalken. »...?.
-? Uit Amerika worden veel vernuftiger geval
len verteld. Een bekende millionairsdockter
had altoos wanneer men bij haar kwam een
bord prachtige druiven op de tafel; alleen:
tusschen de trossen lag een valsche tros,
waarvan de druiven gutta-percha zakjes, met
brandewijn gevuld, waren.
Eene aanzienlijke dame had een vinger ver
loren en daarvoor in de plaats een kunstvinger
waarvan de aanhechting aan de hand door een
prachtigen ring gemaskeerd was. Maar de
kunstvinger was hol; een kleine veer onder
den nagel opende het reservoir, dat door aan
den ring te draaien weer gesloten werd. Eene
andere dame had, als zekere keizerin,
een valsche buste, door een paarlen collier
aan den hals vastgemaakt, terwijl wolken
poudre de riz, de illusie moesten voltooien.
| Maar onder de buste was een heel reservoir
l met cognac verborgen, terwijl in de touffe
j rozen die tot den schouder liep, een hol takje
| als zuigpypje diende. Met behulp van een
j flinken waaier laafde de ongelukkige zich
tel; kens aan de alcohol en behield zoo de kracht
j om aan de wereldsche vermaken deel te nemen.
\ * *
i . *
i Bij de nieuwe verbouwing hebben de
magaI zy'nen en ateliers llirsch & Co., Leidscheplein,
| aan ruimte en gemak gewonnen. Op de
ver> dieping waar de zijden stoften en zijden
iluweelen verkocht worden, zy'n de drie trapjes
op en af, vóór het klein Japansche salonnetje,
weggenomen, zoodat daar au alles gelijkvloers
is, en zy'n daar kamers ingericht voor
kindercostumes, peignoirs, en huisjaponnen; waar
vroeger het fluweel was zijn nu zyden rokken,
dessous, corsetten, met een klein atelier er bij
voor onmiddelyke herstellingen.
De eigenlijke weelde is een verdieping hooger
terecht gekomen, waar nu een geheele reeks
van kamers en salonnetjes is met by'behoorende
paskamertjes; men bereikt ze met een
electrische lift. Alles is er rustig ivoorwit lak,
oly'fgroen fluweel en spiegels, alles Louis XV,
deuren en ramen met kleine ruitjes in
gebiseauteerde randen en vergulden handvatten, met
kleine gordijntjes in ivoorwit en bleekgroen,
met elegante kamerschutjes in bescheiden
kleuren, witgelakte stoeltjes en tafels, het
kleed een stil patroon van bleek olyfgroen
en licht beige-grijs, alles uitstekend geschikt
om kleur en vorm te doen uitkomen. De
salons met de paskamertjes uit drie spiegel
wanden bestaand met licht in alle hoeken of
plafond lumineux, hebben iets intiems,
gezelligs en toch modieus, waar alle idee van
een magazijn vol starende winkeljuffrouwen
is uitgesloten, iets gezel ligs en vertrouwelyks.
Als andere jaren kan men er weer heel
mooie toiletten te zien kry'gen. Wij zagen er
o. a. een soiréetoilet, tunique van witte kant
op een onderkleed van wit met tallooze biais
van smal rose lint en smal zwart fluweel; de
tunique belegd met een groot bloempatroon
van uitgeknipt wit fluweel, in de natuurlijke
kleuren van rozen en gebladerte beschil
derd. Een ander soiréetoilet van rose satin
merveilleux werd van onderen voortgezet in
rose gaas, waarop en relief daisies in natuur
lijke kleur, wit en rose met gouden hartjes,
gezaaid waren; het is voor een jong meisje
bestemd.
Iets geheel nieuws is het volgende: op een
japon van zwaar wit satin duchesse, waarvan
de versiering uit kleine paarlen en gouden
kralen bestaat, ligt over de eene mouw een
tak kunstbloemen, orchideeën, paars, geel en
wit; waar de groote kunstbloemen intusschen
te zwaar zouden worden, vóór op het corsage
en op het boeengedeelte van den rok, wordt
het patroon voortgezet in wit fluweel, waarop
de orchideeën geschilderd en uitgeknipt zijn.
Dit is heel origineel en zeer doelmatig in
verband met den eisch \an slankheid en sluik
heid der costumes; terwijl de eene mouw door
den orchideeëntak bedekt wordt, is de ander
met een streepje bont en een arrangement
van oude kant op het wit satijn samengesteld.
Een ander model-toilet was van zilvergrijs
panne, dim pelucheachtig fluweel, voortgezet
in zilvergrijs gaas waarop het fluweel als
incrustatie van rococo-iigiiren wordt voortgezet
en zich langzamerhand in steeds kleiner figuren
verliest, alles omgeven met fijne zilveren
pailletten, precies van de kleur van fluweel en
gaas; een rankenpatroon van deze
zilverpailletten met zilveren korenaren en relief slin
gert zich over bet fluweel en het gaas, waar
onder een transparant van bleekgele zijde de
zachtst mogelijke kieurenharmonie geeft.
Gaarne zoutten wij nog meer vertellen (b.v.
van de avondmantels, wit fluweel met zwart
en staal, den rand van zwart fluweel met wit
en staal, het bont van queue de zibeline met
vieux rose peluche gevoerd), van capuchons en
sorties, van hoeden en prachtige wintermantels;
maar reeds werd de opsomming te lang. Als
bijzonderheid trof het ons, te vernemen, dat
van de vrouwen en meisjes die hier in de
ateliers aan 't werk zijn, ruim een honderdtal
Hollandsche zijn. Men kan. het dan jammer
vinden, dat de premières en knipsters evenals
de modellen der kleedingstukken nog steeds
uit het buitenland moeten komen; maar het
is toch een aangenaam denkbeeld dat eene
zaak die aan zooveel handen werk geeft, ook
in de stad harer vestiging zooveel werkkrachten
bezig houdt.
In een aardig artikel, »un livre il faire", wijst
mad. Arvède Barine in den 'iyaro op een
Engelsche uitgave, The Jïitglislucomam
Yeurbook. Een Engelsche vrouw van iederen stand,
maar vooral van den stand die moeite heeft
om door het leven te komen, vindt daarin
alle inlichtingen die zij noorlig heeft. Het
boek bestaat sedert een twintigtal jaren, maar
| is steeds vollediger en handiger geworden.
l Het is een soort van Almanach acliette, alleen
ten dienste der vrouw, van de lady tot de
arbeidster, da governess en de boerin. Men
vindt erin de kansen en vooruitzichten van
alle beroepen, handarbeid en intellectueel
werk, de methoden van opleiding, de
vereenigingen, maatschappijen, specialiteiten of be
sturen die men ervoor moet raadplegen; de
hoogst mogelyke salarissen, maar ook de ge
wone tarieven, naar leeftijd, bekwaamheid en
sociale toestanden ; de eischen van gezondheid,
de toegestane vacantiën of gedwongen tijden
van werkeloosheid, de gelegenheid om thuis
te werken, de vakken waarin niet de minste
kans is op een eenigszins geëvenredigde ver
dienste (vertaalwerk).
Voor alle koloniën worden de kansen op
werk, de prijzen van overtocht, de eischen van
het klimaat gegeven ; aan de Kaap (aldus wordt
opgegeven) vraagt men onderwijzeressen, in
Australiëverpleegsters, overal goede dienst
boden. Wat de vraag naar huisvrouwen be
treft, die is steeds aan 't verminderen.
Een ander hoofdstuk licht de vrouw in
omtrent alle wettelyke bepalingen op huwelijk,
echtscheiding, koopmanschap ; een ander hoofd
stuk omtrent opvoeding; een ander omtrent
ziekenhuizen en gestichten.
Het denkbeeld van zulk een boek heeft
ongetwijfeld ook in Nederland eenige schry'f
sters en uitgevers voor oogen gezweefd, maar
het 8chy'nt bun tot nogtoe niet gelukt, volle
digheid, beknoptheid, juistheid en goedkoopte
te vereenigen.
* *
*
Te Pressburg is onlangs op straat een mooi
meisje gevonden, in gewoon volkscostuum
gekleeJ, dat niemand verstaan kon. Zij had
aanvallen van kramp, afgewisseld met bewuste
loosheid, en is naar de kliniek te Weenen
vervoerd, waar men vond dat zij ook een
schotwond in de dij had. Zy werd al spoedig
veel beter, maar ofschoon zy' er intelligent
uitzag en heel goedwillig was, kon zij geen
woord van al wat men haar in een menigte
Europeesche talen deed hooren, verstaan, en
haar taal werd door niemand begrepen. Zij
was van Caucasisch ras, met rechten neus,
bruin haar, grijsblauwe oogen; toen zij een
kruisbeeld zag, richtte zy zich op en zeide
het woord : «katholiek". Men gaf haar papier
en potlood en verzocht haar te schrijven. Zij
begon op Oostersche wijze van rechts naar
links, maar geen der Weener oriëntalisten kou
uitmaken wat de taal was waarin zy schreef.
Men verzon toen iets anders en gaf haar den
beroemden bijbel der Britsche missiën, in alle
talen der wereld. Men liet haar blad voor
blad zien ; na veel bladeren en zoeken legde
zij bij de vertaling van Matthaeus in het
Perzisch den wijsvinger, en begon luide den
tekst te lezen. Maar de professor in het
Perzisch, er liij geroepen, verklaarde, dat het
meisje heel iets anders las dan er stond en
i dat hij niet begreep wat zy zeide.
Men bedacht toen iets anders, gaf het meisje
een lap linnen, en verzocht haar daaruit een
hemd te knippen. Dit deed zij niet veel ijver
en handigheid ; toan het klaar was, verklaarden
costuumkenners, dat het een Turksch hemd
was. Men gaf toen het rneioje een pop en een
stuk gaas, en al spoedig drapeerde zij een
sluier om Let hoofd van de pop naar Turksche
wijze. Toch verstaat zij geen woord Turksch.
Omtrent den oorsprong van de schotwonde aan
hare dij, heeft zij beproefd eenigen uitleg te
geven, door de hand aan het hoofd te brengen
als om het militair saluut te maken, en met
de vingers eene snor na te bootsen, men ver
moedt dus dat een soldaat haar gekwetst heeft.
Men liet haar een plaatje zien, waarop een
soldaat geteekend was, en zij stemde toe. Een
paar Duitscho en Hongaarsche woorden schenen
hare opmerkzaamheid te treffen ; zij heeft er
ook een paar nagezegd. In den beginne hield
zij, als er een man binnenkwam, de handen
voor het gezicht. Zij voelt zich soms heel
ongelukkig in haar toestand, en weent vaak,
met het hoofd in de kussens gedrukt.
* *
*
Prins Philipp van Saksen-Coburg is met
zijn vrouw (prinses Louise van België) nog
niet alle onaangenaamheden kwy't; op het
Congo-fortuin van koning Leopold rekenend
hebben de crediteuren al te zeer aan de luimen
der prinses toegegeven. Prins Philipp wil niet
meer dan zes millioen francs afdoen; zy'ne
vrouw is nu in het sanatorium Lindenhof by
Dresden opgesloten en hij weigert de verant
woordelijkheid voor al haar schulden.
Een van deze heeft al tot heel wat rechts
zaken aanleiding gegeven. In het eind van 1897,
toen de prinses aan de Rivièra vertoefde,
kwam te Nizza in de filiaal van den Parijschen
juwelier Hartok, luitenant Geza
MatassichKeglevich en koos voor rekening van prinses
Louise voor 392,000 francs juweelen sieraden
uit, diademen, broches, armbanden, ringen, die
de prinses aan haar dochter als bruidsgeschenk
wou geven. Betaling volgde niet spoedig, maar
Hartok vernam dat een deel van de juweelen
ter waarde van 200.000 francs al heel kort
na de levering te Weenen beleend was, voor
27,000 florijnen, en de rest in Engeland. Hij
klaagde toen de prinses wegens oplichterij aan;
maar die plainte werd afgewezen, omdat hij
van de prinses geen acceptaties in zy'n bezit
had, en dus de prinses in strafrechtely'ken
zin aan de zaak vreemd was. Maar weinige
maanden later maakte de juwelier de zaak
by' het Hoftnarschallambt te Weenen aanhangig,
en produceerdb nu wel twee accepten van de
prinses, een voor 200,000, een voor 192,000 frs.
Het Hofmarschallamt verklaarde zich onbe
voegd ; de juwelier wendde zich nu tot de
Weener Handelsrechtbank, dat zich ook onbe
voegd verklaarde, maar in hooger beroep wel
bevoegd verklaard werd en nu de zaak be
handelen zal. Het deel van de sieraden dat in
Engeland beleend was, is daar reeds verkocht
omdat de rente niet betaald werd.
* *
#
Een groot Parijsch magazijn heeft een
curieus middel gevonden om klanten te winnen,
een soort van sneeuwbal. Als eene dame,
mevr. A., een voorwerp koopt van bv. 500 francs,
neemt zij dit nog niet terstond mee, maar
betaalt 100 francs en ontvangt daarvoor een
boekje met vier cheques a 100 francs. Deze
vier cheques a 100 francs geeft zij aan vier
andere dames, mevr. B., C, D. en E. Deze
vier kunnen ook ieder voor 500 francs komen
uitzoeken, betalen ieder met 100 francs, leveren
daarby' den cheque van mevr. A. in en ont
vangen weer vier cheques. Zoodra de vier
eerste cheques zijn ingekomen, ontvangt mevr.
A. haar voorwerp van 500 francs thuis, waar
zij maar 100 francs van betaald heeft, en is
vrij. De vier andere dames hebben intusschen
ook eene rekening van 500 francs gemaakt,
daarvan 100 francs betaald en zy'n genood
zaakt, ieder vier vriendinnen te zenden of haar
rekening te betalen. Het middel is heel ver
nuftig en mevr. A. is goed af.
:J: *
*
Te Londen verkoopen tegenwoordig vele
comestibleswinkels «gelakte", «geverniste" of
«geglaceerde" stukken boter ; ze blyft daardoor
langer goed, er dringen geen microben in en
de kleur wordt er door verhoogd. De bereiding
is heel eenvoudig. De boter wordt schoon
afgewasschen, in den vereischten vorm ge
bracht en in een koelen kelder gezet. Dan
lost men een lepel vol witte suiker in heet
water op, zet het stuk boter op een doek en
bestrijkt het haastig met een pei.seel of kwastje
met het suikerwater. Door de warmte smelt
oen heel klein laagje boter van de oppervlakte
met de suiker samen en vormt daarmede een
onschadely'k blinkend vernisje. By het gebruik
kan men dat met de rest opeten of hat eerst
er afnemen.
* *
#
Uit Triest wordt gemeld van een «Chineesche
waterplant", die sedert eenigen tijd door de
schepen van de Oostenrijksche Lloyd wordt
meegebracht. Zonder aarde blijft zij, alleen in
water, dat niet eens dikwijls ververscht behoeft
te worden, jarenlang goed, krijgt bladen, wortels,
soms bloemen, heeft niet veel licht of lucht
noodig en laat zich zoowel in speciaal daar
voor gemaakte Chineesche hangvazen als in
alle gewone vazen decoratief schikken. Wel
licht is de plant, die zoo geprezen wordt, hier
reeds lang bekend en in den handel; wij
hebben haar nog niet ontmoet.
* *
*
Bouff. Men klutst 125 gram suiker met G
eierdooiers 25 minuten lang; voegt er het sap
van een halve citroen en de heel fijn gesneden
schil van een kwart citroen bij, voorts 100
gram boter met 125 gram meel gekneed, 30
gram rozijnen en 30 gram krenten. Als alles
goed dooreen geklopt is, mengt men er het
wit van de zes eieren, tot sneeuw geklutst,
door, giet alles in een met boter en meel
bestreken vorm (liefst een vorm met cylinder)
en zet het drie kwartier in den oven.
E?e.