De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 3 december pagina 8

3 december 1899 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1171 S. W. respectievelijk verbeterden van 210 tot 213 en van 172 tot 176 X pCt. De italiaansche spoorwegleening 1887/9 avan ceerde ook wat en wel van 53% tot 54%. Zóó ging het ook de prioriteits oblig, WarschawWeenen en de ruasische spoorwegen Door de aandeelhouders in de IwangorodDembrowa spoormpy zal den 15 December een algemeene vergadering worden gehouden met de bedoeling, de directie te machtigen om met de regeering van der Russen land te onderhan delen over het voortbestaan der mpy' of over de voorwaarden van de naasting. De amerikaansche spoorwegwaarden wat uiteenloopend veranderd. De spanning op de geldmarkt verzwakte de neiging tot rij zing in verband met de voortgaande hooge ontvangsten. Baltimore & Ohio aand. klommen van 54 tot 57. Het praatje van de verwisseling der preferente aandeelen in gewone is echter ge bleken geheel onjuist te wezen. De 5 pets Gulf-ebligatiën rezen van 71M tot 72% door kalme aankoopen. Zie my'n vorige kroniek. Een K100*6 rijzing genoten de eert. van Aand. Kansas City Term. Courtr. Cy. De vorige week was de noteering 165; nu is ze 200. Hierbij doe ik opmerken dat in het reorgani satieplan der Qulf-spoormpüwordt erkend, nog schuldig te zy'n een millioen 5 pets oblig. en een millioen aandeelen. De erkenning doet nog op heel wat uitkeering hopen. A m s t., 28 Nov. '99. D. STIGTER. «amiHinMmiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiwiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiii» BOEKAANKONDIGING. ~ P. ROSEGGER, Peter Mayr, bewerkt door W. ZAALBERG. Amst. Van Holkema & Warendorf. Een nieuw werk van Rosegger! Heerlijke nieuwstijding voor allen die verlangen naar gezonde en tegelijk prikkelende lectuur. Buitendien heeft dit boek, gewyd aan een episode uit den opstand van Tyrol tegen Frankrijk en Beieren in het jaar 1809, voor den tegenwoordigen tijd eene dubbele aantrekke lijkheid. Wat Rosegger ons hier schetst van het dappere Tyrolervolk, is een waardige pen dant van den moed der boeren in Z.-Afrika. En hg doet dat op zulk een eigenaardige pakkende manier, dat men, eenmaal begonnen het boek met moeite uit de handen legt. Wat een reuzentyd was dat in den aanvang dezer eeuw ook voor het arme Tirol, dat ge trouw aan Oostenrijk wilde blijven, maar na eerst door Bonaparte te zyn mishandeld, na den slag by' Wagram eenvoudig aan Beieren ver kwanseld werd. Wat een heldennaturen heeft destijds ook Tyrol voortgebracht in mannen als Andreas Hofer en zy'n medestanders: Speekbacker, Haspinger en Peter Mayr! Aan den moedigen karaktervollen Mayr, den historischen held, den «Waard aan de Mahr", gelijk Hofer de waard van het zand, is dit geschrift gewijd. Natuurlijk bedenke de lezer dat we hier te doen hebben met een historischen roman, waar van een groot deel het werk is der fictie van den schrijver. Edoch Rosegger heeft daarvoor onze verontschuldiging niet noodig. Vol van histo rische, is ook zijn boek vol van poëtische waar heid. Onbetaalbaar humoristische schetsjes en tafreeltjes wisselen de angstwekkende oorlogsverhalen af. De bergstorting, die aan 1500 solda ten het leven kostte en die beraamd was door Peter Mayr, is ontzettend aangrijpend beschre ven. Onvergetelijk z\jn niet minder de tafereel tjes aan den zoon van Mayr, aan Hanna de dienstmeid en aan den speelman Toni gewijd. Het schetsje: Zy wilden geen vrouw nemen (bl. 128 vlg) is eenvoudig een meesterstukje en spreekt boekdeelen wijsheid. De heer Zaalberg, de bewerker ook der vroegere verhalen van Rosegger, heeft ook weder aan dezen arbeid groote zorg besteed. Uitdrukkingen als onmiddelbaar (bl. 216) moesten zy'n pen niet ontsnappen. Het geheel beveel ik met sympathie aan. De lezers zullen van dit boek genieten, gelyk ik er zelf van genoten heb. Meersen, 26 Nov,'99, Da. NIJHOFF. 's Winters op BeuJcenwoud, door merrouw v. OSSELEN-VAN DELDEjs, schrijfster van «Hansje Rozengaarde", »Baas Willem", »De kleine Frits", »Het Jodinnetje van Elspeet", «Arthur's viool", »Frank en Paula'', »Corrie en de kaboutertjes" enz. Amsterdam, Allert de Lange. Mevrouw van Osselen heeft de reeks harer vertellingen voor de jeugd weler vermeerderd met een zeer levendig getint verhaal. Wat ons altijd zoo prettig treft in de een voudige geschiedenis es der geroutineerde schrijfster, is vooral het onopgesmukte in den verhaaltrant. Zij geeft ons echte natuur-kinderen, vol leven en beweeglijkheid en het didactische in hare boeken weet zij haren jongen lezers en lezeresjes recht smakelijk te maken, zoodat zij met van Alfen zeggen kunnen: Mijn leeren is spelen. Er gebeuren prettige dingen in dit opge wekt geschreven verhaaltje, dingen die jongens en meisjesharten welkom zijn, zooals het vinden van een schat op Sinterklaasavond met merk waardige brieven uit den Franschen tijd enz. enz. De uitgave is ais gewoonlijk;, goed ver zorgd. MENA. Leven en Lot. Daar zijn twee soorten van boeken, ten eerste die, welke »men" met een zekere gejaagdheid doorleest om ze »uit" te hebben en te weten hoe het afloopt met den held ot' de heldin van het verhaal, om even spoedig hunne namen te vergeten. Maar daar zyn ook andere boeken waar «men" minder gretig naar grijpt, en toch zijn deze meestal van meerder waarde en beteekenis dan die van de eerstgenoemde soort. In 189G verscheen onder den tile\W7orstelen en Ooenvinnen een door G. J. van Harte ver taald werk van Orison Swett Marden, reeds eerder by het Nederlandse!! publiek ingeleid door liet Nieuws van dun Dag. Het was geen boek van de gewone soort, geen boek dat iemand zou wagen aan een stuk dat iemand zou wagen aan n stuk door te lezen, geen boek voor leesgezelschappen en daarin lag zijn verdienste ! Het staat nog altijd op mijn schrijftafel, een verloren oogonblikje is bestemd voor Orison Swett Marden, die mij telkens wtür wat nieuws vertelt, dat te denken geeft. En nu komt dezer dagen dezelfde schrijver ons een nieuwe verrassing bezorgen, in zijn boek Leven en Lot, uitgegeven bij II. Honig te Utrecht. Andermaal een keurige, met groote zorg gerangschikte verzameling van vele en velerlei bizonderheden uit de levens en het denken en doen van de grooten van ons ge slacht. Het hoogere asavoir virre" wordt hier geleerd, geleerd hoe wy ons leven scjiooner maken en ons lot verbeteren kunnen. Een boek van levenswijsheid, dat men altijd by de hand moet hebben, om bij de zorgen des levens en bij de vervulling onzer plichten moed en kracht uit te putten, een hoek, dat vraagt om op een deel van onze «.ledige oogenblikken" beslag te mogen leggen. En die dezen vrager niet afwijst, betoont zich een verstandig mensch. Van nature klagen de menschen veel over ban lot, en dat maakt met de menschen zelf hun leven en hun lot ondragelijk. Dit boek te lezen is het leven verhoogen en het levens lot verbeteren, reden waarom ik het zon wenschen in elke huiskamer! Alice's Avonturen in liet Wonderland. Naar het Engelsch. Boekh, en Drukkerij v/h. E. J. Brul. Leiden. Een van de aardigste, meest fantastische sprook jes die wij kennen, ontsproten aan het brein van den geleerden mathematicus prof. C h. Lutwidge Dodgson, die met zyn fantasie duizenden kin- . deren en groote menschen ook! geluk kige oogenblikken heeft bezorgd, iets, waarop zich niet vele Hooggeleerden zullen kunnen beroemen. De illustratiën van John Tenniel zijn uitmuntend, de Hollandsche bewerking van den heer K. ten Raa is zeer verdienstelijk en de uitgave is goed verzorgd. In de Muizenwereld. Een nieuwe vertel ling door AGATHA SNELLEN, met teekeningen van L. W. R. WENCKEBACH. Amsterdam, H. J. W. Becht. Een nieuwe, fraaie uitgave van -een bekend, ook vroeger door ons met groote ingenomen heid aangekondigd werkje. B\j den zeer aardigen tekst gaf Wenckebach illustratiën, die tot het beste behooren wat hy' in dat genre heeft geleverd. Maar waarom bleef die Dritte im Bunde weg? Waarom werd ook nu niet de geestigillustreerende muziek van Cath. van Rennes opgenomen? Wij hebben hooren verluiden, dat de uitgever heeft gedacht aan de vele nietpianospelende mama's, die van zoo'n paar notenbalken zouden schrikken. Maar er zijn óók mama's, en niet weinig, die voor die notenbalken volstrekt niet bang zijn en daar mede het verhaal voor de kindertjes veel aantrekkelijker maken. En do andere mama's kunnen de notenbalken overslaan. Een vriendelijk verzoek dus aan den heer Becht: laat by een volgende uitgave ook juf frouw van Rennes weer aan 't woord komen. De kinderen houden heel veel van haar dat kunnen wy hem verzekeren en wat zij hun geeft, is altijd welkom. De eenzame Eilanden, een verhaal uit de Azoren, door DAVID KEE. Almelo. W. Hilarius Wzn. Esn echt jongensboek, vol avonturen te land en ter zee, jonge en oude helden, verraders en boosdoeners, schipbreuken, slavenschepen, onbewoonde eilanden en wat men meer kan verlangen. Natuurlijk komt alles goed terecht: de schurken krijgen hun verdiende loon en de brave en flinke helden worden na al hun omzwervingen en beproevingen, zoo gelukkig als men maar kan wenschen. L. W. R. Wenckebach. Amsterdam H. J. W. Beoht. De avonturen van Jan Willemsz., een his torisch verhaal uit de 16e eeuw door J. G. KEAMEK. Geïllustreerd door C. Koppenol. Uit gave van W. Hilarius Wzn. te Almelo. Tegen den stroom in, eene amerikaansche roman van ELIZABETH STÜART PHELPS. Twee deelen. Uitgave van Boekhandel en Drukkerij voorheen E. J. Brill, Leiden. ?iiilitiiiiiiiiiiiiHiininiiniiitiiiiiliiiitii NIEUWE UITGAVEN. Het vraagstuk der beteelxnis van Hypnose en Suggestie voor de opvoeding. Voordracht gehouden voor het gezelschap van hoofden van scholen in 't arrondissement Utrecht op 30 Sept. 1899, door dr. P. BIERENS DE HAAN. Amsterdam, S L. van Looy. Robert Fruin's verspreide geschriften met aanteekeningen, toevoegsels en verbeteringen uit des schryvers nalatenschap, uitgegeven door dr. P. J. BLOK, dr. P. L. MULLER en mr. S. MULLER Fz. Den Haag, Martinus Nyhoff. Ah kaf voor den wind, ETHKL MAC. S. 2 deelen, Amsterdam, W. Versluya. liet brandende braamlosch. Verzen door ALBERT VERWEY. Amsterdam, W. Versluys. Uitvoering van Nederl. liederen uit het liederboek van Groot Nederland ter viering van het vijfjarig bestaan der Utrechtsche stu denten-afdeelicg van het Willemfonds. Dr. L. H. SLOTEMAKER, Uit de levenbeschou wing der Modernen, l!e druk. Afl. I. Amster dam, L. J. Veen. Koningin Wi'hemina Album onder redactie van dr. JAS TEN BRIXK. Leiden, Boekh. en drukkery voorheen E J. Brill, De Goden verschijnen. Een roman vertaald uit het Engelsch van ANXLE E. HOLDSWOHTII. Uitgave van C E. G. Veldt te Amsterdam. Mijne Kust. Een dichtbundel van CAKMEX SYLVA, bewerkt door FIOKB DKLLA NEVD. Uitgave van L. J. Veen te Amsterdam. Egidius en de Vreemdeling, door W. G. VAX NOUHUYS, met portret van den schrijver en illustraties door J. FE Toonor. Haarlem, De Erven F. Bohn. Verslagen van den Staat van bet gesubsidieerd en van het Staatsonderwijs, alsmede der onder het Departement van onderwijs ressorteerende Staatsinrichtingen in de Zuid-Afrikaansehe Republiek over het dienstjaar 1898. Gedrukt ter Staatsdrukkerij van de Z.-A. Republiek, Pretoria 1899. De Lic[de Sticht. Almanak voor het jaar 1900. Amsterdam, Van Ilolkema & Warendorf. J. B. MEKHKEUK, Ocer Pucïie, Inbeeldiny en P(tedagoyiek. Benige woorden aan ei.kele dich ters, critici en leeraren. Gron., P. Noordboff. yieiiice theorie der liekenkitnde, leerboek ten dienste van kweek- en normaalscholen, door II. F. VAN TiJiiiEKEx. Groningen, P. Noordhoiï. Gorula van Ocerduin, door F. J. VAX UILi'RUis Geïllustreerd door C. KoiTE.xuL. Almelo, W. Ilüaiïus Wzn. liunians in i>rozi, door dr. JAN TEX BIUXK, 2 e aii Leiden, Boekh. en drukkerij voorheen E. J. Brill. Ui; eenzame eilanden. Een verhaal uit de Azoren. door DAVJD KEU, geïllustreerd met 4 platen Almelo, W. Hiïarius Wzn. Kruidje-roer-MC-niet, door TINK VAX BEUK i;x. Geïllustreerd door C. KOITEXOL. Amsterdam, II. J. \V. Becht. De goede lï'tudjcKer, Almanak voor drankbestrijding 19UO St. Anna Parochie, J. Kuiken Jzn. Kameleon, door YLNCI:.M' LOODJES, 2 deelen. Sneek. J. F. van DruWn. Alice's _.li'oidnrtn in liet wonderland, naar het Engelsch van LKWIS CAKKOU,, niet 40 illustraties van Jonx TKNMKL. Leiden, Boekh. en drnkkerij v;h. E. J. Brill. Pi; ZII.(.M'..N, Peiiitres llollandais 3ludcr:ies avec 73 illustratiuns et 4 iucsimilés dans Ie texte et l.-> gravures hors texte et un Essai de Catalogue déscriptif des eaux-fortesd'IsiuKi.s. J. M. et W. MAIIIS et de MALTIN Nouvelle edition, Amsterdam, J. M. Schalekamp. Oa.il Am-it-nliim. Acist., J. M. Schalekamp. In Je muizen xereld, een nieuwe vertelling door AI..ATIIA SXELLHX, met teekeningen van Schetsen uit Bosniëen de Herzepwina. n. De huilende Derwischen. (Slot). We waren op een van de steile bergpaadjes in de buitenwijken van Sarajevo, 't Was hier stik donker en het bibberend schijnsel van de geelige, zwak op en neer veerende lampions ver lichtten fantastisch de wit gt pleisterde huisjes.De schaduwen der zwijgend-bewegende menschen joegen ze in grillige misvormingen voor my uit tegen de vooruitspringende gebouwtjes of tegen de onderbinten der half vooruitstekende ver trekken der vrouwen. De gekruiste latjes voor de vensters der muscharabies deden denken aan vogelkooitjes.-: De optocht klauterde nu een breedere straat op. De schaduwen werden plotseling van reuzen scherp begrensde dwergjes, met kod ilge kleine armen en stompjes van beenen in 't hel dere witte maanlicht. Voor me liep de straat eindeloos op waarts voort, toen ik omkeek zag ik hier en daar beneden me 'n stuk van Sarajevo, pikant belicht; de slanke minaretten als wit marmeren zuilen te midden der whte huisjes, die met de grillige maanbelichting eruit zagen als stukken paleisruinen. Daarachter hing 't zonderling uitgeknipt blauwgrauw gordyn van de rotsmuren der Trebeviéen boven dat alles de flonkerende sterrenpracht van 'n oosterBcben hemel. Ik klauterde op 'n drafje mijn metgezellen achterna, die ik juist boven me 'n hoek van de straat zag omslaan. Toen ik dien hoek omsloeg schrok ik heilig van een fijuur, die in een kiertje van de deur in den hoogeu hofmuur de derwischgangers achterna keek. Nog even zag ik, dat 'c een mooi meisje was. Ze sluierde zich niet voor my christenhond, maar knikte me vriendelijk goedenavond voordat ze de deur sloot. Ik was heimelijk in beraadslaging of ik zoo schynbaar in de pas by deze mobammedaanscbe schoone niet aan de deur zou kloppen, toen de dokter, myne gedachten radende zei: Zag je dat, wat 'n mooieSpaanschejodin?" Ik vi«l door die nuchtere opmerking wel wat uit my'n geheimzinnige haremstemming. Ik wist wel, d*t er Spaansche joden, veel christenen en ook heidenen (zigeuners) in Sarajevo woonden, maar als je nu eenmaal de orientalistische geheimzinnigheid in je beeldende voor stelling hebt, dan oriënteer je jezelf niet graag op Westersche gegevens. Mooie jodinnetjes zie je in Amsterdam ook wel. Ja, ja," bromde ik tegen mijn Agrammer dokter, toen dsze mij beduidde dat we op de plaats onzer bestemming waren. Ja, ja, 't wordt tijd ook, ik ben bek af." We waren aan de moschee. We stapten 'n klein poortje in en kwamen in een hof waar de steen en zerken met hun steenen turban en fez ons tegenlichtten. Woest en wild groeien de planten met hun donkerroode bloemen in 't witte licht. Het zyn de vurige oogen van de rechthoekig-breedgescbouderde schaduwturken. Stil sluipen ze in 't maanlicht over den grond en kussen den bodem van de hier rustende familie. (De Turken begraven hun dooden vlak ach ter hun eigen huis op hun eigen akker of tuin, zoo leven de dooden het leven der levenden nog mee, meenen ze). We kwamen bij 'n houten trapje en bestegen die krakende machine achter elkaar. Boven was 'n soort galerij, van waar wij het interieur der moschee konde i overzien, dat zwak belicht werd door een enkele kaars. Tegen de balustrade aan stond 'n houten bank met 'n rood lapje er ovar, net 'n bank uit een kijkspulletje op wy'len de kermis. Daarop zouden we dan rustig zittend kunnen toekijken, maar toen de Kngelscbman door de Franschen hun voortdu rend krakend zitten en opstaan herhaaldelijk wipte, kwam hij met mij en den dokter over de leuning hangen. O Imütz Pascha trok bedaard zijn bontgevoerde jas uit, zond de jongens weg, en inde bij ons 50 cents entree. Voor de voorstelling betalen alvorens 't spul begon l Schweinerei" bromde myu Agrammer dokter, toen heui zijn aandeel in 't kaarsen geld bovendien gevraagd werd. Ik kon best zien" smaalde hij verder «vraag maar aan de jufl'rouw diar voor haar extra belichting!" Olmütz stak 't geld flegmatisch in 'n leeren tascti en ontvlamde drie kaarsen, die in n lantaarn vlak naast elkaar gestoken waren en om de deur in een hoek zouden branden. Ze vormden weldri n pit en maakten in die kleine ruimte een ondragelijken stank met hun walm. De holle ruimte onder ons werd daar door iets beter zichtbaar, maar 't bleef nog bij dat ne pitje. Een oude Turk liep heeu eii weer. Over me ritselde 't van tijd tot tijd. Ongemerkt moest iemand binnen geslopen zijn en jawel, daar snelden eenige gedaanten zoo dicht mogelijk langs den muur heen naar de zitplaatsen achter de tralies tegenover ons. liet waren de vrouwen. Ongezien en bijna ongemerkt zaten zij daar, zooals de koran dat voorschrijft. Zoo zal 't sterke geslacht" 't minst door 't zwakke geslacht verleid worden. Ik keek naar beneden. Er waren meer kaarsen aangestoken en er viel meer te onder-cheiden nu. Ik zag een soort altaa-, 'n groote nisvormige ruimte (kibla) van boven met kleurige, kartelende stallactiftten afgezet. Op 'n vcrhooging stond 'n afgietsel van Mekka zooals'n steenen bouwdoos die kinderen op St. NiColaas cadeau krijgen. Op den grond daar voor stond 'n groot wierookvat zijn blauwe smeulende rook rechtlijnig naar boven te sturen. Een eind daarvan daan een groote beererl of schapinvacht. Nog 'n paar kaarsen werden aangestoken roet 'n petroloumlamp, 'n soort banglamp, 't kettinkje knoer.>te toen 't heeu en weer schoof. Ik zag daar in die boe); krukkige teekeningen en afbeeldingen Van Mokka achter glas on 't meerdere licht deed hier en daar gulden en vergulden koranspreuken in hun vreemdsoortige araliische karakters opleven. 'i\ Jongen kwam nu binnen tot aan den schouder 'n zwarte hoop dragend. Hij Meel' staan voor den beerenhmd en bukte zich (oen op il-n grond. Telkens liet hij een hoop harig goed vallen, juist in 2 groote halve cirkels om den Cerberus heen. Toon spreidde hij n voor n zoo'n hoop uit en 't bleek ook'n vel. Ik dacht aan eeu M olf met snufi'elends schapen daaromheen. Daarop stapte 'n Turk statig in 'n grooten jas naar binnen. Om zy'n fez had h\j *n groote witte lap ge wikkeld ; 't was een oude mekkaganger: Scheichoverste. Hy zette zich met zijn rug naar't altaar op 't vacht en ging bidden, 'n rozekrans tusschen de vingers. Hij prevelde by'na onhoorbaar, viel dan plots met zyn gezicht diep in zijn vacht, bleef zoo een tijdlang liggen, vloog dan weer overeind en prevelde iets tegen zijn handen, die hy' als een opengeslagen boek voor zich hield. Langzamerhand waren ook anderen binnengekomen. De vooraaamsten met turban op namen plaats op de voorste vachten, de anderen, jongeren met fez op daar achter. Ze waren weldra in 'n ijverig bidden verdiept en weer hoorde men een tijdlang niets dan murmelen en ritselen der kleederen bij 't opstaan en neerbuigen. Daar de een later binnenge komen was dan de ander maakte dit onregel matig bewegen aa \ beide zyden 'n potsierlijk gezicht van boven af gezien. Plotseling was de voetzool zichtbaar) even plotseling was de de fez van 't hoofd weer c-rahoog. De scheich begint iets te zeggen en allen zitten doodstil overeind. Daarop plotseling helder de doodsche stilte verbrekend met zijn geluid ?zegt by: La Allah che il Allah" en 't geheele koor herhaalt dit, ondertusschen de bewegingen van den scheich nadoend, zonals onze kinderen: vogeltjes vliegen. Maar 't gaat al sneller en sneller. Met klimmenden angst hoor ik dat idioote herhalen van : Ia Aliah-che- il-Allah overgaan in een toonloos Allah, Allah, al sneller en sneller en hooger en hooger in toon. Alleen de hoofden schudden heen en weer en de kwasten van de fez slingeren woest in een cirkel om 't hoofd. Reeds lang heeft de Scheich opgehouden, de dolle bende aan hare razernij overlatend. Daar geeft hy 'n teeken en alles is doodstil. Nog juibt is het delirium theologicum by ty'ds be zworen. Nu klinkt weer 'n onverstaanbare zin, Mohammed ot Allah prijzend, langzaam ver snelt 't onnoozle geknik en gaat weer over in 'n waanzinnig snel rythme: Allah. Allah. Een van de jongeren, 'n bijzonder vrome zeker, blaft als 'n hond, huilt hee.scb als 'n byer.a, toonloos, buiten adem, pie pend, fluitend door zijn brander de longpypen. Doodsbleek is zijn gezicht. De fez is hem van 't hoofd gevallen, zijn haren zwaaien woest a's van 'n krankzinnige om hem heen, zijn oogen zijn gesloten en 'n wit schu'm kloddert op zijn half^eopenden mond en zijn vingers trekken krampachtig, alsof hij 'n zenuwtoeval had. Plotseling walgde me die godsdiens'razernij zoo geweldig, dat ik 't niet langer uit kon hou den. Toen op 'n roep van den Scheich 't loeien plotseling als met 'n mes afgesneden werd liet de ongelukkige Allahlijder onbewust 'n schreeuw achteraan en zonk toen met zijn kop bengelend op zijn vacht. Ik sloop caar buiten, tot bij de trap, die naar beneden ging. Vóór me lag 'n prachtig maannacht panorama. Wonderbaarlijk strak en kalm. Eenvoudig scheen 't maanlicht op de tallooze huisjes en den tegenoverliggenden bergwand, 't Was een verademing. Daar zong heel ver weg op een van de vele minaretten 'n Mohammedaan zijn La Allah che il Allahaah.... Eindeloos lang rekte hij zijn klaagzang, die beantwoord werd dan hier, dan daar. Het deed me rustig aan te denken, dat de vrome Mohamedaan ook 'n afschuw heeft van 'n dergelijk Allahbacchanaal. Ik fcidderde bij de gedachte dat in de groote Ramasan («asten) zoo'n krankzinnige op zou staan om te dansen, aangehitst door de kringvormende modedansers en hoe-boe l brullers. Daar knerpte de deur. 't Was ook den dokter te bar geworden. Hij stampte op den grond en zei niets als: Schweinerei! Schweinerei I" Godsdienst exaltatie" trachtte ik in 't midden te brengen. We gingen beiden de krakende trap af. Binnen huilden nog de huilende derwischen. H. HEYENBROCK. HHiiiiiiiiiitiiiiimiriimmiMiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiiitiiiiiMiiiiiMiH Eigen bulletins. Het Utr. NieuivMad schrijft, naar aanleiding van den laatsten brief van Jan van 't Sticht in ons weekblad, het volgende : Hier is Jan in de war ! Of partijdig ? Weet hij zoo zeker dat alleen de* oudste zuster er particuliere correspondenten op na houdt en de jongere zusjes niet ? Kom, we veronderstellen dat Jan van 't Sticht ook betrekkingen heeft in Transvaal en dus graag op de hoogte is van 't nieuwste nieuws. Daarom, en als bewijs dat wij niet kwaad op hem zijn, willen wij hem gaarne ieder tele gram, dat wij uit L-jnden ontvangen, onmid dellijk nadat wij vau den inhoud kennis heb ben genomen, toezenden. Het zal hem dan blijken dat wij wel degelijk ons de luxe van een particulieren Londenschen correspondent veroorlooven en niet be hoeven te wachten op de middag-editie van het HandelMnd. En daar de eene dienst de andere waard is, moet hij ons eens het genoegen doen een on derzoek in te stellen naar de wijze van ver spreiding van onze bulletins, dan zal hij ont waren dat »het verdienen van eenige guldens daags" al evenmin steek houdt als zijne andere beweringen omtrent de jongere zusjes. Oost en West. De Vereenigirig «Oost en West", die in Juni van dit jaar werd opgericht, heeft bij den aanvang van het winterseizoen haar arbeid georganiseerd. Haar doel is: »De bevordering der belangen van allerlei aard van hen, die naar Naderlandsch Oost of WesMndiO' ver trekken, daar verblijf houden of, na er te hebben gewoond, zich tijdelijk dan wel voor goed in Europa vestigen". Daartoe heeft zij f> Commissiën gesticht. De eerste commissie, voorloopig bestaande uit de dames Ten Bosch-Bosscher, Le C ercu.-Groote, De Voogt-Krel en de hoeren X. van den Brandhof, G. P. II. II. Gonggrijp on dr II. M. Ilijmans. za! zich belasten niet het geven van raad, wat betreft hotels, ponsion, huisvesting, inrichtirg, o/iderwij-*, wwkkring, medische hulp, inkoopen iMi?.. op verlaügeu van Indische families, die zich in het vaderland komen vtstigen. Het werk der 'JMo commissie, tot nu toe bestaande uit de dames Elise A. Ilaigliton en mevr. Kunst-Hoyneinan on do hoeren jhr. mr. T. A. J. Van Asch van Wijck, II. C. van l'uyven en II. Vullen, is om zich te bemoeien met de plaatsing van kinderc,?i, die uien voor opvoeding en onderwijs uit Indiënaar Europa wil zenden. Zij zal niet alleen zorgen dat de kinderen in eene goede omgeving terechtkomen, maar deaverlangd ook toezicht over hen houden en met ouders of voogden daarover in geregelde correspondentie blijven. De derde commissie vormen hier ofinlndi een soort arbeidsbeurs, waar men omtrent hen die werk zoeken degelyk word ingelicht. De heeren J. H. By'ning, W. J. Larive, G. E. V. L. Van Znylen willen deze proef beginnen. Het verspreiden van populaire kennis op allerlei gebied zoowel in woord als in geschrift omtrent onze Indische bezittingen, punt, 5 van art. IV, wordt het werk van de 4e commissie. De heeren jhr. mr. T. A J. van Asch van W|jck, R. A. van Sandick, G. E. V. L van Zuylen zullen hier het initatief nemen en hebben reeds den grondslag gelegd tot het vormen eener meer uitgebreide commissie. Een niet minder dankbare taak is voor de 5e commissie weggelegd, die op zich zal nemen het bevorderen der ontwikkeling van Indische nijverheid en kunstnijverheid. Voorloopig telt zy reeds tot haar leden de beeren G. P. Rouffaer E. von Siher, J. Toorop, Ph Zilcken en dames H. van Baak, C. van der Hart, De Nerée tot Babberich-Van Houten, Tersteeg-Pronk en Van Zuylen-Tromp. Al de commissiën zullen natuurlyk samen werking zoeken met andere Vereeoigingerv die min of meer hetzelfde doel beoogen en zij zullen daarin worden gesteund door het Hoofd bestuur, dat nu reeds met verschillende Vereeniglngen in Indiëen in Nederland betrek kingen aanknoopte. Ook dan wanneer het tot het bereiken van het doel der Vereeniging noodig wordt geacht om den steun der regeering hier en in de Indiëte vragen, zal het hoofdbestuur het mandaat opvolgen, dat in art. IV, onder punt 8, wordt gegeven in de volgende bewoording: »Het bevorderen van de belangen der Ver eeniging bij de bevoegde macht, zoo noodig. ook door verzoekschriften." Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging. Men zendt ons de volgende oproeping: >De ondergeteekenden noodigen de leden, in Dordrecht en omstreken woonachtig, uit tot het bywonen eener Vergadering op Donderdag 30 November 1899, 's avonds half negen, in café»Central" te Dordrecht, ter bespreking der wenschely'kheid van de oprichting eener Afdeeling voor Dordrecht en omstreken. Be langstellenden, die als lid wenschen toe te treden, hebben mede tot deze vergadering toegang. N. M. Bouvy, dr. H. J. De Graaf, mr. D. van Houten Jr., dr. A. J. Th. Jonker, P. J. de Kanter, dr. L. van Lier en A. M. E. A. I. Meeus." Een goed voorbeeld. Dat het op vele plaatsen navolging vinde. Is men hier in de hoofdstad ook reeds bezig in dien geest? De firma Jansen & Tilanus te Friezenveen heeft een geïllustreerde prijscourant en een supplement daarbij doen verschynen van haar natuurwollen ondergoederen, met een nieuwe beschouwing over kleeding en hygiène, van prof. Overbeek de Meyer, alsmede een oordeel over dit ondergoed van wijlen dr. S. Sr. Coronel. Het Nieuws v. d. Dag heeft zijn lezers een aardige verrassing bereid. Zyn kalender voor 1900 bevat een verzameling van Nationale kleederdrachten, van wapens, vlaggen, stadsge zichten enz., keurig in kleurendruk vervaardigd door de firma L. v. Leer & Co. alhier. IIIIIIIIIH lllltlHIHIItlllllltllllllllllMIHIIIIIIIIIIItlHIIIHII*. Bernnlflis, Opdat het verward naschrift van dr. Zuidema in de Amsterdammer van 26 Nov. niet ver warrend werke, merk ik op, dat al zyn kwink slagen en uitvluchten en zelfs zyn voorgewende drukfout (Gregoriufl VII in plaats van VI) hem niets helpen. Zyn bewering dat Bernulfus een paus hoe ook genaamd zou hebben afgezet of in den ban gedaan, is en blijft een onwaarheid. Dr. Zuidema verklaart dat hij »wel wat beters te doen heeft," dan zich jn onze historie te verdiepen; inderdaad reeds lang geleden, toen hij nog archief-ambtenaar was, vond ik dat ook en anderen met n y. 26 Nov. '99. VICTOR DE SIUKRS. De heer de St. maakt zich onnoodig bezorgd. Geen lezer van De Amsterdammer zal in ver warring komen door de eenvoudige feiten, die ik heb verteld; n.l. dat er eenmaal ('t was trouwens niet de nige maal) drie pausen tegelijk zijn geweest, onder wie althans n omgekochte en n omkooper; en dat destijds de Keizer boven den paus stond. Waarom beproeft hij dan niet eens dat feit te weerleggen ? Ik heb niet verklaard: wat beters te doen te hebben dan mij in onze historie te ver diepen, maar wat beters dan den heer de St. te helpen om den heer Zeydner rekenschap te vragen van eene hém even onaangename stelling als my'n bovengenoemde, dat Bernulf een paus heeft helpen afzetten ; wien doet niets ter zake. Want daar de ultramontaansche theorie eischt, dat de paus altijd het geëerbiedigde hoofd der Christerheid is geweest en alleen »al wat slecht is", zich tegen hem heeft verzet, zoo is Bernulf,. inditn hij aan de afzetting van om 't even welken paus heeft deelgenomen, een slecht bisschop en slecht mensch geweest. De lezers zullen nu ook wel begrijpen,. waiirooi de hser de St. e. a. met hem vonden, dat ik wel wat beters kon doen (beter voor hen n.l.) dan mij in onze geschiedenis ver diepen, alsmede, wie die anderen waren. Dit. W. ZriDKu.v. Bl oemendaal bij Haarlem. 29:ll/'9!/. Aan de redactie van het Weekblad De Amsterdammer, te Amsterdam. WelEdelGeb. Heer, Een paar dagen geleden zond ik aan de redacties van Het Handelsblad en De Telegraaf een ingezonden stukje van ongeveer den vol genden inhoud : «Mijnheer de Redacteur, In de dagbladen lazen wij, dat H. M. de Koningin-Moeder bij het vertrek der tweede ambulance van het Roode Kruis, wederom een telegram van belangstelling heeft gezonden. Zoudt u mij ook kunnen zeggen, waarom IL M. de Koningin meent zich te moeten onthouden van betuigingen van sympathie aan menschen, die voor zulk een verheven zaak zich beschikbaar stellen 'l Hoogachtend, Uw dw. dn., A. KOOLIIOYEX.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl