Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1171
S. W. respectievelijk verbeterden van 210 tot
213 en van 172 tot 176 X pCt.
De italiaansche spoorwegleening 1887/9 avan
ceerde ook wat en wel van 53% tot 54%. Zóó
ging het ook de prioriteits oblig,
WarschawWeenen en de ruasische spoorwegen
Door de aandeelhouders in de
IwangorodDembrowa spoormpy zal den 15 December een
algemeene vergadering worden gehouden met
de bedoeling, de directie te machtigen om met
de regeering van der Russen land te onderhan
delen over het voortbestaan der mpy' of over
de voorwaarden van de naasting.
De amerikaansche spoorwegwaarden wat
uiteenloopend veranderd. De spanning op de
geldmarkt verzwakte de neiging tot rij zing in
verband met de voortgaande hooge ontvangsten.
Baltimore & Ohio aand. klommen van 54
tot 57. Het praatje van de verwisseling der
preferente aandeelen in gewone is echter ge
bleken geheel onjuist te wezen.
De 5 pets Gulf-ebligatiën rezen van 71M
tot 72% door kalme aankoopen. Zie my'n
vorige kroniek.
Een K100*6 rijzing genoten de eert. van
Aand. Kansas City Term. Courtr. Cy. De vorige
week was de noteering 165; nu is ze 200.
Hierbij doe ik opmerken dat in het reorgani
satieplan der Qulf-spoormpüwordt erkend, nog
schuldig te zy'n een millioen 5 pets oblig. en
een millioen aandeelen. De erkenning doet
nog op heel wat uitkeering hopen.
A m s t., 28 Nov. '99. D. STIGTER.
«amiHinMmiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiwiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiii»
BOEKAANKONDIGING. ~
P. ROSEGGER, Peter Mayr, bewerkt door
W. ZAALBERG. Amst. Van Holkema
& Warendorf.
Een nieuw werk van Rosegger! Heerlijke
nieuwstijding voor allen die verlangen naar
gezonde en tegelijk prikkelende lectuur.
Buitendien heeft dit boek, gewyd aan een
episode uit den opstand van Tyrol tegen
Frankrijk en Beieren in het jaar 1809, voor den
tegenwoordigen tijd eene dubbele aantrekke
lijkheid. Wat Rosegger ons hier schetst van
het dappere Tyrolervolk, is een waardige pen
dant van den moed der boeren in Z.-Afrika.
En hg doet dat op zulk een eigenaardige
pakkende manier, dat men, eenmaal begonnen
het boek met moeite uit de handen legt.
Wat een reuzentyd was dat in den aanvang
dezer eeuw ook voor het arme Tirol, dat ge
trouw aan Oostenrijk wilde blijven, maar na
eerst door Bonaparte te zyn mishandeld, na
den slag by' Wagram eenvoudig aan Beieren ver
kwanseld werd. Wat een heldennaturen heeft
destijds ook Tyrol voortgebracht in mannen als
Andreas Hofer en zy'n medestanders:
Speekbacker, Haspinger en Peter Mayr! Aan den
moedigen karaktervollen Mayr, den historischen
held, den «Waard aan de Mahr", gelijk Hofer
de waard van het zand, is dit geschrift gewijd.
Natuurlijk bedenke de lezer dat we hier te
doen hebben met een historischen roman, waar
van een groot deel het werk is der fictie van den
schrijver. Edoch Rosegger heeft daarvoor onze
verontschuldiging niet noodig. Vol van histo
rische, is ook zijn boek vol van poëtische waar
heid. Onbetaalbaar humoristische schetsjes en
tafreeltjes wisselen de angstwekkende
oorlogsverhalen af. De bergstorting, die aan 1500 solda
ten het leven kostte en die beraamd was door
Peter Mayr, is ontzettend aangrijpend beschre
ven. Onvergetelijk z\jn niet minder de tafereel
tjes aan den zoon van Mayr, aan Hanna de
dienstmeid en aan den speelman Toni gewijd. Het
schetsje: Zy wilden geen vrouw nemen (bl. 128
vlg) is eenvoudig een meesterstukje en spreekt
boekdeelen wijsheid. De heer Zaalberg, de
bewerker ook der vroegere verhalen van
Rosegger, heeft ook weder aan dezen arbeid groote
zorg besteed. Uitdrukkingen als onmiddelbaar
(bl. 216) moesten zy'n pen niet ontsnappen.
Het geheel beveel ik met sympathie aan. De
lezers zullen van dit boek genieten, gelyk ik
er zelf van genoten heb.
Meersen, 26 Nov,'99, Da. NIJHOFF.
's Winters op BeuJcenwoud, door merrouw
v. OSSELEN-VAN DELDEjs, schrijfster van
«Hansje Rozengaarde", »Baas Willem",
»De kleine Frits", »Het Jodinnetje van
Elspeet", «Arthur's viool", »Frank en
Paula'', »Corrie en de kaboutertjes" enz.
Amsterdam, Allert de Lange.
Mevrouw van Osselen heeft de reeks harer
vertellingen voor de jeugd weler vermeerderd
met een zeer levendig getint verhaal.
Wat ons altijd zoo prettig treft in de een
voudige geschiedenis es der geroutineerde
schrijfster, is vooral het onopgesmukte in den
verhaaltrant.
Zij geeft ons echte natuur-kinderen, vol
leven en beweeglijkheid en het didactische in
hare boeken weet zij haren jongen lezers en
lezeresjes recht smakelijk te maken, zoodat
zij met van Alfen zeggen kunnen: Mijn leeren
is spelen.
Er gebeuren prettige dingen in dit opge
wekt geschreven verhaaltje, dingen die jongens
en meisjesharten welkom zijn, zooals het vinden
van een schat op Sinterklaasavond met merk
waardige brieven uit den Franschen tijd enz.
enz. De uitgave is ais gewoonlijk;, goed ver
zorgd.
MENA.
Leven en Lot.
Daar zijn twee soorten van boeken, ten eerste
die, welke »men" met een zekere gejaagdheid
doorleest om ze »uit" te hebben en te weten
hoe het afloopt met den held ot' de heldin van
het verhaal, om even spoedig hunne namen te
vergeten. Maar daar zyn ook andere boeken
waar «men" minder gretig naar grijpt, en toch
zijn deze meestal van meerder waarde en
beteekenis dan die van de eerstgenoemde soort.
In 189G verscheen onder den tile\W7orstelen
en Ooenvinnen een door G. J. van Harte ver
taald werk van Orison Swett Marden, reeds
eerder by het Nederlandse!! publiek ingeleid
door liet Nieuws van dun Dag. Het was geen
boek van de gewone soort, geen boek dat
iemand zou wagen aan een stuk dat iemand
zou wagen aan n stuk door te lezen, geen
boek voor leesgezelschappen en daarin lag
zijn verdienste ! Het staat nog altijd op mijn
schrijftafel, een verloren oogonblikje is bestemd
voor Orison Swett Marden, die mij telkens wtür
wat nieuws vertelt, dat te denken geeft.
En nu komt dezer dagen dezelfde schrijver
ons een nieuwe verrassing bezorgen, in zijn
boek Leven en Lot, uitgegeven bij II. Honig
te Utrecht. Andermaal een keurige, met groote
zorg gerangschikte verzameling van vele en
velerlei bizonderheden uit de levens en het
denken en doen van de grooten van ons ge
slacht. Het hoogere asavoir virre" wordt
hier geleerd, geleerd hoe wy ons leven
scjiooner maken en ons lot verbeteren kunnen.
Een boek van levenswijsheid, dat men altijd
by de hand moet hebben, om bij de zorgen
des levens en bij de vervulling onzer plichten
moed en kracht uit te putten, een hoek, dat
vraagt om op een deel van onze «.ledige
oogenblikken" beslag te mogen leggen. En die dezen
vrager niet afwijst, betoont zich een verstandig
mensch.
Van nature klagen de menschen veel over
ban lot, en dat maakt met de menschen zelf
hun leven en hun lot ondragelijk. Dit boek
te lezen is het leven verhoogen en het levens
lot verbeteren, reden waarom ik het zon
wenschen in elke huiskamer!
Alice's Avonturen in liet Wonderland.
Naar het Engelsch. Boekh, en Drukkerij
v/h. E. J. Brul. Leiden.
Een van de aardigste, meest fantastische sprook
jes die wij kennen, ontsproten aan het brein van
den geleerden mathematicus prof. C h. Lutwidge
Dodgson, die met zyn fantasie duizenden kin- .
deren en groote menschen ook! geluk
kige oogenblikken heeft bezorgd, iets, waarop
zich niet vele Hooggeleerden zullen kunnen
beroemen. De illustratiën van John Tenniel
zijn uitmuntend, de Hollandsche bewerking
van den heer K. ten Raa is zeer verdienstelijk
en de uitgave is goed verzorgd.
In de Muizenwereld. Een nieuwe vertel
ling door AGATHA SNELLEN, met
teekeningen van L. W. R. WENCKEBACH.
Amsterdam, H. J. W. Becht.
Een nieuwe, fraaie uitgave van -een bekend,
ook vroeger door ons met groote ingenomen
heid aangekondigd werkje. B\j den zeer aardigen
tekst gaf Wenckebach illustratiën, die tot het
beste behooren wat hy' in dat genre heeft
geleverd.
Maar waarom bleef die Dritte im Bunde
weg? Waarom werd ook nu niet de
geestigillustreerende muziek van Cath. van Rennes
opgenomen? Wij hebben hooren verluiden, dat
de uitgever heeft gedacht aan de vele
nietpianospelende mama's, die van zoo'n paar
notenbalken zouden schrikken. Maar er zijn
óók mama's, en niet weinig, die voor die
notenbalken volstrekt niet bang zijn en daar
mede het verhaal voor de kindertjes veel
aantrekkelijker maken. En do andere mama's
kunnen de notenbalken overslaan.
Een vriendelijk verzoek dus aan den heer
Becht: laat by een volgende uitgave ook juf
frouw van Rennes weer aan 't woord komen.
De kinderen houden heel veel van haar
dat kunnen wy hem verzekeren en wat zij
hun geeft, is altijd welkom.
De eenzame Eilanden, een verhaal uit de
Azoren, door DAVID KEE. Almelo. W.
Hilarius Wzn.
Esn echt jongensboek, vol avonturen te land
en ter zee, jonge en oude helden, verraders
en boosdoeners, schipbreuken, slavenschepen,
onbewoonde eilanden en wat men meer kan
verlangen. Natuurlijk komt alles goed terecht:
de schurken krijgen hun verdiende loon en
de brave en flinke helden worden na al hun
omzwervingen en beproevingen, zoo gelukkig
als men maar kan wenschen.
L. W. R. Wenckebach. Amsterdam H. J. W.
Beoht.
De avonturen van Jan Willemsz., een his
torisch verhaal uit de 16e eeuw door J. G.
KEAMEK. Geïllustreerd door C. Koppenol. Uit
gave van W. Hilarius Wzn. te Almelo.
Tegen den stroom in, eene amerikaansche
roman van ELIZABETH STÜART PHELPS. Twee
deelen. Uitgave van Boekhandel en Drukkerij
voorheen E. J. Brill, Leiden.
?iiilitiiiiiiiiiiiiHiininiiniiitiiiiiliiiitii
NIEUWE UITGAVEN.
Het vraagstuk der beteelxnis van Hypnose
en Suggestie voor de opvoeding. Voordracht
gehouden voor het gezelschap van hoofden van
scholen in 't arrondissement Utrecht op 30
Sept. 1899, door dr. P. BIERENS DE HAAN.
Amsterdam, S L. van Looy.
Robert Fruin's verspreide geschriften met
aanteekeningen, toevoegsels en verbeteringen
uit des schryvers nalatenschap, uitgegeven
door dr. P. J. BLOK, dr. P. L. MULLER en mr.
S. MULLER Fz. Den Haag, Martinus Nyhoff.
Ah kaf voor den wind, ETHKL MAC. S. 2
deelen, Amsterdam, W. Versluya.
liet brandende braamlosch. Verzen door
ALBERT VERWEY. Amsterdam, W. Versluys.
Uitvoering van Nederl. liederen uit het
liederboek van Groot Nederland ter viering
van het vijfjarig bestaan der Utrechtsche stu
denten-afdeelicg van het Willemfonds.
Dr. L. H. SLOTEMAKER, Uit de levenbeschou
wing der Modernen, l!e druk. Afl. I. Amster
dam, L. J. Veen.
Koningin Wi'hemina Album onder redactie
van dr. JAS TEN BRIXK. Leiden, Boekh. en
drukkery voorheen E J. Brill,
De Goden verschijnen. Een roman vertaald
uit het Engelsch van ANXLE E. HOLDSWOHTII.
Uitgave van C E. G. Veldt te Amsterdam.
Mijne Kust. Een dichtbundel van CAKMEX
SYLVA, bewerkt door FIOKB DKLLA NEVD. Uitgave
van L. J. Veen te Amsterdam.
Egidius en de Vreemdeling, door W. G. VAX
NOUHUYS, met portret van den schrijver en
illustraties door J. FE Toonor. Haarlem, De
Erven F. Bohn.
Verslagen van den Staat van bet gesubsidieerd
en van het Staatsonderwijs, alsmede der onder
het Departement van onderwijs ressorteerende
Staatsinrichtingen in de Zuid-Afrikaansehe
Republiek over het dienstjaar 1898. Gedrukt
ter Staatsdrukkerij van de Z.-A. Republiek,
Pretoria 1899.
De Lic[de Sticht. Almanak voor het jaar
1900. Amsterdam, Van Ilolkema & Warendorf.
J. B. MEKHKEUK, Ocer Pucïie, Inbeeldiny en
P(tedagoyiek. Benige woorden aan ei.kele dich
ters, critici en leeraren. Gron., P. Noordboff.
yieiiice theorie der liekenkitnde, leerboek
ten dienste van kweek- en normaalscholen,
door II. F. VAN TiJiiiEKEx. Groningen, P.
Noordhoiï.
Gorula van Ocerduin, door F. J. VAX
UILi'RUis Geïllustreerd door C. KoiTE.xuL. Almelo,
W. Ilüaiïus Wzn.
liunians in i>rozi, door dr. JAN TEX BIUXK,
2 e aii Leiden, Boekh. en drukkerij voorheen
E. J. Brill.
Ui; eenzame eilanden. Een verhaal uit de
Azoren. door DAVJD KEU, geïllustreerd met 4
platen Almelo, W. Hiïarius Wzn.
Kruidje-roer-MC-niet, door TINK VAX BEUK i;x.
Geïllustreerd door C. KOITEXOL. Amsterdam,
II. J. \V. Becht.
De goede lï'tudjcKer, Almanak voor
drankbestrijding 19UO St. Anna Parochie, J. Kuiken Jzn.
Kameleon, door YLNCI:.M' LOODJES, 2 deelen.
Sneek. J. F. van DruWn.
Alice's _.li'oidnrtn in liet wonderland, naar
het Engelsch van LKWIS CAKKOU,, niet 40
illustraties van Jonx TKNMKL. Leiden, Boekh.
en drnkkerij v;h. E. J. Brill.
Pi; ZII.(.M'..N, Peiiitres llollandais 3ludcr:ies
avec 73 illustratiuns et 4 iucsimilés dans Ie
texte et l.-> gravures hors texte et un Essai de
Catalogue déscriptif des eaux-fortesd'IsiuKi.s.
J. M. et W. MAIIIS et de MALTIN Nouvelle
edition, Amsterdam, J. M. Schalekamp.
Oa.il Am-it-nliim. Acist., J. M. Schalekamp.
In Je muizen xereld, een nieuwe vertelling
door AI..ATIIA SXELLHX, met teekeningen van
Schetsen uit Bosniëen de Herzepwina.
n.
De huilende Derwischen.
(Slot).
We waren op een van de steile bergpaadjes
in de buitenwijken van Sarajevo, 't Was hier
stik donker en het bibberend schijnsel van de
geelige, zwak op en neer veerende lampions ver
lichtten fantastisch de wit gt pleisterde huisjes.De
schaduwen der zwijgend-bewegende menschen
joegen ze in grillige misvormingen voor my uit
tegen de vooruitspringende gebouwtjes of tegen
de onderbinten der half vooruitstekende ver
trekken der vrouwen. De gekruiste latjes voor
de vensters der muscharabies deden denken
aan vogelkooitjes.-:
De optocht klauterde nu een breedere straat
op. De schaduwen werden plotseling van
reuzen scherp begrensde dwergjes, met kod ilge
kleine armen en stompjes van beenen in 't hel
dere witte maanlicht.
Voor me liep de straat eindeloos op
waarts voort, toen ik omkeek zag ik hier
en daar beneden me 'n stuk van Sarajevo,
pikant belicht; de slanke minaretten als
wit marmeren zuilen te midden der whte
huisjes, die met de grillige maanbelichting eruit
zagen als stukken paleisruinen. Daarachter
hing 't zonderling uitgeknipt blauwgrauw gordyn
van de rotsmuren der Trebeviéen boven dat
alles de flonkerende sterrenpracht van 'n
oosterBcben hemel.
Ik klauterde op 'n drafje mijn metgezellen
achterna, die ik juist boven me 'n hoek van de
straat zag omslaan. Toen ik dien hoek omsloeg
schrok ik heilig van een fijuur, die in een
kiertje van de deur in den hoogeu hofmuur
de derwischgangers achterna keek. Nog even
zag ik, dat 'c een mooi meisje was. Ze sluierde
zich niet voor my christenhond, maar knikte me
vriendelijk goedenavond voordat ze de deur sloot.
Ik was heimelijk in beraadslaging of ik zoo
schynbaar in de pas by deze mobammedaanscbe
schoone niet aan de deur zou kloppen, toen
de dokter, myne gedachten radende zei:
Zag je dat, wat 'n mooieSpaanschejodin?"
Ik vi«l door die nuchtere opmerking wel wat
uit my'n geheimzinnige haremstemming. Ik
wist wel, d*t er Spaansche joden, veel christenen
en ook heidenen (zigeuners) in Sarajevo
woonden, maar als je nu eenmaal de
orientalistische geheimzinnigheid in je beeldende voor
stelling hebt, dan oriënteer je jezelf niet graag
op Westersche gegevens. Mooie jodinnetjes
zie je in Amsterdam ook wel.
Ja, ja," bromde ik tegen mijn Agrammer
dokter, toen dsze mij beduidde dat we op de
plaats onzer bestemming waren. Ja, ja, 't
wordt tijd ook, ik ben bek af."
We waren aan de moschee. We stapten 'n
klein poortje in en kwamen in een hof waar
de steen en zerken met hun steenen turban
en fez ons tegenlichtten. Woest en wild groeien
de planten met hun donkerroode bloemen in 't
witte licht. Het zyn de vurige oogen van
de rechthoekig-breedgescbouderde
schaduwturken. Stil sluipen ze in 't maanlicht over
den grond en kussen den bodem van de hier
rustende familie.
(De Turken begraven hun dooden vlak ach
ter hun eigen huis op hun eigen akker of tuin,
zoo leven de dooden het leven der levenden
nog mee, meenen ze).
We kwamen bij 'n houten trapje en bestegen
die krakende machine achter elkaar. Boven
was 'n soort galerij, van waar wij het interieur
der moschee konde i overzien, dat zwak belicht
werd door een enkele kaars. Tegen de balustrade
aan stond 'n houten bank met 'n rood lapje
er ovar, net 'n bank uit een kijkspulletje
op wy'len de kermis. Daarop zouden we dan
rustig zittend kunnen toekijken, maar toen de
Kngelscbman door de Franschen hun voortdu
rend krakend zitten en opstaan herhaaldelijk
wipte, kwam hij met mij en den dokter over
de leuning hangen. O Imütz Pascha trok bedaard
zijn bontgevoerde jas uit, zond de jongens weg,
en inde bij ons 50 cents entree.
Voor de voorstelling betalen alvorens 't spul
begon l Schweinerei" bromde myu Agrammer
dokter, toen heui zijn aandeel in 't kaarsen
geld bovendien gevraagd werd. Ik kon best
zien" smaalde hij verder «vraag maar aan de
jufl'rouw diar voor haar extra belichting!"
Olmütz stak 't geld flegmatisch in 'n leeren
tascti en ontvlamde drie kaarsen, die in
n lantaarn vlak naast elkaar gestoken waren
en om de deur in een hoek zouden branden.
Ze vormden weldri n pit en maakten in die
kleine ruimte een ondragelijken stank met hun
walm. De holle ruimte onder ons werd daar
door iets beter zichtbaar, maar 't bleef nog
bij dat ne pitje. Een oude Turk liep heeu
eii weer.
Over me ritselde 't van tijd tot tijd. Ongemerkt
moest iemand binnen geslopen zijn en jawel,
daar snelden eenige gedaanten zoo dicht mogelijk
langs den muur heen naar de zitplaatsen achter
de tralies tegenover ons. liet waren de vrouwen.
Ongezien en bijna ongemerkt zaten zij daar,
zooals de koran dat voorschrijft. Zoo zal
't sterke geslacht" 't minst door 't zwakke
geslacht verleid worden. Ik keek naar beneden.
Er waren meer kaarsen aangestoken en er viel
meer te onder-cheiden nu. Ik zag een soort
altaa-, 'n groote nisvormige ruimte (kibla)
van boven met kleurige, kartelende stallactiftten
afgezet. Op 'n vcrhooging stond 'n afgietsel van
Mekka zooals'n steenen bouwdoos die kinderen op
St. NiColaas cadeau krijgen. Op den grond daar
voor stond 'n groot wierookvat zijn blauwe
smeulende rook rechtlijnig naar boven te sturen.
Een eind daarvan daan een groote beererl
of schapinvacht. Nog 'n paar kaarsen werden
aangestoken roet 'n petroloumlamp, 'n soort
banglamp, 't kettinkje knoer.>te toen 't heeu en
weer schoof. Ik zag daar in die boe); krukkige
teekeningen en afbeeldingen Van Mokka achter
glas on 't meerdere licht deed hier en daar
gulden en vergulden koranspreuken in hun
vreemdsoortige araliische karakters opleven.
'i\ Jongen kwam nu binnen tot aan den
schouder 'n zwarte hoop dragend. Hij Meel' staan
voor den beerenhmd en bukte zich (oen op il-n
grond. Telkens liet hij een hoop harig goed vallen,
juist in 2 groote halve cirkels om den Cerberus
heen. Toon spreidde hij n voor n zoo'n hoop
uit en 't bleek ook'n vel. Ik dacht aan eeu M olf
met snufi'elends schapen daaromheen. Daarop
stapte 'n Turk statig in 'n grooten jas naar
binnen. Om zy'n fez had h\j *n groote witte lap ge
wikkeld ; 't was een oude mekkaganger:
Scheichoverste. Hy zette zich met zijn rug naar't altaar
op 't vacht en ging bidden, 'n rozekrans tusschen
de vingers. Hij prevelde by'na onhoorbaar,
viel dan plots met zyn gezicht diep in zijn
vacht, bleef zoo een tijdlang liggen, vloog dan
weer overeind en prevelde iets tegen zijn handen,
die hy' als een opengeslagen boek voor zich
hield. Langzamerhand waren ook anderen
binnengekomen. De vooraaamsten met turban
op namen plaats op de voorste vachten, de
anderen, jongeren met fez op daar achter.
Ze waren weldra in 'n ijverig bidden verdiept
en weer hoorde men een tijdlang niets dan
murmelen en ritselen der kleederen bij 't opstaan
en neerbuigen. Daar de een later binnenge
komen was dan de ander maakte dit onregel
matig bewegen aa \ beide zyden 'n potsierlijk
gezicht van boven af gezien. Plotseling was
de voetzool zichtbaar) even plotseling was de
de fez van 't hoofd weer c-rahoog.
De scheich begint iets te zeggen en allen
zitten doodstil overeind. Daarop plotseling
helder de doodsche stilte verbrekend met zijn
geluid ?zegt by:
La Allah che il Allah" en 't geheele koor
herhaalt dit, ondertusschen de bewegingen van
den scheich nadoend, zonals onze kinderen:
vogeltjes vliegen. Maar 't gaat al sneller en
sneller. Met klimmenden angst hoor ik dat
idioote herhalen van : Ia Aliah-che- il-Allah
overgaan in een toonloos Allah, Allah, al
sneller en sneller en hooger en hooger in toon.
Alleen de hoofden schudden heen en weer en
de kwasten van de fez slingeren woest in een
cirkel om 't hoofd.
Reeds lang heeft de Scheich opgehouden, de
dolle bende aan hare razernij overlatend. Daar
geeft hy 'n teeken en alles is doodstil. Nog
juibt is het delirium theologicum by ty'ds be
zworen. Nu klinkt weer 'n onverstaanbare zin,
Mohammed ot Allah prijzend, langzaam ver
snelt 't onnoozle geknik en gaat weer over
in 'n waanzinnig snel rythme: Allah. Allah.
Een van de jongeren, 'n bijzonder vrome
zeker, blaft als 'n hond, huilt hee.scb
als 'n byer.a, toonloos, buiten adem, pie
pend, fluitend door zijn brander de
longpypen. Doodsbleek is zijn gezicht. De
fez is hem van 't hoofd gevallen, zijn
haren zwaaien woest a's van 'n krankzinnige
om hem heen, zijn oogen zijn gesloten en 'n
wit schu'm kloddert op zijn half^eopenden mond
en zijn vingers trekken krampachtig, alsof hij
'n zenuwtoeval had.
Plotseling walgde me die godsdiens'razernij
zoo geweldig, dat ik 't niet langer uit kon hou
den. Toen op 'n roep van den Scheich 't
loeien plotseling als met 'n mes afgesneden
werd liet de ongelukkige Allahlijder onbewust
'n schreeuw achteraan en zonk toen met zijn
kop bengelend op zijn vacht.
Ik sloop caar buiten, tot bij de trap, die
naar beneden ging. Vóór me lag 'n prachtig
maannacht panorama. Wonderbaarlijk strak
en kalm. Eenvoudig scheen 't maanlicht op de
tallooze huisjes en den tegenoverliggenden
bergwand, 't Was een verademing. Daar zong
heel ver weg op een van de vele minaretten 'n
Mohammedaan zijn La Allah che il Allahaah....
Eindeloos lang rekte hij zijn klaagzang, die
beantwoord werd dan hier, dan daar. Het deed
me rustig aan te denken, dat de vrome
Mohamedaan ook 'n afschuw heeft van 'n dergelijk
Allahbacchanaal. Ik fcidderde bij de gedachte dat in
de groote Ramasan («asten) zoo'n krankzinnige
op zou staan om te dansen, aangehitst door
de kringvormende modedansers en hoe-boe l
brullers. Daar knerpte de deur. 't Was ook
den dokter te bar geworden. Hij stampte op
den grond en zei niets als: Schweinerei!
Schweinerei I"
Godsdienst exaltatie" trachtte ik in 't midden
te brengen.
We gingen beiden de krakende trap af.
Binnen huilden nog de huilende derwischen.
H. HEYENBROCK.
HHiiiiiiiiiitiiiiimiriimmiMiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiiitiiiiiMiiiiiMiH
Eigen bulletins.
Het Utr. NieuivMad schrijft, naar aanleiding
van den laatsten brief van Jan van 't Sticht in
ons weekblad, het volgende :
Hier is Jan in de war ! Of partijdig ?
Weet hij zoo zeker dat alleen de* oudste
zuster er particuliere correspondenten op na
houdt en de jongere zusjes niet ?
Kom, we veronderstellen dat Jan van 't Sticht
ook betrekkingen heeft in Transvaal en dus
graag op de hoogte is van 't nieuwste nieuws.
Daarom, en als bewijs dat wij niet kwaad op
hem zijn, willen wij hem gaarne ieder tele
gram, dat wij uit L-jnden ontvangen, onmid
dellijk nadat wij vau den inhoud kennis heb
ben genomen, toezenden.
Het zal hem dan blijken dat wij wel degelijk
ons de luxe van een particulieren
Londenschen correspondent veroorlooven en niet be
hoeven te wachten op de middag-editie van
het HandelMnd.
En daar de eene dienst de andere waard is,
moet hij ons eens het genoegen doen een on
derzoek in te stellen naar de wijze van ver
spreiding van onze bulletins, dan zal hij ont
waren dat »het verdienen van eenige guldens
daags" al evenmin steek houdt als zijne andere
beweringen omtrent de jongere zusjes.
Oost en West.
De Vereenigirig «Oost en West", die in Juni
van dit jaar werd opgericht, heeft bij den
aanvang van het winterseizoen haar arbeid
georganiseerd. Haar doel is: »De bevordering
der belangen van allerlei aard van hen, die
naar Naderlandsch Oost of WesMndiO' ver
trekken, daar verblijf houden of, na er te
hebben gewoond, zich tijdelijk dan wel voor
goed in Europa vestigen".
Daartoe heeft zij f> Commissiën gesticht. De
eerste commissie, voorloopig bestaande uit de
dames Ten Bosch-Bosscher, Le C ercu.-Groote,
De Voogt-Krel en de hoeren X. van den
Brandhof, G. P. II. II. Gonggrijp on dr II. M.
Ilijmans. za! zich belasten niet het geven van
raad, wat betreft hotels, ponsion, huisvesting,
inrichtirg, o/iderwij-*, wwkkring, medische hulp,
inkoopen iMi?.. op verlaügeu van Indische
families, die zich in het vaderland komen
vtstigen.
Het werk der 'JMo commissie, tot nu toe
bestaande uit de dames Elise A. Ilaigliton en
mevr. Kunst-Hoyneinan on do hoeren jhr. mr.
T. A. J. Van Asch van Wijck, II. C. van
l'uyven en II. Vullen, is om zich te bemoeien
met de plaatsing van kinderc,?i, die uien voor
opvoeding en onderwijs uit Indiënaar Europa
wil zenden. Zij zal niet alleen zorgen dat de
kinderen in eene goede omgeving terechtkomen,
maar deaverlangd ook toezicht over hen houden
en met ouders of voogden daarover in geregelde
correspondentie blijven.
De derde commissie vormen hier ofinlndi
een soort arbeidsbeurs, waar men omtrent hen
die werk zoeken degelyk word ingelicht. De
heeren J. H. By'ning, W. J. Larive, G. E. V.
L. Van Znylen willen deze proef beginnen.
Het verspreiden van populaire kennis op
allerlei gebied zoowel in woord als in geschrift
omtrent onze Indische bezittingen, punt, 5 van
art. IV, wordt het werk van de 4e commissie.
De heeren jhr. mr. T. A J. van Asch van
W|jck, R. A. van Sandick, G. E. V. L van
Zuylen zullen hier het initatief nemen en
hebben reeds den grondslag gelegd tot het
vormen eener meer uitgebreide commissie.
Een niet minder dankbare taak is voor de
5e commissie weggelegd, die op zich zal nemen
het bevorderen der ontwikkeling van Indische
nijverheid en kunstnijverheid. Voorloopig telt
zy reeds tot haar leden de beeren G. P. Rouffaer
E. von Siher, J. Toorop, Ph Zilcken en dames
H. van Baak, C. van der Hart, De Nerée tot
Babberich-Van Houten, Tersteeg-Pronk en
Van Zuylen-Tromp.
Al de commissiën zullen natuurlyk samen
werking zoeken met andere Vereeoigingerv
die min of meer hetzelfde doel beoogen en zij
zullen daarin worden gesteund door het Hoofd
bestuur, dat nu reeds met verschillende
Vereeniglngen in Indiëen in Nederland betrek
kingen aanknoopte.
Ook dan wanneer het tot het bereiken van
het doel der Vereeniging noodig wordt geacht
om den steun der regeering hier en in de
Indiëte vragen, zal het hoofdbestuur het
mandaat opvolgen, dat in art. IV, onder punt
8, wordt gegeven in de volgende bewoording:
»Het bevorderen van de belangen der Ver
eeniging bij de bevoegde macht, zoo noodig.
ook door verzoekschriften."
Nederlandsch Zuid-Afrikaansche
Vereeniging.
Men zendt ons de volgende oproeping:
>De ondergeteekenden noodigen de leden, in
Dordrecht en omstreken woonachtig, uit tot
het bywonen eener Vergadering op Donderdag
30 November 1899, 's avonds half negen, in
café»Central" te Dordrecht, ter bespreking
der wenschely'kheid van de oprichting eener
Afdeeling voor Dordrecht en omstreken. Be
langstellenden, die als lid wenschen toe te
treden, hebben mede tot deze vergadering
toegang. N. M. Bouvy, dr. H. J. De Graaf,
mr. D. van Houten Jr., dr. A. J. Th. Jonker,
P. J. de Kanter, dr. L. van Lier en A. M.
E. A. I. Meeus."
Een goed voorbeeld. Dat het op vele plaatsen
navolging vinde.
Is men hier in de hoofdstad ook reeds bezig
in dien geest?
De firma Jansen & Tilanus te Friezenveen
heeft een geïllustreerde prijscourant en een
supplement daarbij doen verschynen van haar
natuurwollen ondergoederen, met een nieuwe
beschouwing over kleeding en hygiène, van
prof. Overbeek de Meyer, alsmede een oordeel
over dit ondergoed van wijlen dr. S. Sr. Coronel.
Het Nieuws v. d. Dag heeft zijn lezers een
aardige verrassing bereid. Zyn kalender voor
1900 bevat een verzameling van Nationale
kleederdrachten, van wapens, vlaggen, stadsge
zichten enz., keurig in kleurendruk vervaardigd
door de firma L. v. Leer & Co. alhier.
IIIIIIIIIH
lllltlHIHIItlllllltllllllllllMIHIIIIIIIIIIItlHIIIHII*.
Bernnlflis,
Opdat het verward naschrift van dr. Zuidema
in de Amsterdammer van 26 Nov. niet ver
warrend werke, merk ik op, dat al zyn kwink
slagen en uitvluchten en zelfs zyn voorgewende
drukfout (Gregoriufl VII in plaats van VI)
hem niets helpen. Zyn bewering dat Bernulfus
een paus hoe ook genaamd zou hebben
afgezet of in den ban gedaan, is en blijft een
onwaarheid.
Dr. Zuidema verklaart dat hij »wel wat beters
te doen heeft," dan zich jn onze historie te
verdiepen; inderdaad reeds lang geleden, toen
hij nog archief-ambtenaar was, vond ik dat
ook en anderen met n y.
26 Nov. '99. VICTOR DE SIUKRS.
De heer de St. maakt zich onnoodig bezorgd.
Geen lezer van De Amsterdammer zal in ver
warring komen door de eenvoudige feiten, die
ik heb verteld; n.l. dat er eenmaal ('t was
trouwens niet de nige maal) drie pausen
tegelijk zijn geweest, onder wie althans n
omgekochte en n omkooper; en dat destijds
de Keizer boven den paus stond. Waarom
beproeft hij dan niet eens dat feit te weerleggen ?
Ik heb niet verklaard: wat beters te doen
te hebben dan mij in onze historie te ver
diepen, maar wat beters dan den heer de St.
te helpen om den heer Zeydner rekenschap te
vragen van eene hém even onaangename stelling
als my'n bovengenoemde, dat Bernulf een paus
heeft helpen afzetten ; wien doet niets ter zake.
Want daar de ultramontaansche theorie eischt,
dat de paus altijd het geëerbiedigde hoofd der
Christerheid is geweest en alleen »al wat slecht
is", zich tegen hem heeft verzet, zoo is Bernulf,.
inditn hij aan de afzetting van om 't even
welken paus heeft deelgenomen, een slecht
bisschop en slecht mensch geweest.
De lezers zullen nu ook wel begrijpen,.
waiirooi de hser de St. e. a. met hem vonden,
dat ik wel wat beters kon doen (beter voor
hen n.l.) dan mij in onze geschiedenis ver
diepen, alsmede, wie die anderen waren.
Dit. W. ZriDKu.v.
Bl oemendaal bij Haarlem. 29:ll/'9!/.
Aan de redactie van het Weekblad
De Amsterdammer, te Amsterdam.
WelEdelGeb. Heer,
Een paar dagen geleden zond ik aan de
redacties van Het Handelsblad en De Telegraaf
een ingezonden stukje van ongeveer den vol
genden inhoud :
«Mijnheer de Redacteur,
In de dagbladen lazen wij, dat H. M. de
Koningin-Moeder bij het vertrek der tweede
ambulance van het Roode Kruis, wederom een
telegram van belangstelling heeft gezonden.
Zoudt u mij ook kunnen zeggen, waarom
IL M. de Koningin meent zich te moeten
onthouden van betuigingen van sympathie aan
menschen, die voor zulk een verheven zaak
zich beschikbaar stellen 'l
Hoogachtend,
Uw dw. dn.,
A. KOOLIIOYEX.