DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOO.R NEDERLAND. r" i. Na een gevecht in Transvaal. (Patquino.) Kinderkens, hebt elkander lief! KLEINE MICHEL: «Vriendjes met dien leeljjken John Buil V, Nu minder dan ooit!'1 De Engelsche Kabel-bron. (ülk). Ie Gast: »Drommels, dat biertje smaakt erg duf, ik zal toch eens uit een andere kraan r.emen." 2e Oost: «Helpt je niets die vent tapt toch uit n en 't zelfde vat." Altijd praktisch. (Der Floh). John Buil, Handel in menschenvleesch, ie qualiteit. In den Dum-dumkogel. (Uit Ulk, naar een clichéovergenomen door »Le Matin".) Wie van ons beiden is nu eigenlijk dood, hè? De keerzijde der medalje. (Wahre Jacob, Stuttgart). JOHN BULL : »'n Mooie vangst zal dat zyn". De angst der Britten. (PrenibriefTMart). »Au l Goddam !" Paul Krüger voor de poorten van Londen. Votieftafel naar Spartaansch model. Wilhelm als Windwijzer. (El. Fischietto). Dear me ! als mjjn hond maar niet blinder is dan ik. (Le Bire). Boerentaktiek. (Nederlandsehe Spectator). Boer: >Ge zijt m\jn gevangene, leg de wapens neer." laigelschman: All right! hier is m\jn sabel en meteen het adres van den wapenfabrikant in London: Hu levert n occasie-wapens. Spotgoedkoop! JOHK BÜLL: »Hm ! myn zaakje marcheert goed !" De zesde Divisie ter overwinning optrekkend. Per saldo is oom Paul myn grootmoeder niet.