De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 31 december pagina 2

31 december 1899 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. N<x 1175 bij beide rijken warm te houden. Hoe diep zal h«t verwijt lijn, dat later de natie tot d» huidige leuters zal richten, indien zij Mat inzien dat zij e<n angstvallige en HIeingeestige politiek hebben gedreven, uit liefde voor Duütschland, uit angst voor Engeland. Ook uit angst voor Engeland. Want deze is het evenzeer, die onze gedragslijn aangeeft. Wij zijn een kleine n a? ie, niet vaar, en daarom mag onze koningin niet doen wat de Duitsche keizer wel doet: een goeden reis en zegen op het werk toe wen schen aan het Roode Kruis. Onze handel leeft voor een deel bij de gratie van Engeland en zij zou dus niet eens gaarne zien, dat het Britsche Rijk belang rijk in mocht achteruit ging. Een Vereenigd Zuid-Afrika zou ons dit kunnen wgoeden ja wel, maar dat toekomst beeld schijnt den meesten nogal te ver. En dan ie 't altijd nog tijd genoeg om ons te gaan herinneren, dat we werkelijk neven, van de Boeren zijn, zooals men doet tegenover mindere leden van de familie, die men zich pas herinnert als ze tot aanzien komen. Hier is de weg gewezen, die naar het vejjwijt van den heer Mees, de vitters op , da Regeering »in het duister of in een nevel laten." Als er een bekwaam staats man aan het roer stond wij twijfelen geen oogenblik of hij dien weg zou betre den. Maai... ons volk zucht als Schim mel dichtte: Pygmeëa dwarlen aan mijn spits, Geef mij een man tot gids! J. F. NlEEMEUEE. * * * VERBETERING. In het antwoord van den heer Mees op het schrijven van den heer Niermeijer, (zie het vorig nommer) staat, 3e kolom, regel 18 en 19 v. o.: «Bij den wrok van Frankrijk, na het gebeurde met Fashoda gevoeld ..." men leze: »Bij den wrok, dien Frankrijk, na het gebeurde met Fashoda, gevoelt " . Nogmaals AB uniyersiteitsklinieïen fler Utrechtsclie booEeschool, Onder den titel: »de opleiding van aanstaande geneeskundigen" komt in de Amsterdammer van 10 Dee. j.l. een stuk voor van de hand van Dr. G. W. B., waarin de schryver een eenigszins on juiste, althans geheel incompleete voorstelling geeft van de noodzakelu'kheid van nieuwe kli nieken voor de Psychiatrie, de Chirurgie en de Gynaecologie, als hulpmiddelen by' het hooger enderwy's. De schryver toch zegt in het begin van zy'n opstel: «Niet alleen de noodzakelijkheid van »hat onderwy's in psychiatrie is de reden der ?zeer aanzienlijke vermeerdering van uitgaven «voor de Utrechtsche hoogeschool, maar ver«grooting en uitbreiding der gebouwen wordt «gevraagd om allerlei byomstandigheden, in ^hoofdzaak gebrek aan ruimte voor de studenten". De schryver licht dit nader toe, door uit de memorie van toelichting der by de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediende begroe ting te citeeren, dat het aantal studenten, dat de chirurgische kliniek bezoekt, varieert tusschen 110 en 140, terwy'l er plaats is voor GO tot 70 studenten. De polikliniekzaal is ook veel te klein, want er komen gewoonlijk 30 studenten en er is plaats voor 15 tot 20. (De cijfers, die de beschikbare plaatsen aanduiden, zijn stellig nog geflatteerd, want de ondergeteekende beweert door ondervinding te weten, dat er in de college-, tevens operatiezaal der chirurgische kliniek, nog niet eens voor CO studenten een zoo danige plaats beschikbaar is, dat zy des opera teurs handelingen behoorlyk volgen kunnen. Een groot gedeelte der jongere medische candidaten volgt dan ook de klinische lessen in heelkunde niet, terwy'l anderen zich een llllllllllfMIIIIIIIIMIIIlllMIIIIIIIIIIIIIIIIIMItlllllimlIHIMMMMIlflIM <??»??! ntnittnintiniiHiiUMiiiiimiiiiiiiiiitiiniiminiHiiiimiiniililHi Uit de jeugd van Raphaël. 3) DOOE O I D A. Van dat oogenblik af liet Luca hem begaan. En al die heerlijke, vroege zomerdagen sloop het kind naar het zolderkamertje, waar hij zat te denken en te overleggen, en te werken, en rimpeltjes trok in zijn voorhoofd, of stil voor zich heen glimlachte van tevredenheid, al naar de stemming waarin hij was en naarmate zijn werk vorderde. Giovanni Sanzio. zijn vader, ging juist in die dagen naar Citta di Castülo om een altaarstuk te schilderen. Het kind was ditmaal bly dat zijn vader niet thuis was. Messer Giovanni zou stellig het lange uitblyven van zy'n kleinen Raphaël opgemerkt en hem gezegd hebben zijn Latijnsche thema's te maken of te spelen in de open lucht. Zijn moeder zei niets; blij dat hij tevreden was, en wetend dat hij bij Pacifica geen kwaad kon. Pacifica zelf verwonderde zich dat bij altijd weer van haar weg liep en zoo veel ty'd op dat zolderkamertje doorbracht. Maar toen zy er hem op zekeren dag naar vroeg, sloeg hy met een allerliefst gezichtje de armjes om haar hals en fluisterde: O Pacifica, ik wou zoo graag dat Luca met je trouwen mocht, want hy houdt zooveel van je! En ik houd zooveel van jullie allebei l" Waarop zij zeer bleek werd, en zonder een woord te spreken aan haar spinnewiel ging. Maar Baphaël zag dikke tranen vallen op het vlas. Zy dacht dat het kind naar het kamertje ging om te zien hoe Luca schilderde, en had er hem te liever om; doch ze wist, in de hopeloosheid van haar harte evenals Luca dat de goede jongen nooit in der eeuwigheid iets zou kunnen scheppen dat waardig gekeurd zou worden om als geschenk te dienen van den hertog aan den Gonzaga van Mantua. En ze had Luca lief! Wel kende ze hem nog weinig; toeh, daar zij alty'd in en uit dezelfde deur gingen, en naar dezelfde kerk, en onder n dak woonden, had Luca in den laatsten ty'd soms gelegenheid gevonden voor plaatsje trachten te veroveren boven op een hooge instrumentenkast, of op tafels en een trap klanteren om toch iets te kunnen zien.) Men zou dus allicht meenen, dat het groot aantal medische studenten en dit aantal is werkelyk zeer groot oorzaak is, dat de regeering voorstelt over te gaan tot den bouw van nieuwe klinieken en dat dus de som van 5 ton gouds, die de regeering tot dat doel aanvraagt, bespaard zou kunnen worden, wan neer er maar minder medische studenten waren. Niets ts echter minder waar dan dat. Want al waren er nu in Utrecht slechts zoo weinig candidaat-artsen, dat allen |ïn de zeer bekrom pen localiteiten een behoorlijke plaats konden vinden, dan zou toch de bouw van nieuwe klinieken een even dringende eisen des tjjds zyn als thans het geval is. Immers aan alle goede Universiteitsklinieken moet men de volgende eischen kunnen stellen : 1. De kliniek moet in staat zyn om (zy het dan ook gedeeltely'k ten bate van het Hooger onderwy's) een groot aantal patiënten op te nemen en te verplegen overeenkomstig de wenschen der moderne medische weten schappen. 2. Er moeten aanwezig zyn verschillende laboratoria, uitsluitend voor wetenschappelijk onderzoek en ingericht overeenkomstig de stel lig niet geringe eischen van de vorderingen der theoretische wetenschappen (scheikunde, physiologie, histologie, bacteriologie), welke geheel onontbeerlijk zy'n voor deugdelyk kli nisch onderricht. Deze laboratoria moeten ruimte genoeg hebben om aan ettelijke artsen of doctorandi gelijktijdig de gelegenheid te bieden, die onderzoekingen te verrichten, welke noodig zyn voor het scbryven hunner disser tatie. Zoo behoort elke kliniek in 't bezit te zyn van een laboratorium voor chemisch on derzoek, n voor bacteriologie en n voor microscopie. Bovendien is het bezit van speciale kamers, waarvan er een is ingericht voor bet doen van gewone photographische opnamen en een andere voor radiographie (opnamen met Röntgeosche stralen) zeer noodzakelijk, althans voor de chirurgische en gynaecologische kli nieken. Gaan we thans eens na, of de drie bestaande klinieken der Ry'ks-Universiteit te Utrecht aan deze eischen getoetst kunnen worden, dan vinden we het volgende : De kliniek voor interne geneeskunde be schikt over een voldoend aantal kribben. Met de gelegenheid tot onderzoek van poli klinische patiënten is het echter zeer droe vig gesteld, evenals met de laboratoria. Voor het onderzoek van poliklinische patiënten is n, zegge een speciaal kamertje beschikbaar; in dat groote inconvenient wordt zoo goed mogelyk voorzien door de collegezaal door middel van schermen in eenige afdeelingen te verdeelen. Alle scheikundige en bacteriologische onderzoekingen en die zijn er zeer vele in een vry groote kliniek voor interne genees kunde moeten verricht worden in een zeer klein ongeschikt hokje of in de kamer van een der adsistenten. De hoogleeraar in de gynaecologie heeft niet eens de beschikking over een eigen college zaal. De operatiezaal is veel te klein en zeer primitief, terwijl de laboritoria zich kenmerken door afwezigheid. Een kliniek voor neurologie en psychiatrie bestaat te Utrecht nog in 't geheel niet en de noodzakely'kheid en het nut eener dergelijke kliniek voor het Hooger Onderwijs, mogen gerust als niet meer aan eenige discussie onderhevig beschouwd worden. In verreweg den treurigsten toestand ver keert echter de chirurgische kliniek. De vier ziekenzalen, welke deze kliniek rijk is, zyn somber, slecht verlicht, en verkeeren op ge spannen voet met de regels der hygiëne. De operatiezaal is, behalve dat zij veel te klein is, ook in allerlei andere opzichten ongeschikt, o. a. wat de verlichting, de verwarming en de ventilatie betreft. Ook de polikliniekzaal is veel te klein en biedt veel te weinig gelegen heid om patiënten te onderzoeken; zoo kan er b.v. meestal slechts een patiënt tegelijk onderzocht worden en dan nog wel dikwyls in tegenwoordigheid van andere patiënten. En van de verschillende laboratoria, die juist bij een chirurgische kliniek van uiterst veel be lang zijn, ontdekt men hier geen spoor. De allernoodzakelijkste onderzoekingen worden verricht in de werkkamer van den hoog iiiluMiiiiMtiiiiiiuiiiHiiiMiitiijimimiuiitiiuHiimitimiimiiiiimi een vluchtig praatje, een bloem, een serenade. En hij zag er zoo knap uit, en zoo mannelijk; hij was daarbij zoo zucht en zoo vol eerbiedige vereering voor haar.... Het kon de arme Pacifica in het minst niet schelen of hij kon schilderen of niet. Hij had haar gelukkig kun nen maken. Op het stille zolderkamertje bracht Raphaël de meest bange uren door van heel zijn later zonnig leven. Zelfs Luca mocht niet zien wat hij deed. Hij sloot de dtur af, werkte en dacht, dacht en werkte, en als hij wegging sloot hy zijn werk in een kast De zwaluwen kwamen in en uit het open venster en flad derden hem oin het hoofd; ook de morgenzonnestralen drongen door de bladeren der boomen rond het huis naar binnen en weefden een stralenkrans om het blonde kopje, als die welke zijn vader schilderde om de hoofden der heiligen. En immer arbeidde hij door, zonder op te zien, ofschoon trompetgeschal en trom melslag hem menigmaal toeriepen, dat er i» het dal iets omging, wel waard om eens naar te kyken. Hij was nog slechts zeven jaar, doch hij werkte even ernstig als ware hij een volwa-sen man, de kleine rozige vingertjes het penseel omklemmv-nd, dat hem in leven en dood 4 beroemd zou maken meer dan koningen het ooit zijn, en dat zyn teer lichaam in den laatsten slaap een plaats zou bezorgen in het Pantheon te Rome. Hij had massa's vellen met schetsen bekrabbeld, eer het hem gelukte dat wat hem vervulde in beeld te brengen. Toen hij ein delijk tevreden was, toog hij aan den gang, om hetgeen zijn verbeelding hem voorgespiegeld had in kleuren weer te geven in het wondsrvolle metaal-achtig email, dat Urbino-majolica ken merkt. O, hoe dankbaar was hy nu dat zijn vader hem, van toen hij twee jaar was, had laten teekenen ; en dat messer Benedetto hem in de laatste maanden had ingewyd in de geheimen van het porcelein schilderen! Luca keek naar hem (niet naar zijn werk, want het kind had hem doen beloven dat hij dit nimmer doen zou) en verwonderde zich meer en meer over zijn volharding, zijn geduld, over het gemak, waarmee hij blykbaar werkte. Het tengere figuurtje, gebogen over den grooten schotel op de vlakke houten tafel, met de ovale opening van het raam en den blauwen hemel er achter, begon hem heilig te worden, meer nog door de heiligheid der jeugd. Ook leeraar. Prof. Narath merkte dan ook eens sarcastisch op, dat hij trotsch was op zyn «werkkamer" omdat deze zoovele functies tegelyk verrichtte. Hoewel niet grooter dan een kabinetje, dient zy dan ook als ontvang en werkkamer van den hoogleeraar, labora torium voor miscroscopisch, chemisch en bacteriologisch onderzoek en verder als be waarplaats voor de bibliotheek en een gedeelte van het museum. De rest van het museum en een chirurgische kliniek kan in den loop der jaren een zeer interessante collectie in strumenten en praeparaten op alcohol bijeen brengen wordt ergens op zolder bewaard. Een kleine kamer is ingericht voor radiogra phie en voor het ontwikkelen van gewone pho tographische opnamen moet men zich behelpen met een hokje, bestemd voor oog- en keelspiegelen. Ik weet bij ondervinding dat die photographische inrichting hoogst gebrekkig is en dat verreweg de meeste amateur-photographen veel beter ingericht zyn dan deze afdeeling van een der Nederlandsche Rijks universiteiten. Bewijzen voor de slechte en geheel onvol doende gesteldheid van de klinieken der Utrechtsche Hoogeschool zyn er genoeg. Of is men nu reeds vergeten, dat twee der meest bekende Utrechtsche hoogleeraren, waarop de medische faculteit terecht zeer trotsch was, hun ontslag hebben genomen, uitsluitend om dat da inrichtingen, aan wier hoofd zy stonden, totaal onvoldoende waren? Prof. v. Eiselsberg verklaarde uitdrukkelijk, dat de hoogst ge brekkige inrichting der chirurgische kliniek de eenigste reden was, dat hy' de schitterende aanbiedingen van het buitenland aannam en dus het dringende verzoek zyier leerlingen, om voor zyne benoeming te Köaigsbergen te bedanken, niet kon inwilligen. Met prof. Winkler ging het evenzoo: herhaaldelijk waren hem beloften gedaan, dat »weldra" een kliniek voor neurologie en psychiatrie opgericht zou worden en meermalen dreigde prof Winkler zyn ontslag te nemen, zoo de plannen voor de kliniek geen vasteren vorm aannamen. Toen het echter bleek, dat het steeds by beloften doen bleef, nam de hoogleeraar werkelijk zyn ontslag. Natuurlijk stond direct een andere inrichting van Hooger Onderwy's, nl. de stedelyke Hoogeschool te Amsterdam, gereed om den zeer bekenden neuroloog met open armen te ontvangen en zyne waarschijnlijk niet lichte eischen in te willigen. Een ander duidelijk bewijs voor de onge schiktheid der klinieken vindt men in de keuze der onderwerpen voor de dissertaties. In de laatste 10 jaar is nl. verreweg het grootste gedeelte der medische doctorandi, die in Utrecht den doctorstitel verwierven, ge promoveerd op onderwerpen, die of tot het gebied der Pathologische Anatomie of tot dat der Hygiëne en Bacteriologie behooren. Pro moties op klinische onderzoekingen zyn uiterst zeldzaam, om de eenvoudige reden dat de klinieken voor eenigszins uitgebreide onder zoekingen ongeschikt zijn. Bij zyn bezoek ongeveer 2 jaar geleden aan de Utrechtsche klinieken zal de mi nister van Binnenlandsche Zaken dan ook zonder twijfel bemerkt hebben, dat gebrek aan plaatsruimte voor de studenten wel een zeer onaangenaam, doch volstrekt niet het grootste gebrek is, zoowel van de gynaecolo gische, als van de chirurgische kliniek. Deze laatste is dan ook trouwens zoo bekrompen en primitief ingericht, dat men zyn goede eigenschappen veel spoediger op kan noemen dan zijn gebroken. De voorstelling, dat de Minister van Binnen landsche Zaken ongeveer een half millioen gulden aanvraagt uitsluitend ten behoeve van het Hooger Onderwijs, is ook onjuiat. Immers tallooze, meest behoeftige, patiënten worden jaarlijks kosteloos in de klinieken behandeld door de bekwaamste medici uit den' lande. En dat hun aantal verre van gering is, moge bewezen worden door het feit, dat, terwijl Prof. Donders in zijn klein, primitief oogen ziekenhuis, dagelijks ongeveer 5 loopende patiënten behandelde, het aantal poliklinische patiënten, dat tegenwoordig het uitstekend ingerichte, nieuwe «gasthuis voor ooglijders" bezoekt, gestegen is tot ongeveer tien duizend per jaar Men kan dan toch onmogelijk be weren, dat de zeer bekende, onlangs afgetreden ophthalmoloog, prof. Snellen Sr., gedurende de talrijke jaren, dat hij aan het hoof J der kliniek was er een ernstige, denkende trek gekomen op het gezichtje van den knaap ; hij had zijn kleur verloren, en zijne groote oogen schitterden van een ongewonen gloed Misschien zal Siguor Giovanni boos op mij zijn, als hij het later te weten komt", dacht de arme Luca; doch het was nu te laat om er iets aan te veranderen. liet kiod was zyn meester geworden. * * * liet was midden in den zomer; de drie maanden waren op enkele dagen na voorbij. Ieder was gereed met zijn werk om het aan de keus van den hertog te onderwerpen. Op zekeren middag nam Rapbaëi Luca bij de hand en zeide : kom eens mee". Hij bracht hem naar boven, naar de tafel, voor het ovale raam, waar hij dagen achtereen zoo vele uren had doorgebracht. Luca gaf een kreet van verbazing, keek, en keek,. .. meer niet. Toen viel hij voor het kind op de knieën, en kuste hem de voetjes; ? het was de eerste hulde, die hij, wiens leven n heerlijk loflied werd, van rnenschenlippen ontving. Zacht lispte hij: Lieve Luca, doe dat niet. Als het wezenlijk goed is, laat ons er Onzen Lieven Heer voor danken". Wat zijn vriend aanschouwde was de groote, ovale schotel en de kan, ot Vctas, waar juist het zonlicht op viel, schitterend van kleuren, in beerlijken gloed. De randen waren versierd met guirlandes, met bloemen en met cherubyntjes, die het wapen der Montefeltro's droe gen ; en er waren landschappen op, bekende, vriendelyke plekjes uit de omgeving van Urbino, en de bergen hadden den rozigen gloed dien de Apennijnen in den avond hebben kunnen, en onder de figuren was er n, die boven de anderen uitkwam, een in het wit gekleede, met goud gekroonde Eather, aan wie de kleine schilder het gelaat van Pacifica had gegeven. En het merkwaardig geheel, door een kinderhand gewrocht, had veilig en zonder dat iemand er iets van merkte, de vuurproef van den oven doorstaan en was er zonder scheur of smet uit te voorschijn gekomen. Luca bleef nog geknield voor de voeten van Raphaël, zooals heel de wereld het daarna gedaan heeft. Zacht fluisterde hij: O, merkwaardig kind l Je bent een engel onder de menschen !" Zyn hart was zoo vol dat hij in tranen uitbatstte. Laat ons God danken", lispte de knaap voor oogziekten stond, alleen onderwysbelangen behartigd heeft. Om te resumeeren: Het vernieuwen der hoogst gebrekkige chirurgische kliniek en der byna even onvoldoende gynaecologische kliniek is, evenals het oprichten voor neurologie en psychiatrie, om verschillende redenen dringend noodzakelyk, terwy'l op die noodzakelykheid weinig of geen invloed uitgeoefend wordt door het groot aantal studenten, dat de genoemde klinieken der Rjjks-Universiteit te Utrecht bezoekt. Den Haag, Dec. '99. Dr G. C. BOLTEM. UIIIIIIIIIUIIIIIIIItlllllllllllllllllllllMllllllilllllllllllll' Charles Lamorai. t De beroemde Fransche orkestdirecteur, die de vorige weak op Gj-jirigaa lejfcyi op zyne programma's eene groote plaats in te ruimen aan zjjn jongere, zeer begaafde landgenooten Reyer, Lalo, d'Indy en Chabrier. Van het Chateau d'Eau verhuisde Lamourenx naar het Eden-Thédtre en ten slotte naar het Cirque des Champs Elysées. Daar bracht hy groote fragmenten ten gehoore uit LoJiengrin, Tristan und Ifolde, die Walküre en die Meistersinger. In 1887 waagde hy in het Eden-theater een volledige opvoering van Lohengrin ; het kabaal van de zoo genoemde patriotten maakte toen eene herhaling onmogelijk, maar Lamoureux liet zich daardoor niet afschrikken en vier jaren later dirigeerde hy, op uitnoodiging van de heeren Rilt en Gailhard, in de Opéra, eene schitterende opvoering van den zelfden Lohengrin. Lamoureux was gedurende het laatste jaar van zijn leven tengevolge van een noodlottigen val maanden lang niet in staat, zelf zy'n orchest en wiens portret wij hierboven afdrukken, heeft de groote voldoening gehad, de zaak, waaraan hij een goed deel van zijn leven had gewy'd, te zien triomfeeren. De laatste opvoe ringen van Tristan und laaide te Parys zetten voor hem de kroon op een arbeid van vele jaren, en de indrukwekkende ovatie, welke by die laatste uitvoering den eminenten diri gent werd gebracht, was een waardig besluit van zijne loopbaan, waarin hij veel geleden en gestreden heeft, maar ten slotte eene vol komen en onbetwiste overwinning heeft behaald. Veertig jaren geleden was Lamoureux de leider van een vereeniging voor de uitvoering van kamermuziek, die met voorliefde de wer ken van Brahms in Frankrijk bekend maakte. Eerst veel later (1873) trad hy op als dirigent van groote uitvoeringen voor koor en orehest; achtereenvolgens werden in de door hem ge stichte xSociétéde l'Harmonie sacrée" de Messias van Handel, Bach's Matthaeus- Passion, Handel's Judas Maccabaeus, Gounod's Gtdlia en Massenet's Kce uitgevoerd. Algemeen er kende men zy'n buitengewone verdiensten als dirigent. Carvalho droeg hem de leiding op van het orkest der Opéra Comi([iie, Vaucorbeil, later, die van het orchest der groote Opéra, maar geen dezer eervolle en gezochte betrekkingen wasin overeenstemming met den zelfstandigen en onafhankelijken geest van den meester. In 1881 begon hij in het ThéiUre du Ghateau d'Eau zyn eigen concerten te geven. Terwijl Colonne in zijne concerten bij voorkeur de werken der Fransche school, met name die van Berlioz, teu gehoore bracht, bleef het Lamoureux' ideaal, de m«ziekdrama's van Wagner in Frankrijk icgang te doen vinden, hetgeen hem niet belette te leiden; hy moest dit overlaten aan zijn talentvollen schoonzoon Chevillard. Doch uit zijn ziekenkamer bleef hy een werkzaam aan deel nemen aan de voorbereiding der uitvoe ringen van Tristan und Isolde, en het is hem gegeven geweest, die uitvoeringen zelf nog te leiden op eene wijze, die niet deed vermoeden, dat zy'n einde zóó naby' zou zyn. jMniiiiiMiiiiiiiimiiHHiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiMiüi Reclames. 40 cents per regel. MARTELL'S COBNAC, Dit beroemde merk is verkrjjgbaar bij alle bekende Wijnhandelaars en bjj de representanten KOOPMANS & BULIA1EK, te Amsterdam. andermaal, en de kleine handjes samenvoegend, zei hij zijn Lans Doniini op. Toen de kostbare vaas en de groote schotel weer in de kast gezet en veilig achter de zware slo'en geborgen waren, zei Luca bedeesd, daar hij zich wel twintig jaar ten aciiter voelde bij dit goddelijk kind : Maar, beste jongen, ik zie niet in hoe dat merkwaardige kunstwerk van jou my eenigszins helpen kan. Zelts al zou je het willen laten doorgaan voor mijn werk, dan ,zou ik het niet kunnen aannemen, het zou toch bedrog wezen, het zou schande zijn; zelfj niet om Pacifica fe winnen, zou ik er in kunnen toe stemmen." Hei hei! Niet zoo haastig !'' riep Raphaël. Wacht eerst nog een beetje en zie wat er gebeurt. Ik heb een pian. Vertrouw op mij". | De hemel spreekt door jou" ... antwoordde Luca, stil voor zich heen. Raphaël zei niets. Maar toen hij naar bene den holde en l'acifica onder aan de trap tegen kwam, sloeg hij inniger dan ooit de armpjes om haar heen en fluisterde : Moed gehouden, Pacilica!" Hij wilde echter geen antwoord geven op haar vragen, en liep meteen door, naar huis, naar zijne moeder. Kan het zijn dat Luca iets goeds voortge bracht heeft ?" dacht, Pacifica ; toch vreezend dat het kind meer met zijn hartje sprak dan met zijn verstand. Hij kon er trouwens niet over oordeelen, . hij, een knaap van zeven jaar, zelfs al was hij de zoon van dion besten braven schilder en dichter, Giovanni Sanzio. Den volgenden morgen was het St. Jan. In den voormiddag zou al het porcelein in den lottega van Signor Benedetto worden uitgestald; daarna werd de Hertog verwacht om er een keus uit te doen ; en de meester pottebakker, eensdeels omdat hij op en d'op een hoveling was, meer nog om zich groot te houden en voor de anderen te doen alsof de zaak hem onverschillig en hij geheel onpartijdig was, had | verklaard, dat hij het voor den wedstrijd ge reed gemaakte niet zien wilde, eer het onder de oogen van den heer van Montefeltro kwam, Wat Pacifica betreft, het meisje had zich in haar kamertje opgesloten; ze was zenuw achtig, ze moest alleen zijn. De jonge mannen slenterden voor het huis heen en weer, in afafwachting van de dingen die gebeuren zouden, de een den ander plagende, geluk voorspellende. Alloen Luca zat apart, op een oude lui te tokkelen. Giovanni Sanzio, den vorigen avond ?llllliiiliiiin iMiimiiiimiiiiiiiiiiiiMiiiiHmiHiiiliilHiilllimnnM* teruggekeerd, kwam zyn huis uit, legde den jongen man in 't voorbijgaan de hand op zijn schouder en zei: Ik hoor dat er uit Pesaro veel moois inge komen is. Maar kom, jongen, houd moed l Wie weet of we den hertog niet kunnen over halen Pacifica's vader te zien af te brengen van zulk tyranniek beschikken over hare hand." Luca schudde treurig het hoofd. Eén mooi stuk zou er zeker zijn, dit wist hij ; maar wat baatte dit hem ? _ Die jongen ... die jongen ,.." stotterde hij, ] zich meteen herinnerend dat hij Raphaè'i's > geheim niet verraden mocht. l Mijn jongen?" vroeg Signor Giovanni. O die zal hier wel ergens zyn, daar kun js op aan! Zoodra er iets moois op 't gebied van schilderwerk te zien is, is Rapaael er bij !" Kn toen ging hy verder, en begroette Ser Benedetto, die, in een prachtig g^la pak llaweelen wambuis en zyden broek gereed stond om met den baret in de hand de straat op te gaan, zoodra men het hoefgetrappel van het hertogelijke rijtuig in de verte hooren zou. Ge zult wel in spanning zijn" zei Signor Giovanni tot hem. Ik hoor dat iemand uit Pesaro iets heel bijzonders heeft ingebracht. Je zult je toch niet gebonden achten een geheel onbekende op te nemen in ie zaken en in ie huis ..." J Als het een man is waar wat in zit, is hij mij welkom," viel messer Benedetto hem op hoogen toon in de rede. Of hij nit Pesaro komt, uit Tano, of Gistel Durante, ik trek my'n eens gegeven woord niet in. Ik doe wat ik gezegd heb, al is het mij persoonlijk niet aangenaam". Dan kunnen we enkel hopen dat het je geluk en voorspoed aanbrengen moge," hernam zijn buurman. Onze heer de hertog!" klonk de kreet uit de menschenmassa, die zich op straat verzameld had; en met statigen tred liep Ser Benedetto de straat op, om de eer te hebben den hertog in zyn bottega binnen te leiden, Raphaël sloop ongemerkt naar de plaats waar zijn vader stond en liet zijn handje in Sanzio's hand glijden. Je bent toch niet bang voor onzen goeden Guidobaldo '?'' vroeg deze, lachend en eenigszins verbaasd, want de knaap was erg bleek en zijn onderlip trilde. Neen," zei het kind, meer niet. (Slof colffl.),

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl