Historisch Archief 1877-1940
No, 1175
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
3
De Arcaitect,
De twee eerste afleveringen werden ons toe
gezonden van dit tydschntt, dat onder redactie
staat van het Genootschap Architecture et
Amicitia. Het blijkt reeds zyn twaalfden jaar
gang te beleven, en ik moet tot mijn schande
bekennen, tevoren niet van het bestaan van
de Architect geweten te hebben. Een tydschrift
b misschien niet de juiste naam ; het is een
uitgave van platen deels reproductie's van
teekeningen en fotografische afbeeldingen van
oude kunstvoorwerpen, deels proeven van
hedendaagsche versieringskunst en ontwerpen
van gebouwen, terwijl enkele regels druk een
korte toelichting geven. Het werk wordt be
zorgd door de firma Kleinmann & Co. te Haar
lem en ook koer weer vinden we bewezen van
de uitmuntende diensten, die dat atelier voor
reproductiewerk bieden kan.
Zoo is er een afbeelding van een toreran
lantaarn van omstreeks 1600, die zoo scherp is
dat het origineel in alle onderdeeleu zich in
deeen lichtdruk hervinden laat Wel is het
«aar, dat dergelijke voorwerpen van gedreven
koper al tot de dankbaarste onderwerpen voor
fotografische afbeelding behooren. Maar toch
ook van dat massieve kapiteel met de
boogaanzetten en 4e deur met het smeedwerk van
de nieuwe St. Bavokerk te Haarlem hebben we
een zeer helder beeld.
Als voortbrengselen van het
bouwmeestersgilde zy'n er eenige ontwerpen van een villa
van de betren van Qendt en Jos. Cuijpers,
waarbij ik mij alleen het niteenloopend karakter
teroorloof te constateeren. Dan nog een con
cept voor een stichting van weldadigheid door
Anton van de Sandt, dat misschien een aardig
gebouw had kunnen worden, maar waarvan de
uitvoering door omstandigheden verhinderd
werd. Verder een pentef kening van een graf
zerk te Noordwijk door F. Ludewig, een
gewasschén teekening naar een bonten
Mummikistbeschildering door K. de Bazel en eindelijk twee
voortbrengselen van versierirgskunst. Het een
is een diploma-blad en werd den tweeden prijs
in een uitgeschreven prijsvraag toegekend.
De ornementrand, die daarop het hoofdele
ment uitmaakt, is wel zeer ingewikkeld, maar
hierin zie ik dan ook de grootste verdienste;
fijnen zin voor versiering of voornaam begrip
van motieven-constructie kan ik er niet in
ontdekken.
Minder alledaagsch is het werk van Lanweriks.
Daarin is strenger heenwyzen naar het grond
begrip en veel hooger beschaving van smaak.
Maar tocfa, zijn vlakversieringen lijken mij wat
plat. de vormen te ijl. De omslag van de
Architect is ook van hem, en al was het alleen
maar om de kleur, die is niet om aan te zien.
Maar daarin vooral vind ik gelijk ook hij zijn
behangselpatroon in mindere mate, hinderlijk
een zekere werktuigelykheid van regelmaat, als
werden de motieven gevonden door toevallig
heden, ontstaan door het uitknippen van
samengevouwen papier. Kr ontstaat dan een wol
grillig spel van lynen en vormen, waarbij een
vernuftige geest zy'n voordeel doet, maar de
symetrie wordt toch al te veel systeem. De
levende wil ontbreekt. Het is uitgevonden
maar niet gevonden.
Ean plaat van «Toegang tot de parochiale
sacristy in de Kathedrale Kerk van Sint Bavo
te Haarlem", door den heer Jos. Cuypers in den
tekst aangegeven, heb ik in deze twee afleve
ringen niet kunnen vinden.
W. S.
BoeMen,
Het winter-nummer der Studio is geheel
gewijd aan «Modern Book-bindings and their
designers". Het behandelt boekbanden uit
Engeland, Frankrijk, Amerika, Balgië, Holland,
Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland.
Opmerkelijk is het groote verschil in opvatting.
Hoe bijv. de Fransche luxe banden, een geheel
picturaal karakter dragen, terwijl de Engelsehe
in ornamentatie een decoratiever beginsel
vertoonen, al volgt de versiering dan ook niet
overal uit wy'ze van binden.
In hoeverre men door louter de constructie
lijnen te releveeren, of liever door de banden
die de bladea bijeenhouden, te doen spreker,
aardige lijncombinatien kan maken, bewijzen
eenige specimen van het werk van den heer
Loeber, waarvan hier afbeeldingen zijn gegeven.
Dit zyn trouwens de eenige illustraties bij
een artikel van Gahriel Moun-y, die een indruk
moeten geven der Hollandsche boekversierings
kunst, liet is voorzeker zeer weinig, en al
vermeldt de schrijver namen als van Dysselbof,
der Kinderen, de Bazel e. a, toch hadden
een aantal reproducties van hun werk, een
beter beeld kunnen geven van de op boek
banden toegepaste versieringskunst, bij ons te
lande, dip, wat trouwens uit dit Studio-num
mer reeds biijkt, in velen deele, op betere
grondslagen gebazeard is, dan by onze naburen.
R. W. P. Jr.
llllllllflMlltfftlttflfHIIiniMMIHIIItHHIItltllMMlHtlltMIimMMl
fine van Berken.
(Mevrouw WJTMOSD?BERKHOUT, 1870?1899).
Nog maar negenentwintig jaar oud, en nu
al heengegaan naar die onbekende oorden,
vanwaar, als Hamlet zegt, nog niemand ooit
terugkwam met bericht.
Jong gestorven iri den vollen bloei van leven,
?werkzaamheid en talent, meegesleept door eene
onverbiddelijke sleepende ziekte. Met een
variant zou men Vondel hier mogen nazeggen:
»De zwarte dood, die nu geen wit mag zien,
«Verschoont de grijze liê;i,
«En heeft 't in zijn verbolgenheid
»0p jeugd en geestkracht toegeleid !"
Wat baat het te herinneren aan Romein
sche wijsheid, die dtn jongeling gelukkig prees,
als hu vroegtijdig door de Goden werd opge
roepen. De weemoedige indruk blijft. De
jonge kunstenares, die zooveel beloofde, heeft
de zoo moedig gehanteerde pen voor goed laten
liggen.
Dat ze de pen wakker voerde, weten de
lezeressen van Tine van Berken en de lezers
van Anna Koubert. Zeer veel fantazie, een
warm gevoel voer waarheid en juistheid, een
pittige zuivere Nederlandsche stijl en een
zonnig, vroolijk hart stonden haar ten dienste.
Ik heb een ze,r levendige herinnering aan een
harer meisjesboeken: Een Idiivei blad van vier,
door haar geschreven, toen ze vier-en-twintig
jaar oud was (1894). Dit meisjesboek bood
zeer veel genot ook voor hen, die niet tot de
wereld der bakviscbje^ behoorden. Men stelt
terstond belang in dat viertal jonge meisjes
uit beschaafde gezinnen, die zoo dapper
stuJfMM1^IIIUIUMIIIIIII»IHMfllMlltlllHIIIMMIIII1llntlllllIIMIIIIIIIMMIIIHIjrlM!IMIIItlltMII!L>4ltllllHflMI1MIIIHMHIHHJII44lllllllHtMI14 l Illlll Kil Illlllll l
DAMEjS.
toen en Gaan.
Het bestuur van Nederlandsch Indiëis in
andere handen overgegaan!
De nu afgetreden Gouverneur-Goneraal is
met zyn opvolger, gezamenlijk in 't zelfde
«ala-rijtuig gezeten en beiden in
ofncieeliostuum, in plechtstatigen optocht gereden
naar het Groote Huis te Batavia.
In dit stevig-breede, hel witte gebouw, waar
4e Raad van Indiëzijne vergaderingen houdt,
hebben beiden de Raadzaal van dat hoogste
Rageeringslichaam in Indiëbetreden. In eene
zitting met gesloten deuren zijn de open
brieven van Hare Majesteit voorgelezen, inhou
dende ontslag en benoeming; heeft de aftredende
landvoogd zyn opvolger geluk gewenscht met
het in hem door de Koningin gestelde ver
trouwen en daarop zijnen gewezen onderge
schikten z\jn dankbaarheid betuigd voor de
getoonde plichtsbetrachting en trouw. En de
komende landvoogd heeft in korte woorden de
ioopbaan van ?yn voorganger herdacht en
verklaard dat hij rekent op aller trouw en
eteun, :dat bij veler raad zal inwinnen en zich
zeer bewust is van het moeielijke zijner
overzware taak.
Toen was 't gedaan ! De oude landvoogd, van
alle verantwoordelijkheid ontheven, kan wt
rkeeren naar 't Moederland, zjjne we! verdiende
lust genieten; hy was we«r, na zes jaren de
rol van een hoog en machtig vorst gespeeld
te hebben, -een gewoon mensen.
?Op de schouders van den nieuwen landvoogd
rust nu van dat oogenblik, de zware taak te
waken over 't heil dezer koloniën, te zorgen
voor de belangen van duizenden inboorlingen
en honderden Europeanen. Kauwelyks hier
aangekomen zal hij moeten oordeelen en be
slissen over toestanden en feiten, die nooit
hem onder oogen zullen komen, waar hy nooit
volkomen zelfstandig in zyn oordeel zal kunnen
zijn en toch zal men hem eermsal wyzen op
al wat tijdens zdjn bestuur in deze koloniën
omging.
En of de elementen twijfelden aa« den ernst,
zijner in raadzaal gesproken woorden, of ze
meenden hem te moeten doen beven over z\jn
rijk van vijfjaar, daar woelde het van stormen
en orkanen in de duisternissen der aarde en de
diepste diepten der zee, van vloedgolven het
kustland overweldigend, aardschokkingen den
bodem scheurend, daar donderde en raasde
het in n donkeren nacht, en ... de zuid-kust
van Ceram en tal van kleinere eilanden waren
verwoest, verbrokkeld.
Voor de arme slachtciWs da;\r word« r u
heel Insulinde door geld ingezameld en de
nieuw* landvoogd kan het voorbeeld der edel
moedigheid gever, behalve zijn nuttige bevelen.
Da&rmede houdt alles op ; 't is een ramp, die
hij niet met eigen sogen kan gaan aanschouwen:
de afstand is te groot.
Gelukkig was bjj zyn intrede de geheele
toestand van Insulicde beu-edigend, zoodat
niets de vroolyke en levendige opwinding
verstoord heeft, die toen heerschten.
Ja, 't was een drukte en opwinding ! Deze
gebeurtenis, de gewichtigste der plechtigheden
die het officieele leven in Indiëkunnen
opluisteren, heeft zoowat een week lang het
vroolyk-ernstige Batavia en 't zooveel stillere
Buitenzorg in spanning en levendigheid ge
houden.
Het begon met afscheidspartijen, gegeven i
door den Jandvoogd zelve of door hooge
autoriteiten aan hem en mevr. v. d. Wijck.
Dit was voor de «hooge oomes" en hun dames
alleen, en de partyen op het paleis ook nog
voor de leden der secretarie en meerdere
inwoners van Buitenzorg.
Toen kwam 't kabelbericht: »De
KoninginRegenteg is in 't gezicht der Emmahaven". De
nieuwe landvoogd kon dus over een paar dagen
»aan" zyn. 't Kon. Doch mocht het ook 'i Hij
moest plechtig ingehaald worden en dat gaat
zoo maar niet wanneer men wil, noch op
Zondag, noch voor dag en dauw. ofria 't val
len van den avond, 't Zou dus zijn Maandag
ochtend, niet al te vroeg, en nu moest de
mailboot, anders zoo trotsch op haar snellen over
tocht, langer in Padang blijven en 't van daar
kalmpjes aandoen.
Niet prettig voor de passagiers, doch men
heeft ook niet voor niets een nieuwen land
voogd aan boord ! Voor hem was het misschien
zeer welkom, zonder den luister en last van A\
het officieele, eens kalm een stukje van zyn
gebied te kunnen opnemen.
En Padang is zoo echt mooi ! Nooit vergeet
ik dien machtigen indruk, dien het eerste aan
schouwen der Sumatrakust op mij gemaakt heeft.
De kust der Middellandscue Zee, zou ik zeg
gen, doch grootscher, weelderiger, en bij meer
dere diepte, de kleuren wat minder schel.
De haven van P.iok geeft niet zulk een
panorama van natuurschoon, minder over
weldigend; daardoor vind ik dien eersten aan
blik van Java's stranden met zijn breede.n
horizon, zijn vroolijke glinsterkleuren juist zoo
echt opwekkend en bemoedigend.
En er lagen nu vele schepen. Vier van de
Javadivisie, en mail booten, vaartuigen van de
paketvaart, kleinere booten; ec-n schoon L'n
trotsch gezicht
Toen, in den vroegsten morgenstond, dat
bulderen der saluutschoten en de muziek bij
de landing, en die kaden vol menselien, bij
duizenden toegestroomd uit Batavia ! Dat alles,
eer, schouwspel om niet te vergeten '.
Wat zeer de aandacht van den nieuwen
landvoogd trok, waren, de inlandsche
politiesoldaten, de zoogenaamde »piekeniers", wegens
het middeleeuwsche wapen, dat ze dragen, en
ook die vreemde Oosterlingen in hunne zon
derlinge en klenrigen gewaden, welke met die
soldaten stonden geschaard aan het station der
Benedenstad van Batavia. Daar waren het
slechts fanfares en een stilzwijgend begroeten
en wapengepresenteer. Doch deputaties, met
redevoerende presidenten ? Die ontbreken in
Indiëby zulke hooge plechtigheden ook niet.
De eerste kwam per sloep aan boord, de tweede
wachtte aan het station van Weltevreden, de
derde stond in de voorgalerij van 't
GouvernementsLötel op Rijswijk. De woordvoerders
waren in dezelfde volgorde : De waarnemende
Algemeene Secretaris, de Legercommandant,
de Viee-President van den Raad van Indië.
In de troonzaal, waar de levensgroote beel
tenis H. M. hangt, beidde de
GouverneurGeneraal Van der Wijck met zijne
echtgenoote, de autoriteiten, die nog niet in deputatie
vooruit waren, en vele dames. Na deze plechtige
ontvangst was voor dien dag de feestelijkheid
afgeloopen, en spoedig vertrokken beide Excel
lentiën met hunne dames naar Buhenzurg,
waar zij eene week samenbleven.
Toen een nieuw vertrek naar de hoofdstad,
eene afscheidsreceptie, de plechtige overdracht
en het vertrek der familie v. d. Wijck.
Dit heeft bij velen zeker den meesten indruk
achter gelaten, niet door het officieele karakter
er van, doch wegens de zoo oprecht getoonde
sympathie van duizenden aan den vertrekkenden
Gouverneur-Generaal en zijne echtgenoote. De
laatste had haar wagen vol bloemen gekregen,
van die prachtige tullen, rond, waaier- en
Eter-vormig, hoog of breed, van kostbare rozon,
chrysanthen, lelies en giudenia's zooals men
slechts met groote zorgen ze verkrijgt. Een
keus van orchideeën natuurlijk en dan ook
n prachtig hel-blauw vlak van't eenvoudige
vergeet-mij-nie'je.
Aan den trein was het stampvol en voller
in Priok, toen de extra-trein daar aankwam.
De hooge autoriteiten en bloedverwanten en
vrienden gingen mee aan boord en bleven daar
tot het noodzakelijk uur van vertrek. Toen
het wuiven, wuiven in oneindigheid van boord
en van den wal. Een gewuif dat aanhield tot
de figuurtjes onzichtbaar werden, langzaam
wegstierven. Niet alzoo Juin herinnering. Die
zal leven!
Java, 12 Oct. '99. VOYAGEVSI:.
De lust van de dingen te zien.
John Burroughs geeft in de Ccntitry van
December een praatje over de kunst van zier,
dat wezenlijk heel veel aardigs te hooren geeft
en waaruit wij niet kunnen later, een paar
greepjes te doen voor wie tijd heeft even te
luisteren naar wat niet juist nu actueel is, maar
wat van blijvende ac.ualiteit mag worden
genoemd.
De schrijver zal het dan hebben over de
kunst van zien, maar ziet zeil heel goed in. dat
hij die kunst niet kan neerleggen in regels * n
voorschriften en dat hij even weinig kans heef ,
ze iemand te leeren, als hij een lesje kan geven
in 't verliefd worden of in 't rechte genieten
van een lekker diner. Men heeft dat vermogen
of men heeft het niet, en daarmee is de zaak uit.
Sommige menschen zijn met oogen in het
hoofd geboren, en anderen schijnen daarvoor
in plaats knoopen te hebben gekregen of ge
kleurde knikkers. De groote massa kijkt, zooals
vele legers schieten; zij mikken vaag in de
richting van den vijand, en als bij ge:roffen
wonU, is 't me°r geluk dan wijsheid. Slechts
hier en daar is er een, die wezenlijk kijken
kan, een echte scherpschutter onder de soldaten;
zyn oog kiest on onderscheidt en treft.
Een gelukkig hengelaar wordt niet gemaakt,
ze^t men wel. maar gebjren, en 't geheim van
zijn succes zal wel zijn liefde zijn voor dien
tak van sport, en zoo is 't met veel dingen,
ook met wat wij zien in de natuur rondom
ons. We moeten eeist van de dingen hou
den, dan leeren wij ze zien. Liefiie scherpt
alles, 't oog en 't oor en de hand en alleen
voor zoover wij de dingen liefhebben, merken
wij ze op. De dichter is tevreden als hij geniet
van de dingen, die anderen begrijp -n ; de
man van wetenschap is voldaan, als hij mag
begrijpen, waarvan anderen genieten, dat is
dan zijn genot. Wij hebben a.len in ons iets
van den een en iets van den ander, iets van
het sympaf.hetscbe en emotioneele van de jeugd
en de kunstenaars en iets van het streven naar
begrijpen en rangschikken van den nian van
wetenschap, en slechts weinigen hebben beidj
in sterke mate vereenigd, zooal-j Tyndall het had.
Maar Iki'Je moet er alt\;d bij. Met het
klimmeu der jaren loopen wij allen gevaar van
petrifattie of putrefactie, wij hebben kans te
versteenen of te verrotten, zoodat wij of hard
en vereelt wonlen van gemoed, met een korst
van conventie en gewoonte overtrokken, tot
geen i.ieuwe stra en van licht en vreugde meer
bij ons kunnen koinen, of wij worden laksch en
gedesorganiseerd van gestel en verliezen onzen
stevigen stap naar- de echte leven w s kkende bron
nen van geluk. En nu kan de Heide alleen, de
warme innige belangstelling voor de dingen,
ons strekktn tot preservatief en tot antiseptisch
middel tegen die twee gevaren.
Een van de schatten nu, die wij in 't leven
altijd bij ons hebben, is de natuur, als onuit
puttelijk voorraadma.ijazijn van wat het hart
ontroert, den geest bezielt en de verbeelding aan
't werk z«(, eeuwige bron van gezondheid voor
het lichaam en vreugde voor de ziel. Voor
den geloeide is zij een schat van wetten en
proceseen, voor den schilder een voorraadkamer
van mooie schilderijen, voor den dichter een
schatkamer vol beelden en vergelijkingen, voor
den moralist een wir.kel van parabels en
leersteilingen, maar voor allen kan zij zijn een
bron van kennis en van blijheid.
In niets verschillen de menschen zoozeer
dan in wat zij zien en niet zien. Daar zijn er,
die nooit een bekend gezicht voorbijloop'n op
straat, die nooit iets interefsants laten passee
ren, die al'.es opmerken wat zich in de lucht,
of op den grond aan In n voordoet, wier waar
nemingsvermogen al'.ijd wakker, altijd op post is.
En anderen leven maar caif voor wat er oin
hen heen geschiedt.
Zij, die zien, nemen niet enkel massa's waar,
maar rok het klcire en 't bijzondere. Er zijn
menschen, die aardig orer bloemen en vogels
kunnen praten, maar daarom zijn ze nog geen
goede waarnemers. Ze zien misschien op hun
wandelingen datgene, waarvoor ze zij:i uitgegaan,
maar de goede kijkers krijgen ock te zien, wat
ze niet zochten; zij hebban oog voor de schuwe
wenkjfis en de bescheiden verborgenheidjcs der
natuur.
Op 't veld der natuurlijke historie ontsnapt
ons zoa verbazend veel, oradat de spelers op
dat tooneel klein zijn en niet uitkomen tegen
een sterk sprekei den achtergrond. Daarom
moeten wij zoo Hink onze oogen en onze ooren
openhouden. De neiging van de natuur gaat
heelemaal naar den kant van het verbergen.
Vogels houden zich graag schuil en de interessant
ste verschijnselen in de plantenwereld zijn maar
niet zoo voor den gaande en don komende te
kijk. Doch gelukkig, men kan zijn gezicht en
zijn gehoor voor al die dingen verscherpen en
verfijnen en z?, zóó vatbaar maken, dat de
natuur ons halverwege tegemoet komt, diezelfde
natuur, die anders zoo schuw is en geheim
zinnig en alles zoo doet samensmelten met
hiar wijden neutralen achtergrond. Dan lezen
wij in het Inek der natuur niet alleen de groote,
vet gedrukte letter.", maar ook de kleinere, en
wij kunnen onderscheiden wat tusscher. de regels
staat en leeren misschien wel defijue letterijes
van de noten ajn den voet der bladzijden
onderscheiden en de verschillende
hieroglyphische teekentjes, die er overal staan aan de
marge.
Ieder leest wel de allergrootste letters, maar
alleen wie de nafuur bestudeercn of haar zeer
lief hebben, genieten ook VUT de schoonheden,
met kleiner, minder in 't oog vallende letters
gezet Voor Le:i is het een zaligheid, lang
zamerhand thuis te raken in dat heerUike
wor.derbot k en ook do min heldere teksten
eruit eindelijk te leeren verstaan, al weten ze,
dat nog niet alles klaar en duidelijk voor ons
menschen openligt.
F. J. VAK UlLUKIKS.
iimiifiiiiiiiiiiiiiiitiMiutim
IIIIIIIIIMIIIIIMIDIIIItt
Diamanten.
LiefddiJir/JieiiIs-envelopp/:n. Kerst mix bij Victoria.
Verplecyxtern. Jïicrcn. Recepten.
Aan een medewerker van het BerHner
2'ageblatt zijn te Ilaiiau, in de Duitscke diamantstad
(men zegt óat de eerste slijpers daar uitgewe
ken Nederlanders waren en nu kort geleden
er ook door Hollandsche slijpers de nieuwste
verbeteringen zijn ingevoerd), e.anige curieuze
dingen verteld. In de techniek is men nu zulke
eischen gaan stellen, dat zelfs de kleinste
brillant, zijn zes en vijftig vastgestelde facetten
hebben moet. Hoe meer de ruwe steen op een
van boven en beneden spitsen achthoek ge
lijkt, hoe meer hij reecis in ruwen staat een
breede »tafei'' asr,iiiedt. te geschikter is hij voor
het slijpen. Maar dat zijn er niet veel ; onder
de diamanten zijn er heel wat die eenvoudig
in den vijzel gestampt en met olijfolie ver
mengd worden, en aldus het diamar.tstof leve
ren, waarmee men diamanten slijpt. Dit meng
sel smaakt zoet als honig ; men moet zorgen
dat de muizen er niet bij komen.
Het meest g zocht zijn de Kaapsche diaman
ten; de Indische en Australische zijn niet
enkel duurder, maar ook harder en moeielijker
te bewerken. Wat de wijze van zetten betreft,
verkiest men tegenwoordig zoo weinig mogelijk
van het montuur te zien; alleen in Oostenrijk
is nog afzet van de ouderwetsche goed zicht
bare gouden chatons.
Voor diademen en oorknoppen zet men vaak
de steenen nog boven op trillende spiralen
of hangt ze aan beweegbare scharniertjes om
ze te ineer te doen schitteren. Oorknoppen
zijn voor Duitschland het standaardartikel.
Omtrent de rivières heeft men wat Berlijn
een merkwaardige ondervinding opgedaan; er
worden er massa's cadeau gedaan en Hanau
leveit er bijna geen meer. Wanneer namelijk een
Ksrlijnsch heer aan zijn vrouw een collier wil
geven, kiest hij paarlen : aan zyn goede kennis
geeft hij een diamanten riv:ère. Maar wat doet de
goedükennis '! Zij haast ich met de diaman
ten naar den juwelier, laat de rivière in strass
namaken, en draagt deze ten genoegen van
hartn vereerder, terwijl zij de echte steenen
verkoopt. De juwelier verkoopt aan een nieuwen
royaleu vereerder weer de echte rivière, zoodat
deze ontelbare nuilen heen en weer gaat, en
men slechts zelden een nieuwe noodig heeft.
Een dergelijke gewoonte herinnert men zich
trouwens te Ilanau van Ren heel andere cate
gorie van begiftigden. In den tyd van liet
Frankfurter P.irlernent kregen de gezanten
die het een of ander geheims en gewichtigs
tot stand gebracht hadden, van. de diverse
vorsten snuifjoozen, waarop hun portret in
lijst van diamanten stond. Het eerste wat die
gezanten deden was gewoonlijk ook, de tabatières
naar Ilanau opzenden, om de diamanten door
valsche steenen te laten vervangen.
r
l Te Parijs verkoopt men kleine enveloppen,
die precies een goudstuk kunnen bevatten.
Ze zijn voor liefdadigheid bestemd ; men plakt
de enveloppe, na er het goudstukje in gedaan
te hebben, op den hoek van een carte de
correspondance en zendt deze, in haar enve
loppe, aan haar adres. Het is noodig, van
het ontvangen van zulke zendingen terstond
bericht te geven ; want zeer gemakkelijk kan ,
ieder die haar in handen krijgt, begrijpen wat '
er in is ; en eon verloren goudstuk is moeie
lijker na te gaan dan een verdwenen bankbillet. |
-4
In hoeverre Kerstmis aan het Engelsehe Hof
als een religieus feest kan beschouwd worden,
is een vraag, het is een gastronomisch feest.
Men weet dat er tegen dien dag in de
hofkeuken 200 plumpuddingen gekookt worden ;
aan het deeg heeft ieder beambte of bediende,
die het verkoos, op zijn beurt mogen roeren,
om daardoor in het volgend jaar zijn
lievelingswensch vervuld te kry'gen. Van de 200 stuks
worden er heel Europa door aan vrienden en
deeren, zoo vol gezonden levenslust de vacantie
genieten, en zoo geestig praten.
Het hoofdstuk, waarin ze vertelt boe d«
wilde Pol te Amsterdam examen doet, is voor
treffelijk geslaagd. Er is leven, beweging,
spanning, gevoel, in de voorstelling van alles,
wat er in het hart vaneen jong meüje omgaat,
als de verschrikkelijke dag van bet examen is
gekomen. Wat wordt de wilde Pol sympathiek,
als z\j daar flink, met opgeheven hoofd voor
de »heeren" verschijnt. Het schijnt zoo gewoon,
zoo dagelyksch, -een examen te doen! Voor
een jong rneuje is het een heldendaad! Hoe
veel tranen vloeiden er niet in stilte, als zulk
een examen door den een of anderen heel
gewonen tegenspoed niet slaagde.
Nog altijd herinner ik mij, wat ik eens door
een toeval bijwoonde, 't Was in de spreek
kamer der dames, die zouden geëxamineerd
worden voor acten van middelbaar onderwijs.
De examens waren afgeloopen. De kamer
binnengaande, zag ik -daar in het volle licht
bij het venster eene lange jonkvrouwelijke ge
stalte, die zich sprakeloos wierp aan de borst
van een hoog opgeschoten man met sneeuwwitte
hairen. Uit het oog van den grijsaard drup
pelden bittere tranen zijne dochter was niet
toegelaten. En van dit examen hing hare toe
komst af. Nimmer heeft het beeld van
sprakelooze smart mij dieper getroffen ... Gelukkig
dat in dit geval door goeden raad nog eene
bevredigende oplossing mogelijk scheen.
Tine van Berken heeft vele meisjes als de
wilde Pol gekend. Ze heeft al het wel en wee
van zulk een examen gepeild en gevoeld
en met meesterlijke juistheid in beeld ver
tolkt. Misschien hield ze wat al te veel van
hare heldinnen, want de moeders; de tantes
de ooms, kwamen er niet zoo goed af. Mis
schien hebben hare lezeressen dit niet eens
opgemerkt, naïef als ze zijn !
Nog onlangs had Anna Koubert den hoogsten
prijs behaald in den novellen-wedstrijd door
de directie van het tijdschrift Eiserier uitge
schreven. In hare nog korte loopbaan van
schrijfster beleefde ze enkel vreugd, en kon
ze met Wordsworth zeggen :
»We poets in youth begin in gladness"
verwanten der Koningin verstuurd. Aan het
Kerstmaal verschijnen ook de vermaarde
mincepies, gebakjes met een vulsel van
rozijnen,biefstuk, amandelen, vruchten en rum, naar
een recept van koi irg Jacobus I; vervolgens
de koninklijke osselende, waarop het vorstelijk
monogram is uitgesneden en met geraspte
: rammenas of mienkswortel bestrooid is; feen
; kolossale wilde zwijnskop, een geschenk van
i den keizer van Duitschland, met
cochenilleI schuim om de dreigende slagtanden; een steur
: uit de Wolga, geschenk van den keizer van
j Rusland. Van de Grieksche kroonprins komt
l voor die gelegenheid een kist rosijnen ; van
l keizerin Frederik een collectie Duitsch
kersti brood, Weihnachts-stollen en dergelijke; van
den keizer van Oostenrijk een kist Toksyer.
j Aan het dessert ziet men een reusachtigen
; Stiltonkaas ; deze wordt uitgeboord om er een
1 fontein van dessert port in aan te brergen.
! Bij dat kerstmaal komt een groot deel van
i het goud- en zilveren vaatwerk weer te zien,
j en het Sèvres-servies dat op 1,125,000 francs
getaxeerd wordt.
4 *
*
Over het »Allgemeines Krankenhaus" te
Weenen, waar de pestgevallen inderlijd voor
kwamen, bevat de Nmeteenth Century een
artikel vol ergerlijke bijzonderheden. De pleeg
zusters worden er saamgelezen uit de laagste
klassen der bevolking, vrouwen die wegens
onbekwaamheid, toenemenden leeftyd, twijfel
achtig gedrag, ergens anders geen plaats kun
nen vinden. Voor het treurige loon, 12 gulden
per maand, kan men ook niet beter kiy'gen,
maar de zusters vullen het aan door de
patiënten te plunderen. »In Oostenrijk zijn
alle patiënten betalende patiënten", zegt de
schrijfster, mi«s C. O'Connor-Ef.cles. De ver
pleegsters doen dan ook geen kennis op dan
voor zoover zij die zelf weten machtig te
worden.
Wat de patiënten betreft, zij worden uit
sluitend beschouwd als leerstof voor de medische
studenten; bun toestand, hun genaak of welzijn,
hun genezing zelfs is bijzaak. Bij operaties
van iederen aard, bij het sterven zelfs, worden
zij niet anders behandeld dan als materiaal ;
onder de Weener bevolkii g heerscht dan ook
een diepe afkeer en vrees voor het hospitaal.
Daarentegen zyn by'na nergens de wetenschap
pelijke instrumenten en het onderwijs in het
algemeen zoo volmaakt als aan de Weener
Universiteit.
* *
#
Uit Rusland worden tegenwoordig groote
massa's eieren naar Duitschland uitgevoerd,
maar niet meer zooala de Italiaansche.in manden.
of kisten, maar in blikken bussen ; de percentage
van gebrokem eieren bij de vroegere
verzendingswijs was voldoende om tegen de kosten
der bussen op te wegen. De eieren worden
nu gebroken, dooier en wit gezamenlijk of
afzonderlijk met het een of ander onschadelijk
bederfwerend zout in de bus gedaan, en deze
als een gewoon blikje dicht gesoldeerd; koks,
restaurateurs, banketbakkers, conditoren ver
kiezen deze blikken boven de gewone
eierenbezendingen. Een bezwaar is alleen, dat
vervalsching zeer gemakkelijk is.
Good luck. (Een Amerikaanscb kerstmisgebak
in hoetijzervorm, als gelukaanbrengend). Men
roert o75 gram boter met o heele eieren en
'! dooiers tot schuim, en mengt er langzamer
hand oögram suiker, '/s liter zoeten room,
afgewreven citroenschil, wat zout, 000 gram
fijn meel en eindelijk HO gram bakpoeder
(dr. Oetker's Backpulver) onder. Het deeg
wordt op een bemeelde plank uitgerold tot
een dikte van l cM , en tot strepen van 20 cM.
bij 10 gesneden ; deze strepen worden voor de
helft met vruchtenmarmelade belegd,
dichtgevouwen en omgebogen, op een bakplaat gelegd,
met eitwitschuim bestreken, met suiker en grof
gesneden amandelen bestrooid, en in den oven
lichtbruin gebakken.
Schelvischpasteiijes. Kleine vol-au-vents van
feuilletédeeg worden gevuld, eerst met een
weinig anchovisboter, dan met wat fijn gesne
den gekookte schelvisch met boter en room
gemengd, eindelijk met een theelepeltje mengsel
van geraspte parmezaankaas, peper, zout en
geklutst ei; dan even in den oven gezet en
warm opgedischt.
E?e.
"F* 's& Octoet
Is Toeslist