Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NED-ERLAND.
No. Hlfl®.
.L.
*>?
8
om het aan jong gestorven dichters, als Robert
Bnrns en Alfred de Musset over te laten er
büte voegen:
iBttt there of comes in the end despondtncy
and madness".
Dr. JAN TEN BRINK.
Symboliei
Louis COUPEKUS, Fidessfl. Amsterdam,
L. J. Veen.
Wie en wat is Pidessa?
In baar naam ligt een aanwijzing van iets
»trouws", maar w<e is zij en wienis zij trouw?
De dichter zal het ons zeggen. ,Zij was een
kind van den zeegod, zij was geboren uit schuim
en uit licht, haar leven wan spel, over de zee,
in de lucht, langs de rivier, op de weide, «pel
in de maneschijn, spel aan de luchtbarp."
De lucbtbarp dat zijn de manestralen die
'g nacht s breed uit staan op de heide en getok
keld worden door Fidessa en haar zusters, de
nimfen.
Want Fidessa was een nimf, een zorgelooze,
argelooze, naakte nimf, rpedachteloosheid was
in haar vioolblauwe oogen."
Zij kende zichzelve niet. wist niets van haar
naaktheid, baar («bedachtzaamheid, haar arge
loosheid, totdat...
Totdat ze op een nacht in epeelschen over
moed zich op den rug geslingerd had van den
Manken Eenhoorn, het vreemde dier dat uit het
donkere inktwoud was aangelokt door de
nimfenmuziek en welks schuwheid en wildheid Fidessa
temmen wilde.
Want een maagd kon dat een maagd die
trouw was. Was zij trouw? Zij wist het niet.
Door het iuktwoud, haar schrammend langs
de takkenruigte, snelt de Eenhoorn met haar
naar de heide buiten de stad der menseden.
Daar laat Fidessa zich afglijden, van zijn rug,
machteloos zijgend op 't gras. Ec daar zag ze
veel ijzeren menscheu, in tournooi, ruw doende.
Daar kwam Sans-Joye naar haar toe, de man
met de weemoed&oogen.
En Saas.Joye vraagde haar meer dan zij be
antwoorden, en zij antwoordt meer dan Lij be
grijpen kan.
Hij begreep niet dat bestaan in argelooze
gedachteloosheid, en zij zag hem verbaasd aan
toen liij sprak van liefde en geluk.
«De meuscbeu begrijpen de nimfen niet, de
nimfen niet de menscheii,"
Maar Fidessa begon zich eenzaam te voelen
toen Sans-Joye heen wilde gaan. Zij wist den
weg niet meer terug naar de maan-weide. Ea
bij nam haar mee naar de stad, naar zijn huis,
waar ze in den menschenstoel voor het eerst
voelde dat zij naakt was.
En langzamerhand begon zij het harnas
van Saus-J c-j e te zien als een deel van hemzelf,
iets dat bij ook was, en zij vroeg hem of niet
ook zijn harnas baar beschermd had op de heide.
Hij zeide: ,misschien en dat hij niet wist en
hij lachte en zeide dat zij vroeg vragen, die de
wijsten der stad niet op konden lossen ..."
Dan bracht zij den nacht door in het donkere
huis, en terwijl Sans-Jove sliep zag zij alles
gpookacbtig om zich heen. Alles werd spook
achtig en schrikwekkend in bet huis der
menftchen, wat daarbuiten op de maan-weide mooi
was. Zij huiverde voor de schimmige mane
stralen voelde zich beklemd in de
huizenengte en zelfs de mooie blanke Eenhoorn
verscheen haar als een verschrikking.
's Ochtends bracht Sans-Joye haar naar haar
weide terug. En zij vertelde hem van het
harpspel in den nacht. Hij dacht dat zij een
liedje zoog, maar zij zei dat het de waarheid
was, zcoals de maanlicht-weide en het vervloekte
bosch en de Eenhoorn. Hij lachte. Dat alles
was verbeelding, geen waarheid.
Eu ik," vroeg zij. ,Ben ik waarheid of droom
of nachtmerrie r"
Hij kou niets van haar bespeuren dan wat
hij van baar zag uit zijn helm, voelde door
zijn rusting, boorde als gesuis in zijn ooren.
O, die menscben! lachte ze.
Dan zullen ze scheiden.
Maar beiden valt bet zwaar.
Zij wil hem daar houden, maar bij zegt dat
dat zijn levensdoel niet zijn kan. Hij is gehar
nast, bij most strijden.
Als zij spreekt van waarheid en leven, vraagt
bij wat deze beide zijn. Hij kan niet blijven.
Fidessa leerde nu voor 't eerst wat leed is.
En ze stond op en volgde hém. Maar omdat
het voor hem zonde is te leven met de naakte
argeloosheid, zal ze haar naaktheid offeren en
zich een rusting smtden laten. Dan kan zij
met hem strijden voor wat hij levensdoel noemt.
Doch terwijl zij opweg was naar den
grooten smid die de vele rustingen smeedt
overviel haar weemoed en twijfel.
«Twijfel of zij kracht, hebben zou een harnas
zich aan te doen smeden; en weemoed om de
ijzeren menseden, tot wie zij behooren gine.
Twijfel om zich en weemoed om allen, om wat
zij dachten de waarheid !... De waarheid: zij
had nooit aan waarheid gedacht; zij had geleefd
haar leven van kind van de lucht, maar wel
wist zij, intuïtie van edeler natuur, dat het
waarheid niet was het metaal te aanbidden en
te strijden tegen elkander in l Ea opeens voelde
zij, die nooit bad gevoeld, dat zij een ziel had,
dat zij ziel was. Dat zij leed had gehad en
liefhad en dat zij een keuze deed, in louter
liefde, een keuze, vijandig aan haar natuur, een
keuze, die in het stof baar natuur neer zou
drukken, door het gewicht van een plettereade
menschelijkheid O, zij wist het, edeler
wezens waarden in edeler werelden dan de
luchtige nimfen in de luchtige sfeer, maar zij
voelde ook met hare nieuwe ziel, dat de gehar
naste menschen niet edel waren, en dat zij, de
luchtigen, dichter de edele sferen naderden dan
de gepantserde der Forteres" . ..
Toch, al voelde zij dit, en wist zij zich
zwak, rwant haar natuur was geen ernst, want
baar willen was niet logische denkkracht"
toch voelde zij zich door die groote liefde voor
den ernstigen weemoedsmensch sterk genoeg om
zicb te laten in harnas smeden door den mach
tigen cycloop, die haar de heele wereld geven
wilde als zij iièm liefnad in haar naaktheid.
Ea dat bleef niet de eenige verzoeking. De
tooverbeker die haar den tooverlust zou geven
in zalige bedwelming, zij stiet hem na korte
aarzeling weg en rende voort op den wachten
den Eenhoorn, dien zij liefhad, al had bij de
schuld dat zij nu harnas droeg. Dwars door de
maanharp, door de spelende zusters die haar
niet berkenden, vluchtte hij met haar het woeste
woud in en door.... Op de heide stond ze weer
alleen en ging naar de stad, maar vond er
SansJoye niet meer in zijn huis. Gekerkerd lag hij, en
't muitende grauw sleepte ook baar naar den
kerker ,aanbiddelijk noodlot!" noemde het
Fidessa.
Ea in den kerker klonk nu als een beurtzang
hun beide betuiging:
i?Om jou ben ik in den kerker geworpen,
omdat ik je beschermd heb op de heide, genomen
voor op het zaal op mijn paard, je gertden heb
dwars door de menigte, je gehuisvest heb in
mijn burcht.
Om jou ben ik de onbegaanbare tafelen
opgezweefd, in den bliksemeoden donder van de
cyclopen-werkplaats; om jou heeft een wapen
smid mij pijn gedaan, mijn leden, mijn lichaam
en mijn arme hoofd, om jou draag ik zwaarte
van zilver.
Om jou wil ik niet erkennen, dat ik zonde
bedreef; om jou ben ik blij, dat ik lijd.
Om jou doe ik afstand van mijn
harpeespeel, van mijn zwerven door wind en door
maanlichtweide, om jou alleen, overal, eeuwig!"
Sans-Joye wordt in dien vunzen kerker
stervens-veeg zoo dat zelfs de klank van Fidessa's
stem haast niet meer in zijn brein doordringt.
Maar daar komen zij hem roepen. Hij alleen
kan de stad redden van wissen ondergang. Maar
hij weigert. En als zij aandringen roept bij
toornig al zijn pessimisme uit:
»A1 kon ik. ik wil niet. Laat. branden de stad,
laat ondergaan heel de wereld! Wat is een
wereld van ijzer en zilver en rotssteen en gra
niet!... Laat smelten in den vuurgloed des
v ij and s alle metaal van ompantsering, laat. beven
op baar schijnbaar onwrikbare grondvest onze
gcheele hartelopze wereld! Wat, deert het mij!
Waarom zou zij voortbestaan! Waarom zon ik
strijden voor haar instandhouding! Waar klopt
hart onder haar metaal egoïsme, waar g anst
n ziel door haar pantser voegen, waar eaa' u
deur open voor wie naakt klopt! ... Gesloten
in zichzelve, verborgen achter zijn eigen poort
en dichtgeloken vensters! Naaktheid is zoude,
htt teedere is vervloekt, het edele bespot en
met den vinger nagewezen. Wat deert het mij!
Nooit was ons leven mij vreugde, nooit onze
stad een blijdschap; ik haat leven en stad. Laat
mij sterven, laat mij liggen.; ik strijd niet meer
voor mijn koniug, n;et voor mijn leven, niet
voor mijn eigen te teeder bemind harnas en
niets liever verlang ik dan dat onze stad brandt
tot een puinhoop en ik zelve versmelt in den
gloed van mijn eigen ziel!"
Maar dan fluistert Fidessa, zij die door hem
leed kende en om hem bet zware harnas droeg
dat haar het zweven belette, wier liefde voor
hem haar het zijn in den kerker tot een
aanbiddelijk noodlot maakte, dan fluistert zij:
«?Sans-Joye! Misscliien zijn je woorden de
waarheid. Maar het volstrekt ware dringt Hoor
mijn pantser niet heen en de naaste waarheid
straalt mij niet toe van buiten als een ster van
boven, maar glimt van heel binnen, als een kleine
vonk, walmend lampje, dat mij verlicht het
nauwe allernaaste pad... Glimt niet in jou het
lampje?"...
,Ja, Fidessa, sprak hij. Licht ontsteek je in
mijn binnenduisternis."
Hij greep zijn zwaard en gevolgd door Fidessa
streed en overwon hij. Toen mocht hij sterven.
Eu zij wist de kwetsbare plek in haar pautser
en volgde hem in dei dood. En oatdaau van
het harnas zwierven zij tot de Eenhoorn hun
verscheen, nu getemd 'en gedwee zich vleiend
aan Fidessa's zijde. En het edele dier bracht
haar in een licliter sfeer dan Sans Joye, die
zijn naam had afgelegd maar zijn nieuwen naam
nog niet kende en niet hooger komen kon dan
de sfeer der Miereerste Rechtvaardigheid. Toen
Fidessa zioh- hiervan bewust werd. dwong zij
den Eenhoorn terag te dalen. Bij wieu zij
liefbad wilde zij; blijven.
Inplaats van een commentaar te geven heb
ik eeniee hoofd-momenten uit dit sprookje
naast elkaar gezet, hopend het geheel niet te
zeer aangerend te hebben. Want ik acht
comment ar en sohnijven op wat gevoel en verbeelding
wrochten, een gevaarlijk werk, waarbij men of
veel te weinig of te veel geeft.
Te weinig omdat bet nooit mogelijk is in
andere woorden te herzeggeu wat als een een
heid van inhond-en-vorm de ziel des dichters
ontspio'en is- Te veel omdat de stelligheid der
bepalende verstands-woorden geen rekening kan
bouden met de scbakeeringen van analoge, door
subtiel voelen alleen te onderscheiden associatief.
Een werk als dit is in hoofdzaak suggestief.
De dichter zegt niet voluit, laat den meevoelende
voltooien. Als bij koel verstandig al zijn voelen.
in logische uitbeelding voor ons stelde: we
zouden een stijve, koude allegorie zien, waarvan
misschien alleen de knappe factuu' te waar
deeren viel. Symboliek als deze is muziek.
Ik deck aan den toonkunstenaar die aan drie
bewonderaars van een zijner pas gehoorde schep
pingen vroeg naar bun indruk.
,'t Was n»e ten slotte of ik bij zonsondergang.
aan de zee stond en haar ruischen hoorde."
»Neen, of ik de maan zag schijnen over be
sneeuwde heide met g« fluister van dennen
rondom.'"
«Neen of ik op een hoogen berg stond,.
alleen in den nacht, en boven mij btgonnen.de
sterren, te zingen."
En toen de bewonderaars elkander om,de
juistheid van hun indruk bestrijden wilden,
zei de kunstenaar glimlachend : «Strijdt niet
gij bebt allen gelijk. Het is wat gij gezegd
bebt en nog iets anders."
Men beeft deze sproke vergeleken bij Pty<che.
Nuy als men wil... ia beide streeft en lijdt
de ziel. Maar de Eenhoorn is iets anders dan
de Chimaera.
Ik vind Fidessa soberder, minder rijk van
verbeelding, maar ook minder «prachtig.!* Er is
hier en daar iets innigers in, al zou men den
kunstenaar ook nu zijn lust, tot weergeven van
uiterlijke bekoring wel wat meer willen zien
bedwingen als de ziel er bij winnen fcon.
Wat den stijl betreft ik schrikte van den
eersten zin l... Hoe is bet mogelijk dat een
artiest als deze schrijver met zoo iets begin
nen kan.
In den nacht scheen het woud onmetelijk van
maagdelijke ongereptheid...
Wat is dat nu ? Iets kan «onmetelijk schij
nen," maar hoe iets onmetelijk van
maagdelijkeovgereptheid schijnen kan is een raadsel. Eu
erger wordt het nog, als de auteur achter de
l dubbele punt een toelichting geeft tot die onge
reptheid.
«: zwart van reusachtige boomstammen en
knoestige takken, die ia het spoken der maan
zich wrongen met qpn wanhopig gebaar vaa
machtige strijdersarmer, als in ue heroïsche
marteling zwaar gespierder leden."
Niet alleen is dit geen uitbreiding van bet
eerste, maar het staat er ia uitwerking recht
tegenover, en de zin als geheel rammelt geweldig.
Met het begrip en gevoel van maagdelijkheid
is deze en ook de volgende zin in fitigrantea
st'ijd.
IJ» de meesterlijke schildering van. de
nuuuiliolit-weide en> de zilveren harp,, klinkt'te
gewsou precieus en lieverig:: «Het tingen va&
gl»z*n klokjes, geluidöju, of bet belletjes waren
van bloemen,, lelietje»-vaa.dalen,,die eren de
kltpeltjes tikten tegen die blanke bloemenblaadjes..^
Op enkele plaatsen ontmoette ik weer de
oostersebe, ik zou, baast zeggen setnietisohe
constructie,. die door bewonderaars^ 200
graagnagedaan wordt..Ben voorbeeld, op blz^29..: «Zij
was tiet meer bang,,zij, voelde zich veilig en
kalm, vol belang in het vreemde, voli
ontzagvoor het sombere, .vol verwondering om (pver P)
zooveel zilver en ijzer en koper en staal,, dut
?aunsehalijk icat- en., lwp: en-joelde, dooreen,- en met
de vingers naar baar wees. Haar blik ging *aa
den schildknaap, die*-zwaaide- de- vaa.»., eiizv
Foutief zijn constructies als:: yZijja harnas
was tóm ook,;'*'of ».ik doe als hem"
Onzuiver van voorstelling: Hij toonde een
langwerpig aanbeeld', alt -een- rtnibttnü, kardfï*
Maar dat Couperus zich in dit, boek weer
doet kennen als de dichter met den schitterenden,
sierlijker», zich gedwee onder, zijn kunstver
mogen tot elke uiting voegenden stijl,, wen
leze tegenover elkaar de schildering/ der
naaanlichtweide,. en van de cyclopen-smidse om zich te
overtuigen. Et is weer een schat, v-an fijn door
voelde taal in. dit boekje. Telkens opnieuw wekt
de schrijver onze. verbazing en bewondeiiag.
Nog een, enkele aanhaling. Bidesea is weggegaan
van den cycloop.. «Hij vloekte.. Hfet donderde.
Hij wendde zich af,, wierp, zioh neor op den
grond, die aardbeefde, bij balde zijn vuisten en
weende. Toen nam bij de krom en slingerde
ze weg in den afgrond. Tosn.yuimJiijaan Uitsem,
deed opschitieren htti f/eeënpaleis in. d» lucht t»
trofj het i, lot' bet neef del, in grai&>
De laatste zin is een heerlijkheid..
17; Dec..'aftj W. G. VA» NSXBHUYS.
Les- Boers par EUOÈKS. MOBBB. Ed. Sociét
du Mercure de Fratce, Rue dftl'Echaud
Saint Germain 15^ Bari?..
Geen wonder,, dat een vlug* handig Frans
literator gauw zijn romannetjp klaar heeft over
het land van de «kopjes," niet het epos vaa
den oorlog, di er nu, word gevoerd, noch van
den strijd in het jaar, '80j maar van den «trek"
ener Buereufamili,, in hun wagens, hun
bewegelike buizen;;
«Bestormd door Kaffer,. Leemw en Brit."
Itoaiau mag. dit boekje niet genoemd worden,
bet is een schets,, waar heel wat aaa mankeert,
zelfs in di kwaliteit van vluchtige besrijving
ener epizode uit de niw-e Volksverhuizing-, sinds
ffiolumDus begouaen,. en gedurende welke het
Angelsaksise ras dri reiiize*-staten : N.-Amerika,
t'anada en A as t talie wist te verengelsen,
maaiin Z. Afrika zijn Expaaiii gestuit ziet door het».
verzet van de Hollandse bevolking.
De oude histori: een Boer, door zwendelarij?,
vau zijn grond verdreven, voort trekkend i$
zijn logge wagen, bespannen door zeven paren?
ossen, de forse ruggen deinend onder de jukken,
waar boven de horens wijd vaneen opstel&en,
poot na poot, star plaatend tegen de aarde> dat
langsaam de dikke raderen drajen om hun
assen. Ea rondom de huifkar te paard jijden
de zouen, op het oude erf geboren, in hun
Trademark
THEE - E. BRANDSMA.
Trademark
Slaapkamer-Ameublementen
in Pitch pin-, Noten-, Eiken- en Mahoniehout.
\\IT fcELAKTE MEUBELEN Eng: genre.
Franco levering door geheel Nederland.
167 KALVERSTRAAT 167.
WH>. w. VAN DER HULST,
ff aflever ander.
IIT4UH IE II *.??»* COLE'ECTIE
Luxe en Fantaisie Artikelen. Engelsche en Weener Lederwaren.
Struisveeren en Fantaisie Waaiers.
167 HALVERSTRAAT, AMSTERDAM,
Geen beter, soiider en goedkooper
adres dan bij
J. ELSENBURC,
M. Z. Voorburgwal 177.
TELEFOON ADRES No. ^699.
A. SINKEL,
Amsterdam, Damrak 63.
Utrecht, Oiidegracht.
Inrichting tot Meubileering van
geheele huizen.
Meubels in alle stijlen tot zeer
concurreerende prijzen.
Begrootingen en teekenlngen gratis.
Franco zending door het gelicele rijk.
Verzekering-Maatschappij HOLDA".
Damrak 74, Amsterdam.
Werkkracht verzeker i n g.
De eenige verzekering die in ieder geval van ongeschiktheid
tot werken, uitkeering geeft, zoolang die ongeschiktheid voortduurt.
Omvat alle ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN.
.E.
TANDARTS.
Plantage Middenlaan 86.
PHILIPPONA KETELAAR,
Imtrnisseur de la Cour.
KALVERSTRAAT 166, AMSTERDAM.
GRANDE SPECIALITE POÜE
Trousseanx & Lavet t es.
Sur demande envoi franco de Devis et de raodèles.
Door Geneesli. algemeen aanbevolen.
Met Eere-Diploma en Goud Bekroonde
PRAEl'AKATJEN VAN
de meest krachtige en versterkende KINA-WIJN
tegen zwakte, zoowel bij kinderen als volwassenen,
gebrek aan eetlust, slccllte spijsvertering, zenuwlioofdpijii, ter verster
king na ziekte of kraambed, koorts en hare tevoigei,.
QUINA-LAKOCIIE rElUJUUIXEUX in het bijzonder tegen Bloedgebrek,
Bleek/ucht, kwalen van Kritischen leeftijd, enz. Verkrijgbaar in acoiib
a ? 1.90 en j l .
roediaam, versterkend, aangenaam van smaak, vooi
namelijk» gebruik, vooral voor kinderen, zwakke» en
klieraclitlge gestellen zeer aan te bevelen. Als geneeskrachtige drank by
stoornissen (Ur spijsverteringsorganen en diarrhée, ook vour zuigelingen
en kleine kinderen. Prijs p. bus a 'A Kgr. ?1.70, a % Kgr. j O 90, a }A Kgr. ?0.50.
Chemisch M al l/om l/ar Speciaal voor Kindervoeding. In bussen a y2
zuivere Mv/lKaUIKCl Kf!r. ?0.90, % Kgr. ?0.50, % Kgr ?0.25.
Het rocken eener halve Cigarette is voldoende
ter bestrijdirg van de hevigste aanvallen van
Asthma etc. In doosjes a ?0.80 en ?0.50.
Tamarindp Rnnhnns FRUIT' PURAGATIEF, tegen verstopping,
l dlllal IIIUC DUilUUIIi Aambeien, Migraine, Congesties etc., vooral
ook als . laxans voor kinderen, bewijzen de Tamariude Bonbons van
KRAEPELIt-N & HOLM belangryke diensten, daar de vorm voor het kind
begeerlijk en de smaak aangenaam is. Prijs per doosje ?0.90 en ?0.50.
erkend als het BESTE
huismiddel bij Hoest, Verkoud
heid en Keelpijn, het is een slijmoplossend en verzachtend
middel bij uitnemendheid, uitsluitend in n flescbjes ver
krijgbaar. Prijs ? O.ÜO per escbje.
De Preaparaten van KRAEPELIEN & HOLM te Zeist, zijn
allen voorzien van etiquetten, waarop de naam en handteekening en verkrijg
baar bij de meeste Apothekers en Drogisten.
KRAEPELIEN & HOLM, Hofleveranciers, Zeist.
zal U beYalleü.
ARTS AND GRAFTS,
den (Haag, (jjneuterdijk.
van pastels van
D. NAMINGA,
met medewerking van andere artisten.