De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 31 december pagina 4

31 december 1899 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NED-ERLAND. No. Hlfl®. .L. *>? 8 om het aan jong gestorven dichters, als Robert Bnrns en Alfred de Musset over te laten er büte voegen: iBttt there of comes in the end despondtncy and madness". Dr. JAN TEN BRINK. Symboliei Louis COUPEKUS, Fidessfl. Amsterdam, L. J. Veen. Wie en wat is Pidessa? In baar naam ligt een aanwijzing van iets »trouws", maar w<e is zij en wienis zij trouw? De dichter zal het ons zeggen. ,Zij was een kind van den zeegod, zij was geboren uit schuim en uit licht, haar leven wan spel, over de zee, in de lucht, langs de rivier, op de weide, «pel in de maneschijn, spel aan de luchtbarp." De lucbtbarp dat zijn de manestralen die 'g nacht s breed uit staan op de heide en getok keld worden door Fidessa en haar zusters, de nimfen. Want Fidessa was een nimf, een zorgelooze, argelooze, naakte nimf, rpedachteloosheid was in haar vioolblauwe oogen." Zij kende zichzelve niet. wist niets van haar naaktheid, baar («bedachtzaamheid, haar arge loosheid, totdat... Totdat ze op een nacht in epeelschen over moed zich op den rug geslingerd had van den Manken Eenhoorn, het vreemde dier dat uit het donkere inktwoud was aangelokt door de nimfenmuziek en welks schuwheid en wildheid Fidessa temmen wilde. Want een maagd kon dat een maagd die trouw was. Was zij trouw? Zij wist het niet. Door het iuktwoud, haar schrammend langs de takkenruigte, snelt de Eenhoorn met haar naar de heide buiten de stad der menseden. Daar laat Fidessa zich afglijden, van zijn rug, machteloos zijgend op 't gras. Ec daar zag ze veel ijzeren menscheu, in tournooi, ruw doende. Daar kwam Sans-Joye naar haar toe, de man met de weemoed&oogen. En Saas.Joye vraagde haar meer dan zij be antwoorden, en zij antwoordt meer dan Lij be grijpen kan. Hij begreep niet dat bestaan in argelooze gedachteloosheid, en zij zag hem verbaasd aan toen liij sprak van liefde en geluk. «De meuscbeu begrijpen de nimfen niet, de nimfen niet de menscheii," Maar Fidessa begon zich eenzaam te voelen toen Sans-Joye heen wilde gaan. Zij wist den weg niet meer terug naar de maan-weide. Ea bij nam haar mee naar de stad, naar zijn huis, waar ze in den menschenstoel voor het eerst voelde dat zij naakt was. En langzamerhand begon zij het harnas van Saus-J c-j e te zien als een deel van hemzelf, iets dat bij ook was, en zij vroeg hem of niet ook zijn harnas baar beschermd had op de heide. Hij zeide: ,misschien en dat hij niet wist en hij lachte en zeide dat zij vroeg vragen, die de wijsten der stad niet op konden lossen ..." Dan bracht zij den nacht door in het donkere huis, en terwijl Sans-Jove sliep zag zij alles gpookacbtig om zich heen. Alles werd spook achtig en schrikwekkend in bet huis der menftchen, wat daarbuiten op de maan-weide mooi was. Zij huiverde voor de schimmige mane stralen voelde zich beklemd in de huizenengte en zelfs de mooie blanke Eenhoorn verscheen haar als een verschrikking. 's Ochtends bracht Sans-Joye haar naar haar weide terug. En zij vertelde hem van het harpspel in den nacht. Hij dacht dat zij een liedje zoog, maar zij zei dat het de waarheid was, zcoals de maanlicht-weide en het vervloekte bosch en de Eenhoorn. Hij lachte. Dat alles was verbeelding, geen waarheid. Eu ik," vroeg zij. ,Ben ik waarheid of droom of nachtmerrie r" Hij kou niets van haar bespeuren dan wat hij van baar zag uit zijn helm, voelde door zijn rusting, boorde als gesuis in zijn ooren. O, die menscben! lachte ze. Dan zullen ze scheiden. Maar beiden valt bet zwaar. Zij wil hem daar houden, maar bij zegt dat dat zijn levensdoel niet zijn kan. Hij is gehar nast, bij most strijden. Als zij spreekt van waarheid en leven, vraagt bij wat deze beide zijn. Hij kan niet blijven. Fidessa leerde nu voor 't eerst wat leed is. En ze stond op en volgde hém. Maar omdat het voor hem zonde is te leven met de naakte argeloosheid, zal ze haar naaktheid offeren en zich een rusting smtden laten. Dan kan zij met hem strijden voor wat hij levensdoel noemt. Doch terwijl zij opweg was naar den grooten smid die de vele rustingen smeedt overviel haar weemoed en twijfel. «Twijfel of zij kracht, hebben zou een harnas zich aan te doen smeden; en weemoed om de ijzeren menseden, tot wie zij behooren gine. Twijfel om zich en weemoed om allen, om wat zij dachten de waarheid !... De waarheid: zij had nooit aan waarheid gedacht; zij had geleefd haar leven van kind van de lucht, maar wel wist zij, intuïtie van edeler natuur, dat het waarheid niet was het metaal te aanbidden en te strijden tegen elkander in l Ea opeens voelde zij, die nooit bad gevoeld, dat zij een ziel had, dat zij ziel was. Dat zij leed had gehad en liefhad en dat zij een keuze deed, in louter liefde, een keuze, vijandig aan haar natuur, een keuze, die in het stof baar natuur neer zou drukken, door het gewicht van een plettereade menschelijkheid O, zij wist het, edeler wezens waarden in edeler werelden dan de luchtige nimfen in de luchtige sfeer, maar zij voelde ook met hare nieuwe ziel, dat de gehar naste menschen niet edel waren, en dat zij, de luchtigen, dichter de edele sferen naderden dan de gepantserde der Forteres" . .. Toch, al voelde zij dit, en wist zij zich zwak, rwant haar natuur was geen ernst, want baar willen was niet logische denkkracht" toch voelde zij zich door die groote liefde voor den ernstigen weemoedsmensch sterk genoeg om zicb te laten in harnas smeden door den mach tigen cycloop, die haar de heele wereld geven wilde als zij iièm liefnad in haar naaktheid. Ea dat bleef niet de eenige verzoeking. De tooverbeker die haar den tooverlust zou geven in zalige bedwelming, zij stiet hem na korte aarzeling weg en rende voort op den wachten den Eenhoorn, dien zij liefhad, al had bij de schuld dat zij nu harnas droeg. Dwars door de maanharp, door de spelende zusters die haar niet berkenden, vluchtte hij met haar het woeste woud in en door.... Op de heide stond ze weer alleen en ging naar de stad, maar vond er SansJoye niet meer in zijn huis. Gekerkerd lag hij, en 't muitende grauw sleepte ook baar naar den kerker ,aanbiddelijk noodlot!" noemde het Fidessa. Ea in den kerker klonk nu als een beurtzang hun beide betuiging: i?Om jou ben ik in den kerker geworpen, omdat ik je beschermd heb op de heide, genomen voor op het zaal op mijn paard, je gertden heb dwars door de menigte, je gehuisvest heb in mijn burcht. Om jou ben ik de onbegaanbare tafelen opgezweefd, in den bliksemeoden donder van de cyclopen-werkplaats; om jou heeft een wapen smid mij pijn gedaan, mijn leden, mijn lichaam en mijn arme hoofd, om jou draag ik zwaarte van zilver. Om jou wil ik niet erkennen, dat ik zonde bedreef; om jou ben ik blij, dat ik lijd. Om jou doe ik afstand van mijn harpeespeel, van mijn zwerven door wind en door maanlichtweide, om jou alleen, overal, eeuwig!" Sans-Joye wordt in dien vunzen kerker stervens-veeg zoo dat zelfs de klank van Fidessa's stem haast niet meer in zijn brein doordringt. Maar daar komen zij hem roepen. Hij alleen kan de stad redden van wissen ondergang. Maar hij weigert. En als zij aandringen roept bij toornig al zijn pessimisme uit: »A1 kon ik. ik wil niet. Laat. branden de stad, laat ondergaan heel de wereld! Wat is een wereld van ijzer en zilver en rotssteen en gra niet!... Laat smelten in den vuurgloed des v ij and s alle metaal van ompantsering, laat. beven op baar schijnbaar onwrikbare grondvest onze gcheele hartelopze wereld! Wat, deert het mij! Waarom zou zij voortbestaan! Waarom zon ik strijden voor haar instandhouding! Waar klopt hart onder haar metaal egoïsme, waar g anst n ziel door haar pantser voegen, waar eaa' u deur open voor wie naakt klopt! ... Gesloten in zichzelve, verborgen achter zijn eigen poort en dichtgeloken vensters! Naaktheid is zoude, htt teedere is vervloekt, het edele bespot en met den vinger nagewezen. Wat deert het mij! Nooit was ons leven mij vreugde, nooit onze stad een blijdschap; ik haat leven en stad. Laat mij sterven, laat mij liggen.; ik strijd niet meer voor mijn koniug, n;et voor mijn leven, niet voor mijn eigen te teeder bemind harnas en niets liever verlang ik dan dat onze stad brandt tot een puinhoop en ik zelve versmelt in den gloed van mijn eigen ziel!" Maar dan fluistert Fidessa, zij die door hem leed kende en om hem bet zware harnas droeg dat haar het zweven belette, wier liefde voor hem haar het zijn in den kerker tot een aanbiddelijk noodlot maakte, dan fluistert zij: «?Sans-Joye! Misscliien zijn je woorden de waarheid. Maar het volstrekt ware dringt Hoor mijn pantser niet heen en de naaste waarheid straalt mij niet toe van buiten als een ster van boven, maar glimt van heel binnen, als een kleine vonk, walmend lampje, dat mij verlicht het nauwe allernaaste pad... Glimt niet in jou het lampje?"... ,Ja, Fidessa, sprak hij. Licht ontsteek je in mijn binnenduisternis." Hij greep zijn zwaard en gevolgd door Fidessa streed en overwon hij. Toen mocht hij sterven. Eu zij wist de kwetsbare plek in haar pautser en volgde hem in dei dood. En oatdaau van het harnas zwierven zij tot de Eenhoorn hun verscheen, nu getemd 'en gedwee zich vleiend aan Fidessa's zijde. En het edele dier bracht haar in een licliter sfeer dan Sans Joye, die zijn naam had afgelegd maar zijn nieuwen naam nog niet kende en niet hooger komen kon dan de sfeer der Miereerste Rechtvaardigheid. Toen Fidessa zioh- hiervan bewust werd. dwong zij den Eenhoorn terag te dalen. Bij wieu zij liefbad wilde zij; blijven. Inplaats van een commentaar te geven heb ik eeniee hoofd-momenten uit dit sprookje naast elkaar gezet, hopend het geheel niet te zeer aangerend te hebben. Want ik acht comment ar en sohnijven op wat gevoel en verbeelding wrochten, een gevaarlijk werk, waarbij men of veel te weinig of te veel geeft. Te weinig omdat bet nooit mogelijk is in andere woorden te herzeggeu wat als een een heid van inhond-en-vorm de ziel des dichters ontspio'en is- Te veel omdat de stelligheid der bepalende verstands-woorden geen rekening kan bouden met de scbakeeringen van analoge, door subtiel voelen alleen te onderscheiden associatief. Een werk als dit is in hoofdzaak suggestief. De dichter zegt niet voluit, laat den meevoelende voltooien. Als bij koel verstandig al zijn voelen. in logische uitbeelding voor ons stelde: we zouden een stijve, koude allegorie zien, waarvan misschien alleen de knappe factuu' te waar deeren viel. Symboliek als deze is muziek. Ik deck aan den toonkunstenaar die aan drie bewonderaars van een zijner pas gehoorde schep pingen vroeg naar bun indruk. ,'t Was n»e ten slotte of ik bij zonsondergang. aan de zee stond en haar ruischen hoorde." »Neen, of ik de maan zag schijnen over be sneeuwde heide met g« fluister van dennen rondom.'" «Neen of ik op een hoogen berg stond,. alleen in den nacht, en boven mij btgonnen.de sterren, te zingen." En toen de bewonderaars elkander om,de juistheid van hun indruk bestrijden wilden, zei de kunstenaar glimlachend : «Strijdt niet gij bebt allen gelijk. Het is wat gij gezegd bebt en nog iets anders." Men beeft deze sproke vergeleken bij Pty<che. Nuy als men wil... ia beide streeft en lijdt de ziel. Maar de Eenhoorn is iets anders dan de Chimaera. Ik vind Fidessa soberder, minder rijk van verbeelding, maar ook minder «prachtig.!* Er is hier en daar iets innigers in, al zou men den kunstenaar ook nu zijn lust, tot weergeven van uiterlijke bekoring wel wat meer willen zien bedwingen als de ziel er bij winnen fcon. Wat den stijl betreft ik schrikte van den eersten zin l... Hoe is bet mogelijk dat een artiest als deze schrijver met zoo iets begin nen kan. In den nacht scheen het woud onmetelijk van maagdelijke ongereptheid... Wat is dat nu ? Iets kan «onmetelijk schij nen," maar hoe iets onmetelijk van maagdelijkeovgereptheid schijnen kan is een raadsel. Eu erger wordt het nog, als de auteur achter de l dubbele punt een toelichting geeft tot die onge reptheid. «: zwart van reusachtige boomstammen en knoestige takken, die ia het spoken der maan zich wrongen met qpn wanhopig gebaar vaa machtige strijdersarmer, als in ue heroïsche marteling zwaar gespierder leden." Niet alleen is dit geen uitbreiding van bet eerste, maar het staat er ia uitwerking recht tegenover, en de zin als geheel rammelt geweldig. Met het begrip en gevoel van maagdelijkheid is deze en ook de volgende zin in fitigrantea st'ijd. IJ» de meesterlijke schildering van. de nuuuiliolit-weide en> de zilveren harp,, klinkt'te gewsou precieus en lieverig:: «Het tingen va& gl»z*n klokjes, geluidöju, of bet belletjes waren van bloemen,, lelietje»-vaa.dalen,,die eren de kltpeltjes tikten tegen die blanke bloemenblaadjes..^ Op enkele plaatsen ontmoette ik weer de oostersebe, ik zou, baast zeggen setnietisohe constructie,. die door bewonderaars^ 200 graagnagedaan wordt..Ben voorbeeld, op blz^29..: «Zij was tiet meer bang,,zij, voelde zich veilig en kalm, vol belang in het vreemde, voli ontzagvoor het sombere, .vol verwondering om (pver P) zooveel zilver en ijzer en koper en staal,, dut ?aunsehalijk icat- en., lwp: en-joelde, dooreen,- en met de vingers naar baar wees. Haar blik ging *aa den schildknaap, die*-zwaaide- de- vaa.»., eiizv Foutief zijn constructies als:: yZijja harnas was tóm ook,;'*'of ».ik doe als hem" Onzuiver van voorstelling: Hij toonde een langwerpig aanbeeld', alt -een- rtnibttnü, kardfï* Maar dat Couperus zich in dit, boek weer doet kennen als de dichter met den schitterenden, sierlijker», zich gedwee onder, zijn kunstver mogen tot elke uiting voegenden stijl,, wen leze tegenover elkaar de schildering/ der naaanlichtweide,. en van de cyclopen-smidse om zich te overtuigen. Et is weer een schat, v-an fijn door voelde taal in. dit boekje. Telkens opnieuw wekt de schrijver onze. verbazing en bewondeiiag. Nog een, enkele aanhaling. Bidesea is weggegaan van den cycloop.. «Hij vloekte.. Hfet donderde. Hij wendde zich af,, wierp, zioh neor op den grond, die aardbeefde, bij balde zijn vuisten en weende. Toen nam bij de krom en slingerde ze weg in den afgrond. Tosn.yuimJiijaan Uitsem, deed opschitieren htti f/eeënpaleis in. d» lucht t» trofj het i, lot' bet neef del, in grai&> De laatste zin is een heerlijkheid.. 17; Dec..'aftj W. G. VA» NSXBHUYS. Les- Boers par EUOÈKS. MOBBB. Ed. Sociét du Mercure de Fratce, Rue dftl'Echaud Saint Germain 15^ Bari?.. Geen wonder,, dat een vlug* handig Frans literator gauw zijn romannetjp klaar heeft over het land van de «kopjes," niet het epos vaa den oorlog, di er nu, word gevoerd, noch van den strijd in het jaar, '80j maar van den «trek" ener Buereufamili,, in hun wagens, hun bewegelike buizen;; «Bestormd door Kaffer,. Leemw en Brit." Itoaiau mag. dit boekje niet genoemd worden, bet is een schets,, waar heel wat aaa mankeert, zelfs in di kwaliteit van vluchtige besrijving ener epizode uit de niw-e Volksverhuizing-, sinds ffiolumDus begouaen,. en gedurende welke het Angelsaksise ras dri reiiize*-staten : N.-Amerika, t'anada en A as t talie wist te verengelsen, maaiin Z. Afrika zijn Expaaiii gestuit ziet door het». verzet van de Hollandse bevolking. De oude histori: een Boer, door zwendelarij?, vau zijn grond verdreven, voort trekkend i$ zijn logge wagen, bespannen door zeven paren? ossen, de forse ruggen deinend onder de jukken, waar boven de horens wijd vaneen opstel&en, poot na poot, star plaatend tegen de aarde> dat langsaam de dikke raderen drajen om hun assen. Ea rondom de huifkar te paard jijden de zouen, op het oude erf geboren, in hun Trademark THEE - E. BRANDSMA. Trademark Slaapkamer-Ameublementen in Pitch pin-, Noten-, Eiken- en Mahoniehout. \\IT fcELAKTE MEUBELEN Eng: genre. Franco levering door geheel Nederland. 167 KALVERSTRAAT 167. WH>. w. VAN DER HULST, ff aflever ander. IIT4UH IE II *.??»* COLE'ECTIE Luxe en Fantaisie Artikelen. Engelsche en Weener Lederwaren. Struisveeren en Fantaisie Waaiers. 167 HALVERSTRAAT, AMSTERDAM, Geen beter, soiider en goedkooper adres dan bij J. ELSENBURC, M. Z. Voorburgwal 177. TELEFOON ADRES No. ^699. A. SINKEL, Amsterdam, Damrak 63. Utrecht, Oiidegracht. Inrichting tot Meubileering van geheele huizen. Meubels in alle stijlen tot zeer concurreerende prijzen. Begrootingen en teekenlngen gratis. Franco zending door het gelicele rijk. Verzekering-Maatschappij HOLDA". Damrak 74, Amsterdam. Werkkracht verzeker i n g. De eenige verzekering die in ieder geval van ongeschiktheid tot werken, uitkeering geeft, zoolang die ongeschiktheid voortduurt. Omvat alle ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN. .E. TANDARTS. Plantage Middenlaan 86. PHILIPPONA KETELAAR, Imtrnisseur de la Cour. KALVERSTRAAT 166, AMSTERDAM. GRANDE SPECIALITE POÜE Trousseanx & Lavet t es. Sur demande envoi franco de Devis et de raodèles. Door Geneesli. algemeen aanbevolen. Met Eere-Diploma en Goud Bekroonde PRAEl'AKATJEN VAN de meest krachtige en versterkende KINA-WIJN tegen zwakte, zoowel bij kinderen als volwassenen, gebrek aan eetlust, slccllte spijsvertering, zenuwlioofdpijii, ter verster king na ziekte of kraambed, koorts en hare tevoigei,. QUINA-LAKOCIIE rElUJUUIXEUX in het bijzonder tegen Bloedgebrek, Bleek/ucht, kwalen van Kritischen leeftijd, enz. Verkrijgbaar in acoiib a ? 1.90 en j l . roediaam, versterkend, aangenaam van smaak, vooi namelijk» gebruik, vooral voor kinderen, zwakke» en klieraclitlge gestellen zeer aan te bevelen. Als geneeskrachtige drank by stoornissen (Ur spijsverteringsorganen en diarrhée, ook vour zuigelingen en kleine kinderen. Prijs p. bus a 'A Kgr. ?1.70, a % Kgr. j O 90, a }A Kgr. ?0.50. Chemisch M al l/om l/ar Speciaal voor Kindervoeding. In bussen a y2 zuivere Mv/lKaUIKCl Kf!r. ?0.90, % Kgr. ?0.50, % Kgr ?0.25. Het rocken eener halve Cigarette is voldoende ter bestrijdirg van de hevigste aanvallen van Asthma etc. In doosjes a ?0.80 en ?0.50. Tamarindp Rnnhnns FRUIT' PURAGATIEF, tegen verstopping, l dlllal IIIUC DUilUUIIi Aambeien, Migraine, Congesties etc., vooral ook als . laxans voor kinderen, bewijzen de Tamariude Bonbons van KRAEPELIt-N & HOLM belangryke diensten, daar de vorm voor het kind begeerlijk en de smaak aangenaam is. Prijs per doosje ?0.90 en ?0.50. erkend als het BESTE huismiddel bij Hoest, Verkoud heid en Keelpijn, het is een slijmoplossend en verzachtend middel bij uitnemendheid, uitsluitend in n flescbjes ver krijgbaar. Prijs ? O.ÜO per escbje. De Preaparaten van KRAEPELIEN & HOLM te Zeist, zijn allen voorzien van etiquetten, waarop de naam en handteekening en verkrijg baar bij de meeste Apothekers en Drogisten. KRAEPELIEN & HOLM, Hofleveranciers, Zeist. zal U beYalleü. ARTS AND GRAFTS, den (Haag, (jjneuterdijk. van pastels van D. NAMINGA, met medewerking van andere artisten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl