De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 21 januari pagina 6

21 januari 1900 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER WEE K BLAD V OOR NEDERLAND. No. l 78 ?verbeterden de aand. Union Pacific, zoowel commaas ala preferente. O f er dividenduitkeering op de commons wordt zeer verschillend bericht, 'k Meen te moeten doen opmerken dat liet niet voldoende is of genoeg geld verdiend is, een voldoend bedrag aan contanten moet be schikbaar wezen. Is dat wél het geval ? De Uoion heeft, zeer groote uitgaven zy het dan ook al productieve gedaan. De balans zal hierop antwoord kunnen geven. A ' d a m, 18 Jan. 1900. D. STIOTBR. L. A, J, BorMt t Professor Burgersdijk... op dien titel had hy', als gewezen docent aan wijlen het Deventer Athenaeum, aanspraak en, zooals zijn vrienden wisten, ook wjl een beetje zwak. En in zijn hoofd was wflsheid en wetenschap genoeg voor een paar normale professorale schedels. Maar het doceeren was zijn kracht niet en had ook niet y'n onverdeelde Heide en toewijding, al vervulde hy zy'n leeraarstaak vele jaren lang met groot* nauwgezetheid. Oyer zyn oorspron kelijk, of laat ons liever zeggen zijn officieel, hem door de deftige series lectionum oi den nederiger rooster der lessen toebedeeld studie vak de dierkunde heeft hij een disser tatie en een paar verdienstelijke populaire w*rk«n geschreven, maar men kan niet zeggen, dat de wetenschap hem in dit opzicht tot hare korypheën kon tellen, zelfs niet, dat zy hem byzonderen dank schuldig was. Zijn leerlingen, ?vooral de burgercholieren die nog in den kwajongensleeftijd waren, maakten wel eens atafemik van zy'n verstrooidheid, maar er was geen onder hen, die niet wist, dat de pro fessor" een beste kerel en een kraan" was. Burgersdyk behoorde tot de docenten, die het zwaartepunt hunner werkzaamheid buiten de school zoeken en vinden. Men heeft wel een schertsend gezegd: maakBurgersdijkpro fessor in de letteren en ge zult zien, dat hij al zjjn kracht aan de natuurwetenschap gaat .vutten." Maar als die bewering waar geweest was, zou Burgeradyk's kracht hebben bestaan in het liefhebberm, en niets zou minder juist geweest zyn dan deze voorstelling. Burgersdy'k was een geboren literator, en hij heeft dit bewezen, door in yn zoogenoemde vrije uren een arbeid te verrichten, waarvoor by mannen net minder begaafdheid en minder werkkracht ?eett geheel njensehenleven nauwelijks voldoende ou zyn geweest. Een krachtige figuur was Burgersdyk in alle oprichten, lichamelijk en geestely'k. Zijn mo numentaal werk, de Shakespeare-vertaling, ge tuigt van die ongeëvenaarde werkkracht. In Februari 1877 begon hy met de vertaling van de Twelfth Night; in Augustus 1885 voltooide hij de vertaling van het laatste der dramati sche werken, den Pericles. Hoe dit werk, in derdaad een monumentum aere perennius, werd nttgegeven, heeft de heer J. H. Rössing ter gelegenheid van Burgerdjjk's 70sten verjaardag in ens Weekblad verteld. *) Het succes van de uitgave was, als men den kleinen kring van lezers, tot welken een Nederlandsen auteur zich kan wenden, in aanmerking neemt, even groot als welverdiend. R^eds op het prospectus van de natuurlek lang niet goedkoope eerste uitgave werden meer dan duizend inteekenaren verkregen. En sedert dien tyd in minder d*n twaalf jaren is reeds een derde druk noodig geworden. Wjj hadden het voorrecht, Burgersdy'k vier jaren lang (1878?1882) aan den arbeid te zien en meermalen de eerste lezing, in kleinen kring, van een pas gereed gekomen vertaling b\j te wonen. Het was een genot te zien, hoe de Professor in die dagen geheel in zijn Shakespeare opging en zich met hem vereen zelvigde. Gretig aanvaardde hy elke discussie over het onderwerp, dat hem zoo na aan hét hart lag, en dankbaar was hy voor elk blijk van belangstelling in zijn ontzagwekkenden arbeid. Zyn meesterschap sloot de bescheiden heid geenszins uit, en eene juiste opmerking vond by hem steeds een welwillend gehoor. Toen Burgersdy'k tot het besef was gekomen, over welk eene zeldzame virtuositeit hij als vertaler van dramatische meetterwerken be schikte, beproefde hy ' zy'n krachten ook aan Aeschylos en Sophocles. Het was hem eene afwisseling in de periode zyner Shakespearevertaling en een vervulling voor zy'n behoefte aan geestelijke inspanning, aan worstelen en overwinnen, nadat zy'n groote werk was ten einde gebracht. Ook wat hij op dit gebied heeft gepraesteerd, verdient met grooten lof te worden genoemd. Maar in de geschiedenis onzer letterkunde zal zy'n naam allereerst en bovenal geëid bly'ven als die van den getrou wen, kernachtigen en smaakvollen Shakespearevertolker. P*) Weekbl. de Amsterdammer van Zondag 20 Maart Ib98. Boei en Tijdschrift. Elseviers Maandschrift" Deze aflevering draagt weemoedige herinne ringen. Eerst een memento over Catharina Beersmans, door'M. Horn, met 5 foto's veraan schouwelijkt, en dan het laatste werk, de be kroonde novelle, van Anna Koubert (Tine van Berken) met een begeleidend woord van de redactie. Het is zeker een daad van piëteit, deze laatste novelle van de zoo jong gestorven schrijfster nu eens met stille en bijzondere aandacht te lezen. Te Veere", impressies van Pol de Mont. Daarin wordt gevoelig de stilte van de doode stad en de lichtpraal boven de eindeloos gol vende zee beschreven, indrukken opgeteekend in brandende zon en wild-waaiende zeelucht, zegt de auteur, zonder hoop op mogelyke plaat sing, maar die daarom toch niet te minder zy'n. Van Albert Plasschaert zy'n er drie teekeningen by, waarbij het mystieke en de sensatie 'zeer sterk, hoewel niet eenig is uitgedrukt. De schilder, die dit keer besproken wordt, fa Willem Witsen. De heer Aug. W. Timmer man bhjkt zeer gelukkig in wat hy over Witsen, byzonderlyk als groote etser, zegt. Ook de betrekkelijke vergelyking met Breitner is niet kwaad. Vergely'k, zegt hy', Uit de Kroningsdagen" van Witsen met een der beste stukken van Breitner, dan houdt dit het er volkomen tegen uit. Want waar Breitner met een romantisch sterk harts tochtelijk brio wel alty'd raak en mooi er maar op los smeert en met een schitterende spontaanheid zy'n ruwe kracht met vuisten voortjaagt, en altjjd en pleine carrière over heggen en hei, horden en barrières toomeloos voorwaarts stuift, daar bereikt Witsen met dezelfde forschheid en vastberadenheid doch met hooge ingehouden voornaamheid en haast wetenschappelyk berekend willen en krachtig bedwongen hartstochtelijkheid een zeker niet minder, en misschien klassieker,'resultaat. Breitner is de alles vermeesterende, gewel dige virtuoos, die daverende toejuichingen, en verdiende, doet losbarsten, Witseu de stille, zuivere vioolspeler, beloond door den warmen handdruk van een vriend, door de blinkende tranen van een diepgeroerde vrouwenziel. Breitner is schitterend en schoon; Witsen alleenlijk schoon! Dit opstel is met vele reproducties en met een portret van Witsen verluchtigd. Het is jammer, dat de beschrijver in zijn aanloop, waar hy het in 't algemeen over Kunst heeft, een wel wat geprononceerde aanval op de jongeren doet. Ook onder hen, te meer waar hy Breit ner zelf als een hoog voorbeeld stelt, zy'n be gaafde menschen en bovenal ernstige zoekers. Langs andere wegen dan de gewone er te willen komen, is niet alty'd degeneratie. Verder is er nog in de afl die dit keer al zeer kloek is, een vers van Eduard B. Koster, en het slot van de Indische Sproken" uit het sanskriet vertaald door Dr. J. Ph. Vogel, met illustraties naar teekeningen van HartNibbrig. Het Buitenlandsche Overzicht raakt dit keer zeer pittig de kwestie van den dag. Het is prettig te lezen hoe de schry'ver. die in 't be gin maar wat bang was voor den goeden afloop in Zuid-Afrika, nu allengskens vol vertrouwen komt en hiervan blyk geeft. De goedkoope editie van Multatuli's werken, door Elsevier'1 ondernomen, wordt door Frits Lapidoth, (met bepaling der waarde van Multatuli voor de groote massa) zeer frank beoor deeld. In de Boekbeoordeeling worden bespro ken: Eoeping" van Jan Ziireher. .Dageraad" van W. G. van Nouhuys. Bleeke Levens" van Coenen en Te Lande" van Cyriel Buysse. Het muziekstuk is van Jottan H. Coster, naar woorden van G. W. Lovendaal. * * # Woord en Beeld. Woord en Beeld" gaat aan stevigte winnen. De inhoudspagina's meerderen geregeld. Dit nummer ziet er al zeer goed uit. Een kloeke schets is, al lijkt de titel Nachtfeesten", waar vreugde van den arbeid wordt bedoeld wat onjuist. Goed is de beschry'ving van het werken der stokers voor de helle vu ren in een fabriek. De heer C. Bollaert geeft hier knap, hoewel nog wat sentimentloos werk. Het portret door Haveman geteekend, is van den heer Bredius. Dr. Hofstede de Groot, die het begeleidend woord erbij schreef, zegt o.m. over den arbeid van Dr. Bredius: Telde vroeger het oordeel van een Neder lander over zyn, eigen schilderkunst weinig of niets in het Europeejch concert, dat dit thans anders is geworden, wy hebben het te danken aan hem, die sedert een tiental jaren aan het hoofd van het Mauritshuis staat. Is er eene omwenteling gekomen in onze kennis onzer zeventiende eeuwsche schilderschool, zy'n hon derden van artiesten opgestaan uit hun graf; zij a honderden en nogmaals honderden van kunstwerken, die onder valsche vlag door de wereld gingen, aan hunne ware makers terug gegeven, wy danken het wederom in de eerste plaats aan hem, die jaren achtereen de ar chieven doorvorscht heeft en die, wanneer hij niet op muffe zolderkamertjes zat te ploeteren in testamenten en boedelscheidingen, proces stukken of kerkregisters, op den trein zat, om tot in de meest afgelegen oorden van Europa openbare en particuliere verzamelingen te door zoeken naar voortbrengselen onzer wy'dvermaarde en helaas ook wijd verspreide schilders school. Indien onze schilderijmusea, en onder hen vooral het Mauritshuis, thans rijker zy'n voorzien dan vroeger, ons een vollediger beeld geven van der vaderen roem, dan is het weer in de eerste plaats het werk van Bredius, die onvermoeid was in het opsporen van kunst werken, waar zij ook mochten voorkomen, voor wien geen afstand te ver, geen seizoen te bar was, indien het er op aankwam eene veiling van oude schilderkunst te bezoeken, waarop hij veronderstellen kon, dat er iets ten behoeve onzer musea te vinden zou zijn. Dan nog is er een aangenaam leesbare be schrijving over het land van Geldern, wat vroeger tot ons territorium behoorde, door den bekenden heer D. Craandyk. De heer A. L. Koster teekende er aa'dige, luchte schetsjes bij. Van Louis Raemaekers is er weer een sterk sprekende prent, mentenen in den schouwburg van Stoel en Spree, zeer verdienstelijk. Dan nog reproducties naar een vrouwenpor tret van Hals en naar een schets van Millet; ook nog een houtgravure naar een schildery van J. Koetser. Het muziekstuk is van P. G van Anrooy, op het gedieht Nachtreise van v. Uhland. In deze afl wordt een nieuw feuilleton door R. L. Stevenson begonnen. G. VAN HUL/EN. Examen Engelsch. In de maand November plaatsten wij in verschillende couranten de volgende advertentie. sOndergeteekenden verzoeken allen, die, evenals zij, de onmogelykheid inzien, zich onder de gegeven omstandigheden voor te bereiden voor de acte B. Midd. Onderw. en, evenals zy, verandering zouden wenschen in den bestaan den toestand, hun naam en adres in te zenden voor 'M November aan Line v. d. Linden ) Haarlpm " Bertha Westerveld ) te aaarlem' Wij vreezen dat door velen de bedoeling dezer advertentie niet werd verstaan en wen schen daarom bij dezen ons doel nader toe te lichten. Ons plan is, een request, voorzien van een memorie van toelichting, in te zenden aan de Regeering, waarin wij doen uitkomen: lo. dat het langzamerhand onmogelijk is geworden aan de eischen van het examen B Middelb. Onderw. Engelsch te voldoen zonder een langdurig verblyf aan de Universiteit; 2o. dat het daartoe feitelyk ondoenlyk ge worden is voor hen, die by' het Lager Onder wijs werkzaam zijn, zich te vormen tot docent by' het Middelb. Onderw v 3o. dat naar onze meening uit den aard en de strekking van het H. B. S. S. en Gymna sium te geven onderwys b!ykt, dat intieme kennis van de hedendaagsche taal van meer belang is voor den docent dan breede linguïs tische kennis. Wy verzoeken dus allen, die het in deze met ons eens zijn, hun naam en adres in te zenden vóór 15 Febr. e. k., opdat deze op het request kunnen worden vermeld. NIEUWE UITGAVEN. De drie uitgegeven parlementaire redevoeringen van mr. J. R. Thorbecke door mr. G. . VAN DER HOEVEN, Ie deel 10 October 1850 tot 13 September 1851. Groningen, J. W. Wolters. «Nederlandsche Vredebond" Jaarboek 1900, 27e jaargang. Den Haag, F. J. Belinfante. RAFAËL VEBHOLST, Langs groene hagen, verzen. Antwerpen, De Nederl. Boekhandel. De nuttige handwerken i'oor meisjes, metho disch bewerkt ten dienste van de lagere school zesde druk, geheel omgewerkt en verbeterd door A. TEÜNISSE en A. M. VAN DER VELDEN. Groningen, J. B. Wolters. De techniek der Chloroform-Narcose, door dr. H. P. BOSSCHA. Groningen, J. B. Wolters. Open htter to the of Duke of Devonshire from CHARLES BOISSEVAIN, Editor of the Alge meen Handelsblad. Price one Penny. «Han delsblad" Office. Amsterdam. Betrekkingen voor vrouwen, door JOHANNA VAN WOUDE, Bewaarschoolhouderes en kinder juffrouw. Amsterdam, L. J. Veen. >Zuid-Afrikaansche vlugschriften" No. 3: Etn Stoomvaart verbinding met Zuid-Afrika, door A. S. VAN REESEMA. Dordrecht, Corn. Morks Czn. Weerstaat den Rkodes-geeit, door H. A. VAN GOGH. Dordrecht, Corn Morks Czn. KEVILL DAVIES. Eene Interressante Weduwe. (Amerikaansche Detective Roman No. 7). Utrecht, A. W. Bruna & Zoon. Inhoud van Tijdschriften. Eigen Haard No. 3: Na den Storm! door Louise B. B. (Slot). Een veteraan in de Tropen: Johannes Root, Ridder der M. W. O , door Bintang Djaoeb, met portret. Een wandeling in het Velpsche Broek, door dr. J. E. Rombouts, met afbeeldingen naar photo's van den schry'ver, II. Op weg naar Alaska's goudvelden, door J. H. Roelofsz (Slot). «Long Torn", door C. J. M. Collette, kapt. der artillerie, met afbeeldingen. Verscheiden heid. Feuilleton. itiiimiiifiiiiimmiiiiiiiiitiiiiiiii iiliiiiiilliHiiiluiiiluiiim HELTSJES Amerifcaanscüe fflOfflEDlDllfltO'S. Naar liet Duitfch van WALTEE JAEGER. I. Romantiek in Virginia. Wy waren met ons drieën op jacht in een afgelegen hoek van de Blauwe Bergen in Virginia. Op zekeren dag raakten wij verdwaald in de wildernis. Byzonder gevaarlyk is dat niet, maar toch onaangenaam. Het is wel romantisch, den nacht onder den blooten hemel door te brengen, maar het is veel gemakkelyker en prettiger, een hotel te hebben, waar men een zacht bed vindt. Bovendien, begonnen de nachten reeds vrij koud te worden, en wanneer men een vuur aanmaakt, om zich daarom heen te legeren, wordt men aan den eenen kant van zy'n lichaam geroosterd, terwijl de andere bevriest. Wanneer men verdwaald is, moet men den stroom van de beken of rivieren volgen. Men moet dan met mathematische zekerheid by menschelijke woningen komen, en heelt boven dien altyd frisch drinkwater. Wy volgden dus den loop van een klein beekje. Het vooruitzicht op een gemakkelyke nachtrust begon echter te verdwynen, daar wij na een langen marsch nog geen spoor van mens-enen hadden ontdekt, en de zon reeds beder.kelyk laag in het Westen stond. Eindelijk kwamen wij in een vry breed dal en zagen een oude blokhut voor ons. Voor de hut zat een bejaarde dame, die uit een korte s'eenen py'p groote tabakswolken in de lucht blies. Onder de ai me blanken" van het Zuiden, die in menige streek met den naam Cracker worden bestempeld, is, vooral in de ver van gewone verkeerswegen gelegen strek en, het gebruik van tabak ook onder het vrouwe lijk geslacht zeer verbreid. De oude vrouw had rooit van het hot l, dat wij zochten, ge hoord. Dat was een slecht teeken, want dan moest het nog vrij ver weg zijn. Of er geen ander hotel in de buurt was? Jawel, Jim Smith had, geloofde zy, twee bedden voor vreemdelingen, het konden er ook wel drie zijn. De heeren konden, als zij met de blok hut tevreden wilden zijn, den nacht ook wel in hun bedden doorbrengen, terwijl zij, de oude man" en Ma rei ar'' (Maria) zich met wat stroo zouden kunnen behelpen. Daar Jim Smith maar drie Engeische mijlen verder woonde, ver klaarden wij, de goede dame niec te willen lastig vallen, en vroegen den weg naar het logement. Ma-rei-ar!'' riep zij nu, zich naar de huis deur keerende. De geroepene kwam dadelijk naar buiten. Zonder merkbare oorzaak kreeg ik van mijn linkerbuurman een hevigen stomp. Prachtig om te schilderen!'' fluisterde hij. Ik moet hier opmerken, dat dit lid van het gezel schap zich vroeger in Parijs op de schilderkunst had toege'egd. Nadat hij vijf jaar op de boulevards had rondgeboemeld, riep zijn vader hem terug, en sinds dien tijd hield hij zich bezig met het schilderen van getallen in de boeken van de zaak van zy'n vader. Ma-rei-ar" was werkelijk mooi. Wy'hadden nauwelijks tijd gehad, de lange, bruine vlechten en de schitterende donkere oogen te bewon deren, toen de oude vrouw uitriep : Zet de heeren over de kreek en wijs hun Jim Smith's huis l" Snel sprong het meisje met haar bruine bloote voeten in het bootje, dat dicht bij de hut lag, en bracht ons spoedig aan den over kant, l)e schilder was plotseling weer vervuld van geestdrift voor de door hem zoo snood verlaten kunst en zwoer, dat hij binnenkort een studiereis in deze streek zou ondernemen, die zoo rijk aan natuurschoon was. Aan den overkant gekomen, wees Maria ons den weg. Wij vroegen, hoeveel wij haar schul dig waren. Wij nemen voor zulke kleinig heden nooit iets aan," zeide zij. Of wij niet iets voor haar konden doen ? Zij zou niet weten, wat. Wij drongen er op aan, dat zij een wensch zou uitspreken. Well", zeide zij eindelijk langzaam, als een van de heeren wat tabak bij zich heeft, zou ik wel graag een pruimpje willen hebben". Het schilder-enthousiasme van mijn vriend zal, vrees ik, nooit verder dan de boeken van zy'n vader gaan. II. De zusters uit Vassar. Zy hadden beiden in Vassar gestudeerd, de zusters Jackson, en zij wilden nu in hun eigen onderhoud voorzien. Nadat zy ongeveer een half jaar by een oom een beetje hadden geliefhebberd in zy'n courantenzaak, richtten zij zelf een weekblad op in een stadje in de nabijheid van New-York. Daar zulk een blad daar reeds be stond, was dit een gewaagde onderneming, maar zij hebben tamelijk veel succes gehad en kunnen nu onbezorgd de toekomst tegemoet zien. Met den heer Thompson, den redacteur en uitgever van het concurreerende blad staan zy op goeden voet, al bestrijden de beide bladen elkander in hun hoofdartikelen hevig. Het eene is namelijk democratisch en het an dere republikeinsch. Als de heer Thompson een van de beide zusters ontmoet, noodigt hij haar uit, ijs te gaan eten. Zulke uitnoodigingen worden altijd aangenomen, want ten eerste is in de geschiedenis geen voorbeeld bekend, dat een Amerikaansch mei>je ooit ice-cream" beeft afgeslagen, en dan maar waartoe zouden wij andere redenen geven. Nu gebeurde het op zekeren dag, dat de kassier van de bank in het stadje werd ver mist. De geheele plaats was overstuur, want er werd een groot deficit in de kas ontdekt. De beide bladen gaven dikwyls bulletins uit, om hun lezers, die bijna allen hun depots in de bank hadden, over het aangroeien van het ontbrekende bedrag op de hoogte te houden. Want zulk een tekort wordt nooit kleiner. Acht dagen later vloog Ethel, de oudste van de beide zusters, in groote opgewondenheid het redactielocaal binnen. Mabel", riep zy, wij moeten dadelijk een bulletin maken, zij hebben hem I" Wie heefc wien?" vroeg Mabel onschuldig. Wien? Vraag je dat nog? Jy zult nooit een flauw begrip van de journalistiek krij gen ! Zij hebben Valentine, den kassier van de bank! Als je de laatste nummers van onze courant nakijkt, zal je zien, dat de man 150,COO dollar heeft gestolen, als je soms nrg niet weet, van wien er sprake is. En wij zullen het be richt, dat hy' gevangen is, geheel alleen heb ben ! De chef van politie is ju'st naar NewYork vertrokken, waar de man zit. Hij heeft een bericht per telefoon gekregen, waarvan niemand weet, behalve ik " Mabel haastte zich naar de drukkery', om de noodige schikkingen voor het bulletin te maken, terwijl haar zuster, zonder zich uit te kleeden, aan het werk ging, om het nieuws op papier te brengen. Een oogenblik later kwam Mabel geheel verslagen terug. Geen blad papier meer !" riep zij, wat moeten wij doen?" Wel alle !" Maar Ethel eindigde haar zin niet, want ten eerste is zij een lady en ten tweede heeft zij in Vassar gestudeerd. En vóór vanavond kunnen wij geen papier uit New-York laten komen," zeide Mabel in wanhoop. Zij had byna geschreid, maar een student uit Vassar doet dat niet, al vallen de ongelukken als hagel op haar neer. Wacht, ik heb een idee!" riep zij. Schry'f jy de geschiedenis maar op en laat haar zet ten, ik zorg voor papier." En Mabel greep tioed en handschoenen en sr.elde weg. Eenige minuten trad zij kalm en gelaten binnen bij den redacteur van het con curreerende blad. My'nheer Thompson", zeide zij wij hebben niet veel papier meer, kunt u ons nitt helpen ?" Dit was geen ongewoon verzoek, daar men elkaar in zulk een geval gaarne bijstaat. Met het grootste genoegen was de heer Thompson er toe bereid. Smitb," riep hij tot den chef der drukkerij, stuur juffrouw Jackson zooveel papier, als zy wenscht te hebben." Een uur later ging de heer Thompson naar huis. Extra-tijding!" riep een couranten jongen, terwijl hij den redacteur een exemplaar van het concurreerende blad in de hand duwde. De heer Thompson snelde terug. Smith," riep hy, er moet dadelijk pen bulletin" worden gemaakt. De meii-jirs Jackson hebben groot nieuws, en wij moeteu zoo spoedig moge lijk volgen." Een bulletin," vroe» de drukker, een bulletin? Dat is volkomen onmogelijk, waijt wij hebben getn stuk papier meer. Juffrouw Jackson heeft zich den geh.elen voorraad laten sturen." De goede drukker is nog altijd niet bekomen van zijn verbazing over wat nu volgde. Zijn toss" brak namelijk in een donderend, dreu nend gelach uit. Hij lachte, totdat de tranen langs zijn blonden snor druppelden. ftu behoorde de heer Tnompson met een van de zusters te trouwen. Maar in deze ware geschiedenis kan men onmogelijk de gebeurte nissen veranderen. De heer Thompson noodist de beide dames nog altijd op ice cream uit, dus is de hoop, dat zij elkander krijgen, nog niet verloren. Men beweert, dat hij tiacht te weten te komen, welke van de beide dames het papier-idee heelt gehad. Zij en geen ander!" moet hij hebben gezegd. Het zou eeuwig jammer zijn, wanneer zulk een ver standige vrouw voor de journa'istiek verloren SNUIFJES. wnqazonb&n. <y MHHiiiiiiiiiiinmmrmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKidiiiiiiifiHiMmiwiiiimiiiiiiii De Sultan en onze gezant Zeer geachte Redactie'. Naar aanleiding van de berichten betreffende eede abnormale bejegening van onzen afgetre den gezant te Constantinopel, had men het volste recht om van de zijde van de regeering eenige, zij het ook voorloöpige, explicaties te mogen verwachten. My' dunkt dat het buiten de directe regeeringssfeer levende gedeelte van de natie nog wel iets anders wil zijn dan belastingmateriaal. Is het au fond weer een kwestie tusschen Referendaris Zus en Pacha Zoo over 'n medalje of zoowat, soit, dan laat de zaak ons koud. Maar is het de bedoeling geweest om in de persoon van den gezant het souvereine volk van Nederland te treiïen, dan verlangen we minstens te vernemen, of ook dit geval wederom verduwd wordt door de casuarismaag van het Departement van Buitenlandsche Zaken tot schade van onzen naam. Onder vriendelijke dankbetuiging, Hoogachtend, CN. Ik lees in Het Centrum het volgende: »UIT LIMBURG. »De verkiezing voor een lid der Provinciale Staten heeft in het kiesdistrict Sittard plaats gehad. »De Kath. kiesvereeniging had geen candidaat gesteld, doch aan candidaten ontbrak het geenszins. »Zelfs de heer Kamps, die weleer in Sittard's gemeenteraad wenschte te komen, en zulke heerlijke circulaires in het licht zond. achtte zich geschikt om in de Provinciale Staten Sittard's belangeu te verdodigen. . »0ok de heer Dols behoorde tot de candidateij. Deze nu heeft zy'n toevlucht genomen tot een, naar 't schijnt machtig middel, tot het.... bier. «Naar ik verneem werd er in 160, zeggehonderd zestig herbergen lustig gedronken. »De uitslag der verkiezing was: herstemming tusschen de heeren Pyls en Dols. »Nu werd de heer Pijls tot candidaat ge steld door de Kath. kiesvereeniging. »Nog eens kon men drinken naar hartelust. Mtt een zwaar hoofd en waggelende beenen trokken vele kiezers 's avonds huiswaarts. Ze> hadden gestreden voor de goede zaak. »De heer Dols is gekozen. »Elk weldenkende walgt van zoo'n rommel. Laag is het peil der kiezers, die zich laten omkoopen met eenige pinten bier. »Zóó wordt de kiezing eenvoudig iets walgelijks. Zoo wordt ze de aanleiding tot dronken schap met haren geheelen treurigen nasleep. «Moge Limburg voor dergely'ke verkiezingen bewaard bly'ven ! »Zou de kiesvereeniging nu begrijpen, dat ze iets meer te doen heeft, dan enkel een candidaat te stellen ? »Zou het niet dringend noodzakelijk zy'n, dat er ook op de dorpen afdeelingeu worden opgericht van de Kath. kiesvereeniging? »Dat de eerste verkiezing van 1900 velen oogen opene, en men ernstig werke, om geen herhaling te beleven van dergely'ke drinkgelagen." Dit bericht heeft mij aanvankelijk teleur gesteld. Niet omdat ik Kamps of Pijls liever gekozen had gezien dan Dols och neen, het is mij precies hetzelfde wie er lid van de provinciale Slaten in het her togdom wordt, als ^ijn naam maar op een s uitgaat want dat klinkt me zoo zuiver Limburgsch. Dols zal de waardigheid wel goed bekleeden, ik houd me daarvan overtuigd. Neen, wal mij hinderde was de schijn, alsof Limburg, dat ik altijd als de be schaafdste provincie had geprezen, nu een blijk zou gegeven hebben van inferioriteit. Uit kiezen te gaan met een zwaar hoofd en op waggelende beenen, bedilzuchtige lieden zouden het kunnen veroordeelen als niet behoorende tot de openbare zeden naar christelijken of humanitairen eisch. Maar al spoedig kwam de vraag bij mij op, kan dat bericht wel waar zijn ? Ook in de beste couranten komen wel eens leugens voor, en dan, Sittard ligt ver hier uit de buurt, het is dus zoo gemak kelijk te belasteren. Steeds meer naden kende geloofde ik weldra er niets meer van. Dat kan je begrijpen, zei ik bij mezelf, het district Sittard is nu al jaren achtereen, niet minder dan het beste deel van de provincie, opgevoed door den Limburger Koerier. Die met pek omgaat wordt er mee besmet, zegt het spreekwoord, maar natuurlijk kan je even goed zeggen. wie met dien Koerier omgaat wordt er van zijn gebreken door gekureerd. Waarschijn lijk is dat vertelseltje niets anders dan een middeltje, door de vijanden van pastoor Thissen want och hemel, zelfs die man heeft vijanden! aangewend om hem zwart te maken .... Daar ze je nu eens, zal het in de pers heeten, wat Thissen van zijn Limburgers maakt! En toch al moest het later blijken, dat dit Centrumbeiichl niet in al/e deeJeu onjuist was, komt Limburg er dan nog" niet betrekkelijk goed af ? Men denke zich eens, dat in een provinciaal kiesdistrict in Holland, Zeeland of Utrecht, 100 kroeghouderg, daartoe door een candidaat in staat gesteld, gratis een verkiezingsdrank had den geschonken, zou dat, als in Sittard en omstreken, een gewoon kruikje bier zijn geweest? Tien tegen n, dat de man daar een kruik jonge of oude klare zou hebben verbruikt, hoofd voor hoofd een liter Schie dam, en in plaats van kiezers, die, zooals te Sittard, eenvoudig wat boven hun bier waren, zou men hier in Holland een kiezers corps hebben ontmoet, waarvan de nuch terste allhans in n opzicht op een snip zou hebben geleken. En dan, dien ik ver der de opmerking te maken, mij is op geenerlei wijs bericht, dat hier of daar de Sittardsche stembussen van tafel zijn ge vallen, of met de tafels zijn omgewipt. Zoo heel onvast moeten dus die Limbur gers niet op hun beenen hebben gestaan. Ik verzoek den lezers dit te bedenken, vóór zij zich laten verleiden af te geven op een beschavingspeil, dat sinds jaren onder de hoede van mijn vriend Thissen staat.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl