De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 28 januari pagina 4

28 januari 1900 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1179 voorgesteld, doet zulke onbescheiden vragen niet en heeft trouwens andere zorg. Wel is het een woestijn waarin Lotte heeft rondgedoold. Ik loof den goeden smaak en het savoir faire van den auteur, die de bijzon derheden van dezen onvolmaakt verleden tijd niet meer dan aangeduid heeft. De p-eutschheid beeft hier niet van doen, maar ook onze verbeelding heeft haar rechten: zij vult aan wat niet verhaald wordt, zij weet ook wat zij niet ziet. Wat mag de reden wezen dat wij zoo weinig met Lotte begaan zijn ? Himmelhoch jauchzend zegt zij van Peter: Hij betaalt mij niet, God dank!'" en zum Tode betrübt, als Peter gestor? ven is : Als ik maar huilen kon, vroeger huilde ik om eea haverklap." Tegen zooveel allerlaagschheid is onze sym pathie niet bestand. 11 t spreekt van zelf, ook indien Lotte de vleeschgeworden gemeenplaats mocht blijken, ook dan nog is het onreclit ge heel aan de zijde van de fariseesche wereld. Maar is het nood«akelijk, wou ik vragen, is het ook maar dienstig voor de intentie van den schrijver, dat wij in variatie op GretcSiens verzuchtiug van Peter en Lotte moeten zeggen: «-Begreife nicht was er an ibr ftjd'i." Wat, Huet van Klaasje Zevenster zei, is evenzeer toepas selijk op deze m'n of meer geregistreerde juf frouw. Zoo valt dus door gebrek aan kunst de les der kunst in 't waier." Wanneer mij de vergefelijke zwakheid over komen moest, dat ik een der jongere of oudere mannen van dit tooneelspei benijden zou, dan gold mijn afgunst zeke- niet den geinfecteerden schoonzoon, die zich na de pijnlijke onthullingen van zijn vrouw blijkbaar gaueert, voor het voet licht te komen. Ook niet papi Ricaudet wi^ts leven wel even genoegelijk als van Poots te vreden landman heennlt; maar wiens twistzieke en woordenrijke vrouw mijn zenuwen, naar ik vrees, op een te zware proef zou stellen. Neen, hoe meer ik er over denk, hoe benij denswaardiger mij het bestaan toeschijnt van Hart, Peters vriend en contubernaal, bovendien juridisch student in het negende jaar en in zijn snipperuren procuratiehouder van den auteur. Wat een leven heeft zoo'u dier! Dat leutert en luiert den lieven lacgen da?, .«Iaat een eukelen keer een oog in een boek, vindt, spijze en drank tegelegenertijd klaar staan, heeft geen cent op zak, maar houdt er toch het leven bij. Als het vrolyok vo^elkyi.", waarvan Vondel zong. leeft hij op den boer, ja zelfs op Mevrouw De Boer. Ai vóór jaar en dag heeft, papa wegens Barts sociaal-deuiocratiscbe neigingen allen toevoer afgesLeitn; er blijkt niets van andere inkom sten of hulpbronnen; juffrouw fi'igels maand boekje z-)U veeleer een maanboekje. verdienen te lieeten. ... H ie kom ik aan zoo'n baan'je l Eu als de snuit.-r nu nog maar iets aardigs or bijzonders zei! Hoor hem den lof verkondi gen van den patnaiclialen tijd in hèland van Kanaaa. 'Toen was er geen erfrec'it, toen kende men geen wettige en onweUigr kinderen, toen was er geen vader onbekend", toen werden er geen vrouwen verleid en geen kinderen in het riool verdronken, toen waren er geen jury's die hun e^r-wrekeiide mannen vrijsp aken, lo^n waren er geen annonces *geen crediet te verleenen aan mijn huisvrouw", toen bleven er geen mannen ongetrouwd omdat zij niet te eten hadden, toen bevorderde meu geen leugenachtig stelsel van Malthm, toen bestond er geen nood zakelijke prostitutie, toen was de vrouw geen stuk eigendom".... D.t is noch geestig nccH diepzinnig en de oude vaudeville-coupletteu waarvo ir het Boek Genesis zoo dikwijls de stof geleverd heeft, winnen het van deze bravour-aria, zoo niet in fijne scherts dan toch in goed humeur. Orer al wat men weten kan en niet weten kan, heeft dit veelbelovend, maar weinig vol brengend jongmensch zijn oordeel gereed. Pa radoxen, aphorismen en sententies schuit hij als een Maartsche sneeuwbui om zich heen, het is letterlijk een wandelende scheurkalender Zie hier nog enkele paarlen uit Barts spreukeuschat: Als een paar trouwt, ondergaat het eerst een dosis classicisme op het stadhuis en daarna een dosis romantiek in de kerk." Deze wereld heeft maar n gebrek: dat er vrouwen en dat er arbeiders zijn; je ziternu opgescheept." Zullen wij het den jeugdigen wijsgeer euvel duiden als hij ten laatste, vervuld van een zeer verklaarbare ingenomenheid met zich zei ven, uitroept: Wat zou ik een goed raisonneur geweest zijn in stukken met een verdord vijge blaadje!" Het gerucht gaat dat Het Zevende Gebod" eerlang in druk verschijnen zal. Mocht men te rade gaan het boeksken naar aiouden trant met een titelplaatje te versieren, dan behoort de auteur aadere juffrouw Bout daarvoor de scène van het ei te kiezen. Bedrieg ik mij niet, dan is in dit tooneel de tendenz van het stuk gesymboliseerd. Het onfrissche, kwalijk riekende ei, waarop juffrouw Engel de jongere generatie, die bij haar in vriendschap is, poogt te onthalen, mag in dit verband worden opge vat als het zinnebeeld eener bedorven maat schappij waarvan de kinderen van den nieuwen dag zich met weerzin en walging af wenden; de hospita daarentegen vertegenwoordigt de wijs heid der eeuwen en de gehechtheid aan wat historisch gegroeid is, als zij niet zonder bitter heid den overmoedigen knapen toevoegt: //Leg ze dan zelf!" Wanneer ik mij evenwel goed bedenk, dan wint het slottooneel het misschien nog ia pole misch-symbolische beteekenis. Eer Lotte rade loos en op n na redeloos is heengegaan,, is haar het bankbillet uit de hand gegleden dat haar morganatische schoonvader haar ten afscheid gaf. Alles loopt aan en af in de kamer en nie mand bespeurt het kostbaar papier, totdat eindelijk de pastoor het ziet onder het prevelen van zijn gebed, zich bukt en het opraapt. Er is hierin iets dat valsch klinkt en doet denken aan iemand die op den drempel, met de deurkruk in de hand, nog even een insolentie zegt. Ook kan dit niet het laatste woord zijn van des dichters idealisme dat hem ia zijn beter oogenblikken bezield heeft en een ontroerend accent van verontwaardiging in zijn stem heeft gelegd, waar hij de ontploffing der gemeenheid schilderde, die de kleinen en eenvoudigeu bederft en vermoordt. Dat de gangbare moraal zoo al niet een pro duct, dan toch een weerspiegeling is van den maatschappelijkeu toestand, is een denkbeeld zoo weinig nieuw, zoo wijd en zijd beaamd, dat het waarlijk niet de moeite loont daarvoor pro paganda te maken. Indien pater Jozef Dobbe zijn studiejaren aan het seminarie niet op onverantwoordelijke wijze verbeuzeld had, indien hij ook maar goed katho liek was, zou hij in den naam van zijn kerk en van haar levensbeschouwing voor zijn zuster andere en beter troostgrondeu hebben gehad dan de banaliteiten waarmede Gaaike bet nu stellen moet als zij hem dd bijzoaderbeden van haar rampspoedig huwelijk verh lalt. Een kwalijk beheerschte, oabekookte m den zin van halfgare haat tegen la prê.raille het woord is van Napoleon waarin hij niets anders dan een getabberde politie ziet, doet hem ten eenenmale vergeten dat de kerk nog heden ten dage, j» een macht, van behoud en reactie is, maar evenzeer de draagster van som mige der beste en onvergankelijkste gezindheden van ons geslacht, vergeten dat eeuwen lang in Europa niets groots en goeds is tot stand gebracht dan als onderwerping aan het aan doenlijk gebid: Doe dit te mijuer gedachtenis! Dat hij op zijne wijze het oude lied aanheft van: .cReisst die Kreuze aus der Erde!" zal niemand hem verwijten, mits het ous slechts vergund zij den tred een weinig te verhaasten, waar zijn stern overslaat en hijzelf gaat gelijken op den stier voor wiens oogen do roode lap wordt gewaaid. Ik ben mij bewust den heer H .vermans een ernstig compliment gemaakt te hebben door aan zijn werk hooge eischen te stellen. Legt men al wat er zwaks en vergankelijks in is, terzijde, verwijdert men als van een opgegraven kleinood zorgvuldig al het onreine en bijkomstige, dan is hetgeen overblijft, schoon ietwat geha vend en ontluisterd, onzen eerbied overwaard. Dit drama wil meer zijn dan een onderhou dend verdichtsel, der argelooze en verstrooiing zoekende burgerij ten tijdverdrijf. En het is inderdaad meer. Het is geschreven door een hand die wachtte op de ingeving van het hart; al fluistert de muze der kritiek, dat gezegde hand nu en dan vergeefs gewacht heeft. Het is de zielsgeschiedsnis van een menscli die zijn voeten ten bloede liep op de harde steenen van 's levens jirnmer en wee; al blijkt hier en daar dat zij soms meer gestameld dan verhaald is. Het is een hoofdstuk uit de gemoedservariugeu van een werelddeel; zij het ook dat de inwendige stemmen voor het luisterend oor van den dichter niet alt.ijd verstaanbaar zijn geweest. Het is een woord van protest, een kreet om wraak, een gebed om recht, een klacht trillend van ontferming en ongeduld en omhoog rijsend als het veelstemmig, helaas, te zelden welluidend koor aller gejaagJeu en geplaagdea iu de eeuwenheugende tragedie die het mensclielijk leven heet. C. F. VAX DER HORST. Mnziefc in 4e Hoofdstad. Donderdagavond kon men zich in het hartje van Frankrijk verplaatst wanen, als men een blik wierp op het programma van het concert in het Concertgebouw. Het was alles Fransch en klonk alles Fransch, behalve het Fervaalvoorspel van d'Indy, dat meer verwant scheen met de duitsohe kunst, dan de andere orchestwerken. Deze waren Saint Saëns' onderhou dende, gracieuse 2s symphonie in a op. 55, Berlioz' Danse des Sylphes uit la Damnation de Faust, vol fijnheid en elfenachtige lichtheid en Godard's pikant geinstrumenteerd fragment »Au village" uit de Scènes poétiques. Al deze werken nu dienden in zekeren zin tot omlystiiig der solovoordrachten van Marcella Pregi, de beroemde zangeres, over wie ik eenis;e weken geleden met heel veel warmte heb geschreven. Tnans had zij hare keuze laten vallen op «Lis nuite d'été', een drietal gedichten van Tn. Gautier, door Berlioz op muziek gezet; op de sContes mystiques" van Stéphane Bordèse met muziek van Paladilhe, Widor en Fauré; en daar tusschen het overen overbekende Piinis Angelicus van Franck. Wat mij reeds op dien liederavond eenigszins opgevallen was, maakte zich thans opnieuw bemerkbaar, n.l. eene indispositie aan het begin harer voordrachten, die zich uitte in detonatie en ook in het krampachtig samen trekken der keelspieren. Dit laatste verdween echter reeds spoedig, het detoneeren eerst tegen het slot bij de «Contes mystiques". Ik meen dit te moeten releveereu, omdat eene groote zangeres met een beroemden naam, gely'k Pregi, daarom toch niet het privilegie mag ver werven tot onzuiver zingen. Wat men een begin neling kwalijk zou vergeven,moet by een kunste nares van reputatie nog zooveel te zwaarder wegen. Dat echter daargelaten, heb ik niets dan lof voor de voortreffelijke wijze waarop zy n haar programma gekozen had, met by'na geheel on bekende zaken, n waarop zy het spiritueele in de verschillende werkjes tot uiting wist te doen komen. Vooral de »Contes-mystiques" maakten een diepen indruk, als compositie zoowel als voordracht. Het Panis Angelicus, met mevrouw Hutschenruyter aan de harp, de heer Mossel aan de violoucel en de heer Kroon op het orgel, werd door het publiek bis ver langd en verkregen. Onze voortreffelijke kunstenaar Louis Coenen, die, na een langdurige ziekte, sedert eenigen ty'd wederom deel neemt aan het muziekleven der hoofdstad, gaf Zaterdagavond een sonatenavond, waarop hij, in chronologische volgorde, eenige componisten aan het woord deed komen, die men kan beschouwen als baanbrekers voor den tegenwoordigen sonatevorm, nl. Piiilip Emm. Bach, Jos. Haydn en Mozart met Beet hoven tot afsluiting van dien ontwikkelings gang. In het tweede deel werd dan nog een werk van César Franck gespeeld, hetwelk, na Beethoven (A-dur op. 101) wel geen climax opleverde, maar toch bleek te zyn een claviercompositie, vol geest en nobel in zijn factuur. De heer Coenen had daarvoor eene tnematische analyse geschreven, die voor velen het genot zal verhoogd hebben en welke getuigde van de warme bewondering, die de heer Coenen den sympathieken Franschen meester toedraagt. Daar de heer Coenen blykbaar instructief heeft willen werken en dan ook hoofd zakelijk als paedagoog optreedt, wil ik speciaal nadruk leggen op het gewicht van een zoo danig paedagogisch experiment en alleen nog er bij voegen, dat m. i. ook aan Domenico Scarlatti een plaats had moeten toegekend worden, te meer rog daar zyne werken levensvatbaarder zijn dan die van Ph. E Bach. Twee noviteiten kwamen in de afgeloopen week by de Nederlandsche Opera tot uitvoe ring en wel van verschillend genre: Het Lu cifersmeisje, een »Einakter", en een Ballet pantomime sKrans of Kroon" van David Koning Jr. Het Lucifersmeipje is een allerliefst sprookje van H. C. Andersen, hetwelk door August Enna als opera in een bedry'f is bewerkt. Dat nu een allerliefst sprookje ook een opera moet worden, waarop men dat praedicaat mag toepassen, is nog niet alty'd waar. De muziek van Enna levert er het bewy's van. Ik voor my vond het jammer dat het lieve verhaal ten tooneele is gebracht. Het teere, en ge voelige dat in zoo'n sprookje niet alleen niet misstaat, maar zelfs veelal de bekoorlijkheid er van uitmaakt, wordt eene banaliteit wan neer daar moderne decors en overladen muziek met schetterende instrume tatie bijkomen. Wanneer Enna getracht had eenvoudige, popu laire melodieën aan zyn werk ten grondslag te leggen en daarin een voorbeeld genomen had aan Humperdinck (Kansel und GrsteU dan ware er niet in die mate gezondigd tegen de verdramatiseering van iets wat zulks niet toelaat. Djch de melodieën waarmede Enna zyn »Einakter" voorziet, zy'rt eenigszins Italiaansch getint en zwelgen in sentimentaliteit zoodat de verhouding eene valsche is ei er dus zelfs geen poging gadaan wordt om de m jalliance tusschen onderwerp en muziek te rechtvaardigen. Voorts wil ik wel erkennen, dat er eanige momenten in voorkomen, waar de componist van Cleopatra eene zekere stemming bereikt en die dan ook niet nalaten indruk te maken op het publiek. Met den besten wil van de wereld kan ik echter in «het Liicifersmeisjo1' geen groot kunstwerk erkennen. Toegegeven mag worden, dat naast de voortbrengselan van het «verisme", Enna's sprookje werkt als een visioen van lelieblanke onschuld. Het zou my niet verwonderen als vooral kinderen met graagte de voorstellingen van het L'icifersmeisje gaan bezoeken. Wordt hun kunstgevoel dan wel niet in hooge mat^ ontwikkeld en geleid, zeker zal hun zin voor philantropie daardoor worden opgewekt. Mej. Truus Urlus speelde het stukje aller liefst en met naïve uitdrukking in geoaren en standen, hare stem is mooi en belooft veel voor de toekomst, doch mist thans, vooral in de middentonen, nog die volneid die Enna voor zyn figuur verlangt. Want hier en daar is de instrumentatie zoo sterk dat er van het jonge wezentje eene meer dan kinderlyke stemontwikkeling verwacht wordt om tegenover het orkest een aequivale: t te stellen, en men zou meenen dat de rol gezongen moet worden door een jeugdige dramatische zangeres Doch zooals gezegd, mej Urlus maakte van de partij wat zy er thans bij mogelijkheid van .maken kan en daarmede leverde zij eene zeer syinpatieke creatie. De heer Peter Raabe dirigeerde het gehvel met veel smaak en gloed. De zachtere tinten van het orchest hadden nog meer uitgewerkt kunnen worden. En wat zal ik nu schrijden van «Krans of Kroon ?" Moet ik er PU verslag van geven of er goed gedanst is V Moet ik nu ver melden of de dames van het corps de ballet, hare spieren goed gebruikt hebben? Op dit terrein durf ik my niet wagen ; ik verklaar mij gaarne totaal onbevoegd om hierover te oor deelen. Moet ik dan schiij vcn of de heer Koning er in geslaagd is eene muziek te componeeren waarop gemakkely'k en prettig gedanst kan worden? Ook daarvoor ben ik huiverig. Zil ik dan over den inhoud van het sprookje gaan schrijven, en over den prins die volgens de toelichting, den ouderdom bereikt heeft om te huwen, en den vader, die hem deze gewichtige gebeurtenis '*) zal mededeelen ? Och neen, laat ik alleen zeggen dat de allitereerende titel van het werkje mij een dito beschrijving deed verwachten van het sprookje en dat ik dus daarin wel een beetje teleurgesteld was. Laat ik verder verklaren dat de heer David Koning Jr. bly'k heeft gegeven eene uitstekende kennis te bezitten van het gebruik der ver schillende orchestinstrunieuten, zoodat het ge heel vol afwisseling en met smaak is georchestreerd, dat ik echter tot mijn leedwezen dien wegsleependen, onweerstaanbaar verzengenden melodischen gloed heb gemist, die naar ik mij voorstelde, bij de bewonderaars van dat genre de grootste attractie uitmaakt. * * Ik wil niet verzuimen met een enkel woord een kunstenaar te herdenken, die in den vreemde geleefd hebbende en ook daar ge storven, hier vele vrienden en vereerders telt ik meen den grooten meesterzanger F>itz Plank. Den 21en December was hij by eene repetitie van den «Freuchütz" uit een luik gevallen en had daarbij zware inen uitwendige kwetsuren opgedaan. Aanvanke lijk vreesde men het ergste voor hem, doch omstreeks den lüen kwamen er betere berichten over hem in. Het mocht echter niet voor goed zijn; den löan Januari bezweek hij aan een beroerte, een zwaar zieke vrouw en verschil lende kinderen achterlatende. Fritz Piank was geboren den 7 November 1848 te Weenen. Na by Friedrich Schmitt en Josef Giiisbacher gestudeerd te hebben, kwam hij eerst aan de opera te Mannheim en drie jaar later aan die te Karlsruhe, waarvan hy tot aan zijn dood een sieraad was. Hij had met den grooten tenor Sehnorr von Carolsfeld (4en eersten Tristan in '(31) niet slechts zijn voortrett-lijke eigenschappen als kunstenaar en zanger gemeen, doch ook zijne corpulentie. En mocht deze hem wel eens in den weg gestaan hebben tot het bereiken van eene ideale uitbeelding zijner partijen, zoo spoedig men hem hoorde, kon men zulks vergeten, evenals bij Schnorr. Zijn Kurwenal, Klingsor, Sachs, om slechts enkele partijen te noemen, waarin hij ook te Bayreuth opgetreden is, zullen onvergetelyk blijven. Voor een paar jaren verwierf hij zich ook hier vele vrienden toen hij in de Wagnervereei.iaing fragmenten zong uit «die Meistersinger". Later heeft men hem voor de geheele Sachs-partij willen engageeren. Het mocht echter geen van beide malen gelukken. Eere zijn nagedachtenis'. ANT. AVERKAMP. *) Da cursiveering is van my. Hier ter stede is opgericht eene zangvereeniging, onder de naam «Amsterdarnsch Gemengd Koor", ter beoefening van den koorzang in den uitgebreidsten zin. Tot directeur is benoemd de heer Otto de Nobel. Dames en heeren die muzikaal ontwikkeld zyn, kunnen zich voor het lidmaatschap aanmelden by den heer J. H. Esendam, Oosterpark 43. 'Salut aux Boers!" Men zond ons een Fransch gedichtje toe, opgedragen aan Paul Krüger en te zingen op de wy'ze van het Transvaalsche Volkslied. De tekst is geen vertaling, maar «geïnspireerd" door de lezing van het bekende Volkslied «Kent Gij dat volk vol heldenmoed?" Jammer, dat de auteur, de heer Wangermez, vergat den naam der componiste, mej. Cath. F. yan Rees, te vermelden. TeplscMlderiieii, By de talryke navolgingen van het aarde werk der Haagsche fabriek «Rozenburg" die aan Cülenbrander haar reputatie te danken heeft, is het aangenaam eens faience te zien, dat van eigen opvatting getuigt. En dit is zeker al een der grootste verdiensten, die de tegels van den heer L. Nienhuis, onlangs in de kunstzaal der firma Goudeket geëxposeerd, kenmerkten. Geen onbestemde kleurencombinatien, die door hun toevalligheden wel eens bekoren, maar zuivere, decoratief opgevatte studies naar vogels en planten, die in hun eenvoudigheid hier en daar aan de Japanners verwant schijnen. In het bijzonder merkten we hierbij op een kachelplaat in liciit en donker geel met groote vogels, wier uitgespreide vlerken, het vierkant omsluiten. Een tableautja met geestige reigers en een grooter met hanen en kippen tegen O. I. kers uitkomende, vertoonen zeer goede eigenschappen, zoowel van teekening als kleur. In de herhaling der veertjes van deze zeer typisch geteekende vogels is een ornamentatie gezocht, die tevens goed het karakter weergeeft. Esn voorstelling met rl*mi go's, die ons aan een dergelijke aquarel van Dysselhof deed denken, is als kleurcombinatie wat zwak, even als een troep witte ganzen, die ook te ongedecideerd is. O /er het geheel echter doen deze tegels ons veel verwachten, en zullen zy by de accurate teekening, door meer verschil in kracht der kleuren, zeer zeker nog winnen. Zi vertoonen in ieder geval een zelfstandige gedachte, die te appreciëren is R, W. P. Jr. In het Fdbruari-nuramer van Tlie Studio geeft de heer Pu. Zücken een levensschets van Jakob Maris. Toepassende de woorden van B,ilzac bij Victor Hugo's dood: «Messieurs, l'Europe va perdre un graad esprit", deelt de schrijver verder een en ander van Maris'loop baan mede. Hoe hy, na bij Stroebel gewerkt te hebben, op het atelier van van Hovekwam en, met hem naar Antwerpen vertrok, vervol gens na een tijdelyk verblyf in den Haag, zich te Pary's vestigde, waar hij met zijn broeder Matthijs de commune meemaakte, en ten slotte zich den Haag voor goed als woon plaats koos In het bijzonder wijst den heer Zilcken op het enorme geheugen van Mdris voor vorm en kleur, dat hem in staat stelde zijn meeste doeken uit het hoofd te schilderen, die door hun «atmosfeer toen steeds den indruk van »plain-air" maakten. Behalve een zeer goed portret bevat dit artikel reproducties naar tal van studies en schilderyen, die als souvenira aan Dordrecht, Amsterdam, molens e. a. ons meest a'.len wei bekend zijn. Het nummer van 3 Januari van het in den Haag verschijnende weekblad HMandia, bevat een reproductie naar een krijtteekening van Vincent van Gogh, terwijl de rubriek «Be kenden en Onbekenden" een portret geeft van dezen te vroeg gestorven kunstenaar, dat een verkleining is, naar een zelfstudie, in»lesHom mes d'aujourdhui" destijds gepubliceerd. De teekening «Wanhoop" wijst ons als op nieuw op de kracht waarmede Vincent, ondanks zyn dikwyls tekort schieten in tecnnische vaardig heid, toch zijn indrukken kou weergeven. Het zyn louter afbeeldingen, het zijn ernstig ge sproken woorden, zij dringen tot u door, en wekken bij u op, de emoties die de schilder zelf doorleefde. Te Parijs bij de «SociétéFranchise d' ditions d'Art", vertegenwoordiger L. ilenry May, verscheen onlangs een werkje, dat wel der vermelding waard is. Onder den titel van «Silhouettes d'artistes" n.l. verzamelde de heer Voeling Kam Band een zevenügtal portretten van Fransche kunstenaars door hem zelven geteekend, waarby hij in het kort het meest kenmerkende omtrent hun werk aanteekende. In het voorbericht zegt Alexandre Hepp hier over : »D'un trait, »avtc rie:i" comme on dit dans Ie jargon des ateliers, il fait une silhouette, caiape un personnage dans l'atmosphère de son oeuvre; d'un mot, d'un souvenir, d'une appréciation piquée en passant, il claire sa nature, fixe sa maniere, les choses mooie de sa vie, voquées, décrites, autour de lui s'animent, concourent a la faire connaitre mieux, Ie complètent." DJ meest uiteenloopende personen zijn hier vertegenwoordigd, Berjimin Constant, Ie peintre orientaliste, wiens geacheveerde schilderijen ons de oostersche harems binnenvoeren, tot Louis Dhurmer sl'intellectuel au bon sens du mol", die alle kracht zoekt in de gedachten, afgescheiden van de voorstelling. We zien hier een portret van Auguste Rodin, «qui va seul dans son rè/e, continuant son oeuvre, sans découragement, sans faiblesse, et assez haut, pour ne pas voir les turpitudes dont on l'entoure, ni entendre les imbécilitéa qu'on débite sur son compte". Ook Sisley die met Claude Monet, Pisarro, Degas e. a., »a lutt Ie plus opinifurement pour la pleine et diffuse lumière et aon rule dans la peinture", is hier vertegenwoordigd. Zooals men ziet, zijn de bijschriften niet een register van den Burgerlijken Stand dat dag en jaar van geboorte vermeldt, maar korte kenmerkende beschouwingen, en als zoodanig dus veel eigenaardiger dan een dergelijk, in 1883 reeds bij den uitgever E. Bernard, onder den titel van »Nos Peintres dessinées par eux meines" verschenen werk, van A. M. de Bélina dat telkens aanvangt met M.... est néu.... il est lère de l'aca lemie .... etc. D^rgely'ke notities kunnen voor den kunsthistoriker van groot belang zyn wellicht, voor den gewonen lezer zijn zij op den duur zeld zaam droog. Hoewel dus geen geheel nieuw denkbeeld is de bewerking, van Sühouettes d'artistes, toch een eigen vinding, die hier en daar een zeer goeden kijk op het werk der kunstenaars geeft. Al zijn allen voor ons niet even bekend en missen we enkelen, wier kunst ze tot goede bekenden gemaakt heeft, »et qui auront peuttre leur tour dans une prochaine serie", toch is het aangenaam velen er in terug te vinden die door hun werk, een plaats onder de schare der kunstenaars hebben ingenomen, en waaraan de heer Ram-Baud ons met een enkel woord voorstelt. R. W. P. Jr. M en TijflscMft. Taal en Letteren. Taal en Letteren" ziet er in zijn nieuwen roodbruinen omslag aariig uit, en ook de in houd is belangwekkend. Er is van Dr. Buitenrust Hettema een zeer persoonlijk gestyleerd opstel over taal, waarin h^t individueele van eiken woordkunstenaar niet alleen verdedigd, maar voor hem als onafwend bare eisch wonit gesteld. Zoo goed als het denken, zegt, Dr. Hettema, is de taal indivi dueel. Dit is gansch de menscli! Ia volgende &fl. zullen meerdere opstellen volgen onder de algemeene benaming 't, Nederlands en z'ii studie", Het zijn de zelfde gedachten door hem in de G ds van 1S9G gepubliceerd als het Fries en z'n studie, en die nu meer algemeen bijgewerkt zijn. Dan is er van J. Kiopmans Vondel-studie" IV." Van K. P. dn Vries een bespreking van de kerkelijke twisten te Amsterdam; van Bui tenrust Hettema een opstel over Nieuw-NeJerlaiid^c'ie Veis-K'inst en daarbij nog vt'le andere kleine mededtelingeu. Aangikondigd wordt voor de volgende afle veringen een geheele serie artikelen, waarvan ik deze enkelen citeer als: Hjt middeneeuwsehe Volkslied door J. II. v. d. Bosch; Gevoelsiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii IIIIIH iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiii 40 cents per regel. TRADE MARK. HflARTELL'S COSNAG, Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle bekende Wijnhandelaars en bij de representanten KOOPMANS «fc te Amsterdam. Prijzen fan af ?2.51) per Flal. J. H. D E W l T, BOEKHANDEL Utrecntschestraat 54. Voorhanden 't zooeven verschenen prachtwerk: Orauje-Nassau Galerij. 120 Platen met tekst compleet ?45. Goudeket & Co., Rokin 50, Amsterdam, exposeeren deze week: Alex. Boom, «Stadsgezicht", PÜEJILMAN^'S Geheugenleer ontwikkelt de opmerkings- en opnemensgave, vestigt deopmerkzaamheid, geneest zenuwachtige verstrooidheid en versterkt het natuurlijke geheugen. Gemak kelijk leeren van talen en wetenschappen; in n woord aan te bevelen voor het praktische leven. Uittreksel uit recensies: L>i N-ition, F l o r e n z : Poehlmann heeft een methode voor het versterken van het geheugen uitge vonden, die delof van het belangrijkste gedeelte der Europeesche pers gekregen h<>eft. ... 't Is nuttig voor iedereen .... Da 'J'degraaf, Amsterdam: . . Zijn theorie wordt met korte, heldere zinnen uitgelegd en door talrijke voor beelden verlucht.... Hoe meer men zich in deze verhandeling verdiept, des te meer ge dachten worden daarin gevo-'den, die men te voren niet opmerkte.. . Norddeutaclie Allgemeint Zeitwng: Een scherpzinnige en wat meer zegt. een aanbevelenswaardige en vertrouwbare verhandeling.. . Le Salut Public, L y o n : Wij hebben het geluk gehad, een werk te lezen, dat ons toeschijnt, een groot succes te zullen hebben niet alleen in de wetenschappelijke wereld, doch in alle standen der maatschappij. DJ volkomenheid van menschelijke handelingen tot het verstandig ontwikkelen van het geheu gen, daar zonder dat inderdaad geen weten schap of ontwikkeling bestaan kan, is het doel van Poehlmann's geheugenleer. Journal de (rencce : . . . . Zijn methode bestaat uit de ge heele vermyding van verstrooidheid, uit het concentreeren der opmerkzaamheid over ver schillende en langzamerhand moaielijker wor dende oefeningen. Het behandelt ook de opmerkingsgave, de kracht van oordeelen, van vergelijken en geeft een waarlijke hersengymnastiek die met het mechanische inpompen niets gemeen heeft. Barner Sclitilblatt: . . . . Zijne oefeningen tot genezing der verstrooid heid zijn onovertroffen. . Der iiretlichi Mttarbeiter van Das Ijiich fiir alle. . . . Wij zouden u daarom aanraden in vol vertrouwen de oefe ningen van Poehlmann te volgen. . . DiinaZtHtang, Riga: Poehlmann's geheugenlee.r heeft met Mnematechniek niets uit te staan. Veel meer is het een gewild concentreeren der ge dachten op n punt. Hij wil ons eecigermate het schaak-genie verklaren, die de geheele wereld om zich kan vergeten, en wiens eenige gedachtei s, zij n medespeler schaakmat te zetten. Vergeten zei dus dat, wat ons altijd verstrooid: de fantasie .... Kölnische Volkszeitung Hy leert niet alleen onthouden, maar ook zelf standig denken ... Deutsch AmerikaniscUe Na'.urarzt. C h i c a g o: Omdat de werking van het geheugen zoo gruwelyk verwaarloost wordt en toch van zoo groot gew'cht is, moest een ieder Poehlmann's eenvoudige, doeltreffende regels kennen en zich daarin oefenen. . . Wiener Premdenblatt: Zyn leerwijze toont ons in korten en ook gemakkelijk te begrijpen vorm, hoe wy op een natuurlyke en ongekunstelde wijze een opvatting en een geheugen ons kun nen vormen, dat ons tot alles in staat doet zijn. Prospectussen met talryke getuigschriften en recensies gratis bij L. POELHMANN, Finkenstr. 2, Munchen, A 87.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl