De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 4 februari pagina 4

4 februari 1900 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE A ^STERDAMMER W EEKBLAD V O O R NE DE R L A N D. No. 1180 gebruik van zoovele septime-accoorden van allerlei genre en in allerlei ligging en de by'na voortdurend homophone schryfwyze, af en toe wel wat liedertafeleffeeten ontstaan, die de appre ciatie van een ernstig kunstwerk eenigszins in den weg staan. Ik wil echter tevens toe geven, dat er thans hoegenaamd niets onmogelyks of zelfs buitengewoon moeilyks voorkomt in het werk, zooals dit by concours-compositien zoo menigwerf het geval is. Men meene echter nu niet, dat de eerste de beste mannenzangvereeniging maar niets beters te doen heeft dan het stuk van Brandts Buys in studie te nemen l Neen om dit prachtvolle koor zóó uit te voeren, dat alle schoonheden in het volle licht worden gesteld, heeft men noodig een sterk bezet koor van flinke, mooie stemmen en een intelligent leider. Naar ik vernomen heb, moet de liedertafel >Zang en Vriendschap" uit Haarlem, onder leiding van den heer W. Robert, de kernachtige compositie van Brandts Buys op eclatante wjjze ten uitvoer gebracht hebben; zy' heett dan daarmede eeneschoone, eervolle taak ondernomen en ten einde gebracht, waarvoor zy' den dank voorzeker in zich zelve gevonden zal hebben. Gelyk alles wat Cornelie van Oosterzee schrytt, getuigt ook dit voor mij liggend a cappella-koor van het groote talent der ge waardeerde componiste. Zij heeft er een ballade-karakter aan gege ven en is er zeer goed in geslaagd, dooreene eenvoudige, ongekunstelde hoofd-melodie de naïveteit van de woorden te reproduceeren.Later wordt de persoon van Maria sprekend ingevoerd en het is dan de sopraanpartij die belast is met het «zeggen" harer woorden. Niet gemakkelijk, maar zeer schoon is de passage na den opklimmenden bas in as-kl 3 »Nu wordt Gods Zoon geboren" met pp. D-dur accoorden op de gecursiveerde woorden. Minder bevalt my', boven aan pag. 8, de herhaling van het woord «geboren" in de vrouwenstemmen. Dit maakt den indruk van geheel overbodig te zyn; des noods had het vorige op den dominant van fis kl. 3 kunnen afgesloten zy'n. Zeer opmerkelyk en eveneens zwaar is de accoordopvolgicg van Fis en a kl. 3, vóór de woorden: Daar lag een klein bloot kin deken zoet. Het slot is zeer mooi en vol gezet; ' jammer vind ik het dat de componiste, onder aan pag. 16, sopraan en tenor in octaven deed gaan; my' zy'n zulke octaafgangen tusschen heterogene stemmen niet sympathiek. Het opus 14 van mej. v. Oosterzee is wederom een werk, hetwelk op by'na iedere bladzyde documenteert hoe ry'k begaafd de componiste is en met hoe groot meesterschap zy' haar talent weet te gebruiken Gaarne hoop ik dat het koor veelvuldig gezongen mag worden, hoewel het niet te miskennen valt, dat de tekst wel eigenaardig naï^f, maar tevens zoo typisch vlaamsch is, dat hier en daar de Noord Nederlander, die gewend is zulke teere on derwerpen iets minder gemoedelijk en meer kiesch behandeld te zien, er wel eenigermate door afgestooten zal worden. Het zy my' vergund naar aanleiding van den straks vermelden wedstryd te Nymegen eene kleine uitweiding te maken, die wel niet in het kader van muziekbeoordeelingen behoort, doch die ik mijnen lezers toch niet wil ont houden en die ik meen niet beter te kunnen te pas brengen dan by' denNy'meegschenzangwedstryd. Het betreft de beoefening van den mannenzang in het land, hetwelk met zy'ne instrumentale werken by'na ons geheele concertwezen beheerscht. Ik meen natuurlyk Duitschland en meer speciaal den zangwedstry'd, dezen zomer te Cassel gehouden onder hooge bescherming en in tegenwoordigheid van den Keizer. Deze sprak na afloop van den wedstryd on geveer de volgende woorden: Die zu Wort ; gëomménen Komponisten fur Mannergesang bewegen sich in Bahnen, die der Entwickling dieser Kunstgattung schadlich sind, weil den menschlichen Stimmen orchestrale Effekte abgezwungen werden, , die der volksthtlmlichen Natur Ides Mannergesanges widersprechen." En toen, toevallig opzien de naar den dicht by hem zittenden Richard Stranss, voegde hy' er aan toe: Mit dem da habe ich mir aijch eine Schlange an meinem Bnsen ernahrt." j! Richard Strauss heeft deze opmerking van zy'n keizer beantwoord met de compositie van twee mannenkoren (de eerste die by geschre ven heeft) >Liebe"en >Altdeutsches Schlachtlied." Het eerste zou men >volksthilmlicher Natur" kunnen noemen, maar het tweede is zwaar en moeilyk, veeleischend voor destem men en onderscheidt zich alleen van de even zeer moeilijke mannenkoren van Hegar door het eigenaardige dat nu eenmaal het kenmerk is van de schryfwyze van Strauss door zy'n sty'l. In de duitsche muzikale pers, zy'n de woorden van den keizer by'na algemeen met sympathie begroet en ook de »Allgemeine Musikzeitung" die men niet kan verdenken, alles maar toe te juichen wat Wilhelm II zegt, omdat het Wilhelm II is, wy'dt een opstel aan den zang wedstry'd. De schryver daarvan, Otto Lessmann, zegt ten slotte, nadat hy' geconstateerd .heeft dat: Marmer, deren technische Geschicklichkeit im Satz ausser alle Frage steht, wie Bruch, Hegar, de Haan, Curti, Zöllner, mit all ihrem Können, doch nur Arbeiten von zweifelhaftem musikalischen Werth geliefert haben, Das Kaiserliche Wort, es solle in Zukunft in den Mannergesangvereinen mehr als jetzt das volkstbttmliche Moment des Cborgesanges zur Geltung gelangen, ist von verschiedene Seiten als zweischneidiges Schwert bezeicb.net worden. So sehr das Berechtigte dieser Forderung gegenüber den in Kassei gehörten Künsteleien anerkannt worden ist, so sehr glaubt man doch in der Erfüllung derselben die Gefahr erblicken zu sollen, dass die Vereine alsdann aufhören würden, höheren künstlerischen Zielen zuzustreben. Mir erscheint diese Befiirchtung nicht am Flatze, weil der vermeintlicben Gefalir nachdrücklich entgegen gearbnitet werden kann, indem der Modus des Wettsingens geandert wird." De schryver stelt voor een grootere, meer uitvoerige plaats te veileenen aan het a prima vista zingen dann werden die gesangstechnische und musikalische Leistungsföhigheit der Vereine nicht nur keine Einbüsse erleiden, sondern an Gründlichkeit und Zuverlassigkeit gewinnen. Dann wird der Ma nergesangverrein auch das wieder werden können, was er von Haus aus sein aollte, eine Herz und Sinn der weitesten Schichten des Volks anregende, erfrischende, erhebende und zugleich bildende Unterhaltung edelster Art. Als dat geschiedt dan zal de schryver »sehr bald die jetzt heliebte, in dem mit einem verachtlichen Beigeschmack ausgestatetten Worte jLiedertafelei" zum Ausdrnck gelangende Richtung, in der der Mannergesang sich bewegt, ihr Ende erreichen und Neues, Besseres erblühen auf den Ruinen !" Ik behoef zeker wel niet te verklaren dat ik deze uitweiding alleenlijk heb gemaakt, naar aanleiding van den zangwedstryd van Nymegen, in den zomer van '99 en tevens, wy'I hier te lande zeer vaak dergelyke zangwedstryden ge houden worden ; voorts omdat ik meen dat het zy'n nut heeft hier te weten, hoe men in Duitschland over mannenkoren en wedstryden daarvoor denkt. ANT. AVEEKAMP. van sdiilflerijen, Nu alle lokalen in de schildery'-afdeelirg weer toegankelijk zy'n gesteld, vallen er heel wat gedaanteverwisselingen te constateeren. De gebeele afdeeling Moderne Kunst was sinds lang afgescheiden van de oude en over gebracht naar het Fragmenten-gebouw. Toen werden de voornaamste Schutter- en R gentstukken, nagenoeg alle Arasterdamschs corpo ratie'», uitverkoren tot trooning in n groote zaal. Aan den anderen vleugel gaf de groote vroegere Waterloozaal" heel wat werk aan vertimmering, daar de ruimte werd verdeeld in een tiental afdeelingen. Van die verschil lende vakken werd gebruik gemaakt tot een proeve van inrichting eener historische salery. Veld en zeeslagen, de laatste natuurlijk het talrykst, portretten van veldoversten en admi raals, ook van staatslieden, stukken die onze koloniën betreffen en al wat als illustratie van eene Vaderlandsche Geschiedenis in aanmer king kan komen, het werd daar al vergaderd en zooveel mogelijk naar tijdorde en plaatselykheid ingedeeld Dat het historisch belang hier by'na gelyke rechten had als het esthetisch gehalte, was een noodwendig gevolg van deze regeling. Daardoor ook werd aan menig schilderij in verhouding tot haar geringere waarde als kunstwerk een wel wat al te gunstige plaat sing toegekend. Evenwel werd aan wat door eigen kracht beteekenis had, wel eei.s een streepje voor gegeven; zoo is by'v. het mooie portret van Kortenaer door Birtb. van der Helst, dat wel tot bet meest magistrale van zy'n schilderwerk mag gerekend worden, nu toch voordeelig te zien. Intusschen bleven door deze genoemde wij zingen heel wat opengevallen ruimten te vullen. Daarby waa het museum in den laatsten tyd nog al verrykt. De collectie Franken, de aan gekochte verzameling de Clercq. verschillende bruikleenen, en meerdere laatste aankoopen, dat al moest nog onder dak, of juister aan den wand. Daarom besloot de Directie tot meer kategorische algemeene regeling, die reeds begonnen was met de inrichting van genoemde afdee lingen. * Aan den westelyken gevel huist de beroemde verzameling van der Hoop, terwyl aan den oostely'ken de collecties v. d. Poll en Dupper te zoeken zyn. Die twee werden nu ook in de naby'heid van v. d. Poll gebracht, waar men in de buurt nog eenige kleinere legaten kan vinden. De zalen die daardoor leeg kwamen aan de oostzyde werden bestemd om een globaal overzicht te geven van de ontwikkeling onzer kunst van af de primitieven tot aan het einde van het bloeitydperk onzer hollandsche kunst. De achttiend'eeuwsche kunst was reeds beland in den Paviljoenhoek. Door de nieuwe regelingen dus is de schilderyverzameling als in rubrieken afgedeeld ; het veranderd aanzien van zoovele zalen, men noeme het dan maar een verbetering of niet, moge voor velen een prikkel zyn tot een nieuw bezoek aan ons belangrijk maseum. W. S. Egióins en de Vreemdeling 1). Ik geloof niet dat met de versiering van van Nouhuys' boek Toorop een belangryk werk heeft volbracht. Versiering is hier te veel ge zegd, want strikt genomen betreft die alleen den omslag, die in een aardig spel van lijnen en daaruit voortloopende onbepaalde figuurvormen den titel van het boek en den naam van den auteur dragen. Alleen is in die franke combinatie de verbinding van het doelmatige met het decoratieve i iet tot een volkomen oplossing geraakt; het kaft in zijn uiterlyk beziende, leest méti'»W. G van Nouhuys en de Vreemdeling'', terwy'l van het woord Egidius, buiten de kapitale voorletter, die een figuur inhoudt, da letters zich meer specifiek richten naar het ornamentaal karakter. Mij dunkt, dat dit een fout is. 1) Egidius en de vreem-leling door W. G. VAK NOUHÏS. Met portret van den schry'ver en illustratie's door J. TH. TOOROP. Haarlem de Erven F. Bohn 1899. Voor 't overige bestaat de verluchting alleen in de toevoeging van drie platen, waarvan er dan nog maar twee met het werk rechtstreeks verband houden. Het eerste exemplaar toch is het portret van den schryver, een teekening tot zy'n vol tooiing gedreven met onnavolgbare bekwaam heid, een bekwaamheid die hier echter wel wat aan de correctheid van een systematisch afteverend productiewerktuig doet denken. By een werk van een dusdanige volmaaktheid of liever kille volmaking zou men het »les défauts des q,uaHtés", eens in cmgekeerden zin willen te pas brengen. Dan nog komen my bepaald abuizen voorin de proportionneele verdeeling; ik kan niet gelooven dat oogen, neus en oor gely'k hier is aangegeven, als 't ware in een kop verdwaald liggen. Bovendien ly'kt my de afbeel ding van eea hootd, dat geheel in 't ronde wordt gezien, op zulke geringe schraging van schouder en borst-gedeelte van een onbehagelijk aspect. Wat de eigenly'ke illustraties betreft: D,iar moet het zwaartepunt liggen van Toorops medewerking aan dit boek. Ik ben hier niet de aangewezene om het oordeel te geven over den inhoud, het werk van den heer van Nouhuy.-*, al wil ik gaarne even zeggen dat het voor my in menig opzicht verrassing bracht. Maar om tot een helder inzicht te geraken van wat echt is in dit boek, om juist te peilen de verborgen gronden van deze leering in levenswy'8heid en culte van waarachtige menschenliefde (ik moest even aan het weinige, dat ik van Nietzsche gelezen hwb, denken)' daarvoor mogen anderen, die meer onderlegd zyn in de litteratuur der wysbegeerte, geroepen worden. Intusschen kan ook een leek oordeelen, dat voor een boek met een dergely'ken ethischen inhoud Toorop wel de artiest waa, die het kon illustreeren. Toch geloof ik niet, dat hy ziet met uiterste ingespannenbeid in volle overgave tot deze taak heeft gezet, want wat aan leegte van arbeid by hoogstdoelend streven van zy'n kunst wel eens de zeer zwakke zijde vertoonde, komt by deze prenten vooral duidelyk uit. Hy, die zy'n kunst wil heffen boven en ge heel los van den grond van het werkely'ke,. het bestaande gevend niet om het zienbare der verschijning, maar in da naruigching van zyn beweging, moet een by'na bovennnatuurlyk ziener of wel een heilige in kinderlykheid zy'n. Maar Toorop lykt me, by deze verbeeldingen tenminste, geen van tweeën. Zy'n zweefleven boven de werkely'kheid wil zich wel eens betuigen door vooropgezette negatie van het stoffely'k bestaande. Zie de prent waarop een vrouwefiguur met langgerekte armen, in een gewaad met zorgzaaoi geschikte uitplooisels languit zweeft boven de zee, met een duingrondj>i voorop en eenige gekoppelde wolkjes met tuitjes, in de lucht. Het moet verzinnebeelden de Liefde, die alles kan en ook »uiet schuwt het gaan over de golven." Het bovenzinnelijke in die voorstelling is als een kleed zorgvuldig geschikt in tooi van plooien, steunende op, maar verbergende den harden stuit van de doode vormen eener ledepop. Het geheel, duin, zee en lucht had met de figuur in zooveel inniger samenhang kunnen opstevenen in n uitzegging tot versterking der uitdrukking van den tekst. In de tweede plaat zie ik meer strafheid van aansluiting. Die figuur heeft ten minste iets van een geheimenis, ons ontdekt door het ontsluiten van den tabernakel, waarin het onwrikbare beeld van het Noodlot zy'n mysterieus bestaan houdt. Maar dn schok van die verschy'ning dreunt toch niet sterk door, groeit niet aan tot duurzaam ontzag en we zoeken misschien in onze herinnering naar vergeten indrukken, ondergaan door oude monumenten met hun dreigende levenloosheid. By': deze teekeningen, die- ons weer het nog onvolkomene in het streven van Toorop sterk doen voelen, kunnen we wel even denken aan den Vreemdeling, die het losse duinzand in zy'n hand vergaderend, by samenknypen van den vuist den inhoud niet machtig kon bly ven maar de y'le stof tusschen zyn vingers verglyden zag. W. S. Joïfl Min. Nu ik my nederzet om over Ruskin een en ander te schry'ven, daar zy'n heengaan, hoewel hy' in den laatsten tyd haast een vergeten burger was geworden, ons zyn werken en stryden weer helder voor den geest roept, moet ik my' toch bepalen tot slechts een enkele zy'de van dit alles omvattend talent. En hoewel zijn groote veelzijdigheid hem wellicht op ander terrein nog belangwekkender maakt, is hy' in zy'n stry'd tegen het conventionalisme in de desty'ds heersehende schilderschool, een figuur die niet all»en een zeer groote beroering teweeg bracht, maar van beslist bly venden invloed geweest is. Zyn liefde tot de natuur kenmerkte hem reeds als kind, wanneer hy' met zyn, den kunst mirmenden vader, en streng geloovige moeder, des zomers Wales en Schotland bereisde en het landschap en de schoone oude gebouwen, een geweldigen indruk op hem maakten. En dit was het juist wat hy later miste op de schil deryen der toenmalige meesters. Hier vond hy slechts schoolschheid en navolging, die hem te meer ergerde daar men het werk van Turner» waarin hy een samenstemming vond met zyu eigen gemoed, van vele zy'den miskende. Een artikel in «Blackwoods Magazine'' waarin Turner's schilderyen dan ook zeer door den critiek gegeeseld werden, noopte hem dit te weerleggen, in een brochure: «Turner and the Ancients", dat de aanleiding werd tot zyn later zoo beroemd geworden «Modern Painters'* waarin hy zoo juist zy'n meeningen over schil ders; en schilderkunst, over verband tusschen beeldende kunsten onderling den lezer mede deelt, en zoo menig wyzen raad geeft aan hen die zich niet de natuur als voorbeeld stelden. Zy'n liefde tot dp natuur en de noodzakely'kheid die hy' er van inzag deze alleen als studieveld te kiezen, deed hem dan ook schry'ven : >Ga tot de natuur in allen eenvoud van hart, ver keer met haar, vertrouwend en arbeidzaam, met geen andere gedachte dan hoe gij haar beteekenis het best zult verstaan, niets ver werpend, niets uitzoekend, niets versmadend." Trademarlc THEE - E. BRANDSMA. Trademark KOLDIf EU & CORBËBE, »A L.KIDSCH KSXK.Ofl >" AMSTKÜIJAM.. «»" Groot Beddenmagazijn. Groote collectie Wiegen, Kinderledekanten, Luiermanden, Babytafeltjes, Babybascnle», etc. etc. Vraagt geïllustreerde catalogus, .E. TANHARTS. Plantage Middenlaan 86. 167 KALVERSÏRAAT 167, WED. w. VAN DER HULST, Hofleverancier. ITITCEBRtGlDK COI/I,KCTIU Luxe en Fantaisie Artikelen. Engelsche en Weener Lederwaren. Struisveeren en Fantaisie Waaiers. 167 HALVERSTRAAT, AMSTERDAM. PHIL1PP<WA KETELAAR, >i A I. V E K M T K A A T 166, AMSTKHÜAM. SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen vmn volledige Uitzetten en luiermanden. Op aanvraap worrt«n rtriiHopfSven «n modellan franco toegezonden. Eerste Nederl. Verzekering-Maatschappij op het Leven, tegen Invaliditeit en Ongelukken, gevestigd te 's-Qravenhage, Kneuterd|jk n. Directeuren: Jhr. Mr. W. SIX en Mr. A. F. K. HARTOGH. Adjunct-Directeur: P. DEURINK, Bykantoren: te Amsterdam, Utrechtschestraat hoek Rembrandtplein; te Rotterdam, Gelderschestraat, Plan C No. 4. Volteekend Maatschappelijk Kapitaal / 1,500,000. waarop 20 pCt. is gestort. Verzekerd Kapitaal op het Leven, uit. 1898. . . , 16,717.290.28 Verzekerde rente 469,260.01 Ontvangsten over 1898 , 1,519,902.59 Geen beter, solider en goedkooper adres dan by' J. ELSENBURC, N. Z. Voorburgwal 177. TELEFOON \DRES No. 2699. Geheele pjjnlooze verwijde ring van. Likdoorns. Voor belanghebbenden aanbevelingenter inzage. Spreekuur lederen werkdag van 9 tot 12 uur en van 2 tot 5 uur. WILLEM BULMER, PEDICURE. Singel 159. @raveur gapetier de . . la 733 Keizersgracht 133 AMSTERDAM. HELMERS, SCHIPPERHEIJN & C°. Vijzelstraat MOSf Amsterdam, leveren onder garantie rood koperen Geijsers met geémaill, Badkuipen tegen scherp concurreerende pryzen. A.: Gaat Smit morgen ook mee visschen ? B.: Smit!? Och, m'n goeie mensen, die is immers lid van den blauwen knoop ! Reserven en Zekerheidsfondsen ultimo 1898 . . . Bezittingen ultimo 1898 Tegen ongevallen met doodelijken afloop, ultimo 1898 invaliditeit, gevolg van ongevallen, , / 5,083,683.57 5,371,226.81 38,171,666.59 41,984,463.28 Maison de Blanc. A. SCHRÖDER & C°. Atnattei'tlutn, M^eidseheslraat 39/34. SPECIALITEIT ITSI \5Linnens, Tafelgoederen, Tricotages, CACAO E» CHOCOLADE is PRIMA Amsterdam. Verzekering-Maatschappij HOLDA". Damrak 74, Amsterdam. Werkkracht verzeker ing. Een verzekering die dengene die door ziekte of ongeluk tot werkeloosheid gedwongen is, zy'n inkomen waarborgt. Omvat ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl