Historisch Archief 1877-1940
No. H83
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
liaison IIIKSi II A < ".. Amsterdam.
Malgréla hausse formidafole, qni frappe la soie brnte plns qne tontes les antres matières premières, nons sommes arrivés, grace a la puissance
de nos achats an comptant, a traiter sur les marchés de: LYON, ZTJRICH & COME, des affaires considérables a des prix absolnment extraordinaires en
3C
dont nous ferons une V EX V E
S6 :F*évrier et jours
Toutes ces niarckandiscs sortant de fabrique, sont de toute fraicneur, de première qualitéet de la dernière nouveauté.
Qénèrale, avec Pjix par mètre, aujourd'hui et demain Dimanche
Q(\\CI serge pour doublures et fausses jupes,
UltJ très-solide 50 nuances. Valeur réelle
0.95 Le mètre
A (\
v.UU
Ct1,T,oT_ coulecrs et noir, grosse cöte, pure 1
Uldll soie. Valeur réelle 1.75. Le mètre -L."
T^ATl frOA Shangaï; très-bonne qualité, ne
tachant pas. Impressions nouvelles. "|*OfC
Valeur réelle 1.90 . . Le mètre liiC'W
^ancy sïlk; charmantes nouveautés
pour Robes et Blouses. 1
Valeur réelle 1.45. Le mètre J-?
T lVkAT»i" V C'1'DO)'S extra> tres belle qualité.
JjlU"! ty Impressions riches et nouvelles. 1 Kf\
Valeur réelle 2.25. . Le mètre l.Uv
quadrillée; Popeline unie; Surah
cossais. Taffetas fantaisie
Cristaline et Brocatelle; Tissus
nouveaux. Valeur réelle 2.25.
Le mètre
1.50
couleurs; Taffetas fantaisie;
Ecossais; Surah rongeant Peau de soie f)
noire. Valeur réelle 2.90. Le mètre A ?'
Taffetas
fagonnés noirs Damas clairs et
foncés; Veloutine pékin; Nattés;
Cristalines; Tafi'etas chinés. Hte O Kf\
Nté. Valeur réelle 3.75. Le mètre A>O\J
\\n\\\nc\ n°ir e* couleur; Damas purs
fan-Udllldötaisies nouvelles. Valeur réelle 4.50. O
Le mètre &'
Taffetas
Météor facjonnés riches, qualit
extra forte: Damas purs et
Camaïeux Hte Nté. Valeur
réelle 4.75. . . . Le mètre
3.50
Tla m Q C Duchesse n<>iriPékin moire antique,
Udllltlöqualitéextra-belle; Sultane; Peau
de soie, Regen ce noirs, qualités
surfines. Valeur réelle 4.90. Le mètre
3.75
Rr*nPQTvl"Q riches; Damas légants teintes
Dl U vdl Löclaires; Damas noir et couleurs.
Pékin dentelle fond moire, im
périale haute nouveanté. Valeur A Kf\
réelle 6.75. . . . Le mètre T:.^V
Impériale a grands broches riches;
Brocatelles grand style; Damas
noirs extra-fins. Valeur réelle 8.75. ff
Le mètre Wt
Avec ces Soieries nous avons fabriquédes Séries de
Jupons et Blouses, dont les bas prix sont tr
sremarquables.
Blouses
7.50
Tviv\/-i-r»ci nioirette pékin soie haute Q
d UpOllO nouveauté........ U'
Rl mi cao en soie fantaisie du japon, qualité0
JJlUUOüforte. modèle nouveau ... t/«
moirette pékin soie riche .
tapetas pure soie et qualité1 O
garantie a l'usage ..... J.&
taffetas pure soie qualitégaran- 1 K
tie a l'ubage ...... J- 1)-
taffetas purs qualitégarantie a
l'usage modèles riches a 5 volants
LA VENTE SE FERA. STRIGTEMENT AU GOMPTANT.
KI» vol franco en Province d'coli an t i 11 ons et de tont acliatdépassant 1O florins.
iiMiummtiHiM
DAMBjS.
Naar aanleiding van de inzending
der Eotterdamsche
industrieschool voor meisjes naar de
tentoonstelling te Parjjs
ii.
Het is, indien ik mij niet vergis, de eerste
keer, dat ons Nederlandsch vakonderwijs aan
meisjes vertegenwoordigd wordt op een wereld
tentoonstelling in het buitenland. Dat feit op
zich zelf is van groote beteekenis, omdat het
er op wijst hoe ook in ons land de stroom van
het leven steeds meer eigen bedding uitschuurt
en verdiept. En de inzending, in aard en samen
stelling, laat zien hoe groot de afstand is
tusschen het naaldwerk van vroeger en dat van
heden. We behoeven niet zoo heel ver in onze
verbeelding terug te gaan om al die handwerken
weer voor ons te zien, in hun doelloosheid en
hun wanstallige versiering, illustreerend het leege
van het vrouweleven, dat gedachteloos vergleed,
werktuigelijk de draad hakend door het weefsel,
zouder iets van eigen voelen of denken erin te
verwerken. En nog behoeft men maar langs onze
handwerkwinkels te gaan, om er allerlei
naaldgepeuter uitgestald te zien, waarin slechts wan
smaak behagen scheppen kan, dat alleen door
vingers ter hand kan genomen worden die bezig
willen zijn om verveling monotoon weg te knoeien;
dat slechts oogen boeien kan, die zich nooit ver
meid hebben in wat schoon is.
De inzending van de Rotterdamsche
industrieschool doet droomen van een toekomst, waarin,
als in het verleden, gebruiksvoorwerpen weer
karakter zullen hebben, weer bezitten dat
ik-enweet-niet-wat, door de menschen kunst genoemd.
Doet droomen van een toekomst, herhaal ik met
nadruk, want hoe vast men ook moge staan in
het geloof aan een toekomst, scbooner dan het
heden, er kan slechts erkend worden: heel verre
is dat lichtende verschiet.
Men vergete toch niet, dat een school in de
maatschappij staat. Ideaal-industriescholen,
ideaalambachtsscholen kunnen veel doen, maar iiiet
alles. Zij kunnen in den leerling den voelenden
en denkenden mensch wekken; zij kunnen hem
leeren zien en begrijpen wat schoon is, den weg
aangevtn; zij kunnen hem de technische be
kwaamheid voor zijn vak aanbrengen, hem in
elk opzicht harden voor den strijd des levens...
maar voor herleving der kunst, zoodat zij gemeen
goed wordt van een volk en niet van hier en
daar een individu, daarvoor zijn de samenwerking
van heel wat meer factoren noodig en met inzicht
gegeven vakonderwijs is er slechts n van.
De maatschappij brengt de school voort, ook
de vakschool, en in die maatschappij is het gevoel
voor kunst voor een groot deel verloren gegaan.
Slechts, wanneer door de mensch het scbooae
weer wil niet als luxe, maar als levensbehoefte,
dan alleen kan het leven voortzetten wat de
school begon. Het is toch een zonderlinge dwaling,
een dwaling die duidelijker dan iets anders bewijst,
hoeveel verkeerds er is in onze samenleving, te
meeneu dat kunst iets zou wezen, wat slechts
enkelen zouden kunnen geven ea slechts enkele
begenadigden zouden kunnen begrijpen. Want
zoover als onze kennis van het verleden en het
heden gaat, is kunst zoo oud als de mensch zelf,
heeft het zich er in uitgesproken, zoo gauw als
hij met eenige bewustheid waarnam wat hem
omringde. In de alleroudste woningen van men
schen, in holen en grotten, heeft men versieringen,
primitieve teekeningen teruggevonden. Bij wilden,
die nooit het twijfelachtig voorrecht hadden onze
beschaving te kennen, heeft men wonderlijke
kunstvoortbrengselen gevonden. En wij staren
met groote, vragende oogen naar de tallooze
overblijfselen van oude en primitieve kunst, niet
vermeldend de namen hunner makers, want hoe
zouden de zandkorrels te tellen zijn? Kunst kan
slechts in haar oorsprong iets algemeen
menschelijks zijn geweest, zoowel het geven als het be
grijpen van kunst en wij moeten maatschappelijk
gedegenereerd zijn door te meenen, dat slechts
hier en daar een enkele zou binnen mogen gaan
in het heilige huisje der kunst, een enkele
kunstgevende, een enkele kunstbegrijpende.
Doch gelijk wie in nood en gedruktheid is,
het zingen verleert, zoo spreekl zich niet meer
uit in kunst, zoo begrijpt niet meer van kunst,
wie het leven steeds voelt als een last. Tijden
van kunst, voor individu als voor volk, zijn
tijden van geluk. En indien dus de tijden
voorbij zijn, dat honderden en duizenden van
liederen en melodieën de honderden en duizen
den als van zelf de lippen ontrolden, indien dus
de tijden tot het verleden behooren, waarin
honderden en duizenden en tienduizenden de
de gebruiksvoorwerpen maakten tot dingen van
kunst, tot dat levende iets, waaruit een
menschenziel spreekt, zoodat we bewonderend aan
schouwen en hooren de taal, die het voorwerp
spreekt, dan, dat erkennende, kunnen wij slechts
ons bekennen, dat er weinig geluk is in deze
door de kortzichtigen zoo geprezen samenleving.
En daarom, een school kan slechts wekken
en leiden, maar waar niet is, daar kan zij niet
aanbrengen. Ook een vakschool kan dat niet.
Och, zij kan machinale vaardigheid geven, maar
indien de leerling niet nu en later
eigen-individualiteit, eigen rijk leven te verwerken heeft,
dan kan zij hem niet brengen tot het geven
van, kunst, want kunst is een levend iets, dat
slechts in en met den mentch groeien kan.
Ga nu in onze vakscholen rond, in onze
allerbeste, voor jongens en meisjes, en zie eens
welke leerlingen er tot haar komen. Er zijn
er velen onder, komende uit een omgeving, die
doodt alle eigen leven van het kind in den
sleur van het eentonige, tobbende dagelijksche
leven, in de gedruktheid van kommervol be
staan. Hoe zou daar kunnen bloeien de plant,
welke kunst heet en die -vrijheid en blijheid
noodig heeft om te groeien?
EQ als de school nu iets gewekt heeft ia
den leerling, in den aankomenden jongen, in
het aankomende meisjs, iets dat zich zou kun
nen ontwikkelen ? Hoe kan dat groeikracht
blijven houden, indien alweer de ruimte ont
breekt, voor dat gedijen een levensvoorwaarde ?
Ga na, hoe de leerling, tredende in de maat
schappij, zoo heel en heel dikwijls versuft en
verduft in den sleurgang van den eentonigen
arbeid, hoe levensblijheid allengs vergrauwt tot
doffe berusting. Hoe zal hij geluk, levensgenot
kunnen verwerken in het voortbrengsel zijner
vingeren die moede en werktuigelijk doen, wat
hun gezegd is ? Hoe zouden naald en schaar,
hamer en penseel, beitel en teekenpen nog
kunnen luisteren naar verstand, verbeelding en
gevoel, nu dat verstand inslaapt, gewiegd door
den klagenden, eentonigen zang van het leven,
nu de verbeelding verdort, onder den last van
de armoede, nu het gevoel verstompt ouder de
kleine zorgen van het bestaan? Hoe zou er
kunst gegeven kunnen worden, nu de tijd aan
het werk besteed, gemeten wordt met de maat
van gewetenlooze werkgevers?
* *
Een inrichting als van de Rotterdarasche
industrieschool doet droomen van een tijd,
waarin de kunst weer zal schoonheid geven aan
het leven, maar droomen in vergetelheid aan
bet harde, kwetsende heden, verlammend de
werkkracht van velen, wegvagend het geluk
van talloozen.
Ook voor het vakonderwijs dus doet het zich
maar al te scherp voelen, dat school en maat
schappij n zijn. En de vakonderwijzer, die
opgaat in zijn kleinen kring en niet let op wat
buiten de schoolmuren voorvalt, begrijpt de
wisselwerking niet tusschen die twee onafschei
delijke krachten : school eii maatschappij.
Trouwens, dat die maatschappij met haar
opvatting er nog is, hij merkt het in alles. Zij
drukt haar stempel op het vakonderwijs.
Doch daarover wensch ik het in een laatste
schrijven zoo beknopt mogelijk te hebben.
IDA HEIJEB.MANS.
Rotterdam, 21/9 1900.
Vrouwenrechten in andere lanHen,
Naar het Oud-Romeinsche recht, was der
vrouw niet het geringste beheer over haar
vermogen toegestaan.
Als zy' een huwelijk aanging, dan had de
man de volle beschikking, over alles wat zij
aanbracht niet alleen, maar tevens over hetgeen
zy' in haar huwely'k verdiende, of haar door
erfenis ten deel viel.
Ook persoonlijk verloor zij alle vrijheid, zy
werd in elk opzicht de slavin van den man.
Eerst by het later ingevoerde Romeinsche
recht, werd zy' als een individueel wezen be
schouwd.
Zy kreeg het volle beheer over haar ver
mogen en had ook het recht te beschikken, over
hetgeen haar tijdens haar huwely'k ten deel viel.
Het hedendaagsche Romeinsche recht erkent
dan ook de volle scheiding van goederen, bij
het aangaan van een huwelyk.
Geheel anders is het, waar het het Pruisi
sche recht geldt.
Alle zelfstandig optreden wordt daarby der
vrouw ontzegd, ten minste in die provinciën,
waar niet zekere bepalingen in de wet ter haren
gunste zy'n gemaakt.
In Saksen is het evenzoo ; maar daar staat
evenals hier te lande de gelegenheid voor
de vrouw open, om vóór haar huwelyk bepa
lingen dienaangaande te maken.
Verzuimt zy dit, dan bly'ft het, in haar
huwelyk door haar verdiende geld, het eigen
dom van den man. Terecht vraagt dan ook
dr. Kempin: »Wat baat het der vrouw eigen
dommen te bezitten, wanneer zy geen recht
heeft daarover te disponeeren, ja, zelfs, de
inkomsten daarvan niet het hare kan noemen."
Het Fransche recht beslist al niet gunstiger
ten opzichte van de vrouw. Ook daar is haar
positie geheel afhankelijk van den man.
Reeds vóór het huwelyk, wordt bij een opge
maakt contract bepaald, hoe groot de
huwelyksgift zal zy'n, die dan van rechtswege den
man toekomt. Zelfs wanneer zij gescheiden is,
kan zy over niets beschikken, zonder de
goedkeuring van haar vroegeren echtgenoot.
Het valt niet te ontkennen, dat, in verge
lijking van de vrouwenrechten in andere landen,
het ontwerp van het wetboek in Duitsehland,
gunstiger bepalingen ten opzichte van de ge
huwde vrouwen bevat. Naar dit ontwerp, zal aan
de vrouw niet alleen worden toegestaan, handel
te dry ven en ook in processen zelfstandig op
te treden, maar tevens zal zij het beheer kun
nen voeren over het door haar verdiende geld.
Dat de man nog steeds als hoofd der ge
meenschap wordt erkend, bewy'st echter, dat
de gedane stap vooruit, nog niet zoo heel
groot is.
Louis Frank zegt zoo terecht: »In geen
enkel opzicht heeft de wetgever de vrouw zoo
smadelijk behandeld, als by' het maken van de
bepalingen aangaande het vermogensrecht.".
Amerika kan Europa ten voorbeeld strekken.
Reeds in 1870 werd de rechtsonaf
hankely'kheid van de gehuwde vrouw in den staat
Vermont geproclameerd. De staat New-York
volgde en daarna Kentucky, Kansas,
Massachusetts en andere.
Kanada volgde in 1875, terwy'l in Engeland
reeds in 1870 de eerste schrede op dit pad
was afgelegd.
In 1882 werd echter eerst in Engeland de
gehuwde vrouw volkomen vry in hare han
delingen, en het is wel zeer te verwonderen,
dat het door Engeland en Amerika gegeven
goede voorbeeld, niet reeds in andere landen
is gevolgd.
De vrouw beschouwd als een onmondige,
zoodra zij in het huwelyk treedt, de aanstaande
moeder en opvoedster van de kinderen ! ...
Lady Somerset vraagt: »Hoe kan men er van
spreken, dat de moeder de opvoedster is van
den zoon, wanneer haar rechtsgeldigheid niet
verder gaat dan de huisdeur ?"
Maar gelukkig valt er een kentering waar
te nemen. Al wordt in Europa de vrouw voor
de wet nog gely'k gesteld met idioten en mis
dadigers, toch worden de oogen van velen
allengs geopend voor haar schromelijke ach
teruitzetting als denkend en onafhankelyk
individu.
Het hangt nu maar van de vrouw zelve af,
den weg verder te banen. Door een beslist en
waardig optreden, moet zy achting en eer
bied afdwingen, dan zullen haar aanvankely'ke
tegenstanders mettertijd zeker eenmaal veran
deren in y'verige voorstanders.
VERA.
NtiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiKiiiiniiiiiiiiiiiitiiiitiMiiitiiiiiiiimtiiiiiiimi
Verwoed realisme. Chaperon. Modes
enz. eng.
ns voor iil: verbaas u over niets, als gy
ten minste modern wilt zijn.
Geeft het realisme u keisteenen te slikken,
lach minzaam en beweer dat ze u in den mond
smelten als »fondant". Een jonge dame van
goeden huize beging een dezer dagen te
Berly'n een dietstal. De dievegge werd niet by
den kraag gepakt, maar by de »boa", het
voorwerp, dat zy zich wederrechtelijk had
toegeëigend.
Voor de rechtbank gedaagd, vertelde de dame,
dat zy schryfster was en de boa gestolen had,
om in haar roman »De hobbelige Vlakte"precies
te kunnen weergeven de gewaarwordingen die
zich van iemand meester maken, wanneer hy'
op-heeter-daad op diefstal wordt betrapt.
Afkeurend gemompel en hoofdschudden der
heeren rechters. De dame werd tot n dag
hechtenis veroordeeld, maar, men gaf haar te
kennen liever een verzoek om gratie in te
dienen'
«Denkt U over een verzoek om gratie,
mejufvrouw" ? vroeg haar een belangstellend
journalist.
»Geen kwestie van ! Wat een ry'k studieveld !
ik ga nog van alles uithalen ; ik zal me ver
zetten ; ik zal klappen uitdeelen aan de politie
agenten ; ik zal probeeren te ontsnappen; ik
zal trachten eenige menschen om-te-koopen,
ten einde deze merkwaardige episode uit ray'n
leven, zoo liing mogelyk te rekken..."
En dan ?!
Diin schrijf, neen, dan doorleef ik weer »De
hobbelige Vlakte." Emmy, zoo heet de heldin
die de boa gestolen heeft komt uit de ge
vangenis terug. Zy doolt eenige dagen rond
zonder eten of drinken, ddar moet ik óók
nog de proef van nemen. Op zekeren avond
ontmoet zy een man... die ervaring heb ik
reeds achter den rug. De man doet Emmy
trouwbeloften. Zij loopt in den val. De man
was een ellendeling; hy laat haar zitten met
haar kind... Zoo iets, moei je zélf hebben
doorgemaakt, om het behoorlyk te kunnen be
schrijven,
Emmy geeft zich over aan den drank ; zy
belandt in een koud-water-inrichting; wordt
heil-soldaat; rijderes in een circus en ten
slotte . .. masseuse !
Zy wordt ontboden in een prachtig huis.
Een paleis. Dsiir moet zy een door jicht
gefolterden rijkaard masseeren. De patiënt, die
helsche pijnen uitstaat, heeft maar n schep
seltje, dat hem nog aan het leven doet hechten,
zy'n kind, een aardig meisje, dat hem ziels-lief
heeft. Emmy herkent in den patiënt haar ver
leider. Het uur der wrake heeft geslagen. Zij
steelt zy'n kind;.. . a propos, ik heb al een
kind op 't oog, dat ik een dezer dagen zal
ontvoeren. Het kind van my'n heldin schreeuwt.
In haar angst wurgt zij het arme wicht...
daarna wil zij zich zelf van kant maken. Zij
probeert van alles ; eerst neemt zy' strychnine ;
ddn hangt zy' zich op; daarna spriiigt zij in
't water ; neemt dan een proef met kolen-damp ;
lost eindelijk een revolverschot op zich-zelf;
mdAr steeds wordt ze nog byty'ds gered...
»En wat beduidt dat alles ?" ...
»Dat alles moet ik eerst zelf doorleven, om
het naar waarheid te kunnen beschrijven" . ..
Een jong meisje kwam onlangs te Keulen
aan, waar zy tot haar schrik zes volle uren
moest wachten.
Wat te doen ?
Op haar ntje in de vreemde stad gaan
wandelen ?
Zy' had er weinig lust in.
Op het perron bly'ven ?
Dat vond zy moordend.
In de restauratie gaan ?
Daar kon zy' toch geen volle zes uren door
brengen !
Zij overlegt by zich-zelf: »diin maar eerst
uitgekeken naar een restaurant buiten't station
en verder zien den tyd te dooden."
De jonge dame wil 't station uitgaan. Een
oudere dame, zeer voornaam in kleeding en
voorkomen, houdt haar staande :
»Pardon ! moet u hier wachten ?"
»Ja, zes volle uren."
»Zés uur ? niet mogelijk ! laten we nog even
aan 't loket gaan hooren."
Ja wel; niet eerder aansluiting; zes uren
wachten.
»Mag ik u gezelschap houden ?" vroeg de
dame, en wees op een strik die ze op de borst
MimilMIIMIIIMIIIimMlllllimilimilllUMIIMIIIIIIMIIMIIIIIIUIII
droeg. «Vrouwen-vereenigïng tot bescherming
van reizende jonge meisjes en vrouwen."
In den loop van 't gesprek, deelde de dame
aan 't jonge meisje mee, dat eenige dames uit
zér goede kringen, genoemde vereeniging
hadden opgericht; dat zy elkaar dag-en-nacht
op vaste uren aflosten in het chaperonneeren
van jonge reizigsters zonder geleide.
Na drie uur werd de eerste dame afgelost
door een andere dame, die evenmin een duim
breed van 't jonge meisje week, tot zy haar
goed-en-wel in een coupéhad gezet, om haar
reis te vervolgen.
* *
*
Modes.
Denkt er om, lieve dames! alles moet yl,
teer, zacht, glanzend, wazig, luchtig zy'n, zoo
wel voor balzaal als salon. Geen te zware
stoffen ; geen massieve, drukkende garneersels.
De rythmische dans-beweging eisclit wolk
achtig gaas; bij voorkeur het zacht-glanzende,
heerlijke, zy'den gaas. Rok en corsage van saty'n
in lichte, zér lichte tinten; het geheel bedekt
door zy'den gaas van dezelfde kleur. Niets laat
zich zoo aangenaam schikken en plooien, niets
maakt een effect zóó verrassend, als zijden
gaas met tact en smaak aangebracht.
By'voorbeeld: rok en corsage van licht rose saty'n
schuil gaande in slanke plooien van schemerend
gaas in dezelfde tint. Het vierkant décollet
bly'ft zich handhaven. Een touffe zacht rose
bloemen tegen den linker schouder gehecht en
uw baltoilet is voltooid ; smaakvol zonder pre
tentie, niet te duur. Echtgenoot en vader kun
nen u bewonderen... zonder te brommen.
In de «uitgaande" wereld zou over 't alge
meen minder gezucht worden over hooge
modisten-rekeningen, indien de dames zich
eenigszins wilden typeeren naar het voor
beeld der tegenwoordige Czarina, bekend om
haar strengen eenvoud. Soms, naar het oor
deel van haar gemaal, Nicolaas II wat &\
te sober in toiletten en tooi. Ondanks de
heerschende mode voor dames, vél ringen te dragen,
heeft de Keizerin aller Russen nooit nig
ander versiersel aan haar blanke vingeren
willen ry'gen, dan de twee ringen die zy nooit
aflegt, haar verloving»- en haar trouwring.
Op intieme byeenkomsten en kleine recepties
verschynt >l'Impératrice blanche" zoo als
zy vroeger genoemd werd, om haar voorliefde
voor het vlekkeloos wit in een nauwsluitend
zwart fluweelen kleed met uiterst bescheiden
hals-ontblooting, n enkel sieraad van onschat
bare waarde op schouder of borst; geen tooi
hoegenaamd in de mooie,- blonde haren.
Een paar weken geleden, op een groote
receptie ten hove, droeg de keizerin een toilet,
even smaakvol als oorspronkelijk. Een lang
sleepend gewaad van ivoor-kleurig fluweel;
voorpanden van corsage en voorbanen van den
rok n bevallige wirreling van echt Russische
kant, de zoogenaamde, zwavel-kleurige
»Membraneuse." Op het hoofd als toevallig ge
nesteld op het hooge kapsel, een klein, wit
vogeltje met oogjes van flonkerende roby'nen,
klauwtjes van diamanten en een snaveltje van
mat rose bloedkoraal. De Czarina, op den voet
gevolgd door haar honderd hof-dames, maakte
een poëtischen indruk. Haar gezicht was als
gewoonlyk mat-bleek; in haar schrandere oogen
de bekende, droef-peinzende uitdrukking.
Salmis van wilde eenden. Ingrediënten : 2 ge
kookte eenden, 2 uien, kruidnagelen, het
gegarneerd bouquet l d. L. dragonazyn, 3 d. L.
bouillon, 3 d. L. ry'nwijn, aardappelmeel; Berei
ding : Sny'd de eenden uiteen ; verwyder het
vel en het skelet; hak dit fijn en kook het
met het vel en de bovengenoemde ingrediënten,
34 uur. Zeef dezen bouillon en bind hem
met aardappelmeel; stoof de eendvogels nog
een % uur in deze saus. Doe alles op een
assiette en gameer het geheel met fleurons.
(Recept Haagsche Kookschool.)
CAPBICB.
O JFL 3F* F* 's
is lboslistt
ei.