De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 25 februari pagina 5

25 februari 1900 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. H83 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. liaison IIIKSi II A < ".. Amsterdam. Malgréla hausse formidafole, qni frappe la soie brnte plns qne tontes les antres matières premières, nons sommes arrivés, grace a la puissance de nos achats an comptant, a traiter sur les marchés de: LYON, ZTJRICH & COME, des affaires considérables a des prix absolnment extraordinaires en 3C dont nous ferons une V EX V E S6 :F*évrier et jours Toutes ces niarckandiscs sortant de fabrique, sont de toute fraicneur, de première qualitéet de la dernière nouveauté. Qénèrale, avec Pjix par mètre, aujourd'hui et demain Dimanche Q(\\CI serge pour doublures et fausses jupes, UltJ très-solide 50 nuances. Valeur réelle 0.95 Le mètre A (\ v.UU Ct1,T,oT_ coulecrs et noir, grosse cöte, pure 1 Uldll soie. Valeur réelle 1.75. Le mètre -L." T^ATl frOA Shangaï; très-bonne qualité, ne tachant pas. Impressions nouvelles. "|*OfC Valeur réelle 1.90 . . Le mètre liiC'W ^ancy sïlk; charmantes nouveautés pour Robes et Blouses. 1 Valeur réelle 1.45. Le mètre J-? T lVkAT»i" V C'1'DO)'S extra> tres belle qualité. JjlU"! ty Impressions riches et nouvelles. 1 Kf\ Valeur réelle 2.25. . Le mètre l.Uv quadrillée; Popeline unie; Surah cossais. Taffetas fantaisie Cristaline et Brocatelle; Tissus nouveaux. Valeur réelle 2.25. Le mètre 1.50 couleurs; Taffetas fantaisie; Ecossais; Surah rongeant Peau de soie f) noire. Valeur réelle 2.90. Le mètre A ?' Taffetas fagonnés noirs Damas clairs et foncés; Veloutine pékin; Nattés; Cristalines; Tafi'etas chinés. Hte O Kf\ Nté. Valeur réelle 3.75. Le mètre A>O\J \\n\\\nc\ n°ir e* couleur; Damas purs fan-Udllldötaisies nouvelles. Valeur réelle 4.50. O Le mètre &' Taffetas Météor facjonnés riches, qualit extra forte: Damas purs et Camaïeux Hte Nté. Valeur réelle 4.75. . . . Le mètre 3.50 Tla m Q C Duchesse n<>iriPékin moire antique, Udllltlöqualitéextra-belle; Sultane; Peau de soie, Regen ce noirs, qualités surfines. Valeur réelle 4.90. Le mètre 3.75 Rr*nPQTvl"Q riches; Damas légants teintes Dl U vdl Löclaires; Damas noir et couleurs. Pékin dentelle fond moire, im périale haute nouveanté. Valeur A Kf\ réelle 6.75. . . . Le mètre T:.^V Impériale a grands broches riches; Brocatelles grand style; Damas noirs extra-fins. Valeur réelle 8.75. ff Le mètre Wt Avec ces Soieries nous avons fabriquédes Séries de Jupons et Blouses, dont les bas prix sont tr sremarquables. Blouses 7.50 Tviv\/-i-r»ci nioirette pékin soie haute Q d UpOllO nouveauté........ U' Rl mi cao en soie fantaisie du japon, qualité0 JJlUUOüforte. modèle nouveau ... t/« moirette pékin soie riche . tapetas pure soie et qualité1 O garantie a l'usage ..... J.& taffetas pure soie qualitégaran- 1 K tie a l'ubage ...... J- 1)- taffetas purs qualitégarantie a l'usage modèles riches a 5 volants LA VENTE SE FERA. STRIGTEMENT AU GOMPTANT. KI» vol franco en Province d'coli an t i 11 ons et de tont acliatdépassant 1O florins. iiMiummtiHiM DAMBjS. Naar aanleiding van de inzending der Eotterdamsche industrieschool voor meisjes naar de tentoonstelling te Parjjs ii. Het is, indien ik mij niet vergis, de eerste keer, dat ons Nederlandsch vakonderwijs aan meisjes vertegenwoordigd wordt op een wereld tentoonstelling in het buitenland. Dat feit op zich zelf is van groote beteekenis, omdat het er op wijst hoe ook in ons land de stroom van het leven steeds meer eigen bedding uitschuurt en verdiept. En de inzending, in aard en samen stelling, laat zien hoe groot de afstand is tusschen het naaldwerk van vroeger en dat van heden. We behoeven niet zoo heel ver in onze verbeelding terug te gaan om al die handwerken weer voor ons te zien, in hun doelloosheid en hun wanstallige versiering, illustreerend het leege van het vrouweleven, dat gedachteloos vergleed, werktuigelijk de draad hakend door het weefsel, zouder iets van eigen voelen of denken erin te verwerken. En nog behoeft men maar langs onze handwerkwinkels te gaan, om er allerlei naaldgepeuter uitgestald te zien, waarin slechts wan smaak behagen scheppen kan, dat alleen door vingers ter hand kan genomen worden die bezig willen zijn om verveling monotoon weg te knoeien; dat slechts oogen boeien kan, die zich nooit ver meid hebben in wat schoon is. De inzending van de Rotterdamsche industrieschool doet droomen van een toekomst, waarin, als in het verleden, gebruiksvoorwerpen weer karakter zullen hebben, weer bezitten dat ik-enweet-niet-wat, door de menschen kunst genoemd. Doet droomen van een toekomst, herhaal ik met nadruk, want hoe vast men ook moge staan in het geloof aan een toekomst, scbooner dan het heden, er kan slechts erkend worden: heel verre is dat lichtende verschiet. Men vergete toch niet, dat een school in de maatschappij staat. Ideaal-industriescholen, ideaalambachtsscholen kunnen veel doen, maar iiiet alles. Zij kunnen in den leerling den voelenden en denkenden mensch wekken; zij kunnen hem leeren zien en begrijpen wat schoon is, den weg aangevtn; zij kunnen hem de technische be kwaamheid voor zijn vak aanbrengen, hem in elk opzicht harden voor den strijd des levens... maar voor herleving der kunst, zoodat zij gemeen goed wordt van een volk en niet van hier en daar een individu, daarvoor zijn de samenwerking van heel wat meer factoren noodig en met inzicht gegeven vakonderwijs is er slechts n van. De maatschappij brengt de school voort, ook de vakschool, en in die maatschappij is het gevoel voor kunst voor een groot deel verloren gegaan. Slechts, wanneer door de mensch het scbooae weer wil niet als luxe, maar als levensbehoefte, dan alleen kan het leven voortzetten wat de school begon. Het is toch een zonderlinge dwaling, een dwaling die duidelijker dan iets anders bewijst, hoeveel verkeerds er is in onze samenleving, te meeneu dat kunst iets zou wezen, wat slechts enkelen zouden kunnen geven ea slechts enkele begenadigden zouden kunnen begrijpen. Want zoover als onze kennis van het verleden en het heden gaat, is kunst zoo oud als de mensch zelf, heeft het zich er in uitgesproken, zoo gauw als hij met eenige bewustheid waarnam wat hem omringde. In de alleroudste woningen van men schen, in holen en grotten, heeft men versieringen, primitieve teekeningen teruggevonden. Bij wilden, die nooit het twijfelachtig voorrecht hadden onze beschaving te kennen, heeft men wonderlijke kunstvoortbrengselen gevonden. En wij staren met groote, vragende oogen naar de tallooze overblijfselen van oude en primitieve kunst, niet vermeldend de namen hunner makers, want hoe zouden de zandkorrels te tellen zijn? Kunst kan slechts in haar oorsprong iets algemeen menschelijks zijn geweest, zoowel het geven als het be grijpen van kunst en wij moeten maatschappelijk gedegenereerd zijn door te meenen, dat slechts hier en daar een enkele zou binnen mogen gaan in het heilige huisje der kunst, een enkele kunstgevende, een enkele kunstbegrijpende. Doch gelijk wie in nood en gedruktheid is, het zingen verleert, zoo spreekl zich niet meer uit in kunst, zoo begrijpt niet meer van kunst, wie het leven steeds voelt als een last. Tijden van kunst, voor individu als voor volk, zijn tijden van geluk. En indien dus de tijden voorbij zijn, dat honderden en duizenden van liederen en melodieën de honderden en duizen den als van zelf de lippen ontrolden, indien dus de tijden tot het verleden behooren, waarin honderden en duizenden en tienduizenden de de gebruiksvoorwerpen maakten tot dingen van kunst, tot dat levende iets, waaruit een menschenziel spreekt, zoodat we bewonderend aan schouwen en hooren de taal, die het voorwerp spreekt, dan, dat erkennende, kunnen wij slechts ons bekennen, dat er weinig geluk is in deze door de kortzichtigen zoo geprezen samenleving. En daarom, een school kan slechts wekken en leiden, maar waar niet is, daar kan zij niet aanbrengen. Ook een vakschool kan dat niet. Och, zij kan machinale vaardigheid geven, maar indien de leerling niet nu en later eigen-individualiteit, eigen rijk leven te verwerken heeft, dan kan zij hem niet brengen tot het geven van, kunst, want kunst is een levend iets, dat slechts in en met den mentch groeien kan. Ga nu in onze vakscholen rond, in onze allerbeste, voor jongens en meisjes, en zie eens welke leerlingen er tot haar komen. Er zijn er velen onder, komende uit een omgeving, die doodt alle eigen leven van het kind in den sleur van het eentonige, tobbende dagelijksche leven, in de gedruktheid van kommervol be staan. Hoe zou daar kunnen bloeien de plant, welke kunst heet en die -vrijheid en blijheid noodig heeft om te groeien? EQ als de school nu iets gewekt heeft ia den leerling, in den aankomenden jongen, in het aankomende meisjs, iets dat zich zou kun nen ontwikkelen ? Hoe kan dat groeikracht blijven houden, indien alweer de ruimte ont breekt, voor dat gedijen een levensvoorwaarde ? Ga na, hoe de leerling, tredende in de maat schappij, zoo heel en heel dikwijls versuft en verduft in den sleurgang van den eentonigen arbeid, hoe levensblijheid allengs vergrauwt tot doffe berusting. Hoe zal hij geluk, levensgenot kunnen verwerken in het voortbrengsel zijner vingeren die moede en werktuigelijk doen, wat hun gezegd is ? Hoe zouden naald en schaar, hamer en penseel, beitel en teekenpen nog kunnen luisteren naar verstand, verbeelding en gevoel, nu dat verstand inslaapt, gewiegd door den klagenden, eentonigen zang van het leven, nu de verbeelding verdort, onder den last van de armoede, nu het gevoel verstompt ouder de kleine zorgen van het bestaan? Hoe zou er kunst gegeven kunnen worden, nu de tijd aan het werk besteed, gemeten wordt met de maat van gewetenlooze werkgevers? * * Een inrichting als van de Rotterdarasche industrieschool doet droomen van een tijd, waarin de kunst weer zal schoonheid geven aan het leven, maar droomen in vergetelheid aan bet harde, kwetsende heden, verlammend de werkkracht van velen, wegvagend het geluk van talloozen. Ook voor het vakonderwijs dus doet het zich maar al te scherp voelen, dat school en maat schappij n zijn. En de vakonderwijzer, die opgaat in zijn kleinen kring en niet let op wat buiten de schoolmuren voorvalt, begrijpt de wisselwerking niet tusschen die twee onafschei delijke krachten : school eii maatschappij. Trouwens, dat die maatschappij met haar opvatting er nog is, hij merkt het in alles. Zij drukt haar stempel op het vakonderwijs. Doch daarover wensch ik het in een laatste schrijven zoo beknopt mogelijk te hebben. IDA HEIJEB.MANS. Rotterdam, 21/9 1900. Vrouwenrechten in andere lanHen, Naar het Oud-Romeinsche recht, was der vrouw niet het geringste beheer over haar vermogen toegestaan. Als zy' een huwelijk aanging, dan had de man de volle beschikking, over alles wat zij aanbracht niet alleen, maar tevens over hetgeen zy' in haar huwely'k verdiende, of haar door erfenis ten deel viel. Ook persoonlijk verloor zij alle vrijheid, zy werd in elk opzicht de slavin van den man. Eerst by het later ingevoerde Romeinsche recht, werd zy' als een individueel wezen be schouwd. Zy kreeg het volle beheer over haar ver mogen en had ook het recht te beschikken, over hetgeen haar tijdens haar huwely'k ten deel viel. Het hedendaagsche Romeinsche recht erkent dan ook de volle scheiding van goederen, bij het aangaan van een huwelyk. Geheel anders is het, waar het het Pruisi sche recht geldt. Alle zelfstandig optreden wordt daarby der vrouw ontzegd, ten minste in die provinciën, waar niet zekere bepalingen in de wet ter haren gunste zy'n gemaakt. In Saksen is het evenzoo ; maar daar staat evenals hier te lande de gelegenheid voor de vrouw open, om vóór haar huwelyk bepa lingen dienaangaande te maken. Verzuimt zy dit, dan bly'ft het, in haar huwelyk door haar verdiende geld, het eigen dom van den man. Terecht vraagt dan ook dr. Kempin: »Wat baat het der vrouw eigen dommen te bezitten, wanneer zy geen recht heeft daarover te disponeeren, ja, zelfs, de inkomsten daarvan niet het hare kan noemen." Het Fransche recht beslist al niet gunstiger ten opzichte van de vrouw. Ook daar is haar positie geheel afhankelijk van den man. Reeds vóór het huwelyk, wordt bij een opge maakt contract bepaald, hoe groot de huwelyksgift zal zy'n, die dan van rechtswege den man toekomt. Zelfs wanneer zij gescheiden is, kan zy over niets beschikken, zonder de goedkeuring van haar vroegeren echtgenoot. Het valt niet te ontkennen, dat, in verge lijking van de vrouwenrechten in andere landen, het ontwerp van het wetboek in Duitsehland, gunstiger bepalingen ten opzichte van de ge huwde vrouwen bevat. Naar dit ontwerp, zal aan de vrouw niet alleen worden toegestaan, handel te dry ven en ook in processen zelfstandig op te treden, maar tevens zal zij het beheer kun nen voeren over het door haar verdiende geld. Dat de man nog steeds als hoofd der ge meenschap wordt erkend, bewy'st echter, dat de gedane stap vooruit, nog niet zoo heel groot is. Louis Frank zegt zoo terecht: »In geen enkel opzicht heeft de wetgever de vrouw zoo smadelijk behandeld, als by' het maken van de bepalingen aangaande het vermogensrecht.". Amerika kan Europa ten voorbeeld strekken. Reeds in 1870 werd de rechtsonaf hankely'kheid van de gehuwde vrouw in den staat Vermont geproclameerd. De staat New-York volgde en daarna Kentucky, Kansas, Massachusetts en andere. Kanada volgde in 1875, terwy'l in Engeland reeds in 1870 de eerste schrede op dit pad was afgelegd. In 1882 werd echter eerst in Engeland de gehuwde vrouw volkomen vry in hare han delingen, en het is wel zeer te verwonderen, dat het door Engeland en Amerika gegeven goede voorbeeld, niet reeds in andere landen is gevolgd. De vrouw beschouwd als een onmondige, zoodra zij in het huwelyk treedt, de aanstaande moeder en opvoedster van de kinderen ! ... Lady Somerset vraagt: »Hoe kan men er van spreken, dat de moeder de opvoedster is van den zoon, wanneer haar rechtsgeldigheid niet verder gaat dan de huisdeur ?" Maar gelukkig valt er een kentering waar te nemen. Al wordt in Europa de vrouw voor de wet nog gely'k gesteld met idioten en mis dadigers, toch worden de oogen van velen allengs geopend voor haar schromelijke ach teruitzetting als denkend en onafhankelyk individu. Het hangt nu maar van de vrouw zelve af, den weg verder te banen. Door een beslist en waardig optreden, moet zy achting en eer bied afdwingen, dan zullen haar aanvankely'ke tegenstanders mettertijd zeker eenmaal veran deren in y'verige voorstanders. VERA. NtiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiKiiiiniiiiiiiiiiiitiiiitiMiiitiiiiiiiimtiiiiiiimi Verwoed realisme. Chaperon. Modes enz. eng. ns voor iil: verbaas u over niets, als gy ten minste modern wilt zijn. Geeft het realisme u keisteenen te slikken, lach minzaam en beweer dat ze u in den mond smelten als »fondant". Een jonge dame van goeden huize beging een dezer dagen te Berly'n een dietstal. De dievegge werd niet by den kraag gepakt, maar by de »boa", het voorwerp, dat zy zich wederrechtelijk had toegeëigend. Voor de rechtbank gedaagd, vertelde de dame, dat zy schryfster was en de boa gestolen had, om in haar roman »De hobbelige Vlakte"precies te kunnen weergeven de gewaarwordingen die zich van iemand meester maken, wanneer hy' op-heeter-daad op diefstal wordt betrapt. Afkeurend gemompel en hoofdschudden der heeren rechters. De dame werd tot n dag hechtenis veroordeeld, maar, men gaf haar te kennen liever een verzoek om gratie in te dienen' «Denkt U over een verzoek om gratie, mejufvrouw" ? vroeg haar een belangstellend journalist. »Geen kwestie van ! Wat een ry'k studieveld ! ik ga nog van alles uithalen ; ik zal me ver zetten ; ik zal klappen uitdeelen aan de politie agenten ; ik zal probeeren te ontsnappen; ik zal trachten eenige menschen om-te-koopen, ten einde deze merkwaardige episode uit ray'n leven, zoo liing mogelyk te rekken..." En dan ?! Diin schrijf, neen, dan doorleef ik weer »De hobbelige Vlakte." Emmy, zoo heet de heldin die de boa gestolen heeft komt uit de ge vangenis terug. Zy doolt eenige dagen rond zonder eten of drinken, ddar moet ik óók nog de proef van nemen. Op zekeren avond ontmoet zy een man... die ervaring heb ik reeds achter den rug. De man doet Emmy trouwbeloften. Zij loopt in den val. De man was een ellendeling; hy laat haar zitten met haar kind... Zoo iets, moei je zélf hebben doorgemaakt, om het behoorlyk te kunnen be schrijven, Emmy geeft zich over aan den drank ; zy belandt in een koud-water-inrichting; wordt heil-soldaat; rijderes in een circus en ten slotte . .. masseuse ! Zy wordt ontboden in een prachtig huis. Een paleis. Dsiir moet zy een door jicht gefolterden rijkaard masseeren. De patiënt, die helsche pijnen uitstaat, heeft maar n schep seltje, dat hem nog aan het leven doet hechten, zy'n kind, een aardig meisje, dat hem ziels-lief heeft. Emmy herkent in den patiënt haar ver leider. Het uur der wrake heeft geslagen. Zij steelt zy'n kind;.. . a propos, ik heb al een kind op 't oog, dat ik een dezer dagen zal ontvoeren. Het kind van my'n heldin schreeuwt. In haar angst wurgt zij het arme wicht... daarna wil zij zich zelf van kant maken. Zij probeert van alles ; eerst neemt zy' strychnine ; ddn hangt zy' zich op; daarna spriiigt zij in 't water ; neemt dan een proef met kolen-damp ; lost eindelijk een revolverschot op zich-zelf; mdAr steeds wordt ze nog byty'ds gered... »En wat beduidt dat alles ?" ... »Dat alles moet ik eerst zelf doorleven, om het naar waarheid te kunnen beschrijven" . .. Een jong meisje kwam onlangs te Keulen aan, waar zy tot haar schrik zes volle uren moest wachten. Wat te doen ? Op haar ntje in de vreemde stad gaan wandelen ? Zy' had er weinig lust in. Op het perron bly'ven ? Dat vond zy moordend. In de restauratie gaan ? Daar kon zy' toch geen volle zes uren door brengen ! Zij overlegt by zich-zelf: »diin maar eerst uitgekeken naar een restaurant buiten't station en verder zien den tyd te dooden." De jonge dame wil 't station uitgaan. Een oudere dame, zeer voornaam in kleeding en voorkomen, houdt haar staande : »Pardon ! moet u hier wachten ?" »Ja, zes volle uren." »Zés uur ? niet mogelijk ! laten we nog even aan 't loket gaan hooren." Ja wel; niet eerder aansluiting; zes uren wachten. »Mag ik u gezelschap houden ?" vroeg de dame, en wees op een strik die ze op de borst MimilMIIMIIIMIIIimMlllllimilimilllUMIIMIIIIIIMIIMIIIIIIUIII droeg. «Vrouwen-vereenigïng tot bescherming van reizende jonge meisjes en vrouwen." In den loop van 't gesprek, deelde de dame aan 't jonge meisje mee, dat eenige dames uit zér goede kringen, genoemde vereeniging hadden opgericht; dat zy elkaar dag-en-nacht op vaste uren aflosten in het chaperonneeren van jonge reizigsters zonder geleide. Na drie uur werd de eerste dame afgelost door een andere dame, die evenmin een duim breed van 't jonge meisje week, tot zy haar goed-en-wel in een coupéhad gezet, om haar reis te vervolgen. * * * Modes. Denkt er om, lieve dames! alles moet yl, teer, zacht, glanzend, wazig, luchtig zy'n, zoo wel voor balzaal als salon. Geen te zware stoffen ; geen massieve, drukkende garneersels. De rythmische dans-beweging eisclit wolk achtig gaas; bij voorkeur het zacht-glanzende, heerlijke, zy'den gaas. Rok en corsage van saty'n in lichte, zér lichte tinten; het geheel bedekt door zy'den gaas van dezelfde kleur. Niets laat zich zoo aangenaam schikken en plooien, niets maakt een effect zóó verrassend, als zijden gaas met tact en smaak aangebracht. By'voorbeeld: rok en corsage van licht rose saty'n schuil gaande in slanke plooien van schemerend gaas in dezelfde tint. Het vierkant décollet bly'ft zich handhaven. Een touffe zacht rose bloemen tegen den linker schouder gehecht en uw baltoilet is voltooid ; smaakvol zonder pre tentie, niet te duur. Echtgenoot en vader kun nen u bewonderen... zonder te brommen. In de «uitgaande" wereld zou over 't alge meen minder gezucht worden over hooge modisten-rekeningen, indien de dames zich eenigszins wilden typeeren naar het voor beeld der tegenwoordige Czarina, bekend om haar strengen eenvoud. Soms, naar het oor deel van haar gemaal, Nicolaas II wat &\ te sober in toiletten en tooi. Ondanks de heerschende mode voor dames, vél ringen te dragen, heeft de Keizerin aller Russen nooit nig ander versiersel aan haar blanke vingeren willen ry'gen, dan de twee ringen die zy nooit aflegt, haar verloving»- en haar trouwring. Op intieme byeenkomsten en kleine recepties verschynt >l'Impératrice blanche" zoo als zy vroeger genoemd werd, om haar voorliefde voor het vlekkeloos wit in een nauwsluitend zwart fluweelen kleed met uiterst bescheiden hals-ontblooting, n enkel sieraad van onschat bare waarde op schouder of borst; geen tooi hoegenaamd in de mooie,- blonde haren. Een paar weken geleden, op een groote receptie ten hove, droeg de keizerin een toilet, even smaakvol als oorspronkelijk. Een lang sleepend gewaad van ivoor-kleurig fluweel; voorpanden van corsage en voorbanen van den rok n bevallige wirreling van echt Russische kant, de zoogenaamde, zwavel-kleurige »Membraneuse." Op het hoofd als toevallig ge nesteld op het hooge kapsel, een klein, wit vogeltje met oogjes van flonkerende roby'nen, klauwtjes van diamanten en een snaveltje van mat rose bloedkoraal. De Czarina, op den voet gevolgd door haar honderd hof-dames, maakte een poëtischen indruk. Haar gezicht was als gewoonlyk mat-bleek; in haar schrandere oogen de bekende, droef-peinzende uitdrukking. Salmis van wilde eenden. Ingrediënten : 2 ge kookte eenden, 2 uien, kruidnagelen, het gegarneerd bouquet l d. L. dragonazyn, 3 d. L. bouillon, 3 d. L. ry'nwijn, aardappelmeel; Berei ding : Sny'd de eenden uiteen ; verwyder het vel en het skelet; hak dit fijn en kook het met het vel en de bovengenoemde ingrediënten, 34 uur. Zeef dezen bouillon en bind hem met aardappelmeel; stoof de eendvogels nog een % uur in deze saus. Doe alles op een assiette en gameer het geheel met fleurons. (Recept Haagsche Kookschool.) CAPBICB. O JFL 3F* F* 's is lboslistt ei.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl