Historisch Archief 1877-1940
No 1188
DE AMBTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
op groote ateliers en fabrieken van cor,fjctie
en van witte goederen, is voor ons land
en voor Amsterdam eerst een verschijnsel
der laatste jaren. De vakgenooten kenden
en bereikten elkaar vroeger niet, terwijl
de mededinging haar wantrouwend tegen
over elkaar deed staan. Van de
huisarbeiders(sters), in den zin waarindenaaisters
,dat zijn, kan nooit eeu begin van organi
satie uitgaan.
Zo'dang de huisarbeid trouwens nog zeer
uitgebreid is, zal de organisatie ook nog
steeds betrekkelijk zwak moeten wezen.
De naaisisrs gevoelen het dagelijks.
Om twee redenen is het dus de huis
industrie, waartegen in de allereerste plaats
de beweging der arbeiders in de
kleedirigiodustrie gericht moet zijn. Deze toch is
de reden, dat de pogingen tot verbetering
der arbeidsvoorwaarden zoo weinig resultaat
kunnen hebben, door de scherpe individuele
concurrentie die er uit voortkomt en daar
door ook een hindernis voor de arbeiders
organisatie zelf'. Hoe meer de fabriek zien
meester maakt van het arbeidsveld, hoe
meer de vereenigiug der arbeiders zich zal
doen gelden, en hoe eerder daardoor een
?werkelijke verbetering in de voorwaarden
Van den arbeid zal kunnen worden gebracht.
Eerst ging het dan ook met het
organiseeren niet. De kleei makers hadden al
moeite gedaan om het vereenigingsleven
bij hun vrouwelijke lotgenooten te wekken,
maar het mocht niet baten. Eerst toen de
Vrr,e Vi ouwen-Vereeniging met de
Kleermakei sbond samen een vergadering belegde,
kwamen er wat meisjes op en werd er
werkelijk een naaistersbonrt gesticht, waar
van jurTiouw R. Vos de ziel was.1) En heel
veel wrJer dan die ziel kwam men nog niet.
Het »AIlen Een," dat de Bond tot motto
gekozen had, werd wel eens in «Alleen
n" veranderd, en feitelijk was dat
vrij juist. Het uitzicht werd wat be,ter,
toen de voorbereiding van de Nat. Ten
toonstelling van Vrouwenarbeid, het comit
daarvoor in aanraking bracht met de restes
van den Bond. Op een door juffrouw Vos
gepresideerde veigadering, waar mevrouw
Goedkoop sprak, waren weer heel wat
naaisters, waarvan er zich vrijwat aan
sloten. Onder haar juffrouw Pnjes, de
tegenwoordige secretares en ijverige redac
trice van den Bode. Van dat oogenblik
af dagteekent de groei der vereen igi n g. In
dat jaar kwam men tot de uitgave van
het maand blaarljri de Naaistersbode, In
Rotterdam, Dordrecht, Groningen,den Haag
en Haarlem werden afdeelingen gesticht,
waarvan de tweede voor kort een
dienstbodenvereeniging oprichtte. Den Haag is
bezig wat in de aristocratie te verdwalen,
en Haarlem moest door dwang van een
patroon worden ontbonden. Daartegenover
staat, dat men in Utrecht en Deventer
met veel kans op slagen aan de voorbe
reiding van afdeelingen bezig is.
De Amstetdamsche afdtelmg heeft nu
een zangkoor, een Engelsche les, een reis
clubje en een tooneelclubje, terwijl zij ook
een coöperatie op het geiouw heeft gezet.
Vooral bij een vak, waar de aaneen
sluiting, uit den aard van de erbij bestaande
produc'iemanier, nog zoo bijzonder moeilijk
moet zijn, is het aanbieden van dergelijke,
buiten het directe doel der organisatie ge
legen voordeelen, van vrij groote beteekenis,
omdat het wellicht ook haar tot medewerking
brengt, die terwille van de verdediging
harer economische belangen de noodzaak
van samengaan nog niet inzien.
Dat zoo iets dus slechts middel, of om
zoo te zeggen franje, moet blijven, spreekt
vanzelf en dat de naaistersbond ook eene
coöperatie begonnen is en daarvoor alle
krachten besteedt toont, dat hij dat niet
uit het oog verliest. Hiermede toch hebben
zij een flmken steun gekregen bij huu
economischen strijd. Zij hebben erdoor een
eigen werkplaats, waarop zij elke naaister,
die tengevolge van haar optreden door
werkgevers is uitgesloten, een nieuwe werk
kring kunnen aanbieden, eri haar zoo
noodig ook tijdens eene werkstaking van
langeren duur zouden kunnen ondersteunen.
Zoo aanstonds over de coöperatie meer.
Welke is nu de beteekenis der organisatie
voor de verbetering der arbeidsvoorwaar
den? Deze, dat de werkgever niet meer
staat tegenover het afzonderlijk individu,
iimiiiiiiiiiiiiiMiimia
ItnlIMIlHIIllHII
Het Russische geheimsehrifc
i.
De hemel beware ons!" riep ik wrerelig
uit. Is er dan geen schepsel meer op de
wereld met gezonde hersenen 'i I i wil niet
gaan als nacht of morgen, of als Marguerite
of Pierrette, of Madame de Pompadourl Ik wil
een origineel costuum!" En ik stanpte met
my'n voet om mijn opmerking meer kracht bij
te zptten.
Wat dunkt u van Carmen, mevrouw?"
Ten einda raad zonk ik neer op mijn stoel.
Cariueul En dat noemde het schepsel origineel!
Het was te belachelijk om er mij boos over te
niaken. Ik schaterde het uit, en toen, ter»ijl
ik iniju oogen opsloeg naar het verbaasd ver
ontwaardigd gezicht van madame Virot, viel
myn blik op een costuum in de kast achter
haar en wees ik het haar aan, een en al
opgewondenheid.
Maar dat is dan toch origineel," riep ik
uit. Wat stelt dat costuum voor?"
Een ijspaleis, mevrouw."
Het is schitterend."
Zeker, mevrouw, het is schitterend; een
waar kunststuk," en toen, medegesleept door
mijn enthousiasme, haalde zy het te voorschijn
en begon er over uit te weiden. Het wan een
lichtgroen kleed, bedekt met een glinsterend,
schil terend netwerk, dat er uitzag als werkelij k ijs.
Ziet u, mevrouw, het hoofdgarnituur geeft
den besneeuwden top van dea toren weer en
de eau-de-nu geborduurde rok stelt den be
vroren omtrek voor van het gebouw, dat een
fac-simile is van het ijspaleis, dat verleden
jiar op den Neva werd opgericht. Een smaragd
groen satijnen masker, met kleine kristallen
y'skegeltjes, die naar beneden hangen in plaats
van de gewone kanten barbs, voltooit bet
costuum."
Dat moet ik hebben," riep ik uit, het is
onvergelijkelijk mo ."
. Het is al verkocht, mevrouw."
maar te onderhandelen heeft met eene aan
eengesloten massa, naar welke ceen onder
linge mededinging bestaat, waardoor dus
de loonen niet worden gedrukt. Dit is
evenwel slechts daar mogelijk, waar de
organisatie alle of een zeer groot gedeelte
arbeiders omvat. Zoover zijn d« naaisters
echter nog bij lange na niet. Bij hen be
paalt zich h«tgeen zij doen kunnen tot hier
en daar verbetering te bevechten. Z >o
hebben zii tot nu toe drie werkstakingen
gegeleid. Twee ervan, die bij den heer
Norden en die bij den heer Frankfort,
waren een mooi succes. De meeste eischen
werden er al heel gauw ingewilligd, en deze
uitslag had een niet minder g >ed gevolg
dat de daar werkende naaisters van het
nut der oiganisatie z'>o werden overtuigd,
dat zij zich bij den B >nd aansloten. Oe
andere staking was die op de groote fabriek
van Van de Waal en K latte. Hiertegen
kon de B>nd met zijn beperkte middelen
niet op, de tegenwerking van een macht g
patroon en een weinig arbeidsgezinde pers
waren der toen nog ze-^r jonge vereeriiging
te sterk, en op enkele zeer luttele kleinig
heden na, werd daar niets verkregen van wat
gevraagd werd. De schrik zat er bij de
op die fabriek werker de naaisters ook zoo
geducht in, en de vrees voor den patroon
was er van dien aard, dat de mpisjt-s gp,«-n
verdere aanraking met den Bond durfd-jn
zoeken.
Doch hoe jammer d't laatste ook i?, de
Bond is niettemin een eersteen flinke Btap,
nader tot verbetering van de jammerlijk
ellendige toestanden, di>> in ons vorige
artikel zijn geschetst. Bij zijn driejarig
bestaan mojten wij hem en de naaisters in
het algemeen, daarmede hartelijk
gelukWant hij moge dan 1102; niet zoo heel veel
materieels kunnen tot stand brengen, het
is toch een moreele overwinning op de
onbewustheid der arbeidsters. Hij werkt
toch cpklarend en verhelderend op de
begrippen van haar voor wie hij is bestemd.
Zie, met dat de fabriek haar intrede doet in de
kleedingindustrie, waren de g^aevens er voor
eene arbeidersorganisatie. Vrofg of laat
moest deze vanzi-lf komen; natuurlijk, geen
plan groeit in de hoofden van mensehen,
dat niet een terugsla?, een uitvloeisel is
van het materieele, dat om hem heen ge
beurt. Maar het gaat ermede al? met het
bevriezen van water in een glas. Dat kan
men namelijk koud niaken tot eenige graden
beneden het nulpunt, zonder dat het in ijs
overgaat. Maar dan behoeft men slechts
eventjes te stooten of het water bevriest.
Dat slootje, dat begin wordt in elke be
weging gegeven door een paar menschen,
die door bijzondere omstandigheden, meer
ondervinding, of scherper verstand bijv.,
iets eerder en iets beter het oogenblik be
grijpen, de nieuwe vormen vatten waarin
het bestaande al bezig is te groeien.
Is men eenmaal bezig, dan blijkt, dus
ook dat de bezigheid noodzakelijk is en
moest alles langzamerhand vanzelf' gaan,
ware het niet dat overleveringen gewoonte
zulke ontzaglijk sterke krachten zijn, die
in andere richting werken. Deze te over
winnen, door gestadig en ijverig te werken,
de bewustheid van den werkelijken toestand
te doen geboren worden bij hen die in den
sleur loopende daarvoor ziende blind zijn ;
dat is het beste en allereerste werk van
elke jeugdige arbeidersorganisatie. Daarom
noemden wij den Bond, een straaltje licht
in de duisternis.
De vraag doet zich voor, en is in de
kring van wie den Bond leiden, m ds be
slist gedaan :) of de eerste stap, die deze
organisatie der vrouwelijke
kleedingarbeiders is, niet tot een tweede stap leiden
moet, die een nog omvangrijker aaneen
sluiting zou tot stand brena-en, mnl. die
van samensmelting van Naaistersbond
in Kleermakersbond. Daarvoor is inder
daad veel te zeggen.
De Vrije Vrouwenvereeniging, die in
den beginne de naaisters raadde, wilde
zulk een aaneensluiting niet, daar zij
voor de vrouwen geen heil zag in
een mannenvereeniging. Dit was vanhaar
standpunt te begrijpen. Zij toch is een
organisatie van vrouwen, die door de levens
omstandigheden gedwongen zijn tot
dagelijksche concurrentie met mannen. Maar
waar het arbeidsters betreft wordt het stand
punt geheel anders. Daar raakt deze in
burgerlijke kringen bestaande belangen
strijd geheel op den achtergrond voor den
gezamenlijke!' strijd, tegen de gezamenlijke
werkgevers. Het eeuige dat bestaan bluft,
is het feit, dat vrouwen gemakkelijker door
vrouwen worden bereikt, maar da zou de,
zoo ontzaglijk veel ec momische voordeelen
gevende, aansluiting geenszins in den weg
htaau, daar de vrouwelijke naaisters zeer
goed een aparte afdeeling kunnen vormen.
Eén vakorganisatie, is ook sleclits in staat
teu fliuke wetrslaiidskas te vormen, en
daardoor een algerneene beweging op touw
Ie Zetten. In een land zoo klein ais het
ouze is er slechts voor a vakblad plaats,
kan slechts n aaneensluiting zoo sierk
zijn dal ze kapitaal genoeg heeft om tot
de voor de vakorganisatie zoo noodzakelijke
bezoldiging der besturen over te gaan
enzoovoort. Daarom wencellen wij den bond,
met de beste bedoelingen toe, dat/.ijn derde
jaarfeest, tit-t laatste of een van dd laatste
mag zijn. Het kan niet anders dan tot
bevoideriiig vau de belangen der naaisters
strekken.
Ten slotte nog een enkel woord over de
cuöperati -beweging in den Bond.
De c operatie is in de urbeicieisbeweging
eeu der drie factoren. JKu wel deie, die
iiiStaat kau stellen de beide andere:
politiekeii ttnjd en vak-organisaiie, tot hun
reent te (toen komen, doordat uit, dd door
haar gemaakte winst iu de kosten van deze
beide wordt te gemoel gekomen. Uit dan
j aard der zaak is tellier de verbruiksco
peratie daarioe geschikter dan de productieve,
zooals die dc-r naaisters is, o.'uoat gei.e niet
iu de eersie plaats geschiedt ten behoeve
van de deelnemtrj aan de productie zooals
deze. Ook werkt het wiiiSUiiaken in de
productieve c,operatie de uitbreiding over
vele deeli.enibt'3 tegen, daar dan ieders
aaudtel kleiner worden moet, terwijl bij de
verbruikscoöperatie elk nieuw lid de winst
doet stijgen, en zoodoende deze meer tot
massa biweginy bestemt. ;')
Toch is hei hit r vooralsnog een
eenigszins aiidei geval, daar de naaisteiscuöperaue
allereerst bedoeld is als hulpmiddel in den
tcoiioinitcheii strijd, als middel tot voimiiig
van een stnjdakas en als toevlucnt voor
in dien strijd met ontslag getroffen vak
geiiooteii. De wensch, het naaistersvak rteds
nu t=) hervormen tot een stelsel van »de
fabrieken aan de arbeidsters", w.>rdt ttrtcht
nu nog mei geu;t. Al is dan het beginsel
nog niet zuiver dat van de coöperatie als
eeu der drie zijden van de falanx der
arbeidersbeweging, toch kan ze, zich bewe
gende met de zelfde voornemens die er nu
heertchen, de vakbeweging der naaisters
heel wat helpen, kan ze, mits zich steeds
mter uitbreidende daartoe duchtig bijdragen
dat de ellendige toestanden van 't loon
eu den arbeidsduur door den voortdurenden
drang van de aaneengesloten slachtoffers
ervan gaandeweg worden verbetetd. -En
kan ze de middelen geven om langs den
politieken weg. door kamers van arbeid,
gemeenteraad en parlement 4) op te treden
bijv. tegen de huisindustrie, de bron van
't meeste kwaad, ter verkrijging van 't zoo
hoognoodige betere toedicht op de uitvoering
der arbeidswet enz. enz.
Wat zij, die buiten de arbeidabewe.?ing
staan, doen kunnen, indien het hun bewust
is, dat hier waarlijk misstanden zijn van
ergelijk^n aard, is dus in de eerste plaats
die coöperatieve beweging steunen door
haar bestellingen te doen '). En tegen de
huisindustrie waie misschien ook iets te
doen op de wijze, waarop men haar bijv.
in Londen tegenwerkt door en door haar
vervaardigde goederen bijzonder te merken,
zooilat ieder in staat is, zoo hij haar niet
wenpcht te bevorderen, hare producten te
boycotten. Al dott men dit slechts mei het
oog op de hygiëue, het zou reeds verstan
dig zijn ).
Al kan in deze de stuwkracht nergens
anders vandaan komen dan van de arbei
ders zelf, een Ivipport als dat, wat wij hier
bespraken moet ook anderen dringen tot
de wensch iets mede Ie werken, en het is
gelukkig, dat de Weg tot die medewerking
zoo duidelijk eu eenvoudig is. '/ H.
') Van de fabriek van Van de Waal en
Dan betaal ik dubbel."
Onmogelijk!"
Driemaal zooveel!"
Ik zou het u gaarne geven, mevrouw, nu
u bet zoo mooi vindt, mair ik kan het niet
doen ; het is speciaal voor deze keer geteekend ;
ik kreeg de schetsen."
Och kom!" riep ik ongeduldig uit, maak
mij dan et n duplicaat."
Onmogelijk, meviouw, want het costuum
IB voor hetzelfde bal masiiuo, waarvoor u het
ook hebben wilt."
En voor wie?" vroeg ik uit de hoogte, want
ik w*s buiten mijzelf door haar tegenstribbelen.
De een of andere avonturierster zekt-r, die
bij toeval een kaart heeft gekregen ei nu wil
doorgaan voor een vermomde prinses."
Voor zulke menschen maak ik niet," riep
madame Virot uit, alsof mijn gebelgdheid op
haar was overgeslagen, liet costuum is voor
gravin Laih'ne. Maar u heeft misschien al een
ander idee."
Ik wendde mijn oogen af van het costuum
dat mij scheen te tergen, en pijnigde mijn
hersens te vergeefs, om ieH anders te vinden,
dat die pracht nog zou overschaduwen; niets
kon ik vinden en verachtelijk zag ik mijn
ongelukkige naaister aan, die mij in al die jaren
nooit geheel had kunnen voldoen.
Tegenwoordig origineel te zijn'', zeide ik
onverschillig, is eigenlijk zoo iets ordinair»,
dat het origineel is om ordinair te wezen, ik
zal dan Carmen maar nemen,"
Ik vond mijn epigram nog al aardig en
daarom voelde ik mij alweer bijna
tevredengesteld, maar toen ik naar het JJ^is reed, begon
ik weer aan het costuum te denken, en ik werd
?wanhopig. Want dit was geen gewoon bal
masgiic, waar alles maar scbijti is, van de
costurnes af tot het idee toe, dat de dansers
elkaar niet kennen. Het zou alles echt zijn, tot
in de kleinste bijzonderheden. Er zou geen
démasquézijn, maar iedereen zou incognito
biyven van het begin tot het einde. 'Men
zcide, dat zelfs de gastheer en gastvrouw naar
hun eigen huis zouden komen rijden en met de
menisle samen zouden binnen komen. Niemand
zou iemand kennen, en toch kende iedereen
elkaar; geen ceremoniemeesters, geen gastheer
en gastvrouw, geen introducties of oflicieele
voorstellingen. Het feit alleen dat men er was,
was een officieel zegel op iemands bewijs van
goed, zedelijk gedrag." Het was een artistiek
idee, barer waardig, die het in P.irij<j had in
gevoerd gravin Larfine, do vrouw van den
Kussischen gezant, en daar ik dus gemaskerd
moest zijt', bad ik door kunst willen
lietooveren, in plaats van door nacuur; maar dat was
nu voor mij bui engeslote^, en hoe meer ik
mij daarin verdiepte, des te wreveliger voelde
ik my gestemd.
Mijn landauer stopte, toen wij den ingang
binnenreden, en monsieur Hoché, de premier,
die mij in vroeger jaren menig diplomatieke
opdracht had gegeven, nam zijn hoed af en
stak mij de hai.d toe.
Madame, de goden begunstigen mij."
Monsieur, gij zijt te bescheiden, gij hadt
het vrouwelijke woord moeten gebriüken."
Ik wenscbte juist u te zien, u liever dan
eenige andere vrouw in I'arijs" antwoordde hij
en daarom herhaal ik: ,.de goden begun
stigen mij."
Die de goden liefhebben, monsieur'' en
ik glimlachte, want ik had er alles voor over
om eens te kunnen kiijbelen, en het liefst van
allen met mijd besten vriend.
S'erven jong, niet waar?" lachte bij zacht.
Wel, dat gevaar ben ik te boven." En toen,
zonder op een uifnoodiging te wachten, stapte
hij kalm in het rijtuig en ging naast ruij zitten.
Deze o, enbartigheid was zoo groot, zoo ver
bazend groot, dat ik hem verwijtend aanzag.
Gij rnoet mij helpen, ma ch'cre", zeide hij
ernstig. Het is geen scherts, maar een zeer
ernstige zaak een zaak, die mijn reputatie
in gevaar kan brengen".
Ka die za&k is.. . ?"
Gij kent onze verhouding tot Rusland?"
Ja, een aardig meisje, dat allerlei
kunstgreepjes te baat neemt om den minnaar te
lokken, die echter nog aarzelt."
Juist", zeide hij, op een toon, die bewees
dat hij mijn vergelijking naar waarde schatte;
maar de minnetirieven van het aardige meisje
worden geopend."
Hoe vernederend!"
Meer dan dat," riep hij onstuimig, het is
fnuikend voor mij. Driemaal in de afgeloopen
maand is het meest geheime cijferschrift van
het Gouvernement veranderd geworden, omdat,
zoodra onze boodschap in Kusland ontvangen
was, die boodschap tevens publiek eigendom
werd in alle hoofdsteden van Europa."
Klatte waren toen heel wat arbeidsters present.
Zij durf'.len zich echter niet aansluiten daar
de »juff-ouw" er ook was. Die had er zieker
»den schrik" wel onder!
'?'?) Zie het artikel van mej. S Prijesoverde
Kleedingindustrie in Dj(n) yieuwe(n) Tt/j-l
van Maart II.
3) Da Nederlandsehe sociaal -demokraten
hebben dan ook op hun congres te Leeuwar
den in 1899, aan de verbruikscoöperatie als
middel in hun strijd den voorkeur gegeven.
4j E.ikele pogingen in die richting werden
ree.ds gedaan.
5) ll^t a tres der coöperatie is
Waterlooplein 68. Zij beveelt zich aan tot het ver
vaardigen van : dame<- en heeren-onderkleeding,
dames- en ktnder-bovenkleeding,
werkmanskielen, fijn borduur- en stopwerk en
refjrmklemting, desgewenscht met bylevering der
stiften.
i;) Men denke aan wat prof. Saltet in een
bylage van het Rtpport zegt (pag. 130), waar hij
de overbrenging van emetstoffen door kleederen
zeer goed mogelijk acht en de méening der
commissie komt bevestigen, dat de huisindustrie
ontzettende gevaren voor de gezondheid op
levert niet slechts voor de arbeiders
ook voor de koopers
') Tot nu toe wydde ik geen woord aan
pen uit andere kringen gadane poging tot ver
betering der arbeidstoestanden: de Voorpost,
een zoogenaamde c< operatieve naaiwinkel. Deze
staat echter geheel rmiten de arbeidsheweging
en kan dm hjog-itens voor de werksters, die
daar aangenomen zijn resultaten van beter
loon en heter handhaving der arbeidswet
hebber. Bij haar moet de ciöperatie dan
ook de afsluitende gevolgen hebben, die
haar zoo afkeurenswaardig doen zijn voor de
arbeidersbeweging. Enn met goede bedoelingsn
op het getouw grfzet werk en dus wellicht
het minst slechte atelier in dn stad maar
meer ook niet. Een verbetering der vaktoe
standen in het algemeen is er niet van te
wachten. Ea dat is toch 't voornaamste !
iiiiiiiiinnüii
Mnzieïin de Hoofdstad.
Chsip Gatirilowitsch is eeri jong pianist uit
Rusland, die aanvankelijk door Rubinstein
geprotegeerd, na diens dood zijn opleiding
genoot by Lescbetizky uit Weenen. Eiders
hoorde ik dtiii heer G ibrilowitsch het concert
van Tschaikowsliy spelen, hier bracht bij het
e-kl. 3 concert van Ciiopin ten gehoore, in
het Concertgebouw.
Natuurlijk is GiSrilowitsch een voortreffelijk
pianist. Natuurlijk heeft /.ijn techniek een fabel
achtige ontwikkeling bereikt. Ik zeg natuur
lijk, omdat een pianist hij wien dit niet het ge
val is, in het geheel geen kans beeft op te treden
en naam te maken eu allerminst onze
veeleischt-mle Amsttr farmers zal kunnen bevredi
gen. Gibrilowitsch is ectiter meer. Hij is een
man van talent bovendien; eeu echt klavier
talent mag men hem noemen. Gabrilowitsch
heeft zijn instrument lit-f. Hij gebruikt het
niet alieen als medium om de gedachten onz.r
groote componisten weer te geven; neen het
bekoort hem een mooien toon aan zijn instru
ment te ontlokken en in dien mooien toon
op zich zelf vinit hij reeds behagen. Nu,
het publiek evenzeer, want zeker heeft de
jonge kunstenaar zich ov-er zijn succes nie.t
te beklagen. Il«t concert van Cüopin heeft
hij weten te bezielen met een leven, dat men
er bijna niet meer in gewaand zou hebben.
Ciiopin verbleekt sterk. Zijn droomerige,
ziekelijke melod.ën zijn niet bestand tegen
den stroom des tijds; daartoe heeft men ge
spierder muziek noodig, daartoe dient meer
mannelijke kracht en meer nerf aanwezig te
zijn dan bij Chopin het geval is. Echter
de wijze waarop de jonge Rus den Poolschen
meester begreep (kan er beter pleidooi gele
verd worden voor de »grenzenloosheid" der
kunst) en diens weeke phantasiën teruggaf' op
den fraaien Bechstein, was zóó mooi en zoo
geheel in overeenstemming met Cbopin's muze,
dat men zich inderdaad geheel aan de bekoring
Dan is het cijferschrüt dus te vergeefs ver
anderd," merkte ik op.
Juist, geheel en al. Ik kom juist van graaf
Latrine, den Kussischen gezant en in zeer
duidelijke bewoordh.gen beeft hij te kennen
gegeven dat het Gouvernement ons verdenkr,
van de zaak zeer licht op te vatten. Mon Dieu /''
riep mor.sieur Rocbévol ontzetting. Rusland
en dan de /aak licht cpvatteii!"
Wie ke nen dit gfheimtchrift?''
Ik zelf en graaf Laifine. Zoodn het ver
anderd is, zendt hij bet nieuwe geheimschrift
direct aan den minister, en ik zend de docu
menten langs diplomatieker! weg door de
departementen. Driemaal hebben wij het schrift
veranderd, telkens hebben wij verschillende
boodschappers gezonden, maar aldoor is het
resultaat hetzelfde geweest. De zending was
onmiddelijk algemeen bekend; en Europa
begint ons uit te lachen, want het aardige
mei-je heeft zooveel over voor een verbond."
Kn kan de graaf u niet helpen, monami?"
Hij was kortaf, bijna onbeleefd, maar zijn
vrouw .''
Ah, monsieur zijn vrouw, wel wat zegt
zij 't" vroeg ik glimlachende, want ik wist hoe
betoovereud gravin Laifine was.
Zij weet, even goed als ik," antwoordde
monsieur, dat er iu Frankrijk, zoawel als in
R'island, machtige invloeden zijn, die tegen
een verbond werken.'
Hij sprak zachter en ging ernstig voort:
Invloeden zóó machtig, dat het mogelijk zou
zijn voor hen om onze geheime documenten
te bemachtigen, ze te openen, te lezen, en ze
dan weer te verzegelen en door te zenden
naar hun bestemming."
Maar dat is onmogelijk zonder den sleutel
van het geheimschrift."
Die worde in Parijs gestolen."
Och, van wien ?"
Van den graaf zelf, en dan wordt die sleutel
meteen doorgezonden naar hen die er op
wachten,"
Kinderachtig eenvoudig," fluisterde ik met
een wereld van satire.
De gravin is een merkwaardige vrouw,"
gaf hij toe, en ging toen voort: Gy ziet hoe
gemakkelijk het is. Die menschen kunnen wel
de documenten te pakken krijgen die van
Frankrók naar Rusland gezonden worden, maar
niet den sleutel van hst geheimschrift die
van die brooze en tengere kunst kan over
geven. Vooral de Romance werd met
verrukkelijken toon gespeeld; steeds klan,- en
glansvol en van groote draagkracht ondanks
het fijnste pianissimo. Doch ook de beide
Allegro's waren mooi van expressie.
In het tweede deel speelde Gibrilowitsch
het bekende Impromptu in Bes van Schnbert,
eene Giprice van Paderewski, een stuk
Hongaarscb, rhapsoiisch vuurwerk-muziek van
Liszt en als toegift de cis-kl. 3 wals van
Chopin. Het laatste nummer het mooist.
Door het orehest werd de Dar-suite van Baclx
gespeeld in het eerste deel en daarin was het
vooral de »Aria" die het meest de aandacht
trok en in het tweede deel het voorspel en
ae slotscè.ie uit Wagner's Tristan und isolde.
De klank van ons orchest was in Wagner's
werk weder betooverend schoon. Hot snelle
tempo bij den Liebestod en de langzame be
weging aan het begin van het voorspel, die zich
vooral voelbaar maakte in de rnstpoozen,
tusschen de verschillende inzetten van het thema,
zijn niet boven bedenking verheven.
Zondag 25 dezer werd de sterfdag van Beetho
ven (26 Maart 18L27) herdacht met «ene uitvoering
der Ouverture Leonore III en de achtste
gymphonie. In het tweede deel werd sEin ilel
eneben' van Strauss gespeeld. Aa myne laatste
bespreking van het werk, bij gelegenheid der
Donateurs-repetitie van de Maatschappij
Caecilia, acht ik het niet noodig daaraan nog
iets toe te voegen. Het is en blijft een groot
genot te luisteren naar die heerlyke
orchestweelde die Strau<s te voorschijn weet te
tooveren en die door het oreuest op zoo onnavolg
bare »yze wordt gereproduceerd. Het daed
goed te zien hoe het werk ons puoliek in
geestdrift brengt. Ware ovatiën vielen den
eeren Msngelberg en Zimmermann ten deel;
terecbt en welverdiei d l
Enkele concerten die ik niet kon bijwonen
wil ik hier nog ter wille der volledigheid
registreeren. Het zijn : een invitatieconcert van
het Studenten-mu2i«kgeielschap J Pz
Swsehnck onder leiding van den Heer Gjttiried
Mann ; een concert ten voordeele van de
Diamanthewerkers met medewerking van mevr.
Oldenboom-Lulkeman, de heeren Jul. Röitgen
en M. Wolters en een driehonderdtal zangers,
onder leiding van den heer J L. Wertiieim;
het jiarlijksche concert der dames Henriette
en Anna R>ll, ditmaal met medewerking van
den heer Louis Zimmermann en tensloiteeen
lieder- en duetavond van Gjorge en Lilian
Henschel, waarop zangnummers voorkwamen uit
alle tijdperken. Men weet dat Henschel voor
twintig jaar ongeveer hier te lande veel opgang
maakte als zanger en o. a. het vijftig-j-irig
feest der Maatschappij tot bevordering der
Toonkunst met zyn medewerking opluisterde.
Ook thans nog bereidt dit echtpaar zijnen toe
hoorders een groot muzikaal genot. De tweede
soiree hoop ik dij te wonen en dau myne
indrukken den lezer mede te deelen.
ANT. AVERKAMP.
mui in il ui iniiinitiniiiitiiiiHiiiMHlliiiHiiiiiii
Dr. P. J. H, Cnijpera door Victor fle Stom
Het ly'kt mij niet ongepast de studie, door
Victor de Stuers over Cuijpers in Eaeviers
Maandschrift g-geven, eu die door van
Hulzen in dit Wetkblad reeds waardeerend
werd aargekuiidigd, r,og eens op te halen.
En wel om tweeërlei reden: ten eerste, om
zoo mogelijk» meerdere belai golellii.g op te
wekken voor een werkkracht, waarvan de ver
strekkende beteekenis voor de beweging in
onze architectuur, zoowel als voor onz?
kunstindustrie, door nog te weinigen doorgrond
w j rdt, vervolgens, om het goed recht eener Zaak,
dat door al te veel verspreide vooroordeelen.
' opgewekt door laatdunkende geestdryvers,
zoo vaak jammerlijk miskend wordt.
Wat iu dat levendig : eergeschreven opstel
vooral treft, is naast de volheid vanvereering,
het onverfiolen uiten van grieven, in 't bijzon
der tegen bedekte aanvallen der
onverdragelijkheid.
Een studie van diep-ingian op den aard
of de volle beteskenis van Cuijpers arbeid, is
dat stuk wel niet. Maar het Jaidend beginsel
ii den arbeid van dezen begaafien bouw
meester, de hechte grond van zijn
kunstprincipen, worden door de uit zijn mond ver
nomen belijdenis, toch wel, voor wie aandachtig
lezen wil, in een klaar licht gesteld, 't Lijkt
imiiiminiMii
wordt hier gestolen."
En natuurlijk is de dief al bekend," riep
ik minachtend.
bijna," riep hij, ru voor het eerst met eenig
enthousiasme, byiia. Woensdag zulltii wij
hem op heeterdaad betrappen. Van n ding
zijn wij reeds zeker. Hy beweegt zich in de
diplomacieke kringen, en weet dat ons eind
voorstel aan Kusland in het einde van deze
week zal gedaan worden. Woensdagochtend
geef ik het nieuwe geheirmchritt aan den
graaf, 's avonds verzendt hij het, maar in dien
tus-ctientijd zal de gravin den ief ontdekken.
Zij verdenkt een van de secretarissen van haar
echtgenoot."
Gij hebt u een nieuwe, krachtige bond
genoot verzekerd," riep ik met eeu trilling
van jaloezie in mijn stem.
Tut, tut," antwoordde hij zacht, gij zjjt
de bondgenoot die ik hebben moet, want, eerlijk
gezegd, geloof ik geen woord van alles wat de
gravin vertelt."
De hemel zij gedankt," riep ik uit, dan
zijt gij niet zoo dom als ik een oogenblik
vreesde. Maar gij gaat te ver, mijn vriend,
want alles is waar, behalve <in ding. de naam
van den spion, en die is ..."
Laat ons diplomatiek zijn/' viel hij mij in
de rode, totdat wy zekerheid hebben. Den
onbekende noemen wij X."
Waarom niet L't' antwoordde ik en toen
moet ik bekennen, schrikte ik van die toeval
ligheid, want de gravin zelf kwam te paard
juist aanrijden, zij hield stil bij mijn rijtuig en
stak mij haar hand toe.
Ik heb geen vertrouwen in L." riep mon
sieur Rochémet verheffing van stem. Zero
kan den race niet winnen, niettegenstaande zij
een voorsprong heeft," en toen keek hij op en
boog voor de gravin Larfine.
Ik dacht niet, dat de diplomatie haar ont
spanning zocht in wedrennen" riep zy uit met
een ondeugend glimlachje.
De ouderdom heeft dwaasheden zoo goed
als de jeugd" antwoordde hij, en toen boog hij
zich voorover en fluisterde haar toe: Is er
nieuws 't"
Wat zou er vcor nieuws zyn, nu?" vroeg
zij. Op den avond van den bepaalden da<r zal
ik dat eerst weten. Op het bal masquézal ik
u zijn naam zeggen."
(Wordt vervolgd).