De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 1 april pagina 3

1 april 1900 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No 1188 DE AMBTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. op groote ateliers en fabrieken van cor,fjctie en van witte goederen, is voor ons land en voor Amsterdam eerst een verschijnsel der laatste jaren. De vakgenooten kenden en bereikten elkaar vroeger niet, terwijl de mededinging haar wantrouwend tegen over elkaar deed staan. Van de huisarbeiders(sters), in den zin waarindenaaisters ,dat zijn, kan nooit eeu begin van organi satie uitgaan. Zo'dang de huisarbeid trouwens nog zeer uitgebreid is, zal de organisatie ook nog steeds betrekkelijk zwak moeten wezen. De naaisisrs gevoelen het dagelijks. Om twee redenen is het dus de huis industrie, waartegen in de allereerste plaats de beweging der arbeiders in de kleedirigiodustrie gericht moet zijn. Deze toch is de reden, dat de pogingen tot verbetering der arbeidsvoorwaarden zoo weinig resultaat kunnen hebben, door de scherpe individuele concurrentie die er uit voortkomt en daar door ook een hindernis voor de arbeiders organisatie zelf'. Hoe meer de fabriek zien meester maakt van het arbeidsveld, hoe meer de vereenigiug der arbeiders zich zal doen gelden, en hoe eerder daardoor een ?werkelijke verbetering in de voorwaarden Van den arbeid zal kunnen worden gebracht. Eerst ging het dan ook met het organiseeren niet. De kleei makers hadden al moeite gedaan om het vereenigingsleven bij hun vrouwelijke lotgenooten te wekken, maar het mocht niet baten. Eerst toen de Vrr,e Vi ouwen-Vereeniging met de Kleermakei sbond samen een vergadering belegde, kwamen er wat meisjes op en werd er werkelijk een naaistersbonrt gesticht, waar van jurTiouw R. Vos de ziel was.1) En heel veel wrJer dan die ziel kwam men nog niet. Het »AIlen Een," dat de Bond tot motto gekozen had, werd wel eens in «Alleen n" veranderd, en feitelijk was dat vrij juist. Het uitzicht werd wat be,ter, toen de voorbereiding van de Nat. Ten toonstelling van Vrouwenarbeid, het comit daarvoor in aanraking bracht met de restes van den Bond. Op een door juffrouw Vos gepresideerde veigadering, waar mevrouw Goedkoop sprak, waren weer heel wat naaisters, waarvan er zich vrijwat aan sloten. Onder haar juffrouw Pnjes, de tegenwoordige secretares en ijverige redac trice van den Bode. Van dat oogenblik af dagteekent de groei der vereen igi n g. In dat jaar kwam men tot de uitgave van het maand blaarljri de Naaistersbode, In Rotterdam, Dordrecht, Groningen,den Haag en Haarlem werden afdeelingen gesticht, waarvan de tweede voor kort een dienstbodenvereeniging oprichtte. Den Haag is bezig wat in de aristocratie te verdwalen, en Haarlem moest door dwang van een patroon worden ontbonden. Daartegenover staat, dat men in Utrecht en Deventer met veel kans op slagen aan de voorbe reiding van afdeelingen bezig is. De Amstetdamsche afdtelmg heeft nu een zangkoor, een Engelsche les, een reis clubje en een tooneelclubje, terwijl zij ook een coöperatie op het geiouw heeft gezet. Vooral bij een vak, waar de aaneen sluiting, uit den aard van de erbij bestaande produc'iemanier, nog zoo bijzonder moeilijk moet zijn, is het aanbieden van dergelijke, buiten het directe doel der organisatie ge legen voordeelen, van vrij groote beteekenis, omdat het wellicht ook haar tot medewerking brengt, die terwille van de verdediging harer economische belangen de noodzaak van samengaan nog niet inzien. Dat zoo iets dus slechts middel, of om zoo te zeggen franje, moet blijven, spreekt vanzelf en dat de naaistersbond ook eene coöperatie begonnen is en daarvoor alle krachten besteedt toont, dat hij dat niet uit het oog verliest. Hiermede toch hebben zij een flmken steun gekregen bij huu economischen strijd. Zij hebben erdoor een eigen werkplaats, waarop zij elke naaister, die tengevolge van haar optreden door werkgevers is uitgesloten, een nieuwe werk kring kunnen aanbieden, eri haar zoo noodig ook tijdens eene werkstaking van langeren duur zouden kunnen ondersteunen. Zoo aanstonds over de coöperatie meer. Welke is nu de beteekenis der organisatie voor de verbetering der arbeidsvoorwaar den? Deze, dat de werkgever niet meer staat tegenover het afzonderlijk individu, iimiiiiiiiiiiiiiMiimia ItnlIMIlHIIllHII Het Russische geheimsehrifc i. De hemel beware ons!" riep ik wrerelig uit. Is er dan geen schepsel meer op de wereld met gezonde hersenen 'i I i wil niet gaan als nacht of morgen, of als Marguerite of Pierrette, of Madame de Pompadourl Ik wil een origineel costuum!" En ik stanpte met my'n voet om mijn opmerking meer kracht bij te zptten. Wat dunkt u van Carmen, mevrouw?" Ten einda raad zonk ik neer op mijn stoel. Cariueul En dat noemde het schepsel origineel! Het was te belachelijk om er mij boos over te niaken. Ik schaterde het uit, en toen, ter»ijl ik iniju oogen opsloeg naar het verbaasd ver ontwaardigd gezicht van madame Virot, viel myn blik op een costuum in de kast achter haar en wees ik het haar aan, een en al opgewondenheid. Maar dat is dan toch origineel," riep ik uit. Wat stelt dat costuum voor?" Een ijspaleis, mevrouw." Het is schitterend." Zeker, mevrouw, het is schitterend; een waar kunststuk," en toen, medegesleept door mijn enthousiasme, haalde zy het te voorschijn en begon er over uit te weiden. Het wan een lichtgroen kleed, bedekt met een glinsterend, schil terend netwerk, dat er uitzag als werkelij k ijs. Ziet u, mevrouw, het hoofdgarnituur geeft den besneeuwden top van dea toren weer en de eau-de-nu geborduurde rok stelt den be vroren omtrek voor van het gebouw, dat een fac-simile is van het ijspaleis, dat verleden jiar op den Neva werd opgericht. Een smaragd groen satijnen masker, met kleine kristallen y'skegeltjes, die naar beneden hangen in plaats van de gewone kanten barbs, voltooit bet costuum." Dat moet ik hebben," riep ik uit, het is onvergelijkelijk mo ." . Het is al verkocht, mevrouw." maar te onderhandelen heeft met eene aan eengesloten massa, naar welke ceen onder linge mededinging bestaat, waardoor dus de loonen niet worden gedrukt. Dit is evenwel slechts daar mogelijk, waar de organisatie alle of een zeer groot gedeelte arbeiders omvat. Zoover zijn d« naaisters echter nog bij lange na niet. Bij hen be paalt zich h«tgeen zij doen kunnen tot hier en daar verbetering te bevechten. Z >o hebben zii tot nu toe drie werkstakingen gegeleid. Twee ervan, die bij den heer Norden en die bij den heer Frankfort, waren een mooi succes. De meeste eischen werden er al heel gauw ingewilligd, en deze uitslag had een niet minder g >ed gevolg dat de daar werkende naaisters van het nut der oiganisatie z'>o werden overtuigd, dat zij zich bij den B >nd aansloten. Oe andere staking was die op de groote fabriek van Van de Waal en K latte. Hiertegen kon de B>nd met zijn beperkte middelen niet op, de tegenwerking van een macht g patroon en een weinig arbeidsgezinde pers waren der toen nog ze-^r jonge vereeriiging te sterk, en op enkele zeer luttele kleinig heden na, werd daar niets verkregen van wat gevraagd werd. De schrik zat er bij de op die fabriek werker de naaisters ook zoo geducht in, en de vrees voor den patroon was er van dien aard, dat de mpisjt-s gp,«-n verdere aanraking met den Bond durfd-jn zoeken. Doch hoe jammer d't laatste ook i?, de Bond is niettemin een eersteen flinke Btap, nader tot verbetering van de jammerlijk ellendige toestanden, di>> in ons vorige artikel zijn geschetst. Bij zijn driejarig bestaan mojten wij hem en de naaisters in het algemeen, daarmede hartelijk gelukWant hij moge dan 1102; niet zoo heel veel materieels kunnen tot stand brengen, het is toch een moreele overwinning op de onbewustheid der arbeidsters. Hij werkt toch cpklarend en verhelderend op de begrippen van haar voor wie hij is bestemd. Zie, met dat de fabriek haar intrede doet in de kleedingindustrie, waren de g^aevens er voor eene arbeidersorganisatie. Vrofg of laat moest deze vanzi-lf komen; natuurlijk, geen plan groeit in de hoofden van mensehen, dat niet een terugsla?, een uitvloeisel is van het materieele, dat om hem heen ge beurt. Maar het gaat ermede al? met het bevriezen van water in een glas. Dat kan men namelijk koud niaken tot eenige graden beneden het nulpunt, zonder dat het in ijs overgaat. Maar dan behoeft men slechts eventjes te stooten of het water bevriest. Dat slootje, dat begin wordt in elke be weging gegeven door een paar menschen, die door bijzondere omstandigheden, meer ondervinding, of scherper verstand bijv., iets eerder en iets beter het oogenblik be grijpen, de nieuwe vormen vatten waarin het bestaande al bezig is te groeien. Is men eenmaal bezig, dan blijkt, dus ook dat de bezigheid noodzakelijk is en moest alles langzamerhand vanzelf' gaan, ware het niet dat overleveringen gewoonte zulke ontzaglijk sterke krachten zijn, die in andere richting werken. Deze te over winnen, door gestadig en ijverig te werken, de bewustheid van den werkelijken toestand te doen geboren worden bij hen die in den sleur loopende daarvoor ziende blind zijn ; dat is het beste en allereerste werk van elke jeugdige arbeidersorganisatie. Daarom noemden wij den Bond, een straaltje licht in de duisternis. De vraag doet zich voor, en is in de kring van wie den Bond leiden, m ds be slist gedaan :) of de eerste stap, die deze organisatie der vrouwelijke kleedingarbeiders is, niet tot een tweede stap leiden moet, die een nog omvangrijker aaneen sluiting zou tot stand brena-en, mnl. die van samensmelting van Naaistersbond in Kleermakersbond. Daarvoor is inder daad veel te zeggen. De Vrije Vrouwenvereeniging, die in den beginne de naaisters raadde, wilde zulk een aaneensluiting niet, daar zij voor de vrouwen geen heil zag in een mannenvereeniging. Dit was vanhaar standpunt te begrijpen. Zij toch is een organisatie van vrouwen, die door de levens omstandigheden gedwongen zijn tot dagelijksche concurrentie met mannen. Maar waar het arbeidsters betreft wordt het stand punt geheel anders. Daar raakt deze in burgerlijke kringen bestaande belangen strijd geheel op den achtergrond voor den gezamenlijke!' strijd, tegen de gezamenlijke werkgevers. Het eeuige dat bestaan bluft, is het feit, dat vrouwen gemakkelijker door vrouwen worden bereikt, maar da zou de, zoo ontzaglijk veel ec momische voordeelen gevende, aansluiting geenszins in den weg htaau, daar de vrouwelijke naaisters zeer goed een aparte afdeeling kunnen vormen. Eén vakorganisatie, is ook sleclits in staat teu fliuke wetrslaiidskas te vormen, en daardoor een algerneene beweging op touw Ie Zetten. In een land zoo klein ais het ouze is er slechts voor a vakblad plaats, kan slechts n aaneensluiting zoo sierk zijn dal ze kapitaal genoeg heeft om tot de voor de vakorganisatie zoo noodzakelijke bezoldiging der besturen over te gaan enzoovoort. Daarom wencellen wij den bond, met de beste bedoelingen toe, dat/.ijn derde jaarfeest, tit-t laatste of een van dd laatste mag zijn. Het kan niet anders dan tot bevoideriiig vau de belangen der naaisters strekken. Ten slotte nog een enkel woord over de cuöperati -beweging in den Bond. De c operatie is in de urbeicieisbeweging eeu der drie factoren. JKu wel deie, die iiiStaat kau stellen de beide andere: politiekeii ttnjd en vak-organisaiie, tot hun reent te (toen komen, doordat uit, dd door haar gemaakte winst iu de kosten van deze beide wordt te gemoel gekomen. Uit dan j aard der zaak is tellier de verbruiksco peratie daarioe geschikter dan de productieve, zooals die dc-r naaisters is, o.'uoat gei.e niet iu de eersie plaats geschiedt ten behoeve van de deelnemtrj aan de productie zooals deze. Ook werkt het wiiiSUiiaken in de productieve c,operatie de uitbreiding over vele deeli.enibt'3 tegen, daar dan ieders aaudtel kleiner worden moet, terwijl bij de verbruikscoöperatie elk nieuw lid de winst doet stijgen, en zoodoende deze meer tot massa biweginy bestemt. ;') Toch is hei hit r vooralsnog een eenigszins aiidei geval, daar de naaisteiscuöperaue allereerst bedoeld is als hulpmiddel in den tcoiioinitcheii strijd, als middel tot voimiiig van een stnjdakas en als toevlucnt voor in dien strijd met ontslag getroffen vak geiiooteii. De wensch, het naaistersvak rteds nu t=) hervormen tot een stelsel van »de fabrieken aan de arbeidsters", w.>rdt ttrtcht nu nog mei geu;t. Al is dan het beginsel nog niet zuiver dat van de coöperatie als eeu der drie zijden van de falanx der arbeidersbeweging, toch kan ze, zich bewe gende met de zelfde voornemens die er nu heertchen, de vakbeweging der naaisters heel wat helpen, kan ze, mits zich steeds mter uitbreidende daartoe duchtig bijdragen dat de ellendige toestanden van 't loon eu den arbeidsduur door den voortdurenden drang van de aaneengesloten slachtoffers ervan gaandeweg worden verbetetd. -En kan ze de middelen geven om langs den politieken weg. door kamers van arbeid, gemeenteraad en parlement 4) op te treden bijv. tegen de huisindustrie, de bron van 't meeste kwaad, ter verkrijging van 't zoo hoognoodige betere toedicht op de uitvoering der arbeidswet enz. enz. Wat zij, die buiten de arbeidabewe.?ing staan, doen kunnen, indien het hun bewust is, dat hier waarlijk misstanden zijn van ergelijk^n aard, is dus in de eerste plaats die coöperatieve beweging steunen door haar bestellingen te doen '). En tegen de huisindustrie waie misschien ook iets te doen op de wijze, waarop men haar bijv. in Londen tegenwerkt door en door haar vervaardigde goederen bijzonder te merken, zooilat ieder in staat is, zoo hij haar niet wenpcht te bevorderen, hare producten te boycotten. Al dott men dit slechts mei het oog op de hygiëue, het zou reeds verstan dig zijn ). Al kan in deze de stuwkracht nergens anders vandaan komen dan van de arbei ders zelf, een Ivipport als dat, wat wij hier bespraken moet ook anderen dringen tot de wensch iets mede Ie werken, en het is gelukkig, dat de Weg tot die medewerking zoo duidelijk eu eenvoudig is. '/ H. ') Van de fabriek van Van de Waal en Dan betaal ik dubbel." Onmogelijk!" Driemaal zooveel!" Ik zou het u gaarne geven, mevrouw, nu u bet zoo mooi vindt, mair ik kan het niet doen ; het is speciaal voor deze keer geteekend ; ik kreeg de schetsen." Och kom!" riep ik ongeduldig uit, maak mij dan et n duplicaat." Onmogelijk, meviouw, want het costuum IB voor hetzelfde bal masiiuo, waarvoor u het ook hebben wilt." En voor wie?" vroeg ik uit de hoogte, want ik w*s buiten mijzelf door haar tegenstribbelen. De een of andere avonturierster zekt-r, die bij toeval een kaart heeft gekregen ei nu wil doorgaan voor een vermomde prinses." Voor zulke menschen maak ik niet," riep madame Virot uit, alsof mijn gebelgdheid op haar was overgeslagen, liet costuum is voor gravin Laih'ne. Maar u heeft misschien al een ander idee." Ik wendde mijn oogen af van het costuum dat mij scheen te tergen, en pijnigde mijn hersens te vergeefs, om ieH anders te vinden, dat die pracht nog zou overschaduwen; niets kon ik vinden en verachtelijk zag ik mijn ongelukkige naaister aan, die mij in al die jaren nooit geheel had kunnen voldoen. Tegenwoordig origineel te zijn'', zeide ik onverschillig, is eigenlijk zoo iets ordinair», dat het origineel is om ordinair te wezen, ik zal dan Carmen maar nemen," Ik vond mijn epigram nog al aardig en daarom voelde ik mij alweer bijna tevredengesteld, maar toen ik naar het JJ^is reed, begon ik weer aan het costuum te denken, en ik werd ?wanhopig. Want dit was geen gewoon bal masgiic, waar alles maar scbijti is, van de costurnes af tot het idee toe, dat de dansers elkaar niet kennen. Het zou alles echt zijn, tot in de kleinste bijzonderheden. Er zou geen démasquézijn, maar iedereen zou incognito biyven van het begin tot het einde. 'Men zcide, dat zelfs de gastheer en gastvrouw naar hun eigen huis zouden komen rijden en met de menisle samen zouden binnen komen. Niemand zou iemand kennen, en toch kende iedereen elkaar; geen ceremoniemeesters, geen gastheer en gastvrouw, geen introducties of oflicieele voorstellingen. Het feit alleen dat men er was, was een officieel zegel op iemands bewijs van goed, zedelijk gedrag." Het was een artistiek idee, barer waardig, die het in P.irij<j had in gevoerd gravin Larfine, do vrouw van den Kussischen gezant, en daar ik dus gemaskerd moest zijt', bad ik door kunst willen lietooveren, in plaats van door nacuur; maar dat was nu voor mij bui engeslote^, en hoe meer ik mij daarin verdiepte, des te wreveliger voelde ik my gestemd. Mijn landauer stopte, toen wij den ingang binnenreden, en monsieur Hoché, de premier, die mij in vroeger jaren menig diplomatieke opdracht had gegeven, nam zijn hoed af en stak mij de hai.d toe. Madame, de goden begunstigen mij." Monsieur, gij zijt te bescheiden, gij hadt het vrouwelijke woord moeten gebriüken." Ik wenscbte juist u te zien, u liever dan eenige andere vrouw in I'arijs" antwoordde hij en daarom herhaal ik: ,.de goden begun stigen mij." Die de goden liefhebben, monsieur'' en ik glimlachte, want ik had er alles voor over om eens te kunnen kiijbelen, en het liefst van allen met mijd besten vriend. S'erven jong, niet waar?" lachte bij zacht. Wel, dat gevaar ben ik te boven." En toen, zonder op een uifnoodiging te wachten, stapte hij kalm in het rijtuig en ging naast ruij zitten. Deze o, enbartigheid was zoo groot, zoo ver bazend groot, dat ik hem verwijtend aanzag. Gij rnoet mij helpen, ma ch'cre", zeide hij ernstig. Het is geen scherts, maar een zeer ernstige zaak een zaak, die mijn reputatie in gevaar kan brengen". Ka die za&k is.. . ?" Gij kent onze verhouding tot Rusland?" Ja, een aardig meisje, dat allerlei kunstgreepjes te baat neemt om den minnaar te lokken, die echter nog aarzelt." Juist", zeide hij, op een toon, die bewees dat hij mijn vergelijking naar waarde schatte; maar de minnetirieven van het aardige meisje worden geopend." Hoe vernederend!" Meer dan dat," riep hij onstuimig, het is fnuikend voor mij. Driemaal in de afgeloopen maand is het meest geheime cijferschrift van het Gouvernement veranderd geworden, omdat, zoodra onze boodschap in Kusland ontvangen was, die boodschap tevens publiek eigendom werd in alle hoofdsteden van Europa." Klatte waren toen heel wat arbeidsters present. Zij durf'.len zich echter niet aansluiten daar de »juff-ouw" er ook was. Die had er zieker »den schrik" wel onder! '?'?) Zie het artikel van mej. S Prijesoverde Kleedingindustrie in Dj(n) yieuwe(n) Tt/j-l van Maart II. 3) Da Nederlandsehe sociaal -demokraten hebben dan ook op hun congres te Leeuwar den in 1899, aan de verbruikscoöperatie als middel in hun strijd den voorkeur gegeven. 4j E.ikele pogingen in die richting werden ree.ds gedaan. 5) ll^t a tres der coöperatie is Waterlooplein 68. Zij beveelt zich aan tot het ver vaardigen van : dame<- en heeren-onderkleeding, dames- en ktnder-bovenkleeding, werkmanskielen, fijn borduur- en stopwerk en refjrmklemting, desgewenscht met bylevering der stiften. i;) Men denke aan wat prof. Saltet in een bylage van het Rtpport zegt (pag. 130), waar hij de overbrenging van emetstoffen door kleederen zeer goed mogelijk acht en de méening der commissie komt bevestigen, dat de huisindustrie ontzettende gevaren voor de gezondheid op levert niet slechts voor de arbeiders ook voor de koopers ') Tot nu toe wydde ik geen woord aan pen uit andere kringen gadane poging tot ver betering der arbeidstoestanden: de Voorpost, een zoogenaamde c< operatieve naaiwinkel. Deze staat echter geheel rmiten de arbeidsheweging en kan dm hjog-itens voor de werksters, die daar aangenomen zijn resultaten van beter loon en heter handhaving der arbeidswet hebber. Bij haar moet de ciöperatie dan ook de afsluitende gevolgen hebben, die haar zoo afkeurenswaardig doen zijn voor de arbeidersbeweging. Enn met goede bedoelingsn op het getouw grfzet werk en dus wellicht het minst slechte atelier in dn stad maar meer ook niet. Een verbetering der vaktoe standen in het algemeen is er niet van te wachten. Ea dat is toch 't voornaamste ! iiiiiiiiinnüii Mnzieïin de Hoofdstad. Chsip Gatirilowitsch is eeri jong pianist uit Rusland, die aanvankelijk door Rubinstein geprotegeerd, na diens dood zijn opleiding genoot by Lescbetizky uit Weenen. Eiders hoorde ik dtiii heer G ibrilowitsch het concert van Tschaikowsliy spelen, hier bracht bij het e-kl. 3 concert van Ciiopin ten gehoore, in het Concertgebouw. Natuurlijk is GiSrilowitsch een voortreffelijk pianist. Natuurlijk heeft /.ijn techniek een fabel achtige ontwikkeling bereikt. Ik zeg natuur lijk, omdat een pianist hij wien dit niet het ge val is, in het geheel geen kans beeft op te treden en naam te maken eu allerminst onze veeleischt-mle Amsttr farmers zal kunnen bevredi gen. Gibrilowitsch is ectiter meer. Hij is een man van talent bovendien; eeu echt klavier talent mag men hem noemen. Gabrilowitsch heeft zijn instrument lit-f. Hij gebruikt het niet alieen als medium om de gedachten onz.r groote componisten weer te geven; neen het bekoort hem een mooien toon aan zijn instru ment te ontlokken en in dien mooien toon op zich zelf vinit hij reeds behagen. Nu, het publiek evenzeer, want zeker heeft de jonge kunstenaar zich ov-er zijn succes nie.t te beklagen. Il«t concert van Cüopin heeft hij weten te bezielen met een leven, dat men er bijna niet meer in gewaand zou hebben. Ciiopin verbleekt sterk. Zijn droomerige, ziekelijke melod.ën zijn niet bestand tegen den stroom des tijds; daartoe heeft men ge spierder muziek noodig, daartoe dient meer mannelijke kracht en meer nerf aanwezig te zijn dan bij Chopin het geval is. Echter de wijze waarop de jonge Rus den Poolschen meester begreep (kan er beter pleidooi gele verd worden voor de »grenzenloosheid" der kunst) en diens weeke phantasiën teruggaf' op den fraaien Bechstein, was zóó mooi en zoo geheel in overeenstemming met Cbopin's muze, dat men zich inderdaad geheel aan de bekoring Dan is het cijferschrüt dus te vergeefs ver anderd," merkte ik op. Juist, geheel en al. Ik kom juist van graaf Latrine, den Kussischen gezant en in zeer duidelijke bewoordh.gen beeft hij te kennen gegeven dat het Gouvernement ons verdenkr, van de zaak zeer licht op te vatten. Mon Dieu /'' riep mor.sieur Rocbévol ontzetting. Rusland en dan de /aak licht cpvatteii!" Wie ke nen dit gfheimtchrift?'' Ik zelf en graaf Laifine. Zoodn het ver anderd is, zendt hij bet nieuwe geheimschrift direct aan den minister, en ik zend de docu menten langs diplomatieker! weg door de departementen. Driemaal hebben wij het schrift veranderd, telkens hebben wij verschillende boodschappers gezonden, maar aldoor is het resultaat hetzelfde geweest. De zending was onmiddelijk algemeen bekend; en Europa begint ons uit te lachen, want het aardige mei-je heeft zooveel over voor een verbond." Kn kan de graaf u niet helpen, monami?" Hij was kortaf, bijna onbeleefd, maar zijn vrouw .'' Ah, monsieur zijn vrouw, wel wat zegt zij 't" vroeg ik glimlachende, want ik wist hoe betoovereud gravin Laifine was. Zij weet, even goed als ik," antwoordde monsieur, dat er iu Frankrijk, zoawel als in R'island, machtige invloeden zijn, die tegen een verbond werken.' Hij sprak zachter en ging ernstig voort: Invloeden zóó machtig, dat het mogelijk zou zijn voor hen om onze geheime documenten te bemachtigen, ze te openen, te lezen, en ze dan weer te verzegelen en door te zenden naar hun bestemming." Maar dat is onmogelijk zonder den sleutel van het geheimschrift." Die worde in Parijs gestolen." Och, van wien ?" Van den graaf zelf, en dan wordt die sleutel meteen doorgezonden naar hen die er op wachten," Kinderachtig eenvoudig," fluisterde ik met een wereld van satire. De gravin is een merkwaardige vrouw," gaf hij toe, en ging toen voort: Gy ziet hoe gemakkelijk het is. Die menschen kunnen wel de documenten te pakken krijgen die van Frankrók naar Rusland gezonden worden, maar niet den sleutel van hst geheimschrift die van die brooze en tengere kunst kan over geven. Vooral de Romance werd met verrukkelijken toon gespeeld; steeds klan,- en glansvol en van groote draagkracht ondanks het fijnste pianissimo. Doch ook de beide Allegro's waren mooi van expressie. In het tweede deel speelde Gibrilowitsch het bekende Impromptu in Bes van Schnbert, eene Giprice van Paderewski, een stuk Hongaarscb, rhapsoiisch vuurwerk-muziek van Liszt en als toegift de cis-kl. 3 wals van Chopin. Het laatste nummer het mooist. Door het orehest werd de Dar-suite van Baclx gespeeld in het eerste deel en daarin was het vooral de »Aria" die het meest de aandacht trok en in het tweede deel het voorspel en ae slotscè.ie uit Wagner's Tristan und isolde. De klank van ons orchest was in Wagner's werk weder betooverend schoon. Hot snelle tempo bij den Liebestod en de langzame be weging aan het begin van het voorspel, die zich vooral voelbaar maakte in de rnstpoozen, tusschen de verschillende inzetten van het thema, zijn niet boven bedenking verheven. Zondag 25 dezer werd de sterfdag van Beetho ven (26 Maart 18L27) herdacht met «ene uitvoering der Ouverture Leonore III en de achtste gymphonie. In het tweede deel werd sEin ilel eneben' van Strauss gespeeld. Aa myne laatste bespreking van het werk, bij gelegenheid der Donateurs-repetitie van de Maatschappij Caecilia, acht ik het niet noodig daaraan nog iets toe te voegen. Het is en blijft een groot genot te luisteren naar die heerlyke orchestweelde die Strau<s te voorschijn weet te tooveren en die door het oreuest op zoo onnavolg bare »yze wordt gereproduceerd. Het daed goed te zien hoe het werk ons puoliek in geestdrift brengt. Ware ovatiën vielen den eeren Msngelberg en Zimmermann ten deel; terecbt en welverdiei d l Enkele concerten die ik niet kon bijwonen wil ik hier nog ter wille der volledigheid registreeren. Het zijn : een invitatieconcert van het Studenten-mu2i«kgeielschap J Pz Swsehnck onder leiding van den Heer Gjttiried Mann ; een concert ten voordeele van de Diamanthewerkers met medewerking van mevr. Oldenboom-Lulkeman, de heeren Jul. Röitgen en M. Wolters en een driehonderdtal zangers, onder leiding van den heer J L. Wertiieim; het jiarlijksche concert der dames Henriette en Anna R>ll, ditmaal met medewerking van den heer Louis Zimmermann en tensloiteeen lieder- en duetavond van Gjorge en Lilian Henschel, waarop zangnummers voorkwamen uit alle tijdperken. Men weet dat Henschel voor twintig jaar ongeveer hier te lande veel opgang maakte als zanger en o. a. het vijftig-j-irig feest der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst met zyn medewerking opluisterde. Ook thans nog bereidt dit echtpaar zijnen toe hoorders een groot muzikaal genot. De tweede soiree hoop ik dij te wonen en dau myne indrukken den lezer mede te deelen. ANT. AVERKAMP. mui in il ui iniiinitiniiiitiiiiHiiiMHlliiiHiiiiiii Dr. P. J. H, Cnijpera door Victor fle Stom Het ly'kt mij niet ongepast de studie, door Victor de Stuers over Cuijpers in Eaeviers Maandschrift g-geven, eu die door van Hulzen in dit Wetkblad reeds waardeerend werd aargekuiidigd, r,og eens op te halen. En wel om tweeërlei reden: ten eerste, om zoo mogelijk» meerdere belai golellii.g op te wekken voor een werkkracht, waarvan de ver strekkende beteekenis voor de beweging in onze architectuur, zoowel als voor onz? kunstindustrie, door nog te weinigen doorgrond w j rdt, vervolgens, om het goed recht eener Zaak, dat door al te veel verspreide vooroordeelen. ' opgewekt door laatdunkende geestdryvers, zoo vaak jammerlijk miskend wordt. Wat iu dat levendig : eergeschreven opstel vooral treft, is naast de volheid vanvereering, het onverfiolen uiten van grieven, in 't bijzon der tegen bedekte aanvallen der onverdragelijkheid. Een studie van diep-ingian op den aard of de volle beteskenis van Cuijpers arbeid, is dat stuk wel niet. Maar het Jaidend beginsel ii den arbeid van dezen begaafien bouw meester, de hechte grond van zijn kunstprincipen, worden door de uit zijn mond ver nomen belijdenis, toch wel, voor wie aandachtig lezen wil, in een klaar licht gesteld, 't Lijkt imiiiminiMii wordt hier gestolen." En natuurlijk is de dief al bekend," riep ik minachtend. bijna," riep hij, ru voor het eerst met eenig enthousiasme, byiia. Woensdag zulltii wij hem op heeterdaad betrappen. Van n ding zijn wij reeds zeker. Hy beweegt zich in de diplomacieke kringen, en weet dat ons eind voorstel aan Kusland in het einde van deze week zal gedaan worden. Woensdagochtend geef ik het nieuwe geheirmchritt aan den graaf, 's avonds verzendt hij het, maar in dien tus-ctientijd zal de gravin den ief ontdekken. Zij verdenkt een van de secretarissen van haar echtgenoot." Gij hebt u een nieuwe, krachtige bond genoot verzekerd," riep ik met eeu trilling van jaloezie in mijn stem. Tut, tut," antwoordde hij zacht, gij zjjt de bondgenoot die ik hebben moet, want, eerlijk gezegd, geloof ik geen woord van alles wat de gravin vertelt." De hemel zij gedankt," riep ik uit, dan zijt gij niet zoo dom als ik een oogenblik vreesde. Maar gij gaat te ver, mijn vriend, want alles is waar, behalve <in ding. de naam van den spion, en die is ..." Laat ons diplomatiek zijn/' viel hij mij in de rode, totdat wy zekerheid hebben. Den onbekende noemen wij X." Waarom niet L't' antwoordde ik en toen moet ik bekennen, schrikte ik van die toeval ligheid, want de gravin zelf kwam te paard juist aanrijden, zij hield stil bij mijn rijtuig en stak mij haar hand toe. Ik heb geen vertrouwen in L." riep mon sieur Rochémet verheffing van stem. Zero kan den race niet winnen, niettegenstaande zij een voorsprong heeft," en toen keek hij op en boog voor de gravin Larfine. Ik dacht niet, dat de diplomatie haar ont spanning zocht in wedrennen" riep zy uit met een ondeugend glimlachje. De ouderdom heeft dwaasheden zoo goed als de jeugd" antwoordde hij, en toen boog hij zich voorover en fluisterde haar toe: Is er nieuws 't" Wat zou er vcor nieuws zyn, nu?" vroeg zij. Op den avond van den bepaalden da<r zal ik dat eerst weten. Op het bal masquézal ik u zijn naam zeggen." (Wordt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl