Historisch Archief 1877-1940
No. 1191
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
5
DAME£.
[Een Nationaal Bnrean w Vrouwenarbeid.
Zooals men reeds in de nieuwsbladen heeft
kunnen lezen, ia het finantieel resultaat der
in 1898 gehouden Tentoonstelling voor Vrouwen
arbeid, zeer gunstig geweest.
Waar er, voor zoover ons bekend is, bijna
altyd, na afloop eener tentoonstelling een
dikwerf niet onaanzienlijk tekort is, blijft
der commissie, die de finantieele belangen heeft
behartigd, na afdoening harer verplichtingen,
? 20.000 ter harer beschikking over.
Het is zeer natuurlijk, dat velen zich met
de vraag bezig houden, wat er zal worden
gedaan met dit batig saldo.
De een vindt, dat het kapitaal moet worden
gesplitst in vele deelen, om reeds bestaande
vereenigingen daarmede te steunen. Een ander
meent, dat men alleen de rente er van zal
moeten gebruiken, om by wijze van
voorsckotskas, kleine bedragen aan deze en gene uit te
keeren.
Velen achten het verkieselyk iets tot stand
te brengen, wat tot nu toe nog niet bestaat;
en m;j dunkt, dat het wel het meest gewenschte
is, een zichtbaar resultaat, als het ware een
voortzetting van het a&nge vangene, in het leven
te roepen.
Immers: art. 15 der statuten luidt:
Een mogelijk vpordeelig saldo zal komen
aan een eventueel uit deze vereeniging ontstane
of aan andere reeds bestaande vereenigingen
of inrichtingen, die de bevordering van uit
breiding van den werkkring der' vrouw in
Nederland ten doel hebben."
En, wat zal nu mér bevorderlijk zijn voor
de uitbreiding van den werkkring der vrouw,
dan het tot stand ko.men van een Nationaal
Bureau voor vrouwenarbeid?
Reeds in den aanvang van. 1897 kwamen
tal van particulieren tot ons, om inlichtingen
en hulp voor het groot aantal vrouwen, dat
arbeiden moet of wil en dit is zoo gegaan in
toenemende mate, tot op den huldigen dag",
schrijft Marie Jungius, in het schema van haar
plan, tot oprichting van een Bureau voor
Vrouwenarbeid.
Want van haar is het uitgegaan, het veel
omvattend plan dat hieronder eenigzins nader
zal worden toegelicht.
Evenals het ontwerp en de organisatie van
de inrichting, en het uiterlijke van het gebouw
der tentoonstelling van Vrouwenarbeid, voor een
zeer groot deel haar werk was, zoo heeft zij
nn ook weer de moeite genomen een vast plan
daar te stellen, van de samenwerking der ver
schillende takken van arbeid tot n concen
tratiepunt.
Ons -Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid
moet zy'n: Een middelpunt van kracht en licht
in de duistere warnis van der vrouwen arbeid
en moeiten I"
Zoo is het ideaal van degene die het plan
heeft ontworpen l
Ja, wel mogen de omstandigheden en de
voorwaarden, waaronder de meeste werkende
vrouwen, haar arbeidskrachten leveren, een
duistere warnis worden genoemd.
Men behoeft waarlijk niet diep in de zaak
door te dringen ; zelfs voor den oppervlakkigen
beschouwer is het duidelijk, wanneer hij slechts
de moeite wil nemen om de telkens verschij
nende artikelen over loonen en andere
arbeidsconditiën te lezen, dat aan de door vrouwen
geleverden arbeid dikwys bloed en tranen kleeft.
Vereeniging maakt macht" zegt een oud
spreekwoord.
Maar hoe wil men vereenigen, wanneer allen
van elkaar gescheiden zijn, en een middelpunt
ontbreekt, waar men te samen kan komen ?
Voor hoevelen is het leven slechts een wan
deling, of liever, een voortstrompelen langs
doornige paden, omdat zij niets of niemand
hebben, die zich hare belangen aantrekt!
Hoezeer ontbreekt een blijvend centrum,
een nationaal middelpunt van voorlichting en
daadwerkelijken steun, wijder omvattend, dieper
ingrijpend in 't sociale leven, dan de nu reeds
bestaande en zeer waardeerbare instellingen op
kleiner schaal kunnen doen."
Zoo schrijft Marie Jungius.
En nu iets over de wijze, waarop zij haar
voorstel nader toelicht:
Het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid
moet zijn een soort spiegel, om alle de uiterst
veelvuldige stralen van arbeidsbeweging op te
vangen, ten einde die door herhaalde weer
kaatsing in allerlei richting, weer saam te
voegen, te ontbinden en uit te zenden daar,
waar ze licht en kracht kunnen brengen."
Om dit Nationaal Bureau zyn onmiddellijk
geschaard de correspondenten uit de verschil
lende wij hopen eenmaal al de 1123
gemeenten van ons land, die het Nat. Bureau
voor hare gemeente steunen in zijn veelvuldige
navraag en hulpverleening.
Deze correspondenten zijn dus gelijk aan de
plaatselijke comité's der tentoonstelling.
Middenpunt is het bureau, waarbinnen zich
de rangschikking in rubrieken, d. i. in soorten
van arbeid voordoet als administratieve
zaakregeling.
Genoemde bemoeiingen zullen loopen over
ongeveer 450 beroepen door vrouwen uitge
oefend, te verdeelen in rubrieken, zoodat het
niet behoeft te worden gezegd, dat er een
groote arbeidskracht benoodigd zal zijn.
Maar, waar 90.000 personen, waaronder voor
het meerendeel vrouwen, onze tentoonstelling
hebben bezocht en dus blijk hebben gegeven
van hunne sympathie, mag het worden ver
wacht, dat velen van haar, die tijd en lust
hebben nuttig werkzaam te zyn, gaarne mede
zullen werken tot het slagen van iets, wat ten
doel heelt: Steun en hulp voor degenea, die
arbeiden moeten voor haar brood niet alleen,
maar ook dat zij die arbeid zullen kunnen
gaan beschouwen als een zegen en niet als
een vloek!...
Dat dit alles niet zal kunnen geschieden
zonder het doen van groote uitgaven, is iets,
wat wel door niemand zal worden betwijfeld.
Om een denkbeeld te geven hoeveel arbeids
kracht alleen de correspondentie zal eischen,
diene, dat de beide secretarissen van de rubriek:
Handel en Industrie" in 97-98 niet minder
daa zes duizend brieven hadden te schrijven.
De inkomsten, om de onkosten te dekken,
stelt Marie Jungius zich aldus voor:
1. Het batig saldo der tentoonstelling
(grondkapitaal).
2. Jaarlyksche contributiën, b. v. indien alle
leden der tentoonstelling ?1.?per jaar zouden
willen contribueeren.
3. Toevallige baten, b. v. door schenkingen,
legaten, giften enz.
4. Een geringe tegemoetkoming in de
portkosten, voor elke hulpvraging en hulpverleening.
Zeker is het, dat het oprichten van het
Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid niet
haastig zal kunnen worden gedaan, maar dat
behoeft ook niet!
Met de tentoonstelling was dit geheel iets
anders; en toch is er zooveel moois en goeds
tot stand gebracht. Wij twijfelen dan ook niet,
of, wanneer op de te houden vergadering in
het najaar, de bestemming van het batig saldo
der Nat. Tentoonstelling van Vrouwenarbeid zal
worden besproken, het plan van Marie Jungius
heel veel kans heeft te zullen worden aan
genomen.
Het denkbeeld, van zoo'n veelomvattend werk
tot stand te brengen ingang te doen vinden
bij het publiek, is m. i. een verplichtend iets
voor al degenen, die het wel en wee onzer
medezusters ter harte gaat.
VEBA.
Een nit yelen.
»0ch, mevrouw, ik ben zoo zenuwachtig!"
»Hoe zoo, Jaantje? Wat is er dan? Is er
wat gebeurd?"
»0ch, vader is den heelen nacht niet thuis
«Wat zeg je, je vader niet thuis geweest,
den heelen nacht niet? Gebeurt dat wel eens
meer ?"
«Neen, nooit, nooit".
»Had hy gewerkt, gisteren?"
«Neen, hy was wel wezen zoeken,
gistrenmorgen, maar om twaalf' uur was hij thuis
gekomen; hij had niets gevonden. Toen is
hy er om twee uur weer op uit gegaan; en
daarna hebben we hem niet meer gezien. O
we hebben zoo'n angstige nacht doorgebracht.
Myn broer is nu overal gaan zoeken".
«Als je vader in den laatsten tijd werkte,
waar was dat dan?"
»0p het entrepot. Daar is mijn broer 't eerst
heengegaan".
»Krijg je een bogdschap, zoodra hy wat weet ?"
«Dat hebben we vergeten af te spreken".
»Maar wou je dan niet liever naar huis
toe gaan?"
«Och nee, mevrouw, laat ik eerst maar wat
werken".
»Ja, dat is misschien ook maar beter; thuis
maak je mekaar natuurlijk maar nog ellendiger.
En afwachten moet je toch. Maar zoodra je
graag gaan wilt, moet je 't me zeggen, hoor".
«Asjeblief, mevrouw".
Jaantje's vader is 64 jaar, dames. En hij is
op, mér dan welke dame van 45 ook. Eene
levensverzekering ? Jaantje's vader was sleeper,
dames. Sleepers sluiten geene levensverzeke
ring. En pensioen? Sleepers.... pensioen!!
Veertien jaar had hy by eenen baas gewerkt,
twintig büeen' anderen; toen was hy te oud,
hy kon gaan. Afgedankt.
Och, 't is maar een sleeper, een ouwe sleeper.
Maar hy moet leven, die sleeper, en zyn bijna
zeventigjarige vrouw ook. lederen dag dus
maar weer geprobeerd, om als »los werkman"
hier of daar een paar ellendige dubbeltjes te
verdienen, 't Lukt . . . och, zoo'n hél enkele
keer. Dan mag-ie zakken naaien hier, of een
pakhuis aanvegen daar. Natuurlijk niet tegen
sleepersloon ! Zoo'n ouwe man, die nergens meer
goed voor is, nou ja, die geef je es wat licht
werk ... uit medelijden, weet u ... maar
zoo een geef je toch geen heusch loon, zoo
een die maar voor spek en boonen" meedoet.
»Wèl ? !
Maar 'k had het al gezien: 't was in orde.
Gelukkig! daar was geen ongeluk gebeurd."
»En hoe kwam het nu?"
»IIy' heeft moeten werken, mevrouw. Hij
heeft moeten waken vannacht. Maar hij kon
't ons niet laten weten."
»Kon hij dan niet iemand sturen ?"
»Nee, mevrouw, daar was niemand."
»En gewaakt, Jaantje? Waar heeft hy ge
waakt? Bij een boot?"
»0ch, mevrouw, dat weet ik niet. 'k Heb er
niet aan gedacht, om daarnaar te vragen.
'k Was al zoo bly, dat ik hem zag."
»Ja, dat zal waar zijn. Hé, wat 'n verlichting."
»Hé, wat 'n verlichting!" Dat zei ik. Maar
even later dacht ik: »Verlichting; och, was
't niet veel grooter verlichting geweest, als dat
andere maar gebeurt was, als-ie maar stilletjes
was uitgeknepen, zoo'n ouwe nietsnutter."
Hij had werk- gekregen. Hij had moeten
waken. Hij, die te oud was, om te sleepen,
overdag, hy had gewaakt, een heelen nacht,
een' kouden nacht, voor misschien 80 centen !
Een heelen nacht hadden de ouwe beenen
het moeie lijf voortgesleept, hetzelfde kleine
eindje straat op en neer, op en neer, al op
en neer. En de baas, die zyn ouwe lichaam
kocht, een heelen nacht voor 80 centen, kocht
bovendien de nachtrust van zyn kinderen en
van zijn ouwe vrouw.
Och, 't was maar een sleepersvrouw!
*
* *
Dames, begrijpt uw belang en sluit eene
levensverzekering voor uw' ouden dag, ge
weet wel: zoo tegen dat gij 45 zijt!
Hoe denkt gij, dames, over een pensioen
voor den ouden werkman, den
vyfenzestigjarige ?
B. v. 'T ST.
Patila van Veren, door J. VAN HEYNINOEN.
Amsterdam H. J. W. Becht.
Deze roman zal met groot genoegen gelezen
worden, vooral door jonge dames van 17 jaren
en daarboven. Er komt een jongeling in voor
van goeden huize, die in zijn jongensjaren
zijn moeder deed verongelukken door wild te
rijden, en sedert dien t\jd in droevig zelfverwijt
dreigt onder te gaan. Gelukkig vindt hy op
zyn weg een lief meisje, dat hem weer met
het leven verzoent
Niet weinig interessant is ook de zeer be
schaafde jonge dominee, die uit plichtsbesef
een vurige liefde voor de schoone maar wat
vluchtige Paula meent te moeten onderdrukken
en afleiding zoekt in het schrijven van een
boek over een onderwerp, dat aan de orde is:
het socialisme in verband met den godsdienst.
lotusschen is Paula niet zoo oppervlakkig
als zy wel lijkt; zelfs wordt zij (pag. 216)
eens «betrapt by het lezen_van een der
wy'sgeerigste boeken van onzen ty'd". Ziet u, 't
was maar niet een gewoon wijsgeerig boek,
neen, 't was een der wijsgeerigste die men zich
kan vooretellen.
En de gewone wijsbegeerte is al geen klei
nigheid. Het wordt althans (pag. 337) een
uitzondering genoemd gelukkig en tevens
wy'sgeerig te zy'n. Er moet heel wat gebeuren,
vóór dat een aardig meisje zich stort in de
philosophie.
Er was trouwens heel wat gebeurd. De
dominee had haar ten huwelijk gevraagd onder
voorwaarde, dat zy met hem wilde blijven op
een dorp, maar haar eenvoudig laten staan,
toen zij antwoordde: wel! als gy naar een
stad wilt beroepen worden (pag. 192). Was
't niet, of zy een blaauwtje had geloopen ?
Niet te min had Paula zich te vroeg ge
worpen in de wijsbegeerte. De zaak stond
minder wanhopig dan zy dacht. De dominee
die schreef over socialisme en godsdienst"
en bovendien een pelagiaan was (pag. 116)
werd beroepen te Amsterdam. De wonderen
zijn toch de wereld niet uit! Hy besluit het
beroep aan te nemen en Paula zal zyn gade
zyn; wij zullen samen de moeielijkheden wel
overwinnen, fluistert zij.
Men kan 't boek gerust aan jonge dames in
handen geven.
v. H.
IMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
IIHIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIII1
Weener Mode-Tentoonstelling.
Een tentoonstelling alleen van modes ? Neen,
heeren! stelt u gerust! Maakt u geen zorgen
vóór den tijd. Men vindt op deze tentoon
stelling meer dan peper-dure modegrillen. U
ziet er ook boudoirs, salons, volmaakt in toon
en in stijl. De plaats der handeling is Weenen.
W\j kunnen dus gerust eens over al dat moois
keuvelen, van uit de verte. Men komt er niet
zoo dadelijk toe een uitstapje te maken naar
Oostenrijk's hoofdstad. Buitendien, u is druk
aan 't sparen om naar Parijs te gaan, niet
waar ? Ik zou uw plannen niet gaarne in de
war brengen. De groote, internationale ten
toonstelling te Parijs komt naar alle verwachting
dezen zomer nog klaar; u behoeft echter
nu nog niet uw koffers te pakken. Ja! ja!
het is toch maar w:U aardig, dat de tentoon
stelling van vrouwen-arbeid, in Den Haag
gehouden, prompt op tijd klaar was.
Hetgeen 't meest de aandacht trekt onder
de uitgestalde dames-toiletten te Weenen, is
de ongekende weelde der zijden borduursels
en kostbare kanten, met verfijnden smaak op
de japonnen aangebracht. Men ziet er ook
corsages, met bloemen uit de hand geschilderd.
Een dames sport-costuum, dat aan beide kanten
gedragen kan worden. Heeft de fiets-rijdster
het ongeluk van haar wiel in de modder te
tuimelen, geen nood! een paar tikjes tegen
het costuum en het toilet draait zich het
binnenste buiten. Het schoone vertoont zich
aan het oog en het ieelijke wordt handig weg
gemoffeld. Een over-oude, echt-menschelyke
truc toegepast op deze allernieuwste vinding.
Natuurlijk zou ik de bemodderde dame willen
raden met luchtigen zwier en schalkheid te
tikken, om een effect te weeg te brengen, dat
min of meer gelijkt op dat van de allerliefste
actrice Blanche Duhamel, die in »Miss Helyett"
tot groot vermaak van de toeschouwers in de
Bouffes Parisiens, opeens, door n tikje tegen
haar hoed, n tegen 't corsage en n tegen
den rok, van streng heil-soldaatje verandert in
behaagzieke mondaine. By ons speelt de guitige
mevrouw Buderman die grappige scène ook
onberispelijk. Mocht gy u dit vernuftige cos
tuum aanschaffen, dan vooral eenige oefeningen
binnenshuis, om op 't critieke oogenblik met
vereischte gratie te handelen.
Ten einde de heeren niet afgunstig te maken,
zijn onder anderen vesten tentoongesteld, waar
van de revers met gekleurde zijde geborduurd
zijn. Bij een van die pracht-vesten stond reeds
een bordje «verkocht." Zouden die borduursels
voorloopers zijn van terugkeerende, gebloemde
zijden vesten? »et l'on revient toujours a ses
premières amours."
Het is niet vol op de tentoonstelling. Waarom
ook ? Een keur van prachtige toiletten ziet
men evengoed uitgestald voor de ramen der
groote mode-magazijnen. Daar kan men ook
naar hartelust plat-neuzen tegen de venster
ruiten, zonder een cent te betalen. W\j willen
gebruik maken van deze onbetwiste ruimte en
op ons gemak wandelen langs den «witten
salon." Alles wit; alles in toon. Een
rococosalon; het hout van de meubelen is wit ge
lakt; de bekleeding van sofa en stoelen is
van witte zijde. Een wit tapijt en witte
ijsbeervellen op den vloer. Bij den wit-marmeren
schoorsteen staat een witte theetafel. Op de
sofa zacht-rose kussens met witte kant. Zelfs
de schilderijen in witte lijsten zy'n zooveel mo
gelijk in toon gehouden. Een dame geheel in
't wit staat voor een spiegel met witte lijst;
een wit poesje speelt met witte bloemen. Het
geheel is vreemd; een beetje kil. Ik zou het
heele boeltje liefst willen zien getint en ver
warmd door het purper van een ondergaande
zomerzon. Het in toon en in stijl houden
kan men overdrijven en dan gaat er strakke
ongezelligheid van uit. Het onverwachte, het
zich aan niets storende, moet binnen weten
te sluipen om de eentonigheid te verbreken
en de popperigheid te verdreven.
Onze jonge vrouwtjes zyn tegenwoordig by
de inrichting van haar huizen fel op toon en
stijl. Van moeder of grootmoeder hebben zy
dit niet afgekeken; die wisten haar huizen
toch óók gezellig te maken, misschien ge
zelliger dan de vlugge wielrydsters! Vroeger
leefde men immers meer bij den haard dan
langs den weg. De salons zyn tegenwoordig
dikwijls boudoir-achtig en de slaapkamers zien
er uit alsof zij regelrecht uit een
knutselbouwdoos ontsnapt zijn. Een bont mengelmoes
van dingen en het kris-kras by elkaar plaatsen
van meubels, die in geen enkel verband tot
elkaar staan, getuigt natuurlijk niet van goeden
smaak, maar tusschen dit uiterste en het over
dreven «toonen" en »stylen" ligt de gulden
middenweg.
Het denkbeeld van deze tentoonstelling is
uitgegaan van den Weener Mode-Club. Den
17den Maart j 1. werd de tweede tentoon
stelling van dien aard, geopend onder be
scherming van aartshertog Otto, gravin Anastasia
Kielmansegg en de bekende tooneelspeelster
Katharina Schratt. In Weenen is men zeer
beminnelijk voor gevierde actrices, omdat men
begrijpt hoeveel bekoring er voor het publiek
in is gelegen, die dames ook eens elders dan
op de planken te ontmoeten.
Duchesse pudding. Kook drie ons rijst in
ruim water, laat daarna de ryst drogen! Klop
twee ons boter tot room, doe er dezelfde hoe
veelheid bruine suiker by, en vervolgens drie
eieren, n voor n. Vermeng nu drie ons
zeer fijne broodkruimels met een ons
tarwebloem en de opgedrèogde rijst. Voeg de boter,
eieren en suiker er bij, twee ons goed
gewasschen krenten en wat fijn gesnipperde
geconfijte schillen. Als alles goed vermengd
is, doe het deeg dan in een geboterden vorm,
bedekt met een geboterd papier en laat het
twee uur stoomen. De pudding wordt warm
gebruikt met witte wijnsaus.
CAPRICE.
linnmiiiiuiiiiinimtimmimmiiiHummmmiimimmiiimntmiiii»
VERBETERING.
In het ingezonden stuk van C. B., »Naar
aanleiding van mevr. Th. Hoven's »De Vrouw
en de Levensverzekering," II slot," staat
abusievelijk het getal ?39.45, dit moet zy'n
? 30.4^5; tot beter begrip van de in dat
stuk voorkomende berekeningen deelen wy dit
mede. lied.
s Oetocto is "tooslist
d.
UXT.
BADPLAATS KLEEF.
Dr. BERGMANN'S Kneipp-Inrichting.
Het geheele jaar geopend. Prospectus zendt Dr. BERGMANN, vroeger
Ie badarts by Msgr. KNEIPP te Wörishofen.
ARTS AND CBAFTS,
JOHN TH. UITERWIJK & C°.
Kneuterdijk JO, den Haag.
Tentoonstelling van SÉMerpi
DOOR
IE cU K.
ES HNT.
Dagelijks geopend van 1O?6 uur.
AitTH
ECTÜRA
poüs^KKET-LEESBIBLIOTHEEK
IN VIER TALEN.
486 siQgei AMSTERDAM siosci-486
BIJ ABONNKÜEST :
4 boeken tweemaal per maand geruild,
i ? ? f. halfjaar f 1^0, p. jaar f 14.
MEN ONTVANGT FRANCO. MAAR ZENDT OOK TRANCO TERUG.
^ l>eze . Bibliotheek is ^geheel ^-nieuw ep bevat de nieuwste en beste Lectuur.
KONING.
VREEMDE POSTZEGELS.
ROKIN 136 AMSTERDAM.
Geen beter, solider en goedkooper
adres dan bij
j. ELSENBURC,
N. Z. Voorburgwal 177,
TELEFOON A.DRES No. 2699.
l'an Dantzig's Vleeschkruiden.
GEREED VOOR HET GEBRUIK.
Voor het braden van «leesch enz. gebruike men deze krui
den in plaats van peper en uw vleesch is een DELICATESSE.
In riebruik bij Hotel KRASSA.POLSKY te
Amsterdam en andere qroote Hotels.
t t t t PRIJS 12'/- CENT PER 3USIE- f f f f
w Probeert ook Van Danlzig's Verpakte Specerijen «
Soolbad 13 othenfelde
"""
woud,
Spoorwegstation Dissen Rothenf elde.
Duur vtin liet Seizoen van midelen
tot midelen October.
Sterke koolzure S O O L E", uitstekend geschikt tegen rhumatiek
en verlammingen, alle soorten klierachtigheid, neus- en ooraandoeningen in alle
mogelijke ziekteverschijnselen. Inhalatorium. Nieuw ingericht zijn de elektrische
lichtbaden (Pat. Koode Kruis), Tangs, Kefyr, en Drinkkuren in alle bekende
geneeskundige wateren. Door doelmatige verbouwingen is er voor gezorgd, dat
genoeg badkamers evenals verblijfplaatsen voorhanden zijn. Alle mogelijke
inlichtingen geeft de baddirectio.
Badartsen : Dr. KANZLER en Dr. GALISCH.
uitgave van I. B. WOLTERS te (koningen1,.
VERB ANDLEER,
MET 221 AFBEELDINGEN, EN 4 HOUTSNEDEN
IN DEN TEKST,
EN ALPIIABETISCH REGISTER,
door l'. H. VAN EDEN,
Genceslieer- Directeur van het Stads-Zielcenhiiis te Leeuwarden.
Prijs yebotulen /'
Herms. ldenkolt k Zoonen
AMSTERDAM.
klein formaat, zeer weinig bespeeld,
kruissnarig doorloopend ijzerraam.
Brieven, motto Vleugel", Bureau van
dit blad.
TE KOOP:
een zoo goed als nieuwe
graveur gapetier de
. . la
733 Keizersgracht 733
AMSTERDAM.