De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 22 april pagina 5

22 april 1900 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1191 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 5 DAME£. [Een Nationaal Bnrean w Vrouwenarbeid. Zooals men reeds in de nieuwsbladen heeft kunnen lezen, ia het finantieel resultaat der in 1898 gehouden Tentoonstelling voor Vrouwen arbeid, zeer gunstig geweest. Waar er, voor zoover ons bekend is, bijna altyd, na afloop eener tentoonstelling een dikwerf niet onaanzienlijk tekort is, blijft der commissie, die de finantieele belangen heeft behartigd, na afdoening harer verplichtingen, ? 20.000 ter harer beschikking over. Het is zeer natuurlijk, dat velen zich met de vraag bezig houden, wat er zal worden gedaan met dit batig saldo. De een vindt, dat het kapitaal moet worden gesplitst in vele deelen, om reeds bestaande vereenigingen daarmede te steunen. Een ander meent, dat men alleen de rente er van zal moeten gebruiken, om by wijze van voorsckotskas, kleine bedragen aan deze en gene uit te keeren. Velen achten het verkieselyk iets tot stand te brengen, wat tot nu toe nog niet bestaat; en m;j dunkt, dat het wel het meest gewenschte is, een zichtbaar resultaat, als het ware een voortzetting van het a&nge vangene, in het leven te roepen. Immers: art. 15 der statuten luidt: Een mogelijk vpordeelig saldo zal komen aan een eventueel uit deze vereeniging ontstane of aan andere reeds bestaande vereenigingen of inrichtingen, die de bevordering van uit breiding van den werkkring der' vrouw in Nederland ten doel hebben." En, wat zal nu mér bevorderlijk zijn voor de uitbreiding van den werkkring der vrouw, dan het tot stand ko.men van een Nationaal Bureau voor vrouwenarbeid? Reeds in den aanvang van. 1897 kwamen tal van particulieren tot ons, om inlichtingen en hulp voor het groot aantal vrouwen, dat arbeiden moet of wil en dit is zoo gegaan in toenemende mate, tot op den huldigen dag", schrijft Marie Jungius, in het schema van haar plan, tot oprichting van een Bureau voor Vrouwenarbeid. Want van haar is het uitgegaan, het veel omvattend plan dat hieronder eenigzins nader zal worden toegelicht. Evenals het ontwerp en de organisatie van de inrichting, en het uiterlijke van het gebouw der tentoonstelling van Vrouwenarbeid, voor een zeer groot deel haar werk was, zoo heeft zij nn ook weer de moeite genomen een vast plan daar te stellen, van de samenwerking der ver schillende takken van arbeid tot n concen tratiepunt. Ons -Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid moet zy'n: Een middelpunt van kracht en licht in de duistere warnis van der vrouwen arbeid en moeiten I" Zoo is het ideaal van degene die het plan heeft ontworpen l Ja, wel mogen de omstandigheden en de voorwaarden, waaronder de meeste werkende vrouwen, haar arbeidskrachten leveren, een duistere warnis worden genoemd. Men behoeft waarlijk niet diep in de zaak door te dringen ; zelfs voor den oppervlakkigen beschouwer is het duidelijk, wanneer hij slechts de moeite wil nemen om de telkens verschij nende artikelen over loonen en andere arbeidsconditiën te lezen, dat aan de door vrouwen geleverden arbeid dikwys bloed en tranen kleeft. Vereeniging maakt macht" zegt een oud spreekwoord. Maar hoe wil men vereenigen, wanneer allen van elkaar gescheiden zijn, en een middelpunt ontbreekt, waar men te samen kan komen ? Voor hoevelen is het leven slechts een wan deling, of liever, een voortstrompelen langs doornige paden, omdat zij niets of niemand hebben, die zich hare belangen aantrekt! Hoezeer ontbreekt een blijvend centrum, een nationaal middelpunt van voorlichting en daadwerkelijken steun, wijder omvattend, dieper ingrijpend in 't sociale leven, dan de nu reeds bestaande en zeer waardeerbare instellingen op kleiner schaal kunnen doen." Zoo schrijft Marie Jungius. En nu iets over de wijze, waarop zij haar voorstel nader toelicht: Het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid moet zijn een soort spiegel, om alle de uiterst veelvuldige stralen van arbeidsbeweging op te vangen, ten einde die door herhaalde weer kaatsing in allerlei richting, weer saam te voegen, te ontbinden en uit te zenden daar, waar ze licht en kracht kunnen brengen." Om dit Nationaal Bureau zyn onmiddellijk geschaard de correspondenten uit de verschil lende wij hopen eenmaal al de 1123 gemeenten van ons land, die het Nat. Bureau voor hare gemeente steunen in zijn veelvuldige navraag en hulpverleening. Deze correspondenten zijn dus gelijk aan de plaatselijke comité's der tentoonstelling. Middenpunt is het bureau, waarbinnen zich de rangschikking in rubrieken, d. i. in soorten van arbeid voordoet als administratieve zaakregeling. Genoemde bemoeiingen zullen loopen over ongeveer 450 beroepen door vrouwen uitge oefend, te verdeelen in rubrieken, zoodat het niet behoeft te worden gezegd, dat er een groote arbeidskracht benoodigd zal zijn. Maar, waar 90.000 personen, waaronder voor het meerendeel vrouwen, onze tentoonstelling hebben bezocht en dus blijk hebben gegeven van hunne sympathie, mag het worden ver wacht, dat velen van haar, die tijd en lust hebben nuttig werkzaam te zyn, gaarne mede zullen werken tot het slagen van iets, wat ten doel heelt: Steun en hulp voor degenea, die arbeiden moeten voor haar brood niet alleen, maar ook dat zij die arbeid zullen kunnen gaan beschouwen als een zegen en niet als een vloek!... Dat dit alles niet zal kunnen geschieden zonder het doen van groote uitgaven, is iets, wat wel door niemand zal worden betwijfeld. Om een denkbeeld te geven hoeveel arbeids kracht alleen de correspondentie zal eischen, diene, dat de beide secretarissen van de rubriek: Handel en Industrie" in 97-98 niet minder daa zes duizend brieven hadden te schrijven. De inkomsten, om de onkosten te dekken, stelt Marie Jungius zich aldus voor: 1. Het batig saldo der tentoonstelling (grondkapitaal). 2. Jaarlyksche contributiën, b. v. indien alle leden der tentoonstelling ?1.?per jaar zouden willen contribueeren. 3. Toevallige baten, b. v. door schenkingen, legaten, giften enz. 4. Een geringe tegemoetkoming in de portkosten, voor elke hulpvraging en hulpverleening. Zeker is het, dat het oprichten van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid niet haastig zal kunnen worden gedaan, maar dat behoeft ook niet! Met de tentoonstelling was dit geheel iets anders; en toch is er zooveel moois en goeds tot stand gebracht. Wij twijfelen dan ook niet, of, wanneer op de te houden vergadering in het najaar, de bestemming van het batig saldo der Nat. Tentoonstelling van Vrouwenarbeid zal worden besproken, het plan van Marie Jungius heel veel kans heeft te zullen worden aan genomen. Het denkbeeld, van zoo'n veelomvattend werk tot stand te brengen ingang te doen vinden bij het publiek, is m. i. een verplichtend iets voor al degenen, die het wel en wee onzer medezusters ter harte gaat. VEBA. Een nit yelen. »0ch, mevrouw, ik ben zoo zenuwachtig!" »Hoe zoo, Jaantje? Wat is er dan? Is er wat gebeurd?" »0ch, vader is den heelen nacht niet thuis «Wat zeg je, je vader niet thuis geweest, den heelen nacht niet? Gebeurt dat wel eens meer ?" «Neen, nooit, nooit". »Had hy gewerkt, gisteren?" «Neen, hy was wel wezen zoeken, gistrenmorgen, maar om twaalf' uur was hij thuis gekomen; hij had niets gevonden. Toen is hy er om twee uur weer op uit gegaan; en daarna hebben we hem niet meer gezien. O we hebben zoo'n angstige nacht doorgebracht. Myn broer is nu overal gaan zoeken". «Als je vader in den laatsten tijd werkte, waar was dat dan?" »0p het entrepot. Daar is mijn broer 't eerst heengegaan". »Krijg je een bogdschap, zoodra hy wat weet ?" «Dat hebben we vergeten af te spreken". »Maar wou je dan niet liever naar huis toe gaan?" «Och nee, mevrouw, laat ik eerst maar wat werken". »Ja, dat is misschien ook maar beter; thuis maak je mekaar natuurlijk maar nog ellendiger. En afwachten moet je toch. Maar zoodra je graag gaan wilt, moet je 't me zeggen, hoor". «Asjeblief, mevrouw". Jaantje's vader is 64 jaar, dames. En hij is op, mér dan welke dame van 45 ook. Eene levensverzekering ? Jaantje's vader was sleeper, dames. Sleepers sluiten geene levensverzeke ring. En pensioen? Sleepers.... pensioen!! Veertien jaar had hy by eenen baas gewerkt, twintig büeen' anderen; toen was hy te oud, hy kon gaan. Afgedankt. Och, 't is maar een sleeper, een ouwe sleeper. Maar hy moet leven, die sleeper, en zyn bijna zeventigjarige vrouw ook. lederen dag dus maar weer geprobeerd, om als »los werkman" hier of daar een paar ellendige dubbeltjes te verdienen, 't Lukt . . . och, zoo'n hél enkele keer. Dan mag-ie zakken naaien hier, of een pakhuis aanvegen daar. Natuurlijk niet tegen sleepersloon ! Zoo'n ouwe man, die nergens meer goed voor is, nou ja, die geef je es wat licht werk ... uit medelijden, weet u ... maar zoo een geef je toch geen heusch loon, zoo een die maar voor spek en boonen" meedoet. »Wèl ? ! Maar 'k had het al gezien: 't was in orde. Gelukkig! daar was geen ongeluk gebeurd." »En hoe kwam het nu?" »IIy' heeft moeten werken, mevrouw. Hij heeft moeten waken vannacht. Maar hij kon 't ons niet laten weten." »Kon hij dan niet iemand sturen ?" »Nee, mevrouw, daar was niemand." »En gewaakt, Jaantje? Waar heeft hy ge waakt? Bij een boot?" »0ch, mevrouw, dat weet ik niet. 'k Heb er niet aan gedacht, om daarnaar te vragen. 'k Was al zoo bly, dat ik hem zag." »Ja, dat zal waar zijn. Hé, wat 'n verlichting." »Hé, wat 'n verlichting!" Dat zei ik. Maar even later dacht ik: »Verlichting; och, was 't niet veel grooter verlichting geweest, als dat andere maar gebeurt was, als-ie maar stilletjes was uitgeknepen, zoo'n ouwe nietsnutter." Hij had werk- gekregen. Hij had moeten waken. Hij, die te oud was, om te sleepen, overdag, hy had gewaakt, een heelen nacht, een' kouden nacht, voor misschien 80 centen ! Een heelen nacht hadden de ouwe beenen het moeie lijf voortgesleept, hetzelfde kleine eindje straat op en neer, op en neer, al op en neer. En de baas, die zyn ouwe lichaam kocht, een heelen nacht voor 80 centen, kocht bovendien de nachtrust van zyn kinderen en van zijn ouwe vrouw. Och, 't was maar een sleepersvrouw! * * * Dames, begrijpt uw belang en sluit eene levensverzekering voor uw' ouden dag, ge weet wel: zoo tegen dat gij 45 zijt! Hoe denkt gij, dames, over een pensioen voor den ouden werkman, den vyfenzestigjarige ? B. v. 'T ST. Patila van Veren, door J. VAN HEYNINOEN. Amsterdam H. J. W. Becht. Deze roman zal met groot genoegen gelezen worden, vooral door jonge dames van 17 jaren en daarboven. Er komt een jongeling in voor van goeden huize, die in zijn jongensjaren zijn moeder deed verongelukken door wild te rijden, en sedert dien t\jd in droevig zelfverwijt dreigt onder te gaan. Gelukkig vindt hy op zyn weg een lief meisje, dat hem weer met het leven verzoent Niet weinig interessant is ook de zeer be schaafde jonge dominee, die uit plichtsbesef een vurige liefde voor de schoone maar wat vluchtige Paula meent te moeten onderdrukken en afleiding zoekt in het schrijven van een boek over een onderwerp, dat aan de orde is: het socialisme in verband met den godsdienst. lotusschen is Paula niet zoo oppervlakkig als zy wel lijkt; zelfs wordt zij (pag. 216) eens «betrapt by het lezen_van een der wy'sgeerigste boeken van onzen ty'd". Ziet u, 't was maar niet een gewoon wijsgeerig boek, neen, 't was een der wijsgeerigste die men zich kan vooretellen. En de gewone wijsbegeerte is al geen klei nigheid. Het wordt althans (pag. 337) een uitzondering genoemd gelukkig en tevens wy'sgeerig te zy'n. Er moet heel wat gebeuren, vóór dat een aardig meisje zich stort in de philosophie. Er was trouwens heel wat gebeurd. De dominee had haar ten huwelijk gevraagd onder voorwaarde, dat zy met hem wilde blijven op een dorp, maar haar eenvoudig laten staan, toen zij antwoordde: wel! als gy naar een stad wilt beroepen worden (pag. 192). Was 't niet, of zy een blaauwtje had geloopen ? Niet te min had Paula zich te vroeg ge worpen in de wijsbegeerte. De zaak stond minder wanhopig dan zy dacht. De dominee die schreef over socialisme en godsdienst" en bovendien een pelagiaan was (pag. 116) werd beroepen te Amsterdam. De wonderen zijn toch de wereld niet uit! Hy besluit het beroep aan te nemen en Paula zal zyn gade zyn; wij zullen samen de moeielijkheden wel overwinnen, fluistert zij. Men kan 't boek gerust aan jonge dames in handen geven. v. H. IMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII IIHIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIII1 Weener Mode-Tentoonstelling. Een tentoonstelling alleen van modes ? Neen, heeren! stelt u gerust! Maakt u geen zorgen vóór den tijd. Men vindt op deze tentoon stelling meer dan peper-dure modegrillen. U ziet er ook boudoirs, salons, volmaakt in toon en in stijl. De plaats der handeling is Weenen. W\j kunnen dus gerust eens over al dat moois keuvelen, van uit de verte. Men komt er niet zoo dadelijk toe een uitstapje te maken naar Oostenrijk's hoofdstad. Buitendien, u is druk aan 't sparen om naar Parijs te gaan, niet waar ? Ik zou uw plannen niet gaarne in de war brengen. De groote, internationale ten toonstelling te Parijs komt naar alle verwachting dezen zomer nog klaar; u behoeft echter nu nog niet uw koffers te pakken. Ja! ja! het is toch maar w:U aardig, dat de tentoon stelling van vrouwen-arbeid, in Den Haag gehouden, prompt op tijd klaar was. Hetgeen 't meest de aandacht trekt onder de uitgestalde dames-toiletten te Weenen, is de ongekende weelde der zijden borduursels en kostbare kanten, met verfijnden smaak op de japonnen aangebracht. Men ziet er ook corsages, met bloemen uit de hand geschilderd. Een dames sport-costuum, dat aan beide kanten gedragen kan worden. Heeft de fiets-rijdster het ongeluk van haar wiel in de modder te tuimelen, geen nood! een paar tikjes tegen het costuum en het toilet draait zich het binnenste buiten. Het schoone vertoont zich aan het oog en het ieelijke wordt handig weg gemoffeld. Een over-oude, echt-menschelyke truc toegepast op deze allernieuwste vinding. Natuurlijk zou ik de bemodderde dame willen raden met luchtigen zwier en schalkheid te tikken, om een effect te weeg te brengen, dat min of meer gelijkt op dat van de allerliefste actrice Blanche Duhamel, die in »Miss Helyett" tot groot vermaak van de toeschouwers in de Bouffes Parisiens, opeens, door n tikje tegen haar hoed, n tegen 't corsage en n tegen den rok, van streng heil-soldaatje verandert in behaagzieke mondaine. By ons speelt de guitige mevrouw Buderman die grappige scène ook onberispelijk. Mocht gy u dit vernuftige cos tuum aanschaffen, dan vooral eenige oefeningen binnenshuis, om op 't critieke oogenblik met vereischte gratie te handelen. Ten einde de heeren niet afgunstig te maken, zijn onder anderen vesten tentoongesteld, waar van de revers met gekleurde zijde geborduurd zijn. Bij een van die pracht-vesten stond reeds een bordje «verkocht." Zouden die borduursels voorloopers zijn van terugkeerende, gebloemde zijden vesten? »et l'on revient toujours a ses premières amours." Het is niet vol op de tentoonstelling. Waarom ook ? Een keur van prachtige toiletten ziet men evengoed uitgestald voor de ramen der groote mode-magazijnen. Daar kan men ook naar hartelust plat-neuzen tegen de venster ruiten, zonder een cent te betalen. W\j willen gebruik maken van deze onbetwiste ruimte en op ons gemak wandelen langs den «witten salon." Alles wit; alles in toon. Een rococosalon; het hout van de meubelen is wit ge lakt; de bekleeding van sofa en stoelen is van witte zijde. Een wit tapijt en witte ijsbeervellen op den vloer. Bij den wit-marmeren schoorsteen staat een witte theetafel. Op de sofa zacht-rose kussens met witte kant. Zelfs de schilderijen in witte lijsten zy'n zooveel mo gelijk in toon gehouden. Een dame geheel in 't wit staat voor een spiegel met witte lijst; een wit poesje speelt met witte bloemen. Het geheel is vreemd; een beetje kil. Ik zou het heele boeltje liefst willen zien getint en ver warmd door het purper van een ondergaande zomerzon. Het in toon en in stijl houden kan men overdrijven en dan gaat er strakke ongezelligheid van uit. Het onverwachte, het zich aan niets storende, moet binnen weten te sluipen om de eentonigheid te verbreken en de popperigheid te verdreven. Onze jonge vrouwtjes zyn tegenwoordig by de inrichting van haar huizen fel op toon en stijl. Van moeder of grootmoeder hebben zy dit niet afgekeken; die wisten haar huizen toch óók gezellig te maken, misschien ge zelliger dan de vlugge wielrydsters! Vroeger leefde men immers meer bij den haard dan langs den weg. De salons zyn tegenwoordig dikwijls boudoir-achtig en de slaapkamers zien er uit alsof zij regelrecht uit een knutselbouwdoos ontsnapt zijn. Een bont mengelmoes van dingen en het kris-kras by elkaar plaatsen van meubels, die in geen enkel verband tot elkaar staan, getuigt natuurlijk niet van goeden smaak, maar tusschen dit uiterste en het over dreven «toonen" en »stylen" ligt de gulden middenweg. Het denkbeeld van deze tentoonstelling is uitgegaan van den Weener Mode-Club. Den 17den Maart j 1. werd de tweede tentoon stelling van dien aard, geopend onder be scherming van aartshertog Otto, gravin Anastasia Kielmansegg en de bekende tooneelspeelster Katharina Schratt. In Weenen is men zeer beminnelijk voor gevierde actrices, omdat men begrijpt hoeveel bekoring er voor het publiek in is gelegen, die dames ook eens elders dan op de planken te ontmoeten. Duchesse pudding. Kook drie ons rijst in ruim water, laat daarna de ryst drogen! Klop twee ons boter tot room, doe er dezelfde hoe veelheid bruine suiker by, en vervolgens drie eieren, n voor n. Vermeng nu drie ons zeer fijne broodkruimels met een ons tarwebloem en de opgedrèogde rijst. Voeg de boter, eieren en suiker er bij, twee ons goed gewasschen krenten en wat fijn gesnipperde geconfijte schillen. Als alles goed vermengd is, doe het deeg dan in een geboterden vorm, bedekt met een geboterd papier en laat het twee uur stoomen. De pudding wordt warm gebruikt met witte wijnsaus. CAPRICE. linnmiiiiuiiiiinimtimmimmiiiHummmmiimimmiiimntmiiii» VERBETERING. In het ingezonden stuk van C. B., »Naar aanleiding van mevr. Th. Hoven's »De Vrouw en de Levensverzekering," II slot," staat abusievelijk het getal ?39.45, dit moet zy'n ? 30.4^5; tot beter begrip van de in dat stuk voorkomende berekeningen deelen wy dit mede. lied. s Oetocto is "tooslist d. UXT. BADPLAATS KLEEF. Dr. BERGMANN'S Kneipp-Inrichting. Het geheele jaar geopend. Prospectus zendt Dr. BERGMANN, vroeger Ie badarts by Msgr. KNEIPP te Wörishofen. ARTS AND CBAFTS, JOHN TH. UITERWIJK & C°. Kneuterdijk JO, den Haag. Tentoonstelling van SÉMerpi DOOR IE cU K. ES HNT. Dagelijks geopend van 1O?6 uur. AitTH ECTÜRA poüs^KKET-LEESBIBLIOTHEEK IN VIER TALEN. 486 siQgei AMSTERDAM siosci-486 BIJ ABONNKÜEST : 4 boeken tweemaal per maand geruild, i ? ? f. halfjaar f 1^0, p. jaar f 14. MEN ONTVANGT FRANCO. MAAR ZENDT OOK TRANCO TERUG. ^ l>eze . Bibliotheek is ^geheel ^-nieuw ep bevat de nieuwste en beste Lectuur. KONING. VREEMDE POSTZEGELS. ROKIN 136 AMSTERDAM. Geen beter, solider en goedkooper adres dan bij j. ELSENBURC, N. Z. Voorburgwal 177, TELEFOON A.DRES No. 2699. l'an Dantzig's Vleeschkruiden. GEREED VOOR HET GEBRUIK. Voor het braden van «leesch enz. gebruike men deze krui den in plaats van peper en uw vleesch is een DELICATESSE. In riebruik bij Hotel KRASSA.POLSKY te Amsterdam en andere qroote Hotels. t t t t PRIJS 12'/- CENT PER 3USIE- f f f f w Probeert ook Van Danlzig's Verpakte Specerijen « Soolbad 13 othenfelde """ woud, Spoorwegstation Dissen Rothenf elde. Duur vtin liet Seizoen van midelen tot midelen October. Sterke koolzure S O O L E", uitstekend geschikt tegen rhumatiek en verlammingen, alle soorten klierachtigheid, neus- en ooraandoeningen in alle mogelijke ziekteverschijnselen. Inhalatorium. Nieuw ingericht zijn de elektrische lichtbaden (Pat. Koode Kruis), Tangs, Kefyr, en Drinkkuren in alle bekende geneeskundige wateren. Door doelmatige verbouwingen is er voor gezorgd, dat genoeg badkamers evenals verblijfplaatsen voorhanden zijn. Alle mogelijke inlichtingen geeft de baddirectio. Badartsen : Dr. KANZLER en Dr. GALISCH. uitgave van I. B. WOLTERS te (koningen1,. VERB ANDLEER, MET 221 AFBEELDINGEN, EN 4 HOUTSNEDEN IN DEN TEKST, EN ALPIIABETISCH REGISTER, door l'. H. VAN EDEN, Genceslieer- Directeur van het Stads-Zielcenhiiis te Leeuwarden. Prijs yebotulen /' Herms. ldenkolt k Zoonen AMSTERDAM. klein formaat, zeer weinig bespeeld, kruissnarig doorloopend ijzerraam. Brieven, motto Vleugel", Bureau van dit blad. TE KOOP: een zoo goed als nieuwe graveur gapetier de . . la 733 Keizersgracht 733 AMSTERDAM.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl