De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 29 april pagina 3

29 april 1900 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1192 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Lier volstaan met enkele grepen. De invoering is een onkrijgstuchtelijke daad, omdat niemand minder dan H. M. de Koningin de uitgave van de vorige aflevering had gelast en de jongste afleve ring buiten lïoogsiderzelver toestemming is uitgegeven. Krijgstuchtelijke officieren zullen kwade oogenblikken hebben. Ware het al, dat aan de laatste afleve ring niet dezelfde détail fouten kleefden als aan hare talrijke, voorgangsters, ze zou des ondanks den naam der militaire weten schap niet verheven hebben, omdat zij stel selloos en bekrompen is, gelijk hare voor gangsters, welke fouten daarenboven met het voortschrijden der wereldgeschiedenis rela\ tief steeds grooter worden. -' Dezelfde school, die't parade-deel oogenschijnlijk inkromp, door het aantal der handgrepen iets te verminderen, voert zon^?'jier blikken of blozen een parade-pas in. l Ware het niet, dat er ernstige belangen i~ mee op 't spel staan, de invoering van den parade-pas)zou als poging tot opvroolijkiiig " niet onverdienstelijk zijn. Alom is men in de kazernes bezig om den uationalen tijd en het nationale geld te gebruiken tot bestudeering der veranderde militaire eischen (sic.) en daarbij wordt ook aan de nauwkeurige beoefening van den parade-pas een rechtmatig deel geschonken. Mij heeft de uitvoering van dat nieuwste snufje in het bestaande milieu doen denken aan epiernaakte negers, die met een hoogen hoed op en manchetten aan met grootedef, tigheid op een bal verschijnen.*! " De redactie van de geheere schoóT is zoo uiterst gebrekkig, dat voor bijna elke beweging een vergadering moest worden bijeengeroepen, ten einde tot eene gemid delde oplossing te kunnen komen, zie b.v. punt 104. De auteurs hebben taal-puriteinsehe op wellingen gehad en van lichaam-edeeten, »deelen van het lichaam," gemaakt, van enkele, «sommige," enz., maar ze spreken van «onderwijzen," als ze hunnen bedoelen, en van »vlak," om een helling aan te dui den, enz. De auteurs hebben, even ongegrond als hunne voorgangers, enkele van de leervak ken van den soldaat zonder eenig stelsel in n f-chool vereenigd en voor 't Koloniale leger 't zelfde voorgeschreven als voor 't Hollandsche leger c. a. De eenvoudigheid is in naam in-, met ter daad «^gevoerd, en de dunheid van het reglement is te danken aan een goochelkunsije ten koste van kleine beurzen. 1) Nu begrijp ik wel, dat mijne enkele grepen geen kracht van bewije hebben, maar dat bezwaar wil ik gaarne opheffen, zoodra de noodzakelijkheid daarvan mocht blijken. 2) Hoe vreemd het ook klinke,ik ben toch dankbaar voor het verschijnen dezer soldatenschool. Htt militairisme moet zich zoo dwaas maken, dat zijn ware aard aan ieder worde geopenbaard. Halve genezing roept geen gezonden toestand in 't leven. Wanneer bij toeval deze soldatenschool eens iets beter ware uitgevallen dan zijn voorgangers, dan zou 't applaudiseerende publiek weer voor zooveel jaar uitgesteld hebben te zoeken naar de oorzaken der achterlij'-.heid der militaire wetenschap. De bron is onzuiver, deze moet verbeterd worden, de vechtkunst-wetenschap is ont aard in militairisnie. De fouten der soldatenschool eijn niet de fouten der heeren auteurs men zoeke in mijn critiek vooral geen persoonsaan randing maar de noodwendige fouten van het militairisme. In de sterrenwichelarij worden geen standaardwerken geschreven en de enkele vondsten in dat pseudo vak danken we aan geluk, niet aan wijsheid. Waarom ik me dan, ondanks mijn dank baarheid voor het verschijnen der soldatenschool heb laten verlokken, zooveel woorden {?mmiiiiiiiiiiimiii itHiNifMNfifniNiiiMfiMiiiiiiiniiliiiiimitiiiminwR naar het huisnummer. Haastig srreep Heil inga Adrienne's hand; driftig schoof luj den langen haud>choen naar beneden en drukte een kus op haar blooten arm. Toen Adrienne in haar slaapkamer gekomen, zich traag ontkleedde, was zij niet in staat haar gevoelens te ontleden, haar gedachten te volger, zich reketschap te geven van het ge beurde. Alles wirrelde in baar geest dooreen. Zij de fiere, de ongenaakbare, zij, die hoog hartig neerzag op schijnvertooningeu, diejtirten laf en ergerlijk vond, zij was weerloos geweest tegenover dien man!. .. Bevend woelden hare vingers door het blonde haar. Eén voor n greep zij de schildpadden spelden uit den sierlijker, hoogen haarwrong. I)e kroezige baren zwierden om haar bloote schouders. Zij bleef staan en staarde in den psyche op haar eigen beeldtenis. Een plooi van mis noegen groefde een vore tusschen hare donkere wenkbrauwen; minachting trok de mondhoeken naar omlaag; toornig vlamden haar oogen. toen zij de blankheid van haar boezem en armen wrevelig aanschouwde. Smartelijk doemde in haar op de overtuiging, dat die man haar niet kón liefhebben; ttuschen hen een sterk antipa'hische stroom ing, die hen noodzakelijk van elkaar verwijderd hield. Samensmelting van hun innerlijk zijn was ondenkbaar met hun beider geaardheid. Zijn passie-oogen hadden in haar hersens gebrand, de kwetsende overtuiging, dat hij haar lichaam begeerde.... niets dan haar lichaam .... Zij voelde zich bezoedeld en weende spijtige tranen over de vernedering. Laat in den morgen schokte zij wakker uit onrustizen slaap. Een nijpend geviel van onte vredenheid beheerschte liaar ontwakend gemijmer. Met ';e.weld rukte zij zich los uit deu grimmigen gedactnen-loop die haar energie verlamde. Snel glipten haar voeten in de muiltjes, die voar haar bed stonden en haastig beg-tf zij zich naar hsar badkamer. Ruischend plasten de waterstralen in het marmeren bassin. Adrienne's physiek welbehagen dreef den spot met, haar kwellend tobben en oproerig zelf. verwijt. Neen! zij wilde niet meer aan dien m-in te gebruiken, om te vertellen dat zij slecht is? Och ik was bang, dat de commissie voor daadwerkelijken steun aan onze stanwerwanten in Transvaal op 't onzalige denk beeld kon komen, een paar duizend exem plaren dezer soldatenschool aan te bieden aan den Commandant-Generaal Botha of aan Generaal De Wet. En dat zou ik betreuren, want noch omslag, noch hechting, noch inhoud zijn geschikt voor menschen van de practijk. OKEMUS. 1) Het gymnastiek-voorschrift is nl. t'ians tot noodzakelijke bijlage van da soldateiischojl bevorderd. 2) Als proeve van bewerkinz eener eventueele uitgebreider mtiek bestemd voor de kameraden, d'ene bet volgecde. Ad punt, 19: De hierin vastgestelde beweging is klakkeloos overgenomen uit de vroegere aü-veringen. Waartoe dient zij? De auteurs, die de commando's bij de gewrichtsoefeuingen op het voorbeeld der Itali anen lieten wegvallen,en deze beweging behielden, gevtn hierdoor en door andere bepalingen b'ijk, dat ze niet dieper gaan dan de oppervlakte. De leerlingen, die hur. eerste oefening zullen ontvangen, en die zoo weiuig pymnashsch ont wikkeld gfdtciit wordei>, dat uuuue op'eiding moet beginnen met zeer eenvoudige eewnchtsoeleningen, waaronder zelfs bet oplichten van hakken en het draaien van het, hoofd; worden tegelijk vrij goed geoefend gedacht. Want ten einde iu d.e allereenvoudigste dingen te kunnen worden onderwezen, moeten die zelfde leerlingen o. m. 't volgende voofaf kennen : 1°. De houding van den soldaat (een samen gestelde gewrichtsoeferang, eventueel resultaat van go'd geleide enkelvoudige gewiich'soeferiineen, die de leerling nog ondergaan moet). 2". Het beoordeeJen van de totale lengte van eei<i?e p*sseu (voorn! niet ougewer). 3°. Het beoordeelt van hoeken van 67°, van 13°enz. (w-eterom vooral iiiet. ongeveer). 4°. luchten met grootere tus:chenruimteu da i hun later geleerd zal wordeu. 5". Draaien met bet hoofd (hetgeen later notf geleerd moet worden). Ten einde tot de uitvoering der schijnbaar onschuldige te kuuLen overgaan, dien' u vooraf de volgende vragen te zijn beantwoord; lo. Het ac iterst.e gelid mo .t het genoemde aantal passen achteruit gaan; worden daarmede bedoeld achterwaartscue of gewone passen ? 2". Moeten de passen we kelijk gemankt worden, of is de uitdrukking passen slechts als maat. genoesid ? 3». Moet de Ie pas van de linke grootte gemaakt worden, volgens punt 33 ? Zoo ja, boe dan verder bij b. v 2 passen ? 4». Wat moet de tusschenruinte tu*?chen de manschappen zijn; een veelvoud van 75 cM. of een veelvoud van 75 cM. -]- du normale tusschenruimte + + 3 dM. ? 5o. Wat moet ae afstand zijn tusschen het voorste en achterste geal? 6(). In welke tij.imaat, moeten de verschil lende bewegingen geschieden 'i 7°. Staan de manschappen bij het Ie com mando op de piaatsrust of m de houding ? 8». Moet, eb onderwijzer de richting beoordeelen na ^staat" gecommandeerd te hebben; j*, waarom het dan niet gezegd evenals bij de andere richting; zoo niet, welk onderscheid is er dan in beginsel lusschen richten en ricateu ? e uitvoering der beweging behoeft niet gelijktijdig te geschieden, hoe juist gezien bij ren beweging waarbij No. 3 niet weg kan als No. 4 er nog staat. D« stijl van het zinnetje : «Het hoofd reciituit brengen en in de houding ' staan" is verre van fraai. Men zou kunueu vragen, of men ook iu de houding kan staan zonder het hoofd rechtuit te brengen. Klop', lechtuit brengen en slaan ia een zelfden zin ? Is afstand 't zelf Je als tusschenruimte? Den lezer wordt verkocht niet te denken, dat ik spelden op laag water zoek, die vragen zijn gedeeltelijk rseds in mijn tegenwoordigheid gedaau en moeten worden gedaan door ieder, die tracht te gehoorzamen. En afgescheiden van gehoorzamen, zelfs alleen uit ten militaristisch oogpunt bezien, is het zeer onaangenaam, altijd bloot te staan aan verschil van opvatting en daarmee gepaard gaande fcmvWïvijzigingea der vele chefs. 'llttlHIIIIIIIIIIIIIHIflIIIIIMIIIIIIIIIItllllllll IMIIMII' denkeu. Het was belachelijk haar rust en haar vroolijkh-eid te verjagen door marielende ge dachten aan een ouüiesche bejegening die zij wel niet hai uitgelokt, maar door haar slappe willoLsheil iu-de-haiid gewerkt. Haar besluit stond muurvast. Eeu tweede onbescheidenheid zou zij misschien nooit van die zijde te duc'iteu hebben, mocht dit, echter wél het geval zijn, eu zij hoopte het bijna dan zou Auton Hellinga ondervinden dat tamheid onverklaarbaar was 111 haar karakter en dat, niemand zóó ver baasd was over die tijdelijke abnormaliteit, in haar wezen dan zij-zelf. Zij zou afwachten en de eerste ongepastheid in blik, toon of gebaar, zóó uit-de-hoogte be antwoorden, dat alle lust tot, verdere pogingen hem zou ontgaan.... Juist! d&f, zou zij zeggen .... Natuurlijk! dat was de manier.... Precies! ... die was raak .... Best! dat, was goed... zóó was het, »óó zou zij hem aankijken, en dat en dut, eu dat zou zij zeggen. Met duizelende snelheid vlogen de scherpe uitvallen door haar strijdlustig brein. In de eetkamer werd zij verwelkomd door haar huishoudster, een vier-en-vijftigjarige, mollige, hartelijke Fracyaise, Mlle Louise Grandillon. Mijn «anecdoten-arsenaal'1 noemde Adrienne haar. Louise Graadillon was sedert 20 jaar in Holland; zij had veel gereisd, veel gezien, veel gehoord en met een benijdenswaardig accomodatie-vermogeii wist zij zich naar alle menseben te plooien, zich in alle omstandigheden te schik ken, 'ich bij iedereen bemind en onmisbaar te maken. Ruim vijf jaren had zij m Adrienne's huishouden de teugels van 't bewind. Zij had ten afgodische vercering voor haar tegenwoor dige meesteres. Niemand m de heele wereld, was zóó lief zou mooi, zóó geestig, zóó grappig en zóó goedhartig als mejufvrouw Lenders. vMon Dieu, comme vous tes belle, aujourd'-hui." «Zóó, mijn oudje! juist vandaag?" //Ah, vous savez, vous tts toujours tres jolie ..." »In jou oogen!" En nog eens, waartoe dan toch die beweging?? ; We zullen onzen tijit weer guan verknoeien ; aan kuusts'iikjes, die geen nut hebban en de aandacht afleiden van de wezenlijke dingen. '?? Zou een onderwijzer geen kans zien 10 soldatenleerlmcen zoodanig te plaatser, dat zij elkaar ' bij de beoefeuing der allereenvoudigste gewricl tsoefenii g -u iret tiiaderen, wanneer het reglement . punt 19 geheel weggelaten had ? Het is om te lachen. ' Ik geef gaarne toe, dat de practijk z;ch : niet vpfl zal bekommeren om de vrager, waartoe punt 19 aanleiding geeft; ieder zal er maar wat ! van mnken, doch juist oa i is het bewijs g'ltverd, dat de aü'eurs der soldateiischool ook i in dit OLdfrdeellje niet in staat zijn geweest veel eerbied op te wekken voor de diepte dtr militaire wetenschap. Iets over Emigratie naar Ziiid Afrika en nog wat. i. Emigratie en adviezen daaromtrent is sedert ^ien onrechtvaardigen oorlog, die door Engeland aan de Zuid-Afrik. Repu blieken is opgedrongen, aan de orde van den dag. Sommigen wenfchen gfen meer dere emigratie dan tot nu toe plaats had, waarvoor iets te zeggen valt; anderen willen eene groote emigratie; deze categorie van personen zou, collie que coiite, zelfs eeiie groote volksverhuizing van eiken stand, van eiken rai g, naar Z. A., sptciaal de Z. A- Republieken, v> ors-taan. Noch aan het, eene, nocK aan het andere denkbeeld kan ik imjrie adhaesie schenken. Mtt eene emigratie zooal* die v*>l« jaren naar Amerika plaals had a lort et a travers kan ik mij volstrekt niet vereenigen. Doch of' zij wenschelijk is naar Z. A. en met beleid en zorg moet worden ten uitvoer gebracht, zeer zeker! Echter zijn de toestanden, de gewoonten, de volksaard en wat dies meer zij, zóó verschillend vaii de onze, dat de leidfr?, die emigratie voorstaan, niet alleen zelven moeten doordrongen zijn van de tneriit?te moeilijkheden, die den emigranten düar wacht maar ook moeten deze den emigranten worden voor oogen gehouden. In Z. A. is het maar geen Luilekkerland, neen! er moet gewerkt worden, soms meer dan hier te larde; de strijd om het bestaan wordt ook daar gestreden voor hen, die er zich vtstigen. Wel is er aan d»n anderen kant op gewezen, dat de officieële taal, die Hollandtch is, een groot voordeel oplevert voor den ambachtsman en zijns gelijke. In het jaar 1806' was er een echte emigraiie-rage in Nederland naar Z. A. Eenige honderden Nederlanders,ge.*chikteuzoowel alsonbruikbaren, gingen derwaarts. Zij die reeds hier eenige ongeschiktheid (en toon spreidden zullen zich zeker in Z-A. teleurgesteld gevoeld hebben. Sommigen dachten er niet eens over na of zij in Z.-A. wel zou den kunnen slagen, o, neen ! als zij zooveel geld hadden voor de overtocht benoodigd, dan waren zij klaar, afgescheiden van de vraag of' zij daar werk zouden vinden of niet. O! werk dat is daar wel te krijgen, als zij maar de overtochlskosten bezaten, zoo werd iiiet alleen gedacht maar ook ge sproken, en dan waren zij klaar, want er was een vriend timmerman en die zou hem (sjouwerman, matroos, dokwerker) wel helpen. Welke verkeerde gedachten ! welke teleurstellingen indien dezulken hij voort during emigreeren ! Dat in den eersten tijd van spoorweg- en andere werken niet wel eer^s een overigens daarginds onbruikbaar persoon terecht kwam en werk kreeg is buiten kijf, doch vooral moet er op gewezen worden, dat eene verhuizing naar Z.-A. alleen geldt voor bruikbare personen, die kans van slagen hebben. Een voorbeeld uit honderd: langen tijd geleden kwam iemand bij mij, die naar Z.-A. wilde emi greeren en vroag hoe hij aan geld voor de reis plus onkosten zou komen. Voor dat er verder over geld gesproken werd deed ik hem de vraag: of hij dacht r)at er voor hem werk zou te krijgen zijn? O', mijnheer, werk! dat is daar wel te krijgen, want mijn buurman timmerman en een mijner vrienden een metselaar en mijn broeder een smid zijn er ook al heen gegaan. En gij, zij t gij ook ambachtsman, fif welk beroep oefent gij uit? vroeg ik. O! ziet u, mijnheer, was het antwoord, ik Par exempl,;! tout Ie monde vous trouve adorahle . . ." Wat wiet jij daarvan?" en Airieuue's lachoogen glansden blijmoedig i" liet bewonderend geJa-it, van mademoisolle Grandillon. ,.le vous Ie léptVe, aujourd'nui vous c'es belle, oui, mais! oelle .. . et vous avez l'air tout, u fait,. .." j-Tout a fait?'' ;/Je ue sai?, c imnient dire tout a fait chose..." //Tout a fait chose! ..." Adrienue proestte liet uit. </Xu begrijp ik het! Jullie ranschen, weet, je wat, je bent?. . ." ;/Eu bien, unes-Ie .. ." //Vleiers . .." Je m'at'tendais ;i cela ..." Zij greep naar haar sleutelmaiid en stond vlug op. J'ai ua tas de ciiosus a faire, je ne perdrai plus uioii temps, madame, a vous flatter ..." Beu-je boes, goeiert r" «Du tont; auj')urd'hui, vous c es dangereusement belle, ja je ii'eii dirai pas davaatage, mais vos charmauts compatriot.es soijt aveugles, cela m'tigace, vous savez !. . ." Met haar l'rausch dribbel-pasje stapte zij door de kamer, in zich-zelf brommeud: ,Sontils maladruits! mie jeune et jolie femme, elle devrait, avoir Pembarras du choix, cclk-'u." Met de deur-kruk in hare hand redekavelde zij door: Même les militaires rnacquent de courage..." jje spreekt toch geen kwaad van onze mili tairen ? .. ." Je m'eu garderai bien. Monsieur Verbrugge est tout a fait beau gaicon; il est courtois, aimable, c'est un homme de coeur . . ." Allez-vous promener, avec votre capitaine, moi, j'atteudrai qu'il soit géaéral," riep Adrieune haar na en ging in de serre om haar ochtendbezoek ts brengen aan haar bloemen en planten. Daarna zette zij zich voor de piano. Alle zwarte gedachten waren weggevlucht. Zwierig gleden Adrienne's blanke met ringen j getooide handjes over de toetsen. Nu-i n- ' dan keek zij in de serre; door de geopende j deuren golfde licht en frischheid naar biuuen. ' Een strak blauwe lucht ; de krachtige stralen van de Maartsche zon tintelden over de glan zend-groene bladen der aspidistra's; streelden kan van alles, ik ben diamantsnijder, maar ik ken ook wat administratie. Eenander voorbeeld: iemand had in zijn jeugd het smidsvak uitgeoefend, maar omdat het werk hem te zwaar was, was h\j sedert in een winkel als winkelbediende gegaan en had later zelf een zaakje opgezet; dat ging echter niet goed, en nu wilde hij in Z.-A. het smidsvak weder opvallen. Aan deze en meer andere personen heeft Z. A. geene behoefte niet alleen, maar dezulken beder ven ook den goeden naam van menigen Hollandschen werkman en tevens hun eigen. Maar hre, wonderlijk genoeg, er sommigen nog ttrecht, komen mag uil het volgende blijken. Een jougmensch hier te lande in een paar goede administratieve en handels zaken wei kzaarn geweest zijnde, werd wegens verregaand wangtdrag en tengevolge waar van hij zijn kantooidietist slecht verrichtte, ontslagen. De familie besloot, helaas! dit jougmeuFch naar Z.-A. te sturen, dan was hij der familie niet mter tut lar-t en tot schande. Hij vertrok enkele jaren geleden, en ziet, het gelukte hem binnen enkele dagen tene administratieve betrekking te ei langen, maar helaas ! het duurde niet larg of zijn wangediag kwam voor den dag en werd in plaats van bevorderd ontslagen, werd daarna associéin eene wasscherij. en na 'i te niet gaan dezer Knak compagnon van ten wijnkooper en daarna ik wil hopen (lat hij eindelijk door schade en t-chai.de wijs geworden i«. Ik behoef nauwe lijks ie vermeldt n dat zulke emigranten niet d« ware, niet de gewens-chtezijn. Men veilieze bovendien niet uit het oog dat niet allen geschikt zijn voor emigratie, en zelfs vele gecchikimi nog onbruikbaar. Men moet precies vveKn welke geschikte en be kwame emigranten bruikbaar zijn. Een groot gebrek aan inzicht beheerscht vele Nederlanders nl. omdat de Regeering der Z -A. Republiek de Holland.-che taal als de oltiiMtële des lands aannam zoo ineenen vele Hollat.ders dat zij er wel eene be trekking zullen bekomen. Hoewel dit in vorige jareji ouk veelal het, geval was, zoo kuniien locb. nn-t alle Nederlanders, die emigreeren, in Gouvernemenls- en andere betrekkingen geplaatst worden, terwijl niet uit het oc.g niott worden verloren dat het goede onderwijs in de laatste jaren er toe heeft ruedegevverkt dat de Burgers zelven meer en meer liaar die betrekkir gen dingen en natuurlijk den voorrariggenieteii.Voor het meeiendeel is dus het baantjes-jagen van iiollaiKtsche emigranten afgeloopen. Bijna alle emigranten, edel en onedel, geschikt en ongeschikt, bruikbaar en onbruikbaar, moes ten wel bedacht zijn om een baanije machtig te worden, dewijl zij als 't ware zonder middtlen er heengingen. Dit heeft er toe geleid, dat de Hollanders d. t. 1. niet zoo gezien zijn,, alr< men zich hier voorstelt. Bovendien hetiïdeE"gtl>che pers, vooral te Johannes burg en Pretoria, er toe medegewerkt wegens afgunst m nijd de Hollanders te verachten en te belaHt-ren, omdat de Engelschen nitt die baantjes konden deelachtig wowien. Engelsche bladen als de Star, Johannesburg Times en m. a., ireholden dagelijks op die bl,.. HolJat.ders; zij deden al het mogelijke om de splinter, die in Hollandsen oog werd gezien, tot een grooten balk te maken en alle voorgewende grin-en tot grieven te maken, waarvan de Hullanders van den hoogsten tot den laagsten in rang beschul digd weiden de oorzaak te zijn. Dit mag dan bij vele Afrikaners ten afkeer jegens vele Hollanders teweeg gebracht hebben, meer en meer hebben toch de Afrikaners leeren inzien, dat de Hollanders zich hoe langer hoe meer hebben vereenzelvigd met de Burgers des latds; want van nature zijn de Etigeli-chen hunne vijanden. Deze laatsten ziin niet tevreden, dat zij hun bioo'i in de Z.-A. Republiek verdienen, zi] moeten gten vreemdelingen blijven. Voor een groot deel is die agitatie, die laster, die verachting, die afguns-t der Engelschen ten opzichte van de Hollan ders... onze eigen sehuhl. Want kwamen u-ij er om haantjes, de Ensfl^chen konden ze niet deelachtig worden, zij'kwamen in de Z.-A. Rep. om goud in de eerste plaats en ten tweede kwamen zij om er zaken van handel en industrie te drijven. Betrekkelijk weinig Hollandsche zaken zijn er opgericht, waarin onze dtgeli]ke bekwame Holl. jongelieden geplaatst kunnen worden. Bijna alle handel en industrie is in handen der Eugelschen; Himutmimmit lIMlmtHNttmtMUMUUllllUIII de rozig-gele cLvia's, verscherpten de in-witheid der bloeiende azalia's kuiscb als bruidsbouqut-tten. Wér dwaalden haar oog^n naar buiten. O.' die zou! die heerlijke, <iie goddelijke zou ! die bedwelmende, d.e dronkeumakende zou... ' Zohiie-dronkeu . . . Als meisje van twintig jaar had zij haar moeder eeiis gevraagd in een hoog-blijda stem ming van outmnaren levenslust: Kan een mer.sch zoune-drouken worden moeder ? Ik ge loof, dat de zon mij dronken maakt... ik zou willen zweven, ik voel me zoo blij, zoo krachtig als ik de zou zie... dan moet ik juichen eu zineen eu lacl.eu tegen de zon . .." Een weemoedb-lacli sidderde om l air lippen... reeds tien jiar geleden, dat zij twintig was eu liet zonueiiciit btd^elmde haar nóg... Zoune-dronken ... Haar vingeis gleden van de toetsen; haar handen lagen roerloes op haar donker-blauw kleed; slechts het wiegelend kleurgt-fljnker der ringen verbrak de loome rust, waarin die han den wegzonken a!s in devotie mede herdenkend die blijde onbezorgdheid . .. De diur ging open. Adrienne hoorde het niet. Geluidloos gleden zijn voeten over het, tapijt. Behoedzaam, met schuchter gebaar legde Hellirga zijn haudeii op haar s-chouders. ,Waar denk-je aan, Adriente? vroeg hij, haar naam uisterend met een streeling m zijn stem. Adrienne verroerde zich niet. Schichtige ner vositeit, wa3 haar vreemd. Zij wendcïe het hoofd rust:g om en keek Hellinga aan met zachte peinsoogen, zoekend een antwoord op zijn vraag. Hij boog zich over haar heen, en de smee king zijner orgen iu de hare dringend, zei hij deemoed g: //Ik heQ den volgeuden dag altijd spijt, over hetgeen ik deu vongen dag misdeed." Wér die blik; wér dat loome neerdrukken van de oogleden, inniger, woeker dan de teerste aanraking, Adrieune ontroerend tot, in het diepst van haar zijn. Zij, de kloeke, trotsche vrouw, die met gullen lach en piUig woord zich schrap wist te zetten, die fier en bekoorlijk haar auto riteit handhaafde, was klein, weer- en willoos onder den invloed van zijn blik. Ongeroepen dezen hebben groote kapitalen disponibel geeteld. In vele gevallen visschen de Hol landers achter het net: evenwel is er te dezen opzichte eenige verbetering gekomen, in de laatste jaren toch zijn er enkele goede Hollandsche zaken opgericht, hoewel wij vergeleken bij de Engelsche zaken nogtans een treurig figuur maken. Een groot gebrek in ons volk is, dat zij wenscneu te emi greeren als de laatste cent is uitgegeven, dus als de nood is ten top gestegen, en een bewijs, dat het hier niet al goud is wat er blinkt, blijkt uit het feit dat er honderden, ja duizenden wenschen te emigreeren. Dezen kunnen onmogelijk allen daar hun brood verdienen, ook al waren zij allen geschikt, bekwaam, net, in n woord biuikbaar. Zuid-Afrika biedt maar een beperkt veld aan voor emigratie van personen die er betrekkingen zoeken. Gedurende de laatste jaren is de emigratieverhouding van Hol landers niet zoo klein, waartoe de Nedeil. Z.-A. Spoorweg niet weinig heeft bijge dragen, maar voor de weinige Hollandsche zaken waren er vóór den oorlog reeds ge noeg. Na afloop van den oorlog, indien gunstig voor de Republieken, zal er mogelijk nog plaats ziju voor vele goede bekwame ambachtslieden in de bouwvakken, alsmede voor vele goede degelijke Holl. dienstmeisjes. Kantoorbedienden en gewone klerken zullen er niet op behoeven te rekenen goede be trekkingen te erlangen, dewijl de Burgers zelven de voorkeur genieten. Bovendien is in het belang eener goede emigratie, in het belang der Hollanders daar te lande, dat niet de minst ervarenen, niet de minst be kwamen, niet de mortel laag gevallenen, niet de dronkaards enrgreeren, want de zulken hebben het daar te lande zwaar en vooral hebben de laatste twee genoemde categories grooten kans, dat zij vallen als slachtoffer van dronkenschap en immorali teit. Nette dienstboden zullen ook dan weder in grooten getale geplaatst kunnen worden, op een maandelijksch loon van af f 30,-. (Slot volgt.) v. UEK. Soc-laL aaii Kamers fan Aitid en GescMllen-besleciitiiig. (Slot.) De strijd dus tus?chen het kapit»al en ! elen arbeid spitst zich steeds meer toe, en l' van den socialen vrede is nog weinig te : bemerken. ! Juirt met het oog op de Kamers van Arbeid is daarvoor een duidelijk voorbeeld < in de uiterst leerrijke geschiedenis van de K. v. A. voor deglis- en aardewerk-i/idustrie te Maastricht. Hier kunnen wij eens zien hoe weinig kwestie er van samenwerking i kan zijn. i In 't kort de geschiedenis. Door de arbeidersvereeniging Loon naar Werk was her verzoek gedaan lot instel ling van een K. v. A. voor Maastricht en Meerssen, waarop door den minister gunstig was beschikt. De verkiezing had dus plaats. De vereenigingiL n. W-, die betrekkelijk klein van ledental was, stelde hare candidaten tegenover die der katholieken wier vereeniging onder patreinaat van priesters en werkgevers voor eenigp jaren, ra de groote werkstakingen te Maastricht, de socialistische arbeidersbeweging had ge fnuikt. Toch overwonnen de caudidaten van L n. W. met een vrij aanzienlijke meerderheid en was daardoor de onaf hankelijke arbeidersbeweging geplaatst tegenover de vijf patroonsleden gekozen door slechts zes uitgebrachte stemmen, terwijl er niet meer dan tien kiezers voor hen zijn. j Deze uitslag stond den patroons in het 'geheel niet aan en zij trachtten daarom de Kamer het werken onmogelijk te maken. «Niettegenstaande de geloofsbrieven der arbeidersleden reeds 8 dagen na hun ver kiezing waren ingezonden, duurde het nog bijna twee maanden alvorens de eerste ledenvergadering plaats had en moesten toen ne>g de arbeiders protesteeren tegen i de slechte nakoming der voorschriften." «Hoeveel vuur de patroonsleden bezielde ?iiiiiiiMmiitmiiiimiiiiftiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii kwam hij tot, haar, om zijn leedwezen te be tuigen ... Was zij niet bard en onvrouwelijk in liaar oordeel over dien man?... Huiverend doouchokte Léni de emotie van zinneloos begceren . . . Adrienue, antwoordt je mij niet?" Zij» lippen prevelden haar naam, zijn oogen onafgewend op haar verbleekend gelaat, trach tend haar blik weer te vang,-n in den zijie... ! dat zonnelicht,... en die hunkerende smeekoogen, die toonlooze stem en de zachte druk zijuer handen op haar schouders... Geen wissel.ug op haar gelaat on*gii g hem; haar snelle ademhaling zweepte zijn bloed in heele golviugen naar zijn heisecs; het schuw wegdwalen harer ooeeu beleed hem hoe-*eer zij het magretisme van zijn blik duchtte. Een zachte trillirg o ui haar mond; ernst en wee moed om haar tot spreken half-geopende lippen. Driftig sloeg hij zijn arm om baar heen, hield haar hoofd achterwaarts gedrukt en driegt, als liet hongerig dier dat zijn prooi eindelijk onder de klauwen voelt, klemde hij woest zijn lippen op de Imre . .. Een kermend geluid hokte in haar keel. Zij ontworstelde zich aan zijn ruwe omhelzing. Marmer was haar gelaat; haat flitste uit liaar versc'irikte, cp.'espalkle oogen. Haar tcnïwas verlamd, geen geluid kwam uit haar schokkenden mond. Zij klemde zich vast aan een stoel; tof n, gebiedend zich oprichtend iu volle lengte, wees zij hem de deur.... Versteend bleef Adrienne s!aan, niet meer ge biedend, in deemoed... . Largzaam zich bezinnend, schonk zij water in een glas, maakte hare sidderende vingers nat en wreef ze langs hare lippen, waarover bet met intense walgiirj tuisde: *ba! ba!" Op den reinen weg van haar herdenken ecnmod; derspat, «aarvau liet groezelspoor niet was uit ! te wisschen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl