De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 27 mei pagina 5

27 mei 1900 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. H96 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. vooral uitvoerig wordt de kwestie van de halfbloeds besproken, de zonen van kolonisten (Boe ren en Engelsen) en aangevoerde negerslavinnen; immers de inlanders zelf waren ook al te veel aangetast door de vryheidzin om als slaven behandeld te kannen worden in 'en tgd toen men meende, dat het zwarte ras daartoe voor beschikt was. Maar voor ons blijft het interes santst de Boer en z'n omgeving en prachtig is de beschrijving daarvan en van de trek in de . rondkappige ossewagen de bergen op, de hoogvlakten over, van bron tot bron onder voortdurende stryd tegen de Bosjesmannen enz.; maar niets vond ik zo heerlik als de wetenschap, dat het geen praatje is om ons trots te maken, maar echte werkelikheid, die noch bestaande rasverwantschap van ons volk met de Boeren. Die vrouw 'in de leunstoel met de voeten op de stoof, dat kasje aan de muur waar het kostbaarste, het porselein, in staat, die vry'ery, dat samenzitten van vry'er en meisje de hele nacht door tot vóór het volk op is, het deed me zo goed het noch eens weer te lezen, want ik herkende er volkomen m'n eigen Friese volk in. Plaats Friese boeren onder die luehtstreek en er zal alleen het wennen aan het kliemaat nodig zy'n om er echte Afriekaanders van te maken nee, wacht even, noch iets: het roken zou noch gaan, zie je, maar het schieten.... daar hapert noch al zo iets aan. Zie, dat schijnt ons hele volk bij intuïetsie te voelen, die bloedsgely'kheid, vandaar die alles en allen doordringende simpatie; maar vooral in de van beschaafde streken ver afge legen oorden zal men die gelijkheid noch meer op prijs stellen dan bij ons; daar worden de Afriekaanders noch beter gewaardeerd in al hun deugden en gebreken; en het is 'n troost, dunkt me, dat het ras noch niet zo veel afwijkt van het onze, want we kunnen er moed door kragen op de toekomst van ons eigen land. Oefen alle jonge mannen van het land in de wapenhan del, in geregelde spierwerking, in de oorlogskunst in n woord en met het verhoogde bewustzijn van eigen kracht zal ook de oude vryheidzucht aan 't licht komen. Nu heeft men het gevoel van onmacht, omdat we groot gebracht zijn in 'n verering van staande legers, die er b\j ons niet recht in wil en daar komen de Boeren en wijzen weer de weg aan, die ook ons volk kan inslaan om weerbaar te wezen. Gelukkig ons volk, ah het die inslaat en 'en volksleger krijgt. Maar laat het dan ook dit boekje lezen om zich te overtuigen dat er geen nodeloze angst voor zo'n volk past bij ons en laten de mensen daarnaast onze historie opslaan om datzelfde ras terug te vinden; dan zal men zich her inneren, dat ook hier Noord en Zuid n waren, dat hier het héle Zuiden door 'en Spinola (Roberts) veroverd werd, maar dat het Noorden toen verder alleen z'n strijd streed tot de vrij making toe. Laten ze dan dit boekje lezen en weten, dat de natuur en de elementen hun daarginds even goed zullen helpen als ze ons volkje deden, zij het dan ook andere; en dan zullen ze niet meer twijfelen aan het sukses, dat ten deel moét vallen aan vastgeloof, vryheidsliefde, vertrouwdheid met land en natuur en kalmte ontleend aan het vrije buitenleven. DAME£. *IEE Adrt-nnr-ilai YOOF Dienstboden. Internationaal congres te Parus. Ziezoo! nu wordt het meenens! In Amerika is men bezig voor dienstboden het acht-uurwerken-systeem ingang te doen vinden. De Neieyork Herald heeft de koe bij de ho rens gevat; of het beestje zich nu zal laten leiden ? Ik betwijfel het. Niet omdat ik den ernst van den Netoyork Herald verdenk. In de verste verte niet, maar, ik beu toevallig bekend met enkele Amerikaansche toestanden. In Amerika klaagt men steen-en-been over dienstboden. Die zijn onhandelbaar. Geen spoor van ontzag tegenover de lieden bij wie zij werkzaam zijn. nik werk; « betaalt. Wie staat nu hooger? ik zou denken ik". Dat is hun gewoon relletje, waarvan zij geen syllabe afnemen. Soyons justes! Niet alleen de dienstboden, alle diensibaren in Amerika inboorlingen althans zijn kortaangebonden bij het onbeschaamde af. Kom eens met pak-en-zak aan in een groote stad; wenk een koetsier u met hebben en houwen naar het door n op te geven hotel te brengen. De man buldert u kwaadaardig toe, dat hij er u wil brengen, omdat hij uu eeumaal menschen vervoert, maar over uw bagage ontfermt hij zich niet. Daarvoor moet u eerst weer iemand anders opsnorreu. In een restaurant van den eersten rang, be stelt u, na de spijskaart te hebben geraadpleegd, uw diner. Eerzame Hollander! gij, die gaarne alles op zijn elf-en-dettigste verricht, wat ko mische verrassing staat u te wachten! In een ommezieutje reut een kellner met een reusach tig blad in zijn handen, op uw tafeltje af. Hij zet alles tegelijk razend vlug voor u neer. Ja wel! daar staat uw soep, uw croquetje, uw visch, uw Chateaubriand, uw zwezerikje met doperwteu, uw kippetje met compote, uw dessert, in n woord, al bet door u bestelde. Het ongewone van die uitstalling en uw mindere vlotheid in 't Engelsch slaan eerst uw tong in boeien. Na vijf minuten keert uw Hollandsche afgemetenheid en deftigheid terug. U tikt. Boem! daar staat de kellner weer voor u. )/Neem alles weg; laat de soep staan en breng de spijzen in de volgorde, zooals ik ze opgaf." De man antwoordt u in zijn afschuwelijk Amerikaansch-Engelsch, dat men zoo iets in Amerika niet doet. Hij keert u den rug en vliegt naar het andere eind van de eetzaal. Terwijl gij woedend uw mes hanteert, alsof gij uw Chateaubriand wilde vermorselen, ziet gij met leede oogen hoe de vette jus van uw kippetje reeds aan het stollen is. Eet smakelijk! Misschien neuriet gij inwendig, al is 't ook in 't Engelsch: »Home! sweet home! there is no place like home!" En wanneer u het bekende deuntje van deze zoete woorden niet te binnen schiet, dan wed ik, dat gij deukt of zegt: Oost-West Thuis best. Vlug zijn die Amenkaantjes; vlug als ratten. Heeft u lust een tochtje te doen door een van . die reusachtige inrichtingen waar men allerlei vleesch-preparaten vervaardigt? Best! Entrez toujours! tegelijk met u gaat een levende vier voeter naar binnen. Dat is ook het nige wat gij tegelijk met het varken doet. Het beest wordt geslacht, gewasschen, geschoren, aan stukken gesneden, gezouten, gebakt, vermalen, weet ik wat al. Als u de fabriek verlaat, ziet u de worsten ter verzending gereed liggen, worsten gemaakt van den knorrenden viervoeter die met u binnen kwam I.... Revenons a nos moutons: de dienstboden, Amerikaansche lammeren nog zachtzinniger dan onze Hollandsche. Welgestelde burgers in Ame rika houden ook twee meiden. Als ik in Amerika moest wonen, zou ik stellig het voor beeld volgen van veel dames, 's Morgens een paar uur per dag een werkvrouw nemen voor het ruwe werk; zelf meewerken (tusschen ons gezegd met handschoenen aan, want een ruwe, verwerkte dames-hand vind ik leelijk) in een restaurant eten en 's avonds ons innig-gezellige r thee-uur in eere houden. De meiden hebben in Amerika ook haar »at home"! Heusch l Dan moet Mevrouw thee, koekjes en limonade leveren, om de vriendinnen te onthalen. Geven Meneer en Mevrouw X. of Z. een diner en begaat mevrouw de onvoor zichtigheid eenige dagen voor het feestmaal een of andere aanmerking te maken of berisping uit te deelen, dan blaten de lammeren niet. Zij zwijgen. Een paar uur vóór de aankomst der gasten treden zij met gepluimde hoeden en ruischend-zijden rokken de kamer binnen en snauwen hun meesters toe: aWeleave". Een gewone Amerikaansche truc. Zoete broodjes bakken helpt niets. They do leave". En deze stakkertjes, zou men langer dan 8 i uur per dag laten werken?! Foei! j Als zij 's morgens om half zeven beginnen, moeten zij 's middags om half drie op haar lauweren rusten. Wét te doen P Een dubbel stel meiden nemen? De twee vermoeide sloofjes doen aflossen door twee anderen, die dan het sloven en zwoegen kun nen voortzetten tot 's avonds half elf? Dat wordt een dure grap. De dienstboden zullen met vermindering van werk-uren grif genoegen nemen; nooit met vermindering van loon, pardon, van salaris. Een dienstmeid is tegenwoordig niet meer in een dienst maar in een betrekking. Ik bedenk wat! Mevrouw en n of meer dochters zouden s' morgens om 6 uur, fluks uit de veeren kunnen springen; het werk verrichten tot in den voorm'ddag, en Annie en Daisv beleefd uitnoodigen tegen half drie de besogne over te nemen. De Neieyork Herald heeft interviews doen plaats hebben; hij heeft zelfs schriftelijke oordeel vellingen uitgelokt. Zoowel van de dames als van de Annie's en Daisy's. Een vermakelijke poespas zal dat zijn; nog vermakelijker dan de antwoorden door Mejufvrouw Alberdingk Thijm geïnd op de twintig door haar gestelde gewetens-vragen. In ieder geval hebben de antwoorden, door de enquête uitgelokt, den Herald tot nadenken gebracht. Zijn ernstig gemijmer heeft hij tot een resum saamgevoegd, waarvan de hoofd-artikelen luiden: 1. Huisvrouwen moeten even goed praktische ervaring hebben van haar verantwoorde lijkheid en de haar opgelegde plichten als van de plichten die zij haren dienstboden opleggen. 2. Er behoort door verkrijging van algemeene ontwikkeling en door speciaal voor het doel ingerichte huishoud-scholen gezorgd te worden dat er nimmer gebrek kan zijn aan goede dienstboden. 3. De betrekking van dienstbode moet in aanzien stijgen; zij behoort ontdaan te worden van alles wat zweemt naar gering schatting. 4. De hervorming van den dienstbodenstand moet algemeen en continueel zijn; niet persoonlijk en voortschrijdend met horten en stooten. 5. Voor degelijk dienstpersoneel moeten de zelfde regels gelden als voor den fabrieks arbeider tegenover den werkgever. 0. Van weerszijden brenge men in toepassing de moreele codex vervat in de tien geboden. Acht-uur werken is wenschelijk voor hen die inspannenden arbeid verrichten, voor hen die in stoffige, benauwde, gedruisch-makende werk plaatsen zijn opgehoopt, maar voor Amerikaansche, Hollandsche of welke vrouwelijke dienstboden ook, zie ik er de noodzakelijkheid niet van in. Een verstandige, ordelijke huisvrouw deelt het huiswerk verstandig en ordelijk in. Dan gaat alles van een leien dakje. Een onver standige huisvrouw slaagt er zelden in dienst boden aan zich te verbinden. Het botte onverstand en de weet-nieterij van Mevrouw korrt ten nadeele van haar onderhoorigen en hoe langzaam die ook mogen zijn in het verrichten van haar dagtaak, bij nig onrecht haar aangedaan, vertoonen zij plots Amerikaansche vlugheid en poetsen de plaat. Een wanordelijke huisvrouw is een buiten kansje voor wanordelijke dienstboden. Het werk wordt slordig en onnauwkeurig gedaan. In ge zinnen waar twee meiden zijn, knnnen zij onder goede leiding zonder eenig gevaar voor hare ge zondheid het werk best af. Zij vatten het leven en de vervulling van haar plichten zoo kalmpjes en nig-leuk op. Een harde ruk aan de huisschel werkt electriseerend op ons. Niet aldus op uw keuken-maagd of tweede meisje. Zij loopen geen stap vlugger naar de voordeur dan anders. Zij bezitten een benijdenswaardige plaoiditeit in alles. Zóó kunnen zij het best uithouden. In een gezin met n dienstbode werkt in den regel de huisvrouw dapper mee. Staan haar povere krach'en haar niet toe, mee te werken, zooals zij ?ou wenschen, dan zegt Mietje, Keetje of Truitje: ,Mevrouw mot maar werk maken van een andere meid 't is mijn hier veel te druk.'1 En de blozende Mietje, Keetje of Truitje gaat er onbekommerd van door, der lijdende huis vrouw met haar bleek gezicht en donker omkringde oogen het pretje gunnend met Kaatje of Leentje van voren af aan te beginnen tot die er ook het bijltje bij neerlegt. In storm-drukke huishoudens is meestal wisseling van personeel. Wanneer de dienstboden haar bezigheden op haar gemak af kunnen; wanneer zij goed voer, een warmen stal en flink verval krijgen, dan drijven zij de belangeloosheid zoover van te blijven. Naar mijn meening behooren zij tot de aller laatste categorie arbeidsters voor wie men den acht-uur-dag moet invoeren. Op het //Congres international de la condition et des droits des femmes" dat in dit jaar te Parijs zal gehouden worden zullen de vol gende stellingen ter sprake komen: Uit een maatschappelijk oogpunt: de gelijk heid der werkloonen. Uit een staatsburgerlijk oogpunt: dezelfde prerogatieven voor de beide sexen. Uit een staatkundig oogpunt: gelijke rechten vtor den man en de vrouw. Wij vertrouwen dat het beginsel bij gelijken arbeid gelijk loon, een beginsel is eenvoudig van billijkheid en wij vinden het juist dat de vrouwen voor de wet verantwoordelijk en aan de schatkist belastingschuldig aan de beraad slaging der wetten waaronder zij komen te staan, kunnen deelnemen. Alle inlichtingen omtrent het van den vijfden tot en met den achtsten September te Parijs te houden congres moeten gericht worden aan mevrouw Marguerite Duranl aan de bureaux van de Fronde, rue St. Georges 14, te Parijs. CAPBICE. Vereeniging ter behartiging van de belangen der vrouw. Men verzocht ons onderstaanden brief, ver zonden aan de hoofdbesturen van het Ned, Ond. Genootschap en van den Bond van Ned. Onderwijzers, geheel of gedeeltelijk in ons blad op te nemen: «Een paar maanden geleden werd in het Weekblad De Amsterdammer (het nummer van 20 Jan. 1900) en daarna in Het Schoolblad (van 30 Jan.) een wantoestand besproken op onderwijsgebied, die naar het ons voorkomt dringend verbetering behoeft. »Wy bedoelen de regeling van het onderwijs in de handwerken voor meisjes, o. a. in de scholen van het district Heerenveen, zooals die onlangs op aandringen van den districts schoolopziener is tot stand gekomen, eene regeling, waardoor het geheele aantal lesuren voor meisjes in sommige gemeenten aldaar aanzienlijk is vermeerderd boven dat van de jongens, zonder eene daarmee gepaard gaande evenredige tractementsverhooging van de onder wijzeressen. «Krachtig werd in De Amsterdammer het verderfelijke en het onbillijke van zulke maat regelen uiteengezet; o. i. verderfelijk in de eerste plaats voor de leerlingen, voor wie een te groot aantal uren, doorgebracht op de schoolbanken, noodzakelijk schadelijk moet werken; verderfelijk in de tweede plaats voor de onderwijzeressen, aan wie door deze ver meerdering van lesuren en zulks nogal in veelal zeer talrijke klassen, eene veel te zware, vermoeiende taak op de schouders gelegd wordt in vergelijking met die der onderwijzers. »Doch bovenal meenen wij te moeten pro testeeren tegen de grove onbillijkheid eener dergelijke regeling, omdat die vermeerdering van het aantal lesuren niet gepaard gaat met eenige verhooging van salaris, eene onbillijk heid, die ons des te onrechtvaardiger lijkt, omdat nu aan diezelfde scholen de taak der onderwijzeres zoo veel zwaarder is dan van hare gelijk gesalarieerde mannelijke collega's. »0ns bewust van onzen plicht tegenover de vele vrouwen, wier belangen hierbij P het spel staan, meenden wij, dat het op den weg onzer Vereeniging lag, op u, leden van het hoofdbestuur, een beroep te doen ten behoeve van alle onderwijzeressen, die aan u hare belangen hebben toevertrouwd en tot de be hartiging van wier belangen wij meenen, dat uwe Vereeniging in de eerste plaats geroepen is. «Ernstig dringen wij dus bij u aan krachtig te protesteeren tegen zulke onbillijkheden als nog onlangs zelfs door Gedeputeerde Staten zijn bekrachtigd, en alles in het werk te stellen, om een beteren onrechtvaardiger toe stand in het leven te roepen. »Moge onze roepstem niet vergeefsch zy'n I Namens het Bestuur der Vereeniging ter Behartiging van de Belangen der Vrouw, (w. g.) A. DOBBE, Presidente. A. DEOOGLEVEE FORTUUN, Secretaresse." Iets o?er fle Finsclie vrouwen. De omstandigheid, dat het kleine Finland, evenals nu de Afrikaansche republieken, het slachtoffer is van brutale overmacht en geweld, maakt, dat we allen vol belangstelling de ge beurtenissen van den laatsten tijd in Finland volgen. We kunnen zoo goed meegevoelen met de Finnen, hoe hard het voor hen moet zijn aan gevallen te worden in hun heiligste rechten in hun nationaliteit en vrijheid. Nu staan ze op de hoogte van de WestEuropeesche beschaving, maar kan dat blyven, als de Russische invloed zich meer en meer geldend maakt in Finland, als de vrijheid der pers belemmerd wordt, als geen lezing, geen voordracht meer gehouden kan worden, dan die door de strenge censuur goedgekeurd zijn ? De waardige, stille manier van protesteeren der Finnen tegen Ruslands ruw geweld heeft ons een eigenaardigen blik gegeven op het Finsche karakter. Geen heftige, bloedige en vergeefsche opstanden waren het gevolg van het keizerlijk manifest, dat geheel in strijd was met Finlands grondwet. Neen, groote droefenis en rouw heerschte in ieder huisgezin, maar stil en gelaten droegen ze hun lot. Een depu tatie van 500 afgevaardigden die een monster adres van het geheele Finsche volk overbrach ten, smeekte den Czaar zy'n besluit te ver anderen. Men weet met welk gevolg ! Als hoofdtrekken van het Finsche volk worden altijd eerst genoemd, dat ze stil en gesloten, langzaam in hun bewegingen zyn, en een taaie volharding en groote berusting in Gods wil bezitten. Deze eigenschappen gelden natuurlijk evenzeer voor de vrouwen als voor de mannen, maar in zijn schetsje over Finland noemt Dr. Georg Brandes nog andere kenmerken van de Finsche dames. Meer dan de andere Noorsche dames schijnen deze een Europeesche beschaving te bezitten; ze spreken verscheidene talen en bewegen zich gemakkelyk. En overal waar men ze treft maken ze den indruk zich volkomen thuis te gevoelen. Als voorbeeld daarvan noemt Dr. Br. de talentvolle schilderes Aliue Toppelius; de begaafde tooneelspeelster Ida Aalberg en Minna Kauth, de moedige strijdster voor zelfstandig Finsch geestesleven en voor de vrouwenbe weging, zijn echter betere voorbeelden van het echt Finsche type. De positie der Finsche vrouwen was beter dan in de meeste andere Europeesche landen, tengevolge van de Zweedsche wetten, die zeer gunstig voor de vrouwen waren. Maar toch was die volstrekt niet bevredigend. De wet van 1784, die tot voor eenige tiental jaren in werking was, beperkte de vrouw zeer in haar ontwikkeling en vrijheid en maakte de gehuwde vrouw volkomen afhankelijk van haar man, wat haar eigen persoon, haar kin deren en 'haar bezittingen betrof. Frederika Bremers boek »Hertha," dat in Zweden zooveel gemoederen in beweging bracht, veroorzaakt ook in Finland een groote opschudding en lokte een heftige polemiek uit. Adelaïde Ehrnrooth trad toen voor het eerst in Finland op in het openbaar als vurige verdedigster der vrouwenrechten. Frederika Bremer had door haar boek velen in Zweden en Finland de oogen geopend voor de gebreken van het onderwijs van de meisjes. Langzamerhand werd dit verbeterd. De vele scholen voor gemeenschappelijk onderwijs voor meisjes en jongens, die in Fin land verrezen, bewezen dat de ouders hoe langer hoe meer begonnen in te zien, dat de dochters evenveel recht hebben als de zoons op een opvoeding, die hen later zelfstandig maakt. Zoo werd er in 1883 een privaat gym nasium voor jongens en meisjes in Helsingfors opgericht. Ook is het onderwijs op de Finsche volkshoogescholen gemeenschappelijk voor jonge mannen en vrouwen, zooals ook het onderwijs op industriescholen en universiteit voor de vrouwen open staat. Wat de communuale en politieke rechten van onze Finsche zusters betreft, dan zien we, dat ze al heel wat rechten bezitten, die bij ons nog tot de vrome wenschen behooren. Al sedert eenigen tijd hebben de Finsche vrouwen communaal stemrecht en zijn ze ver kiesbaar voor het armbestuur en schoolcom missies en nu onlangs heeft de wetgevende macht in Finland het wetsontwerp aangenomen, dat bepaalt dat voortaan de vrouw evenals de man verkiesbaar zal zijn voor iedere stedelijke openbare functie. De gekozenen kunnen de rechten haar door de verkiezing geschonken aanvaarden of weigeren onder dezelfde voor waarden, die op dit oogenblik voor de mannen geldig zijn. (Wanneer zullen wij zoo ver zijn ?) Ook verkreeg de gehuwde vrouw in 1880 het recht en het beheer over het geld, dat ze door eigen arbeid verdient en werd haar recht om handel te drijven zonder de toestemming van haar man uitgebreid, namelijk in die gevallen, dat de man in de gevangenis zit, of haar verlaten heeft, of als de echtgenooten van elkaar gescheiden leven. In 1884 werd de eerste Finsche vrouwenvereeniging gesticht, misschien was de tegenstand, die deze vereeniging in de eerste jaren van haar bestaan heeft ondervonden, nog grooter dan in andere landen, omdat in Finland het idee van organisatie vooral voor vrouwenarbeid, nog zoo weinig doorgedrongen was. Een eigenaardigheid van deze vereeniging wil ik hier nog even melden: deze vereeniging is democratisch georganiseerd in zoover dat er geen bestuur bestaat, maar de leden zelf alle besluiten nemen. Het hoofddoel van deze vereeniging en ook van het orgaan van de Finsche vrouwenbewe ging »Koti ja Yhteiskunta" is de ontwikkeling der vrouwen. Maar het verwijt dat de vrouwenbewegingen in andere landen zoo vaak treft, n.l. dat het damesbewegingen zijn, kan zeker niet tegen de Finsche vrouwenvereeniging gericht worden, want in Finland nemen de arbeidsters ijverig deel in deze beweging. Al heel spoedig begon deze vereeniging, die behalve in Helsingfors ook in Wiborg, Kuopio, Tammersfors en andere steden afdeelingen heeft, praktisch te werken. Men stichtte een bureau voor inlichtingen en betrekkingen voor vrouwen (wel in denzelfden geest, maar niet zoo uitgebreid als mej. Marie Jungius nu voorstelt om in Nederland op te richten); populaire voordrachten voor arbeidsters worden geregeld gehouden, een zomerschool voor naaisters eu kookcursussen voor fabrieksmeisjes werden opgericht. Langzaam maar zeker wint de vrouwenbe weging in Finland steeds meer veld ; een der ijverigste strijdsters daarvoor is op het oogen blik barones Alexandra Gripenberg met wie de Nederlandsche dames afgevgardigden zeker op het congres in Londen in den vorigen zomer kennis hebben gemaakt. BKTSY NOKT. iiiiiimintiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiitiniiiiiiiiiMiiiiHiiiitHi Vrouwelijke doktoren in krankzinnigen gestichten. Dr. Rukwabai. Vrien den ontvangen op de tentoonstelling te Parijs. Geisha's. Op een onlangs in Hessen saamgekomen vergadering van geneesheeren in krank zinnigen-gestichten hield de geneesheer directeur uit Heppenheim een voordracht over het wenschelijke vrouwelijke doktoren op te leiden voor psychiaters. De resultaten in ver schillende landen verkregen, waren zoo gunstig, dat dr. Ludwig met kracht en klem aandrong in die richting voort te gaan. Vrouwelijk ge duld en vrouwelijke scherpzinnigheid zouden, naar zijn vaste overtuiging, de patiënten in 't bizonder en de psychiatrie in 't algemeen ten goede komen. * * * Dr. Rukwabai is nu '29 jaar oud en staat als directrice en practiseerend dokter aan het hoofd van het groote hospitaal te Sutra, haar geboortestad. Het ziekenhuis werd door de Engelsche regeering te Sutra gebouwd. Een vleugel van het gesticht is geheel-en-al ingericht voor pestlijders. Allén dr. Rukwabai is bij machte de vooroordeelen van haar lands lieden te overwinnen en de menschen te be wegen maatregelen te nemen tegen het heilloos voortwoekeren der afschuwelijke ziekte. De Hindoes vereeren Rukwabai als een heilige; wat niemand gedaan krijgt, gelukt deze vrou welijke dokter met een enkel woord, soms door n bestraffenden blik uit haar ernstige oogen. Zij is van zeer bescheiden afkomst; volgens de zeden en gebruiken van haar land hadden de ouders de achtjarige Rukwabai reeds ver loofd aan een knaap een paar jaar ouder dan zij. Toen het echter op trouwen aan kwam, Rukwabai was toen lüjaar oud, liep zy op een drafje weg van den voor haar gekozen man en keerde terug naar de ouderlijke woning. De ouders ontfermden zich over hun Maar dit boekje doet meer: het is 'en wijs gerig boek en doet ons als van zelf over allerlei kwesties nadenken: b.v. over het voordeel van het leven op het htnd boven het stadsleven. De schrijfster is 'en vurige vereerster van het eerste en het boek heeft ook 'en algemeen karakter daardoor: het sluit zich aan bij de haat van 'en Frederik van Eeden tegen de grote steden als de pestbuilen van de maat schappij. Zy wijst er op dat »de groote en krach tige persoonlijkheden zelden worden aange troffen meer dan een drietal geslachten ver wijderd van voorouders, die in de open lucht leefden en een natuurleven leidden" en dat »het noodzakelijk is, dat de artiest en denker, die zich ten doel stelt het menschdom te onder richten in iets schoons en goeds, die een roeping te vervullen heeft, niet te ver van het weerbarstig dochtertje en trachtten niet haar te bewegen bij den voor haar gekozen man te gaan wonen. De ouders werden tot een zware geldboete veroordeeld omdat zij de voortvluch tige echtgenoote weer in huis hadden geno men. De arme Rukwabai werd gerechtelijk vervolgd. Haar geschiedenis werd bekend in Madras, Bombay en Calcutta. Eenige Engelsche dames ontfermden zich over het jonge vrouwtje, dat hardnekkig bleef weigeren samen te wonen met een man, dien zy niet liefhad. Het medelijden werd omgezet in goud, dat van alle kanten toevloeide. De kosten van het proces en de geldboete der ouders werden gedekt. Rukwabai werd een heel eindje van manlief weggestuurd. Men zond haar naar Londen, waar züging studeeren en den dok tersgraad haalde. Toen keerde zij naar haar land terug, waar zy nu haar krachten en uitge breide kennis wijdt aan talloos veel zieken. Vrees voor besmetting kent zy niet. Rustig en waardig, zonder pose, zonder ophef, zonder reclame of Turksche trom, volbrengt zij met opgewektheid haar zware dagtaak. Rukwabai ziet er lief uit. Zy heeft een mooi, slank figuur, iets vorstelyks in haar rijzige gestalte en een zacht, zeer ernstig, regelmatig gezicht. * * * De Pary'zenaars rekken ter wille van de tentoonstelling hun verblijf in de stad. De badplaatsen zullen het pijnlijk gewaar worden; de landgoederen staan langer leeg dan ge woonlijk. Iedereen vraagt van heinde-en-verre vrienden te logeeren om de tentoonstelling te zien, die waarschijnlijk einde dezer maand klaar zal zijn. De vlotte Parisienne zendt sierlijke, gepar fumeerde briefjes aan haar vrienden en vrien dinnen die te Parys wonen, en noodigt ze uit, haar het genoegen te doen op dien en dien dag, op dat en dat uur te komen déjeuneeren, dineeren of soupeeren in Zwitserland, in Finland, in Rusland, in Italië, in Denemarken of in Holland. De gasten stroomen saam op het aangeduid terrein, waar de jolige, tintelende gastvrouw ze verwelkomt en dan geleidt naar het door haar uitgekozen restaurant. Het Zwitsersche dorp is de groote aantrekkelijkheid voor mymerzieke gemoederen. Daar strijken heel wat lieden neer slurpend met genot uit de groote glazen, gevuld met schuimende geelige, koe-warme malk en luisterend naar het wee moedig geklfngel-klep van de bellen der grazende kudde. »Le ranz des vaches" zoo in 't hartje van Frankrijk, 't is dan ook eenig. De Pary'zenaars kunnen nu lachend en smullend met hun vrienden een reisje om de wereld maken. Wat aan reiskosten gespaard wordt, kan het menu ten goede komen. Wy wenschen hun »complaisante" magen, willig al die internationale gerechten te verduwen. Franschen hebben over hun maag soms een eigenaardige opvatting. Een paar jaar geleden, zat ik op een lezing van de »Alliance frangaise" naast de zuster van den spreker, Jean Aicard. Zy vertelde my, dat zij regelrecht van den trein waren gereden naar het lokaal waar de conférence plaats had. Ik beklaagde Aicard en zei, dat hij moest rammelen van honger, in aanmerking genomen het uur, waarop hij voor het laatst iets genuttigd had. Haar ant woord luidde letterlyk: »il a l'estomac si complaisant!" * * De door Pierre Loti zoo-bekend geworden Madame Chrysanthème, heeft eenige harer zusjes, jeugdige Geisha's, naar de tentoonstelling te Parys gezonden. Zy zien er uit zooals alle Geisha's: klein, popperig, met kinderachtige gezichtjes, maniertjes en stemmetjes. Zij zingen en dansen. Het zingen bestaat in het tokkelen op een soort guitaar en het urenlang neuriën van monotone liedjes, terwijl zy rustig voor zich uitstaren met zachte droom-oogen. In haar kleurige zijden kimono's, niet wijde, wyde mouwen en reusachtige strikken op den rug, hebben zy iets ijls, iets wègvliegerigs, iets vlinder- of vogelachtigs. Haar bijnamen zijn meestal ontleend aan de vogel of planten wereld. Haar slappe, lenige lichaampjes zijn by uitstek geschikt tot het niaken van schui felende, lang-gerekte dans-pasjes, tot het vooren achterover buigen met langzame, lokkende zwenkingen; zy draaien en wenden de kopjes naar alle zyden; de armen nu eens opgetrokken, dan weer zacht neerglijdend of verlangend uitgespreid en de handen, waarin altyd een gesloten en een uitgespreide waaier is geklemd, beschrijven bizarre, gratievolle lijnen. De Japansche meisjes zyn zachtzinnig en uiterst zindelyk; ongeloofely'k naïef en bly moedig kinderlijk in haar onzedelijk bestaan. Zij weten niet, dat het kuische liefhebben der vrouw zeer enge grenzen heefc. Niemand zou zoo verbaasd zijn als de popperige Geisha wanneer u haar eenig begrip van vrouwelyke eer en deugdzaamheid wilde ingieten ! Een Japansch meisje dat lust heeft in alle «eer en deugd" te trouwen en bemerkt, dat noch zy, noch den man dien zy' liefheeft genoeg geld bezit om een huishoudentje op te richten, vat een voor haar zeer gewoon besluit. Een besluit, waarvan wy' Europeesche vrouwen ons geen denkbeeld kunnen vormen. Zy trekt mooie kleeren aan en hangt een leege, zijden réticule aan haar linkerarm. Dan neemt zij afscheid van ouders, aanstaanden man, vrienden, magen en geburen. Zij trekt er op uit, om met haar sierlijk lichaam geld te verdienen. Zij geeft zich aan alle mannen die haar begeeren, tot haar zak met goud gevuld is. Dan trekt zij naar haar woonplaats terug, waar de kuische ? jonge vrouw met vreugde en eerbe toon wordt ingehaald. Zij trouwt met den man harer keuze en leidt van dien dag af aan, een onberispelijk zedelijk leven. »La moralitéest une question de géographie". C.U'RICE. Oetoeto is "fc>oslist d,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl