De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 8 juli pagina 3

8 juli 1900 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No, 1202 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. gebied, en in verband met plaatselijke omstandigheden naar eigen inzicht han delen. Zij worden echter verantwoordelijk gesteld voor ieder verlies van grondgebied. Wij kunnen voor de echtheid van dit, tele grafisch uit Ganton overgebracht bericht natuurlijk minder goed instaan dan voor die van keizer Wilnelm's rede. Maar de mededeeling schijnt ons de algemeene stemming in China vrij juist weer te geven. .Mocht die stemming leiden tot eenekatastrophe voor de vreemdelingen in China, en de laatste telegrammen geven alle aanleiding om aan te nemen, dat zulk eene katastrophe reeds heeft plaats gehad dan zullen de mogendheden helaas niet kunnen ontkennen, dat zij slechts oogsten, wat zij zelven gezaaid hebben. iMiiiiiiiimiimiiiiiiiiitiiiitiiiiiiiiiiiiimiiiiiii llllllimlllllllltllltrf» Sociafó v v ttiiiiiiimiimiMimi iiiiiiiiiimimmtiiiiiiimiiiiiimtiimmimii Nog iets oyer CflfiperatieMionwfin c. a. Tot de voordeelen van coöperatief-bouwen, behoort ook de zekerheid van gezonde en geriefelijke inrichting der huizen. Zoodra tot oprichting eener dusdanige vereeniging besloten is, komen de bouwplannen natuur lijk al spoedig in behandeling. Nadat die door een architect of bouwkundige opge maakt zijn, wordt er door de leden de npodige aandacht aan geschonken, want dit volgt van zelf uit net groote belang dat zij er bij hebben. Als men dusdanige besprekingen bijwoont, is het bepaald interessant om op te merken, hoe zelfs door degenen, die hoegenaamd geen vakmannen zijn, gewezen wordt op gebreken, onjuist heden, verbeteringen enz. waarop door den deskundige wel eens niet of niet voldoende gelet was. Zoowel het groote belang der aanstaande bewoners-eigenaren als de kracht der samenwerking, o_efenen hier eenen in vloed ten goede uit, inderdaad niet gering te achten. Ten slotte wil ik van de voornaamste voordeelen nog even aanstippen, het voor komen van »buurtbederven"door co peratiefbouwen. Dit nader te omschrijven is onnoodig. In oude stadsgedeelten is dit niet te vermijden, doch wel in nieuwe wijken als er de coöp. bouwvereenigingen welig tieren. De bepaling, dat de huizen alleen door leden bewoond mogen worden, terwijl uitzonderingen daarop de goedkeu ring van het bestuur behoeven, waarborgt het gehalte der bewoners. Lichtvaardig wordt hierin nimmer gehandeld, voorna melijk door ieders persoonlijke aansprake lijkheid voor het geheel, volgens art. 19 der Eerste Nederlandsche wet op de coöpera tieve vereenigingen, in de Eerste Kamer den 15 Nov. 1876 met algemeene stemmen aangenomen. De 28 hier bestaande coöperatieve bouw vereenigingen hebben een zeer groot aantal huizen, wel verschillend in soort,_ doch allen bestemd voor n gezin. Dit is mogelijk voor steden als Haarlem, waar de gewone grondprijzen per vierk. Meter tusschen ?15 en ? 4 varieeren, doch in Amsterdam en Rotterdam zijn de minste grondprijzen te hoog, tot het brengen van coöperatief- bouwen aldus,onder ieders bereik.Maar daarom heeft in die twee grootste steden van Nederland het coöperatieve stelsel van bouwen toch wel degelijk recht van bestaan. Die noodzake lijke afwijking daar, van de hier algemeen gevolgde wijze, onderwierp ik reeds meer malen aan het oordeel van deskundigen en de algemeene sympathie op het na te noemen systeem verkregen, geeft mij voldoende aan leiding het eenigszins uitvoerig mede te deelen. Ik begin met te erkennen, dat de duurte der grondprijzen in de beide grootste steden het bouwen van geheele huizen voor n gezin beperkt tot enkelen, wien dit mocht convenieeren. Dien enkelen blijf ik die toe passing aanbevelen, als beantwoordende het meest aan het doel. Doch zij die een deel van het perceel dienen te bewonen kunnen dit coöperatief blijven doen en er toch, zonder meer te betalen dan in gewone buurhuizen, groot voordeel door krijgen. Stel b.v. een huis in drieën bewoond. Ik neem dit als voorbeeld, doch de toepassing blijft dezelfde, hetzij een perceel voor twee, vier of meer gezinnen bestemd mocht wezen. Kosten van grond en bouw ?15000. De eigenaar zou voor huurprijzen te zamen 7% pCt. berekenen, de coöperatieve bouwvereeniging doetevenzoo. Den eigenaar Een JoereiÊop in Zid-RndÉL Vry naar het Duitsch. 's Avonds was Stepan gekomen om ons mee te deelen, dat zyne vrouw hem zooeven een zoon had geschonken. Tegely'kerty'd noodigde hy' nuj en mijn oudsten leerling, een jongen van 12 jaar uit, als peetmoeder en peetvader tegen woordig te zy'n by' den doop, die den volgenden dag zuu plaats hebben. Wij namen de uitnoodiging aan, ik zelfs met blijdschap, want al lang had ik gewenscht een doopplechtigheid by een russische boerenfamilie by te wonen. Bovendien was Jelèna, Stepans vrouw, ons aller lieveling. Den vorigen zomer had sy nog bij ons gediend, als eene der flinke jonge Djèwki" (dienstmeisje) en men kan zicb geen mooier beeld voorstellen dan de 17-jarige boerenschoone, met haar stralend gezichtje, vroolyke bruine oogen en prachtige tanden. Altijd was zij opgewekt en van den vroegen morgen tot den laten avond hoorde men haar in de gangen van het huis bedrijvig heen en weer trippelen. In het dorp was zy' als het mooiste meisje hekend. Zij zelf scheen niet het minste ver moeden te hebben, hoe goed haar het djewkikostuum stond: een sneeuwwit, geplooid hemd met een bontgeborduurden rand, een korte gekleurde rok, een krans van frissche bloemen in het haar, met lange neerhangende linten, om den hals een snoer van veelkleurige koralen. Daarbij de bloote voeten, die, nooit door eenig komt het minstens toe, voor de vroeger omschrevene risico's enz., de coöp. b.v. maakt hare berekening, aldus: 4 pCt. voor rente, l > > aflossing, l » » grondlasten, straatgeld en assurantie, 1/4 » » onderhoud. 7 M pCt. totaal. Voor een perceel moet dus door de 3 leden per jaar betaald worden f 1050.?. Naar den maatstaf van andere dergelijke perceelen, betalen: het lid voor het benedenhuis, 2 verdiepingen f 550. het lid voor het Ie bovenhuis, l verdieping en *A zolder . . » 300. het lid voor het 2e bovenhuis, l verdieping en M zolder . . » 200. Na geregelde betaling, komt het gunstige tijdstip dat de schuld der vereeniging geheel gedelgd is. De perceelen, nemen we b.v. aan dat er 20 gelijken zijn, worden getaxeerd door drie onpartijdige zaakkundigen. Vermoedelijk overtreft dan die_ taxatie den kostenden grijs, doch hoe die zij doet niets ter zake. epalen wij die dus maar op vorengemelde ? 15000, is dan ? 300000 waarde, eigendom der leden op _het moment der geheele hypotheek- aflossing. Daarvoor geeft de vereeniging 3000 aandeelen van ? 100 uit, waarvan de leden kosteloos krijgen: van een benedenhuis 53/!05 = u/üi in ?15000is 78n/2i aand. van een Ie bovenhuis 30/io5 6/ai in idem is4218/ii » van een 2e bovenhuis 20/ioi = 4/2i in idem is28l2/2i » dus voor ieder perceel (2I/2i) . . ~Ï50 aand. is voor de 20 perceelen 3000 aandeelen. De onderdeelen van aandeelen zijn door onderlinge overname tot geheelen te brengen, want de onzijdige schatting evengenoemd maakt de deeling daarvan in ?100 als de zuivere waarde, ten eenen male juist. De coöperators hebben dus ieder het hun komende getal aandeelen van ? 100 efiectieve waarde gekregen, zonder finantieele opoffering hoegenaamd. Die kunnen aan toonder zijn, omdat er geen obligo op rust. Al naar gelang van omstandigheden kan men nu voortgaan met betalen van dezelfde of andere bedragen (nu huurprijzen gewor den) als vroeger, want de netto winst wordt van dat oogenblik af aan: »dividend". Wordt de huur onder het normale cijfer gebracht, dan kan het geval voorkomen, dat de waarde der aandeelen beneden pari daalt, doch dan blijft het lidmaatschap der vereeniging ook waarde behouden, aangezien alleen leden van die lagere huur, als bewoners tevens, profiteeren. Dit laatste komt mij waarlijk het meest overeenkomstig voor, met het uitgangspunt der coöperatie. Haarlem. M. P. DE CLEKCQ. lllMmMiiiimiiiiiiiiiiiii IMMHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIII Mnziefc in fle Hooltafl. Zijn meestal de zomermaanden oorzaak dat de concerten gestaakt worden, de studenten uit Upsala vonden juist daarin aanleiding om bunne schreden uit het verre vaderland naar hier te richten en ons een blik te gunnen in de kunst beoefening van het Scandinavische schiereiland. Het zal menigeen wel vreemd zijn voorgekomen in al die mannen, van zoo sterk uiteenloopenden leeftyd, studenten te moeten beschouwen: vermoedelyk zijn er vele alte Herren" by', zooals in Duitschland, zy genoemd worden, die na hunne promotie nog voeling houden met de clubs, waartoe zy in hunne studententijd be hoord hebben. Doch wij hebben slechts te vragen hoe zingen zij. En dan moet er op geantwoord worden, in hooge mate voortreffely'k. Waar het in de allereerste plaats op aankomt, n 1. op de intonatie, daar was al zeer weinig op te zeggen; slechts in het laatste nummer liet de \zuiverheid iets te wenschen over. Mogelykerwyze ook een gevolg van vermoeidheid \ De compositiën, welke werden voorgedragen, waren zeer eenvoudig en onopgesmukt, ongeveer in het karakter van het volkslied! De Duitsche schoeisel gekneld, bijna een volmaakten vorm vertoonden. Zy had veel vrijers gehad, maar Stepan had haar hart veroverd, en zoo werd zij zy'ne vrouw ondanks den tegenstand zy'ner ouders, die een rijkere bruid voor hun eenigen zoon wenschten. Nu was er bijna een jaar verloopen, en zij werd moeder, onze kleine Jelèna, zelt nog half een kind. 's Morgens vóór den doop begaf ik mij naar een jodenwinkel om de noodige doopgeschenken te koopen. Deze bestaan uit: een klein zilveren, of gouden kruisje aan een ketting of lint, een stol voor een japon voor de jonge moeder, dito voor een hemdje voor het kind en een geschenk naar verkiezing voor de baker, 't Spreekt van zelf dat de qualiteit der geschenken afhangt van de beurs der peetouders: de quantiteit is onder alle omstandigheden dezelfde. Alvorens wij onzen pelgrimstocht naar Stepans huis ondernamen, hielden wy' het voor geraden eerst by' de oude, aan ondervinding rijke njanja (kindermeid) raad in te winnen omtrent onze houding gedurende de plechtigheid. Gelukkig dat wy' dit deden; want nooit zou het ons ge lukt zyn veilig door het labyrinth van allerlei formaliteiten heen te komen zonder vooraf in gewonnen inlichtingen. Reeds kwam de knecht ons aankondigen dat het ry'tuig gereed stond, en na haastig een kop thee gebruikt te hebben, gingen wy' bet huis uit. Een gloeiende hitte beving ons toen wy buiten kwamen. Ofschoon het pas 5 uur was, stond de Julizon hoog aan den hemel en zond hare stralen meedoogenloos op de dorstige aarde. Sedert vier weken hadden wy geen droppel regen gehad en het was on beschrijfelijk stoffig. Zoo goed als het ging wikkelden wy' ons in onze Burkos" (een soort ruime, linnen fietsman tel). Tragi" (vooruit!) Akim, de koetsier, klapte keizer zou hier iets van zy'n gading ge.onden hebben! De marsch Hare uns Svea" van Wennerberg, de Brautfahrt zuHardanger" van Kjerulf, het Frühlingslied" van Kapfelmann, en het lied «Du Nord, du mein hohes, mein telsiges Land" waren als compositie, ondanks hunnen eenvoud, of liever juist daarom werkjes waaruit een groote diepte van gemoed en karakter spreekt. Het koor besaat uit een tachtig man en is, men kan zulks dadelijk bespeuren, louter uit beschaafde en ontwikkelde mannen samenge steld, die de wyzen van hun vaderland lief hebben en er trotsch op zy'n. Het doet hun goed dat men ze mooi vindt, die eenvou dige, tot het hart sprekende liederen en zy beyveren zich ze schoon weer te geven. De klank van de bassen is ryk en sonoor; die van de tenoren een weinig vlak; misschien ligt zulks ook aan de vocaliseering van hun taal. Behalve de zuiverheid, die ik straks reeds roemde, viel nog op te merken de fraaie en gezonde nuanceering, wars van alle onzinnig effectbejag. lijljt'daad de directeur Ivar Hedenblad heeft reéht om trotsch te zy'n op zy'n koor. Jammer dat de woorden niet op het programma voorkwamen, des noods in eene Duitsche vertaling. Dat zou ons ook een ky'k gegeven hebben in de poëzie dezer Zweedsche zangstukken. Ik wil verder niet verzuimen een paar woorden te wijden aan een der beide einduitvoeringen van het Amsterdamsche conservatorium van Toon kunst, waarvan ik een gedeelte bywoonde. Uit den aard der zaak stonden niet alle voordrachten op gelyke hoogte; er werd echter veel voortreffelyks ten gehoore gebracht, waarvoor trou wens de uitgelezen schare van leeraressen en leeraren tot waarborg strekt. Niet onvermeld wil ik iaten, dat de jonge dame, die St. Saëns cello-concert speelde, op mij een zeer gunstigen indruk maakte ; een indruk van rypheid in muzikaal opzicht, die de schoonste beloften doet koesteren voor haar toekomst. Het meer dere of mindere welslagen van een of ander solonummer maakt deze slot-uitvoering van het conservatorium echter niet zoozeer belangryk veeleer het feit dat alles thans werd uitgevoerd met orchest, waarin men -wel enkele bekende gezichten uit het Concertgebouworchest aantrof, doch waarbij toch verreweg het meerendeel der partyen door leerlingen bezet was. Met mij tien gelukwensch aan den heer Dan. de Lange, wil ik tevens den wensch uitspreken dat hy' eerlang een geheel orchest van leerlingen om zich heen moge scharen. Na deze korte bespreking kom ik thans terug op de feestviering der Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging en dan, wel in de eerste plaats op het drama tische werk van Coenders?Van Milligen Darthula". De tekst van Darthula onderscheidt zich gunstig van de meeste operateksten, die ik in den laatsten tijd ontmoette, door zy'n voor naamheid; voornaamheid van stof als van be werking. Het was een gelukkige gedachte van den heer Coenders, om een greep te doen in de Ossian-zaugen. Darthula leent zich zeer voor eene dramatische bewerking en de heer Coenders heeft uitnemend party getrokken van desituatiën en de persoonsgroepeeringen, zoodat de aandacht steeds levendig bly'ft en de belang stelling voor de optredende personen voort durend gaande gehouden wordt, Overweging verdient het misschien of na de stervensscène van Darthula het tumult van de schare van Cavibar en het vechten niet achter in plaats van op het tooneel zou kunnen plaats vinden. Wat nu de verzen betreft, zoo moet ik erkennen dat het den heer Coenders niet altijd gelukt is vloeiend nederlandsch te schryven. Af en toe ontmoet men hinderlyke germanismen in den zinbouw, daarnaast echter ook veel smaak voor muziek in de taal. Het volgend citaat moge voor beide beweringen ten bewijze strekken. Zwaar zweeft het zwerk eea lijkkleed zwart, boven de golven. Zwoegend de zee Zucht uit haar wee. En al haar smart In haren zerk, door storm bedolven. De schipper die eenzaamly'k stuurt in den nacht, Hij luistert de wondre, de weevolle klacht, Als lag een God in sterven. Naast de waardeering voor de schoone en goed gevonden alliteratie bespeurt men aan stonds, dat het woord luistert" in den voorlaatsten versregel hier misplaatst is; terwijl het duitsche woord lauscht" volkomen den zin weergeeft, die door den auteur bedoeld is. Voorts wordt hier en daar, door het stroeve in 's dichters uitdrukkingswijze, de zin wel eens duister; als b.v.: In deze grot, houd(t?) u verborgen Daar waak en wacht Tot zonk (?) de nacht Daar Fingal zal voor u zorgen (!) miiiiui iiiiiiiimimiiiiiiHilim met de tong, de vier prachtige appelschimmels zetten het op een draf en het lichte open rijtuig rolde de poort uit, den diepbuigenden ouden torenwachter voorbij, de houten brug en het ruimte marktplein over en kwam zoo op den breeden landweg. Dichte grijze stofwolken dwarrelden op; als door een sluier zagen wij onze idyllische, witte dorpskerk met haar groene dak on den gouden koepel glinsteren. Wij gingen de kerk voorby', want Stepan woonde in het naaste 5 werst (russische mijl) verwijderde dorp, waar de doop zou plaats hebben. Spoedig lieten wij de laatste boeren Chaten" (hutten) achter ons. Zoo ver het oog reikte was nu niets meer te zien als een eindeloos goudgeel korenveld. Als grauwe schimmen kwamen ons af en toe voorbijtrek kende boerenwagens tegen, geruischloos met de wielen diep in het stof weggezakt. Toen ver anderde het karakter van het landschap. In de verte ontwaarde men een bosch, groene beetwortelvelden verdrongen allengs het koren, en aan den horizont werd het naaste dorp zichtbaar. Nog een kwartier r'ydens en de snui vende, met schuim bedekte paarden hielden voor Stepan's hut stil. Men had ons natuurlijk al lang zien aan komen. Op den drempel stond Stepan's moeder in feestgewaad, in de hand een verschgebakken roggebrood en een peperhuisje met zout. Dit is de gewone welkomstgroet bij de boeren en geen doodelijker beleediging kan men hun aandoen als deze gaven te weigeren. Naast haar stonden man en zoon, en achter haar de naaste bloed verwanten. Zij kusten ons allen de hand bij de begroeting. Nadat ik met een paar woorden bedankt had voor de ontvangst, gingen wij naar binnen. De chate" was van binnen feestelijk getooid met groen. In de groote huiskamer waar wij werden Zulke voorbeelden zy'n niet zeldzaam. Thans, nu de uitvoering reeds eenige dagen achter den rug is, en de beslommeringen, noodzakely'kerwyze verbonden aan de opvoering van een dramatisch werk, hebben plaats ge maakt voor een kalme rust, welke zich byzonder goed eigent voor het houden van retrospectieve beschouwingen, zal de componist zelf wel reeds gevoeld hebben waar het onvol maakte, hetwelk elk menschely'k werk aankleeft, zich het sterkst doet gevoelen in zy'n werk. Dat ontheft my' echter niet van de taak, myn meening uit te spreken over zoowel het goede, als het minder prijzenswaardige. Zooals ik in het vorige nummer schreef, komen er in de zangstemmen gedeelten voor, die zich tot een belangryk hoogtepunt verheffen; o.a. by de woorden Darthula, geliefde, wanhoop niet, ook deze storm zal weder zwijgen"; en dan later, by: De storm brak uw teere krachten; niet minder by de scène van Nathos, Althos, en Ardan (o geesten onzer vaad'ren). Daarentegen had ik bij het grafgezang van Ossian meer melodische weelde verwacht. De heer v. Milligen heeft in zijn bewerking het moderne standpunt gehuldigd. Terecht heeft hij het leidmotief aangewend en zich daardoor niet tot zy'n eigen grootvader geproclameerd, (de uitdrukking is van Hans v. Bulow) maar heeft hij getoond te zy'n een kind van zy'n ty'd. Echter de practisch moderne toepassing van dat standpunt is niet alty'd even gelukkig en van evenveel kracht. Wel ontmoet men de leid motieven in het orchest en ook wel te rechter ty'd en te juister plaatse; maar niet alty'd is de verschijning er van even boeiend-. niet altijd is het orchestcoloriet van die welluidendheid die men in een moderne partituur zoo gaarne aantreft. Ik zou haast zeggen; v. Milligen wil modern zijn in theorie, maar is het niet alt'id in de praktijk. Naast zeer vele gelukkige en stem mingsvolle oogenblikken, zooals bij het begin, vooral daar, waar zich de muzikale bewerking om het mooi gevonden Darthula-motief groepeert en riet minder by het optreden van het vrouwen koor, dat in zy'n geheel een zeer schoon frisch effect maakt; dan by het sterven van Darthula, waar met weinig hulpmiddelen een gewild sobere en zeer schoone indruk gemaakt wordt; naast al deze gelukkig gedachte plaatsen zou ik kunnen wijzen op de stormscene, waar de overvloed van noten niet kan vergoeden het gemis aan belangrykheid van thematische be werking en waardoor deze scène eenigszins monotoon wordt; dan op de behandeling der basfiguur van het heldenthema, die naar mijn ge voelen te hardnekkig is aangewend enwaa<van men tegen het slot inderdaad verzadigd wordt; voorts op den eenigszins ijlen klank van het orchest bij de opstijgende hoornfiguur, tegenover de zoo veel hooger gelegen triolenpassages der violen. Het jubelmotief van Ithorna is wederom zeer schoon gevonden en het is jammer dat de be handeling er van geen grooter plaats in het drama mocht bekleeden. Indien de heer van Milligen er toe mocht kunnen besluiten zijn werk, vooral ten opzichte der instrumentatie eenigszins om te werken, dan geloof ik dat wij een dramatische compositie ry'ker zullen zijn geworden van voornaam gehalte en uitnemende factuur. Thans nog een enkel woord over de werken van bet Feestconcert. In de beide oudste compositiën, die werden uitgevoerd, Heinze's ouverture die Waise" (1853) en Hol's Erklarung" (1860) treft al dadelyk het beginsel van programmamuziek. Men kent mijne meening over programma muziek ; ik heb die meermalen hier in dit blad uitgesproken. Dat ik dus het beginsel gehuldigd heb in mijne symphonische Ballade Elaine und Lancelot" zal wel geene bevreemding ver wekken; maar dat zoowel Heinze als Hol vóór zoo langen tijd reeds zich aangetrokken gevoeld hebben tot dat genre van muziek is teekenend. Overigens vermogen beide werken nog in hooge mate te boeien; Heinze niet het minst door zijn af jeronden vorm, waarin men den bloeitijd der Mendelbsohn-periode herkent; Hol meer door de schitterende instrumentatie en de po tische idee, waarin men den Schumann'schen geest eenigszins kan bespeuren. Viotta's violoncelphantasie is een uiterst dankbaar, prachtig geïnstrumenteerd orchest. stuk dat beroemd verdient te worden. Op den uitgever rust de verplichting het ook in het buitenland te verspreiden. Het is zeker even veel belangstelling waard als het Celloconcert van d'Albert, waarmede Hugo Becker dit jaar de concertzalen van Europa heeft afgereisdRoscb Haschana van Carl Smulders is een solostuk van uiterst voornaam gehalte, naar myn gevoelen een weinig lang en wat verward in zijn vorm, doch zeer schoon van orchestklank. De Hymne voor sopraan van Diepenbrock aarzel ik niet als een der belangwekkendste verschijningen te beschouwen van den laatsten tijd. Met groot meesterschap en diepe oorspronkelykheid heeft Diepenbrock de woorden van Novalis muzikaal nagedicht. Men kan IIIIIHIIU minimum binnengelaten, glom en blonk alles van zindelykheid. Het huisraad van een russische boerenkamer is gewoonlijk primitief. Verreweg de meeste plaats neemt het reuzenfornuis in, waar omheen een bank loopt. Het dient tot ver warmingstoestel en tot slaapgelegenheid tevens: het laatste nl. in den winter, wanneer de be woners van het huis in hun schapenvachten gehuld, deels op de kachel, deels op de daarom heen loopende bank zich te slapen leggen. Een tweede bank bevindt zich langs den wand. In den hoek onder een heiligenbeeld een witgeschuurde lange tafel; aan den muur goedkoope bontbeschilderde portretten zonder lijst, voorstellende den Czaar en de Czarina (beiden nauwelijks te herkennen), en tooneelen uit het leven der heiligen: alles waarschijnlijk voor een paar kopeken gekocht by een marskramer. Maar wanneer de zon, zooals nu, door de heldere kleine vensterruitjes schy'nt en hare stralen laat spelen door het frissche loof, dan maakt het gehtel toch een gezelligen indruk. Nu echter gebeurde iets, waarop zelfs njanja ons niet had voorbereid. De deur ging open en gesteund door twee vrouwen waggelde Jelèna de kamer binnen. Het arme vrouwtje kon nauwelijks op hare beenen staan (sedert de geboorte van het kind was er nog geen etmaal verloopen) maar ons ter eere had men haar gedwongen zich aan te kleeden. In menig opzicht zijn de Russen nog echte barbaren, ofschoon zij over het algemeen veel beter zy'n dan de roep die van hen uitgaat. Ik was boos over deze noodelooze wreedheid; maar het was nu eenmaal gebeurd en een preek, die achterna komt, zou toch niet veel hebben geholpen. Ik zette ten minste mijn wil door dat Jelèna dadelijk weer naar bed ging; ondanks het protest van moeder en schoonmoeder anders zeer lieve, oude vrouwen die deze moeielyk beseffen wat men verzuimd zal hebben door het wegvallen van de althymne. Het is een eereplicht van wie daartoe geroepen is dit werk tot uitvoering te brengen en tevens de sopraan-hymne te doea herhalen. En nu het viool-concert van Beethoven door Henri Petri overheerlyk gespeeld! Zeker, dat was een hoog genot en wanneer door zy'n op treden de verschillende concertbesturen in den lande er aan zyn herinnerd geworden, dat het te lang reeds geleden is sedert Petri hier speelde, dan heeft dit goede vruchten gedragen; overigens waag ik het te constateeren dat Beethoven's viool-concert, geen uitvoering der Nederlandsche Toonkunstenaars-vereeniging be hoefde om opnieuw te doen blyken dat het nog steeds is het concert der concerten en dat de andere hymne van Diepenbrock wel de uit voering der Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging noodig had, om aan het publiek te worden voorgesteld. Niet onvermeld wil ik laten dat als een hulde aan de nagedachtenis van W. F. G. Nicolai, den langjarigen president der N. T. V., diens Loverkens door Orelio uitstekend werden gezongen en door mevr. de Haan?Manifanges op het orgelconcert zijn Trost" benevens Allerseelen van Meyroos; dat voorts de heer Willem Petri uit Utrecht met veel meesterschap een hoogst belangrijke fantasia voor orgel van Sweelinck speelde, benevens een paar kleinere werkjes van W. Petri, J. W. Kersbergen, Hol en Litzau, die ik zeer goed gekozen vond voor dit programma; en dat hy voorts met veel talent zyn broeder Henri op. het orgel een paar nummers van Bach en een van Rossi begeleidde, benevens een paar duetten voor sopraan en alt uit Handel's Judas Maccabaus, door de dames Noordewier en de Haan ge zongen. Dat ten slotte mevr. Noordewier op heerly'ke wijze nog zong ein geistliches Lied" van Diepenbrock (tekst van Novalis) waarin mij vooral trof de schakeering in de uitdruk king by den aanhef van iedere strophe Wenn ich ihn nur habe." Het feest van de Nederl. Toonkunstenaarsvereeniging is uit een artistiek oogpunt zeer goed geslaagd. Moge de N. T. V. in de toe komstige jaren oogsten wat ze in de eerste kwarteeuw gezaaid heeft. ANT. AVBBKAMP. cmiiiMimiiMiiiiiiimiiiiiiiumiiimiiiiiimiiiiMiiiiHlimiliiliiimitiiaH! CollecMi, Het is opvallend, zoo gering het bezoek is aan de collectie-Six. Haar tijdelijke huisvesting in het Suasso-museum, mocht toch voor velen wel als een buitenkansje worden beschouwd. En, gedachtig aan de Rembrandt-tentoonstelling waar tot het einde toe, de toevloed steeds wassende, dikwy'ls overmatig was, gaat men raden naar een verklaring der weinige belang stelling, voor deze expositie aan den dag gelegd. Al is het ook waar, dat het samenvinden van zooveel schilderyen van Rembrandt belang wekkender was en een gebeurtenis van den meest zeldzamen aard, toch is het verschil in belangstelling, die voor deze tentoonstelling haast nihil is, buiten alle verhouding. Viel die tegenstry'digheid waar te nemen in langer tusschen-ruimte van jaren, 't zou voor een teeken des ty'ds kunnen gehouden worden. Nu kan de .eenige verklaring slechts te vinden zyn in de omstandigheid, dat de menschen elkaar naloopen en hunne neigingen slechts gericht worden, door usances in de burgerly'ke samenleving. 't Zal wel zóó zijn: Het was blyk geven van beschaving, 't gaf een tintje van eruditie, voor twee jaar, over de Rembrandt-tentoonstelling te kunnen mee praten ; het was gepast die te bezoeken, zooals het gebrnikelyk is lid van Artis of van het Concertgebouw te zy'n. Indien de belangstelling voor Rembrandt werkelyk zoo gemeend was, had toch de gely'ktjjdige expositie zy'ner teekeningen en etsen in het Ry'ks-Prentenkabinet, althans een tiende percent der bewonderaars naar zich mogen trekk|$n. Dat was langena niet zoo. Teekenend is 'misschien ook, dat op de twee dure dagen, het bezoek aan de collectie Six minstens even ruim is als op de andere dagen. Toch is het te kras, het algemeene verontachtzamen dezer tentoonstelling alleen op reke ning te brengen van het nakomen der y'dele gawoonten eenei z. g. »bon ton". Wadr blijft het, dat ook by de welmeenenden de eigenschappen eener kudde, die gedreven moet worden, zy'n waar te nemen. Door den ophef vooral, verlaten zy' hunne laksheid, en aan toevallige omstandigheden meestal, hebben zy het te danken in de naby'heid te raken van zaken, waaraan hunne belangstelling eerly'k gehecht is. En dezen wensch ik nu voornamelyk op hun verzuim te wy'zen. Ik ben overtuigd, dat er velen zy'n, die, als de collectie weer onder particulier dak is gebracht, het zullen betreuren deze geschikte gelegenheid om haar te leeren kennen, onbenut lieten voorby'gaan. Want, die ooit met liefde hun aandacht wyden ?IIIMMMMMiMMUMIIIllMMIIIIIimmillHlllllllllllllllllllllillllimilllllimi handelwijze als een tekortkoming schenen te beschouwen in de eer, die ons als peetouders toekwam. Van ons petekindje was tot nog toe niets te zien. »Het is met zy'n toilet nog niet heelemaal klaar," was het antwoord op mijn vraag naar de kleine. Eindelijk konden wij het wonder in de kamer er naast gaan bekijken. Op den grond lag een dikke bundel, waaruit een klein gerimpeld gezichtje zoo rood als een kreeft te voorschyn kwam. De baker stond er naast, zoo trotsch als een pauw. Nu wist ik, wat my te doen stond: een zilveren roebel naast het kind op den grond gooien en aan de baker het voor haar bestemde cadeautje en de stof voor het hemdje aanreiken, met eenige woorden van lof over het bloeiende uiterlyk van ons petekindje. En nu was de weg tot de doop plechtigheid gebaand, d. i. wy' konden eindelijk naar de kerk trekken. Ofschoon de kerk slechts 100 schreden van Stepan's hut verwijderd was, zou het beneden alle waardigheid geweest zijn den afstand te voet af te leggen, en zoo stapten wij weer in het rijtuig. Alleen de vader en de baker met het bundeltje begeleidden ons. De anderen schenen er de voorkeur aan te geven thuis te blijven om een wakend oog te houden op het toebereiden der apy'zen voor het feestmaal, dat na den doop zou gehouden worden. De baker is in Rusland een gewichtige persoonlijkheid. Zy is het, die bij den dpop alle verantwoordelykheid op zich neemt. Daar in Rusland alle kinderen binnen de eerste acht dagen na de geboorte gedoopt worden, kan de moeder niet zelf daarbij tegen woordig zijn en laat zij alle schikkingen aan de baker over. (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl