Historisch Archief 1877-1940
N*. 1203
DE AMSTERDAMMER
'. 1900.
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS YAN MAÜRIK Jr.
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracbt 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inboud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar '0.12'/2
Dit blaj is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capiicines tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag 15 Juli.
A d verten liën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer ?0.20'
Reclames per regel 0.40
Annonces uit DuitschlanJ, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door
de firma KVDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma.
INHOUD.
VAN VERRE EN VAN NABIJ: Het Engelsche
Ministerie en de hospitaal-schandalen.
Marinepolitiek. Ook directe baten", door Een
Opmerker. Eindexamen Gymnasia, door dr. J.P.Berdenis
v. Berlekom. Lichaamsstrafi'en in de school, door
X. Geen crisis, door Secans. SOCIALE AAN
GELEGENHEDEN: De Coöperatie en de Arbei
dersbeweging, door H. KUNST EN
LETTEBEN: Les Mnsiqaes Bizarres, par Jadith Gautier,
beoordeeld door R. W. P. Jr. Knnstnaaldwerk
in de Vereeniging Voor de kunst" te Utrecht, door
B. W. P. Jr. Japansche kunst door R. W. P. Jr.
A quoi tient l'inférioritéfrancaise ? par Léon
Balzagette, beoordeeld door F. Erens. Een
krijgskreet, door J. B. Schepers. Boek en
Tijdschrift, door G. van Buizen.
Amsterdamsche 17e eenwsche Buurten en Amsterdamsche
Dichters (IV), door J. H. B.- FEUILLETON t Een
boerendoop in Zuid-Rusland. Vrij naar het Duitsch.
(Slot). BECLAMrS. VOOR DAM4.8: Naai
sterstoestanden te Groningen, Nogmaals
Vroawenloonen", door Yera. Allerlei, door Caprice
SCHAAKSPEL. FINANCIEELE EN
OECONOMISCHE KRONIEK, door D. Stigter. PEN
EN POTLOODKRASSEN. ADVEH CENTIEN.
Het Engelsche Ministerie en de
hospitaal-schandalen.
Nauwelijks een maand geleden bestonden
er in Engeland ernstige plannen om, van
den gunstigen loop der zaken in
ZuidAfrika gebruik makende, het Parlement
te ontbinden. De nieuwe verkiezingen,
die door zulk een maatregel slechts n
jaar zouden worden vervroegd, zouden
ongetwijfeld de regeeringsraeerderheid aan
zienlijk versterken j enkele aanvullings
verkiezingen, zooals die óp het eiland Wight
en in een der districten van Manchester,
hadden reeds eene duidelijke vingerwijzing
in deze richting gegeven. De oude liberale
partij bestond eigenlijk nog slechts in naam;
enkele van hare meest bekende leden,
zooals Lord Rosebeiy, Sir Edward Grey,
Sir Henry Fowler en de heer Anquith,
waren haar immers feitelijk reeds ontrouw
geworden, door zich bij de Jingoes aan
te sluiten. Voor dien afval van de oude,
door Gladstone en Bright gepredikte be
ginselen was de groote Joseph Chamberlain
niet eens dankbaar; integendeel, hij ver
geleek de nieuwbakken imperialisten zeer
onvriendelijk bij de dwaze maagden uit
de gelijkenis, die niet tijdig olie in hare
lampen hadden gedaan. Het agressieve
en... . zegevierende imperialisme van den
heer Chamberlain is het eenige ware. De
liberalen moeten zich maar houden aan
hunne oude leuze «vrede, hervormingen,
bezuinigingen," waarvan het zinledige
immers duidelijk is gebitken. John Morley
en Sir William Harcourt met hun socia
listische vrienden John Burns en Hyndham
en hun schildknapen Massirgham en Stead
zijn pro-Boera, en dus landverraders, en
zullen het bij de algemeene verkiezingen
smadelijk afleggen.
Wij betwijfelen zeer, of de heer Chamber
lain en zijne vrienden op het oogenblik
nog aan vervroegde verkiezingen denken.
Doen zij dit, dan is het zeker eer met
heimelijken schrik dan met blijde ver
wachtingen. Want de onlangs door den
heer Burdett-Coutts onthulde hospitaal
schandalen hebben een droevig en be
schamend licht geworpen op den oorlog
in Zuid-Afrika (waarvan het einde trouwens
nog niet te voorzien is); de opstand der
Ashantijnen duurt voort, en in den
gezamelijkeo strijd tegen China zal het
trotsche Engeland, aan handen en voeten
gebcnden door den oorlog met de twee
kleine Boeren-republieken, op zijn best eene
tweede rol kunnen spelen. .
De mededeelingen van den heer
BurdettCoutts vormen een tegenhanger van die,
welke in 1854 door Sir Edward Russell
over de schromelijke verwaarloozing der
zieken en gewonden van het Engelsche
leger in de Krim werden gegeven, en
welke, zooals men weet, de aanleiding
waren tot den val van het
kabinet-Aberdeen. En toch bedoelde de heer Burdett
Coutts allerminst een aanval tegen het
ministerie: integendeel, hij trachtte de
rechtstreeks bij de zaak betrokken per
sonen, den minister van oorlog Lansdowne,
den minister van koloniën Chamberlain
en de generaals Roberts en Kitchener
zooveel mogelijk buiten spel te laten, en
de schuld geheel te werpen op »lhe system."
Eene totaal mislukte poging!
Als de regeering zoo overtuigd is, dat
noch zij, noch de genoemde generaals
schuldig zijn aan een waarlijk onverant
woordelijk verzuim, waarom maakte dan
de heer Arthur Balfour zich zoo geweldig
boos, toen de samenstelling der commissie
van enquête in het Lagerhuis ter sprake
kwam en aan eene zeer gerechtvaardigde
critiek werd onderworpen ? De regeering
werd reeds bij deze gelegenheid door hare
eigene meerderheid in den steek gelaten,
iets waarvan zij enkele weken geleden
niet zou hebb n gedroomd.
* *
*
De ergerlijke fouten, waarover thans
zoo luide wordt geklaagd, zijn ook bij
den > oorlog in Soedan begaan, en toen,
evenals nu, door generaal Kitchener.
Evenals nu, want de ambulance-dienst
behoort tot den transportdienst, en juist
om dezen te organiseeren, is generaal
Kitchener naar Zuid-Afrika gezonden.
Kort na den oorlog in Soedan schreef
een Engelsch correspondent over Kitcheners
houding o. a.: «Generaal Kitchener heeft
bij dezen oorlog zich zelf nooit ontzien
en zich om anderen weinig bekommerd.
Hij behandelde alle menschen als machi
nes, van den gewonen soldaat, wiens groet
hij minachtend onbeantwoord liet, tot de
hoogere officieren, die hij meédoogenloos
conti óleerde. De kameraad, die met hera
en onder hem jaren lang, in vrede en in
gevaar had gediend, werd oogenblikkelijk
over boord geworpen, zoodra hij ophield
nuttig te zijn. De Sirdar 1) gaf slechts
acht op de soldaten, die konden
marcheeren en vechten. De verwonde Egypti
sche, en later ook de verwonde Engel?che
soldaat kon hem niets schelen, en van
alle legerinrichtingen was de eenige ver
waarloosde d:e, welke zich met de zorg
voor de zieken en de gewonden bezig
moest houden."
De Engelsche regeering heeft onge
twijfeld deze eigenschappen van Lord
Kitchener zeer goed gekend, maar waar
schijnlijk niet, of althans te laat, bedacht,
dat de generaal dezen keer geen Egyptische
fellahs onder zijn bevelen had, geen
»gekochte1' Engelsche soldaten alleen, maar
ook vrijwilligers uit het moederland en de
koloniën, die het met de militaire discipline
niet onvereenigbaar achten te klagen,
wanneer zij bij verwonding of ziekte óók
worden weggecijferd uit de rijen der
menschelijke wezens, die op verzorging en
verpleging aanspraak hebben. Die klachten
zijn openbaar gtmaakt, ook in Engelsche
bladen. Reeds op 15 April, dus bijna drie
maanden voordat de heer Burdett Coutts
met zijn onthullingen kwam, kon men in
een Londensch blad het volgende lezen:
»Het oude gebruik, aan de soldaten na
de inspanningen van een veldslag een
rantsoen rum uittereiken, schijnt afgeschaft
te zijn. Misschien wel omdat wij thans
den grooten organisator en generaal
Kitchner als chef van den staf hebben,
want hij is verantwoordelijk voor het
geheele transport. De klacht over de
gebrekkige inrichting van het transport
wezen laat zich wellicht rechtstreeks ver
klaren uit de onverschilligheid van den
genoemden officier voor het welzijn zijner
manschappen. In de eerste plaats verbood
hij de ambulances en de ziekendragers, de
colonnes te begeleiden, onder het voor
wendsel dat hij geen fourrage voor de
dieren had. Het resultaat van deze waarlijk
misdadige koppigheid was, dat de wakkere
verdedigers van de eer van hun vaderland,
die bij Paardeberg waren gewond 800
man met inbegrip van de officieren drie
dagen en nachten lang moesten worden
vervoerd op karren, do- r ossen getrokken.
Twee van die nachten, die alle bitter
koud waren, regende het; de dagen waren
brandend heet en de karren bijna alle
zonder eenige bedekking... het was
vreeselijk, het lijden der ongelukkigen te moeten
aanzien. Het stooten der karren zonder
veeren over de talrijke steenen op het
veld deed de gebroken beenderen tegen
elkander wrijven en veroorzaakte daardoor
onuitsprekelijke pijnen. Het steunen en
jammeren der arme kerels vertegenwoor
digde voor ons de vreeselijke verschrikkingen
van den oorlog."
Wij laten het bij dit ne staaltje, dat
gemakkelijk met dozijnen anderen zou te
vermeerderen zijn. Het bewijst, dat de regee
ring en de legeraanvoerders zich maanden
lang op zijn zachtst uitgedrukt aan
zorgeloosheid en onverschilligheid hebben
schuldig gemaakt. Tegen de kille werke
lijkheid van die feiten is de kunstmatige
geestdrift van Jingoes en imperialisten
niet bestand. Het vertrouwen is geschokt
en het is niet waarschijnlijk, dat de regeering
zich van dezen slag zal herstellen. Zoo
loont het kwaad zijn meester.
1) Generaal Kitchener's titel als opperbevel
hebber van het Egyptische leger.
Marinepolitiek.
))Ou/.e Vluot vevkrevt in /.nik een deplnvabelen
toestand, dat reorganisatie dringend, iiciuilijr \*',
In dezen geest werden herhaaldelijk n
door de pers n in de Volksvei
tegenwuordiging n van de Regeeringstafel
veiklaringen afgelegd. De hand werd ten slotte aan
de ploeg geslagen en met die reorganisatie
een begin gemaakt. Eerst werd onze vloot
verrijkt me-t drie schepen >pantrer?chf peu"
(lype Kortenaer) vervolgens werden daaraan
toegevoegd zes kruisers «pantserdek? chepeii"
(type Holland) vervolgens nog n en daarna
wér een pantserschip (beide type .Regentes)
en tusschen deze schepen in werden voor
de verdediging onze-r Bezittingen nog een
aantal flotille-vaartuigen gebouwd.
De gelden voor den bouw dezer schepen
benoodigd werden steeds aangevraagd en
ook toegestaan voor drie schepen te gelijk.
Alleen bij de beide laatste schepen werd
van deze gewoonte afgeweken. De Regentes
werd als eenling aangevraagd en gegund
omdat de Minister toen ter tijd nog niet
geheel gereed was met zijn plannen, het
tweede schip van dit type werd door de
Kamers feitelijk den Minisier opgedrongen
omdat de Volksvertegenwoordiging het niet
geheel eens was met hèt lype kleine pantser
schip door den Minister ontworpen voor
zijne defensieplannen voor ons land.
Als regel is het feit waar te nemen dat
steeds drie groote oorlogschepen tegelijker
tijd worden gevoteerd. Dit geschiedt met
de bedoeling dat deze schepen in ons land
zouden kunnen worden gebouwd en wel
n te Vlissingen. n te Feijenoord en n
op de Marinewei f te Amsterdam.
De schepen in ons land te doen bouwen
is in vele opzichten zeer aan te bevelen,
indien hiertoe niet klakkeloos besloten
wordt en hierdoor de reorganisatie »die zoo
dringend noodig is" niet vertraagd wordt.
* *
*
Toen bij het Amerikaansche volk het
zelfbewustzijn ontwaakte, na geruimen tijd
gesluimerd te hebben en dientengevolge
ook overgegaan werd tot hetreorgauiseeien
der uit antieke schepen bestaande
Arperikaansche vloot, stond het eveneens bij de
desbetreffende plannen voorop dat de nieuwe
oorlogsehepen in het land zouden worden
gebouwd. De werven in Amerika even als
in ons land waren zoetjes aan uit den tijd
geraakt en niet meer in staat met het bui
tenland te coLCurreeren. Zij moesten opge
heven worden uit hun verval en in staat
worden gesteld zich te hervoirnen tot modern
ingerichte etablissementen en hiertoe moest
de Marine medewei ken, omdat dit nitt
alleen een nationaal belang was, doch
ook uit een oogpunt van defensie van
zeer groot gewicht wa?. Behalve voor de
scheepswerven gold dit motief ook vcor
andere fabrieken waar de omstandigheden
in vele opzichten dezelfde waren. Alles wat
voor het Amerikaansche schip noodig is zou
worden gemaakt in Amerika, kon dit niet
dadelijk dan zou er u ch op aan gestuurd
moeten worden dat zulks binnen eenige
jaren het geval werd. Ook werd er toe
medegewerkt dat nieuwe werven en fabrie
ken werden opgericht, opdat de reoganifatie
der vloot niet zoude worden vertraagd.
Het beoogde doel is yulkomen bereikt
door onze nieuwe buren in Indië. De
Vereenigde Staten beschikken, dank zij de
voortvarendheid hunner bewindslieden, die
door het Volk en zijne vertegenwoordiging
in deze zaak krachtig werden gesteund
thans over eene flinke vloot niet alleen,
doch. er wordt geen oorlogschip in de V. S.
meer gebouwd of alles is uit dat land af
komstig, het staal van den romp en van
de werktuigen zoowel als het hout bij den
bouw gebruikt, de hoofd werktuigen zoowel
als de huipwerkmigen, het pantser, het
geschut, de munitie, de draagbare wapenen,
dit alles is »inade in the U. S".
Dauk zij deze wijze politiek kunnen de
werven in Amerika in elk opzicht aan de
buitenlandsche mededinging het hoofd bie
den, zoodat geen Amerikaansch schip
ook die schepen die niet in de termen vallen
van staats subsidie meer in het buiten
land wordt gebouwd. (De zeer zeldzame
uitzondelingen welke misschien bestaan en
die den regel zouden kunnen bevestigen,
buiten rekening latende).
* *
*
Het is mogelijk dat dit voorbeeld
onzen bewindslieden en volksvertegenwoor
diging voor den geest gezweefd heeft, toen
zij in aandoenlijke eensgezindheid herhaal
delijk uit lieten komen en besloten, dat
onze nieuwe oorlogschepen, zouden, moesten,
behoorden, (te) woiden gebouwd in Neder
land. Ongetwijfeld zullen geen andere
motieven tot het nemen van een zoodanig
besluit hebben medegewerkt bij eene volks
vertegenwoordiging en eene regeering die
wars is van alle protectie en aan subsidies
voor stoomvaartlijnen een ingekankerden
hekel heeft.
Dit aannemende, kan niet anders dan
erkend worden, dat slechts een zeer pover
resultaat bereikt is geworden. De werven
die voor den bouw van porlogsvaartuigen
in den regel in aanmerking kwamen, zijn
op eene enkele uitzondering na, verre van
modern ingericht. Nog steeds valt het deze
werven moeilijk te eoncurreertn met het
buitenland en als er geen marinewerk
ondeihanden ie, wordt slechts zelden winst
behaald. Als gevolg van deze politiek valt
dan ook alleen te constateerer, dat het
marinematerieel op die werven meermalen
de koopvaardijschepen heeft verdrongen,
zoodat groote stoomvaartmaatEchappijen,
die gewoon waren hunne schepen in
ons land te doen bouwen, verplicht werden
om van deze gewoonte af te wijken en in
het buitenland hare oideis te plaatsen,
omdat onze werven hunne handen vol
hadden aun den bouw van oorlogsvaar
tuigen. Uit dit feit zou zeer zeker de con
clusie getrokken mogen worden dat de door
de regeering en vplksveitegtnwoordiging
gevolgde politiek, niet tot het beoogde dotl
leidde.
Er is echter nog meer. De achtereen
volgende regeeringen verzuimden de noodige
pressie uit te oefenen op de Directies onztr
Nederlandsche werven, ten einde deze te
dwingen hunne fabrieken en werven af
doende te verbtteren (wat de regeering
bij voorbeeld had kunnen doen door den
levertermijn onzer oorlogsschepen te be
korten) doch ook dit gebeurde niet en al
valt er te constateeren dat een enkele werf
krachtig gereorganiseerd en van een groot
aactal nieuwe weiktuigen voorzien wordt,
niet met alle werven is dit het geval. Aan
de Directies dier werven is dit vermoedelijk
nitt te wijten, daar deze in handen van
als zeer bekwaam bekende personen z\jn,
doch waarschijnlijk zijn hiervan de schuld
kortzichtige aacdeelhoudeis, die liever
prpfiieeien vanden kortPtpndigen»Marinebloei"
hunner werf door flinke rente te trekken
dan dat zij een gedeelte dier dividenden
zouden gebruiken om nieuwe werktuigen
aan te schaffen, ongeschikte werkplaatsen
door moderne gebouwen te vervangen enz.
daarbij vergetende dat straks als er na de
zonneschijn weer een icgenperiode intreedt
hun werf nog meer uit den tijd zal zijn en
er nog minder kans zal zijn om te kunnen
concurreeren.
Ook zijn hierdoor werven, die voldoetde
heilinglengte hebben, thans nog nitt in
staat om tchepen te bouwen vau de afme
tingen der moderne stoomers van de Hol
land?Amerika lijn, die dientengevolge ook
in het buitenland moeten worden ver
vaardigd.
*
Het arbeidsloon blijft indien onze oorlog
schepen in Holland gebouwd worden ten
minste in het land, wordt door sommigen
beweerd (een anti-revolutionair Kameilid
legde zelfs de verklaring af dat hij vóór elk
schip van welk lype ot' van welken prijs
ook stemmen zoude als dat schip maar m
het land gebouwd werd). Deze redeneering
is zeer juist doch het hierdoor bereikte voor
deel gaat weder geheel teloor als daardoor,
zooals wij hierboven stipuleerden, koop
vaardijschepen die gewoonlijk in Holland
gebouwd worden in het buitenland moeten
worden besteld. Het ai beidslpon-motief
verliest bovendien uog veel van zijn waarde
indien in aanmerking ger omen wordt welk
betrekkelijk klein gedeelte van den kost
prijs van een oorlogschip voor ai beidsloon
wordt besteed en de rest van dien pi ijs gaat
naar het buitenland behalve.... hetgeen
aan tantièrnes aan de directies der werven
en aan winstuitkeering aan de aandeel
houders wordt uitbetaald en wat dit zeggen
wil kan etnigzins worden beoordeeld uit
het feit dfct die werven vóór den aanvang
der Mariue-reorganisatie geen of nagenoeg
geen winst uitkeeiden en diep in de schul
den staken, terwijl nadat zij aan onze oor
logschepen begonnen te bouwen, schulden
weiden argelobt, belangrijke afschrijvingen
plaats hadden en een flink dividend voor
de aandeelhouders gereserveerd werd. Dit
verschijnsel waarnemende en daarbij in aan
merking nemende da weinige mededinging
naar den bouw van oorlogschepen die er
in ons land is, is het niet mpeielijk tot de
conclusie te komen, dat wij onze nieuwe
oorlogschepen duur moeten betalen, duuider
dan wanneer ook het buitenland mede mocht
concurreeren.
De belastingbetaler wordt dus feitelijk
verplicht aan aandeelhouders in onze wer
ven een flink dividend uit te betalen.
Behalve aan die aandeelhouders moet
echter de belastingschuldige ook aan anderen
nog een aardig sommetje uitkeeren.
Ia de Marinebegiootingen kunnen wij
dikwijls lezen dat aan een of andere firma
in Nederland opgedragen werd de levering
van eeuig ariikel voor onze oorlogecbepen
benoodigd. Voor den om,adenkenden lezer
staat zoo iets wel fraai. Al deze zaken
worden schijnbaar in Nedeiland gemaakt.
Dit is echter 01 juist. Die firma's zijn slechts
agenten van buitenlandsche fabrieken. Be
stellingen aan hun gedaan hebben alleen
tengevolge dat ook deze tuss enen personen
een aardig winstje hebben moeten en de
belastingbetaler is wed*.r degeen die dat
winsije op zijne rekening te boeken heeft.
* *
*
Wij zouden kunnen berusten in de ruime
winsten van aandeelhouders in Neder
landsche werven en van agenten van
buitenlandsche fabrieken, zij het dat wij en andere
censusplichtigen in den lande daartoe voor
het grootste deel moeten bijdragen, zoo
tevens de werven in Nederjand in
zoodanigen toestand werden gebracht dat zij
ook straks als de vette «Marine-jaren" voorbij
zijn, aan buitenlandsche mededingers flink
het hoofd zulJen kunnen bieden en daardoor
dus de te veel betaalde belastingpenningen
gedeeltelijk terug konden komen. Doch
behoudens eene enkele uitzondering is dit
zooals wij zeiden niet het geval en ivoidt
intusschen de zoo noodige reorganisatie onzer
zeemacht tegengehouden en noodeloos ver
traagd, zou zelfs dat »miniruum reorganisatie
plannen" eerst in tien jaren kunnen worden
ten uitvoer gelegd en als dit decennium
verstreken is, weder van voren af' aan be
gonnen zal moeten worden, omdat dan een
gedeelte onzer oorlogschepen verouderd
zullen zijn en vernieuwd dienen te worden.
Toch werden, om niet te spreken van tle
kleinere oorlog&vaartuigen zooals die onge
lukkige en dure tiotilk-vaartulgjtF, in de
laatste jaren aan twee particuliere werven
in bouw gegeven drie pantserechepen en
vier groote kruisers alsmede van eenige
kruisers en pantserechepen op de
Marinewerf gebouwd de machines en ketels.
* *
*
Behalve het hierboven aangestipte, is
er nog een groot nadeel verbonden aan de
tegenwoordig gevolgde, hier besproken wijze
van handelen en de zoogenaamde werk
mansvrienden en zij die daar gaarne voor
poseeren, die _ zonder meer »om der wille
van het arbeidsloon" onze oorlogsschepen
in Holland gebouwd willen hebben, mogen
hierover wel eens ernstig nadenken.
Een ieder die ons Holandsche werkvolk
en bijvoorbeeld hun Engelsche en Schotsche
kameraden kent, zal erkennen dat de Ne
derlandsche werkman in physiek eenigzins
bij den Brit achterstaat, doch dat zijn werk
evengoed, ja feitelijk beter (afgewerkt) is
dan dat van den Engelschman. De Hol
lander ontvangt echter minder loon en
moet meer »uren" werken, dit kan niet
anders omdat onze werven door minder
goede organisatie en gebrek aan werktuigen
van het meest moderne type (laboursaving
tools noemt de Yankee deze machines zeer
terecht) duur werken en de werkman
die in ons land bovendien niet of zeer
weinig van aansluiting en vereeniging weet
dit moet boeten met zijn loon, terwijl
meer werkuren en slechter loon, zooals
bekend is, een nadeeligen invloed hebben
op zijn physiek. Voor den werkman heeft
deze «politiek" dus ook zeer slechte gevolgen.
# *
*
Het is met het oog op «oorlogstijd" van
weinig belang waar de romp van het schip,
de ketels alsmede de hoofd werk tuigen wer
den vervaardigd. Van de voornaamste
machinedeelen worden steeds waarloodeelen
opgeslagen in de magazijnen of zijn deze
aan boord aanwezig, ook worden nu reeds
vlam- en waterpijpen voor de ketels in
voorraad gehouden, terwijl een plaat inzet
ten in het schip of een stuk f pan t vernieuwen
op elke weit' gebeuren kan. Een ander
geval is het echter waar het geJdt de vele
hulpwerktuigen die aan boord van een
oorlogschip gevonden worden en die elk
op zich zelf oorzaak kunnen zijn dat het
geheele schip buiten dienst gesteld moet
worden voor geruimen tijd. Toen een onzer
kruisers opgeleverd zou worden brak de
stoomstuurmachine op den proeftocht. De
stuurmachine was in Schenland
(Edinburgh) gemaakt. Weken heeft het geduurd
eer de stuurmachine weder in orde was en
de proeftpchten hervat konden worden. Een
fabiiek die dergelijke kleine werktuigen als
stoomstuurtoestellen maakt heeft van een
door haar vervaardigde machine alle
teekeningen en modellen gereed niet alleen,
doch gewoonlijk een aantal machines van
elk type ongemonteerd en onafgewerkt in
voorraad.
Elk onderdeel van zulk een werktuig
wordt door een codewoord aaneeduid. Breekt
zulk een onderdeel dan kan dit telegrafisch
in een paar woorden worden beeteld. Dit
stuk afwerken en verzenden is dan meestal
alleen nog roodig en dit geschiedt uit den
aard der zaak in veel korter tijd dan be
noodigd zou zijn om het te maken. Indien
dit ongeval aan de stuurmachine van dien
kruiser in oorlogstijd voorgekomen was,
dan had geen nieuwe machine of een onder
deel dat gebroken was bij den fabrikant
besteld kunnen worden en zou aan een
Nederlandsche fabriek die aan zulk werk
niet gewoon is, de herstelling opgedragen
moeten worden. Teekeningen en modellen
zouden eerst vervaardigd moeten worden
vóór met het maken van dat onderdeel of
van de machine begonnen zou kunnen
worden en het behoeft geen nader betoog
dat zulks zeer veel tijd zou vorderen.
Het is daarom wel bevreemdend dat onze
marine-autoriteiten zich niet of al thans zeer
weinig er aan gelegen laten liggen uit welk
land deze hulpwerktuigen betrokken worden.
Resumeerende komen wij dus tot de vol
gende conclusie:
1. Het is wenschelijk on ze oorlogschepen
in ons land te doen bouwen onder voor
waarde, dat de aandeelhouders van bestaan
de werven gedwongen worden desnoods
met opoffering van hun dividenden over n
of twee jaren hunne directies te mach
tigen die werven geheel modern in te rich
ten, en dat indirect (d. w. z. geen tinancieele)
steun verleend wordt aan nieuw op te richten
moderne werven en getracht wordt de op
richting van dergelijke werven in het leven
te roepen, zoodat de KOO noodige reorgani
satie onzer vloot niet vertraagd of tegenge
houden tvordt en verreweg het belangrijkste
deel onzer handelsvloot niet in het buitenland
gebouwd behoeft te worden, de werkuren op
die werven worden bekort en de loonen worden
terhoogd.
2. des noods met indirecte financieele
opoffering (die uit den aard der zaak be
trekkelijk gering zal zijn) fabrieken in het
leven te roepen zoo die niet bt staan en voor
zoover die bestaan deze fabrieken te steu
nen, waar van de vervaardiging van eenige
soorten der vele belangrijke hulpwerktuigen
van een oorlogschip eene specialiteit wordt
gemaakt, zoodat deze werktuigen alle van
die fabrieken betrokken kunnen worden,
onder voorwaarde dat deze fabrieken binnen
onze verdedigingsliniën liggen en op die
fabriek* n een staf van technici en werklieden
gekweekt vorden die met de soort en de
aard van dit speciaal werk geheel vertrouwd
zijn, welke staf in oorlogstijd ter
beschik