De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 22 juli pagina 3

22 juli 1900 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1204 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. tengevolge hebben, die de solidariteit zou benadeelen. Oppervlakkig ligt daarin dan ook een grond van waarheid, want inderdaad ligt de winst der coöperatie, (en dus het doel van hen die er aan deelnemen), waar het de consumptieve betreft, in dezelfde handelsvoordeeleii welke de koopman geniet door te koopen' in het groot en op die momenten, waarop de markt laag is. En wat de productieve betreft is de waarheid nog veel grooter daar hier inderdaad niets anders plaats heeft dan dat een zeker aantal personen in plaats getreden zijn van een enkele. Wat dus van arbeidersstand punt gezien in dien enkele belichaamd is wordt nu het deel der velen. Maar nu de andere zienswijze. Nemen de arbeiders de coöperatie ter hand met het welbewust doel die te ge bruiken als een middel in den strijd en in een onafscheidelijk samenwerken met de beide andere voornaamste strijdmiddelen die zij hebben: de politieke vertegenwoor diging en de vakorganisatie, dan maken zjj vooreerst een onderscheid tusschen con sumptieve en productieve coöperatie, en scheiden de productieve principieel uit hunne beweging uit. Wat is deze immers, en wat wil ze? Niets anders dan de winst van den ondernemer brengen in handen der arbeiders. Op deze wijze keert wel datgene wat, door te lage betaling aan den arbeider, is verkregen weder tot dezen terug, en wordt zoodoende voor dien arbeider individueel de loonregeling beter, maar de tweede winstfactor, die der handelswinst, verkregen van de consumenten blijft bestaan. Hoe grooter deze, hoe beter de arbeiders het krijgen. Hoe minder arbeiders, hoe grooter ieders deel. Zie hier twee feiten die Ijjnrecht strij den met het begrip van de solidariteit aller arbeiders. Door deze coöperatie wordt inder daad geschapen een soort van arbeidersaristokratie.een aan tal arbeiderskapitalisten, wier belang in strijd is met hun klassegenooten, omdat dit hun consumenten, en met hun yakgenooten, omdat dit hun mede dingers zijn geworden. En met dit alles is er in de productiewijze zelf niets ge wijzigd, dan dat de eene kapitalist ver vangen is door de vele kleinere, die_ werken op zijn fabriek, een verandering die eigenlqkwan de gewone naamlooze vennoot schap bitter weinig verschilt. Zet men er de consumptieve zóó tegen over dan wordt het voordeel van deze laatste klaarblijkelijk. De winst die hier wordt behaald is de handelswinst ver kregen van de consumenten, maar deze consumenten zijn tevens de leden der vereeniging en naar rato van hun inkoopen krijgen zij van die winst een zeker gedeelte terug. Het hun ontnomene keert tot hen weder. Wat blijft daar van het zoogenaamd besmettelijke van den koop mansgeest over? En bovendien, waar de productieve de kring der deelhebbers be perken moet en by allen goeden wil toch aan zekere grenzen gebonden is, daar is het hier juist de grootst mogelijke verwijding van den kring der deelnemers die het meest in het belang dier menschen is. Hoe meer leden, des te grooter bedrijfs-kapitaal, hoe grooter omzet, des te meer voordeel van den inkoop in het groot. Ziehier dus met recht een _ organisatie der massa. En ook een wijziging der productiemanier, die van eene om winst, een wordt zonder winst, tenminste zonder de gewone winst. Immers de nu verkregen winst is ter beschikking van de consumenten-zelf. Is deze scheiding gemaakt, dan ligt het dus op den weg der arbeidersbeweging waar ze als strijdmiddel de coöperatie ter hand neemt, slechts de consumptieve daarvoor te gebruiken. _Dit neemt niet weg, dat de productie niet evenzeer ter hand kan genomen wor den, maar dan slechts de productie in dienst van het eigen gebruik. Evenals dat in Engeland reeds het geval is waar de Who lesale- societies hun eigen fabrieken, j a zelf s stoomschepen etc. hebben. Maar dan met dien verstande, dat de loonbetalïng en de arbeidsvoorwaarden op die productieve inrichtingen ook de beste zijn, die voor WEE WILLIE WINKIE. Naar het Engelsch DOOR RUDYAKD KIPLING. Eigenlijk heette hij Percival William Williams, maar in een boek met kinderrijmeu vond hij Wee Willie Winkie" en het was gedaan met zijn doopnamen. Zijn moeder's Ayah" noemde hem Willie-?Baba," doch, daar hij nooit de minste aandacht schonk aan hetgeen de Ayah" zei, bracht dit geen verandering teweeg. Zijn vader was kolonel van het 195ste regi ment, en, zoodra Wee Willie Winkie oud genoeg was om te begrijpen wat militaire discipline beteekende, paste kolonel Williams die op hem toe. Hierdoor alleen kon het kind in bedwang worden gehouden. Wanneer hij zich een week behoorlijk had gedragen kreeg hij een goede aanteekeniug op de conduitelijst; was hij echter ongehoorzaam, dan werd zijn naam weer door gestreept. Gewoonlijk was dit laatste bet geval, want voor zesjarige kinderen biedt ludiëzoo veel gelegenheid om kattekwaad uit te voeren. Wee Willie Winkie had eigenaardige opvat tingen op het punt van vriendschap. Voelde hij zich tot iemand aangetrokken, dan toonde hij dit duidelijk. Zoo ook met Brandis, luitenant van het 195ste regiment, dien hij voor het eerst zag, toen deze officier bij den kolonel thee dronk. Wee Willie Winkie kreeg een goede aanteekening omdat hij de kippen dien dag met rust liet. Tien minuten lang keek hij Brandis ernstig aan; daarna bracht hij zijn oordeel uit. /Ik hou van jon, sprak hij langzaam, terwijl hij zich van zijn stoel het glijden en naar Brandis toeliep. Ik hou van jou en zal je Kopie noemen om je haar. Dit vindt je niet akelig, wel? Het is alleen om je haar." Dit was een van Wee Willie Winkie's lastige eigenaardigheden. Hij keek een vreemde een tijd lang aan; dan, zonder eenige verklaring, gaf hij hem een naam. En de naam bleef. Geen militaire straffen konden Wee Willie Winkie deze gewoonte doen verliezen. Hij miste zijn aanteekening voor goed gedrag omdat hij de arbeiders zy'n te verkry'gen, wat in Engeland wel eens te wenschen overlaat. Maar neemt de arbeiders-beweging de coöperatie nu ter hand, zooals deze door ieder, wien ook, ter hand genomen kan worden ? De beantwoording daarvan is de hoofdzaak. Ze doet dat niet, en ze kan dat niet doen, daar voor haar de coöperatie een strijdmiddel is, zooals wy reeds meer malen zeiden, en niet slechts een verge makkelijking van het dagelijksch leven. De uiting daarvan zien wij vooral in de wijze waarop beschikt wordt over de winst. Deze winst, geld, (als in eiken strijd ook in die der arbeiders een noodzakelijk ding), wordt voor een deel bestemd voor den stry'd: hetzij om de vakvereeniging te steunen bij werkstakingen, uitsluitingen, werkeloosheid, of om te dienen in de politieke beweging, bij verkiezingen of tot financieele hulp aan de arbeiderspers, enz. enz. Maar daarmede wordt meteen bereikt, dat de winzucht, het winstbejag tot eigen verrijking, niet machtig wordt over de leden der vereeniging. Want zij werken niet meer voor zich zelf alleen, maar na aftrek van een zeker percentage dat aan de consumenten wordt uitgekeerd, gaat de opbrengst naar den strijdkas. Men werkt dus voor het algemeen, voor de »beweging" zooals het heet. Zoo vervalt een bezwaar, dat, bestaat de samenwerking met vak- en politieken strijd niet, zeer zeker van groote beteekenis is. En op dezelfde wijze-gaat het met een tweede, dat bestaat in ^de vrees dat door de coöperatie geschapen wordt een zeker soort arbeidersaristocratie, een aantal dat in beter levensomstandigheden verkeert, en zoo langzamerhand weder terugkomt tot een kleinburgerlijke zelfvoldaanheid, die met een arbeidersbeweging als zoodanig niets meer te maken wil hebben. Nu is daarop inderdaad kans, en geschiedt dit ook in de meeste gevallen waarin de produc tieve corporatie wordt toegepast, zooals men na het boven geschrevene wel begrijpen kan, maar ? terwijl de constante medewerking metdevakbeweging en met de politieke orga nisatie dit bij de consumptieve coöperatie geheel en al voorkomt, is deze samenwer king zelfs in staat ook de productieve van dien weg af te houden. Een voorbeeld daarvan geeft op het oogenbljk de coöpe ratieve naaiwinkel die de Naaistersbona te Amsterdam heeft opgericht. Juist de bij zondere omstandigheden, dat deze winkel een product is van den strijd en ook voor een _zeer groot deel bestemd is om haar. die in den vakstrijd slachtoffers geworden zijn van de vijandschap der werkgevers, werk en onderhoud te verzekeren, maken ervan een zaak die in de Amsterdamsche arbeidersbeweging begint mede te tellen. Hier meer dan ergens blijft echter die voortdurende aanraking noodzakelijk, want g_aat deze verloren, dan wordt deze inrich ting evenals menige andere een rem in plaats van een aanzet. Ook anderszins is het verband nuttig. Ook voor de vakbeweging bedoel ik. »Er is geen enkele wensch", zegt de brochure, die aanleiding tot deze bespreking was, »die de arbeidersklasse zich vormt, hetzij voor de naaste toekomst, hetzij voor nog verliggende tijden, er is geen enkele wensch, tot welker verwezenlijking vakbeweging en verbruikscoöperatie elkander niet kun nen aanvullen, elkanders krachten niet kunnen versterken. Voor vakbeweging en coöperatie elk afzonderlijk, zijn de gren zen voor wat zij ieder bereiken kunnen betrekkelijk eng; voor de macht van vak beweging en coöperatie tezamen, beiden in groote verhoudingen, wordt het gebied hunner actie ontzaglijk verruimd." Dit zijn niet alleen bespiegelingen, het is ook het resultaat van een jarenlange werk zaamheid, die men met steeds meer belang stelling heeft gadegeslagen, en die steeds zuiverder en verbeterd toegepast, slag op slag de bewijzen levert voor de juistheid van dit standpunt met arbeidersoogen gezien. Het is de coöperatieve beweging in België. Deze is jong en staat dus geheel anders dan de Engelsche, die een ontwik kelingsgang van bijna een eeuw doorloopen heeft. De Belgische arbeiders behoefden niet een aansluiting te zoeken ibij een IMflIIIIIIIIIIIMMIIIIIIItlllllllll iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiniiuimi vrouw van den fouragemeester met Pobs" be titelde; maar de Kolonel was niet bij machte tegen te gaan dat het regiment den bijnaam overnam, en mevrouw Gollen bleef mevrouw Pobs." Brandis werd dus Kopie" gedoopt, en steeg hierdoor in de achting van het garnizoen. Wanneer Wee Willie Winkie in iemand belang stelde, dan werd deze gelukkige sterveling door officieren en soldaten benijd. Hier was echter geen eigenbelang in het spel. De zoon van den kolonel" werd alleen ter wille van zichzelf verafgood. Toch was Wee Willie Winkie geen mooi kind. Zijn gezicht was sproetig, zijn beenen waren voortdurend met schrammen bedekt, en, niettegenstaande zijn moeders dringende smeek beden, hield hij vol dat zijn lange blonde krullen afgeknipt moesten. Ik wil mijn haar net als sergeant Tummil hebben," zei Wee Willie Winkie, en, daar zijn vader hem bijviel, werd het offer volbracht. Drie weken nadat hij zijn jeugdige genegen heid had overgebracht op luitenant Brandis die voortaan kortsheidshalve Kopie" genoemd zal worden was Wee Willie Winkie bestemd vreemde dingen te aanschouwen. Kopie" was zeer gevoelig voor deze liefde. Vijf minuten lang had het verrukte ventje zijn sabel mogen dragen, die even groot was als hijzelf. Kopie had hem een jongen fox-terriër beloofd; Kopie had hem toegestaan tegenwoordig te zijn wanneer bij geschoren werd. Zelfs had Kopie hem verteld dat hij ook eenmaal een doos met glimmende messen, zilveren zeepdoos en mooie spatborstel" zou bezitten, zooals Wee Willie Winkie zei. Hij was dan ook stellig overtuigd dat, behalve zijn vader, die zooveel straffen uit kon deelen als hij maar wilde, er niemand wijzer, sterker en dapperder was dan Kopie met al zijn Egyptische medailles. Hoe was het dan ook mogelijk dat Kopie zich aan de onmannelijke zwakheid schuldig maakte om een groot meisje" als Bettie Allardyce harts tochtelijk te kussen? Eens op een morgen had Wee Willie Winkie dit toch Kopie zien doen; gentleman van top tot teen, was hij terstond omgekeerd, en bet stalknechtje, dat achter hem reed, beval hij hetzelfde te doen, opdat die het tenminste niet zou zien. Onder gewone omstandigheden zou hij het waarschijnlijk aan zijn vader verteld hebben, doch hij voelde instinktmatig, dat dit iets was waaiover Kopie het eerst geraadpleegd moest worden. Kopie," riep Wee Willie Winkie, eens 's morbestaanden toestand, die eigen ly'k en zuiver gezien voor hen niet deugt. Toen ont wikkelden zij het stelsel dat hierboven is uiteengezet.Vooral de arbeidersmaatschappy' Vooruit te Gent is daarvan een voorbeeld. »De Genter federatie," zegt Varlez ervan, ?bestaat uit een reeks van inrichtingen, die daarop doelen, alle behoeften des arbeiders te bevredigen, alle zijden van zijn sociale werkzaamheid binnen haar bereik te trekken en een socialistische wereld in het klein te scheppen, waar ieder lid vindt wat voor hem van belang of van nut kan zijn" 3). Een voorbeeld ervan geeft Van der Velde: »Nemen wij bijv. een bakker of'broodrondbrenger van het Maison du Peuple te Brussel: als deelhebber in de vereeniging is hij, naar evenredigheid van zijn verbruik, deelgenoot in de winst, als producent werkt hij in xyn bakkerij acht uren per dag tegen 5 fr. loon (plus 2l/2 procent aandeel in de winst) als consument koopt hij in zijn win kels zijn brood, vleesch kruidenierswaren, melk en boter (producten der socialistische meiery' te Herfelingen) zijn kleeren van zijn hoed tot zijn schoenen, zijn steenkolen, tabak, boeken en kranten. Met een woord alles wat hij verdient, komt van zijn partij; alles wat hij uitgeeft huur, belastingen kleine onderhandsche uitgaven uitgezon derd keert tot die partij terug'' 4). Er is nog meer dan dat, voprdeelen die niet tot cijfers zijn te herleiden, als de mogelijkheid in eigen vergaderlokalen of verzamelplaatsen leering of ontspanning te vinden; de gelegenheid tot praktische opleiding op de inrichtingen enzoovoort. En de duizenden guldens, die als winst dier inrichtingen gerekend kunnen worden en die besteed worden voor een groot deel tot versterking van de arbeidersbeweging in haar geheel, zijn er wel bewijzen van, dat deze wijze van coöperatie voor de arbeiders de beste is, en ook de eenige, die zij zelf kunnen aanvaarden omdat het revolutioneerende hunner beweging slechts op deze wijze wordt gediend. Waar nu ook blijkens de brochure, die tot deze bespreking aanleiding gaf, de Nederlandsche arbeiders een dusdanige toe passing van het beginsel aanvangen na te streven, breekt er voor de kleinburgerlijke vereenigingen van denzelfden aard wellicht een zwaren tijd aan, en het is niet vreemd dat hun woordvoerders zich reeds nu ver zetten. Maar men zal moeten toegeven, dat van hun standpunt de arbeiders moeilijk een inrichting kunnen prijsgeven, die hun zoo bly'kbaar een krachtig strijdmiddel belooft te zijn. H. eratie en de S. D. et Partijbestuur der J) De Verbruiks-coö] A. P. uitgegeven door l S. D. A. T. 1900. 2) K. Kautsky: Consumvereine Arbeiterbewegung. 3) L. Varlez: La Fédération ouvrière Gantoise. 4) Neue Zei t 1899?1900 I, p. 19. und In KfflBt"-BeeMiattep, t By velen en vooral schilders, was hy' een goede bekende, de oude Kunstbakker". Menig een zal op een uitstapje naar Edam of Volendam wel even by' hem aangewipt zijn, want ieder was er welkom en even als een tocht naar Rome zonder den Paus gezien te hebben hare bekoring vermindert, zoo kon men Edam niet verlaten zonder van aangezicht tot aan gezicht met den Kunstbakker kennis gemaakt en zyne schatten te hebbeu bewonderd. Hy kon u dan uren lang vertellen hoe hy in vroegeren tijd schilderijen-veilingen bezocht, en zich in antiquiteiten-handel lanceerde, wat trouwens later nog zijn grootste liefhebbery was. Met voldoening liet hy u schotels zien, IIIIIIIIIHIIIltllllllllllKIIMIimillllV gens vroeg, hard op het huis van den luitenant toeloopend //ik moet je spreken, Kopie." Kom maar binnen, jonker," antwoordde de officier, die zijn eerste ontbijt nuttigde, omringd door zijne honden. Wat voor kattekwaad heb je nu weer uitgevoerd?" Sinds drie dagen had Wee Willie Winkie zich tamelijk goed gehouden, zoodat hij op de hoogste trap der deugd stond. Ik heb niets verkeerds gedaan," sprak hij, terwijl hij zich op een gemakkelijken stoel liet neervallen, de houding van den kolonel na een lange warme parade sprekend nabootsend. Hij dook zijn sproetige neus in een theekop, maar zijn oogen staarden over den rand heen toen hij vroeg: Zeg Kopie, is het netjes om gjoote meisjes te kussen ?" Wel allemachtig! Jij begint ook vroeg. Wie wou je zoenen?" Niemand. Moeder zou 't me altijd doen als ik het haar niet belette. Maar waajom zoende je die gjoote dochter van majoor Allardyce ver leden morgen, bij het kanaal?" Kopie fronste het voorhoofd. Met groote moeite waren mejuffrouw Allardyee en hij er in geslaagd hun engagement een paar weken geheim te houden. Er waren dringende redenen waarom majoor Allardyce niet moest weten hoe de zaken stonden voor tenminste nog een maand, en nu had dit kleine mormel alles bedorven. Ik zag jou," zei Wee Willie Winkie dood bedaard, //maaj de stalknecht niet. Ik zei tegen hem: Ga weg." O, zooveel tegenwoordigheid van geest hadt je dus nog, kleine rakker," bromde Kopie, half lachend, half boos. En aan hoeveel menschen heb je het al verteld?" Alleen ik zelf. Jij heb niet vejteld dat ik op den buffel wou gaan jijden toen mijn pony //kjeupel was, en ik dacht dat jij het niet pjettig zou vinden." Winkie," zei Kopie opgewonden, terwijl hij het kleine handje schudde, je bent een beste kere). Kijk eens, je kan alles nog niet goed begrijpen. Eens sakkerloot, hoe zal ik het je duidelijk maken hoop ik met juffrouw Allardyce te trouwen, dan zal ze mevrouw Kopie beeten. Maar wanneer het zien van groote meisjes die gezoend worden je zoo schokt, ga het dan maar aan je vader vertellen." Wat zal ej dangebeujen?" vroeg Wee Willie Winkie, die vast geloofde in de almacht van zijn vader. Ik zou in moeilijkheid geraken," antwoordde door hem waar dat noodig was bijgeschilderd en dan weer gebakken, en zoo, dat men niet zien kon waar de vaardige hand aan het werk was geweest. Want hoewel hy', het bakken van brood steeds als een der mooiste en moeily'kste bezigheden verdedigde en ook in dit ambacht, zich een meester in zijn vak toonde, toch stond by hem de liefde voor schilderkunst en oudheden boven aan. En zijn bijzondere sympathie voor schil derijen droeg hij over op de makers, die steeds bij hem een welkom pied-;i-1 eire te Edam von den. De vreemdelingen die het mooi van onze oude stadjes en het typische der Vollendamsche kleeding in zich op kwamen nemen, vonden by hem huisvesting, en in de kunstbakker zelf, zooals hy in de wandeling heette, een yverige getrouwe gids, die hun atelier, modellen en wat niet al bezorgde. Als bewijs van hun dank baarheid lieten zy dan een studie op de wan den der binnenkamer achter, die daardoor tot een klein schilderyen-museum werd, waarin vele buitenlanders vertegenwoordigd syn. Dat echter niet alleen buitenlanders zy'n bereidwilligheid op prys wisten te stellen, bewyst o. a. een portret dat Thérèse Schwartze niet lang geleden nog van hem maakte, en dat menigeen zich wellicht als Een damsche Heer" van een der laatste Arti-tentoonstellingen zal herinneren. Met trots kon hy u vertellen, toen het nog in wording was, hoe goed het al vorderde, en hoe de gelykenis treffend was. Wy' vonden het later wat al te mooi, niet zooals we den ouden Beek kenden, pratende over oud-porcelein en aardewerk ot u verhalende van zijn echten Rubens, met een gloed en overtuiging, die me^ niet bij de bijna zeventig jarigen zou zoeken. Daar zy'n vermaardheid zich verre buiten Edam en Nederland uitstrekte, waarin we dan ook aanleiding vonden, zy'n verscheiden met een enkel woord in deze kolommen mede te deelen, zullen velen zich, LU hy niet meer is, de oogenblikken in de gedachte terug roepen, die ze bij hem doorbrachten, en zullen ze zich hem herinneren in al de eigenaardigheden die hem juisi zoo kenmerkten. Hy was in alle opzichten een merkwaardig mensen. The Studio van 15 Juli bevat, onder meer een artikel over Rodins inzending op de Pary'sche tentoonstelling, waarby enkele mooie repro ducties naar zy'n werk gevoegd zy'n. Vol gratie is zijn Printemps" in het ontluiken der liefde, machtig en expressief de kop van Puvis de Chavannes", ernstig en waar zyn vieille femme". The passionate contemplation of Nature has certainly led Mm to feel that no power outside Nature herself is capable of suggesting her own true symbolism" zegt Albert Besnard, om te eindigen met: Form, as understood by Rodin, becomes vitality itself". Verder geven een aantal reproducties, een fresco van den heer Jüngmann, terugkeer der Kevelaargangers" in zy'n geheel en gedeelte zeer goed weer. Men mist hier natuurlijk de gloed van kleur die op enkele figuren schit terde, maar van de finesses der teekening kan men hier zeer veel in terug vinden. Een kort by'schrift geeft een overzicht der onlangs by' da firma Dowdeswell, gehouden expositie waar veel werk uit den ty'd die de heer Jüngmann te Vollendam toefde was byeengebracht, welke tentoonstelling over het algemeen by het Londensche publiek zeer veel succes had. In het tentoonstellingsgebouw van den Rotterdamschen Kunstkring is thans tot 29 Juli een keur van Japansche en Chineesche beeldjes uit de verzameling van den heer Henri Borel, ter bezichtiging gesteld. Het zijn meest beeldjes die de Dhyani Bodhisatwa Kouan-Yin voorstellen en de goddelijke figuur weergeven met onnavolgbare expressie in gelaat en houding, en waarvan een zeld zame bekoring uitgaat als van schoone beelden der Heilige Maagd uit vroege vroome ty'den, aan welke zy trouwens eenigszins herinnert. De beeldjes zijn zoowel in geglazuurd aarde werk, als hout en metaal, zoodat we in deze verschillende materialen, de capaciteiten der Japanners en Chineezen kunnen bewonderen, die hierdoor toonen geheel meester van het ambacht te zijn Waarschy'nly'k komen wy' in een uitvoeriger verslag nog op deze tentoonstelling terug. R. W. P. Jr. UMiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiililMiiiiiiiillltliiiillittllMiiilllll Kopie, die zijn troef kaart uitspeelde, terwijl hij een' veelbeteekenenden blik wierp op den houder van de aas. ,,Dan zal ik het niet doen," zei Wee Willie Winkie kortaf. Vader zegt dat het onmannejijk is ajtijd te zoenen en ik dacht niet dat jij zoo iesh zou doen, Kopie." //Ik doe het ook niet altijd, beste vent. Zoo nu en dan maar eens; wanneer je grooter bent, zal je het ook doen. Je vader sprak zeker van kleine jongens." O, zei Wee W'lly Winkie, nu klaarblijkelijk opgelucht. Dus net als de spatbojstel?" Net eender," antwoordde Kopie ernstig. Maaj ik gejoof niet dat ik het ooit pjettig zal vinden gjoote meisjes of wie ook te zoenen, behalve moedej, en dat moei ik doen, zie je." Nu ontstond er een lange stilte die Wee Willie Winkie eindelijk verbrak. Ben je ejg dol op dit gjoote meisje, Kopie ?" Dol," was 't antwoord. //Hou je meej van haaj dan vaa Bello, of je paajd, of van mij?" Ik hou van haar op een heel andere manier. Eens zal Betty Allardyce me heelemaal toebehooren, maar jij zal grooter worden en een rang in het leger in gaan nemen enz. Dat maakt een heel verschil niet waar." Goed," sprak Wee Willy Winkie opstaande. »Je houdt veel van dit gjoote meisje en ik zal het niemand vejtellen. Nu moet ik weg." Kopie stond op en deed zijn' kleinen gast tot de deur uitgeleide. Je bent een ferme kerel, Winkie. Over dertig dagen mag je het meedeelen aan wie je wilt." Zoo werd het geheim van het Brandis-Allardyce engagement aan een klein kind toevertrouwd. Kopie, die Wee Willie Winkie kende, was ge rust, want hij wist dat hij nooit zijn belofte zou breken. Winkie begon een bijzonder en on gemeen belang te stellen in Bettie Allardyce; hij liep dikwijls langzaam om haar heen, terwijl hij haar ernstig en voortdurend aankeek, zoodat die jonge dame er verlegen onder werd. Hij probeerde te ontdekken waarom Kopie haar kon gekust hebben. Ze was lang niet zoo mooi als zijn moeder. Maar eens zou ze Kopie's eigendom zijn. Daarom vond hij het niet meer dan na tuurlijk, dat hij evenveel eerbied toonde voor haar als voor Kopie's zwaard, of pistool. De gedachte dat hij een gemeenschappelijk geheim met Kopie had, maakte Wee Willie Winkie drie weken lang buitengewoon deugd zaam. Toen kwam de oude natuur weer boven, Victor Emile Michelel Eindelijk dan is er weer een superieur boek verschenen. Zeer zelden toch gebeurt bet, dat een menschengeest den anderen met stomme verbazing slaat. Want niet met omhaal van holle woorden en nog eens woorden, die soms met duizenden de vesting der idee trachten te bespringen, bereikt een menschengeest de vol komen beerschappij over den geest zijner medemenschen voor den tijd, dat deze zich tot hem wenden, maar met de plotselinge concies-sterke geniale vondsten, met de volkomen adaequate uitdrukkingen aan idee, die de waarheid is. Het geniale is eenvoudig, staat als een paal van diamant, helder en vast alsof het in eeuwig heid niet meer zal veranderen. De auteur van dit boek is daarin gestegen tot eene duizelingwekkende hoogte. Met eene ontzettende inspanning van zijn geheele persoon lijkheid drijft hij op eenen zoo grooten afstand van onze dagelij ksche omgeving, dat onze blikken moeite hebben, zijn zij eenmaal op zijne vaart ge vestigd; zich daarvan af te wenden en terug te keereu tot de de sfeeren, waarin wij ons ellendig leventje slijten. Wegens de verwijderde afstanden waarop de beelden zijner phantasiën zich bewegen, lijken deze soms klein en zijn wij tot groote aanstrenging verplicht, maar wanneer wij zelven in staat zijn ons op te heffen en hem naderen, be speuren wij, dat zij grooter en grooter worden en ten slotte den omvang aannemen van werelden. Het schijnt eene vaste waarheid te zijn, dat de ideè'nkolossen arbeiden in duisternis, of, zoo als de heer van der Horst uitmuntend onlangs gezegd heeft, dat de bloem van het genie meestal opbloeit uit de bouwvallen van ver loren levens." Zij, die wandelen in het licht, zij zijn niet de uitverkorenen van het lot om eenmaal aan de wereld den vlammenden spiegel voor te houden van daden en plichten, den weg te verlichten met de fakkel hunner blikken. Zeker vreemd! Want de orde der dingen te doorgronden, de wetten der werkingen van de menschelijke zielen naast elkander en op elkander schijnt voor onzen geest onbereikbaar. Ja, werd die norm eenmaal gevonden, dan zouden de meeningen der men schen niet meer verschillen, de waatheid zoude zijn voor ieder zichtbaar, er zou niet meer ge twist worden en uit het juiste inzicht in de dingen zoude de wereldvrede voor de volkeren en voor ieder individu afzonderlijk voortspruiten. Waarheid kan alleen in eenheid bestaan en zij duldt naast zich de dwaling niet. De oor logen der rede zijn even verderfelijk voor de menschheid als die door de kanonnen en het zwaard. Berusting en resignatie slechts zal de menschheid in een hooger stadium van ontwik keling voort doen schrijden naar het volmaakte licht, volgens eene opvatting. Doch wie weet of de oogenblikken van oorlog niet de noodzakelijke spiraal of zigzag zijn in den finalen vooruitgang? Maar laat ik niet af dwalen. De groote geesten, zeide eenmaal van Deyssel, ,gaan door den nacht." Niet zichtbaar is hun marsch door den middagglans van den openen dag. Rem brand t, Shakespeare, Thomas a Kempis zij werkten en dachten in duistere hoeken, waar de vlam van hun geniën onzichtbaar voor hun medemenschen vrij kou groeien en uitslaan. Voor eenige maanden kreeg ik bericht van een ouden Parjjschen vriend, dat hij een boek zou laten verschijnen, waaraan hij wel eenigszins hechtte en dat hij zoo vrij was mij weldra toe te zenden. Ik hechtte zeer weinig aan dit nieuws en alhoewel ik voor den auteur Emile Michelet altijd een zekere achting had gehad, was mijne verwachting ten zijnen opzichte toch nooit hoog gespannen geweest. Doch nauwelijks had ik een vijftigtal bladzijden van Contes Buihumains" gelezen of ik kwam tot de ontdekking dat ik een genius onder mijne vrienden telde, zooals er mij in Nederland of Duitschland nauwelijks een bekend was. Meer en meer onder den voort gang van het lezen werd mij dat boek dierbaar, vaster en vaster scheen mij de titel op de schrijftafel te prijken en zijne zwarte letters schenen mij te phosphoresceeren van een geheim zinnig licht. O sublieme macht van een grooten menschen geest, die iemand slaat met trots over zijn eigen ziel en een muur zet tusschen de omringende evenmenschen en zijn eigen ik; die iemand in IIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIHIII nu niml en achter in den tuin legde hij een vuurtje aan. Het was niet in hem opgekomen dat de vliegende vonken den hooiberg van den kolonel zouden kunnen aansteken, zoodat het paardenvoeder voor een week verbrandde. De gevolgen bleven niet uit hij kreeg twee dagen huis arrest, de strengste aller straffen; tevens was het hem verboden zijn vader dien tijd te zien. Hij hoorde het vonnis aan als een man; hij richtte zich fier op hoewel met trillende lip, maakte bet militair saluut; maar toen hij het vertrek uit was, vloog hij bitter schreiend naar de kinderkamer, die hij zijn kwartier" noemde. Kopie kwam 's middags en probeerde den schul dige te troosten. Ik ben ondej ajjest," zei Wee Willie Winkie droevig, en ik mag niet met je spjeken." Den volgenden morgen heel vroeg, toen hij op het dak van zijn huis geklommen was dat was gelukkig niet verboden zag hij Bettie Allardyce te paard rijden. Waaj ga je heen?" riep Wee Willie Winkie. Over de rivier," antwoordde ze, doorgaloppeerend. De provincie waar het 195ste bataljon lag werd in het noorden door een rivier begrensd die 's winters droog was. Nooit had Winkie verlof gekregen de rivier over te steken en hij had opgemerkt dat Kopie de bijna almachtige Kopie er evenmin een voet zette. Eens had iemand hem uit een groot blauw boek de ge schiedenis voorgelezen van De Prinses en de Kabouters" een allerwonderlijkst verhaal dat speelde in een land waar de Kabouters altijd in oorlog waren met de kinderen der menschen, totdat zij door een reus verslagen werden. Sinds dien dag scheen het hem toe dat de kale zwarte en purperen heuvels over de rivier door Ka bouters bewoond werden; men had hem dan ook verzekerd dat daar de Slechte Menschen" leef den. Zelfs bij hem thuis waren de ramen van onderen met groen papier bedekt ter wille van hen, want, indien zij vrij naar binnen konden kijken, zouden ze misschien gaan schieten in de vreedzame salons en prettig ingerichte slaap kamers. Ja stellig, daar over de rivier was het eind van de heele wereld en daar leefden de Slechte Menschen." En nu waagde majoor Allardyce's groote dochter, Kopie's eigendom, zich binnen hun bereik! Wat zou Kopie wel zeggen als haar iets overkwam P Als de Ka bouters haar eens wegvoerden zooals ze met de Prinses deden f Ze zou en moest terugkeeren. (SM volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl