Historisch Archief 1877-1940
No. 1204
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
tengevolge hebben, die de solidariteit zou
benadeelen.
Oppervlakkig ligt daarin dan ook een
grond van waarheid, want inderdaad ligt
de winst der coöperatie, (en dus het doel
van hen die er aan deelnemen), waar het
de consumptieve betreft, in dezelfde
handelsvoordeeleii welke de koopman geniet
door te koopen' in het groot en op die
momenten, waarop de markt laag is. En
wat de productieve betreft is de waarheid
nog veel grooter daar hier inderdaad niets
anders plaats heeft dan dat een zeker
aantal personen in plaats getreden zijn van
een enkele. Wat dus van arbeidersstand
punt gezien in dien enkele belichaamd is
wordt nu het deel der velen.
Maar nu de andere zienswijze.
Nemen de arbeiders de coöperatie ter
hand met het welbewust doel die te ge
bruiken als een middel in den strijd en in
een onafscheidelijk samenwerken met de
beide andere voornaamste strijdmiddelen
die zij hebben: de politieke vertegenwoor
diging en de vakorganisatie, dan maken
zjj vooreerst een onderscheid tusschen con
sumptieve en productieve coöperatie, en
scheiden de productieve principieel uit
hunne beweging uit.
Wat is deze immers, en wat wil ze? Niets
anders dan de winst van den ondernemer
brengen in handen der arbeiders. Op deze
wijze keert wel datgene wat, door te lage
betaling aan den arbeider, is verkregen
weder tot dezen terug, en wordt zoodoende
voor dien arbeider individueel de
loonregeling beter, maar de tweede winstfactor,
die der handelswinst, verkregen van de
consumenten blijft bestaan. Hoe grooter
deze, hoe beter de arbeiders het krijgen.
Hoe minder arbeiders, hoe grooter ieders
deel. Zie hier twee feiten die Ijjnrecht strij
den met het begrip van de solidariteit aller
arbeiders. Door deze coöperatie wordt inder
daad geschapen een soort van
arbeidersaristokratie.een aan tal arbeiderskapitalisten,
wier belang in strijd is met hun
klassegenooten, omdat dit hun consumenten, en
met hun yakgenooten, omdat dit hun mede
dingers zijn geworden. En met dit alles
is er in de productiewijze zelf niets ge
wijzigd, dan dat de eene kapitalist ver
vangen is door de vele kleinere, die_ werken
op zijn fabriek, een verandering die
eigenlqkwan de gewone naamlooze vennoot
schap bitter weinig verschilt.
Zet men er de consumptieve zóó tegen
over dan wordt het voordeel van deze
laatste klaarblijkelijk. De winst die hier
wordt behaald is de handelswinst ver
kregen van de consumenten, maar deze
consumenten zijn tevens de leden der
vereeniging en naar rato van hun
inkoopen krijgen zij van die winst een zeker
gedeelte terug. Het hun ontnomene keert
tot hen weder. Wat blijft daar van het
zoogenaamd besmettelijke van den koop
mansgeest over? En bovendien, waar de
productieve de kring der deelhebbers be
perken moet en by allen goeden wil toch
aan zekere grenzen gebonden is, daar is
het hier juist de grootst mogelijke verwijding
van den kring der deelnemers die het meest
in het belang dier menschen is. Hoe meer
leden, des te grooter bedrijfs-kapitaal, hoe
grooter omzet, des te meer voordeel van den
inkoop in het groot. Ziehier dus met recht
een _ organisatie der massa. En ook een
wijziging der productiemanier, die van eene
om winst, een wordt zonder winst, tenminste
zonder de gewone winst. Immers de nu
verkregen winst is ter beschikking van de
consumenten-zelf.
Is deze scheiding gemaakt, dan ligt het
dus op den weg der arbeidersbeweging waar
ze als strijdmiddel de coöperatie ter hand
neemt, slechts de consumptieve daarvoor
te gebruiken.
_Dit neemt niet weg, dat de productie
niet evenzeer ter hand kan genomen wor
den, maar dan slechts de productie in dienst
van het eigen gebruik. Evenals dat in
Engeland reeds het geval is waar de Who
lesale- societies hun eigen fabrieken, j a zelf s
stoomschepen etc. hebben. Maar dan met
dien verstande, dat de loonbetalïng en de
arbeidsvoorwaarden op die productieve
inrichtingen ook de beste zijn, die voor
WEE WILLIE WINKIE.
Naar het Engelsch
DOOR
RUDYAKD KIPLING.
Eigenlijk heette hij Percival William Williams,
maar in een boek met kinderrijmeu vond hij
Wee Willie Winkie" en het was gedaan met
zijn doopnamen. Zijn moeder's Ayah" noemde
hem Willie-?Baba," doch, daar hij nooit de
minste aandacht schonk aan hetgeen de Ayah"
zei, bracht dit geen verandering teweeg.
Zijn vader was kolonel van het 195ste regi
ment, en, zoodra Wee Willie Winkie oud genoeg
was om te begrijpen wat militaire discipline
beteekende, paste kolonel Williams die op hem
toe. Hierdoor alleen kon het kind in bedwang
worden gehouden. Wanneer hij zich een week
behoorlijk had gedragen kreeg hij een goede
aanteekeniug op de conduitelijst; was hij echter
ongehoorzaam, dan werd zijn naam weer door
gestreept. Gewoonlijk was dit laatste bet geval,
want voor zesjarige kinderen biedt ludiëzoo
veel gelegenheid om kattekwaad uit te voeren.
Wee Willie Winkie had eigenaardige opvat
tingen op het punt van vriendschap. Voelde
hij zich tot iemand aangetrokken, dan toonde
hij dit duidelijk. Zoo ook met Brandis, luitenant
van het 195ste regiment, dien hij voor het eerst
zag, toen deze officier bij den kolonel thee dronk.
Wee Willie Winkie kreeg een goede aanteekening
omdat hij de kippen dien dag met rust liet.
Tien minuten lang keek hij Brandis ernstig aan;
daarna bracht hij zijn oordeel uit.
/Ik hou van jon, sprak hij langzaam, terwijl
hij zich van zijn stoel het glijden en naar Brandis
toeliep. Ik hou van jou en zal je Kopie noemen
om je haar. Dit vindt je niet akelig, wel? Het
is alleen om je haar."
Dit was een van Wee Willie Winkie's lastige
eigenaardigheden. Hij keek een vreemde een
tijd lang aan; dan, zonder eenige verklaring, gaf
hij hem een naam. En de naam bleef. Geen
militaire straffen konden Wee Willie Winkie
deze gewoonte doen verliezen. Hij miste zijn
aanteekening voor goed gedrag omdat hij de
arbeiders zy'n te verkry'gen, wat in Engeland
wel eens te wenschen overlaat.
Maar neemt de arbeiders-beweging de
coöperatie nu ter hand, zooals deze door
ieder, wien ook, ter hand genomen kan
worden ? De beantwoording daarvan is de
hoofdzaak. Ze doet dat niet, en ze kan dat
niet doen, daar voor haar de coöperatie
een strijdmiddel is, zooals wy reeds meer
malen zeiden, en niet slechts een verge
makkelijking van het dagelijksch leven.
De uiting daarvan zien wij vooral in de
wijze waarop beschikt wordt over de winst.
Deze winst, geld, (als in eiken strijd ook
in die der arbeiders een noodzakelijk ding),
wordt voor een deel bestemd voor den
stry'd: hetzij om de vakvereeniging te
steunen bij werkstakingen, uitsluitingen,
werkeloosheid, of om te dienen in de politieke
beweging, bij verkiezingen of tot financieele
hulp aan de arbeiderspers, enz. enz.
Maar daarmede wordt meteen bereikt,
dat de winzucht, het winstbejag tot eigen
verrijking, niet machtig wordt over de leden
der vereeniging. Want zij werken niet meer
voor zich zelf alleen, maar na aftrek van
een zeker percentage dat aan de consumenten
wordt uitgekeerd, gaat de opbrengst naar
den strijdkas. Men werkt dus voor het
algemeen, voor de »beweging" zooals het
heet. Zoo vervalt een bezwaar, dat, bestaat
de samenwerking met vak- en politieken
strijd niet, zeer zeker van groote beteekenis is.
En op dezelfde wijze-gaat het met een
tweede, dat bestaat in ^de vrees dat door
de coöperatie geschapen wordt een zeker
soort arbeidersaristocratie, een aantal dat
in beter levensomstandigheden verkeert, en
zoo langzamerhand weder terugkomt tot
een kleinburgerlijke zelfvoldaanheid, die
met een arbeidersbeweging als zoodanig
niets meer te maken wil hebben. Nu is
daarop inderdaad kans, en geschiedt dit
ook in de meeste gevallen waarin de produc
tieve corporatie wordt toegepast, zooals men
na het boven geschrevene wel begrijpen kan,
maar ? terwijl de constante medewerking
metdevakbeweging en met de politieke orga
nisatie dit bij de consumptieve coöperatie
geheel en al voorkomt, is deze samenwer
king zelfs in staat ook de productieve van
dien weg af te houden. Een voorbeeld
daarvan geeft op het oogenbljk de coöpe
ratieve naaiwinkel die de Naaistersbona te
Amsterdam heeft opgericht. Juist de bij
zondere omstandigheden, dat deze winkel
een product is van den strijd en ook voor
een _zeer groot deel bestemd is om haar.
die in den vakstrijd slachtoffers geworden
zijn van de vijandschap der werkgevers,
werk en onderhoud te verzekeren, maken
ervan een zaak die in de Amsterdamsche
arbeidersbeweging begint mede te tellen.
Hier meer dan ergens blijft echter die
voortdurende aanraking noodzakelijk, want
g_aat deze verloren, dan wordt deze inrich
ting evenals menige andere een rem in plaats
van een aanzet.
Ook anderszins is het verband nuttig.
Ook voor de vakbeweging bedoel ik. »Er
is geen enkele wensch", zegt de brochure,
die aanleiding tot deze bespreking was,
»die de arbeidersklasse zich vormt, hetzij
voor de naaste toekomst, hetzij voor nog
verliggende tijden, er is geen enkele wensch,
tot welker verwezenlijking vakbeweging
en verbruikscoöperatie elkander niet kun
nen aanvullen, elkanders krachten niet
kunnen versterken. Voor vakbeweging
en coöperatie elk afzonderlijk, zijn de gren
zen voor wat zij ieder bereiken kunnen
betrekkelijk eng; voor de macht van vak
beweging en coöperatie tezamen, beiden in
groote verhoudingen, wordt het gebied
hunner actie ontzaglijk verruimd."
Dit zijn niet alleen bespiegelingen, het is
ook het resultaat van een jarenlange werk
zaamheid, die men met steeds meer belang
stelling heeft gadegeslagen, en die steeds
zuiverder en verbeterd toegepast, slag op
slag de bewijzen levert voor de juistheid
van dit standpunt met arbeidersoogen
gezien. Het is de coöperatieve beweging in
België. Deze is jong en staat dus geheel
anders dan de Engelsche, die een ontwik
kelingsgang van bijna een eeuw doorloopen
heeft. De Belgische arbeiders behoefden
niet een aansluiting te zoeken ibij een
IMflIIIIIIIIIIIMMIIIIIIItlllllllll
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiniiuimi
vrouw van den fouragemeester met Pobs" be
titelde; maar de Kolonel was niet bij machte
tegen te gaan dat het regiment den bijnaam
overnam, en mevrouw Gollen bleef mevrouw
Pobs." Brandis werd dus Kopie" gedoopt, en
steeg hierdoor in de achting van het garnizoen.
Wanneer Wee Willie Winkie in iemand belang
stelde, dan werd deze gelukkige sterveling door
officieren en soldaten benijd. Hier was echter
geen eigenbelang in het spel. De zoon van
den kolonel" werd alleen ter wille van zichzelf
verafgood. Toch was Wee Willie Winkie geen
mooi kind. Zijn gezicht was sproetig, zijn beenen
waren voortdurend met schrammen bedekt, en,
niettegenstaande zijn moeders dringende smeek
beden, hield hij vol dat zijn lange blonde krullen
afgeknipt moesten. Ik wil mijn haar net als
sergeant Tummil hebben," zei Wee Willie Winkie,
en, daar zijn vader hem bijviel, werd het offer
volbracht.
Drie weken nadat hij zijn jeugdige genegen
heid had overgebracht op luitenant Brandis
die voortaan kortsheidshalve Kopie" genoemd
zal worden was Wee Willie Winkie bestemd
vreemde dingen te aanschouwen.
Kopie" was zeer gevoelig voor deze liefde.
Vijf minuten lang had het verrukte ventje zijn
sabel mogen dragen, die even groot was als
hijzelf. Kopie had hem een jongen fox-terriër
beloofd; Kopie had hem toegestaan tegenwoordig
te zijn wanneer bij geschoren werd. Zelfs had
Kopie hem verteld dat hij ook eenmaal een doos
met glimmende messen, zilveren zeepdoos en
mooie spatborstel" zou bezitten, zooals Wee
Willie Winkie zei. Hij was dan ook stellig
overtuigd dat, behalve zijn vader, die zooveel
straffen uit kon deelen als hij maar wilde, er
niemand wijzer, sterker en dapperder was dan
Kopie met al zijn Egyptische medailles. Hoe
was het dan ook mogelijk dat Kopie zich aan
de onmannelijke zwakheid schuldig maakte om
een groot meisje" als Bettie Allardyce harts
tochtelijk te kussen? Eens op een morgen had
Wee Willie Winkie dit toch Kopie zien doen;
gentleman van top tot teen, was hij terstond
omgekeerd, en bet stalknechtje, dat achter hem
reed, beval hij hetzelfde te doen, opdat die het
tenminste niet zou zien.
Onder gewone omstandigheden zou hij het
waarschijnlijk aan zijn vader verteld hebben,
doch hij voelde instinktmatig, dat dit iets was
waaiover Kopie het eerst geraadpleegd moest
worden.
Kopie," riep Wee Willie Winkie, eens 's
morbestaanden toestand, die eigen ly'k en zuiver
gezien voor hen niet deugt. Toen ont
wikkelden zij het stelsel dat hierboven is
uiteengezet.Vooral de arbeidersmaatschappy'
Vooruit te Gent is daarvan een voorbeeld.
»De Genter federatie," zegt Varlez ervan,
?bestaat uit een reeks van inrichtingen, die
daarop doelen, alle behoeften des arbeiders
te bevredigen, alle zijden van zijn sociale
werkzaamheid binnen haar bereik te trekken
en een socialistische wereld in het klein
te scheppen, waar ieder lid vindt wat voor
hem van belang of van nut kan zijn" 3).
Een voorbeeld ervan geeft Van der Velde:
»Nemen wij bijv. een bakker
of'broodrondbrenger van het Maison du Peuple te
Brussel: als deelhebber in de vereeniging is
hij, naar evenredigheid van zijn verbruik,
deelgenoot in de winst, als producent werkt
hij in xyn bakkerij acht uren per dag tegen
5 fr. loon (plus 2l/2 procent aandeel in de
winst) als consument koopt hij in zijn win
kels zijn brood, vleesch kruidenierswaren,
melk en boter (producten der socialistische
meiery' te Herfelingen) zijn kleeren van
zijn hoed tot zijn schoenen, zijn steenkolen,
tabak, boeken en kranten. Met een woord
alles wat hij verdient, komt van zijn partij;
alles wat hij uitgeeft huur, belastingen
kleine onderhandsche uitgaven uitgezon
derd keert tot die partij terug'' 4).
Er is nog meer dan dat, voprdeelen die
niet tot cijfers zijn te herleiden, als de
mogelijkheid in eigen vergaderlokalen of
verzamelplaatsen leering of ontspanning
te vinden; de gelegenheid tot praktische
opleiding op de inrichtingen enzoovoort.
En de duizenden guldens, die als winst
dier inrichtingen gerekend kunnen worden
en die besteed worden voor een groot deel
tot versterking van de arbeidersbeweging
in haar geheel, zijn er wel bewijzen van,
dat deze wijze van coöperatie voor de
arbeiders de beste is, en ook de eenige, die
zij zelf kunnen aanvaarden omdat het
revolutioneerende hunner beweging slechts
op deze wijze wordt gediend.
Waar nu ook blijkens de brochure, die
tot deze bespreking aanleiding gaf, de
Nederlandsche arbeiders een dusdanige toe
passing van het beginsel aanvangen na te
streven, breekt er voor de kleinburgerlijke
vereenigingen van denzelfden aard wellicht
een zwaren tijd aan, en het is niet vreemd
dat hun woordvoerders zich reeds nu ver
zetten. Maar men zal moeten toegeven, dat
van hun standpunt de arbeiders moeilijk
een inrichting kunnen prijsgeven, die hun
zoo bly'kbaar een krachtig strijdmiddel
belooft te zijn.
H.
eratie en de S. D.
et Partijbestuur der
J) De Verbruiks-coö]
A. P. uitgegeven door l
S. D. A. T. 1900.
2) K. Kautsky: Consumvereine
Arbeiterbewegung.
3) L. Varlez: La Fédération ouvrière
Gantoise.
4) Neue Zei t 1899?1900 I, p. 19.
und
In KfflBt"-BeeMiattep, t
By velen en vooral schilders, was hy' een
goede bekende, de oude Kunstbakker". Menig
een zal op een uitstapje naar Edam of
Volendam wel even by' hem aangewipt zijn, want
ieder was er welkom en even als een tocht
naar Rome zonder den Paus gezien te hebben
hare bekoring vermindert, zoo kon men Edam
niet verlaten zonder van aangezicht tot aan
gezicht met den Kunstbakker kennis gemaakt
en zyne schatten te hebbeu bewonderd.
Hy kon u dan uren lang vertellen hoe hy
in vroegeren tijd schilderijen-veilingen bezocht,
en zich in antiquiteiten-handel lanceerde, wat
trouwens later nog zijn grootste liefhebbery
was. Met voldoening liet hy u schotels zien,
IIIIIIIIIHIIIltllllllllllKIIMIimillllV
gens vroeg, hard op het huis van den luitenant
toeloopend //ik moet je spreken, Kopie."
Kom maar binnen, jonker," antwoordde de
officier, die zijn eerste ontbijt nuttigde, omringd
door zijne honden. Wat voor kattekwaad heb
je nu weer uitgevoerd?"
Sinds drie dagen had Wee Willie Winkie
zich tamelijk goed gehouden, zoodat hij op de
hoogste trap der deugd stond.
Ik heb niets verkeerds gedaan," sprak hij,
terwijl hij zich op een gemakkelijken stoel liet
neervallen, de houding van den kolonel na een
lange warme parade sprekend nabootsend. Hij
dook zijn sproetige neus in een theekop, maar
zijn oogen staarden over den rand heen toen
hij vroeg: Zeg Kopie, is het netjes om
gjoote meisjes te kussen ?"
Wel allemachtig! Jij begint ook vroeg. Wie
wou je zoenen?"
Niemand. Moeder zou 't me altijd doen als
ik het haar niet belette. Maar waajom zoende
je die gjoote dochter van majoor Allardyce ver
leden morgen, bij het kanaal?"
Kopie fronste het voorhoofd. Met groote
moeite waren mejuffrouw Allardyee en hij er
in geslaagd hun engagement een paar weken
geheim te houden. Er waren dringende redenen
waarom majoor Allardyce niet moest weten hoe
de zaken stonden voor tenminste nog een maand,
en nu had dit kleine mormel alles bedorven.
Ik zag jou," zei Wee Willie Winkie dood
bedaard, //maaj de stalknecht niet. Ik zei tegen
hem: Ga weg."
O, zooveel tegenwoordigheid van geest hadt
je dus nog, kleine rakker," bromde Kopie, half
lachend, half boos. En aan hoeveel menschen
heb je het al verteld?"
Alleen ik zelf. Jij heb niet vejteld dat ik
op den buffel wou gaan jijden toen mijn pony
//kjeupel was, en ik dacht dat jij het niet pjettig
zou vinden."
Winkie," zei Kopie opgewonden, terwijl hij
het kleine handje schudde, je bent een beste
kere). Kijk eens, je kan alles nog niet goed
begrijpen. Eens sakkerloot, hoe zal ik het
je duidelijk maken hoop ik met juffrouw
Allardyce te trouwen, dan zal ze mevrouw
Kopie beeten. Maar wanneer het zien van groote
meisjes die gezoend worden je zoo schokt, ga
het dan maar aan je vader vertellen."
Wat zal ej dangebeujen?" vroeg Wee Willie
Winkie, die vast geloofde in de almacht van
zijn vader.
Ik zou in moeilijkheid geraken," antwoordde
door hem waar dat noodig was bijgeschilderd
en dan weer gebakken, en zoo, dat men niet
zien kon waar de vaardige hand aan het werk
was geweest.
Want hoewel hy', het bakken van brood steeds
als een der mooiste en moeily'kste bezigheden
verdedigde en ook in dit ambacht, zich een
meester in zijn vak toonde, toch stond by hem
de liefde voor schilderkunst en oudheden boven
aan. En zijn bijzondere sympathie voor schil
derijen droeg hij over op de makers, die steeds
bij hem een welkom pied-;i-1 eire te Edam von
den. De vreemdelingen die het mooi van onze
oude stadjes en het typische der Vollendamsche
kleeding in zich op kwamen nemen, vonden
by hem huisvesting, en in de kunstbakker zelf,
zooals hy in de wandeling heette, een yverige
getrouwe gids, die hun atelier, modellen en
wat niet al bezorgde. Als bewijs van hun dank
baarheid lieten zy dan een studie op de wan
den der binnenkamer achter, die daardoor tot
een klein schilderyen-museum werd, waarin
vele buitenlanders vertegenwoordigd syn.
Dat echter niet alleen buitenlanders zy'n
bereidwilligheid op prys wisten te stellen, bewyst
o. a. een portret dat Thérèse Schwartze niet
lang geleden nog van hem maakte, en dat
menigeen zich wellicht als Een damsche
Heer" van een der laatste Arti-tentoonstellingen
zal herinneren. Met trots kon hy u vertellen, toen
het nog in wording was, hoe goed het al vorderde,
en hoe de gelykenis treffend was. Wy' vonden
het later wat al te mooi, niet zooals we den
ouden Beek kenden, pratende over
oud-porcelein en aardewerk ot u verhalende van zijn
echten Rubens, met een gloed en overtuiging,
die me^ niet bij de bijna zeventig jarigen zou
zoeken.
Daar zy'n vermaardheid zich verre buiten
Edam en Nederland uitstrekte, waarin we dan
ook aanleiding vonden, zy'n verscheiden met
een enkel woord in deze kolommen mede te
deelen, zullen velen zich, LU hy niet meer is,
de oogenblikken in de gedachte terug roepen,
die ze bij hem doorbrachten, en zullen ze zich
hem herinneren in al de eigenaardigheden die
hem juisi zoo kenmerkten.
Hy was in alle opzichten een merkwaardig
mensen.
The Studio van 15 Juli bevat, onder meer
een artikel over Rodins inzending op de Pary'sche
tentoonstelling, waarby enkele mooie repro
ducties naar zy'n werk gevoegd zy'n. Vol gratie
is zijn Printemps" in het ontluiken der liefde,
machtig en expressief de kop van Puvis de
Chavannes", ernstig en waar zyn vieille femme".
The passionate contemplation of Nature has
certainly led Mm to feel that no power outside
Nature herself is capable of suggesting her
own true symbolism" zegt Albert Besnard, om
te eindigen met: Form, as understood by
Rodin, becomes vitality itself".
Verder geven een aantal reproducties, een
fresco van den heer Jüngmann, terugkeer der
Kevelaargangers" in zy'n geheel en gedeelte
zeer goed weer. Men mist hier natuurlijk de
gloed van kleur die op enkele figuren schit
terde, maar van de finesses der teekening kan
men hier zeer veel in terug vinden. Een kort
by'schrift geeft een overzicht der onlangs by'
da firma Dowdeswell, gehouden expositie waar
veel werk uit den ty'd die de heer Jüngmann
te Vollendam toefde was byeengebracht, welke
tentoonstelling over het algemeen by het
Londensche publiek zeer veel succes had.
In het tentoonstellingsgebouw van den
Rotterdamschen Kunstkring is thans tot 29 Juli een
keur van Japansche en Chineesche beeldjes
uit de verzameling van den heer Henri Borel,
ter bezichtiging gesteld.
Het zijn meest beeldjes die de Dhyani
Bodhisatwa Kouan-Yin voorstellen en de goddelijke
figuur weergeven met onnavolgbare expressie
in gelaat en houding, en waarvan een zeld
zame bekoring uitgaat als van schoone beelden
der Heilige Maagd uit vroege vroome ty'den,
aan welke zy trouwens eenigszins herinnert.
De beeldjes zijn zoowel in geglazuurd aarde
werk, als hout en metaal, zoodat we in deze
verschillende materialen, de capaciteiten der
Japanners en Chineezen kunnen bewonderen,
die hierdoor toonen geheel meester van het
ambacht te zijn
Waarschy'nly'k komen wy' in een uitvoeriger
verslag nog op deze tentoonstelling terug.
R. W. P. Jr.
UMiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiililMiiiiiiiillltliiiillittllMiiilllll
Kopie, die zijn troef kaart uitspeelde, terwijl hij
een' veelbeteekenenden blik wierp op den houder
van de aas.
,,Dan zal ik het niet doen," zei Wee Willie
Winkie kortaf. Vader zegt dat het onmannejijk
is ajtijd te zoenen en ik dacht niet dat jij zoo
iesh zou doen, Kopie."
//Ik doe het ook niet altijd, beste vent. Zoo
nu en dan maar eens; wanneer je grooter bent,
zal je het ook doen. Je vader sprak zeker van
kleine jongens."
O, zei Wee W'lly Winkie, nu klaarblijkelijk
opgelucht. Dus net als de spatbojstel?"
Net eender," antwoordde Kopie ernstig.
Maaj ik gejoof niet dat ik het ooit pjettig
zal vinden gjoote meisjes of wie ook te zoenen,
behalve moedej, en dat moei ik doen, zie je."
Nu ontstond er een lange stilte die Wee
Willie Winkie eindelijk verbrak.
Ben je ejg dol op dit gjoote meisje, Kopie ?"
Dol," was 't antwoord.
//Hou je meej van haaj dan vaa Bello, of je
paajd, of van mij?"
Ik hou van haar op een heel andere manier.
Eens zal Betty Allardyce me heelemaal
toebehooren, maar jij zal grooter worden en een
rang in het leger in gaan nemen enz. Dat maakt
een heel verschil niet waar."
Goed," sprak Wee Willy Winkie opstaande.
»Je houdt veel van dit gjoote meisje en ik zal
het niemand vejtellen. Nu moet ik weg."
Kopie stond op en deed zijn' kleinen gast
tot de deur uitgeleide.
Je bent een ferme kerel, Winkie. Over dertig
dagen mag je het meedeelen aan wie je wilt."
Zoo werd het geheim van het Brandis-Allardyce
engagement aan een klein kind toevertrouwd.
Kopie, die Wee Willie Winkie kende, was ge
rust, want hij wist dat hij nooit zijn belofte
zou breken. Winkie begon een bijzonder en on
gemeen belang te stellen in Bettie Allardyce;
hij liep dikwijls langzaam om haar heen, terwijl
hij haar ernstig en voortdurend aankeek, zoodat
die jonge dame er verlegen onder werd. Hij
probeerde te ontdekken waarom Kopie haar kon
gekust hebben. Ze was lang niet zoo mooi als
zijn moeder. Maar eens zou ze Kopie's eigendom
zijn. Daarom vond hij het niet meer dan na
tuurlijk, dat hij evenveel eerbied toonde voor
haar als voor Kopie's zwaard, of pistool.
De gedachte dat hij een gemeenschappelijk
geheim met Kopie had, maakte Wee Willie
Winkie drie weken lang buitengewoon deugd
zaam. Toen kwam de oude natuur weer boven,
Victor Emile Michelel
Eindelijk dan is er weer een superieur boek
verschenen. Zeer zelden toch gebeurt bet, dat
een menschengeest den anderen met stomme
verbazing slaat. Want niet met omhaal van
holle woorden en nog eens woorden, die soms
met duizenden de vesting der idee trachten te
bespringen, bereikt een menschengeest de vol
komen beerschappij over den geest zijner
medemenschen voor den tijd, dat deze zich tot hem
wenden, maar met de plotselinge concies-sterke
geniale vondsten, met de volkomen adaequate
uitdrukkingen aan idee, die de waarheid is. Het
geniale is eenvoudig, staat als een paal van
diamant, helder en vast alsof het in eeuwig
heid niet meer zal veranderen.
De auteur van dit boek is daarin gestegen
tot eene duizelingwekkende hoogte. Met eene
ontzettende inspanning van zijn geheele persoon
lijkheid drijft hij op eenen zoo grooten afstand
van onze dagelij ksche omgeving, dat onze blikken
moeite hebben, zijn zij eenmaal op zijne vaart ge
vestigd; zich daarvan af te wenden en terug te
keereu tot de de sfeeren, waarin wij ons ellendig
leventje slijten. Wegens de verwijderde afstanden
waarop de beelden zijner phantasiën zich bewegen,
lijken deze soms klein en zijn wij tot groote
aanstrenging verplicht, maar wanneer wij zelven
in staat zijn ons op te heffen en hem naderen, be
speuren wij, dat zij grooter en grooter worden
en ten slotte den omvang aannemen van
werelden.
Het schijnt eene vaste waarheid te zijn, dat
de ideè'nkolossen arbeiden in duisternis, of, zoo
als de heer van der Horst uitmuntend onlangs
gezegd heeft, dat de bloem van het genie
meestal opbloeit uit de bouwvallen van ver
loren levens."
Zij, die wandelen in het licht, zij zijn niet de
uitverkorenen van het lot om eenmaal aan de
wereld den vlammenden spiegel voor te houden
van daden en plichten, den weg te verlichten
met de fakkel hunner blikken. Zeker vreemd!
Want de orde der dingen te doorgronden, de
wetten der werkingen van de menschelijke zielen
naast elkander en op elkander schijnt voor onzen
geest onbereikbaar. Ja, werd die norm eenmaal
gevonden, dan zouden de meeningen der men
schen niet meer verschillen, de waatheid zoude
zijn voor ieder zichtbaar, er zou niet meer ge
twist worden en uit het juiste inzicht in de
dingen zoude de wereldvrede voor de volkeren
en voor ieder individu afzonderlijk voortspruiten.
Waarheid kan alleen in eenheid bestaan en zij
duldt naast zich de dwaling niet. De oor
logen der rede zijn even verderfelijk voor de
menschheid als die door de kanonnen en het
zwaard. Berusting en resignatie slechts zal de
menschheid in een hooger stadium van ontwik
keling voort doen schrijden naar het volmaakte
licht, volgens eene opvatting.
Doch wie weet of de oogenblikken van oorlog
niet de noodzakelijke spiraal of zigzag zijn in
den finalen vooruitgang? Maar laat ik niet af
dwalen.
De groote geesten, zeide eenmaal van Deyssel,
,gaan door den nacht." Niet zichtbaar is hun
marsch door den middagglans van den openen dag.
Rem brand t, Shakespeare, Thomas a Kempis zij
werkten en dachten in duistere hoeken, waar
de vlam van hun geniën onzichtbaar voor hun
medemenschen vrij kou groeien en uitslaan.
Voor eenige maanden kreeg ik bericht van
een ouden Parjjschen vriend, dat hij een boek
zou laten verschijnen, waaraan hij wel eenigszins
hechtte en dat hij zoo vrij was mij weldra toe
te zenden. Ik hechtte zeer weinig aan dit nieuws
en alhoewel ik voor den auteur Emile Michelet
altijd een zekere achting had gehad, was mijne
verwachting ten zijnen opzichte toch nooit hoog
gespannen geweest. Doch nauwelijks had ik een
vijftigtal bladzijden van Contes Buihumains"
gelezen of ik kwam tot de ontdekking dat ik
een genius onder mijne vrienden telde, zooals
er mij in Nederland of Duitschland nauwelijks
een bekend was. Meer en meer onder den voort
gang van het lezen werd mij dat boek dierbaar,
vaster en vaster scheen mij de titel op de
schrijftafel te prijken en zijne zwarte letters
schenen mij te phosphoresceeren van een geheim
zinnig licht.
O sublieme macht van een grooten menschen
geest, die iemand slaat met trots over zijn eigen
ziel en een muur zet tusschen de omringende
evenmenschen en zijn eigen ik; die iemand in
IIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIHIII
nu niml
en achter in den tuin legde hij een vuurtje
aan. Het was niet in hem opgekomen dat de
vliegende vonken den hooiberg van den kolonel
zouden kunnen aansteken, zoodat het
paardenvoeder voor een week verbrandde. De gevolgen
bleven niet uit hij kreeg twee dagen huis
arrest, de strengste aller straffen; tevens was
het hem verboden zijn vader dien tijd te zien.
Hij hoorde het vonnis aan als een man; hij
richtte zich fier op hoewel met trillende lip,
maakte bet militair saluut; maar toen hij het
vertrek uit was, vloog hij bitter schreiend naar
de kinderkamer, die hij zijn kwartier" noemde.
Kopie kwam 's middags en probeerde den schul
dige te troosten.
Ik ben ondej ajjest," zei Wee Willie Winkie
droevig, en ik mag niet met je spjeken."
Den volgenden morgen heel vroeg, toen hij
op het dak van zijn huis geklommen was dat
was gelukkig niet verboden zag hij Bettie
Allardyce te paard rijden.
Waaj ga je heen?" riep Wee Willie Winkie.
Over de rivier," antwoordde ze,
doorgaloppeerend.
De provincie waar het 195ste bataljon lag
werd in het noorden door een rivier begrensd
die 's winters droog was. Nooit had Winkie
verlof gekregen de rivier over te steken en hij
had opgemerkt dat Kopie de bijna almachtige
Kopie er evenmin een voet zette. Eens had
iemand hem uit een groot blauw boek de ge
schiedenis voorgelezen van De Prinses en de
Kabouters" een allerwonderlijkst verhaal dat
speelde in een land waar de Kabouters altijd
in oorlog waren met de kinderen der menschen,
totdat zij door een reus verslagen werden. Sinds
dien dag scheen het hem toe dat de kale zwarte
en purperen heuvels over de rivier door Ka
bouters bewoond werden; men had hem dan ook
verzekerd dat daar de Slechte Menschen" leef
den. Zelfs bij hem thuis waren de ramen van
onderen met groen papier bedekt ter wille van
hen, want, indien zij vrij naar binnen konden
kijken, zouden ze misschien gaan schieten in
de vreedzame salons en prettig ingerichte slaap
kamers. Ja stellig, daar over de rivier was het
eind van de heele wereld en daar leefden de
Slechte Menschen." En nu waagde majoor
Allardyce's groote dochter, Kopie's eigendom,
zich binnen hun bereik! Wat zou Kopie wel
zeggen als haar iets overkwam P Als de Ka
bouters haar eens wegvoerden zooals ze met de
Prinses deden f Ze zou en moest terugkeeren.
(SM volgt).